■a—
LI
De Gemeentewet in behandeling
DONDERDAG IS MEI 1930
GANDHI
DE NIEUWE AARTSBISSCHOP
MENSCHEN EN MEENINGEN
DE NIEUWE VICARIS-GENERAAL
VAN HET AARTSBISDOM
•V*
DE VORM VAN INTERLOCALE SAMENWERKING
Vrouwen ook benoembaar iot Gemeente-secretaris
NED. ROODE KRUIS
DE KONINKLIJKE FAMILIE
reizen en bezoeken
LIEFDE
PATERS FRANCISCANEN
DE OVERWINTERING OP JAN
MAYEN-EILAND
STEUN BIJ VERPLAATSING VAN
ARBEIDSKRACHTEN
geen armenzorg
Gandhi, <le leider van den boycot tegen
Engeland, in Britsch-Indië, zit gevangen.
Ook zijn opvolger heeft reeds dênzelfden
weg afgelegd, naar het schijnt.
De berichten echter blijven nog maar
altijd wijzen op groote onrust in dat uit
gestrekte gebied.
Die paar feiten, en zelfs de min of meer
onderdrukte opstand, mogen echter niet de
aandacht afleiden van de grondgedachte
van al die gebeurtenissen. Ze zeggen iets
heel ernstigs aan iedereen.
Eerst dit: dat we ons niet gemakkelijk
moeten vleien met de dood-onschuldige ge
rustheid: ook die menschen daar ginds in
de koloniën hebben het heel goed; het zijn
nog onbeschaafde rassen ze mogen en moe
ten dankbaar zijn voor de burgers van de
beschaving en dergelijke frasen meer. We
maken ons veel te gemakkelijk wijs, dat iets,
wat tot nog toe op een bepaalde manier
gegaan is of heeft bestaan, ook ten eeuwigen
dage zoo blijven zal of blijven moet. Alle
menschelijke instellingen ondergaan de wet
van sterven en vergaan, veranderen en ver
wisselen.
We hebben zoo heel eenvoudig leercn den
ken: wij, beschaafden, zijn in die onbeschaaf
de landen gekomen, hebben daar het roer
in handen gevat, den koers aangegeven, onze
wetten en inzichten verspreid, wij zijn aan
't beschaven gegaan. Het spreekt vanzelf,
dat wij daarvan de vruchten plukken, na
tuurlijk, ook de menschen daar deelen mee
en het spreekt eveneens vanzelf, dat iedereen
met al datgene wat de beschavelingen daar
komen doen, blij en gelukkig moet zijn. Toch
klopt dat niet allemaal.
Want ten tweede zegt ons die opkomende
beweging en die onrust het volgende:
Maken de bes, havers van het Westen de
volkeren in het Oosten eigenlijk wel geluk
kig?
Moeten zij zao gebrand zijn op ons Wes-
tersch leven?
Vergeten wij toch niet: wij Westersche
menschen met onze manier van doen, met
onze inzichten, met onze opvattingen, met
al datgene wat wij cultuur noemen, maken
een even zonderlingen indruk op de
Oosterlingen, als zij op ons.
Zeker kunnen wij die menschen wat
leeren, we hebben het een eind gebracht in
de techniek, maar laten we daarom toch
niet voorbij zien, dat we in andere punten
ontstellend oppervlakkig geworden zijn en
de meest ernstige dingen van het leven
schijnen weg te gekken
Het kan heel eenvoudig schijnen voor ons,
d.at die menschen door ons geregeerd worden
feitelijk, maar als wij hen dan gebracht
hebben tot de mondigheid van het mensc.h-
zijn, als zij zich zelf kunnen besturen, zullen
die door ons „beschaafden" dan niet gaan
denken, als wij, d. w. z. zoo: „der Mohr hat
seine Schuldigkeit ge than, der Mohr kann
gehen", wat in vertaling luidt: ziezoo, jullie
zijt bedankt, we kunnen het nu alleen
wel af.
Dit oogenbl'ik komt en moet zelfs komen,
liet kan door raddraaiers te vroeg als
reeds gekomen verondersteld worden,
maar hetgeen er in Indië plaats grijpt, duidt
op toestanden en denkbeelden die erop wij
zen, dat het Oosten zijn eigen plaats onder
de zon wil hebben, met zijn eigen bescha
ving en eigen cultuur, geen opgedrongen
gezag, of voorgeschreven levenswijze.
Gandhi vertegenwoordigt meer dan een
naam, meer ook dan een plaatselijk feit, hij
vertegenwoordigt een richting.
-3r-
DEKEN HUURDEMAN
Z. D. H. Mgr. J. H. G. Jansen, AartsWsacnep
van Utrecht, heeft benoemd tot Vicaris-Gene-
raai van het Aartsbisdom Utrecht, den Hooa
Eerw. heer D. Huurdeman, Deken van het
Dekenaat Klazienaveen en Pastoor te Nieuw-
Sehoonebeek (Dr.).
DE HULDIGING OP 15 JUNI BEPAALD
ZUSTERS D.ER CONGREGATIE TAN DEN H. FRANCISCÜS XAVERIUS, die de
Liebaard zullen bedienen; in het midden de leider, Mgr. Snoeys
TWEEDE KAMER
De HoogEerw. Heer Huurdeman werd 5
Januari 1878 te Leusden geboren en 15 Augus
tus 1902 priester gewijd.
Op 19 September 1902 werd Z.Eerw. benoemd
tot kapelaan te Avereest waar hij tot 9 Juni
1905 de H. Bediening uitoefende. Op dien da
tum werd hu kapelaan te Zutphen. Daar ver
bleef hij slechts een jaar. Achtereen volgens was
Z Eerw daarop nog kapelaan te Abcoude en
Arnhem (H. Walburgis).
Van 12 Januari 1917 was hij Pastoor te
Nieuw-Schoonebeek en deken van het dekenaat
Klazienaveen.
Voor de Drenthenaars, die zoo onnoemelijk
veel aan het initiatief van dezen zieleherder
in den waren zin des woords, te danken hen ben,
ia! het een moeilijk scheiden zijn.
Artikel 96 van de nieuwe Gemeentewet ver
klaart benoembaar tot secretaris „alleen hij,
die mannelijk Nederlander" is... Van liberale
zijde was een amendement ingediend om ook
de vrouw benoembaar te maken. En daarover
ontketende zich weer een heele discussie, die
eigenlijk allen verbaasde, maar desniettemin
toch plaats vond. Er was eenige reden tot ver
bazing, omdat de Kamer de benoembaarheid
van vrouwen tot burgemeester reeds heeft
aanvaard. En de a.-r. heer de Wilde, die wel
begreep, dat hij tegen de bierkaai vocht, zei
al direct, dat hier de zaak heel anders stond,
daar het ambt van secretaris lang niet zulk
gezagselement in zich heeft als dat van burge
meester. Maar hij bleef er tegen omdat hij
oordeelde, dat men niet stap voor stap verder
moest gaan op een weg, die hem verkeerd
scheen. Principiis obsta: die les van Ovidius
maakte de heer de Wilde tot de zijne. Alleen:
het „beginsel" is hier al heelemaal weg. Men
kan niet willekeurig de eene betrekking wel
en de andere niet voor de vrouwen openstellen.
Mr. de Wilde verzette zich in elk geval tegen
gehuwde secretaressen: voor deze ambtenares
sen zou dezelfde bepaling moeten gelden als
voor de vrouwen in rijksdienst: ontslag bij
het in het huwelijk treden.
Mevrouw BakkerNort meende, dat men,
met de benoembaarheid der vrouwen over
meer geschikte krachten zou beschikken. Dit
is wel mogelijk. Doch haar opmerking aan
het adres van mr. Kortenhorst, die gewaar
schuwd had niet te veel posten, die voor man
nen geschikt zijn, aan vrouwen te vergeven,
sneed geen hout. Die vrouwen, zoo redeneerde
cle vrijz.-dem. afgevaardigde, kunnen nu in
hlpine gemeenten benoemd worden. Jawel,
maar in welke gemeenten moeten de mannen
dan beginnen
De minister verklaarde nog eens geen prin-
cipieele bezwaren te hebben, zeker niet tegen
de benoeming van vrouwen tot secretaresse
der gemeenten, maar hij achtte die niet noo-
dig. Hij wilde de zaak aan de Kamer overlaten,
die in volle vrijheid kan spreken en stemmen
maar hij achtte de benoembaarheid niet noo-
dig en het liberale amendement om deze in
de wet op te nemen, niet aanbevelenswaardig.
Mr. Heemskerk kwalificeerde de eischen
der feministen om, waar maar mogelijk, ge
lijkheid tusschen man en vrouw in de wet te
schrijven, als buitensporig. Hij zag geen basis
voor deze juridische gelijkstelling en meende,
dat alleen die betrekkingen voor de vrouw
moesten worden gereserveerd waar deze speci
ale roeping voor heeft. Nu ontkenden de femi
nisten wel, dat zij de stelling van gelijk
heid tusschen man en vrouw huldigden, maar
„daar zijn goeden en slechten onder hen", zei
de a.-r. heer Beumer en hij herinnerde er de
liberale juffrouw Westerman aan, dat zij hij
de Grondwetsherziening in Nov. '21 wel dege
lijk een amendement had ingediend waarin de
volkomen gelijkheid van man en vrouw op gro
teske wijze was neergelegd.
Vinnig maar niet ten onrechte merkte daar
op de socialistische mej. Groeneweg weer op,
dat een deel van hen, die nu zoo wezen op
het wezensverschil tusschen man en vrouw,
dit verschil d&ar vergat, waar men er juist
wèl acht op moest slaan: hij de verzorging van
arbeidsters in gezegende omstandigheden.
De c.h. fractie was verdeeld: de heer Snoeck
Henkemans was het eens met mej. Katz, die
met een beroep op dr. de Visser's „Christus
en de vrouw" het volstrekt niet met .het chris
telijk beginsel strijdig noemde, dat ook de
vrouw benoembaar werd verklaard. Daaren
tegen maakte de c.h. leider, ds. Schokking de
dubbele opmerking: ik hen er tegen, omdat
er te veel vrouwen op mannenplaatsen komen
en (wat ons een zeer schrandere opmerking
leek) omdat veel van die vrouwen zich wennen
aan een veel te hoogen levensstandaard. Dit
laatste is zeker een gevaar: de talrijke onge-
huwden die behoorlijk betaalde functies waar
nemen, maken de levensomstandigheden voor
de gezinnon ongetwijfeld veel moeilijker. De
'kwestie is alleen, dat de, met benoeming be
laste organen, met dit gevaar rekening hou
den. Dat de meerderheid van de Kamer ook
al nam dezen keer geen enkele Katholiek
aan de discussie deel de benoembaarheid
van de vrouw toch in de wet geschreven
wenschte te zien, was te verwachten. Het libe
rale amendement verwierf 51 stemmen. Onder
de voorstemmers waren weer: mgr. Nolens,
mej. Meijer, de oud-ministers Aalberse en Bon-
gaerts en de heeren Guit, Goseling, Uien, Su-
ring en v. d. Meys.
Zondert men de rede van den minister uit,
die een uitvoerig staatsrechtelijk betoog hield
ter verdediging van zijn ontwerp, dan is ei-
betrekkelijk weinig gesproken over het be
langrijkste deel van het aanhangige wetsont
werp: de onderlinge samenwerking der ge-
menten.
Het huidig wetsontwerp toont, naar bekend
is, een uitgesproken voorkeur voor de inter
communale samenwerking in publiekrechtelij
ken vorm. Want art. 122 p. bepaalt:
„Eene gemeenschappelijke regeling mag niet
geschieden, in den vorm van eene stichting,
naamlooze vennootschap of andere burgerrech
telijke overeenkomst, dan indien deze vorm in
verband met den aard van het te regelen be
lang daarvoor in het bijzonder aangewezen
moet worden geacht".
Gesteund, door a. r. en liberalen had mr. van
Hellenberg-Hubar een amendement ingediend
dat de strekking had den privaat-rechtelijken
vorm van samenwerking niet zoozeer op den
Openbare beiooging op straat en
feestelijke bijeenkomst
Onder voorzitterschap van Mr. H. W. de Vink
heeft in 't St. Jozêl'gebouw te Utrecht 'n ver
gadering plaats gehad van een grooi aantal ver
tegenwoordigers van Katholieke vereenigingen,
bijeengeroepen door het voorloopig comité tot
het orgniseeren van een huldebetooging aan
den nieuw-benoemdeu Aartsbisschop, Mgr. J.
H. G. Jansen.
Na ampele besprekingen, waarbij de werk
zaamheden van het voorloopig comité werden
medegedeeld, verklaarden alie aanwezigen zich
bereid aan een huldiging mede te werken,
zoodat besloten werd tot het houden dier huldi
ging, als.mede tot het samenstellen van een
comité daartoe.
Bij de bespreking van de wijze van uitvoering
van dit plan bleek, dat de geheele vergadering
van gevoelen was, dat de huldiging er een moet
zijn, niet alleen den Dcorluehugan Metropoliet
der Nederlaudsche Kerkprovincie, maar ook
diens residentie ten volle waardig.
Uiteraard werd daarbij groote aandacht be
steed aan het kosten-vrangstuk. De vergadering
was, nadat spontaan belangrijke bedragen wa
ren toegezegd, van oordeel, dat, gezien de
groote belangstelling voor deze huldiging men
overtuigd kan zijn, dat financieele moeilijkhe
den niet behoeven te worden gevreesd, wanneer
ook de andere organisaties, welke zich ter ver
gadering nog niet konden uitspreken, zich niet
onbetuigd zullen laten, terwijl, zoo noodig, van
particuliere zijde op medewerking kan worden
gehoopt.
Besloten werd, dat de huldiging tweeledig
zal zijn, zoowel een openbare betooging op
straat, als een feestelijke bijeenkomst. Beide
zullen aan elkaar sluiten en op denzelïden dag,
Zondag 15 Juni, plaats hebben.
De openbare betooging op straat zal bestaan
uit een machtigen optocht langs het Aartsbis
schoppelijk Paleis, waartoe alle vereenigingen,
sociale zoowel als godsdienstige, met haar ba
nieren zullen worden opgeroepen. Ook de jeugd
achtergrond te dringen als art. 122 p. dit doet.
En hij beriep zich daarvoor op de professoren I zal zoovel door patronaten, jongens en meisjes-
v. de Grinten en v. Poelje. O.i. verzwakte de bonden en sportvereenigingen als door deputa-
Katholieke afgevaardigde zijn betoog door de t}es ujt de hoogste klassen der Katholieke scho-
royale, maar niet al te „politieke" erkenning, jen ruimschoots vertegenwoordigd zijfc.
dat in veel gevallen de publiekrechtelijke vorm Deze optocht, waaraan verschillende muziek-
van samenwerking de beste is. Waarom zou- jjórpsen hun medewerking zullen verleenen
den we dien vorm dan niet nemen vroeg de zal gehouden w-orcien in den middag van 15
v. d. heer Ketelaar onmiddellijk en de soc. dem. juni (een en ander natuurlijk behoudens goed
heer v. d. Waerden verdedigde met vuur het keuring van de autoriteiten), terwijl dienzelf-
regeeriugsvoorstelde publieke zaak dient door den avond in de groote Tivoli-zaal een feeste-
een publiek orgaan te worden behandeld, ook lijke bijeenkomst zal plaats hebi^n. Op deze
als dat orgaan interlocaal is. Alleen waar noo- feestvergadering zal een bekend Utrechtsch re-
dig en het kan noodig zijn) wil ir. v. d. Waer- denaar als spreker^ optreden,^ terwijl een kooi
den den privaati'ecli'telijken vorm van samen- van
drie honderd dames en heeren met mede-
vreesden vorm eener N. V. Orchest, onder leiding van den heer Joh. W.n-
Tegen zoo'n N. V- vorm nam ook de heer nubst, voor de muzikale illustratie za! zoig-
Guit in ©en frisch, ook door kortheid uitmun
tend maidenspeechje stelling. Deze katholieke
afgevaardigde moest van N. V. 's niets hebben,
dragen.
Nadat de vergadering aan deze plannen hare
DE JAARVERGADERING
omdat er gebrek aan openhaarheid is en hij g0eukeuring had gehecht, werd overgegaan tot
vreest, dat sommige voorstanders van dien samenstelling van het definitief uitvoerend co-
vorm het er o mte doen is de zeggenschap der mité, waarin, naast de leden van het voorloopig
openbare lichamen over de arbeids voorwaar- comi'té, nog enkele der aanwezige vertegen
den te bekorten. Niet dat de heer Guit het w00rdigers van organisaties zitting namen
ideaal vindt, dat deze arbeidsvoorwaarden door pe voorzitter bracht nog dank aan de eerste
de openbar© lichamen worden behandeld, maar initiatiefnemers, n.l. het bestuur der Centrale
hij prefereert dit toch, waar geen zeer goed ge- r.-K. Propagandaclub, waarna de vergadering
organiseert! overleg bestaat. Zoodra er een N. gesloten werd.
Het comité bleef nog bijeen om een dage-
lijksch bestuur samen te stellen. Dit had tot
gevolg, dat het comité thans bestaat uit de na
volgende personen mr. H. W. Vink, voorzit
ter dr. H. J. A. Stein, 2de voorzitter P. J.
Th.Dieges, secretaris H. P. A. de Caes, 2de
secretaris H. A. Bekker, penningmeester G.
Bruinsma, C. v. 't Huilenaar, Pastoor R. J. A.
Jansen, J. J. Kenter, A. Meeuwisse, P. Roup,
Dr. L. H. v. Romunde, mevr. A. C. de Rijk-
Smelt, mevr. C. Souren—v. Wees,^ mevr. A.
Swane—Sweers, Kapelaan PI. F. Wanders en
J. Winnubst.
Uit dit comité werden twee subcommissies
V. is, hebben de raadsleden niet veel meer in j
te brengen dan leege briefjes.
Mr. Marchant had bezwaar tegen art. 122 e
dat bepaalt: gemeenschappelijke regeling van
den vorm van samenwerking tusschen de ge
meenten behoeft de goedkeuring van Ged.
Staten. De vrijz. dem. afgevaardigde zag daar
in een aantasting van de gemeentelijke auto
nomie. En mr. v. Hellenberg Hubar vond
het te kras, dat de gemeenten aan Ged. Staten
zouden hebben te antwoorden op de vraag,
waarom zij dien of anderen v-orm van samen
werking zouden kiezen.
De minister bestreed het amendement -v.
Hellenberg Hubar; hij richtte er een ware samengesteld, waarvan één de speciale zorg
staatsrechtelijke kanonnade tegen en ofschoon kreeg over de organisatie der straatbetooginr
hij ontkende, dat de privaatrechtelijke vor n en waarvan tot voorzitter werd aangewezen
in de wet op den achtergrond w-ordt geschoven de heer H. A. Bekker en één, die de speciale
(een ontkenning, die ons nog al kras voor- zorg kreeg over de organisatie van den feest-
kwam) heriep hij zioh op Oppenheim en Struy- avond. Van deze laatste werd tot voorzitter
eken, die tegen verdringing vart het publiés aangewezen de heer C. v. 't Hullenaar en tot
recht tegen het privaatrecht waren. Het door secretaris de heer H. P. A. de Caes.
de nieuwe wet gehuldigde beginsel kwam hem Het algemeen secretariaat is gevestigd Staal-
als het gezondste voor. De minister zegevierde: straat 33, tel. 12388.
het amendement—v. Hellenberg Hubar werd
verworpen met 45 tegen 29 stemmen. Van ka
tholieke zijde stemden de heeren Kortenhors
Teulings, Lockefeer, van Poll, van Vuuren en
mr. v. Hellenberg Hubar zelf voor. Laatst
genoemde jonge Katholieke afgevaardigde hul
digt blijkbaar Troelstra's leuze: de weg naar
de overwinning is met nederlagen bezaaid.
Wat als het belangrijkste deel van het wets
ontwerp was aangeduid, had met deze stem
ming eigenlijk zijn beslag gekregen.
Z.K.H. Prins Hendrik is gisterenavond voor
enkele dagen in den Haag teruggekomen.
H.M. de Koningin-Moeder zal op Dinsdag
3 Juni e.k. ten Paleize Soestdijk het bezoek
Het slot van den middag vormde een taaie ontvangen van de alsdan op het Loo logee
rede van mr. Marchant, die, naar aanleiding rende Groot-Hertogin v. Luxemburg en van den
van de nieuwe toevoeging aan het eerste lid Prins van Luxemburg, Prins de Bourbon-
van art. 126, den burgemeester verantwoorde- Parma, haar gemaal.
lijkheid gesteld wil zien aan den Raad voor in de-n namiddag keeren de Groot-Hertog en
daden van zelfbestuur. De vrijz. dem. leider Prins Felix naar het Loo terug.
vreest niets zoozeer dan dat de burgemeester
zal worden gemaakt tot een regeeringsagent
Het vertrek van de Koningin-Moeder naav
Oisterwijk op Maandag 19 dezer is bepaald
al is hij er ook voor, dat degenen' onder hen, per trein van 8 u. 53 's morgens met de Hol-
dle zich „heele heeren" voelen, weten dat de landsche Spoor, via Rotterdam,
chef in Den Haag woont.
En de aan alles-denkende mr. Beumer heeft,
naar aarleiding van de benoembaarheid van
de vrouw tot secretaresse er op gewezen, dat
er nu nog wel even in de wet mag worden om
schreven of een echtpaar in dezelfde plaats
de ambten van burgemeester en secretaris (ease)
kan waarnemen.
Correctie: In ons overzicht van gisteren
stond, dat mr. Marchant zou hebben gespro
ken over de autonomie tusschen de art.. 70 en
179; hier was natuurlUk sprake van autonomie.
Opening door Prins Hendrik
Gisteren werd te Gouda in tegenwoordigheid
van Z.IC.H. Prins Hendrik de algemeene ver
gadering gehouden van het Nederlaudsche Roo
de Kruis.
Reeds Dinsdagavond waren verscheidene ge-
delegeeiden aanwezig in een feestelijke bijeen
komst der afdeeling Gouda in de sociëteit „De
Reünie". Hier heeft de heer P. J. Ph. Dietz,
arts te Scheveningen, gesproken over de be-
teekenis van het Roode Kruis-werk.
Gisterochtend te tien uur is de vergadering
in de sociëteit .jOiis Genoegen" aangevangen.
De voorzitter, Z.K.H. Prins Hendrik, hield
de openingsrede, waarin hij allen welkom heet,
in 't bijzonder den heer Nauta, die het Cen
traal Comité in Indië vertegenwoordigt en den
heer Best, Majoor van den Generalen Staf,
die den heer Zeeman als lid van het hoofdbe
stuur is opgevolgd, en aan den heer Bloem,
die, insgelijks met ingang van 1 dezer, tot
directeur van het Informatiebureau werd be
noemd. Na dank te hebben gebracht aan de
afdeeling Gouda voor de hartelijke ontvangst,
vervolgde Z.K.H.:
Wanneer wij den blik terugwenden over het
tijdvak, dat ons thans scheidt van de jaarver
gadering in het hart van het schoone en gast
vrije Zeeland, mogen wij met dankbaarheid
constateeren, dat ons land voor rampen be
waard mocht blijven. Andere gewichtige ge
beurtenissen van bijzonderen aard, waarvan
in dit korte openingswoord melding zoude moe
ten worden gemaakt, zijn evenmin voorgeval
len.
Toch wil ik niet nalaten mededeeling te
doen vati een persoonlijken indruk tijdens
mijn laatste verblijf in Zwitserland. Wederom
heeft mij de wezenlijk internationale beteeke-
nis van het Roode Kruis getroffen, toen de
omstandigheden mij in hernieuwde aanraking
brachten met het Zwitsersche Roode Kruis.
In menig opzicht heeft die organisatie met de
zelfde moeilijkheden te kampen, die ook wij
hier kennen. Hare vredestaak is daardoor nog
niet tot volle ontwikkeling kunnen geraken.
Spr. verklaarde daarop deze algemeene ver
gadering geopend en gaf het woord aan den
heer G. v. Slooten, secretaris-generaal, tot het
uitbrengen van het verslag.
Het jaarverslag
Hieraan ontleenen wij, dat het aantal leden
gestadig stijgende is. Telde de vereeniging ver
leden jaar in totaal 15.946 leden, thans bedraagt
hun aantal 17.200.
In navolging van het Roode Kruis in Enge
land heeft de Rotterdamsche afdeeling een
bloedtransfusiedienst in het leven geroepen.
De formatie van de transportcolonnes gaat goed
vooruit. Bij rustende colonnes wordt getracht
nieuw leven op te wekken, en nieuwe colonnes
worden door vele afdeelingen opgericht. De ge
talsterkte zou 1162 zijn, wanneer bij 355 het
bewijs van geoefendheid nog geldig was. Aan
de betrokken afdeelingen wordt gevraagd dit
verlies zoo klein mogelijk te doen zijn.
Eenige vooruitgang is in het instituut help
sters te bespeuren, hoewel het aantal nog zeer
klein is.
Het jaarverslag werd goedgekeurd.
De rekening 1930
Uit de rekening 1929 blijkt dat de uitgaven
een totaal aanwijzen van 147.780,91 en de ont
vangsten een van 147.196,851,2.
De balans per 31 Dec. 1929 geeft een staat
van activa en passiva aan van 1.009.461,20.
Het kapitaal der vereeniging bediraagt
74.531,25, terwijl er een reserve is van
16.409,57.
De rekening 1929, alsmede de begrooting.
1930, die nagenoeg dezelfde cijfers te zien
geeft als de begrooting 1929 worden mede
vastgesteld.
Den penningmeester werd machtiging ver
leend giften, welke niet voor een bepaald
doel worden geschonken, te bestemmen voor
het mobilisatiefonds.
De begrooting werd voor ontvangsten en uit
gaven vastgesteld op 64.775 en 67.678,33.
Besloten werd aan H.M. de Koningin voor
herbenoeming voor te dragen Jhr. J. H.
Röell als eerste ondervoorzitter en mr. G. van
Slooten Azn., mr. W. J. Baron Lynden, prof.
G. J. W. Koolemans Beijnen en dr. M. Rut
gers als leden. Verder werd besloten den heer
A. J. ten Hope, lid van het hoofdbestuur der
Ned. vereeniging E.H.B.O., aan H.M. de Konin
gin voor te dragen als lid van het hoofdbe
stuur van het Ned. Roode Kruis.
De vergadering behandelde daarna eenige af-
deelings-voorstellen, waarover het hoofdbestuur
prae-adviezen had uitgebracht. De vergadering
besloot overeenkomstig deze prae-adviezen.
Aangenomen werd een voorstel van de afd.
Amersfoort om in ons land te organiseeren
een eerste hulpverleening en het vervoer van
slachtoffers hij verkeersongevallen.
Nadat de nagedachtenis van den overleden
Poolreiziger Fridtjoff Nansen, die tijdens den
oorlog zoovele honderdduizenden voor den hon
gerdood behoedde met eenige ©ogenblikken
stilte was herdacht en Deventer als plaats der
volgende vergadering was aangewezen, sloot de
voorzitter de vergadering.
Na afloop gaf de heer Winters uit Kerkrad©
een demonstratie met zijn opvouwbare bran
card.
Officieele ontvangst
Een gevaarlijk artikel; nog gevaarlijker
dan een der moderne ontploffivgsmiddelen.
Dij die dingen heeft men tenminste nog re
gels en wetten, waarmee men kan uitmaken,
wanneer de vernielende werking begint.
De. liefde heeft veel weg van het Neder-
landsche weêr: slaat out van mooi naar
leelijh en sukkelt heel veel heen en weer op:
onbestendig.
Tenminste, als je de krant gelooven mag;
en als je de krant niet gelooft, staat heel de
ontwikkeling van de massa plus het groot
ste deel van de leiders dier „massa", op
losse schroeven.
Zoo wordt ons heel goedmoedig als oor
zaak van een steekpartij of een moordaan
slag, een zelfmoord, of een het-op-een-drin-
ken-zetten, voorgehoudende liefde.
Het gaat ons een beetje boven de pet!
Dan deden ze het vroeger, in romans
tenminste toch beter, d.w.z. netter, treffen
der, met meer gevoel.
Toen kwam hel nog al eens voor, dat de
heldin, want de held scheen beter bestand
legen den invloed van het weer... pardon,
van de liefde, aan het kwijnen gingdik
wijls keek naar het haantje van den kerh.-
toren, zuchtte.... geen tranen meer had om
te schreien en dood ging. Dat schijnt den
dames van tegenwoordig, die zoo'n beetje,
aan liefde doen niet meer aan te staan. Ze
blijven liever leven. En we kunnen haar
geen ongelijk geven.
Doch nu hebben de helden het te pakken.
Die trekken er op uit met revolver of mes
of boksbeugel. Ze verdoenzich zelf. niet
zoo heel dikwijls echter; meestentijds troos
ten ze zichzelf of laten ze zich troosten.
Allemaal uit liefde.
Wij hebben, echt oudenvetsch, een andere
opvatting gehad tot nog toe, van dat „geval
Voor ons zat er nog altijd de gedachte aan
vast van iels edels en moois, iets veredelends
en vermooiends ook, doch ook dat schijnt
werkelijk oudenvetsch te gaan worden.
Liefde krijgt een leelijken bijsmaak nu
en een nog leelijkeren nasmaak!
Jammer, echt jammer!
HET KOLPINGS TACANTIE-OORD
„DE LIEBAARD"
l
Het nieuwe missie-gebied in Britsch-Indië
In aansluiting op het bericht in ons blad
van Woensdag 1.1. betreffende een nieuw
missiegebied der Eerw. Paters Franciscanen
in Britsch Indië, kunnen wij liet volgende
De Nederlandsche Provincie der Minder
broeders heeft, in opdracht van de H. Congre
gatie de Propaganda Fide, de zielzorg op zich
genomen van een deel van het bisdom Quillon,
dat gelegen is in het Zuidelijk deel van het
koninkrijk Travancore, op de Malabarkust,
Britsch-Indië.
Het bisdom Qudllon. een van de bloeiends
missies van Britsch-Indië, wordt thans buna
reeds 30 jaar bestuurd door Mgr. A M. Ben-
zi-er ongeschoeid Carmeliet, die daar met
2(f paters van de Vlaamsche Provincie zijner
Orde en 82 inlandsche priesters werkt. Het
bisdom telt ruim 211.000 katholieken op ruim
twee millioen meerendeels headensche
ners. Het aantal parochies is bijna 300-
Het groot aamtal bekeerlingen maakte de
verdeeling van dit bisdom gewenscht.
Gedenksteen op het graf van zeven
Hollanders
Het ligt in liet voornemeu van den Minister
van Defensie, om in Augustus a.s. den nieuwen
visscherij-politiekruiser Hr. Ms. „Nautilus" een
reis te doen maken naar Jan Mayen-eiland in
cle Noordelijke IJszee tot het plaatsen van een
steen op het graf van zeven Hollandsche zee
vaarders, die In 1634 bij een poging, om op di
onherbergzame eiland te overwinteren, zijn
omgekomen.
In 1912 heeft het Koninklijk Nederlandsch
Aardrijkskundig Genootschap dezen steen doen
vervaardigen. Hij draagt het opschrift;
„Outgert Jacobsz. van Grootebroek en zijne
6 Hollandsche makkers zijn in April 1634
hier bezweken bij een poging tot overwinte
ring".
Reeds in 1912 is gepoogd, om den gedenk
steen naar het eiland over te brengen. Dit is
toen mislukt, daar juist dien zomer abnor
maal veel ijs om Jan Mayen-eiland. heen lag.
Te kwart na twaalf heeft het gemeentebe-
stur de congressisten op het stadthuis ontvan
gen. Bij deze ontvangst waren naast burgemees
ter Gaarlandt aanwezig de wethouders Koe
mans en Donker secretaris Pot en de raadsle
den Mevr. Riesz en de heeren Polet, dr.
Hoffman, Verkerk, Muylwijk.
Burgemeester Gaarlandt begroette allen, in
het hijzonder Z. K- H. Prins Hendrik.
We zien hier, zei spr., de werkers voor en
de vrienden van het Roode Kruis.
Wat het Roode Kruis wil is sympathie
wekkend; de vredestaak er van vindt weer
klank bij ons volk.
Als men zich rekenschap geeft van de uit
gebreidheid van het arbeidsveld dat de \eiee-
niging betrekt in het kader van haar be-
inoeiingen, begrijpt men, dat ons vo voo
haar voelt. w
In zijn antwoord zei Z. K. H. Prfms
frik verheugd te zijn een kijkje te moge
emen in het mooie stadhuis, dat velen slechte
•ekend is van de afbeelding op de verpak-
ung der siroopwafels en iets te mogen zien
an de nijverheid der bevolking, waardoor
louda als kleine stad een grooten naam heeft,
Toen verversohingen waren rondgediend en
'iet stadhuis was bezichtigd, begaf het gezel
schap zich naar hotel de Zalm waar het noen-
iiaal werd gebruikt
Tijdens het bezichtigen der St. Janskerk
beeft de heer de Man het orgel bespeeld. Voor
In de gisteren gehouden vergadering van den
Raad 'van Staten, afd. voor de geschillen van
bestuur is o.m. het volgende Kon. besluit
voorgelezent
Met vernietiging van bet besluit van G-ed.
Staten van Friesland is alsnog goedgekeurd
bet besluit van den raad der gemeente Sneek,
om op de begrooting een post van 500 uit
te trekken voor steun bij verplaatsing van
arbeidskrachten en huitenwoonplaatswerkers.
Deze steun is bedoeld in den vorm van
tegemoetkoming in reisgeld, kostgeld en in
aansehaffingskosten van werkkleedhig.
Ged. Staten waren van oordeel, dat dit be
sluit in strijd is met de Armenwet, doch de
Kroon heeft thans overwogen, dat de bepa
lingen van de Armenwet ten deze niet toe
passelijk zijn, aangezien de met den post be
oogde tegemoetkomingen veeleer het karakter
dragen van arbeidsbemiddeling dan van ar
menzorg.
EXTRA MAIL UIT INDIë.
Met bet s.s. „Grotius" van de Maatschappij
Mederland, dat op 24 April j.l. in extra reis
an Tandjong Priok naar Amsterdam vertrok,
zijn keurig spel werd hij door Z. IC. H. Prins worden een volledige landmail en zeepost ver-
BIR THOMAS BEECHAM BEGROET WILLEM
MENGELBERG bij diens aankomst in Engeland
waar hij concerten komt leiden
Hendrik gecomplimenteerd.
In de middaguren werden de St. Janskerk
en eenige Goudsche fabrieken bezichtigd. In
den namiddag bood de burgemeester te zijnen
huize een thé aan-
-! t.
voerd.
De „Grotius" zal vermoedelijk 16 Mei te
Genua en 24 Mei te Amsterdam aankomen;
in aansluiting op de „Grotius" zal echter geen
extra trein Genua's Gravenhage ryden.