Nederland en België De nieuwe Aartsbisschop Ernstig conflict VRIJDAG 18 APRIL 1930 V NATUURLIJK NIET! EEN REDE VAN SENATOR BROUCKERE NED. VEREENIGING VAN KAAS HANDELAREN DE ROEM DER OUDE KAAS TAANT Het conflict bij Philips tabaks- Industrie HET COLLECTIEF CONTRACT WORDT VOLLEDIG INGEVOERD Uitvoering van de Ziektewet t MENSCHEN EN MEENINGEN NEDERLAND EN ZUID-AFRIKA DE DRIE STEDEN Overtreding van het „rendez-vous"-verbod VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK Met bidden alleen verandert ge de wereld ook niet, beweerde iemand, die liet heele- tnaal niet meer deed, en dat ter verontschul diging wilde laten gelden. Die goede man sprak uit, wat velen denken. En ze hebben groot, heel groot gelijk. Natuurlijk helpt bidden alleen niet! Niet voor kiespijn, niet voor ziekte, niet voor hongersnood, niet voor oorlog, niet voor verbetering van huisvesting, niet voor slapte in het bedrijf. Natuurlijk (niet! Menschen, diie het op bidden laten aankomen en met hangend hoofd en slappe armen 'huis zitten achter de kachel, zijn, onder ons gezegd, luierikken, of futloozen, die in het leven geen knip voor den neus waard zijn Met evenveel recht en gelijk kun je een grooten mond opzetten en beweren: eten is ook niet overal goed vooi! Natuurlijk niet maar toch moet het, toch blijft het moeten. Om het maar ineens te zeggen: we moeten dat goed in onze hoofden prenten en er naar doen. Want het wordt vergeten. Juist om dat wij alle menschelijke krachten (ons van hoogerhand gegeven), erkennen als midde len, om te bereiken, wat we bereiken moeten; juist omdat in onze handen ons eigen wel zijn en dat van anderen gelegd is, daarom moeten we zoo hard werken, met alle men schelijke middelen werken zoo nuchter en zoo verstandig mogelijk. Bidden en werken. Werken en bidden. Als uit bidden geen werken voortkomt, dan deugt het niet, dan is het niet echt, maar ongezond. En als het werken geen bidden is of niet tot bidden brengt, mist het ook zijn beste karakter. We klagen over veel slechtheid, tekort aan menschelijk bestaan, we jammeren over misdaden en over het voortwoekeren van het kwaad. Best: als het voortkomt uit een juist in zicht en ook uit een groot verdriet. Maar dan ook aan 't werk. Bidden? Zeker, hard en veel en goed. Maar ook werken! Hoe komt men toch op het idee, dat een Kathouek zich niet met alle krachten zou moeten zetten voor elk streven naar verbetering? Wij houden wel degelijk, dat op heit zedelijk leven, op het leven van de ziel invloed wordt uitgeoefend door lichamelijke omstandigheden. Dat die wederom samenhangen met afkomst, op voeding, en omgeving. Wij houden, dat iemand, die goed is, slecht kan worden. Dat heel veel menschen niét zoo vreeselijk schuldig zijn aan hun eigen slechtheid, omdat ze van jongsaf in zoo'n groote mate verkeerde neigingen meekregen, en b'j hun opvoeding het slechte alleen ont wikkeld zagen. De aartsbisschop van Liverpool, dr. Downey gaf het dezer dagen toe in een rede over do problemen der opvoediiig. Erfelijkheid, omgeving en opvoeding maken den menscli", zei Mgr. En daarom drong hij aan op: betere volkshuisvesting, betere op voedingsgelegenheid Zeker, betere huizen en goede scholen zeg gen nog niet alles: de groote zaak is en blijft de opvoeding in het gezin. Maar dan moet men hot gezin ook in de normaal- gunstige omstandigheden zetten, zoo, dat die opvoeding kan plaats hebben. En zou het uitblijven van die normaai-gunstige omstan digheden liggen aan een bepaald stelsel, dan moeten we niet aarzelen, dat stelsel te brand merken als den grooten mooi denaar van den mensch. Dan moet ook alles op haren en snaren gezet worden, om dat stelsel uit de wereld te helpen en zijn invloed te beknotten. Zich er bij neerleggen, rustig toezien, dat zooiets blijft voortbestaan en voortwoekeren, omdat men het zelf nog zoo slecht niet heeft, omdat men zijn zalige rust zoo liefheeft, lijkt tamelijk veel op medewerking aan dien geestelijken nood van het volk. Dat verhelpt men natuurlijk niet met bid den alleen; doch als er echt gebeden werd, sis men dat diep meende, dan zou er harder gewerkt worden. Moeten we dus het bidden maar afschaf fen? Juist niet; doch wel moeten wij het zoo goed mogelijk doen, om zoo hard moge lijk te kunnen werken. Men blijft toch ook eten, al is eten niet alles. En bij al onze bovennatuurlijke midde len blijven we ons noodzakelijk houden, en wel zoo hard als wie ook, aan de natuur lijke. ONDERWIJZERS EN ARTSEN BIJ HET BUITENGEWOON ONDERWIJS m HET GAAT HIER OM EEN BUREN- GESCHIL, DAT NIET GEPRIKKELD MAG WORDEN Algemeene vergadering DE' LAGERE SCHOOL VAN DEVONSHIRE IN ENGELAND verheugt zich in het bezit van bovenafgebeeld vijftal tweelingen. ALS PROFESSOR TE RIJSENBURG Voorstel betreffende gelijkstelling van openbaar en bijzonder buiten gewoon onderwijs De Vereeniging van Onderwijzers en Artsen, werkzaam aan inrichtingen voor onderwijs aan achterlijke en zenuwzwakke kinderen, houdt op Zaterdag 19 dezer om kwart voor elf haar alge- gemeene vergadering in het Gebouw voor K. en W., te Utrecht. Onder de te behandelen voorstellen komt o.a. voor het voorstel van het hoofdbestuur be treffende gelijkstelling van openbaar en bijzon der buitengewoon onderwijs, terwijl ook bespro ken zal worden een uitgebreid rapport inzake onderwijs in bezinkingsklassen (rapporteur F. A. van Riet.). SPRAAK- EN ZANGPAEDAGOGISCH GENOOTSCHAP. Onder voorzitterschap van den heer K. Veld kamp (Amsterdam), werd Zondag te Den Haag de 34ste Algemeene Vergadering gehouden van het Spraak- en Zangpaedagoglsch Genootschap. De rekening en verantwoording sloot met een batig saldo van f 585.Als bestuursleden wer den in plaats van de dames van de Velde en van der Horst, gekozen de dames Dirkzwager (Den Haag) en Korswagen (Leiden). Besloten werd tot de uitgave van een verza meling voordrachts-etudes, samen te stellen door mej. Maria van Royen en den heer K. Veldkamp. Mededeelingen werden gedaan over uitbrei ding der bibliotheek, over de examens en de examen-commissie, alsmede over de inrichting yaa 't Correspondentieblad. Onderwijs door woord en lichtend voorbeeld De oud-directeur van bet Seminarie-Rijsen- burg pastoor C. Hartman te Amersfoort, leer ling en oud-collega van den nieuwen aartsbis schop schrijft in het „Centrum" over Mgr. Jansen als hoogleeraar in de H. Schrift: De leerling zoowel als de oud-collega be waart zeer schoone herinneringen aan den man, die nu den zetel van Sint Willibrord bestijgt. Gedurende de helft van mijn studie-jaren in Rijsenburg mocht ik zijn lessen hooren over de H. Schrift. De door ons allen zoo vereerde Dr. Brouwer was geroepen om den leerstoel te verwisselen met het Generaal-Vicariaat van het Aartsbis. dom. Daar kwam professor Jansen om ons op zijn beurt te onderwijzen door zijn woord en niet minder, om door zijn lichtend voorbeeld een spoor te trekken, waarnaar wij onzen eigen levensweg moesten richten. Bij Dr. Brouwer ging de kennis der gewijde wetenschap gepaard aan een grooten eenvoud hij was beminnelijk in den omgang, goedig, hij was innig vroom. Bij de keuze van een opvolger had de Aarts bisschop blijkbaar op al deze eigenschappen bijzonder het oog gericht. Heel spoedig reeds hoorden wij, dat de nieuwe professor der H. Schrift zich dag eu nacht letterlijk nacht en dag op de studie van zijn vak toelegde. Maar ook al hadden wij dat niet vernomen, het zou ons weldra blijken, zonneklaar, uit zijn doorwrochte en voor onze jonge hoofden zoo heldere tractaten. Ik herinner ze mij nog: Inleiding tot de studie der H Schrift; zijn uitgebreide verhan deling over de theoretische hermeneutiek, die mij ook later in de H. Schrift menig punt deed begrijpen; ik herinner mij levendig zijn klare exegese der verschillende Bijbelboeken, en de professor, die alles bijhield, ging geen moei lijkheden uit den weg. Professor Jansen sprak bedachtzaam en cor rect, tot oratorische exclamaties kwam hij nooit, maar uit zijn woord stroomde ons een religieuse warmte tegen en epn innigheid, die onze jeugdige harten meermalen diep heeft ontroerd. Hoeveel kostbare wenken, met een enkel woord, als terloops, maar o zoo ernstig, gege ven hebben wij voor ons priesterleven van hem medegekregen 1 Maar de kostbaarste les en de meest overtui gende was toch altijd zijn voorbeeld. Hoe straalde uit geheel zijn leven, uit woord en daad, zijn hoog verantwoordelijkheidsgevoel tegenover den goeden God, wat luisterde zijn plichtsbesef scherp naar de eischen van het priesterlijk ideaal, wat was zijn vroom gebeds leven voor ons allen een weldoend licht op den kandelaar 1 Monseigneur moge het mij ver geven, dat ik het waag, deze onuitwisclibare herinneringen van mijn Rijsenburgschen theo- logantentijd hier in het publiek te uiten. Maarsinds wanneer is het een dankba ren leerling verboden over een vereerden leer meester te spreken ook tijdens diens leven ALS PASTOOR TE T GOY ONTSLAGEN INGETROKKEN Resultaat der bemiddeling van mr, Aalberse De gisteren aan het Departement van Arbeid onder leiding van den Rijksbemiddelaar, prof. mr. Aalberse, gehouden conferentie met par tijen, betrokken bij bet conflict bij de tabaks industrie van Gebrs. Philips te Maastricht, beeft ertoe geleid, dat partijen tot overeen stemming zijn gekomen. De aangezegde staking gaat niet door en het gegeven ontslag wordt door de directie ingetrokken. Het collectief contract wordt met ingang van 30 en 31 Octo ber a.s. volledig ingevoerd, terwijl voor de rege ling der loonen in den tusschentijd de bemid deling zal worden gevraagd der patroons organisatie. In den melkhandel te Venlo „Laten wij trachten de oplossing te vinden die beider welvaart voordeelig zal zijn" Ome Brusselsche correspondent meldt ons: Woensdag werd bij de besprekingen van het budget van Buitenlandsche Zaken voor den Senaat, door Senator De Brouckère (soc.) in verband niet de Nederlandsch—Belgische rela ties, een redevoering gehouden. Spr. zeide o.m.: De heer Segers, als rappor teur, had niet beter het probleem onzer relaties met Nederland uiteen kunnen zetten dan hij in zijn uitvoerig verslag heeft gedaan. Het gaat hier om een burengeschil, dat niet ge prikkeld mag worden en dat niet schaden mag aan de goede vriendschapsbetrekkingen. Het geschil gaat over de Schelde. Wij eischen de doorgangs- en gebruiksrechten op; de Neder landers zijn er op uit, om hi^n souvereiniteit intact te houden. Niemand kan ons echter het recht betwisten dat wij hebben tot het gebruik maken van den waterweg, die ons in rechte lijn naar de zee voert. Dit probleem zou reeds op gelost geweest zijn, indien hier niet aan vast zat de kwestie der verbinding van Antwerpen met den Rijn. Dit kanaal willen de Hollanders ons niet geven, omdat we er geen recht op hebben. Zij willen ons niet den weg geven, dien wij vra gen, maar wel een andere, die meer met hun eigen belangen overeenstemt en die duurder en minder goed is. Moeten er andere voorstel len gedaan worden? Laten wij trachten met Nederland de oplossing te vinden die beider welvaart voordeelig zal zijn. Het kanaal Antwerpen—Luik gaat ons in staat stellen de Kempen tot bloei te brengen en het Maasverkeer naar Antwerpen te leiden. Dit ontwerp heeft in Holland emotie verwekt. Ik begrijp dat niet. In werkelijkheid werkt een ieder voor zichzelf voor het uitoefenen van zijn rechten, 't Is te wenschen, dat de twee landen de weldoende opportuniteit zullen gaan inzien, van een gemeenschappelijke oplossing. Hoe het ook zij, men zal niet aan België kunnen verwijten, niet al haar internationale verplichtingen nagekomen te zijn." Bemind om z'n eenvoud en goedheid Een inzender schrijft in de „N. R. Ct." o.m.: Mgr. Jansen is uit hetzelfde hout gesneden als wijlen mgr. van de Wetering. Om een per soonlijke herinnering mee te deelen; wij her inneren ons nog zeer goed het gezellig dagje, dat wij in zijn gastvrije pastorie te 't Goij bij Houten mochten doorbrengen. Hij was juist ongeveer acht jaar professor aan het groot se minarie te Rijsenburg geweest, maar dankte den hemel, dat monseigneur hem weer in de zielzorg geplaatst had. Hoewel 't Goij een zeer kleine en afgelegen pastorie was, toonde pas toor Jansen geen ontevredenheid; integendeel, hij was er echt in zijn element tussehon de bravo en eenvoudige plattelanders. Alles be minden hem om zijn goedneid en eenvoud. Op een schriftelijk vraag of wij komen mochten, het antwoord: .Natuurlijk. Mijn pastorie staat voor alle goede menschen open". Aan bet station wachtte ons een rijtuig autobiisaeu waren er nog niet en na een flink half unr zaten wij in de pastorie, waar iedereen zien aanstonds thuis moest gevoelen. Bezorgd, dat ons iets te kort zou komen, overlaadde onze gastheer ons met goedheid. Toen een eenvoudig dorpspastoor, die niet3 anders wenschte dan steeds te midden van de brave boeren te blijven; nu aartsbisschop van Utrecht en primaat van Nederland, wat hij zelf allerminst verwacht zal lieoben. Mgr. Jansen is al geen onbekende meer in de hoofdstad van zijn bisdom. In Leeuwarden geboren, is bij geen stugge Fries, maar een zeer soepel, gemoedelijk en verdraagzaam man, die in een andersden kende niet den kotter, maar den medechristen ziet. DE VOORGANGERS VAN MGR. J.*H. G. JANSEN. Met betrekking tot de voorgangers van den nieuwéh Aartsbisschop vestigt men onze aan dacht er op, dat Mgr. Andreas Schaepinan, bis schop was van 4 Februari 186819 September 1882 (niet 1883), De HoogEerw. Heer Francis- cus v. d. Burgt was Vicaris Capitularis van 22 September 1882—3 April 1883. BEZOEK AAN MGR. AENGENENT Woensdagmiddag omstreeks half 4 heeft Z. D. H. Mgr. J. H. G. Jansen een bezoek gebracht aan Z. D. H. den Bisschop van Haarlem, Mgr. J. D. J. Aengenent. DOOR BEIDE PARTIJEN WORDT ALLES IN HET WERK GESTELD, OM EEN EIND TE MAKEN AAN DEN ONGEZONDEN TOESTAND Te Venlo is een ernstig conflict ontstaan in den melkhandel. De strijd is ontbrand, doordat een melkventer in dienst van de Melkinrichting „De Nijverheid" is overgegaan naar de Coöp. Melkinrichting „St Martinus". Hierdoor heeft eerstgenoemde vele klanten verloren. Nu zou de Coöp. melkinrichting op 1 April j.l. haar nieuw gebouwen-complex te Venlo openen. Daags tevoren verlaagden de vrije melkventers (d. z. de melkinrichtingen „de Nijverheid", „St-Jozef", „St Lambertua" en vele zelfstandig-werkende venters) zonder daar in de Coöperatie te kennen, den melkprijs. Door de ontstane verwikkelingen kon de coöperatie toon het nieuwe gebouw niet betrekken. Nadien hebben beide partijen nogmaals den prijs ver minderd. De belangen, zoowel van de verschillende melkventers als van de melkveehouders, ko men hierbij natuurlijk zeer in het gedrang. Door beide partijen wordt daarom weer alles in het werk gesteld om een einde te maken aan dezen ougezonden toestand. De heer Kooyen van den Zuid-Nederl. Zui- velbond kwam deze week in een vergadering uitgeschreven door de Coöp. Melkinrichting een uiteenzetting geven van het conflict. Spr. riep hierbij de melkveehouders op om zich aan te sluiten bij de coöperatie. Ook de Vrije melkventers hielden een ver gadering met de melkveehouders. Er werd een commissie benoemd om met de tegenpartij te onderhandelen. Verder werd een „Bond van Vrije Melkveehouders" opgericht. Ook deze hond die 400 leden telt zal zich met de Coöp. Melkinrichting in verbinding stellen. UIT DE VERWARMINGSINDUSTRIE Naar een oplossing van het geschil DE WERKGEVERS VERKLAREN ZICH BEREID EEN NIEUW CONTRACT TE TEEKENEN Zooals bekend, wenschte de Bond van Ver warmingslndustrieelen geen gehoor te geven aan den elseli der arbeiders om loonsverhoo ging en behoud van het koffiegeld, een en ander in verband met bet afloopen van het contract op 1 April j.l. Thans vernemen wij, dat het Woensdag j.l gepleegd overleg tot gevolg Beeft gehad, dat de werkgevers tamelijk ver hebben toegegeven door zich bereid te verklaren tot de afsluiting van een nieuw contract voor twee jaar, op de basis van een loonsverliooging in twee étappes en de handhaving van het koffiegeld. De besturen der drie werknemersorganisaties sullen het ontwerp aan het oordeel der leden onderwerpen. DREIGEND CONFLICT. Onderhandelingen zonder een bevredigend resultaat Men deelt ons mede, dat er een conflict dreigt bij de firma Oosthoek en Zoon, Beton en Pannenfabriek te Alphen aan den Rijn. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit, dat de onderhandelingen over het per 1 Januari afgeloopen collectief contract niet tot een bevredigend einde hebben gevoerd. De arbeiders wenschten eenige verbeteringen in de tarieven en in de sociale bepalingen als vacantie-betaling, Christelijke feestdagen enz. Er is thans van de zijde der arbeiders-orga nisaties een ultimatum gesteld, dat Donderdag 24 April afloopt. Indien op dien datum door de directie geen bevredigende toezeggingen zijn gedaan, zal Vrijdag 25 April de staking ingaan. De meerderheid der arbeiders is georgani seerd in den Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders, een gedeelte in de Ned. Vereeniging van Fabrieksarbeiders en den R. K Steenfabrieksarbeidersbond „St. Stephanus". DE FEDERATIE VAN BEDRIJFS- VEREENIGJNGEN Loonderving van arbeiders in wier gezin besmettelijke ziekte voorkomt OF 'N BEDRIJFSVEREENIGING BEHOORT TE WORDEN INGESCHREVEN IN HET HANDELSREGISTER Dezer dagen hield het bestuur van de fede ratie van Bedrijfsverenigingen waarhij 35 pedrijfsvereenigingen zijn aangesloten zijn iSe vergadering. Mededeeling werd gedaan, dat met de mees te aangesloten bedrijfsverenigingen reeds overeenkomsten zijn gesloten, waarbij aan de federatie oen gecombineerde behartiging van tepaaldo belangen wordt opgedragen. Deze overeenkomsten werden bekrachtigd. Besloten werd o.m. aan den Minister van .Arbeid, Handel en Nijverheid in overweging te geven te willen bevorderen, dat ten aan zien van Duitsche arbeiders, die in Nederland werken doch in Duitschiaud woonachtig zijn, ten soortgelijke regeling tot stand zou komen als ten aanzien van Belgische arbeiders ge troffen is in het Koninklijk besluit van 3 Maart 1930 Stbl. no. 58. Voorts werd besloten aan het College van 'toezicht op de bedrijfsvereenigliigen in over weging te geven te willen bevorderen, dat tot publicatie der door de bedrijfsverenigingen vastgestelde voorsehotpremies zal worden overgegaan, teneinde elke onzekerheid ten dezen op te heffen. Zooals bekend, mag immers volgens artikel 116 van de Ziektewet de helft van de voorschotpremie op het loon worden gekort tot een maximum evenwel van 1.15 van het loon. Door het federatiebestuur is voorts onder oogen gezien het geval, dat een verzekerde arbeider, in wiens gezin besmettelijke ziekte voorkomt, zijn loon derft, omdat hij, hetzij op medisch advies of op verzoek van zijn werkge ver thuis blijft ter voorkoming van besmet tingsgevaar, terwijl overbrenging van den z.eke naar elders niet mogelijk is. Aangezien rit thuisblijven, geschiedt ter voorkoming van ziekte, rees de vraag, of geen aanleiding zou bestaan in gevallen als deze aan den betrok ken arbeiders uit billijkheidsoverwegingen een vergoeding wegens loonderving te ver strekken ten laste van bet propbylaxe-fonds als bedoeld in art. 123 der Ziektewet. De Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid, ter zake naar zijn oordeel gevraagd, heeft aan de Federatie doen weten, dat hij gevoelde voor de billijkheid om in een geval als dit aan den betrokken arbeider een vergoeding voor loon derving te verschaffen, terwijl de minister ver der de meening van liet federatiebestuur deel de, dat het wegblijven van het werk van den arbeider in een geval als dit, geacht kan wor den te zijn een maatregel, welke strekt om ziekte van ingevolge de Ziektewet verzekerde personen te voorkomen. De minister voegde hieraan evenwel toe, dat de constructie van art. 123 der Ziektewet ech ter niet toelaat een imperatief voorschrift, dat In de hierbadoelde gevallen aan de betrokken arbeiders vergoedingen ten laste van het pro- pnylaxe-fonds worden toegestaan, aangezien de middelen van dit fonds aan de limiet der inkomsten gebonden zijn, zoodat het fondsbe stuur niet meer zal kunnen uitgeven dan er aan middelen beschikbaar is. Aangezien een verplichting om in de besproken gevallen scha deloosstelling te geven uiteraard in haar gel delijke beteekenis niet valt te overzien, achtte de minister het uitgesleten, dat het prophy- laxe-fonds zoodanige verplichtingen op zich zou nemen. Niettemin acht de minister het daarentegen niet uitgesloten, dat in een con creet geval het fondsbestuur middelen be schikbaar zou stellen, teneinde daarmede mee te werken tot het tegengaan van uitbreiding eener besmettelijke ziekte. In het federatiebestuur werd tenslotte nog onder oogen gezien de vraag, of een bedrijfs vereniging behoort te worden ingeschreven ii« het handelsregister. Mededeeling werd ge daan, dat in overleg met een der Kamers van Koophandel terzake een proefproces zal wor den uitgelokt. Besloten werd aan de bedrijfs- vereenigingen in overweging te geven met de betrokken Kamer van Koophandel overeen te komen den uitslag van dit proces af te wach ten alvorens verdere maatregelen te treffen. GEZAMENLIJK OPTREDEN NOODIG GEACHT, TENEINDE TE REDDEN, WAT NOG TE REDDEN VALT De Nederlandsche vereeniging van Kaashan delaren heeft gisteren te Gouda in hotel „De Zalm" haar 89ste algemeene vergadering ge houden onder voorzitterschap van den neer A. J. Schilt. De secretaris mr. M. de Mol deed voorlezing van het jaarverslag. Wij ontleenen er uet vol gende aan: Ook het jaar 1929 was voor den kaashandel ten ongunstig jaar. De oude voorraden werden met moeite en niet dan met soms aanzienlijke verliezen opgeruimd. Niettemin bedong de nieuwe productie prijzen, die in doorsnede slechts weinig lagen beneden die van 1928. Oude kaas door de jonge verdrongen Deze oogenschijnlijke tegenstrijdigheiu vindt haar verklaring in de omstandigheid, dat de vraag naar oude en belegen kaas steeds minder wordt eu die naar jonge kaas stijgt. Bc-somde vroeger de oude kaas de hoogste prijzen, in het afgeloopen jaar moest een deel van den voorraad verkocht worden tegen prijzen, lager dan die, welke voor het jonge product werden besteed. Het hier vermelde, verschijnsel is muleelig voor den handel, die feitelijk één van zijn beste artikelen ziet verdwijnen, maar vooral voor den producent, daar de vraag van den zuiver speculatieven handel in den tijd van de groote productie minder wordt en de prijzen tenge volge van de verminderde vraag gedrukt wor- cieu. Wat de oorzaak van deze ongewensehte wij ziging in de voorkeur van het koopend publiek wel moge zijn? Die oorzaak moet naar onze meening gezocht worden in het feit, dat de fijnste kwaliteiten steeds zeldzamer vrorden, mede als gevolg van de door de Rijkscontröle- etations gestelde eischen ten aanzien van het vetgehalte in de droge stof. Die eischen zijn te zwaar. Tal van boeren, die een prima pro duct maakten, zijn genoodzaakt geworden een andere, door de Rijkszuivelconsulenten gepro pageerde bereidingswijze te gaan toepassen, omdat zij aan die eischen niet of niet steeds konden voldoen en zij dientengevolge bedreigd werden met een weigering of een intrekking van het recht het Rijksmerk te voeren. Die nieuwe bereidingswijze, die er mede op gericht is zooveel mogelijk vet in den wrongel te houden, geeft echter een product, dat in "houdbaarheid en in smaakontwikkeling ver achter staat bij het ouderwetsche zuivel. Erkend moet worden, dat het werk van de Rijkszuivelconsulenten deze goede zijde heeft, dat ook de slechtste kwaliteiten zeldzamer ge worden zijn. Men kan een nivelleering in de kwaliteit van de volvette boerenkaas opmerken. Deze winst is echter niet in staat het verlies van de fijnste kwaliteiten goed te maken. Want juist deze laatste bepalen in de eerste plaats den roem van de volvette Goudsche boe- enkaas en daarmede de mogelijkheid om voor dit product in zijn geheel de hoogste prijzen te bedingen. Er zijn nog andere gevaren, die den kaas handel bedreigen. Wij denken aan de steeds hooger wordende tariefmuren in schier alle landen, waar onze kaas afzet moet vinden, i'ooral in Duitschland, waarheen tn 1929 nog 41 pet. van onze geëxporteerde kaas ging. Als gevolg vau eenige besprekingen van do gezamenlijke besturen kwam een nauwe samen werking tot stand met de Vereeniging van Kaashandelaren te Bodegraven, de Vereeniging van Handelaren in Zuivelproducten te Leiden en de Vereeniging van Kaashandelaren te Woerden, die alle als lid tot onze vereeniging toetraden. Dientengevolge omvat de organi satie thans een 150-tal kaashandelaren Plan nen zijn in voorbereiding om de samenwerking ook tot andere verenigingen uit te breiden. Het aantal leden onderging eenige vermin dering en bedraagt thans; 48 gewone en één buitengewoon lid. In verband met de passage in het jaarver slag, dat de fijnste kwaliteiten kaas steed? zeldzamer worden, mede als gevolg van de door de Rijkscontrole-stations gestelde hooge eischen ten aanzien van het vetgehalte, deelde de voorzitter mede, dat de vereeniging niet od vermindering dier eischen wenscht aan te dringen. De grootste waarborg voor de kwali telt der volvette kaas is het tweemaal per dag onafgeroomd verwerken van de melk. Geschiedt dit, dan kan het wel gebeuren, dat de vet- grens niet bereikt wordt, maar toch behoort deze kaas goedgekeurd to worden, omdat zij een vol zoetemelksch product is. De bedoeling der vereeniging is te voorkomen, dat kunst grepen worden toegepast door de producenten om het vetgehalte te verhoogen ten koste van de kwaliteit. De rekening en verantwoording over 1929 werd goedgekeurd. De lieeren F. L. Heil, A. H. van der Most en B. M. van Zwet werden als bestuursleden her kozen. Langdurige besprekingen zijn gevoerd ove rt e vraag of het wenschelijk is bepaalde inkoops- voorwaarden vast te stellen en zoo ja, welke die voorwaarden zouden moeten zijn. De voorzitter achtte het, met het oog op de maatregelen, welke Duitschland ten aanzien van den kaasinvoer neemt, dringend noodig, dat gezamenlijk wordt opgetreden ten einde te redden wat er te redden valt. Er moeten door de handelaren inkoopcon dities gesteld worden, teneinde verzekerd te zijn, dat de producent levert, wat hij verkoopt. Maar tegelijk ook condities, welke niet de po sitie van den handelaar verzwakken. Het bestuur stelde voor bij de bestaande voorwaarden een nieuwe te voegen, waardoor de verkooper zich verbindt zijn product te leveren: gaaf, zonder gebreken en niet gepre pareerd. Met op een na algemeene stemmen ver klaarde de vergadering zich accoord met dit voorstel. Bij de rondvraag wees de beer van Zwet er op, dat de kwaliteit van het rijksmerk voor kaas nog steeds niet voldoet en, ondanks alle pogingen tot verbetering, toch nog veelvuldig reden tot klagen geeft. Het gezantschap te Pretoria definitief ingesteld Met ingang van 1 Mei 1930 is mr. H. A. Loreutz, thans consul-generaal te Pretoria, met den persoonlijken titel van buitengewoon ge zant en gevolmachtigd minister, benoemd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis ter daar ter plaauju. Het lijkt iets op het uithangbord, van een eerste-klas hotel of op (ten naam van een nieuw soort oude klare". Doch geen van beide gissingen benadert de waarheid. Het is de titel van een rede; de drie steden zijn MoskouHome en Weetien: de gelukkige toehoorders waren roode broederen. Moskoudat zou vertegenwoordigen het communisme: hoe het niet moet; Rome stond voor het fascisme: hoe hel ook niet moet Weenen, ju. dat zou dan de klap op de vuurpijl moeten zijn, want gezien de wan hopige moeite der afdeeüng pers en propa ganda bij de sociaaldemocraten, begon het daar, dank zij de socialisten of het socialisme, heel aardig te lijken op ten paradijs. Hoewel den laatsten tijd.... doch even ge duld Daar werd gesproken over Moskou: U kent liet wijsje, U kent den tekstU kent ook mijn heer den spreker. Het duurde lang, want daar viel heel wat van te zeggen. Daarna kwam Rome aan de beurt. U be hoeft al weer niet te raden. Aan dien kant moet men weinig hebben van Rome, in geen enkel opzicht. Het Rome van Mussolini was aan bod: en alweer: U kent het lied U kent den tekst en U kent den heer spreker. Ook dat duurde lang. Wat we erg jammer vinden. Wij hooren hel liefst maar de eigen beginselen ontvouwen hoewel wc niet ontkennen, dat het aan- tooncn van dwaling dikwijls noodig is. Doch maat houden behoort ook in dit punt tot de levenskunst. Want, helaas, Weenen kwam met aan de beurt. De tijd was om. De broeders en zusters kregen geen kans, iets over Weenen te hooren. Nijda.ssers zeggen: over Weenen valt op het oogenblik slechts te weenen door de sociaaldemocraten; bloedige of tenminste icode tranen. Doch dat zegt vanzelf alleen een nijdigaard. De spreker had over Weenen kunnen spre ken in den verleden tijd. En dan had Weenen een stukje Moskou en een stukje Rome laten zien, maar, helaas, ze hebben het zonder Weenen moeten doen. Een beetje erg „samenvallerig" is het wel! De heer, die op bezoek was geweest, miste zijn portefeuille OUDE HEER EN Z'N HUISHOUDSTER, BENEVENS DE „JUF" EN EEN VRIEND VAN HAAR DOOR DE POLITIE AANGEHOUDEN Het perc. Gr. Markstr. no. 1 te 's Hage wordt bewoond door een 66-jarigen heer S., die daar samen woont met de 61-jarige-mejuffrouvv S., •huisvrouw van B., die de functie van huis houdster vervult. Het tweetal is bij de politie uiet onbekend. Dezer dagen zijn zij, naar wij vernemen, opnieuw met de politie in aanraking gekomen en wel naar aanleiding van een in dat perceel plaats geliad hebbend beroovingsgeval. Mej. S. had voor tijdelijk 'n kamer verhuurd aan de 20-jarige mej. F., die daar bezoek ont ving van een heer, die, na veTtrek zijn porte feuille miste met 35 gulden. Hij deed van deze vermissing aangifte bij de politie, die een on derzoek instelde en bij een huiszoeking de por tefeuille met nog 20 gulden erin, in een bed verstopt vond. De buit was blijkbaar niet mee gevallen, in de portefeuille bevond zich nog een bundel oude Duitsohe bankbiljetten die mee genomen waren, maar geen noemenswaard be drag vertegenwoordigden. De „juffrouw" en een vriend van haar zijn aangehouden Deze laatste bleek bij fonilleering het Duitsche bankpapier in zijn schoenen verstopt te hebben. Beiden werden in politiebewaring gesteld. De heer S. eu zijn huishoudster werden eveneens aange- houden en gisteren is bet viertal naar het Huis van Bewaring overgebracht. De Kamerverhuur ders zullen vervolgd worden wegens overtre ding van het rendez-vous verbod, mej. F. we gens diefstal en haar vriend wegens heling. Oud-aandeelhouders tot volstorting der aandeelen verplicht. De 4e Kamer van het Gerechtshof te Amster dam heeft gister uitspraak gedaan in de ap pèlzaak van de oud-aandeelhouders der Veen- dammer Hypotheekbank tegen curatoren in zake de volstorting der aandeelen. Men zal zich herinneren, dat de curatoren in het faillissement der genoemde Bank de ver schillende oud-aandeelhouders aangesproken hadden tot volstorting van de aandeelen. Hier tegen was ernstig verzet gerezen, met het ge volg, dat een comité werd gevormd, dat 6 z.g. test-cases uitzocht, welke aan het oordeel van den rechter onderworpen werden. Bij de uit spraak van de Amsterdamsche rechtbank in deze civiele procedure werd de vordering van curatoren toegewezen. Van dit vonnis gingen de 6 aandeelhouders weer in hooger beroep. Op 4 Maart 1.1. diende de zaak voor de 4e Kamer van het Gerechtshof en werd door Mr. F. Salm te Amsterdam voor curatoren en door Mr. Ra- demakei' uit Groningen voor de oud-aandeelhou der gepleit over de vraag of de oud-aandeelhou ders verplicht kunnen worden om alsnog de aandeelen, die zij bezaten vol te storten. Het Hof heeft bij zijn arrest, het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd en appellant veroor deeld in de kosten van het geding. Uit dit arrest blijkt dus, dat ieder oud aandeelhouder, die niet uitdrukkelijk van zijn aansprakelijkheid is ontslagen, tot volstorting verplicht blijft. KON. NED. HOOGOVENS EN STAAL- FABRIEKEN. De stoomschepen August Thyssen (Duitscb) en Thisbé (Fransch) hebben aan de terreinen van het hoogovenbedrtjf te IJmuiden ladingen piekijzer ingenomen en vertrokken daarmede gi^ teren resp. naar Bridgeport (N. A.) en Duin kerken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5