FEUILLETON DE BLOODAARD HET GEHEIM VAN TEMPLE-TOWER. WOENSDAG 7 MEI 1930 MGR. L. SCHIOPPA 2). (Slot) Bij zijn thuiskomen overstelpte zijn kost- juffrouw hem met vragen, alsof ze erg be zorgd was voor zijn gezondheid. Ik maak het heel goed Mrs. Cross. Kan ik dan geen paar daagjes vrij hebben zon der in verhoor te worden genomen? Boven liet hij zich in een fauteuil vallen, stak een pijp op en nam een krant. Daarin was slechts sprake van oorlog en leger. Onstemd wierp hij het blad naast zijn stoel. Die vervloekte oorlog! Zijn kamer 'was kil en ongezellig, wat hij nu voor 't eerst bemerkte. Zijn bed was nog niet opgemaakt, de overblijfselen van zijn ontbijt lagen nog op tafel. Hier is 't niet om uit te houden.Dan maar naar buiten. 'tWas frisch dien morgen. Zijn horloge wees nog pas tien uur. Hoe kom ik den dag door! mompelde hij ontevreden. Hij ging naar 't strand, liep voorbij de bank waar miss Salters hem ver laten had. Zuchtend vergeleek hij het heden met den vorigen dag toen hij nog geen zorg en moeilijken kende, terwijl nu. En dat alles, om de strijdlustige woor den van een ouden vuurvreter Nu hij uit zijn betrekking ontslagen was, kon hij tenminste nog de sympathie heb ben van miss Mabel.Maar neen, hij was door iedereen verlaten en dat was te hard. Troosteloos ging hij naar huis terug. Daar hoorde hij het Tipperary zingen en even later zag hij een troep mannen waartus- schen zich verscheidene uniformen bevonden. Op den stoep bleef hij staan kijken en het gezicht van die goed geordende rijen vervulde hem met zonderlinge gevoelens. Mabel had hem bloodaard genoemd. Was hij dat werkelijk? En mijnheer Suedley vond het heel natuurlijk dat hij zich als vrijwil liger liet inschrijven... Opeens, bijna zon der er zich goed rekenschap te geven van hetgeen hij deed, maar als meegetroond door de geheimzinnige macht welke er uit de rhythmisch bewegende rijen op hem uit ging, voegde hij zich bij die opgewekt stap pende mannen. Een fijne regen sloeg hem in 't gezicht, maar daar lette hij niet op, ze zou zijn zijden hoed bederven, doch hij opende de paraplu niet, droeg die over den schouder, als een soldaat zijn geweer. Bij een open veld gekomen stelde de afdee- ling zich voor de oefeningen op. Een officier kwam rakelings langs Swale. F.en la abat e aarzeling overwinnend zei Ber tram opeens: Ik wil me in laten schrijven als vrij williger. De officier bleef staan, nam hem streng op. Kent u de dienstregeling. Neen, maar ik wil me laten inschrij ven. Hardnekkig klampte hij zich aan dien zin vast, alsof hij bang was dat anders zijn be sluit wel eens wankelen kon. Want twee tegenstrijdige machten streden er in zijn hoofd: de een stelde hem het soldatenleven voor als een minderwaardig, bijna laag be staan de andere als veredelend, glorierijk, te vereenigen met de ridderlijkste neigingen. Ik wil me laten inschrijven! Goed dan. Kom na de oefeningen maar naar het stadhuis. Nog dienzelfden dag, na gekeurd te zijn en de eed van trouw te hebben afgelegd, werd Bertram Swale de soldaat Swale, van het 10e bataillon jagers van Midlandshire. oogen schitterde een edele bezieling, want le eerste aanval zou weldra plaats hebben. De generaal, een reeds bejaarde man met veel krijgmans ondervinding, schudde ont stemd het hoofd. Is 't mogelijk dat ze me zulke jongens sturen, zonder eenige militaire vorming? 'tls een misdaad. Soldaat Swale keek over de verschansing. Zijn geheele lichaam rilde van kou, maar zijn oogen brandden van krijgsmansbegeer ten. Er was zich een verandering in hem aan t voltrekken die hij zelf niet begrijpen kon. Hij verwonderde zich over zijn nieuwe opvattingen. Hoe zwaar vermoeienis en ont bering vaak ook vielen, toch was het nieuwe leven hem een genot. Jim Freeman, zijn beste kameraad, zat bibberend neergehurkt in de loopgraaf. Laat je portret toch niet zoo ver bo ven de verschansing uitsteken Berty, an ders sta ik niet in voor de gebroken potjes. Nu en dan schoot fluitend een granaat voorbij en aanstonds daarop volgde een geweldige ontploffing. De andere soldaten wenden slechts langzamerhand aan die ge varen. Swale lette zelfs de eerste dagen niet op de vijandelijke projectielen. Heb je geen cigaretje Berty? vroeg Freeman met een troonteloozen stem. De ander keek om. Zeg je wat Jim? Ik hoor rechts een fusillade. Er dwalen daar wat Duitschers rond, zei een ander. Zeg Berty, je moest ze eens uitnoodigen hier heen te komen. Gauw-, geef ze een tee- ken. Hier is de afdeelimg begrafenisartike len. Luister niet naar Clarck, Berty. En de cigaret? Berty zocht in zijn zakken naar het ge vraagde, vond er nog één, maar hopeloos plat gedrukt. Is dat alles wat je heb? Swale antwoordde niet. In de verte, bij een aantal naakte boomstammen bemerkte hij iets bijzonders. De vijandelijke batterijen stonden juist tegenover hem op drie mijl afstand. Een linie Engelsche infanterie be zette de loopgraaf vóór de recruten, die moes ten dienen als steun bij een tegenaanval. Uit den loodkleurigen hemel vielen zware sneeuwvlokken. Sergeant, riep Swale, ziet u daarginds niets?. en daar# klonk Weinige weken later bevond het 10e ba taillon jagers zich in de loopgraven bij Rijs- sel. Wel waren de soldaten nog maar weinig geoefend, doch het Engelsche legerkorps had gevoelige verliezen geleden die noodzakelijk hersteld moesten worden. Een scherpe Oostenwind geeselde het gezicht der manschappen. Hun wangen ston den hol, de huid was blauw, maar in hun De aangesprokene stond op, keek door zijn verrekijker, maar de sneeuw bedekte het glas. Ik geloof daar iets te zien. Zouden ze ons willen overrompelen. Hij snelde naar zijn kapitein, wees dien met koortsachtige gebaren naar een punt aan den horizon. De kanonnade nam ieder oogenblik in hevigheid toe. Dat was het zekerste teeken van den aanval. Weldra zagen de Engel schen de vijandelijke infanterie in bewe ging komen. De wind joeg de sneeuw met geweld in de loopgraven. De vijand was nog te ver verwijderd om hem met succes onder schot te nemen. De Midlandshire's behoefden dus alleen maar op hun qui vive te zijn. Maar voor nieuwe lingen zijn die oogenblikken van spannend wachten het meest ontzenuwend. De Duitsche artillerie had den afstand juist berekend. De granaten brachten In de Engelsche linies dood en verwoesting. En toch moesten de soldaten op hun post blij ven wachten. De sneeuwjacht werd immer dichter, verblindde de manschappen bijna. Een gra naat sprong niet ver van Swale; veel kleurige vlammen spoten op. O God! De man die de kreet uitgestooten had, zakte ineen. Jim Freeman klemde de tanden op elkaar en verbleekte. Misschien dacht hij aan zijn vrouw en kinderen die hij achtergelaten had. Dicht bij hem grijnsde zenuwachtig een jongen van nauwelijk twintig jaar. In de voorste loopgraaf hadden de Engel- schen het vuur geopend, gesteund door hun üchte artillerie. Het was een strijd van één tegen drie, maar daar waren de geharde ke rels aan gewend en de generaal vreesde al leen maar voor zijn recruten. De minuten gingen voorbij alsof 't uren waren. De vijand naderde aanhoudend. Tiental len vielen neer in hun gelederen, maar anderen namen hun plaats in en de aan- valslinie bleef on verbroken. De granaten richtten ondertusschen vree- selijke verwoestingen aan bij de Engelschen In een der loopgraven werd een lied aan geheven, maai- de stemmen klonken on vast. De afschuwelijke verwachting stelde de zenuwen op een uiterst harde proef. Een der mannen hoestte, hier een verwensching. De Duitschers hielden een oogenblik halt, sloten de rangen vaster aaneen en tusschen de sneeuwvlokken in, schitterden de bajo netten. Ze zetten de bajonet op 't geweer, ze gaan chargeeren. Swale antwoordde niet. Dc sergeant keek hem scherp aan, maakte een grimas en zei: Is u de moed in de schoenen gezonken? De ander keerde zich cm en de uitdruk king van zijn gelaat was zoo buitengewoon, dat de sergenat er verbaasd over stond. Swale's gezicht schitterde alsof het binnen in hem mrandde. Zelf wist hij niet hoe hij in die opgetogen stemming kwam. De sergeant vergiste zich zelfs in hem. Lieve hemel, de vent is aan 't gek wor den! riep hij. Kom, jongen, tracht je evenwicht te hou den Swale barstte uit: Ze heeft mev oor lafaard uitgemaakt. Gek hé sergeant? En 't leukste is dat ze ge lijk had. Maar toen had ik er geen idee van wat vechten eigenlijk zeggen wil. Bloodaard, ha, ha! Sapristie, ik zou m'n plaats hier voor geen vermogen willen af staan. 't Spijt me dat ik dien ouden majoor zoo ezelachtig toegesproken heb. Hij moet me wel een reuzen botterik gevonden heb ben. Die man kende 't vak. Kwam ik hem nog maar eens tegen om dat weer goed te maken. Het eerste lustrum als internuntius 'tWas een aanhoudend geknetter der ge weren dat dichtbij klonk. Daar werd het bevel gegeven dat de recruten de voorste loopgraven moeste ngaan bijspringen. Het bataillon nieuwelingen sprong op, snelde naar het strijdtooneel. Achter de eerste linie Duitschers volgde een andere, dan nóg een. De Engelschen lieten hen naderen tot op een vijftig meter, terwijl hun moordende machinegeweren de vreeselijkste verwoestingen aanrichtten, dan snelden ze als één man vooruit en wierpen zich op den vijand. De recruten naderden in stormpas, maar ze hadden nog een veld van eenige honder den meters te doorloopen. Ondertusschen schokten de vijandelijke machten tegen elkaar en kreten van woede, pijn en aller lei geroep vulden de lucht. Swale en Free man liepen hijgend naast elkaar. De Mid- landshire-soldaten waren in werking geko men, men kon dus op hen rekenen .'t Ontze nuwende wachten was voorbij. De sectiésergeant keek onder 't loopen over zijn linkerschouder. En plots hoorden de anderen hem brullen: God helpe ons! Ze breken ginds door. Inderdaad weken de Engelschen daar voor de overmacht terug. Ieder bevel was verder onverstaanbaar in het tumult van den strijd, maar de kolonel snelde vooruit, zwaaide met den arm en zijn sol daten begrepen het en volgden hem. Zij we ken links af naar de plaats waar hun hulp 't noodigst was. Door deze manoeuvre kwam de compagnie, waartoe Swale behoorde, vóóraan. H'ij was een der eerste recruten die 't strijdperk betrad. En dat was voor den gewezen opzichter het oogenblik van een soort helsche vreugd. Als dronken van bloeddorst stormde hij vooruit, schoot, stak, sloeg met wilden wellust. De gelederen wer den uiteen geslagen, weggemaaid.... de sneeuw bedekte ze met een doodskleed. Swale was nu alleen, maar wat maakte hem dat? Hij vocht als voor eigen reke ning. Het bloed vloeide langs zijn bajonet als de regen langs de takken der naakte boomen. Zijn sectie was afgesneden van het ove rige der compagnie. De sneeuw wervelde in de krachtige windvlagen. De soldaten kon den geen tien meter voor zich uit zien. Weldra bevond Swale zich alleen, omsin geld door vijandelijke, grijze uniformen. Een ware strijdfurie dreef hem voort. Hij geleek een woedende leeuw, een losgebro ken duivel. Op 25 Mei a.s. zal het vijf jaar geleden zijn, dat Zijne Excellentie Mgr. L. Schioppa zijn geloofsbrieven als Pauselijk Internuntius bij het Nederlandsch Hof aanbood aan H. M. de Koningin. Opeens wankelde hij. Het geweer ontviel aan zijn verstijfde handen. Op den rug viel hij neer in de roodgele sneeuw. Het strijd- gerucht verwijderde zich. Een half uur misschien bleef hij daar liggen advorens hij bij kennis kwam .Dan richtte hij zich een weinig op, keek om zich heen. De sneeuwstorm was uitgewoed, maar er woei een wind die van den Noord pool scheen te komen. Overal, zoover het oog strekte lagen dooden en gewonden. Zijn hand, die z'n hoofd aangeraakt had, was met bloed bevlekt. Een kolfslag had hem bewusteloos doen neerstorten. Nu probeer de hij te loopein, maar de poging vroeg te veel van zijn verzwakte krachten, aanstonds viel hij weer in de sneeuw terug. De kogels floten nog door de lucht. Swale voelde zich ziek, verloren en voor 't eerst kwam een zekeren walg in hem op voor den gruwelijken strijd. Op de knieën kroop hij verder in de rich ting der Engelsche linies. De afstand scheen hem eindeloos. Bij de loopgraven gekomen zag hij dreigend een dozijn geweren op hem gericht. De uitgeputte soldaat zakte als le venloos ineen. De sergeant der sectio waagde een blik over de verschansing. Sapristie, riep hij, 't is onze Berty. Ze trokken Swale in de loopgraaf en wel dra kwam hij weer bij. De aanval was afge slagen, kreeg hij te hooren, maar het succes was duur betaald. Swale keek onderzoekend om zich heen, vroeg dan: Waar is Freeman? De sergeant haalde de schouders op. En de officier? En al de anderen? Ze keken Berty aan zonder te antwoorden. Denk je misschien dat het hier 't exer citieveld van Salisbury is, waar met los kruit wordt geschoten? Dus.zijn ze niet teruggekomen? Zijn stem verried een bijna kinderlijke verbazing. De sergeant antwoordde slechts met 'n hoofdbeweging. Dood? De meesten wel denk ik. En de anderen wellicht gewond. Die zullen straks opgeno men worden. Maar.'t vuren moet dan eerst ge staakt zijn. En wat moet er ondertusschen van de gewonden worden. De kou zal hen zeker dooden. Daar ben ik ook bang voor, maar wat kunnen we er aan doen?Hè, waar ga je nou heen? Hier, zeg ik je Swale was uit de loopgraaf geklauterd, liep nu in gebogen houding zoo snel hij kon, in de richting van waar hij gekomen was. Hij heeft zijn geweer niet eens meege nomen, dat uilskuiken! Op zijn beurt sprong de sergeant op, maar Swale was reeds ver, rende steeds sneller vooruit in de sneeuw. De kogels floten door de lucht, 't Scheen of Bertram door een onzichtbare macht be schermd werd. 't Was donker geworden: nu en dan werd de ruimte verlicht door het granaatvuur. De sergeant ging naar z'n post in de loopgraaf terug. Na ruim een kwartier verscheen Swale weer. Hij waggelde op z'n beenen. Op zijn rug droeg hij den vermisten officier. Zijn makkers verlosten hem van den zwarem last en de drager zakte uitgeput neer. Op zijn mouw kleefde bloed dat van den gewonden officier moest zijn, dachten de andere solda ten. -Waar is Freeman? mompelde Swale na eenige minuten. Hij vergat, dat hij die vraag reeds eerder gesteld had. 't Antwoord kwam niet, want de Duitsche artillerie had de Engelsche loopgraven opnieuw onder hevig vuur geno men; er was dus reden een nieuwen aanval te duchten. Ongemerkt sloop Swale naar buiten en snelde blindelings heen naar de plaats waar er gestreden was. Gelukkig verloor hij nu geen bloed meer; de koude had een einde ge maakt aan de vloeiing. Zijn arm was echter stijf en hij voelde zich zeer zwak. Ik moet Freeman vinden, zei hij aan houdend bij zich zelf, ik moet dien armen man redden. De zoeklichten gleden over het uitgestrekte sneeuwveld hier en daar een weinig opge hoogd door ondergesneeuwde lijken en wa pens. Swale rende verder met waggelend lichaam. Hij bleef staan voor een hoop lijken, 't Was een jammerlijke verwarring van uni formen, wapens en menschen die kort te voren elkaar bevochten hadden er elkaar nu in den dood schenen te omhelzen. Op dertig meter afstand sprong een gra naat. Swale bleef ongedeerd, scheen zelfs niets te bemerken. Geen wonder met die kou. Waar ben je gewond? Aan de dij. 'n Schrapnelscherf geloof ik. Ik zal me bukken; sla je beide armen om m'n hals. Laat maar.. 't is toch gedaan met meen je zou je zelf in gevaar brengen. Doe wat ik je zeg en spreek niet meer tegen. Eén, twee, hup! 't Was een zware man en Swale moest al de kracht die hem overgebleven was inspan nen om den last te verdragen. Hoe hij ei- ten slotte in slaagde den gewonde naar zijn loopgraaf terug te sleepen, dat heeft hij nooit kunnen begrijpen Sterren dansten voor zijn oogen, 't hart hamerde onheilspel lend, maar toch zette hij door. Eindelijk zag hij de loopgraaf als een donkere verhe venheid voor zich opdoemen. Een kreet opende zijn op elkaar geperste lippen en hij struikelde. Een verloren kogel had zijn schouderblad getroffen. Zijn wegstervende zinnen bemerkten nog vaag een aantal man nen die hem te hulp waren gesneld en in zijn half verdoofde hersens borrelde het zwakjes op: „Zal zij alles vernemen?" Freeman.ik moet Freeman vinden. Hij gaf er zich geen rekenschap van dat hij hardop sprak, maar iemand had zijn stem opgevangen, want uit een andere sneeuwhoop kwam 't antwoord!, nauwe lijks hoorbaar. Hier.hier. Eenige oogenblikken later viel Swale op de knieën naast zijn wapenmakker. Berty, riep Freeman op den toon van een ziek kind, 't is.gedaan met me. Wat zeg je nou?... Je komt er zeker weer boven op! De ander hernam verslagen: Neen Berty, laat me maar. Niets meer aan te doen. 't Heeft ook niet veel te betee- kenen.alleen voor m'n vrouw en kinde ren.'t Is gedaan met me Berty, ik voel dat ik sterven ga. Veertien dagen later, teen hij te bed lag in een Fransch hospitaal, leidde de verpleeg ster een man binnen van indrukwekkende gestalte en militaire houding. Soldaat Swale niet waar? vroeg de of ficier glimlachend. Ja mijnheer, antwoordde Swale. En hij vroeg zich af wat de bezoeker verlangde, want het leven voortaan scheen hem don ker en nutteloos. De commandant van Portsmouth zendt mij tot u, om u te berichten dat hij een Victoriakruis voor u disponibel stelt. 't Victoriakruis.Zeker omdat ik Free man teruggebracht heb.Maar hij was im mers miijn vriend? Omdat u, na zelf gewond te zijn, onder een hevig vuur eerst uw officier gered hebt en toen uw kameraad. Swale meende te droomen. Hij, de bloodaard, die 't liefst de kantjes er af liep, terwijl anderen de kastanjes uit 't vuur haalden, dat had men hem immers zoo gezegd hij begiftigd met het Victoria kruis! 't Was buitengewoon, ongelooflijk, belache lijk 1 Maar de voornaamste reden van mijn bezoek geldt een andere kwestie. In naam van den generaal vraag ik u of u de of ficiersuniform zoudt willen accepteeren. U kunt gerust eerst eens rustig nadenken. Wanneer u uw antwoord gereed hebt, moet u het mij maar schrijven. Tot ziens, mijn heer Swale en wel gefeliciteerd. Steeds glimlachend drukte de bezoeker Swale's hand, groette de verpleegster en ging heen. Daar is nog iemand die u wenscht te spreken, kondigde de verpleegster aan op 't oogenblik dat de officier de zaal verliet een dame. Een dame... die me wil spreken? Ik ken geen dame. Dat is vreemd. Zij zegt dat zij u wel kent. Daar is ze. Maar praat niet te lang. Mabel! stiet hij in groote verrassing uit. 't Meisje trad nader, keek hem een oogen blik aan en liet zich dan op een stoel naast zijn bed neer. Zij snikte. Hij strekte zijn hand uit, legde ze met groote teederheid op haar schouder. Mabel, zei hij met stokkende stem, waar om bent u hier gekomen? De tranen beletten haar het spreken. Ein delijk hief zij haar beschreid gezicht op. Voor één ding maar, mijnheer Sw*le en dan zal ik mij weer terugtrekken.ik ben u op komen zoeken om u vergiffenio te vragen. Mij vergiffenis vragen? Gerechte hemel, u hebt me nooit anders dan de waarheid gezegd. Ik was een luiaard, een bange baas. Ik liep de kantjes er af, terwijl het land al zijn strijdbare mannen noodlg had. Maar toen wist ik nog niet beter.... Sapperloot neen, ik wist nog niet, wat ik nu weet! Een Bull-Dog Drummond-verhaal door SAPPER. 31) Geautoriseerde vertaling. Hoe het ook zij, hij kan er ook wel niet geweest zijn. De Nachtegaal was erg gemakke lijk in de gaten te houden en het is dus best mogelijk dat hij zijn mannetje enkele uren losgelaten had om dringender zaken af te han delen. Om naar dien avond terug te keeren Do twee visschers hadden niet veel meer te zeggen, maar wat zij daar zoo luid aan elkaar hadden zitten vertellen was voldoende om den Nachtegaal als den wind naar den overkant van het Kanaal te zenden. Het is U den vorigen avond wellicht opgevallen dat hij een bijzondere gave heeft voor een internationalen inbreker. Hij spreekt vloeiend Engelsch. En dat kwam hem ditmaal reusachtig te pas. Hij kon natuur lijk onmogelijk vaststellen of die kisten daar alleen op Romney Marsh aan land waren ge bracht, omdat de Pad vlak in de buurt was, dan wel omdat die plaats bijzonder geschikt scheen om smokkelgoed aan wal te brengen. Wacht eens even, zei Hugh. Hoelang is het geleden, dat u dat gesprek in de herberg hebt afgeluisterd? Zoowat zes weken, antwoordde Matthews Eerder nog iets langer. Maar ik kan u jammer genoeg niet precies vertellen wanneer de Nach tegaal tot de ontdekking is gekomen, 'lat do man, waar hij naar zocht, uw naaste buur was. Het is geen idioot en waarschijnlijk heeft hij onmiddellijk argwaan opgevat voor een huis. dat zoo gruwelijk versterkt was als Temple Tower. Trouwens dan deed hij maar net als ik. Maar de Pad is een zwijgzaam heerschap en verdenking is nog geen bewijs. Persoonlijk *«b ik den man, die zich nu Granger noemt nog niet onder de oogen gehad, ofschoon ik uren naar hem op den loer heb gelegen. Ik maak uit alles op, dat de Nachtegaal meer ge luk heeft gehad. In ieder geval heeft nij tot zijn niet geringe voldoening eindelijk weten vast te stellen, dat de Pad zich hier schuil houdt onder den naam van Granger En daar mee is hij dus aan het eind van zijn speurtocht gekomen; zijn vijand is ontdekt. Theatraal als al die menschen zijn heeft hij die vondst ge demonstreerd door in den nacht met roede en blauwe lichten te spelen: de kleuren der hen ce. Dat is de eenige verklaring voor de roode en blauwe teekens die u enkele avonden over de Marsh hebt zien lichten. Al dien tijd, van het oogenblik af, dat de Nachtegaal van Dui velseiland werd vrijgelaten, heeft die ander in doodsangst geleefd, dat hij ooit ontdekt zou worden. En nu is hij ontdekt. De jonge Sproeikop zuchtte diep! Zeg eens jongens, zei hij, dat wordt een vinnig partijtje is het niet? En waar komen nu die Blauwbaard en het meisje ineen» van- daan O, daar was ik juist aan toe, zei Matthews Paul Vandali, is een van die typen, die bij de rolitie wel degelijk als misdadigers bekend zijn, doch 't raadselachtig vermogen bezitten om steeds aan haar waakzaamheid te ontsnappen. In allerlei vuile zaakjes spelen dat soort hee- ren de leidende rol, maar zoodra er een luchtje aan komt. stellen ze zich buiten schot. Hun bondgenootschap tegen de politie duurt reeds drie jaar. Gelooft u dat het Le Bossu Masqué is? vroeg ik. Matthews schudde ontkennend het hoofd. Dat is absoluut buitengesloten, zei hij Daar is hij niet oud genoeg voor. Vandali is een man van hoogstens vijf en dertig jaar. Dat sluit hem dus buiten alle verdenking. O nee. Hij is op een heel andere wijze in dit zaakje betrokken geraakt. Ik heb u reeds een en an der verteld van den neef van den Russ1 schelt prins Boris Marcovitch nietwaar, die altijd voor diens gasten zorgde. Welnu, die neef was tevens de erfgenaam van den prins. Hij leeft op het oogenblik nog en woont in Parijs. Hij kwam in het bezit van heel het vermogen van den prins en is dus wel een welgesteld man. Na de geschiedenis met het Chateau du Lac Noir stelde hij een enorm bedrag beschikbaar om de daders op te sporen en vooral de kunst zinnige verzameling weer in handen te krij gen, voordat zij niet alleen tegen belachelijke lage prijzen verpatst zou worden, maar wat er ger was, geheel verstrooid zou geraken. Niet minder dan vijftig duizend pond had hij' daar voor over. Natuurlijk heeft ook hij sinds" de ja ren de mogelijkheid van een terugvinden reeds lang laten varen, ofschoon de premie van kracht is gebleven. En toen doken ineens die Vandali en zijn handlangster op. U hebt hen reeds gezien niet waar en het zal u ook we! niet ontgaan zijn, dat zij zich in hoogere krin gen uitstekend op hun gemak gevoeien. In ieder geval hebben ze ergens op een uitgezocht feestdiner voor het eerst kennis gemaakt met graaf Vladimar, zoo heet de neef van prins Doris. En het gesprek kwam toevallig op het kasteel du Lac Noir en het drama, dat zich reeds meer dan dertig jaar geleden al daar had afgespeeld. Ik weet dit alles van den kellner, die geen kellner was. Om duidelijker te zijn en kort te gaan tevens, de Parijsche politie was die Vandali's op het spoor voor een hoteldiefstal in Nice. Men had natuurlijn weer geen bewijzen, maar alles werd nu in het werk gesteld om hen eindelijk eens in de val te lokken. En de kellner was een echte detective Zijn vermomming als kellner bracht hem niet veel verder met betrekking tot het geval in Nice, maar hij kreeg in ieder geval te hooren. dat Vladimar zoo categorisch mogelijk beweerde, dat de belooning van vijftig duizend pond nog altijd ran kracht bleef. Hij zei het lachend, alsof hij net zoo goed een half milioeu had kunnen uitloven. Maar het was den detective- kellner niet ontgaan dat de twee een veelbetee. kenenden blik met elkander hadden gewisseld, dat is dus de reden van hun komst. Hoe zij de schuilplaats zoo spoedig te weten zijn gekomen kan ik U onmogelijk vertellen Het Is best mogelijk, dat ze zich via hun betrek kingen met de Parijsche onderwereld op de hoogte hebben laten houden van het doen en laten van den Nachtegaal en zoodoende even eens van diens wraakzucht hebben weten ge. bruik te maken. Denk U zich eens in, heeren. Drie verschillende partijen door drie verschil lende motieven gestuwd naar hetzelfde punt en alle drie op hun wijze gebruik makend van den Nachtegaal, die weer een geheel aparte reden heeft om zich voor den eenzamen bewoner van Romney Marsh te interesseeren. Hoe het ook zij. De Vandalis zijn inmiddels ook gearriveerd en daarmee hebben we de voornaamste perso nen voor ons filmcenario bijeen. Want ik ver zeker U heeren, dat het werkelijk een zeer span. nende geschiedenis zal worden. Als om den indruk van zijn woorden nog ster ker te maken, hield Matthew eenige oogenblik ken met zijn verhaal op. Hij diepte met zijn dunne vingers een sigaret op uit den zilveren box op de tafel, haalde met langzame bedacht zame bewegingen zijn aansteker voor den dag. liet die heel handig openknippen en zoog nog steeds even langzaam en bedachtzaam wat vuur naar zijn sigaret. Toen daar mooie blauwe rook uit opsteeg, vervolgde hij teD slotte: Heeren, dat was eigenlijk nog allemaal ver leden tijd. Ik ben ten slotte niet verder geko men, dan dat ik U de eerste oorzaken tot het oogenschijnlijk allerwonderlijkste samenstrek- ken der verschillende strijdmachten op dit eene verloren plekje der wereld heb uiteengezet Wat ik hier inmiddels heb uitgevoerd !s met enkele woorden verteld. Ik heb U reeds gezegd dat de grootste wensch van mijn leven zou zijn em den man, die mij vanavond bijna heeft ver. moord, te kunnen grijpen. En daarom heb ik me schuil gehouden in een bescheiden herberg van Rye, alsmaar wachtend op wat eenmaal geschieden moestzijn komst. Ik heb al dien tijd den Nachtegaal in het oog gehouden; U hebt me den vorigen nacht immers nog gezien, toen ik me zoo onverstandig aan het licht bloot stelde. Maar tot vannacht wist ik niet dat ook Le Boscu Masqué hier was. Ik kan eigenlijk heelemaal niet zeggen, wat me bewoog om van nacht naar Temple Tower te komen; waar schijnlijk een gevoel van buitengewone onrust of wellicht nog iets dieper. Het mag U vreemd in de ooren klinken maar ik heb meermalen liet gevoel, alsof er een soort verbindlngsbrug tusschen hem en mij bestaat, ofschoon ik hem voor vannacht nog nooit had gezien. Een ver. bindingsbrug, die niet met natuurlijke argu menten is te staven, maar die in de wereld van het onderbewustzijn zijn steunpunten heeft gevonden. Heeren, in Parijs heb ik hem heel dicht bij me gevoeld, dat weet ik stellig en toch heb ik hem nooit gezien. En vanavond trok een allesbeheerscliende kracht mij naar Temple Tower. U weet wat er het gevolg van was. Plotseling zdg ik hemhij kwam heei vaag uit het duister naar voren vlak boven mijn hoofd. En ofschoon ik er half op was voor bereid werd ik door den schok van die ontmoe ting bijna lamgeslagen. Ik vergat zelfs mijn re volver te trekken, totdat het te laat was. Hij vas al verdwenen. Hij hield op en weer kwam er een droomerige blik In zijn oogen. Maar hij is hier en ik ben hier en ditmaal zal het tot een beslissing moeten komen tus schen ons beiden, dat verzeker ik U. Wat er ook gebeuren mag, hoe die beslissing ook moge plaats vinden, hij of ik keeren niet levend van dit uitstapje terug. Een tijdlang werd er door niemand gespro ken. Er was iets in die laatste woorden, lat ons met ontzag voor de toekomst vervulde. Evenals op Spragge's Farm de zachte melodieuse stem van den Nachtegaal Granger's doodsvonnis had uitgesproken, klonk ook nu in deze laatste ver klaring de dreiging door van een gevecht op leven en dood tusschen twee aartsvijanden. Maar genoeg, heeren, vervolgde hij weer op zijn gewonen bijna zakelijken toon. In dit land heeft bet niet veel nut te gaan peinzen Daden moeten hier worden gesteld. Vastbera denheid en scherpzinnigheid moeten onze eenige leidstarren zijn. Weest U nu zoo vriendelijk en doe mij,als tegenbeleefdheid een kort verslag, van wat er met U is geschied. Dan zullen We gezamenlijk een nieuw werkplan uitdenken en beslissen wat er voor de eerste dagen gedaan moet worden. We vertelden hem haarfijn van al onze ont moetingen vanaf de eerste bokspartij tot de semsatloneele vlucht uit Temple Tower, de ge schiedenis met den bloembak, de gestolen bou gies, de vermiste kaart, en Miss Verney's brief En toen we daarmee klaar waren, rookte hij een heele sigaret op voordat hij eindelijk weer het woord nam. Captain Drummond, zei hij rustig, ik felici teer U. Ik moet toegeven dat Uw gevolgtrek kingen zeer juist zijn. Of hij U met dien bloem bak voor goed of tijdelijk uit den weg heeft willen ruimen, hangt geheel in het duister, maar ik ben het geheel met U eens, dat uw In menging in deze zaak zijn eigen plannen danig in de war dreigde te sturen. Hij moet nog maar heel kort geleden zijn aangekomen, daar ben :k baast zeker van. Hij vermoedde niemand anders te zullen aantreffen dan den Roslgnol en mij. Inplaats daarvan krijgt hij bovendien te doen met de Vandalis en een trio van ama teurs-detectives, dat echter in het ge keel niet verlt weg te cijferen. Hij stond op en liep met afgemeten passen het terras op en af. Zijn gezicht was erg be weeglijk en elke zin, dien hij nog sprak werd met een aparte uitdrukking als het ware geïl lustreerd. Wat is het gevolg van dit alles? In ieder geval dit eene: dat de tijd begint te dwingen. Hij vangt iets op van de kaart die aan SL? John behoort. Hij steelt die. Niet vermoedend, dat daar nog een vers achterop staat, meent hij de oplo-slng tot den geheimen ingang van Templo Tower in handen te hebben. Vannacht was hij naar dien ingang aan het zoeken toen de hond hem verrastte. Waarschijnlijk een beetje nijdig, dat het ellendige beest zijn per soon op zoo luidruchtige wijze aandiende, ver borg hij zich eenigen tijd, genoeg om Gaspard gelegenheid te bieden naar buiten te treden, hem te gaan zoeken en in zijn onfeilbaren greep geworgd te worden. Wie weet waarom hij den knecht geworgd heeft. Waarschijnlijk heeft hij niet geweten, dat U zich ook reeds in het park ■bevond en meende bij toegang tot het huis te kunnen verkrijgen door zich voor Gaspard uit te geven: mogelijk stond hem ook iets anders voor den geest. Aan één ding valt echter vol gens mij niet te twijfelen, heeren; op het oogen blik is de tijd voor den Gebochelde van nog veel meer gewicht dan enkele uren geleden. Gezien het feit, dat hij zich geen toegang tot het huis heeft weten te verschaffen was het vermoorden van Gaspard een vergissing een verschrikkelijke vergissing. Niet dat Le Bossu zich druk zou maken om een lijk meer of min der, maar de gevolgen van dezen moord dreig den heel zijn plannen in de war te sturen. Het is nu eenmaal gebeurd en kan niet meer wor den hersteld. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 12