FEUILLETON
DE BLOODAARD
HET GEHEIM VAN
TEMPLE-TOWER.
WOENSDAG 7 MEI 1930
MGR. L. SCHIOPPA
2). (Slot)
Bij zijn thuiskomen overstelpte zijn kost-
juffrouw hem met vragen, alsof ze erg be
zorgd was voor zijn gezondheid.
Ik maak het heel goed Mrs. Cross. Kan
ik dan geen paar daagjes vrij hebben zon
der in verhoor te worden genomen?
Boven liet hij zich in een fauteuil vallen,
stak een pijp op en nam een krant. Daarin
was slechts sprake van oorlog en leger.
Onstemd wierp hij het blad naast zijn stoel.
Die vervloekte oorlog!
Zijn kamer 'was kil en ongezellig, wat hij
nu voor 't eerst bemerkte. Zijn bed was nog
niet opgemaakt, de overblijfselen van zijn
ontbijt lagen nog op tafel.
Hier is 't niet om uit te houden.Dan
maar naar buiten.
'tWas frisch dien morgen. Zijn horloge
wees nog pas tien uur.
Hoe kom ik den dag door! mompelde
hij ontevreden. Hij ging naar 't strand, liep
voorbij de bank waar miss Salters hem ver
laten had. Zuchtend vergeleek hij het heden
met den vorigen dag toen hij nog geen zorg
en moeilijken kende, terwijl nu.
En dat alles, om de strijdlustige woor
den van een ouden vuurvreter
Nu hij uit zijn betrekking ontslagen was,
kon hij tenminste nog de sympathie heb
ben van miss Mabel.Maar neen, hij was
door iedereen verlaten en dat was te hard.
Troosteloos ging hij naar huis terug. Daar
hoorde hij het Tipperary zingen en even
later zag hij een troep mannen waartus-
schen zich verscheidene uniformen bevonden.
Op den stoep bleef hij staan kijken en
het gezicht van die goed geordende rijen
vervulde hem met zonderlinge gevoelens.
Mabel had hem bloodaard genoemd. Was
hij dat werkelijk? En mijnheer Suedley vond
het heel natuurlijk dat hij zich als vrijwil
liger liet inschrijven... Opeens, bijna zon
der er zich goed rekenschap te geven van
hetgeen hij deed, maar als meegetroond
door de geheimzinnige macht welke er uit
de rhythmisch bewegende rijen op hem uit
ging, voegde hij zich bij die opgewekt stap
pende mannen.
Een fijne regen sloeg hem in 't gezicht,
maar daar lette hij niet op, ze zou zijn zijden
hoed bederven, doch hij opende de paraplu
niet, droeg die over den schouder, als een
soldaat zijn geweer.
Bij een open veld gekomen stelde de afdee-
ling zich voor de oefeningen op.
Een officier kwam rakelings langs Swale.
F.en la abat e aarzeling overwinnend zei Ber
tram opeens:
Ik wil me in laten schrijven als vrij
williger.
De officier bleef staan, nam hem streng
op.
Kent u de dienstregeling.
Neen, maar ik wil me laten inschrij
ven.
Hardnekkig klampte hij zich aan dien zin
vast, alsof hij bang was dat anders zijn be
sluit wel eens wankelen kon. Want twee
tegenstrijdige machten streden er in zijn
hoofd: de een stelde hem het soldatenleven
voor als een minderwaardig, bijna laag be
staan de andere als veredelend, glorierijk,
te vereenigen met de ridderlijkste neigingen.
Ik wil me laten inschrijven!
Goed dan. Kom na de oefeningen maar
naar het stadhuis.
Nog dienzelfden dag, na gekeurd te zijn
en de eed van trouw te hebben afgelegd,
werd Bertram Swale de soldaat Swale, van
het 10e bataillon jagers van Midlandshire.
oogen schitterde een edele bezieling, want
le eerste aanval zou weldra plaats hebben.
De generaal, een reeds bejaarde man met
veel krijgmans ondervinding, schudde ont
stemd het hoofd.
Is 't mogelijk dat ze me zulke jongens
sturen, zonder eenige militaire vorming?
'tls een misdaad.
Soldaat Swale keek over de verschansing.
Zijn geheele lichaam rilde van kou, maar
zijn oogen brandden van krijgsmansbegeer
ten. Er was zich een verandering in hem
aan t voltrekken die hij zelf niet begrijpen
kon. Hij verwonderde zich over zijn nieuwe
opvattingen. Hoe zwaar vermoeienis en ont
bering vaak ook vielen, toch was het nieuwe
leven hem een genot.
Jim Freeman, zijn beste kameraad, zat
bibberend neergehurkt in de loopgraaf.
Laat je portret toch niet zoo ver bo
ven de verschansing uitsteken Berty, an
ders sta ik niet in voor de gebroken potjes.
Nu en dan schoot fluitend een granaat
voorbij en aanstonds daarop volgde een
geweldige ontploffing. De andere soldaten
wenden slechts langzamerhand aan die ge
varen. Swale lette zelfs de eerste dagen niet
op de vijandelijke projectielen.
Heb je geen cigaretje Berty? vroeg
Freeman met een troonteloozen stem.
De ander keek om.
Zeg je wat Jim? Ik hoor rechts een
fusillade.
Er dwalen daar wat Duitschers rond,
zei een ander.
Zeg Berty, je moest ze eens uitnoodigen
hier heen te komen. Gauw-, geef ze een tee-
ken. Hier is de afdeelimg begrafenisartike
len.
Luister niet naar Clarck, Berty. En de
cigaret?
Berty zocht in zijn zakken naar het ge
vraagde, vond er nog één, maar hopeloos
plat gedrukt.
Is dat alles wat je heb?
Swale antwoordde niet. In de verte, bij een
aantal naakte boomstammen bemerkte hij
iets bijzonders. De vijandelijke batterijen
stonden juist tegenover hem op drie mijl
afstand. Een linie Engelsche infanterie be
zette de loopgraaf vóór de recruten, die moes
ten dienen als steun bij een tegenaanval.
Uit den loodkleurigen hemel vielen zware
sneeuwvlokken.
Sergeant, riep Swale, ziet u daarginds
niets?.
en daar# klonk
Weinige weken later bevond het 10e ba
taillon jagers zich in de loopgraven bij Rijs-
sel. Wel waren de soldaten nog maar weinig
geoefend, doch het Engelsche legerkorps had
gevoelige verliezen geleden die noodzakelijk
hersteld moesten worden.
Een scherpe Oostenwind geeselde het
gezicht der manschappen. Hun wangen ston
den hol, de huid was blauw, maar in hun
De aangesprokene stond op, keek door zijn
verrekijker, maar de sneeuw bedekte het
glas.
Ik geloof daar iets te zien. Zouden ze
ons willen overrompelen.
Hij snelde naar zijn kapitein, wees dien
met koortsachtige gebaren naar een
punt aan den horizon.
De kanonnade nam ieder oogenblik in
hevigheid toe. Dat was het zekerste teeken
van den aanval. Weldra zagen de Engel
schen de vijandelijke infanterie in bewe
ging komen. De wind joeg de sneeuw met
geweld in de loopgraven.
De vijand was nog te ver verwijderd om
hem met succes onder schot te nemen. De
Midlandshire's behoefden dus alleen maar
op hun qui vive te zijn. Maar voor nieuwe
lingen zijn die oogenblikken van spannend
wachten het meest ontzenuwend.
De Duitsche artillerie had den afstand
juist berekend. De granaten brachten In de
Engelsche linies dood en verwoesting. En
toch moesten de soldaten op hun post blij
ven wachten.
De sneeuwjacht werd immer dichter,
verblindde de manschappen bijna. Een gra
naat sprong niet ver van Swale; veel
kleurige vlammen spoten op.
O God!
De man die de kreet uitgestooten had,
zakte ineen.
Jim Freeman klemde de tanden op elkaar
en verbleekte. Misschien dacht hij aan zijn
vrouw en kinderen die hij achtergelaten
had. Dicht bij hem grijnsde zenuwachtig
een jongen van nauwelijk twintig jaar.
In de voorste loopgraaf hadden de Engel-
schen het vuur geopend, gesteund door hun
üchte artillerie. Het was een strijd van één
tegen drie, maar daar waren de geharde ke
rels aan gewend en de generaal vreesde al
leen maar voor zijn recruten.
De minuten gingen voorbij alsof 't uren
waren.
De vijand naderde aanhoudend. Tiental
len vielen neer in hun gelederen, maar
anderen namen hun plaats in en de aan-
valslinie bleef on verbroken.
De granaten richtten ondertusschen vree-
selijke verwoestingen aan bij de Engelschen
In een der loopgraven werd een lied aan
geheven, maai- de stemmen klonken on
vast. De afschuwelijke verwachting stelde
de zenuwen op een uiterst harde proef. Een
der mannen hoestte, hier
een verwensching.
De Duitschers hielden een oogenblik halt,
sloten de rangen vaster aaneen en tusschen
de sneeuwvlokken in, schitterden de bajo
netten.
Ze zetten de bajonet op 't geweer, ze
gaan chargeeren.
Swale antwoordde niet. Dc sergeant
keek hem scherp aan, maakte een grimas
en zei:
Is u de moed in de schoenen gezonken?
De ander keerde zich cm en de uitdruk
king van zijn gelaat was zoo buitengewoon,
dat de sergenat er verbaasd over stond.
Swale's gezicht schitterde alsof het binnen
in hem mrandde. Zelf wist hij niet
hoe hij in die opgetogen stemming kwam.
De sergeant vergiste zich zelfs in hem.
Lieve hemel, de vent is aan 't gek wor
den! riep hij.
Kom, jongen, tracht je evenwicht te hou
den
Swale barstte uit:
Ze heeft mev oor lafaard uitgemaakt.
Gek hé sergeant? En 't leukste is dat ze ge
lijk had. Maar toen had ik er geen idee
van wat vechten eigenlijk zeggen wil.
Bloodaard, ha, ha! Sapristie, ik zou m'n
plaats hier voor geen vermogen willen af
staan. 't Spijt me dat ik dien ouden majoor
zoo ezelachtig toegesproken heb. Hij moet
me wel een reuzen botterik gevonden heb
ben. Die man kende 't vak. Kwam ik hem
nog maar eens tegen om dat weer goed te
maken.
Het eerste lustrum als internuntius
'tWas een aanhoudend geknetter der ge
weren dat dichtbij klonk. Daar werd het
bevel gegeven dat de recruten de voorste
loopgraven moeste ngaan bijspringen. Het
bataillon nieuwelingen sprong op, snelde
naar het strijdtooneel.
Achter de eerste linie Duitschers volgde
een andere, dan nóg een. De Engelschen
lieten hen naderen tot op een vijftig meter,
terwijl hun moordende machinegeweren de
vreeselijkste verwoestingen aanrichtten, dan
snelden ze als één man vooruit en wierpen
zich op den vijand.
De recruten naderden in stormpas, maar
ze hadden nog een veld van eenige honder
den meters te doorloopen. Ondertusschen
schokten de vijandelijke machten tegen
elkaar en kreten van woede, pijn en aller
lei geroep vulden de lucht. Swale en Free
man liepen hijgend naast elkaar. De Mid-
landshire-soldaten waren in werking geko
men, men kon dus op hen rekenen .'t Ontze
nuwende wachten was voorbij.
De sectiésergeant keek onder 't loopen
over zijn linkerschouder. En plots hoorden
de anderen hem brullen:
God helpe ons! Ze breken ginds door.
Inderdaad weken de Engelschen daar voor
de overmacht terug. Ieder bevel was
verder onverstaanbaar in het tumult
van den strijd, maar de kolonel snelde
vooruit, zwaaide met den arm en zijn sol
daten begrepen het en volgden hem. Zij we
ken links af naar de plaats waar hun hulp
't noodigst was. Door deze manoeuvre kwam
de compagnie, waartoe Swale behoorde,
vóóraan. H'ij was een der eerste recruten
die 't strijdperk betrad. En dat was voor
den gewezen opzichter het oogenblik van
een soort helsche vreugd. Als dronken van
bloeddorst stormde hij vooruit, schoot, stak,
sloeg met wilden wellust. De gelederen wer
den uiteen geslagen, weggemaaid.... de
sneeuw bedekte ze met een doodskleed.
Swale was nu alleen, maar wat maakte
hem dat? Hij vocht als voor eigen reke
ning. Het bloed vloeide langs zijn bajonet
als de regen langs de takken der naakte
boomen.
Zijn sectie was afgesneden van het ove
rige der compagnie. De sneeuw wervelde in
de krachtige windvlagen. De soldaten kon
den geen tien meter voor zich uit zien.
Weldra bevond Swale zich alleen, omsin
geld door vijandelijke, grijze uniformen.
Een ware strijdfurie dreef hem voort. Hij
geleek een woedende leeuw, een losgebro
ken duivel.
Op 25 Mei a.s. zal het vijf jaar geleden zijn,
dat Zijne Excellentie Mgr. L. Schioppa zijn
geloofsbrieven als Pauselijk Internuntius bij
het Nederlandsch Hof aanbood aan H. M. de
Koningin.
Opeens wankelde hij. Het geweer ontviel
aan zijn verstijfde handen. Op den rug viel
hij neer in de roodgele sneeuw. Het strijd-
gerucht verwijderde zich.
Een half uur misschien bleef hij daar
liggen advorens hij bij kennis kwam .Dan
richtte hij zich een weinig op, keek om
zich heen. De sneeuwstorm was uitgewoed,
maar er woei een wind die van den Noord
pool scheen te komen. Overal, zoover het
oog strekte lagen dooden en gewonden. Zijn
hand, die z'n hoofd aangeraakt had, was
met bloed bevlekt. Een kolfslag had hem
bewusteloos doen neerstorten. Nu probeer
de hij te loopein, maar de poging vroeg te
veel van zijn verzwakte krachten, aanstonds
viel hij weer in de sneeuw terug.
De kogels floten nog door de lucht. Swale
voelde zich ziek, verloren en voor 't eerst
kwam een zekeren walg in hem op voor den
gruwelijken strijd.
Op de knieën kroop hij verder in de rich
ting der Engelsche linies. De afstand scheen
hem eindeloos. Bij de loopgraven gekomen
zag hij dreigend een dozijn geweren op hem
gericht. De uitgeputte soldaat zakte als le
venloos ineen.
De sergeant der sectio waagde een blik
over de verschansing.
Sapristie, riep hij, 't is onze Berty.
Ze trokken Swale in de loopgraaf en wel
dra kwam hij weer bij. De aanval was afge
slagen, kreeg hij te hooren, maar het succes
was duur betaald.
Swale keek onderzoekend om zich heen,
vroeg dan:
Waar is Freeman?
De sergeant haalde de schouders op.
En de officier? En al de anderen?
Ze keken Berty aan zonder te antwoorden.
Denk je misschien dat het hier 't exer
citieveld van Salisbury is, waar met los kruit
wordt geschoten?
Dus.zijn ze niet teruggekomen?
Zijn stem verried een bijna kinderlijke
verbazing.
De sergeant antwoordde slechts met 'n
hoofdbeweging.
Dood?
De meesten wel denk ik. En de anderen
wellicht gewond. Die zullen straks opgeno
men worden.
Maar.'t vuren moet dan eerst ge
staakt zijn. En wat moet er ondertusschen
van de gewonden worden. De kou zal hen
zeker dooden.
Daar ben ik ook bang voor, maar wat
kunnen we er aan doen?Hè, waar ga
je nou heen?
Hier, zeg ik je
Swale was uit de loopgraaf geklauterd,
liep nu in gebogen houding zoo snel hij kon,
in de richting van waar hij gekomen was.
Hij heeft zijn geweer niet eens meege
nomen, dat uilskuiken!
Op zijn beurt sprong de sergeant op, maar
Swale was reeds ver, rende steeds sneller
vooruit in de sneeuw.
De kogels floten door de lucht, 't Scheen
of Bertram door een onzichtbare macht be
schermd werd. 't Was donker geworden: nu
en dan werd de ruimte verlicht door het
granaatvuur. De sergeant ging naar z'n
post in de loopgraaf terug.
Na ruim een kwartier verscheen Swale
weer. Hij waggelde op z'n beenen. Op zijn
rug droeg hij den vermisten officier. Zijn
makkers verlosten hem van den zwarem last
en de drager zakte uitgeput neer. Op zijn
mouw kleefde bloed dat van den gewonden
officier moest zijn, dachten de andere solda
ten.
-Waar is Freeman? mompelde Swale na
eenige minuten.
Hij vergat, dat hij die vraag reeds eerder
gesteld had. 't Antwoord kwam niet, want
de Duitsche artillerie had de Engelsche
loopgraven opnieuw onder hevig vuur geno
men; er was dus reden een nieuwen aanval
te duchten.
Ongemerkt sloop Swale naar buiten en
snelde blindelings heen naar de plaats waar
er gestreden was. Gelukkig verloor hij nu
geen bloed meer; de koude had een einde ge
maakt aan de vloeiing. Zijn arm was echter
stijf en hij voelde zich zeer zwak.
Ik moet Freeman vinden, zei hij aan
houdend bij zich zelf, ik moet dien armen
man redden.
De zoeklichten gleden over het uitgestrekte
sneeuwveld hier en daar een weinig opge
hoogd door ondergesneeuwde lijken en wa
pens. Swale rende verder met waggelend
lichaam.
Hij bleef staan voor een hoop lijken, 't
Was een jammerlijke verwarring van uni
formen, wapens en menschen die kort te
voren elkaar bevochten hadden er elkaar nu
in den dood schenen te omhelzen.
Op dertig meter afstand sprong een gra
naat. Swale bleef ongedeerd, scheen zelfs
niets te bemerken.
Geen wonder met die kou. Waar ben
je gewond?
Aan de dij. 'n Schrapnelscherf geloof ik.
Ik zal me bukken; sla je beide armen
om m'n hals.
Laat maar.. 't is toch gedaan met
meen je zou je zelf in gevaar brengen.
Doe wat ik je zeg en spreek niet meer
tegen. Eén, twee, hup!
't Was een zware man en Swale moest al
de kracht die hem overgebleven was inspan
nen om den last te verdragen. Hoe hij ei- ten
slotte in slaagde den gewonde naar zijn
loopgraaf terug te sleepen, dat heeft hij
nooit kunnen begrijpen Sterren dansten
voor zijn oogen, 't hart hamerde onheilspel
lend, maar toch zette hij door. Eindelijk
zag hij de loopgraaf als een donkere verhe
venheid voor zich opdoemen. Een kreet
opende zijn op elkaar geperste lippen en
hij struikelde. Een verloren kogel had zijn
schouderblad getroffen. Zijn wegstervende
zinnen bemerkten nog vaag een aantal man
nen die hem te hulp waren gesneld en in
zijn half verdoofde hersens borrelde het
zwakjes op: „Zal zij alles vernemen?"
Freeman.ik moet Freeman vinden.
Hij gaf er zich geen rekenschap van dat
hij hardop sprak, maar iemand had zijn
stem opgevangen, want uit een andere
sneeuwhoop kwam 't antwoord!, nauwe
lijks hoorbaar.
Hier.hier.
Eenige oogenblikken later viel Swale op
de knieën naast zijn wapenmakker.
Berty, riep Freeman op den toon van
een ziek kind, 't is.gedaan met me.
Wat zeg je nou?... Je komt er zeker
weer boven op!
De ander hernam verslagen:
Neen Berty, laat me maar. Niets meer
aan te doen. 't Heeft ook niet veel te betee-
kenen.alleen voor m'n vrouw en kinde
ren.'t Is gedaan met me Berty, ik voel
dat ik sterven ga.
Veertien dagen later, teen hij te bed lag
in een Fransch hospitaal, leidde de verpleeg
ster een man binnen van indrukwekkende
gestalte en militaire houding.
Soldaat Swale niet waar? vroeg de of
ficier glimlachend.
Ja mijnheer, antwoordde Swale. En hij
vroeg zich af wat de bezoeker verlangde,
want het leven voortaan scheen hem don
ker en nutteloos.
De commandant van Portsmouth zendt
mij tot u, om u te berichten dat hij een
Victoriakruis voor u disponibel stelt.
't Victoriakruis.Zeker omdat ik Free
man teruggebracht heb.Maar hij was im
mers miijn vriend?
Omdat u, na zelf gewond te zijn, onder
een hevig vuur eerst uw officier gered hebt
en toen uw kameraad.
Swale meende te droomen. Hij, de
bloodaard, die 't liefst de kantjes er af liep,
terwijl anderen de kastanjes uit 't vuur
haalden, dat had men hem immers zoo
gezegd hij begiftigd met het Victoria
kruis!
't Was buitengewoon, ongelooflijk, belache
lijk 1
Maar de voornaamste reden van mijn
bezoek geldt een andere kwestie. In naam
van den generaal vraag ik u of u de of
ficiersuniform zoudt willen accepteeren. U
kunt gerust eerst eens rustig nadenken.
Wanneer u uw antwoord gereed hebt, moet
u het mij maar schrijven. Tot ziens, mijn
heer Swale en wel gefeliciteerd.
Steeds glimlachend drukte de bezoeker
Swale's hand, groette de verpleegster en ging
heen.
Daar is nog iemand die u wenscht te
spreken, kondigde de verpleegster aan op
't oogenblik dat de officier de zaal verliet
een dame.
Een dame... die me wil spreken? Ik
ken geen dame.
Dat is vreemd. Zij zegt dat zij u wel
kent. Daar is ze. Maar praat niet te lang.
Mabel! stiet hij in groote verrassing uit.
't Meisje trad nader, keek hem een oogen
blik aan en liet zich dan op een stoel naast
zijn bed neer. Zij snikte. Hij strekte zijn
hand uit, legde ze met groote teederheid op
haar schouder.
Mabel, zei hij met stokkende stem, waar
om bent u hier gekomen?
De tranen beletten haar het spreken. Ein
delijk hief zij haar beschreid gezicht op.
Voor één ding maar, mijnheer Sw*le
en dan zal ik mij weer terugtrekken.ik
ben u op komen zoeken om u vergiffenio te
vragen.
Mij vergiffenis vragen? Gerechte hemel,
u hebt me nooit anders dan de waarheid
gezegd. Ik was een luiaard, een bange baas.
Ik liep de kantjes er af, terwijl het land al
zijn strijdbare mannen noodlg had. Maar
toen wist ik nog niet beter.... Sapperloot
neen, ik wist nog niet, wat ik nu weet!
Een Bull-Dog Drummond-verhaal
door
SAPPER.
31)
Geautoriseerde vertaling.
Hoe het ook zij, hij kan er ook wel niet
geweest zijn. De Nachtegaal was erg gemakke
lijk in de gaten te houden en het is dus best
mogelijk dat hij zijn mannetje enkele uren
losgelaten had om dringender zaken af te han
delen. Om naar dien avond terug te keeren
Do twee visschers hadden niet veel meer te
zeggen, maar wat zij daar zoo luid aan elkaar
hadden zitten vertellen was voldoende om den
Nachtegaal als den wind naar den overkant
van het Kanaal te zenden. Het is U den vorigen
avond wellicht opgevallen dat hij een bijzondere
gave heeft voor een internationalen inbreker.
Hij spreekt vloeiend Engelsch. En dat kwam
hem ditmaal reusachtig te pas. Hij kon natuur
lijk onmogelijk vaststellen of die kisten daar
alleen op Romney Marsh aan land waren ge
bracht, omdat de Pad vlak in de buurt was, dan
wel omdat die plaats bijzonder geschikt scheen
om smokkelgoed aan wal te brengen.
Wacht eens even, zei Hugh. Hoelang is
het geleden, dat u dat gesprek in de herberg
hebt afgeluisterd?
Zoowat zes weken, antwoordde Matthews
Eerder nog iets langer. Maar ik kan u jammer
genoeg niet precies vertellen wanneer de Nach
tegaal tot de ontdekking is gekomen, 'lat do
man, waar hij naar zocht, uw naaste buur was.
Het is geen idioot en waarschijnlijk heeft hij
onmiddellijk argwaan opgevat voor een huis.
dat zoo gruwelijk versterkt was als Temple
Tower. Trouwens dan deed hij maar net als
ik. Maar de Pad is een zwijgzaam heerschap en
verdenking is nog geen bewijs. Persoonlijk
*«b ik den man, die zich nu Granger noemt
nog niet onder de oogen gehad, ofschoon ik
uren naar hem op den loer heb gelegen. Ik
maak uit alles op, dat de Nachtegaal meer ge
luk heeft gehad. In ieder geval heeft nij tot
zijn niet geringe voldoening eindelijk weten
vast te stellen, dat de Pad zich hier schuil
houdt onder den naam van Granger En daar
mee is hij dus aan het eind van zijn speurtocht
gekomen; zijn vijand is ontdekt. Theatraal als
al die menschen zijn heeft hij die vondst ge
demonstreerd door in den nacht met roede en
blauwe lichten te spelen: de kleuren der hen
ce. Dat is de eenige verklaring voor de roode
en blauwe teekens die u enkele avonden over
de Marsh hebt zien lichten. Al dien tijd, van
het oogenblik af, dat de Nachtegaal van Dui
velseiland werd vrijgelaten, heeft die ander in
doodsangst geleefd, dat hij ooit ontdekt zou
worden. En nu is hij ontdekt.
De jonge Sproeikop zuchtte diep!
Zeg eens jongens, zei hij, dat wordt een
vinnig partijtje is het niet? En waar komen
nu die Blauwbaard en het meisje ineen» van-
daan
O, daar was ik juist aan toe, zei Matthews
Paul Vandali, is een van die typen, die bij de
rolitie wel degelijk als misdadigers bekend
zijn, doch 't raadselachtig vermogen bezitten om
steeds aan haar waakzaamheid te ontsnappen.
In allerlei vuile zaakjes spelen dat soort hee-
ren de leidende rol, maar zoodra er een luchtje
aan komt. stellen ze zich buiten schot. Hun
bondgenootschap tegen de politie duurt reeds
drie jaar.
Gelooft u dat het Le Bossu Masqué is?
vroeg ik.
Matthews schudde ontkennend het hoofd.
Dat is absoluut buitengesloten, zei hij
Daar is hij niet oud genoeg voor. Vandali is
een man van hoogstens vijf en dertig jaar. Dat
sluit hem dus buiten alle verdenking. O nee.
Hij is op een heel andere wijze in dit zaakje
betrokken geraakt. Ik heb u reeds een en an
der verteld van den neef van den Russ1 schelt
prins Boris Marcovitch nietwaar, die altijd
voor diens gasten zorgde. Welnu, die neef was
tevens de erfgenaam van den prins. Hij leeft
op het oogenblik nog en woont in Parijs. Hij
kwam in het bezit van heel het vermogen van
den prins en is dus wel een welgesteld man.
Na de geschiedenis met het Chateau du Lac
Noir stelde hij een enorm bedrag beschikbaar
om de daders op te sporen en vooral de kunst
zinnige verzameling weer in handen te krij
gen, voordat zij niet alleen tegen belachelijke
lage prijzen verpatst zou worden, maar wat er
ger was, geheel verstrooid zou geraken. Niet
minder dan vijftig duizend pond had hij' daar
voor over. Natuurlijk heeft ook hij sinds" de ja
ren de mogelijkheid van een terugvinden reeds
lang laten varen, ofschoon de premie van
kracht is gebleven. En toen doken ineens die
Vandali en zijn handlangster op. U hebt hen
reeds gezien niet waar en het zal u ook we!
niet ontgaan zijn, dat zij zich in hoogere krin
gen uitstekend op hun gemak gevoeien. In
ieder geval hebben ze ergens op een uitgezocht
feestdiner voor het eerst kennis gemaakt met
graaf Vladimar, zoo heet de neef van prins
Doris. En het gesprek kwam toevallig op
het kasteel du Lac Noir en het drama, dat
zich reeds meer dan dertig jaar geleden al
daar had afgespeeld. Ik weet dit alles van den
kellner, die geen kellner was. Om duidelijker
te zijn en kort te gaan tevens, de Parijsche
politie was die Vandali's op het spoor voor een
hoteldiefstal in Nice. Men had natuurlijn weer
geen bewijzen, maar alles werd nu in het werk
gesteld om hen eindelijk eens in de val te
lokken. En de kellner was een echte detective
Zijn vermomming als kellner bracht hem niet
veel verder met betrekking tot het geval in Nice,
maar hij kreeg in ieder geval te hooren. dat
Vladimar zoo categorisch mogelijk beweerde,
dat de belooning van vijftig duizend pond nog
altijd ran kracht bleef. Hij zei het lachend,
alsof hij net zoo goed een half milioeu had
kunnen uitloven. Maar het was den detective-
kellner niet ontgaan dat de twee een veelbetee.
kenenden blik met elkander hadden gewisseld,
dat is dus de reden van hun komst.
Hoe zij de schuilplaats zoo spoedig te weten
zijn gekomen kan ik U onmogelijk vertellen
Het Is best mogelijk, dat ze zich via hun betrek
kingen met de Parijsche onderwereld op de
hoogte hebben laten houden van het doen en
laten van den Nachtegaal en zoodoende even
eens van diens wraakzucht hebben weten ge.
bruik te maken. Denk U zich eens in, heeren.
Drie verschillende partijen door drie verschil
lende motieven gestuwd naar hetzelfde punt en
alle drie op hun wijze gebruik makend van den
Nachtegaal, die weer een geheel aparte reden
heeft om zich voor den eenzamen bewoner van
Romney Marsh te interesseeren. Hoe het ook
zij. De Vandalis zijn inmiddels ook gearriveerd
en daarmee hebben we de voornaamste perso
nen voor ons filmcenario bijeen. Want ik ver
zeker U heeren, dat het werkelijk een zeer span.
nende geschiedenis zal worden.
Als om den indruk van zijn woorden nog ster
ker te maken, hield Matthew eenige oogenblik
ken met zijn verhaal op. Hij diepte met zijn
dunne vingers een sigaret op uit den zilveren
box op de tafel, haalde met langzame bedacht
zame bewegingen zijn aansteker voor den dag.
liet die heel handig openknippen en zoog nog
steeds even langzaam en bedachtzaam wat vuur
naar zijn sigaret. Toen daar mooie blauwe rook
uit opsteeg, vervolgde hij teD slotte:
Heeren, dat was eigenlijk nog allemaal ver
leden tijd. Ik ben ten slotte niet verder geko
men, dan dat ik U de eerste oorzaken tot het
oogenschijnlijk allerwonderlijkste samenstrek-
ken der verschillende strijdmachten op dit eene
verloren plekje der wereld heb uiteengezet
Wat ik hier inmiddels heb uitgevoerd !s met
enkele woorden verteld. Ik heb U reeds gezegd
dat de grootste wensch van mijn leven zou zijn
em den man, die mij vanavond bijna heeft ver.
moord, te kunnen grijpen. En daarom heb ik
me schuil gehouden in een bescheiden herberg
van Rye, alsmaar wachtend op wat eenmaal
geschieden moestzijn komst. Ik heb al dien
tijd den Nachtegaal in het oog gehouden; U
hebt me den vorigen nacht immers nog gezien,
toen ik me zoo onverstandig aan het licht bloot
stelde. Maar tot vannacht wist ik niet dat ook
Le Boscu Masqué hier was. Ik kan eigenlijk
heelemaal niet zeggen, wat me bewoog om van
nacht naar Temple Tower te komen; waar
schijnlijk een gevoel van buitengewone onrust
of wellicht nog iets dieper. Het mag U vreemd
in de ooren klinken maar ik heb meermalen
liet gevoel, alsof er een soort verbindlngsbrug
tusschen hem en mij bestaat, ofschoon ik hem
voor vannacht nog nooit had gezien. Een ver.
bindingsbrug, die niet met natuurlijke argu
menten is te staven, maar die in de wereld
van het onderbewustzijn zijn steunpunten heeft
gevonden. Heeren, in Parijs heb ik hem heel
dicht bij me gevoeld, dat weet ik stellig en
toch heb ik hem nooit gezien. En vanavond
trok een allesbeheerscliende kracht mij naar
Temple Tower. U weet wat er het gevolg van
was. Plotseling zdg ik hemhij kwam heei
vaag uit het duister naar voren vlak boven
mijn hoofd. En ofschoon ik er half op was voor
bereid werd ik door den schok van die ontmoe
ting bijna lamgeslagen. Ik vergat zelfs mijn re
volver te trekken, totdat het te laat was. Hij
vas al verdwenen.
Hij hield op en weer kwam er een droomerige
blik In zijn oogen.
Maar hij is hier en ik ben hier en ditmaal
zal het tot een beslissing moeten komen tus
schen ons beiden, dat verzeker ik U. Wat er
ook gebeuren mag, hoe die beslissing ook moge
plaats vinden, hij of ik keeren niet levend van
dit uitstapje terug.
Een tijdlang werd er door niemand gespro
ken. Er was iets in die laatste woorden, lat ons
met ontzag voor de toekomst vervulde. Evenals
op Spragge's Farm de zachte melodieuse stem
van den Nachtegaal Granger's doodsvonnis had
uitgesproken, klonk ook nu in deze laatste ver
klaring de dreiging door van een gevecht op
leven en dood tusschen twee aartsvijanden.
Maar genoeg, heeren, vervolgde hij weer
op zijn gewonen bijna zakelijken toon. In dit
land heeft bet niet veel nut te gaan peinzen
Daden moeten hier worden gesteld. Vastbera
denheid en scherpzinnigheid moeten onze eenige
leidstarren zijn. Weest U nu zoo vriendelijk en
doe mij,als tegenbeleefdheid een kort verslag,
van wat er met U is geschied. Dan zullen We
gezamenlijk een nieuw werkplan uitdenken en
beslissen wat er voor de eerste dagen gedaan
moet worden.
We vertelden hem haarfijn van al onze ont
moetingen vanaf de eerste bokspartij tot de
semsatloneele vlucht uit Temple Tower, de ge
schiedenis met den bloembak, de gestolen bou
gies, de vermiste kaart, en Miss Verney's brief
En toen we daarmee klaar waren, rookte hij
een heele sigaret op voordat hij eindelijk weer
het woord nam.
Captain Drummond, zei hij rustig, ik felici
teer U. Ik moet toegeven dat Uw gevolgtrek
kingen zeer juist zijn. Of hij U met dien bloem
bak voor goed of tijdelijk uit den weg heeft
willen ruimen, hangt geheel in het duister,
maar ik ben het geheel met U eens, dat uw In
menging in deze zaak zijn eigen plannen danig
in de war dreigde te sturen. Hij moet nog maar
heel kort geleden zijn aangekomen, daar ben
:k baast zeker van. Hij vermoedde niemand
anders te zullen aantreffen dan den Roslgnol
en mij. Inplaats daarvan krijgt hij bovendien
te doen met de Vandalis en een trio van ama
teurs-detectives, dat echter in het ge keel niet
verlt weg te cijferen.
Hij stond op en liep met afgemeten passen
het terras op en af. Zijn gezicht was erg be
weeglijk en elke zin, dien hij nog sprak werd
met een aparte uitdrukking als het ware geïl
lustreerd.
Wat is het gevolg van dit alles? In ieder
geval dit eene: dat de tijd begint te dwingen.
Hij vangt iets op van de kaart die aan SL?
John behoort. Hij steelt die. Niet vermoedend,
dat daar nog een vers achterop staat, meent hij
de oplo-slng tot den geheimen ingang van
Templo Tower in handen te hebben. Vannacht
was hij naar dien ingang aan het zoeken toen
de hond hem verrastte. Waarschijnlijk een
beetje nijdig, dat het ellendige beest zijn per
soon op zoo luidruchtige wijze aandiende, ver
borg hij zich eenigen tijd, genoeg om Gaspard
gelegenheid te bieden naar buiten te treden,
hem te gaan zoeken en in zijn onfeilbaren greep
geworgd te worden. Wie weet waarom hij den
knecht geworgd heeft. Waarschijnlijk heeft hij
niet geweten, dat U zich ook reeds in het park
■bevond en meende bij toegang tot het huis te
kunnen verkrijgen door zich voor Gaspard uit
te geven: mogelijk stond hem ook iets anders
voor den geest. Aan één ding valt echter vol
gens mij niet te twijfelen, heeren; op het oogen
blik is de tijd voor den Gebochelde van nog veel
meer gewicht dan enkele uren geleden.
Gezien het feit, dat hij zich geen toegang tot
het huis heeft weten te verschaffen was het
vermoorden van Gaspard een vergissing een
verschrikkelijke vergissing. Niet dat Le Bossu
zich druk zou maken om een lijk meer of min
der, maar de gevolgen van dezen moord dreig
den heel zijn plannen in de war te sturen. Het
is nu eenmaal gebeurd en kan niet meer wor
den hersteld.
(Wordt vervolgd)