FEUILLETON
ACHTER DE SCHERMEN
De Hoofdverkeerswegen
DE COMMUNISTISCHE JEUGD
TEKDAg J APRIL 1930
Rekening houden met
verre toekomst
NOTARIEELE EXAMENS
DE MILLIOENENAFFAIRRE
DE ARMEENSCHE ZAKKENROLLER
IN DEN HAAG
Conflict bij de „Volharding"
te 's-Hage
HET IN CULTUUR BRENGEN VAN
DEN WIERINGERMEERPOLDER
NEDERL. SPAARVERZEKERING VOOR
KATHOLIEKEN.
(Spafi SS°&3£ 1
HET IS NOODIG, EAT DE HERZIENING
VAN HET RIJKSWEGENPLAN ZOO
SPOEDIG MOGELIJK TOT
STAND KOMT
In den Dierentuin te 's-Gravenhage werd voor
de Afdeeling Verkeer en Verkeerstechniek van
het Koninklijk Instituut van Ingenieurs onder
presidium van Ir. Hupkes door den heer De
Rruvn, Hoofd van de afdeeling Weg en Ver
keer van den A. N. W. B. Toeristenbond voor
Nederland, een voordracht gehouden over „De
verbetering van het net van hoofdverkeerswe
gen in ons land".
Voor de lezing, welke door verschillende
lichtbeelden werd toegelicht, bestond, blijkens
de groote opkomst, zeer groote belangstelling.
Spreker begon met er op te wijzen hoe voor
een juist oordeel over de maatregelen, die noo-
dig zijn voor de verbetering van ons wegennet
een eerste vereischte is. dat men zich goed
voor oogen stelt hoe snel en hoe sterk het mo-
torverkeer zich heeft ontwikkeld en dat men
zich goed rekenschap geeft, wat daar in de toe
komst nog van te verwachten is.
Het totaal aantal motorrijtuigen bedroeg op
1 Januari j.l. 90.000, d.w.z. dat het in 10 jaar
met 500 is toegenomen. Over het le kwar
taal 1930 heeft de wegénbelasting ruim 40
meer opgebracht dan in 1929 en we mogen dus,
aldus spr., verwachten, dat dit jaar het getal
100.000 al verre zal worden overschreden.
Spr. meende, dat de than3 reeds snelle groei
van het motorverkeer bij ons nog een aantal
jaren in een versneld tempo voort zal gaan.
De geschiedenis van onze wegen nagaande
van de laatste 20 jaren wees spreker er op, dat
het op verkeersgebied voor den oorlog een
groote chaos was. In theorie waren de hoofd
wegen in beheer bij het Rijk, maar daar man
keerde nog al wat aan.
Spr. bepaalde zich bij zijn uitvoerige bespre
king tot de Rijkswegen en constateerde, dat het
zeer noodig is, dat de aangekondigde herziening
van het Rijkswegenplan zoo spoedig mogelijk
tot stand komt.
Spreker zette uiteen waarom dit herziene
plan nu met een verre toekomst rekening moet
honden.
Als een belangrijk onderdeel van het Rijks
wegenplan behandelde spreker vervolgens de
bruggen over de groote rivieren.
Als begin- en eindpunt voor een weg zijn op
het Rijkswegenplan enkel hoofdplaatsen en
overigens de grenzen der provinciën aangege-
ven-
Die principieele fout is een gevolg van de
territoriale indeeling van den Rijkswaterstaats-
dioust en in het herziene Rijkswegenplan zal
dat wel zoo gewijzigd worden, dat als begin-
er. eindpunt dan de meest belangrijke plaat
sen worden aangegeven. Op het bestaande Rijks
wegenplan worden de wegen door het hart van
die groote centra gevoerd. Die traversen vor
men wel een van de bedenkelijkste hindernis
sen voor het snelverkeer.
Spreker behandelde o.m. vervolgens een lei
draad over de inrichting van de rijwielpaden,
die door het bureau „Wegentechniek" was sa
mengesteld. Als beginsel is. daarin aangenomen
zoowel in als buiten de bebouwde kommen dub
bele rijwielpaden aan te leggen.
Als een belangrijk onderdeel van het dwars
profiel wees spreker op de beplanting.
Bij wegen, waar de eiscb van zeer snel ver
keer domineert, bij speciale autowegen b.v., in
hoofdzaak utiliteitswegen, is in het algemeen
beplanting niet gewenBcht. Bij de andere wegen
hangt de toepassing af van de ligging van de
wegen in het landschap en gaat het verder
voor een gToot deel over de vraag hoe de be
planting moet worden aangebracht.
Van buitengewoon groot belang voor een
veilig verkeer is ook de inrichting van weg-
kruisingen. De meest afdoende oplossing is, dat
kruisingen a niveau worden vermeden. Na
tuurlijk is dat niet altijd mogelijk en dan moet
er voor worden gezorgd, dat de kruising zoo
wordt ingericht, dat de grootst mogelijke vei
ligheid voor het verkeer wordt verkregen.
Aan de band van eenige lantaarnplaatjes
toonde spreker hoe dit in verschillende geval
len mogelijk is.
Vervolgens besprak spr. de bebouwing langs
wegen en de toe te passen constructie voor de
nieuwe wegen.
Na de financiering te hebben besproken
hield spr. tenslotte nog eenige interessante be
schouwingen over de geschiedenis, de samen
stelling en de werkwijze van de Rijkscommis
sie van Overleg voor de Wegenverbetering, in
de wandeling genoemd de Commissie Bergsma.
Na deze voordracht, welke blijkbaar met
groote belangstelling was gevolgd, stelde spr.
zich beschikbaar voor het geven van nadere in
lichtingen, waarvan door enkelen werd ge
bruik gemaakt.
DE AANVANGSDATUM
Samenstelling der commissie
De Minister van Justitie heeft bepaald, dat
het examen, bedoeld bij art. 11 der Wet van 9
Juli 1842 op het Notarisambt zal aanvangen
op 16 Juni 1930 en zal worden gehouden te
's Gravenhage;
benoemd tot lid en voorzitter der Staatscom
missie, belast met het afnemen van genoemd
examen, mr. dr. M. Polak te 's Gravenhage;
tot leden: F. W. Swane Utrecht; mr. W.
Francken 's Gravenhage; prof. mr. H. van
Goudoever Groningen; prof. mr. F. G. Schel-
tema Amsterdam; mr. P. J. Oud 's Gravenhage;
mr. Ph. B. Libourel Delft;
tot plaatsverv. leden: mr. J. R. H. v. Schaik
's Gravenhage; G. Vlug Rotterdam; A. C. de
Wilde Arnhem; J. S. Mijs Rotterdam; mr. J. M.
I. A. Simons 's Gravenhage; A. Bonga Amster
dam; mr. M. Rijke 's Gravenhage; mr. L. G.
van Praag 's Gravenhage; mr. J. L. L. Wery
's Gravenhage; J. C. J. Waldorp 's Gravenhage;
prof. mr. E. J. J. van der Heyden Nijmegen;
mr. J. A. F. van Asperen 's Gravenhage; F.
Bartelink 's Gravenhage; G. ten Bruggencate
's Gravenhage; jhr. mr. A. M. C. van Asch van
Wijck 's Gravenhage; mr. A. W. J. van Vrij-
berghe de Coningh Haarlem; tot secretaris
mr. K. H. Lubach 's Gravenhage.
Schriftelijke aanmelding, met opgave van
het gedeelte of de gedeelten van het examen,
waaraan men zich wenscht te onderwerpen,
behoort, onder overlegging der vereischte
stukken, te geschieden bij den voorzitter der
commissie mr. dr. M. Polak, raadsheer in den
Hoogen Raad der Nederlanden (Jan van Nas-
saustraat 68, te 's Gravenhage), ten mThste 14
dagen vóór bovengenoemden datum, dus uiter
lijk 2 Juni a.s. behooren de stukken door ge
noemden voorzitter te zijn ontvangen. Op den
omslag van aangeteekend verzonden stukken
is te vermelden, dat de uitreiking behoort te
geschieden aan het hulppostkantoor, Balistraat
te 's Gravenhage.
Hooger beroep tegen het rechtbankvonnis
Het O. M. bij de rechtbank te Assen heeft
hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis
dier rechtbank waarbij G. A. Meyer, oud-rijks-
ontvanger te Emmen, wegens eenvoudige belee-
diging van oud-Minister Kan is veroordeeld tot
2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. De
eisch van het O M. was 4 maanden gevangenis
straf.
EEN VROUW MET EEN MES
MISHANDELD
In een vlaag van jaloezie
TWEE EN EEN HALF JAAR GEëlSCHT
De 60-jarige scharenslijper, D. H., had in den
nacht van 3 op 4 Maart de vrouw H. F. met
wie hij leefde in een woonwagen in een vlaag
van jalouzie niet minder dan 21 messtekeD
toegebracht.
Het O. M. bij de Arr. Rechtbank te Maastricht
eischte tegen hem een gevangenisstraf van twee
en een half jaar.
VERDACHT VAN ZEDENMISDRIJF
Een meisje overleden
De Rhedensche politie heeft te Dieren een
vrouw aangehouden, die verdacht wordt van
het plegen van abortus provocatus. Een 21-
jarig meisje is aan de gevolgen overleden.
Voor de Rechtbank geroepen
Donderdag hebben zich voor de Haagsche
Rechtbank te verantwoorden gehad de Arme
niër A. Kh. Gh.. koopman, thans gedetineerd
in het Huis van Bewaring te 's-Gravenhage, be
schuldigd van drie gevallen van zakkenrollerij,
respect, gepleegd op 22 en 27 Januari j.l. in den
Princesse-Sckouwburg en op 23 Januari in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen; en
de Amsterdamsche koopman C. van W., even
eens gedetineerd, beschuldigd van het verdach
te Gh. behulpzaam zijn bij het geval van zak
kenrollerij in het Gebouw.
Als deskundige werd gehoord de heèr M.
Freses, coupeur bij Magazijn „Nederland".
Na verhoor van verschillende getuigen werd
de verdere behandeling der zaak voor onbe-
paalden tijd geschorst.
En verzoek van den raadsman van van W.,
mr. Viotta, om dezen verdachte in verband
hiermede en waar ten zijnen aanzien niets
definitiefs ik komen vast te staan, onmiddellijk
in vrijheid te stellen, werd door de Rechtbank
na raadkamer ingewilligd.
Op welke wijze ze zal
optreden
„KOERS OP DE BEDRIJVEN".
In een beschouwing van „de Tribune" ge
wijd aan het congres van den Communistischen
Jeugdbond dezer dagen te Amsterdam gehouden
lezen we o.m.:
Naast de politieke resolutie, was de resolu
tie over de economische actie de belangrijkste.
Ze stond geheel in het teeken van: koers op
de bedrijven. Hier ligt het voornaamste werk
van den jeugdbond, een werk, dat in nauwe
samenwerking met de partij moet worden uit
gevoerd. De jeugdbond zal er voor hebben te
zorgen, dat naast de cellen van jonge commu
nisten in de bedrijven zooals er reeds eenige
bestaan door het systeem van roode ver
trouwensmannen van de fabrieksjeugd het con
tact met de breed© massa's dezer jonge arbei
ders zal kunnen worden onderhouden.
Daarnaast wordt het organiseeren van het
fractiewerk onder de jonge leden van de vak
bonden van groot belang.
Afgevaardigden van het platteland vroegen
om werkmethoden om onder de jonge land
arbeiders en hoeren te werken. Deze belang
rijke zaak zal te zamen met de agrarische com
missie der partij moeten worden opgelost.
De afgevaardigden waren grootendeels jon
gens en meisjes uit de arbeidersklasse en uit
de bedrijven.
Met nieuwen moed zullen de jonge commu
nisten thans aan het werk gaan om een bepaald
werkplan, dat vastgesteld werd, uit te voeren,
dat zijn bekroning zal vinden in een landelij-
ken jeugddag met Pinksteren.
Het congres toonde, dat er in Nederland
jonge arbeiders en arbeidsters zijn, welke met
geheel hun jeugdige kracht wenschen te strij
den voor het communisme. Ze zitten op de
scheepswerven van Rotterdam en Amsterdam,
in de textielfabrieken van Twente, in het Noor
den, in Gelderland en nog in vele andere plaat
sen.
ONDER EEN VUILNISAUTO GERAAKT
Bij het oversteken der straat
Toen gisteren in de Molenstraat te Naald
wijk, eenige muzikanten optraden, wilde het 3-
jarig dochtertje van den heer A. P. Droog
daarheen loopen. Het kind stak plotseling de
straat over; terwijl juist de vuilnisauto der
gemeente passeerde. Daar de bestuurder hier
van naast het voertuig liep, kon hij het meis
je niet opmerken. Het kind geraakte onder den
auto, en werd overreden.
Zwaar aan het onderlijf verwond werd het
in de ouderlijke woning binnengedragen, waar
dr. van Schie en een verpleegster een verband
aanlegden. In zorgwekkenden toestand is het
meisje vervolgens naar het R. K. Ziekenhuis te
den Haag vervoerd.
VRACHTAUTO IN BRAND
Tengevolge van een botsing met een
luxe auto
Gistermiddag te omstreeks 5 uur heeft een
zwart of donkerblauw gelakte luxe auto, ver
moedelijk gemerkt met de letter G. op den
Amsterdamschenweg te Ede een vrachtauto, die
een partij eieren vervoerde, aangereden, waar
door deze laatste tegen een boom reed en in
brand vloog.
De drie inzittenden van den vrachtauto wer
den licht gewond. De luxe auto, waarvan het
rechter achterspatbord beschadigd is, heeft zijn
weg vervolgd alsof er niets gebeurd was.
Zij die omtrent de identiteit van dezen wa
gen inlichtingen kunnen verstrekken, worden
verzocht zich te wenden tot den inspecteur van
politie te Ede.
TEGEN EEN STILSTAANDEN AUTO
GEREDEN.
Beide wagens beschadigd
Gisterenmiddag is op de Mooksche Baan
onder Malden hij Nijmegen een luxe auto uit
Deventer op een langs den weg staanden
vrachtauto gereden en daarna tegen een boom
gebotst. De inzittenden kwamen met den
schrik vrij. De luxe auto werd zwaar bescha
digd en moest naar Nijmegen worden ge
sleept. De vrachtauto bekwam lichte averij.
EEN GRANAAT OP EEN VUILNISBAK.
Te Haarlem vond een voddenkoopman op een
vuilnisbak een ontplofbare granaat. Hij bracht
bet gevaarlijke voorwerp naar het politiebu
reau, waar de politie zorgde, dat het in handen
van den commandant van de militaire politie-
troepen kwam.
SCHUTTEVAER
KWESTIE OVER DE VAC ANTIE
REGELING
De organisatie had geen advies gegeven
tot staking
Het meerendeel van bakkersgezellen, in
dienst van de Coöperatie „De Volharding" te
's Hage is gister niet op 't appel verschenen.
Er is kwestie over de vacantieregeling. Het
bestuur acht het noodzakelijk, dat de 12 va-
cantiedagen achtereenvolgens worden geno
men, zoowel in het belang van den dienst als
in dat vaq het personeel, dat een bepaalde
rustperiode behoeft. De Alg. Ned. Bond van
Arbeiders(sters) in het bakkersbedrijf wenscht
echter een dusdanige vacantie voor zijn leden
niet, maar het personeel zelf te laten bepalen
wanneer het met vacantie gaat en voor hoe
lang. Van de zijde der Volharding deelt men
ons mede, dat de organisatie echter geen ad
vies had gegeven voor deze staking. Aangezien
slechts enkele arbeiders in de bakkerij niet-
rnodern georganiseerd zijn, kan het werk niet
doorgaan.
Het bestuur van de Coöperatie heeft gisteren
een circulaire doen uitgaan naar de leden.
Daarin wordt o.a. gezegd;
Het spijt ons u te mogen berichten, dat wij
U heden geen brood kunnen leveren, omdat
ons bakkerspersoneel hedenmorgen eenvoudig
is weggebleven. Geen mededeeling of waar
schuwing van de vakorganisatie met wie wij
een collectieve arbeidsovereenkomst hebben,
is daaraan voorafgegaan.
Van de zijde van den Alg. Ned. Bond van Ar
beiderspers) in het Bakkers-, Chocolade- en
suikerbewerkingebedrijf wordt ons in verband
met deze staking o.m. het volgende medege
deeld:
De vakorganisatie als zoodanig stond buiten
cit conflict. Het bakkerspersoneel van De Vol
harding heeft echter Donderdag het bestuur
van De Volharding medegedeeld, dat, indien
ten opzichte van de vacantie geen andere rege
ling dan de thans bestaande zou worden ge
troffen, dat personeel gisteren, Vrijdag, in sta
king zou gaan.
Het Volhardingsbestuur had n.l. in de bak
kerij een biljet doen hangen, waarin werd me
degedeeld, dat, Vrijdag zou moeten worden ge
loot voor de groepsverdeeling ten aanzien, van
de vacanties.
Bij herhaling is getracht een overgangstoe
stand te verkrijgen naar een toestand als bij
de gemeente 's-Gravenhage voor gelijksoortig
personeel bestaat.
Beraadslagingen over een
compromis-voorstel
In verband met de bakkersstaking bij „De
"Volharding" vernemen wij nog, dat in een con
ferentie tusschen het bestuur van „De Vol
harding" en de arbeidersleiding men het eens
is geworden over een aan de stakers te doen
compromis-voorstel, behelzende, dat de kwes
tie ter bemiddeling zal worden voorgelegd
aan den Coöperatieraad te Amsterdam.
Tot opheffing der staking besloten
In het gebouw van „De Volharding" had gis
terenavond een bijeenkomst plaats van het be
stuur der coöperatie met de vertegenwoordigers
der vakbonden van bakkerspersoneel. Deze ver
tegenwoordigers hebben aan het bestuur mede
deeling gedaan van het in de vergadering van
stakende bakkers genomen besluit om de sta
king op te heffen en het geschil voor te leg
gen aan den Coöperatie-Raad.
UIT HET STUCADOORSBEDRIJF
Het collectief arbeidscontract
EEN AANTAL NIEUWE BEPALINGEN
Voor het s tucad oorsbedrijf is tusschen de
twee patroonsbonden en vier werknemersbon
den een landelijke collectieve arbeidsovereen
komst afgesloten tot 31 Maart 1932. Het oude
contract wordt grootendeels overgenomen, ter
wijl de volgende nieuwe bepalingen zijn op
genomen: een vacantieregeling voor drie da
gen, ingaande 1931, een doorbetaling der Chris
telijke feestdagen, te beginnen Kerstmis 1931,
een premie vrije ziekteverzekering, volgens de
Ziektewet 1930 op een berekeningsbasis van 45
uur en 48 uur contractloon, een bepaling dat
leden der werknemersbonden uitsluitend zul
len werken bij vakpatroons en niet in direc-
ten dienst van andere werkgevers, terwijl ge-
contracteerden zich verplichten elkander daar
in zooveel mogelijk te steunen.
Algemeenc vergadering
HET VRAAGSTUK DEK DRINKWATER
VOORZIENING
Donderdag is te Bodegraven de 61 ste alge
meen© vergadering van Schuttevaer ooi tge-
zet onder voorzitterschap van mr. Smeengin.
Spreker deelde mede, dat binnen een maand
te verwachten is het rapport der in 1928 inge
stelde Staatscommissie, die onderzocht heelt op
welke wijze de ontwikkeling van het schip
perskind het best kan gediend worden.
Voortgegaan werd met de behandeling der
ingediende voorstellen.
Van de bestuursvoorstellen kwam het eerste
het volgend voorstel van het hoofdbestuur aan
de orde.
X. Pogingen in het werk te stellen om te
verkrijgen'verbetering van het Ouden Rijn tus
schen Gouwsluis en Utrecht in den geest van
de ontworpen plannen 1891,
a. door verbetering in de doorvaart in de
kommen der dorpen Zwammerdam en Bodegra
ven;
b. door algeheele verruiming van het traject
WoerdenMerwedekanaal (ondersteund door de
afdeelingen Rijnstreek en Utrecht).
Besloten werd Prov. Staten van Utrecht
en Zuid-Holland het plan voor te leggen.
Het bestuur stelde nog voor een buitenge
wone algemeene vergadering te beleggen ter
behandeling van de Binnenscheepvaartwet 1929.
Mr. W. A. C. van Dam, die als in leider
van de besprekingen op deze vergadering werd
voorgedragen hield een beschouwing over de
strekking dezer wet.
Mr. A. J. van Niekerken adviseerde een com
missie in het leven te roepen, die een praead-
vies zoo moeten uit brengen.
Het bestuur kreeg machtiging over te gaan
tot het instellen van een commissie van onder
zoek. Mr. van Dam zal met het voorzitterschap
worden bekleed. Verschillende andere voor
stellen werden hierop behandeld.
De namiddagzitting openend verwelkomde
mr. Smeenge den voorzitter van den Gezond
heidsraad dr. Josephus Jitta en dr. Goebergh,
hoofdinspecteur van het Geneeskundig Staats
toezicht.
Ook richtte hij vriendelijke woorden aan de
afgevaardigden van de Goudselie Kamer van
Koophandel en den heer Fortuyn, burgemees
ter van Nieuwpoort.
De voorzitter* deelde mede, dat de Gezond
heidsraad begrepen heeft, dat het vraagstuk
der drinkwatervoorziening voor schippers van
zeer groot belang is en besloten heeft een
commissie te benoemen, die, na onderzoek,
voorstellen zal hebben te doen, hoe het best een
bevredigende oplossing is te verkrijgen.
De heer Josephus Jitta herinnerde er aan
dat de schipper van vroeger meende, dat ri
vierwater zeker zoo goed was als gezuiverd
drinkwater. Gelukkig heeft die meening zic'n
gewijzigd. Spr. koesterde de hoop, dat het den
Gezondheidsraad gelukken zal alles te berei
ken wat voor een uitstekende drinkwatervoor
ziening maar wenschelijk is. Hetgeen spr. ge
hoord heeft, zal den raad een aansporing zijn
met ernst het begonnen werk tot een einde
te brengen.
In het bestuur werden herkozen de aftre
dende beeren R. Bets (Zaandijk) en M. de
Korte te Oude Tonge.
De voorzitter nam dan de gelegenheid waar
den secretaris van Schuttevaer, den heer Key-
zer, te huldigen als den man, die feitelijk al
het werk voor de vereeniging doet en derhalve
veel waardeering verdient. Namens de vereeni
ging bood hij hem aan een fraai wandbord,
vervaardigd door de „Porceleyne Fles", te
Delft, een leunstoel en eenige foto's van diens
geboorteplaats.
De heer Draayer wenschte namens den Mi
nister van Waterstaat de vereeniging met de
zen secretaris geluk. Een drietal jonge dames
vertolkte de gevoelens van de afdeelingen Rijn
streek en overhandigden den heer Keyzer, diens
echtgenoot© en zoon bloemen.
De heer Keyzer dankte "bewogen voor de
hem gebrachte hulde.
Te 7 uur vereenigden de afgevaardigden zich
aan een gemeenschappelijken maaltijd.
DE UITVOER VAN LANDBOUW-
PRODUCTEN NAAR
DUITSCHLAND
Verhoogde invoerrechten
De directie van den Landbouw deelt mede,
t at blijkens bericht van den Rijkslaudbouw-
ccnsulent te Berlijn met ingang van' 25 April
het invoerrecht op tarwe wordt gebracht van
12 mark op 15 mark per 100 K.G. In verband
hiermede wordt het invoerrecht op meel ge
bracht op 2 maal het invoerrecht op tarwe plus
1.50 M. derhalve op 31.50 M. Ctot dusver
18.75 M.) Dit verhoogde recht gaat echter reeds
cp 24 April in.
Het invoerrecht op voedergerst onder
douane-controle blijft voorshands bepaald op
10 mark; dat op andere gerst wordt echter met
ingang van 25 April verhoogd tot 15 M. per
100 K.G. voor zoover thans bekend, blijft voor-
loopig het invoerrecht op rogge 9 M. en dat
op havef 12 M. per 100 K.G.
Het invoerrecht op gort, gies en grutten uit
graan, waarvoor het autonome tarief verhoogd
is tot 2 maal het invoerrecht op tarwe plus
1,50 mark blijft voorshands 18.75 M-, zulks in
verband met het verdrag met Frankrijk, waar
in dit invoorrecht op dat bedrag is vastgelegd.
Ditzelfde geldt, om dezelfde reden, ook voor
„andere maalderijproducten uit graan"; der
halve blijft ook hiervoor het invoerrecht voor-
loopig op 18.75 M. Voorts blijft voorloopig het
invoerrecht op „rijpe, gepelde of gespleten
erwten" (uit tariefpost 165) op 4 M. per
100 K.G. gehandhaafd, zulks in verband met
een desbetreffende bepaling in het Duitsch-
Belgische handelsverdrag.
Het invoerrecht op erwten (tariefpost II)
blijft voorloopig 4 mark.
De invoer van vetten voor de zeepfabricage
of invoerrvergunning en douane-controle blijft,
als tot dusver, vrij.
het conflict BIJ „DE WOLGA"
TE TILBURG
Door bemiddeling geëindigd
De staking der stucadoors bij „De Wolga" te
Tilburg is geëindigd door bemiddeling van den
directeur der Arbeidsbeurs. Het werk is hervat.
STAKING OP EEN DAKPANNENFABRIEK
Op de dakpanuenfahriek en de beton fabriek
van de N. V. firma Oosthoek en Zn. te Alphen
aan den Rijn is een staking uitgebroken. Po
gingen aangewend door den Rijksbemiddelaar
om het geschil in der minne te sdhtkken, zijn
mislukt. De staking omvat pl.m. 300 man.
Voorbereiding en uitvoering van
de werkzaamheden
DE INRICHTING VAN DEN DIENST.
Door den heer Westerdijk was aan den mi
nister van Waterstaat de volgende vraag ge
steld:
Kan de minister mededeelen of het juist is,
dat Zijn Excellentie met de heeren ingenieurs
Smeding, Mesu en Roebroek tot overeenstem
icing is gekomen betreffende de oprichting
van een dienst voor de voorbereiding en uit
voering van de werkzaamheden tot het in cul
tuur brengen van de in den Wieringermeer-
polder droogevallen gronden, en zoo ja, op
welke wijze de inrichting van dezen dienst in
hoofdlijnen is gedacht?
Hierop heeft minister Reymer, het volgen
de geantwoord:
Het eerst© deel van de vraag kan bevesti
gend worden beantwoord.
Hoe de ondergeteekende zich in hoofdlijnen
de inrichting van dezen dienst heeft gedacht,
zal kunnen blijken uit de Memorie van Toe
lichting van een weldra in te dienen wetsont
werp tot verhooging van de begrooting van
het Zuiderzeefonds voor 1930.
Bericht van den Curator.
Tengevolge van de nalatigheid van velen,
die de toegezonden cheques of te laat of te
vroeg hebben aangeboden of wel van adres ver
anderd waren .zonder daarvan mededeeling te
doen, zijn de drukten verbonden aan de na
weeën van de eerste uitdeellngslijst ook nu nog
niet geheel afgeloopen, aldus deelt de Curator,
M. J. J. v. d. Dries in het faillissement der
Nederl. Spaarverzekering voor Katholieken
mede.
Allen belanghebbenden wordt echter nog be
richt, dat er na deze uitkeering nog een nit-
keering komt, dat het tijdstip onbekend is,
doch zeker niet binnen 2 jaar en dat het be
drag ook onbekend is.
EXAMEN NIJVERHEIDSONDERWIJS
NL ENZ.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft alsnog benoemd in de
oommissie, in 1930 belast met het afnemen van
de examens ter verkrijging van de akten van
bekwaamheid tot het geven van nijverheids,
onderwijs gemerkt NX, N1II (met aanteeke-
ning), NV met aanteekening, NIXa, NIXb, NX,
NXI, NXIII, Nb, Nc, Né, Nf, Nh tot en met
Np, alsmede ter verkrijging van een akte van
bekwaamheid tot het geven van middelbaar
onderwijs in hand- en rechtlijning teekenen
(Ma) tot plaatsvervangend lid dr. J. A. Mol-
huysen, arts te 's Gravenhage.
Naar het Engelsch van Fergus Hume
Vertaling van Jac. J. Schoon
38)
Het bewijs, dat Mildred Farley dood was,
vóór Moleswortb het huis betrad stond onwrik
baar vast; ook was er niet de minste redein,
waarom Genoveva's koelbloedige minnaar, het
meisje naar het leven heeft gestaan, wiens
eenige schuld was, dat zij de dame in den weg
stond, die haar positie in de wereld wenschte
in te nemen.
Kameron schaamde zich die verdenking te
hebben uitgesproken. En toch deze plotse
linge vlucht wat kon zijn anders beteekenen
dan vrees?.Vrees, waarvoor? Dat was nu
het raadsel, tot welks oplossing hij zich ge
roepen gevoelde.
Julius Molesworth bezit den sleutel van
het geheim! riep Kameron. Anders zou hij
nu niet de stad verlaten daar toch het hoogste
belang in zijn beroep, hem hier vasthoudt. Ik
wil mij dien sleutel verschaffen. Deel mij de
nadere omstandigheden mede, welke zijn vlucht
vergezelden, misschien vind ik daarin een
steunpunt, dat alleen een vakgenoot ontdekken
kan.
De toedracht was zeer eenvoudig. Molesworth
reed op een avond, zooals gewoonlijk, per rijtuig
naar een huis in de voorstad, waar hij een zieke
moest bezoeken, hij ging naar binnen, maar
Jnvam eir niet meer uit Het huis heeft een
achterdeur, waardoor hij bet onmiddellijk weer
verlaten moest hebben, want. de zieke vrouw,
«44© hem wachtte, zeide, dat hij in het geheel
niet hij haar geweest was. Zijn koetsier heeft
hij niet medegenomen an het rijtuig bleef voor
da deur staan, totdat een politieagent het naar
den stal bracht. Hij schijnt de vlucht van te
voren beraamd te hebben, want hij heeft al
zijn geld van de bank teruggehaald en een
klein reistaschje mod eg en oman.
Wilt u mij toestaan, dat ik een poging doe,
om hem op te sporen? Ik ben weliswaar geen
geheime politieagent, maar deze verschrikke
lijke tijd heeft mijn opmerkingsgave verscherpt,
ik zou de proef gaairne wagen.
Ik zou geen reden weten het u 'te beletten.
Wij hebben den man noodig en willen geen
middel onbeproefd laten, om hem te vatten.
Maar hij heeft een voorsprong van eenige dagen
en kan reeds vele honderden mijlen hier van
daan zijn. Is u in staat uw vrouw alleen te
laten?
Ik kan niet anders. Met de onopgeloste
vragen en twijfelingen in het hart aan haar
sponde te waken, gaat mijn krachten te boven.
Ik moet wat voor haar doen, moet voor haar
werken, wanneer ik hij mijn verstand wil
blijven, totdat zij uit haar toestand van zwakte
ontwaakt. Ook zal mijn afwezigheid niet lang
duren. Ik heb een voorgevoel dat ik hem spoe
dig zal vinden.
Ga dan, maar De inspecteur sprak niet
verder. Bij zijn deelneming voor den zwaar be
proefden man, maakte hij zich bezorgd voor de
ontdekkingen, welke dezen uog te wachten
stonden.
XXVII.
BRIGITTA HALTORAN
Kameron begaf zich regelrecht naar juffrouw
Olney. Alhoewel hij niet durfde hopen, daar
iets te vernemen, wat hem als leiddraad bij
zijn onderzoek zou kunnen dienen, meende hij
toch dat de vrouw, bij wie Julius Moleswortb
reeds zoo lang inwoonde, een beter inzicht in
zij karakter moest hebben, dan hem bij zijn
vooringenomenheid mogelijk was. De goede
vrouw ontving hem als eem oude bekende en
waa tegenover hem niet achterhoudend met
mede te deelem wat zij wist.
Zij rekende op een lange afwezigheid van
haar huurder en werd in dat opzicht hoofd
zakelijk versterkt door de omstandigheid, dat
hij de photographie zijner moeder uit de lijst
gesneden en medegenomen had. Al zijn reke
ningen waren vereffend en in de latafel lag
het kleine bedrag voor de werkvrouw en den
loopjongen. Van kleedingstukken had hij alleen
het noodzakelijkste bij zich, al het andere was
achtergebleven. Sedert hij zijn bruid op zulk
eem verschrikkelijke wijze verloren had, was bij
steeds zoo droefgeestig gestemd geweest dat zijn
hospita het ergste vreesde, maar het ontbreken
van het portret stelde haar weer gerust.
Kameron lachte bitter. Natuurlijk geloofde
de goede vtouw, evenals iedereen, dat de over
ledene niemand anders kom geweest zijn, dan de
verloofde van Molesworth.
Juffrouw Olney prees haar huurder uitbundig
dien zij blijkbaar hoogachtte en bewonderde.
Zulk een eerbiedwaardige, flinke man,
riep zij, alleen maar een beetje ruw en
barsch. Dat heeft die arme Mildred den dood
steek toegebracht, zij was zoo bij de hand en
goed, maar zij verlangde naar meer liefde en
sympathie dan hij haar kon aanbieden. Dat zijn
onverschilligheid haar hef verstand ontnemen
en tot zelfmoord drijven zou, daaraan heb ik
natuurlijk in de verste verte niet gedacht.
Had ik ooit kunnen vermoeden
Kameron was op het oogenblik niet gestemd
haar klaagliederen over het lot van Mildred
aan te hooren, en bracht het gesprek fluks
weer op den man terug, die thans al zijn be
langstelling in beslag nam. Zij ging er bereid
willig op in en sprak lang en breed over de
gewoonten en kennissen van Molesworth, zon
der dait Kameron voor zijn doel er het minste
uit kon putten. Opeens zeide zij, tot zijn niet
geringe verbazing: En voor u, dokter, had hij
zulke groote genegenheid.
Het was hem, alsof er een bom voor zijn voe
ten sprong. Voor mij? vroeg hij verwonderd.
Ja zeker, u is toch zijn beste vriend, niet
waar?
Kameron kleurde tot achter zijn ooren, juf
frouw Olney keek hem verbouwereerd aan.
Ik ik was in de meening.... stotterde
zij, dat hij niemand meer toegedaan was, dan
uU heet immers Kameron?
De dokter knikte met het hoofd, doch wan
trouwende gedachten en knagende twijfel kwa
men op hem aanzetten.
Dan heb ik toch wel gelijk, dat hij veel
met u op heeft. Anders zou ik wei voorzich
tiger tegenover u geweest zijn, want ik heb
mijnheer Gryce beloofd dat is een zeer ver
standige man en geheime politieagent dat
ik met niemand over de raadselachtige ver
dwijning van den dokter zou spreken. Ik heb
het dan ook heel stil gehouden en tot nu toe
heeft er in geen enkele courant iets van gestaan.
Doch op u -heeft dat geen betrekking, ik weet
Immers dat u recht er op heeft te vernemen
Wees zoo goed en druk u wat duidelijker
uit, viel Kameron haar in de rede: Er is
mij niets van beken <j, dat dokter Molesworth
een bijzondere hoogachting voor mij koestert!
Wanneer dit echter 't geval is
Zeker, ik zal u zeggen, hoe ik het weet.
tk schaam mij er wed een beetje over, maar
vrouwen zijn nu eenmaal nieuwsgierig, al is
het ook mijn gewoonte niet brieven van anderen
te lezen.
Haar bezoeker verbleekte plotseling.
Hij hief de hand op. als wilde hij aan het
gesprek een einde maken, doch bedacht zich
en luisterde in spanning toe.
Onlangs, ging zij voort, wend er een
man voor ons huis overreden en dokter Moles
worth schielijk te hulp geroepen. Hij gunde
zuch niet eens den tijd de schrijfportefeuille
dielht te doen en zijn kamerdeur af te sluiten,
ik had juist iets in dat vertrek te doen en
zag een pas begonnen brief op de tafel liggen;
het kwam volstrekt niet bij mij op, hem te
lezen, ik stelde er ook in 't geheel geen belang
in, doch mijn blik vied heel toevallig op een
woord, dat mijn nieuwsgierigheid opwekte
bet was bet woord „liefde" en zoo las ik vluch
tig een paar regels.
Spreek niet verder, riep Kameron op
springend; ik dank u, maar ik kan deze ver
trouwelijke mededeeling niet aan hooren.
Ik zie er beelemaal geen kwaad in. De brief
was immers aan u gericht.
Aan mij?
Wel ja; de naam Kameron was duideiu
te leven. Eerst daciht ik, dat de brief aan een
dame gericht zou zijn, omdat het slot ervan
zoo verliefd klonk, het luidde: Voor liefde
is geen offer te groot en dat. gevoel voor u
heeft mij bezield van het oogenblik af, toen
op die p'aats, brak de brief at,
misschien is hij in 't geheel niet verzonden,
maar u kunt zich het slot ei- van wel bij
denken. Ik was er werklijk blij om, dat bij niet
aan een dame gericht was.
Onaangename gedachten hielden Kameron
bezig, nadat hij juffrouw Olney had verlaten.
Hij was nochthans niet ver gegaan, toen hij
zijn kalmte herkreeg, en daarmede tevens zijn
onuitsprekelijke liefde voor Genoveva. Hij zag
in den geest haar rein liefelijk gelaat, zooals
het daar op het kussen lag, zoo aandoenlijk In
haar zwakte en hulpeloosheid eu de sombere
argwaan verdween uit zijn hart.
Hoe groot ook haar. vroeger onrecht en haar
verblinding was geweert -v thans beminde zij
haar echtgenoot en haar ziel kende geen valsch-
keid of arglistigheid-
Hij bouwde vast op haar trouw en waar
heidsliefde en verbande allen twijfel. Op het
oogenblik van het terugkeerend vertrouwen
koesterde Kameron slechts teedere lielde voor
de vrouw die van aile kanten zoo meedcogcn-
loos vervolgd werd.
Doch de wrok tegen Moleswortb was niet
verdwenen en Immer sterker werd het besluit
hem in zijn verborgen schuilhoek op te sporen.
Wanneer geen overreding hielp, zou hij hom
met geweld het geheim ontrukken, waarnaar de
politie zocht.
Hij zou hem ook tot de bekentenis dwingen,
dat Genoveva aan de hernieuwde poging, om
een heimelijke verkeering tusschen hem aan
te knoopen, geen deel had. Deze laatste ontdek,
king, in verband met de kennis van Moles-
worth's vroegere liefdesbetrekking was een
vreeselijk wapen in Kameroris hand geworden,
waarvoor de tegenpartij zon sidderen.
Nu was hij voornemens, zich tot de Juiste
bron te wenden, waar hij inlichtingen over het
verblijf van den voortvluchtige hoopte te ver
nemen. Hij wilde de arme vrouw in het hospi
taal opzoeken aan wier genezing Moleswdrth
zooveel gelegen was.
Molesworth moest haar, ondanks alle gewaar,
tot op zekere hoogte, in 't vertrouwen genomen
hebben. Nog was haar genezing niet zóó ver
gevorderd, dat zij den raad en hulp van Moles
worth geheel zou hebben kunnen missen en
hij mocht ook niet eflke betrekking met haar
afbreken, wilde hij niet tegelijkertijd deae
patiënt opgeven, op wier volkomen herstel hij
al deze hoop gevestigd had.
Weldra zat Kameron in het hospitaal
het bed der arme zieke, die hem met dankbare
blijdschap begroette.