■a— LI De Gemeentewet in behandeling DONDERDAG IS MEI 1930 GANDHI DE NIEUWE AARTSBISSCHOP MENSCHEN EN MEENINGEN DE NIEUWE VICARIS-GENERAAL VAN HET AARTSBISDOM •V* DE VORM VAN INTERLOCALE SAMENWERKING Vrouwen ook benoembaar iot Gemeente-secretaris NED. ROODE KRUIS DE KONINKLIJKE FAMILIE reizen en bezoeken LIEFDE PATERS FRANCISCANEN DE OVERWINTERING OP JAN MAYEN-EILAND STEUN BIJ VERPLAATSING VAN ARBEIDSKRACHTEN geen armenzorg Gandhi, <le leider van den boycot tegen Engeland, in Britsch-Indië, zit gevangen. Ook zijn opvolger heeft reeds dênzelfden weg afgelegd, naar het schijnt. De berichten echter blijven nog maar altijd wijzen op groote onrust in dat uit gestrekte gebied. Die paar feiten, en zelfs de min of meer onderdrukte opstand, mogen echter niet de aandacht afleiden van de grondgedachte van al die gebeurtenissen. Ze zeggen iets heel ernstigs aan iedereen. Eerst dit: dat we ons niet gemakkelijk moeten vleien met de dood-onschuldige ge rustheid: ook die menschen daar ginds in de koloniën hebben het heel goed; het zijn nog onbeschaafde rassen ze mogen en moe ten dankbaar zijn voor de burgers van de beschaving en dergelijke frasen meer. We maken ons veel te gemakkelijk wijs, dat iets, wat tot nog toe op een bepaalde manier gegaan is of heeft bestaan, ook ten eeuwigen dage zoo blijven zal of blijven moet. Alle menschelijke instellingen ondergaan de wet van sterven en vergaan, veranderen en ver wisselen. We hebben zoo heel eenvoudig leercn den ken: wij, beschaafden, zijn in die onbeschaaf de landen gekomen, hebben daar het roer in handen gevat, den koers aangegeven, onze wetten en inzichten verspreid, wij zijn aan 't beschaven gegaan. Het spreekt vanzelf, dat wij daarvan de vruchten plukken, na tuurlijk, ook de menschen daar deelen mee en het spreekt eveneens vanzelf, dat iedereen met al datgene wat de beschavelingen daar komen doen, blij en gelukkig moet zijn. Toch klopt dat niet allemaal. Want ten tweede zegt ons die opkomende beweging en die onrust het volgende: Maken de bes, havers van het Westen de volkeren in het Oosten eigenlijk wel geluk kig? Moeten zij zao gebrand zijn op ons Wes- tersch leven? Vergeten wij toch niet: wij Westersche menschen met onze manier van doen, met onze inzichten, met onze opvattingen, met al datgene wat wij cultuur noemen, maken een even zonderlingen indruk op de Oosterlingen, als zij op ons. Zeker kunnen wij die menschen wat leeren, we hebben het een eind gebracht in de techniek, maar laten we daarom toch niet voorbij zien, dat we in andere punten ontstellend oppervlakkig geworden zijn en de meest ernstige dingen van het leven schijnen weg te gekken Het kan heel eenvoudig schijnen voor ons, d.at die menschen door ons geregeerd worden feitelijk, maar als wij hen dan gebracht hebben tot de mondigheid van het mensc.h- zijn, als zij zich zelf kunnen besturen, zullen die door ons „beschaafden" dan niet gaan denken, als wij, d. w. z. zoo: „der Mohr hat seine Schuldigkeit ge than, der Mohr kann gehen", wat in vertaling luidt: ziezoo, jullie zijt bedankt, we kunnen het nu alleen wel af. Dit oogenbl'ik komt en moet zelfs komen, liet kan door raddraaiers te vroeg als reeds gekomen verondersteld worden, maar hetgeen er in Indië plaats grijpt, duidt op toestanden en denkbeelden die erop wij zen, dat het Oosten zijn eigen plaats onder de zon wil hebben, met zijn eigen bescha ving en eigen cultuur, geen opgedrongen gezag, of voorgeschreven levenswijze. Gandhi vertegenwoordigt meer dan een naam, meer ook dan een plaatselijk feit, hij vertegenwoordigt een richting. -3r- DEKEN HUURDEMAN Z. D. H. Mgr. J. H. G. Jansen, AartsWsacnep van Utrecht, heeft benoemd tot Vicaris-Gene- raai van het Aartsbisdom Utrecht, den Hooa Eerw. heer D. Huurdeman, Deken van het Dekenaat Klazienaveen en Pastoor te Nieuw- Sehoonebeek (Dr.). DE HULDIGING OP 15 JUNI BEPAALD ZUSTERS D.ER CONGREGATIE TAN DEN H. FRANCISCÜS XAVERIUS, die de Liebaard zullen bedienen; in het midden de leider, Mgr. Snoeys TWEEDE KAMER De HoogEerw. Heer Huurdeman werd 5 Januari 1878 te Leusden geboren en 15 Augus tus 1902 priester gewijd. Op 19 September 1902 werd Z.Eerw. benoemd tot kapelaan te Avereest waar hij tot 9 Juni 1905 de H. Bediening uitoefende. Op dien da tum werd hu kapelaan te Zutphen. Daar ver bleef hij slechts een jaar. Achtereen volgens was Z Eerw daarop nog kapelaan te Abcoude en Arnhem (H. Walburgis). Van 12 Januari 1917 was hij Pastoor te Nieuw-Schoonebeek en deken van het dekenaat Klazienaveen. Voor de Drenthenaars, die zoo onnoemelijk veel aan het initiatief van dezen zieleherder in den waren zin des woords, te danken hen ben, ia! het een moeilijk scheiden zijn. Artikel 96 van de nieuwe Gemeentewet ver klaart benoembaar tot secretaris „alleen hij, die mannelijk Nederlander" is... Van liberale zijde was een amendement ingediend om ook de vrouw benoembaar te maken. En daarover ontketende zich weer een heele discussie, die eigenlijk allen verbaasde, maar desniettemin toch plaats vond. Er was eenige reden tot ver bazing, omdat de Kamer de benoembaarheid van vrouwen tot burgemeester reeds heeft aanvaard. En de a.-r. heer de Wilde, die wel begreep, dat hij tegen de bierkaai vocht, zei al direct, dat hier de zaak heel anders stond, daar het ambt van secretaris lang niet zulk gezagselement in zich heeft als dat van burge meester. Maar hij bleef er tegen omdat hij oordeelde, dat men niet stap voor stap verder moest gaan op een weg, die hem verkeerd scheen. Principiis obsta: die les van Ovidius maakte de heer de Wilde tot de zijne. Alleen: het „beginsel" is hier al heelemaal weg. Men kan niet willekeurig de eene betrekking wel en de andere niet voor de vrouwen openstellen. Mr. de Wilde verzette zich in elk geval tegen gehuwde secretaressen: voor deze ambtenares sen zou dezelfde bepaling moeten gelden als voor de vrouwen in rijksdienst: ontslag bij het in het huwelijk treden. Mevrouw BakkerNort meende, dat men, met de benoembaarheid der vrouwen over meer geschikte krachten zou beschikken. Dit is wel mogelijk. Doch haar opmerking aan het adres van mr. Kortenhorst, die gewaar schuwd had niet te veel posten, die voor man nen geschikt zijn, aan vrouwen te vergeven, sneed geen hout. Die vrouwen, zoo redeneerde cle vrijz.-dem. afgevaardigde, kunnen nu in hlpine gemeenten benoemd worden. Jawel, maar in welke gemeenten moeten de mannen dan beginnen De minister verklaarde nog eens geen prin- cipieele bezwaren te hebben, zeker niet tegen de benoeming van vrouwen tot secretaresse der gemeenten, maar hij achtte die niet noo- dig. Hij wilde de zaak aan de Kamer overlaten, die in volle vrijheid kan spreken en stemmen maar hij achtte de benoembaarheid niet noo- dig en het liberale amendement om deze in de wet op te nemen, niet aanbevelenswaardig. Mr. Heemskerk kwalificeerde de eischen der feministen om, waar maar mogelijk, ge lijkheid tusschen man en vrouw in de wet te schrijven, als buitensporig. Hij zag geen basis voor deze juridische gelijkstelling en meende, dat alleen die betrekkingen voor de vrouw moesten worden gereserveerd waar deze speci ale roeping voor heeft. Nu ontkenden de femi nisten wel, dat zij de stelling van gelijk heid tusschen man en vrouw huldigden, maar „daar zijn goeden en slechten onder hen", zei de a.-r. heer Beumer en hij herinnerde er de liberale juffrouw Westerman aan, dat zij hij de Grondwetsherziening in Nov. '21 wel dege lijk een amendement had ingediend waarin de volkomen gelijkheid van man en vrouw op gro teske wijze was neergelegd. Vinnig maar niet ten onrechte merkte daar op de socialistische mej. Groeneweg weer op, dat een deel van hen, die nu zoo wezen op het wezensverschil tusschen man en vrouw, dit verschil d&ar vergat, waar men er juist wèl acht op moest slaan: hij de verzorging van arbeidsters in gezegende omstandigheden. De c.h. fractie was verdeeld: de heer Snoeck Henkemans was het eens met mej. Katz, die met een beroep op dr. de Visser's „Christus en de vrouw" het volstrekt niet met .het chris telijk beginsel strijdig noemde, dat ook de vrouw benoembaar werd verklaard. Daaren tegen maakte de c.h. leider, ds. Schokking de dubbele opmerking: ik hen er tegen, omdat er te veel vrouwen op mannenplaatsen komen en (wat ons een zeer schrandere opmerking leek) omdat veel van die vrouwen zich wennen aan een veel te hoogen levensstandaard. Dit laatste is zeker een gevaar: de talrijke onge- huwden die behoorlijk betaalde functies waar nemen, maken de levensomstandigheden voor de gezinnon ongetwijfeld veel moeilijker. De 'kwestie is alleen, dat de, met benoeming be laste organen, met dit gevaar rekening hou den. Dat de meerderheid van de Kamer ook al nam dezen keer geen enkele Katholiek aan de discussie deel de benoembaarheid van de vrouw toch in de wet geschreven wenschte te zien, was te verwachten. Het libe rale amendement verwierf 51 stemmen. Onder de voorstemmers waren weer: mgr. Nolens, mej. Meijer, de oud-ministers Aalberse en Bon- gaerts en de heeren Guit, Goseling, Uien, Su- ring en v. d. Meys. Zondert men de rede van den minister uit, die een uitvoerig staatsrechtelijk betoog hield ter verdediging van zijn ontwerp, dan is ei- betrekkelijk weinig gesproken over het be langrijkste deel van het aanhangige wetsont werp: de onderlinge samenwerking der ge- menten. Het huidig wetsontwerp toont, naar bekend is, een uitgesproken voorkeur voor de inter communale samenwerking in publiekrechtelij ken vorm. Want art. 122 p. bepaalt: „Eene gemeenschappelijke regeling mag niet geschieden, in den vorm van eene stichting, naamlooze vennootschap of andere burgerrech telijke overeenkomst, dan indien deze vorm in verband met den aard van het te regelen be lang daarvoor in het bijzonder aangewezen moet worden geacht". Gesteund, door a. r. en liberalen had mr. van Hellenberg-Hubar een amendement ingediend dat de strekking had den privaat-rechtelijken vorm van samenwerking niet zoozeer op den Openbare beiooging op straat en feestelijke bijeenkomst Onder voorzitterschap van Mr. H. W. de Vink heeft in 't St. Jozêl'gebouw te Utrecht 'n ver gadering plaats gehad van een grooi aantal ver tegenwoordigers van Katholieke vereenigingen, bijeengeroepen door het voorloopig comité tot het orgniseeren van een huldebetooging aan den nieuw-benoemdeu Aartsbisschop, Mgr. J. H. G. Jansen. Na ampele besprekingen, waarbij de werk zaamheden van het voorloopig comité werden medegedeeld, verklaarden alie aanwezigen zich bereid aan een huldiging mede te werken, zoodat besloten werd tot het houden dier huldi ging, als.mede tot het samenstellen van een comité daartoe. Bij de bespreking van de wijze van uitvoering van dit plan bleek, dat de geheele vergadering van gevoelen was, dat de huldiging er een moet zijn, niet alleen den Dcorluehugan Metropoliet der Nederlaudsche Kerkprovincie, maar ook diens residentie ten volle waardig. Uiteraard werd daarbij groote aandacht be steed aan het kosten-vrangstuk. De vergadering was, nadat spontaan belangrijke bedragen wa ren toegezegd, van oordeel, dat, gezien de groote belangstelling voor deze huldiging men overtuigd kan zijn, dat financieele moeilijkhe den niet behoeven te worden gevreesd, wanneer ook de andere organisaties, welke zich ter ver gadering nog niet konden uitspreken, zich niet onbetuigd zullen laten, terwijl, zoo noodig, van particuliere zijde op medewerking kan worden gehoopt. Besloten werd, dat de huldiging tweeledig zal zijn, zoowel een openbare betooging op straat, als een feestelijke bijeenkomst. Beide zullen aan elkaar sluiten en op denzelïden dag, Zondag 15 Juni, plaats hebben. De openbare betooging op straat zal bestaan uit een machtigen optocht langs het Aartsbis schoppelijk Paleis, waartoe alle vereenigingen, sociale zoowel als godsdienstige, met haar ba nieren zullen worden opgeroepen. Ook de jeugd achtergrond te dringen als art. 122 p. dit doet. En hij beriep zich daarvoor op de professoren I zal zoovel door patronaten, jongens en meisjes- v. de Grinten en v. Poelje. O.i. verzwakte de bonden en sportvereenigingen als door deputa- Katholieke afgevaardigde zijn betoog door de t}es ujt de hoogste klassen der Katholieke scho- royale, maar niet al te „politieke" erkenning, jen ruimschoots vertegenwoordigd zijfc. dat in veel gevallen de publiekrechtelijke vorm Deze optocht, waaraan verschillende muziek- van samenwerking de beste is. Waarom zou- jjórpsen hun medewerking zullen verleenen den we dien vorm dan niet nemen vroeg de zal gehouden w-orcien in den middag van 15 v. d. heer Ketelaar onmiddellijk en de soc. dem. juni (een en ander natuurlijk behoudens goed heer v. d. Waerden verdedigde met vuur het keuring van de autoriteiten), terwijl dienzelf- regeeriugsvoorstelde publieke zaak dient door den avond in de groote Tivoli-zaal een feeste- een publiek orgaan te worden behandeld, ook lijke bijeenkomst zal plaats hebi^n. Op deze als dat orgaan interlocaal is. Alleen waar noo- feestvergadering zal een bekend Utrechtsch re- dig en het kan noodig zijn) wil ir. v. d. Waer- denaar als spreker^ optreden,^ terwijl een kooi den den privaati'ecli'telijken vorm van samen- van drie honderd dames en heeren met mede- vreesden vorm eener N. V. Orchest, onder leiding van den heer Joh. W.n- Tegen zoo'n N. V- vorm nam ook de heer nubst, voor de muzikale illustratie za! zoig- Guit in ©en frisch, ook door kortheid uitmun tend maidenspeechje stelling. Deze katholieke afgevaardigde moest van N. V. 's niets hebben, dragen. Nadat de vergadering aan deze plannen hare DE JAARVERGADERING omdat er gebrek aan openhaarheid is en hij g0eukeuring had gehecht, werd overgegaan tot vreest, dat sommige voorstanders van dien samenstelling van het definitief uitvoerend co- vorm het er o mte doen is de zeggenschap der mité, waarin, naast de leden van het voorloopig openbare lichamen over de arbeids voorwaar- comi'té, nog enkele der aanwezige vertegen den te bekorten. Niet dat de heer Guit het w00rdigers van organisaties zitting namen ideaal vindt, dat deze arbeidsvoorwaarden door pe voorzitter bracht nog dank aan de eerste de openbar© lichamen worden behandeld, maar initiatiefnemers, n.l. het bestuur der Centrale hij prefereert dit toch, waar geen zeer goed ge- r.-K. Propagandaclub, waarna de vergadering organiseert! overleg bestaat. Zoodra er een N. gesloten werd. Het comité bleef nog bijeen om een dage- lijksch bestuur samen te stellen. Dit had tot gevolg, dat het comité thans bestaat uit de na volgende personen mr. H. W. Vink, voorzit ter dr. H. J. A. Stein, 2de voorzitter P. J. Th.Dieges, secretaris H. P. A. de Caes, 2de secretaris H. A. Bekker, penningmeester G. Bruinsma, C. v. 't Huilenaar, Pastoor R. J. A. Jansen, J. J. Kenter, A. Meeuwisse, P. Roup, Dr. L. H. v. Romunde, mevr. A. C. de Rijk- Smelt, mevr. C. Souren—v. Wees,^ mevr. A. Swane—Sweers, Kapelaan PI. F. Wanders en J. Winnubst. Uit dit comité werden twee subcommissies V. is, hebben de raadsleden niet veel meer in j te brengen dan leege briefjes. Mr. Marchant had bezwaar tegen art. 122 e dat bepaalt: gemeenschappelijke regeling van den vorm van samenwerking tusschen de ge meenten behoeft de goedkeuring van Ged. Staten. De vrijz. dem. afgevaardigde zag daar in een aantasting van de gemeentelijke auto nomie. En mr. v. Hellenberg Hubar vond het te kras, dat de gemeenten aan Ged. Staten zouden hebben te antwoorden op de vraag, waarom zij dien of anderen v-orm van samen werking zouden kiezen. De minister bestreed het amendement -v. Hellenberg Hubar; hij richtte er een ware samengesteld, waarvan één de speciale zorg staatsrechtelijke kanonnade tegen en ofschoon kreeg over de organisatie der straatbetooginr hij ontkende, dat de privaatrechtelijke vor n en waarvan tot voorzitter werd aangewezen in de wet op den achtergrond w-ordt geschoven de heer H. A. Bekker en één, die de speciale (een ontkenning, die ons nog al kras voor- zorg kreeg over de organisatie van den feest- kwam) heriep hij zioh op Oppenheim en Struy- avond. Van deze laatste werd tot voorzitter eken, die tegen verdringing vart het publiés aangewezen de heer C. v. 't Hullenaar en tot recht tegen het privaatrecht waren. Het door secretaris de heer H. P. A. de Caes. de nieuwe wet gehuldigde beginsel kwam hem Het algemeen secretariaat is gevestigd Staal- als het gezondste voor. De minister zegevierde: straat 33, tel. 12388. het amendement—v. Hellenberg Hubar werd verworpen met 45 tegen 29 stemmen. Van ka tholieke zijde stemden de heeren Kortenhors Teulings, Lockefeer, van Poll, van Vuuren en mr. v. Hellenberg Hubar zelf voor. Laatst genoemde jonge Katholieke afgevaardigde hul digt blijkbaar Troelstra's leuze: de weg naar de overwinning is met nederlagen bezaaid. Wat als het belangrijkste deel van het wets ontwerp was aangeduid, had met deze stem ming eigenlijk zijn beslag gekregen. Z.K.H. Prins Hendrik is gisterenavond voor enkele dagen in den Haag teruggekomen. H.M. de Koningin-Moeder zal op Dinsdag 3 Juni e.k. ten Paleize Soestdijk het bezoek Het slot van den middag vormde een taaie ontvangen van de alsdan op het Loo logee rede van mr. Marchant, die, naar aanleiding rende Groot-Hertogin v. Luxemburg en van den van de nieuwe toevoeging aan het eerste lid Prins van Luxemburg, Prins de Bourbon- van art. 126, den burgemeester verantwoorde- Parma, haar gemaal. lijkheid gesteld wil zien aan den Raad voor in de-n namiddag keeren de Groot-Hertog en daden van zelfbestuur. De vrijz. dem. leider Prins Felix naar het Loo terug. vreest niets zoozeer dan dat de burgemeester zal worden gemaakt tot een regeeringsagent Het vertrek van de Koningin-Moeder naav Oisterwijk op Maandag 19 dezer is bepaald al is hij er ook voor, dat degenen' onder hen, per trein van 8 u. 53 's morgens met de Hol- dle zich „heele heeren" voelen, weten dat de landsche Spoor, via Rotterdam, chef in Den Haag woont. En de aan alles-denkende mr. Beumer heeft, naar aarleiding van de benoembaarheid van de vrouw tot secretaresse er op gewezen, dat er nu nog wel even in de wet mag worden om schreven of een echtpaar in dezelfde plaats de ambten van burgemeester en secretaris (ease) kan waarnemen. Correctie: In ons overzicht van gisteren stond, dat mr. Marchant zou hebben gespro ken over de autonomie tusschen de art.. 70 en 179; hier was natuurlUk sprake van autonomie. Opening door Prins Hendrik Gisteren werd te Gouda in tegenwoordigheid van Z.IC.H. Prins Hendrik de algemeene ver gadering gehouden van het Nederlaudsche Roo de Kruis. Reeds Dinsdagavond waren verscheidene ge- delegeeiden aanwezig in een feestelijke bijeen komst der afdeeling Gouda in de sociëteit „De Reünie". Hier heeft de heer P. J. Ph. Dietz, arts te Scheveningen, gesproken over de be- teekenis van het Roode Kruis-werk. Gisterochtend te tien uur is de vergadering in de sociëteit .jOiis Genoegen" aangevangen. De voorzitter, Z.K.H. Prins Hendrik, hield de openingsrede, waarin hij allen welkom heet, in 't bijzonder den heer Nauta, die het Cen traal Comité in Indië vertegenwoordigt en den heer Best, Majoor van den Generalen Staf, die den heer Zeeman als lid van het hoofdbe stuur is opgevolgd, en aan den heer Bloem, die, insgelijks met ingang van 1 dezer, tot directeur van het Informatiebureau werd be noemd. Na dank te hebben gebracht aan de afdeeling Gouda voor de hartelijke ontvangst, vervolgde Z.K.H.: Wanneer wij den blik terugwenden over het tijdvak, dat ons thans scheidt van de jaarver gadering in het hart van het schoone en gast vrije Zeeland, mogen wij met dankbaarheid constateeren, dat ons land voor rampen be waard mocht blijven. Andere gewichtige ge beurtenissen van bijzonderen aard, waarvan in dit korte openingswoord melding zoude moe ten worden gemaakt, zijn evenmin voorgeval len. Toch wil ik niet nalaten mededeeling te doen vati een persoonlijken indruk tijdens mijn laatste verblijf in Zwitserland. Wederom heeft mij de wezenlijk internationale beteeke- nis van het Roode Kruis getroffen, toen de omstandigheden mij in hernieuwde aanraking brachten met het Zwitsersche Roode Kruis. In menig opzicht heeft die organisatie met de zelfde moeilijkheden te kampen, die ook wij hier kennen. Hare vredestaak is daardoor nog niet tot volle ontwikkeling kunnen geraken. Spr. verklaarde daarop deze algemeene ver gadering geopend en gaf het woord aan den heer G. v. Slooten, secretaris-generaal, tot het uitbrengen van het verslag. Het jaarverslag Hieraan ontleenen wij, dat het aantal leden gestadig stijgende is. Telde de vereeniging ver leden jaar in totaal 15.946 leden, thans bedraagt hun aantal 17.200. In navolging van het Roode Kruis in Enge land heeft de Rotterdamsche afdeeling een bloedtransfusiedienst in het leven geroepen. De formatie van de transportcolonnes gaat goed vooruit. Bij rustende colonnes wordt getracht nieuw leven op te wekken, en nieuwe colonnes worden door vele afdeelingen opgericht. De ge talsterkte zou 1162 zijn, wanneer bij 355 het bewijs van geoefendheid nog geldig was. Aan de betrokken afdeelingen wordt gevraagd dit verlies zoo klein mogelijk te doen zijn. Eenige vooruitgang is in het instituut help sters te bespeuren, hoewel het aantal nog zeer klein is. Het jaarverslag werd goedgekeurd. De rekening 1930 Uit de rekening 1929 blijkt dat de uitgaven een totaal aanwijzen van 147.780,91 en de ont vangsten een van 147.196,851,2. De balans per 31 Dec. 1929 geeft een staat van activa en passiva aan van 1.009.461,20. Het kapitaal der vereeniging bediraagt 74.531,25, terwijl er een reserve is van 16.409,57. De rekening 1929, alsmede de begrooting. 1930, die nagenoeg dezelfde cijfers te zien geeft als de begrooting 1929 worden mede vastgesteld. Den penningmeester werd machtiging ver leend giften, welke niet voor een bepaald doel worden geschonken, te bestemmen voor het mobilisatiefonds. De begrooting werd voor ontvangsten en uit gaven vastgesteld op 64.775 en 67.678,33. Besloten werd aan H.M. de Koningin voor herbenoeming voor te dragen Jhr. J. H. Röell als eerste ondervoorzitter en mr. G. van Slooten Azn., mr. W. J. Baron Lynden, prof. G. J. W. Koolemans Beijnen en dr. M. Rut gers als leden. Verder werd besloten den heer A. J. ten Hope, lid van het hoofdbestuur der Ned. vereeniging E.H.B.O., aan H.M. de Konin gin voor te dragen als lid van het hoofdbe stuur van het Ned. Roode Kruis. De vergadering behandelde daarna eenige af- deelings-voorstellen, waarover het hoofdbestuur prae-adviezen had uitgebracht. De vergadering besloot overeenkomstig deze prae-adviezen. Aangenomen werd een voorstel van de afd. Amersfoort om in ons land te organiseeren een eerste hulpverleening en het vervoer van slachtoffers hij verkeersongevallen. Nadat de nagedachtenis van den overleden Poolreiziger Fridtjoff Nansen, die tijdens den oorlog zoovele honderdduizenden voor den hon gerdood behoedde met eenige ©ogenblikken stilte was herdacht en Deventer als plaats der volgende vergadering was aangewezen, sloot de voorzitter de vergadering. Na afloop gaf de heer Winters uit Kerkrad© een demonstratie met zijn opvouwbare bran card. Officieele ontvangst Een gevaarlijk artikel; nog gevaarlijker dan een der moderne ontploffivgsmiddelen. Dij die dingen heeft men tenminste nog re gels en wetten, waarmee men kan uitmaken, wanneer de vernielende werking begint. De. liefde heeft veel weg van het Neder- landsche weêr: slaat out van mooi naar leelijh en sukkelt heel veel heen en weer op: onbestendig. Tenminste, als je de krant gelooven mag; en als je de krant niet gelooft, staat heel de ontwikkeling van de massa plus het groot ste deel van de leiders dier „massa", op losse schroeven. Zoo wordt ons heel goedmoedig als oor zaak van een steekpartij of een moordaan slag, een zelfmoord, of een het-op-een-drin- ken-zetten, voorgehoudende liefde. Het gaat ons een beetje boven de pet! Dan deden ze het vroeger, in romans tenminste toch beter, d.w.z. netter, treffen der, met meer gevoel. Toen kwam hel nog al eens voor, dat de heldin, want de held scheen beter bestand legen den invloed van het weer... pardon, van de liefde, aan het kwijnen gingdik wijls keek naar het haantje van den kerh.- toren, zuchtte.... geen tranen meer had om te schreien en dood ging. Dat schijnt den dames van tegenwoordig, die zoo'n beetje, aan liefde doen niet meer aan te staan. Ze blijven liever leven. En we kunnen haar geen ongelijk geven. Doch nu hebben de helden het te pakken. Die trekken er op uit met revolver of mes of boksbeugel. Ze verdoenzich zelf. niet zoo heel dikwijls echter; meestentijds troos ten ze zichzelf of laten ze zich troosten. Allemaal uit liefde. Wij hebben, echt oudenvetsch, een andere opvatting gehad tot nog toe, van dat „geval Voor ons zat er nog altijd de gedachte aan vast van iels edels en moois, iets veredelends en vermooiends ook, doch ook dat schijnt werkelijk oudenvetsch te gaan worden. Liefde krijgt een leelijken bijsmaak nu en een nog leelijkeren nasmaak! Jammer, echt jammer! HET KOLPINGS TACANTIE-OORD „DE LIEBAARD" l Het nieuwe missie-gebied in Britsch-Indië In aansluiting op het bericht in ons blad van Woensdag 1.1. betreffende een nieuw missiegebied der Eerw. Paters Franciscanen in Britsch Indië, kunnen wij liet volgende De Nederlandsche Provincie der Minder broeders heeft, in opdracht van de H. Congre gatie de Propaganda Fide, de zielzorg op zich genomen van een deel van het bisdom Quillon, dat gelegen is in het Zuidelijk deel van het koninkrijk Travancore, op de Malabarkust, Britsch-Indië. Het bisdom Qudllon. een van de bloeiends missies van Britsch-Indië, wordt thans buna reeds 30 jaar bestuurd door Mgr. A M. Ben- zi-er ongeschoeid Carmeliet, die daar met 2(f paters van de Vlaamsche Provincie zijner Orde en 82 inlandsche priesters werkt. Het bisdom telt ruim 211.000 katholieken op ruim twee millioen meerendeels headensche ners. Het aantal parochies is bijna 300- Het groot aamtal bekeerlingen maakte de verdeeling van dit bisdom gewenscht. Gedenksteen op het graf van zeven Hollanders Het ligt in liet voornemeu van den Minister van Defensie, om in Augustus a.s. den nieuwen visscherij-politiekruiser Hr. Ms. „Nautilus" een reis te doen maken naar Jan Mayen-eiland in cle Noordelijke IJszee tot het plaatsen van een steen op het graf van zeven Hollandsche zee vaarders, die In 1634 bij een poging, om op di onherbergzame eiland te overwinteren, zijn omgekomen. In 1912 heeft het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap dezen steen doen vervaardigen. Hij draagt het opschrift; „Outgert Jacobsz. van Grootebroek en zijne 6 Hollandsche makkers zijn in April 1634 hier bezweken bij een poging tot overwinte ring". Reeds in 1912 is gepoogd, om den gedenk steen naar het eiland over te brengen. Dit is toen mislukt, daar juist dien zomer abnor maal veel ijs om Jan Mayen-eiland. heen lag. Te kwart na twaalf heeft het gemeentebe- stur de congressisten op het stadthuis ontvan gen. Bij deze ontvangst waren naast burgemees ter Gaarlandt aanwezig de wethouders Koe mans en Donker secretaris Pot en de raadsle den Mevr. Riesz en de heeren Polet, dr. Hoffman, Verkerk, Muylwijk. Burgemeester Gaarlandt begroette allen, in het hijzonder Z. K- H. Prins Hendrik. We zien hier, zei spr., de werkers voor en de vrienden van het Roode Kruis. Wat het Roode Kruis wil is sympathie wekkend; de vredestaak er van vindt weer klank bij ons volk. Als men zich rekenschap geeft van de uit gebreidheid van het arbeidsveld dat de \eiee- niging betrekt in het kader van haar be- inoeiingen, begrijpt men, dat ons vo voo haar voelt. w In zijn antwoord zei Z. K. H. Prfms frik verheugd te zijn een kijkje te moge emen in het mooie stadhuis, dat velen slechte •ekend is van de afbeelding op de verpak- ung der siroopwafels en iets te mogen zien an de nijverheid der bevolking, waardoor louda als kleine stad een grooten naam heeft, Toen verversohingen waren rondgediend en 'iet stadhuis was bezichtigd, begaf het gezel schap zich naar hotel de Zalm waar het noen- iiaal werd gebruikt Tijdens het bezichtigen der St. Janskerk beeft de heer de Man het orgel bespeeld. Voor In de gisteren gehouden vergadering van den Raad 'van Staten, afd. voor de geschillen van bestuur is o.m. het volgende Kon. besluit voorgelezent Met vernietiging van bet besluit van G-ed. Staten van Friesland is alsnog goedgekeurd bet besluit van den raad der gemeente Sneek, om op de begrooting een post van 500 uit te trekken voor steun bij verplaatsing van arbeidskrachten en huitenwoonplaatswerkers. Deze steun is bedoeld in den vorm van tegemoetkoming in reisgeld, kostgeld en in aansehaffingskosten van werkkleedhig. Ged. Staten waren van oordeel, dat dit be sluit in strijd is met de Armenwet, doch de Kroon heeft thans overwogen, dat de bepa lingen van de Armenwet ten deze niet toe passelijk zijn, aangezien de met den post be oogde tegemoetkomingen veeleer het karakter dragen van arbeidsbemiddeling dan van ar menzorg. EXTRA MAIL UIT INDIë. Met bet s.s. „Grotius" van de Maatschappij Mederland, dat op 24 April j.l. in extra reis an Tandjong Priok naar Amsterdam vertrok, zijn keurig spel werd hij door Z. IC. H. Prins worden een volledige landmail en zeepost ver- BIR THOMAS BEECHAM BEGROET WILLEM MENGELBERG bij diens aankomst in Engeland waar hij concerten komt leiden Hendrik gecomplimenteerd. In de middaguren werden de St. Janskerk en eenige Goudsche fabrieken bezichtigd. In den namiddag bood de burgemeester te zijnen huize een thé aan- -! t. voerd. De „Grotius" zal vermoedelijk 16 Mei te Genua en 24 Mei te Amsterdam aankomen; in aansluiting op de „Grotius" zal echter geen extra trein Genua's Gravenhage ryden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5