FEUILLETON ii ACHTER DE SCHERMEN De onbewaakte overweg VRIJDAG 2 MEI 1930 PROF. DR. J. C. KLUYVER DE GENERALE STAF DE WERELDTENTOONSTELLING TE ANTWERPEN INTERN. TENTOONSTELLING LUIK 1930 ife 2Ê<WÈ 0 HET STANDPUNT DER PATROONS HET STROOPERSDRAMA AAN DE GRENS BRANDEN DE VERDRONKEN CHAUFFEUR DOOR EEN VRACHTAUTO OVERREDEN Zeventig jaar Heden bereikte pïof. dr. J. C. Kluyver, hoog leeraar in de wiskunde, de differentiaal- en inte graalrekening enz. aan de Leidsche Universiteit den 70-jarigen leeftijd. Hij zal dus aan bet eind van dezen academischen cursus als hoog leeraar moeten aftfeden. Prof. dr. Jan Cornells Kluyver werd 2 Mei 1860 ,t<fc Koog aan de Zaan ge boren. In 1877 werd hij te Delft als stu dent ingeschre ven en slaagde daar in 1879 voor het exa men B. art. 61, 62 en 64. In 1881 slaagde hij voor het exa men van civiel ingenieur waar na hij leeraar in de wiskunde werd aan de H. B. S. te Breda. Na daar tot 1891 werkzaam te zijn geweest, werd hij benoemd tot leeraar aan de H. B. S. met 3-jarigen cursus te Amsterdam. Bij Kon. Besluit van 28 Juni 1892 werd hij benoemd tot hoogleeraar te Leiden als opvol ger van prof. dr. D. Bierens de Haan om on derwijs te geven in de hoogere stelkunde, de differentiaal- en integraalrekening, de theorie der functiën en de waarschijnlijkheidsrekening. Hij aanvaardde het hoogleeraarsambt den 2Sen September 1S92 met een rede getiteld: „Be schouwingen over het nieuwere algebra". Den Gden Juli 1896 werd hij benoemd tot doctor honoris causa aan de universiteit te Gronin gen en den llden Mei 1897 tot lid van de Kon. Academie van Wetenschappen te Amsterdam. In den cursus 1908—1909 was hij secretaris van den academischen senaat der Leidsche Uni versiteit en in den daaropvolgenden cursus rector-magnificus. Als zoodanig hield hij op den verjaardag der universiteit, den Ssten Februari 1910, een rede, getiteld: „De gestadige vervor ming der wiskunde". In den loop der jaren verscheen van zijn hand, o.a. een werk: „Over een minimaal-op pervlak van tweevoudigen samenhang Voorts publiceerde hij verschillende artikelen in het „Nieuw archief voor Wiskunde", waarvan hij tot 1922 mede-redacteur was, in de verslagen van de Koninklijke Academie van Wetenschap pen en in die van de Natuur- en Geneeskun dige Congressen. Ook was hij mede-redacteur van de „Revue semestrielle des publications mathématiques". De Regeering beloonde zijn verdiensten door hem te benoemen tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Zooals reeds gemeld was prof. Kluyver heden uitstedig. Herdenking van het 30-jarig bestaan De majoor van den Generalen Staf J. J. C. Baron van Voorst tot Voorst, hoofd der Tweede afdeeling B. (Generale Staf) van het Departe ment vai> Defensie, welke afdeeling gisteren in haar huidigen vorm vijftig jaar bestond, mocht gisterenmorgen in zijn werkkamer zeer vele blijken van belangstelling in dezen her denkingsdag in ontvangst nemen. In de eerste plaats waren er enkele bloem stukken, onder welke vooral de aandacht trok het fraaie bloemgeschenk van den gep. luit.- generaal W. G. F. Snijders, die van het jaar 1888 af tot het jaar 1894 hoofd was van de afdeeling, die thans een halve eeuw bestaat. Voorts kwam een deputatie van den Gene ralen Staf, met den chef van dien Staf, luit.- generaal Seyfferdt aan het hoofd. Baron van Voorst tot Voorst gelukwenschen en werd een aquarel aangeboden, voorstellende een grena dier uit den tijd van de Bataafsche Republiek. Het personeel van de afdeeling zelf, schonk, In fraaie omlijsting, de jongste, fotografische opname in gro-ep van de geheele Koninklijke Familie. Verder kwamen nog hun opwachting maken tot het aanbieden van gelukwenschen, de directeur van de Hoogere Krijgsschool, kolonel van Ermel Scherer, c'-efs van verschil lende afdeelingen van het Departement en nog andere militaire en burgerlijke belang stellenden. De aanbieding der geschenken ging gepaard met korte, hartelijke toespraken, welke door majoor Baron van Voorst tot Voorst met woor den van dank werden beantwoord. De Minister van Defensie heeft mede een blijk van belangstelling gegeven door des avonds aan te zitten aan den reünisten-maal tijd in de Nieuwe Litteraire Sociëteit. LUITENANT-KOLONEL J. NIESTEN- f Te Nijmegen is op 70-jarigen leeftijd over leden de heer J. P. L. Niesten gepens. luite nant-kolonel der Infanterie. Nieuwe leden der Centrale Commissie Bij Kon. Besluit zijn benoemd tot leden van de bij Kon. Besluit van 23 Augustus 1929 in gestelde Centrale Commissie voor deelneming van Nederland aan de dn 1930 te Antwerpen te houden Wereldtentoonstelling voor Kolo niën, Zeevaart en Vlaamsche Kunst, de heeren: P. C. Adrian, directeur van de Nederlandsche Stoomvaartmaatschappij „Oceaan", te Amster dam; J. J. C. Ament, ondervoorzitter van den Algemeenen Nederlandsohen Zuivelbond (F. N. Z.), te Roermond; D. Ankersmit, bloemist, te Melle (België)prof. mr. P. A. Diepenhorst, voorzittter van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland, te Amsterdam; J. L. Nijsingh, voorzitter van het Koninklijk Nederlandsen. Landbouw-Comitë, te dé Wijk; Jac. Smits, voorzitter van den Nederlandschen Tuinbouwraad, te Naarden; mr. M. P. L. Steen- berghe, directeur van de N. V. H- van Puyen- broek's Textielmaatsohappij, te Goirle, en J. Th. Verheggen, voorzitter van den R. K. Ne derlandschen Boeren- en Tuindersbond, te Bug- genum. DE VERBINDING LUIK—ZUID-LIMBURG Het Comité Nederlandsche Deelneming aan voornoemde Tentoonstelling zoowel als d© Ka mer van Koophandel te Maastricht hébben zic,h reeds gedurende geruimen tijd alle moei ten gegeven om een geregelde spoorverbinding gedurende den a.s. zomer op het traject Luik (Bressoux: tentoon stel lings station) en Zuid- Limburg v.v. te verkrijgen. Uit onlangs ontvangen mededeelingen is gebleken dat deze pogingen grootendeels vruchteloos zijn gebleven daar in den concept zomerdienst slechts twee treinen in beide rich tingen zijn ingelascht. Dit resultaat is voornoemde Kamer aanlei ding geweest zich nogmaals met een uitge breid schrijven te wenden tot de Directie der Nederlandsche Spoorwegen, waarin zij heeft aangetoond, dat er voor een geregelde snelver- binding om de twee uren tot laat in den avond in beide richtingen gedurende den a.s. zomer voldoende motieven aanwezig zijn. NEDERLANDSCH CHRISTELIJK PERSBUREAU Openingsplechtigheid te Utrecht Donderdagmiddag had in een zaal van het Jaarbeursrestaurant te Utfecht de officieel© opening plaats van het Nederlandsch Christe lijk Persbureau, een stichting, in navolging van buitenlandsche voorbeelden, door de Ned. Chr. Perscommissie in het leven geroepen, hoofdzakelijk om de goede, 'objectieve bericht geving betreffende kerkelijke en godsdienstige bewegingen en stroomingen welke zich in het buitenland voordoen, te bevorderen. Deze plechtigheid werd door verschillende vertegenwoordigers van protestantsch-christe- iijke instellingen bijgewoond. In zijn welkomstwoord deed de voorzitter der Ned. Perscommissie, prof. dr. A. Veldhui zen, uitkomen, dat dit persbureau niet ge sticht is om de bestaande te verdringen, doch al3 een poging om een leemte aan te vullen. De openingsrede werd door prof. dr. A. Hin- derer, don voorzitter der Intern. Christelijke Perscommissie uitgesproken. Ook werd het woord gevoerd door den lei der van het bureau, dr. H. W. van der Vaart Smit te Zwijndrecht (West), en den tweeden voorzitter der commissie, prof. dr. F. W. Grosheide. KON. NED. HOOGOVENS EN STAAL. FABRIEKEN. Sterk gestegen ertsaanvoer. In de afgeloopen maand bedroeg de ertsaan voer voor de Hoogovens te IJmuiden een hoe veelheid van 42.613 tons tegen 13.775 tons in April van het vorig jaar. Het Nederl. stoomschip CMo heeft gisteren een groote partü piekijzer in de zeehaven van het hoogovenbedrijf te IJmuiden ingenomen en zal daarmede via Amsterdam, alwaar bügelaJen moet worden, naar een Middell. Zeehaven ver trekken. ONDERLINGE BRANDWEER- VERZEKERING L. T. B. Het verzekerd kapitaal vooruitgegaan Het jaarverslag der „Onderlinge Brandweer verzekering" L. T. B. vermeldt dat het verze kerd kapitaal vooruit was gegaan met bijr.a 2% millloen. Aan brandschade werd het af geloopen boekjaar betaald 64.379. Herkozen werd tot lid van het college van commissarissen de heer W. H. de Wildit, tc Uitgeest. I BETALEN OF ZOENEN: op den laatsten Dinsdag in ApTil mogen de jongelui in 'n Engelsch plaatsje elk meisje zoenen, dat geen penny betaalt; alles gaat natuurlijk volgens traditioneele ceremonies UIT DE METAALINDUSTRIE -.-A Te Blerick en Tegelen BIJZONDERHEDEN OVER DE BESPREKINGEN Omtrent de besprekingen met den rijks bemiddelaar meldt de„Volkskr." nog: Blijkens onze informaties confereerde de heer Aalberse allereerst van twee uur tot bij drieën met de werkgevers voor wie aanwezig waren mr. Wreesman uit Venlo, de directeur van „de Globe" te Tegelen, de heer Doesburg te Tegelen en nog een werkgever. Na de conferentie met de werkgevers ontving de heer Aalberse de vertegenwoordigers dei- arbeiders n.l. de heeren Schaper, Beekman3 en Van Tongeren van den R. K. Metaalbewer- kersbond en den heer Van den Born van den Algemeenen Bond. De heer Aalberse deelde als resultaat der be sprekingen met dé werkgevers mee „dat zij niet genegen waren het contract te aanvaar den." De heer Aalberse vroeg of de arbeiders leiders iets wilden doen, maar na deze afwij zing kon dat niet Er werd evenwel door gepraat met den rijksbemiddelaar met het ge volg, dat een bepaalde gedachte werd gefor muleerd: stel, dat de werkgevers wel het con tract aanvaarden, zijn dan de arbeidersleiders bereid te overwegen of zij bij hun arbeidersledeu zullen verdedigen af te zien van „het oude zeer" n.l. 1% dag betaling der christelijke feestdagen over 1929 en de oude vacantie- aangelegenheid Partijen zijn Dinsdag niet bijeen geweest, zij zijn ieder afzonderlijk met den rijksbemid delaar in contact geweest, beide partijen zijn naar huis gegaan om nader over de hier ge formuleerde gedachte te praten. BELOONING AAN EEN ENGELSCH KAPITEIN. De Nederlandsche regeering heeft aan den heer Fom. Graham Wilkinson, kapitein van het Britsche stoomschip Atreus een gouden horloge toegekend als blijk van waardeering voor de redding op 27 December 1929 bij Djeddab van de opvarenden van het Ned. stoomschip „Madioen". Dr. Z. NIEUWENHUYS. f Na een korte ernstige ongesteldheid overleed dr. Z. Nieuwenhuijs, gemeente-arts te Monster. UIT HET BOEKDRUKKERSBEDRIJF Om de collectieve arbeidsovereenkomst Gisteren vergaderde de Nederlandsche bond van Boekbinderspatroons en hechtte zijn goed keuring aan de voorstellen inzake de Collectie ve Arbeidsovereenkomst, zooals die door de onderhandelingscommissie op 15 April waren vastgesteld. Door de leden der vier werkne mersorganisaties waren deze voorstellen reeds aanvaard. De Collectieve Arbeidsovereenkomst is thans voor één jaar verlengd. De groepsverschuiving is door de werkgevers aanvaard onder voorbe houd, dat, indien in de drukkersbedrijven deze verschuiving niet wordt aanvaard, deze beslis sing ook voor de boekbinders vervalt. Over de geheele linie wordt thans één cent locmsverhoo- ging gegeven, verband houdende met boven be doelde groepsverschuiving. Indien deze in het najaar door de drukkerijenbonden wordt aan vaard, wordt met Januari weer ééu cent loons- verhooging gegeven. Wordt deze niet of slechts gedeeltelijk aanvaard, dan wordt het loon weer op den ouden voet teruggebracht. HET SLACHTOFFER OVERLEDEN De Belg R. uit Horendonck, die bij het stroopersdrama op de hei te Rucphen dezer fiagen door den rijksambtenaar S. uit Nispen werd gewond, is aan de gevolgen overleden. AUTO EN STOOMTRAM IN BOTSING Automobilist vrijgesproken Het Amstendamsoh Gerechtshof wees gis teren arrest in de zaak tegen den Bussum- schen hotelhouder D. v. B., die terecht had gestaan wegens het veroorzaken van gevaar op spoor of tramweg. Op 7 September was verd. op den Amers- foortschen straatweg hoek Brediusweg met zijn auto in botsing gekomen met de Gooische Stoomtram. De auto werd vernield en de lo comotief ontspoorde. Op 19 December werd de bestuurder van den auto door de Rechtbank veroordeeld tot vijf tig gulden boete. De Procureur-Generaal eischte 'bevestiging van het vonnis van de Rechtbank. Het Hof sprak verd. vrij. WAARSCHUWING. In het Algemeen Politieblad waarschuwt de Officier van Justitie bij de rechtbank te Breda tegen het doen van zaken of het in zakelijke verbinding treden met J. A. de Visscher, ge boren te Utrecht 5 October 1893, vertegen woordiger, laatstelijk wonende te Oisterwijk (N.-Br.) Schoolstraat B no. 251, Boerderijen vernield Gisterenmiddag zijn te Mook door onbekende oorzaak de twee boerderijen van de landbou wers Thax en Thomassen door brand geheel vernield. De inboedels gingen verloren, bene vens da landbouwiuventarls. Het vee kon nog juist gered worden. De brandspuit uit Mook kon geen werk doen, daar er geen water bij de hand was. Verzekering dekt gedeeltelijk de schade. Te Ootmarsum is de kapitale boerderij met schuren, van landbouwer J, G. Luttihuis gelegen even buiten de kom der gemeen te, afgebrand. De Ootmarsumsche motor- spuit, die gedurende 9 uren met 2 stralen werkte, kon tegen de geweldige vuurzee, aan gewakkerd door een hevigen Oostenwind, niets uitrichten en moest zich tot de belendende per- ceelen beperken. Het vee werd gered. De inboe del ging geheel verloren. Verzekering dekt ten deele de schade. Oorzaak onbekend. Te Schinnen is de woning van den landbou wer H. S. geheel door brand vernield. De meu belen werden grootendeels gered. 50 kippen kwamen in de vlammen om. Op de boerderij van Thissen te Beek bij Maastricht zijn Donderdagmiddag een schuur en de bergplaatsen boven de stallen door een feilen brand totaal vernield. KWAADAARDIGE HOND. Te Heer nabij Maastricht, werd zekere Sch. door een grooten hond aangevallen. De aan gevallene heeft nog kans gezien het woedende beest te ontloopen en zich achter een deur in veiligheid te stellen. Eerst nadat toegeschoten hulp het beest had afgemaakt, kon Sch. zijn schuilplaats verlaten. Aan schouders en borst had hij vele beten opgeloopen, zoodat opneming in het ziekenhuis Calvariënberg noodzakelijk was. Melkauto door tram aangereden Gisterenmorgen kwam de stoomtram, die te 9 uur uit Lemmer vertrok, op den onbe- waakten overweg nabij Scharn tusschen Lem mer en Joure in botsing met een beladen melkauto, van de fabriek Hollandia te Schar- sterbrug, bestuurd door den chauffeur W- Koopman van Doniaga. De auto benevens de locomotief bekwamen belangrijke schade. Een groote hoeveelheid melk ging verloren. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Vijf schoten in de borat Zooals wij reeds meldden, is in het Gein hij Abcoude het lijk gevonden van den 53-jarigen chauffeur C. de Bruin uit Nigtevecht. Gebleken is, dat de man per fiets zijn zieke dochter te Abcoude bezocht had. Een gerechtelijk onderzoek werd ingesteld en dit wees uit, dat de man overleden is tengevolge van een vijftal schoten in de borst. Daar de fiets niet werd teruggevonden vermoedde men, dat hier misdaad in het spel was. De fiets is gisteren door de Amsterdamsehe recherche bij de Mau- ritskade teruggevonden. Daar dit laatste het vermoeden van misdaad versterkte stelt de recherche momenteel een uitgebreid onder zoek in. Mededeeling van de politie De Commissaris van Politie in de 7e sectie te Amsterdam, bureau Linnaeusstraat, maakt bekend, dat het rijwiel te Amsterdam is terug gevonden in het water van de Singelgracht bij de Pieter Vlamingstraat, zoodat aan misdrijf gedacht moet worden. Bovendien blijken op het slachtoffer niet te zijn bevonden' zijn portefeuille en zijn portemonnaie. Signalement portefeuille: bruin imitatie schildpadleer met twee groote binnenzakken en aan de binnenzijde voorzien van een diep vak, inhoudende kwitanties en rekeningen, ten name van C. de Bruin, ver moedelijk ook factuur van van Delden of Sim plex betreffende vijlen en crankspieën, benevens recept van Kruidenhuis Bijlema, Nieuwmarkt, en afschrift bewijs van inschrijving aan rijwiel handelaars in briefkaartformaat. Signalement portemonnaie bruin leer met overslag en knipsluiting bevattende vier vakjes inhoudende 5 gulden en eenïge pasmunt. Totaal ongeveer 10 gulden waaronder een gedeukt 2% centstuk, een zilveren tandenstoker, een meisjes portret en vermoedelijk eenigè schroefjes. De dader heeft zich waarschijnlijk na 9.40 uur n.m. op 29 April met het rijwiel van Abcoude naar Amsterdam begeven. Aan hen, die inlich tingen kunnen verschaffen, omtrent den dader of de vermiste voorwerpen of omtrent den auto, die dien avond te omstreeks 9.30 uur langs den Zuidelijken Geindijk heeft gereden, komende van Beerd, richting Abcoude, wordt verzocht zich bekend te maken aan den burgemeester van AbcoudeBaambrugge of den Commissaris van het bureau Linnaeusstraat te Amsterdam. Doodelijk ongeluk door plotseling oversteken Gisterenmiddag is op de Ammunitiehaven ta "s Gravenhage het vijf-jarige jongetje R. B. wonende aldaar, overreden door een vrachtauto van de firma van v. H„ die bestuurd werd d-pqr J. P. K. De aanrijding moet veroorzaakt zijn doordat B. plotseling vlak voor den wagen den rijweg overstak. De Geneesk. Dienst heeft den jongen, die zeer ernstige verwondingen kreeg, naar het ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht, waar hij kort na aankomst overleed. NOODLANDING VAN EEN MILITAIR VLIEGTUIG De inzittenden bleven ongedeerd Gisterenmiddag tegen 12 uur geraaktede radiateur van een boven Tilburg cirkelend vliegtuig defect. De vlieger was genoodzaakt een noodlanding te maken op een stuk bouw land „De Zandkant", onder BerkeiEnschot. Het bleek te zijn een militair vliegtuig van het vliegkamp Molenheide te Rijen, bemand met den piloot reserve-sergeant FiévezNen me- chanicien sergeant Zwart. De noodlanding geschiedde vlot. De inzitten den bekwamen geen letsel. Gisterenavond is het vliegtuig gedemonteerd en naar Soesterberg vervoerd. INBRAAK. Gisteren nacht hebben dieven ingebroken in het kleedingmagazijn van den heer H. Jöris, op den Rijksweg te Geleen. Voor ruim 1000 aan manufacturen werd ontvreemd. De daders zijn onbekend gebleven. Naar het Engelsch van Fergus Hume Vertaling van Jac. J. Schoon 43) O God! sneed het hem door de ziel; wanneer Genoveva mij thans in haren droom aanschouwde! Een zacht teeder gevoel bekroop hem, gelijk zijn hart in langen tijd niet meer ha/cl onder vonden; zijn stap werd onzeker, zijn knieën kikten onder hem en hij zou op den grond gezakt zijn, wanneer niet een sterke arm hem staande had gehouden. Daar doemde in den stikdo-nkeren nacht opeens in de verte een zwak lichtje voor hen op; of het uit een huis kwam, of dat een wan delaar het in de hand droeg dat wisten zij niet, maar het zien ervan deed hen herleven en zij volgden de vriendelijke leidster, welke hun een veilige toekomst beloofde. Schouder aan schouder drongen zij verder, ofschoon de opeen gehoopte sneeuw hun somtijds tot aan de borst kwam. Plotseling verdween nochthans 't red ding belovende licht zij schreeuwden om huip, maar er kwam geen antwoord terug en de te leurstelling was na die korte hoop eens zoo groot Zelfs wanneer de kraéht ons niet verlaat voor wij, door de sueeuwwoestijn heen tot aan ihet dorp gerakenterug kunnen wij niet meer, dacht Kameron bij zichzelf. De verkleumende koude verlamde zijn ledematen, en hij gevoelde dat hij zich met geweld moest staande houden, anders zou alles verloren zijn. Daar vloog hem bet denkbeeld door zijn brein, dat Molesworth nu misschien weer in Ntw-York was; dat vuurde hem aan en deed zijn ijver opnieuw out. Vlammen. Ik wil niet bezwijken was zijn on wrikbaar besluit en nu was het Kameron, die het krachtigst vooruitdrong en zijn tochtgenoot met zich vooruittrok. De oogen deden hem pijn door de scherpe, prikkelende sneeuw; hij had ze sinds eenige minuten gesloten, toen hij zich eensklaps op de plek voelde tegenhouden. Hij keek zoo goed als het ging om zich heen én ontwaarde, dat zij aan den oever van een wild stroomende rivier stonden, waarin hij blindelings zou zijn gestort, indien zijn waakzame makker hem niet had tegengehouden. Huiverend erkende hij de hopeloosheid van hunnen toestand. Dat was dus het einde van den pelgrimstocht. Al het lijden was 'tever geefs geweest, ook de vreeselijke strijd, waarbij zij honderden malen den dood getrotseerd had den om nu eindelijk toch het onderspit te delven. De moed van Kameron was verdwenen; hij gevoelde niet meer kracht genoeg te be zitten, om den vreetrwUliug naast hem een bood schap mede te geven voor zijn vrouw. In d n geest zag hij op dit oogenblik haar reine ge laatstrekken voor zich opdoemen, het was hem te moede, alsof hij het gelast eens engels aan schouwde. Daar keerde zijn kameraad zich opeens om naar de rechterzijde en trok hem mee; werk tuigelijk volgde hij, het was immers toch alles vruchteloosen alle hoep ijdel. Hij verlangde enkel maar naar rust en zon: als hij aan zich zelf ware overgelaten, ongetwijfeld zon hij op den grond gevallen zijn, om niet meer op te staan. Maar hij bleef niet alleen en nu vernam hij naast zich een hol, dof gekraak dat telken male weerklonk en hem als bazuingeschal in de ooren dreunde. Het was het duweu van een wanhopige tegen een gesloten deur. Onwille keurig uit zijn verdooving wakker geschud vereenigde hij zijn inspanning met de van zijn makker. Zij zetten hunne schouders tegen het weerbarstige hout, en met inspanning van hun laatste krachten drongen zij tegen de deur, zoodat deze met donderend geraas naar binnen op de vloer viel. Voor hen gaapte een pik donkere duisternis, maar zij waren nu toch enderdak en bespeurden 'n warme temperatuur. Een innig gevoel van dankbaarheid door trilde het hart van Kameron, hij hielp zijn kameraad om de opening wtder met de deur te sluiten, vervolgens waggelden zij voorwaarts de donkere ruimte in. Na een oogenblik als het ware bewusteloos te zijn geweest, kreeg Kameron weer zooveel krachten, om met ver kleumde vingers naar hat lucifersdoosje in zijn zak te tasten en een houtje er uit te doen ontbranden. Ik moet mijn beschermer eens in 't gelaat zien, riep hij en hield de brandende lucifer tusschen zich en den man in, wieng wonder bare wilskracht en volharding hem staande ge houden en hem veilig naar de reddende haven gebracht had. Tegelijkertijd ontwrong zich een kreet van onbeschrijfelijke verbazing aan zijn lippen. Dokter Kameron en Julius Molesworth stonden van aangezicht tot. aangezicht tegenover el kander 'W XXXI. HARTSTOCHT Voor den uitgeputten toestand van Kameron was die schok te hevig, hij visl als een ateen op den grond. Toen hij weer tot zichzelven kwam scheen hem alles een droom te zijn geweest, sleohts als door een sluier zag hij twee oogen op hem gericht, die zich echter terstond weder van hem afkeerden. Langzamerhand begon hij de vreemdsoortige omgeving op te nemem. Hoe hij op deze wonderlijke plaats gekomen was, kon hij zich niet meer herinneren, het kwam hem bij het schijnsel van het flikkerend haard vuur voor, alsof hij in een hod of put van een noorlander zat, wier lompe stutten droegen da ruw getimmerde baikenzoldering, waarvan allerlei dierenhuiden en vellen langs de muren afhingen. De grond was vochtig en niet met hout be vloerd, de tafel en de bank, die In het midden stonden, alsook het bed, waarop hij lag, schenen te dateeren uit den tijd toen neg iedereen zijn eigen huisraad placht te maken, uit het hout, dat om zijn hut heengroeide. Het eerste bekende voorwerp, dat hij zag, was een mantel, waarmede zijn verkleumde ledematen zorgvuldig toegedekt waren. Dit riep het doorgestane lijden en zijn plotselinge red ding weder in zijn geheugen terug en reeds een oogenblik daarna stond hem de geheele toe dracht der zaak met ontzettende duidelijkheid voor den geest. Uit den anderen hoek van de kamer hoorde hij een onderdrukten kreet en hij richtte-zich op de ellebogen omhoog, om heimelijk naar zijn makker te gluren waarin hij met afgrijzen zijn meest gehaten vijand her kend had. Hij zag hem neergehurkt voor den haard over het vuur gebogen, waarop hij uit voorzorg hout en takkenbossen wierp, welke naast hem opgestapeld op den grond lagen. De mantel, dien hij aan had had hij uitgetrokken, de sneeuw, waarmede zijn haar en aangezicht bedekt was, was gesmolten en de vlam bescheen de steeds afwissedende uitdrukking zijner scherp-geteekende gelaatstrekken met een akelig schijnsel. Is hij een engel of een duivel? dacht Ka meron en trachtte zijn verstijfde ledematen uit te strekken, teneinde op te staan. De inspanning ging echter zijn krachten te boven, nog ver scheidene minuten lag hij onbeweeglijk te luis teren naar het geloei van den storm, deels hopende, deels vreezende, dat er een kreet van hulp tot hen zou doordringen, welke het naderen van een der overige door den storm verdwaalde reizigers aankondigde. Eindelijk kon hij de hartstocht, die in zijn binnenste woedde, niet langer bedwingen, hij stand van zijn legerstede op en stapte over de zwarte schaduwen der stutten heen naar Moles worth, die bij zijn nadering recht ging staan. Aan welke beschikking der Voorzienig heid heb ik deze ontmoeting te danken? vroeg hij. Ik dacht niet anders dan dat ge met den nachttrein waart vertrokken, dokter Moles worth en u dus mij ver voor was. Dat deed ik, was het korte antwoord, maar beide treinen zijn in denzelfden hollen weg blijven steken. Daar vandaan dat onge lukkige samentreffen. Maar ik dank Gods goedertierenheid, die zich over mij heeft ontfermd, juichte Kameron, hier kunt ge mij niet meer ontsnappen. Zijn tegenpartij keek hem 'n oogenblik hoofd schuddend daan; Ge weet niet, wat ge zegt, mompelde hij. Het ware beter geweest, dat wij met ong tweeën daarbuiten In de sneeuw begraven lagen, of dat lk tenminste dood was, dan dat wij elkander hier in deze ure moeten ontmoeten. Laat ons althans handelen, gelijk het wijze mannen betaamt en elkander als vreemdelingen beschouwen, totdat de Voorzie nigheid ons de middelen aan de hand doet om elkander te schelden, om elkander nooit meer onder de oogen te komen. In Kameron's blikken laaide een woeste gloed. Denkt gij dan werkelijk, riep bij met onstuimigheid, dat lk u oodt weer zal laten gaan, alvorens lk u het geheim ontrukt heb, dat niet alleen mijn have en goed bedreigd, maar ook de veiligheid*5^ de eer mijner vrouw? Ik begrijp de beteekenls van uw woorden niet, antwoordde Molesworth. De onzekerheid waarmede hij sprak, was het eerste teeken zijner zwakheid, dat Kameron ooit in hem opgemerkt hack Ik weet van geen geheim dat De gebaren van zijn vertoornden vervolger brachten hem tot zwijgen. Walter Kameron stond voor hem als een geest der wraak. Dat is een leugen, sprak hij langzaam, maar met nadruk. Om mij met laffe uit vluchten te laten paaien, heb ik niet mijn be, wusteloeze, zieke vrouw verlaten en de ver schrikkingen van den storm getrotseerd. Warn neer ge mij haat Dokter Molesworth glimlachte. Weet ge dan niet, dat ge mij in het ver derf kunt storten, of dat ge haar zult ver moorden, indien ge het geheim tracht te ver bergen, terwille waarvan gij gevlucht zijt. In middels zijn er vreemde dingen aan het licht gekomen, de politie koestert thans niet meer de verdenking dat gij, dokter Molesworth, de bewerker van den dood van Mildred Farley zijt, zij verheft nu haar beschuldiging tegen mijn vrouw. Molesworth keerde zich om en pookte het bijna uitgedoofd vuur een weinig op. Uwe mededeelingen verrassen mij, zeide hij, mag ik u verzoeken u duidelijker uit te drukken. Da.t zal ik, daarvoor ban ik hier, riep Kameron in zijn opgewondenheid plaats en tijd vergetende. Door de politie in het nauw gebracht heeft mijn vrouw het niet langer kun nen verzwijgen, dat het meisje niet zooals gü bezworen hebt, in uw rijtuig gedurende den rit gestorven is, maar reeds van te voren, in baar tegenwoordigheid, ten huize van Gretores op het St. Nicolaasplein. Zij heeft ook bekend, dat gij zelfs in die zaak betrokken werd, door dien ge haar te hulp kwaamt en de doode uit den weg rultndet. Er onstond een stilte, eindelijk deed Mole»" worth weer zijn vast opeengesloten lippen open en fluisterde nauwelijks hoorbaar: (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6