1
«U--—
t
Het eiland „Zondag
Nachtzak
Bij Paul Poiret
Goedkoope Patronen
t
E
E
l
Wij doen het zelf
Wat zullen we koken?
Wenken en raadgevingen voor
de huisvrouw
Vaste Waschtafels
VRIJDAG 16 MEI 1930
E
JTTTTTTYT
©®®K
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING ^ERBODEN
Een titel, die büna naar Robinson Crusoe
riekt, nietwaar? En een onderwerp, waarover
den laatsten tijd al heel wat gezegd is!
In de woelende, bruisende zee van jachtig,
ingespannen werk, dag in dag uit, ligt een
vredig, liefelijk-groen eiland, waar we iedere
week weer hoopvol op aansturen. Al dagen
van te voren zien we verlangend uit naar de
wazige kust, we leggen er aan met een zucht
van voldoening en verlaten het noode, wan
neer het kort verblijf weer om is.
De Zondag is een dag van rust na het harde
werk. Er was een tijd, waarin deze opvatting
streng en consequent gehandhaafd bleef.
Reeds op den vooravond trad een vrome stilte
in, door geen werkdag-geluiden verstoord. Dat
ie wel een beetje veranderd. De „dag des
Heeren" zijn met den plechtigen ouden
term ook niet tegelijk de verplichtingen, door
dat begrip opgelegd, op den achtergrond ge
raakt? Naar buiten kennen wij weliswaar de
wet der Zondagsrust nog wel, maar dat ver
hindert niet, dat ze achter de coulissen over
treden wordt!
Het begrip „rust" zien we, in verband met
den Zondag, om ons heen soms al heel eigen
aardig uitgelegd. Men onthoudt zich van nut
tigen arbeid om een „ontspanning" te zoeken,
die tienmaal uitputtender is dan een week
lang zwoegen! Menschen, die de Zondagsrust
overtreden met dóórwerken uit zucht naar
grooter gewin, doen zeer zeker verkeerd
maar of him fout zóó dom en onsympathiek
is als de onzinnige excessen van sommigen,
die meenen, dat zij den „rustdag" in eere
houden?
Het „stille Misje" is een vervelende noodza
kelijkheid, en hoe vroeger het achter den rug
is, zoodat men er dadelijk op uit kan trek- i
ken, hoe liever. Lof en Vespers zijn voorwe-
reldlijke instellingen, goed voor oude vrouw
tjes, die de deur niet meer komen uitgesukkeld,
dan met de kerk als doel. Fuiven tot diep in
den nacht is onafscheidelijk van een draag
lijken Zondag. Je hebt ook nog Zaterdagavond-
fuiven, waarbij dan na afloop het .stille
Misje" pleegt aan te sluiten, dat huiverig en
hall-liggend verknikkebold wordt op een
schemerige achterste bank. Daarop volgt dan
de „Zondagsrust" in den meest letterlijken,
zij het dan ook niet meest verheffenden zin:
het uitslapen tot laat in den middag, om den
verderen dag prikkelbaar te verdrinken of
zoo mogelijk 's avonds nog eens opnieuw te
beginnen. Volstrekt geen zeldzaamheid, een
en ander!
Het groote verschil met vroeger schuilt
waarschijnlijk hierin, dat men het woord
„Zondagsrust" op eigen gelegenheid vertaalt
door „verstrooiing", terwijl het eertijds „in
keer" placht te bedoelen. En het besef, dat
die ruit een Godgewijde moet zijn, dat de
Zondag nier zoozeer aan ons behoort als wel
aan Onzen Lieven Heer, schijnt velen van
ons ook al ontgaan.
Ontspanning, die werkelijk dien naam ver
dient, ie niet alleen geoorloofd, maai' zelfs
heel wenschelijk en goed als besteding van
den Zondag, maar dan naast en niet ten koste
van de heiliging, de viering van dien dag!
Misschien zijn er weinig dingen, die zóó
nauw verband houden met het goede of min
der goede voorbeeld van het ouderlijk tehuis,
als de gewoonten, die daarbij al te schril af
steken. Om het bepaald slechte voorbeeld nu
maar eens heelemaal onbesproken te laten,
omdat het gelukkig nog maar in weinig Ka
tholieke gezinnen voorkomt we kunnen nog
zooveel misdoen door onverstand en gemak
zucht, door overdrijven in de goede richting
zelfs. De Zondag moet, zelfs voor het jonge,
levenslustige kind, een ideaal zijn van tijdbe
steding, een vurig verbeid genoegen. Géén dag
van verveling tusschen een gaperigen vader en
een ongezellige moeder, geen dag van on
schendbaar-verklaarde zijden jurken en witte
matrozen-pakken, van stoffige zeul-wandelin-
gen langs eindelooze wegen geen dagv
waarvan, wat het godsdienstig gedeelte be
treft, alleen de herinnering achterblijft aan
een Hoogmis, die werkelijk te lang en te ver
moeiend was voor het beweeglijke persoontje
en een Lof, waarop onmiddellijk het taptoe'
sein volgde, zoodat 't aan den heerlijken
zomeravond „niets had." Het bijwonen van
de Hoogmis, de vreedzame wandeling door de
mooie natuur, het Lof, het ttjdig-naar-bed
gaan alles even goed en nuttig en toch voor
het jonge kind dikwijls afschrikwekkend van
vermoeienis en verveling. Zoo'n Zondag wordt
geen waardevolle herinnering, geen steun voor
later jaren. Integendeel zal het kind zoodra 't
er de volle kans toe krijgt, elk systeem, dat 't
oude meer bevredigend kan vervangen, met
gejubel inhalen. En toch moest 't juist zóó
zijn, dat 't vastgroeide in de overtuiging, dat
geen Zondag van andere menschen kan halen
bij de Zondagen van thuis. Vader en moeder
moeten er eigen gemak en voorkeur en zelfs
onkcsten voor over hebben, om het hun kin
deren thuis werkelijk behaaglijk te maken
naar de eigen opvatting van de kinderen zelf.
„Zoo uw Zondag, zoo uw sterfdag," zegt
een oude spreekwijze, en er is veel waars in
die eerbiedwaardige uitdrukking. Laten we
zóó handelen, alsof ze een profetie ware. Dan
zullen we langs de lange rij der gezegende
groene eilanden in onze woelige levenszee
veilig aanlanden aan de kusten van het groote
vasteland der Eeuwige Rust!
MACHTELD.
Tegenwoordig hebben we op 't gebied van
nachtzakken velerlei variaties. We hebben ze
van lint met een aardigen Pierrot er op,
of gehaakt en gebreid met een losse lus, zoodat
ze een wollig aanzien hebben en iets op een
kussen lijken. Er zijn echter toch ook altijd
nog dames, die een rustiger uitvoering wen-
schen, daar deze in hun omgeving een beter
effect maakt. Misschien kunt ge een voorbeeld
als nevenstaand gebruiken.
Fig. A toont u het bovenaanzicht er- van,
terwijl fig. B u den uitgeslagen lap aangeeft.
Ge kunt dezen nachtzak maken van katoen,
linnen, reformstof, enz., terwijl ge de versie
ring natuurlijk in overeenstemming brengt
met de gekozen stof. Ge hebt er een lap voor
noodig, die 98 c.M. lang en 48 c.M. breed is.
Ge begint aan den 48 c.M. breeden kant langs
de twee zijkanten en onderaan een inslag van
één c.M. en een zoom van 3 c.M. in te maken.
Wie de kunst van opennaaien verstaat, trekt
een paar draden uit, en maakt op deze manier
den zoom vast. Dit staat altijd fijn. Zoo ook
kunt ge op de aangegeven Hjn een open
naadje maken en den nachtzak met een mo
nogram versieren. Is de stof voor opehnaaien
niet geschikt, dan kan men een smal entre-
deux nemen of een smal kruissteekrandje in
een goed gekozen tint. Hebt ge het bovenvlak
versierd, dan stikt ge bovenaan een 3 c.M.
breeden zoom in, waarna ge den zak met een
Engelschen naad dichtstikt. Na afwerking heeft
de nachtzak een afmeting van 30 bij 40 c.M.
terwijl het versierde gedeelte geheel als over
slag dient.
DINY.
iuji al onzt modellendie genummerd zijn boven 4000, zijn ver
krijgbaar aan „Het Patronenkantoor"Postbus Ho. 1. Haarlem.
Onberispelijke coupe. Dameskleeding in de maten 88, 96, 104
bovenwijdte, a 0.55. Kinderkleeding, alleen voor den in de be
schrijving genoemden leeftijd a f 0.35. Bij elk patroon handlei
ding voor het knippen en naaienbenevens een verkleinde patroon-
Franco toezending, direct na ontvangst van bestelling, met het
verschuldigde bedrag aan postzegels ingesloten, waarbij vermeld
naam en adres, nummer van het model en het blad, waarin het
voorkomt en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het
lichaam, recht onder de armen door. gewoon glad. zonder extra
toegift.
wr
Wie 't eindelijk gelukt is tot in een der
paleizen der Parljsche modekoningen
door te dringen, voelt zich, ondanks
de smaakvolle en zeer luxueuze omge
ving, toch niet heelemaal op z'n gemak
De geheimzinnigheid en de met 'n laagje
Fransche politesse geverniste achter
docht, waarmee we de zalen binnenge
leid worden, vinden we pas vergeeflijk
als we weten, dat er z.g. copieerhuizen
zijn, die hun bestaan hebben in 't plegen
van plagiaat. Zij weten op de een of an
dere oneerlijke wijze precies de modellen
na te maken en ze dan natuurlijk goed-
kooper te verkoopen. Als men bedenkt,
dat juist de hooge prijzen, 5, 6, 8 duizend
francs, betaald worden voor het origi-
neele model, is 'n dergelijke concurren
tie natuurlijk niet
te tolereeren. We
zien dan ook in za
ken zooals Poiret.
Lauvin, Lelong geen
enkel costume in de
vitrines. Eenige
mannequins ver
schijnen uit 'n ge
heimzinnige deur
of van achter vele
gordijnen, toonen u
de werkelijk bui
tengewoon fijne en
origineele toileten
en verdwijnen weer
snel en geruisch-
loos. Op die wijze
is het ons gelukt,
'n zestig a zeven
tigtal costumes te
kunnen bewonde
ren, waarvan wij
er u enkele zullen
beschrijven en u
een flauwe herin
nering op de tee-
kening weergeven,
daar het natuur
lijk ongeoorloofd
is, de costumes
precies na te teeke
nen. 't Allermeest
vielen natuurlijk weer in het oog de
avondtoiletten, waarvan er waren van
witte zijde met olijfgroene versiering,
van citroengele charmeuse met zeer
fijne biesjes van goudleer en kwastjes
van gouden kraaltjes, van hemelsblauwe
moiréezijde, van zwarte kant etc., etc.,
Op deze costumes werden de korte bij
passende avondmantels gedragen met
steeds grooter wordende bontkragen.
De namiddag- en morgenkleeding on
derscheidde zich in
hoofdzaak door 'n
fijne coupe endoor
'n versiering van
gedurfde kleur. De
rokken komen tot
halfweg de kuit, maar wat erger is: de
mouwen tot halfweg den onderarm. Dit
flatteert noch arm, noch hand; daarom
kunnen we deze nieuwe modegril niet
erg toejuichen. We kunnen ons dan be
ter vereenigen met het idee van mouw
tot over den elleboog en een ondermouw
van kant of contrasteerende kleur. We
zagen hiervan alleraardigste combinaties,
maar hierover een volgenden keer wat
meer.
POLA.
ÊAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAiAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAI!
Wij zien den laatsten tijd veel beschilderde,
geborduurde en geappliqueerde voorwerpen.
Over deze laatste techniek wil ik het juist
met u hebben. Wij zien deze veel toegepast op
japonnen, kleedjes, lampekapjes, etc.
Applicatiewerk is juist daarom zoo gewild,
omdat het voornaam staat, het geeft cachet
aan ons kleedingstuk of gebruiksvoorwerp.
Maar niet iedereen heeft een zoo ruime
beurs om dergelijke versierde artikelen te koo
pen. En dan zijn er nog massa's dames, die
het véél liever zelf doen, vooral omdat dit
werk zooveel voldoening geeft. Het is een be
langrijk werkstuk wanneer 't af is en de
techniek is zeer eenvoudig, maar men moet
geduld hebben.
Wij teekenen eerst een motiefje op een vel
letje papier (vooral bloem-, blad- of vruchten-
motieven zijn hiervoor zeer geschikt), prikken
deze teekening langs de potloodlijnen door en
stuiven haar over met houtskool op een lapje
zijde of ander materiaal. Nu werken we den
omtrek met den festonsteek, knippen haar
daarna langs de steken uit en rijgen het mo
tief op het daarvoor bestemde voorwerp. Ver
volgens naaien we het onzichtbaar op langs
den omtrek.
R. K.
Zooals gewoonlijk, had onze huls
dokter tijdens het gesprek vergeten
dat ik vandaag een patiënte was.
Als oud-leerling van de tooneel-
school die hij wijselijk had op
gegeven voor de universiteit had
het tooneel steeds zijn grootste
belangste.ling en als hij op dat
chapiter kwam, bleef de heelo
praktijk rustig liggen.
Bij het vertrek maakte ik hem
erop attent, dat hij feitelijk voor
mij gekomen was en niet voor m'n
man.
„Wees steeds opgeruimd, me
vrouwtje," zei hij, „altijd opge
ruimd zijn en veel glimlachen.
Glimlachen houdt ons gezond en
sterk."
Ik had het al gedacht, dat dót
komen moest. Hü was de dokte i
van den eeuwigen glimlach. Hij dacht doorgaans een dubbele longontsteking
met een glimlach op de vlucht te jagen.
Ik ben aanstonds begonnen met glimlachen.
Menschen, die het weten kunnen, zeggen, dat je voor een glimlach 42 ver
schillende spieren in beweging moet brengen.
Ik heb er veel meer in beweging gebracht.
Gisteren om half negen verscheen ik aan het ontbijt.
Henk hield de lichtrekening in z'n hand. Hij vroeg, waarom ik niet een
beetje zuiniger met het licht was. Ik glimlachte.
Henk heeft geen woord meer gezegd: hij is naar kantoor gegaan, zonder
J561!, z?en Seven en heeft de deur hard achter zich dichtgetrokken, met
de boodschap, dat hij zich wel een ongeluk zou werken om mijn rekeningen te
betalen.
Om negen uur kwam 't dienstmeisje op dr gewone zure manier vragen, wat
er gedaan moest worden. Ik glimlachte, 't Dienstmeisje glimlachte niet, maar
zei, dat ze niet wenschte uitgelachen te worden en dat er altijd nog genoeg
„betrekkmgs waren, waar de menschen niet zoo gek „deejen".
nSlf el* k™.a™ d® Pastoor vragen of ik wat voelde voor de Missie-ten-
constellmg. Ik glimlachte. Hij heeft het als een bevestiging beschouwd en no
teerde me meteen voor 100 gulden.
Om elf uur ben ik uitgegaan om
te wandelen. Ik heb tegen alle
menschen, die ik ontmoette, ge
glimlacht. Het werkte blijkbaar
buitengewoon aanmoedigend op
bedelaars en straatventers.
Ten slotte was er een donkere
jongeman, die terug glimlachte.
Toen ik blééf glimlachen, begon
hij te knipoogen. Waar het voor
schrift daaromtrent niets ver
meldde, heb ik me zoo gauw moge
lijk uit de voeten gemaakt.
Toen ik Henk alles vertelde,
bleek hij met het verhaal maar
half ingenomen.
In ieder geval heeft onze Huis
dokter gelijk, volkomen gelijk, de
uitwerking van een glimlach grenst
aan het wonderbaarlijke.
Ik word echter liever gewóón
gezond.
CAKE BAKKEN
Verschillende lezeressen vragen me om een
goed recept voor cake, en dus zullen we het
vandaag eens hebben over cake bakken.
Nou, wat mU betreft, ik vind cake bakken
heelemaal niet lastig, maar ik zal der ook
nooit an beginnen as ik der niet me tijd voor
kan nemen, want in 'n vloek en 'n zucht kan
je geen goeie cake bakken. En as zoo'n bak
kerij mislukt, dan denk ik, dat 't komt omdat
alles te haastig wordt gedaan, want as je 'n
cake mooi luchtig wil hebben, dan moet er in
elk geval lang geroerd worden.
Ik heb 'n pulk recept voer Botercake, nog
van mevrouw zaliger, dat me nog nooit mislukt
is. Ik neem der 120 gram bloem voor, 150 gram
boter, 150 gram suiker en 3 eieren. De eieren
klop ik met de suiker in 'n pannetje boven den
kleinsten spaarbrander van 't gas, zoowat 'n
kwartier lang, tot de massa lauw-warm is en
dik en luchtig. Dan neem ik de pan van 't
vuur en blijf doorkloppen, onderwijl ik de boter
smelt. Zoo gauw als de boter gesmolten is, giet
ik ze langzaam bij de eieren met de suiker,' als
maar roerende en 't allerlaatste roer ik de
bloem der luchtig doorheen. Die bloem moet
natuurlijk gezeefd worden en ik geloof, dat
by sommige dames de cake wellis mislukt,
doordat ze de bloem niet zeven. Die klontert
dan te veel bij mekaar. Wat ook 'n voornaam
ding is, vind ik, dat de cake-vorm tevoren is
klaar gemaakt goed ingesmeerd met boter
of slaolie en dan met bloem bestrooid aan alle
kantenkanten. Heb ik dat gedaan, dan keer ik
de vorm om en klop er tegen, aan den bui
tenkant. De bloem, die dan rondom blijft han
gen, is net voldoende om te zorgen, dat de
cake later gemakkelijk uit den vorm komt.
Dan moet die vorm maar voor drie vierde part
gevuld worden met 't beslag en wel zoo, dat er
't meest langs de kanten ligt en er midden in
'n beetje kuil komt, want in 't midden rijst
de cake altijd 't meeste bij 't bakken en as ie
daar te hoog wordt, komen der licht barsten in.
Zoo n cake moet ongeveer een uur gebakken
worden in een matig warmen oven. Is de oven
te heet, dan schroeit het deeg dadelijk dicht
en wordt de cake van binnen niet gaar. Nou
doe ik altijd zoo. As ik me gasoven aansteek,
laat ik 'm eerst 5 minuten heelemaal op open
staan, dan draai ik de kraan zoover dicht, dat
de vlammetjes zoo klein zijn as waterdrop
peltjes en dan zet ik me vorm dadelijk in den
oven. En dan maak ik me oven niet open eer
dat ik denk, dat de cake gaar is. Voor alle
voorzichtigheid steek ik der dan nog even met
'n breinaald in, om te kijken of der niets meer
aan kleven blijft.
En as nou de dame, die schrijft, dat ze der
cake nooit goed luchtig kan krijgen, alles pre
cies zóó doet en de cake wordt dan nog niet
goed, dan menkeert der vast en zeker wat an
der oven. Anders moet 't lukken, net zoo goed
as 't mijn altijd lukt.
Nou kunt u zoo'n cake nog es veranderen
nou en dan. Soms doe ik der wat afgeraspte
citroenschil in, soms rozijnen en sucade, soms
wat stukjes gember, en met geconfijte vrucht
jes wordt 't nog weer feestelijker. Maar ook
zonder 't een of ander derbij is 't een echte
fijne cake.
Gekruide cake maakte mevrouw zaliger
altijd as ze meneer wilde tracteeren en ook
wel as der veel heeren op bezoek kwamen,
maar mevrouw zelf vond 'm ook heel lekker
en ik kan die van mij der ook altijd op trac
teeren. Ik neem der boter, bloem, donker
bruine suiker, krenten en rozijnen voor; van
elk 125 gram. Dan nog 3 eieren, 3 theelepeltjes
vol nagelgruis en 'n geraspte muscaatnoot. As
ik de krenten en rozijnen schoon heb, wei ik
ze even op en laat ze dan drogen, terwijl ik
't beslag roer. Ik roer eerst de boter, met n
houten lepel, tot ze heelemaal zalfachtig is ge
worden. Dan roer ik der een voor een, de heeie
eieren door, dan de suiker en dan de kruide
rijen. Dat moet dan nog 'n heel poosje geroerd
worden. Zoo langzamerhand komen de Kren
ten en rozijnen derbij en eindelijk de gezeefde
bloem. Verder gaat alles as bij de boter-cake.
Is der nou eentje jarig of zoo, dan doe ik
me beslag in 'n ronden vorm en as 't dan
gebakken is, dan zeg ik der taart tegen en
den volgenden dag strijk ik dan 'n glazuurtje
over me taart. Dat maak ik van 1 ons poeder
suiker met 'n klein scheutje warm water tot
'n heel dik papje geroerd. Dat verdun ik dan
met 'n paar druppels citroensap en dan strijk
ik 't met 'n nat mes over de taart. Die ver
sier ik dan soms nog met geconfijte vruchtjes.
Toen onze Tijs meerderjarig werd, had ik 'n
paar kersjes in snippertjes gesneden en daar
van 21 midden op de taart gezet.
En nou moet ik de dame nog hartelijk be
danken, die 15 jaar in West-Indië heeft ge
woond en die me nou West-Indische recepten
stuurde. Ik denk, dat ik daar veel lezeressen
'n plezier mee doen kan en daarom zullen we
het er den volgenden keer es over hebben. Ik
ga ze eerst eens zelf probeeren, dan kan ik
der beter over meepraten en die van mij zul
len 't best vinden, want die houden wel van
'n veranderingetje net as
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.
Zilverpoetsdoeken kan men op de volgende
wijze vervaardigen. Men maakt een mengsel van
geschaafde zeep in een weinig kokend water
opgelost Als dit koud is, doet men er 3 flinke
eetlepels talkpoeder en een paar druppels ammo
niak door en drenkt in dit mengsel eenige wollen
lappen of gewone gele poetsdoeken. Deze laten
drogen en met die gedroogde doeken het zilver
stevig afwrijven. Het wordt dan als nieuw.
Sponzen Kunnen dikwijls al heel gauw akelig
glibberig en vet zijn. Bestrijdt dit euvel door ze
een paar uren ln ruim azijn te zetten en ze
daarna een paar maal in schoon water, zoo
mogelijk gekookt of gefiltreerd, uit te wasschen.
De sponzen zijn dan weder als nieuw.
Verlakte meubelen, theebladen enz. worden
als nieuw en mooi als men ze opwrijft met een
zacht wollen lapje, waarop eenige druppels
sla-olie.
Gebruikte medieljnfleschjes worden meestal
weggegooid, wijl zij zoo sterk naar de medica
menten, welke er in geweest zijn, rieken. Toch
zijn zulke fleschjes dikwijls een groot gemak in
een huishouding, als ze maar goed gereinigd
worden. Men kan ze reukeloos maken door ze
met zwart mosterdpoeder en lauw water uit
te spoelen. Heeft men iets in handen gehad,
dat een sterke lucht heeft achtergelaten, dan
kan men die lucht wegkrtjgen door ze te was
schen met bovengenoemd zwart mosterdpoeder.
en
Nog voor eenige jaren was de vaste waschtafel een
nieuw snufje, een luxe-artikel. Dit is tegenwoordig niet meer
het geval; nu vinden we veel vaste waschtafels in slaap- en
badkamers.
In vele nieuwe huizen worden de vaste waschtafels
reeds bij den bouw geplaatst om sloopen en breken te
voorkomen.
De ouderwetsche waschtafel met
haar waschstellen heeft afgedaan,
't Was Inderdaad een meubelstuk met
weinig comfort; daarbij komen nog de
aanschaffingskosten, die vaak grooter
zijn, dan die van een vaste waschtafel,
welke bovendien veel comfortabeler
en hygiënischer is.
We behoeven de kommen niet meer
te leegen, niet meer met water te slee
pen; het vuile water wordt afgevoerd
door de buizen en de vaste bak Is ge
makkelijk schoon te houden.
De groote vraag der laatste jaren
naar dit artikel heeft een groot aantal
verbeterde ontwerpen gebracht, ter
wijl de prijzen niet hoog zijn.
Niet alleen is de verbetering in de
kom zelf merkbaar, maar de kranen,
't spiegelglas, glasplaten, rekj'es, hou
ders en bijbehoorende benoodlgdhe
den zijn ook van beter ontwerp
grooter nuttigheid. Er zijn nu mo
dellen met flinke breede randen om
't spatten tegen te gaan; modellen
met in een voet weggewerkte afvoer
buis, en we zien buitengewone ont
werpen van onbreekbaar aardewers,
sommige met groote marmeren bak
ken met een onderstuk van mahonie
of eikenhout, meer passend bij
gezelligheid der slaapkamer.
Naast luxe-exemplaren van ge
kleurd marmer, met nikkel gemon
teerd, ovalen geslepen spiegel, wand
lampjes enz., ontdekken we heel
eenvoudige, tegen den wand geplaat-
ste modellen, van wit geglazuurd
aardewerk, met nikkelen kranen
handdoeken rails, opgeschroefde
slepen spiegel en glasplaat voor toi-
letbenoodlgdheden. (Zie de teekening).
Deze modellen kosten thans ongeveer
40 45 en zien er, zonder overdre
ven luxueus te zijn, heel smakelijk uit.
En wat ook een voorname factor is, ze zijn
zeker voordeeliger van aanschaffing, dan een
eiken of ander soort houten, ouderwetsche
waschtafel of waschcommode.
Men dient bij de aanschaffing van een
vaste waschtafel het volgende in overwe
ging te nemen;
Allereerst neme men er een, waarvan de
kranen in den hoek zitten, dit is gemakkelijker
bij het hoofdwasschen; we- hebben meer
ruimte en 'oehoeven niet bang te zlJB
voor het pijnlijk hoofdstooten, hetgeen,
indien de kranen in 't midden geplaatst
zijn, vaak kan voorkomen.
Dan kijkt men of er zich geen
zeepbakjes in bevinden.
We gebruiken één stuk zeep tegelijk,
dus is één zeepbakje ook voldoende.
Twee, zooals men in sommige bakken ziet is overbodig, doelloos.
Verder liefst de overloop onder 't zeepbakje, zoodat geen zeepresten ln de kom komen, maaf
ln den overloop wegvloeien.
de
en
ge-