1 «U--— t Het eiland „Zondag Nachtzak Bij Paul Poiret Goedkoope Patronen t E E l Wij doen het zelf Wat zullen we koken? Wenken en raadgevingen voor de huisvrouw Vaste Waschtafels VRIJDAG 16 MEI 1930 E JTTTTTTYT ©®®K OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING ^ERBODEN Een titel, die büna naar Robinson Crusoe riekt, nietwaar? En een onderwerp, waarover den laatsten tijd al heel wat gezegd is! In de woelende, bruisende zee van jachtig, ingespannen werk, dag in dag uit, ligt een vredig, liefelijk-groen eiland, waar we iedere week weer hoopvol op aansturen. Al dagen van te voren zien we verlangend uit naar de wazige kust, we leggen er aan met een zucht van voldoening en verlaten het noode, wan neer het kort verblijf weer om is. De Zondag is een dag van rust na het harde werk. Er was een tijd, waarin deze opvatting streng en consequent gehandhaafd bleef. Reeds op den vooravond trad een vrome stilte in, door geen werkdag-geluiden verstoord. Dat ie wel een beetje veranderd. De „dag des Heeren" zijn met den plechtigen ouden term ook niet tegelijk de verplichtingen, door dat begrip opgelegd, op den achtergrond ge raakt? Naar buiten kennen wij weliswaar de wet der Zondagsrust nog wel, maar dat ver hindert niet, dat ze achter de coulissen over treden wordt! Het begrip „rust" zien we, in verband met den Zondag, om ons heen soms al heel eigen aardig uitgelegd. Men onthoudt zich van nut tigen arbeid om een „ontspanning" te zoeken, die tienmaal uitputtender is dan een week lang zwoegen! Menschen, die de Zondagsrust overtreden met dóórwerken uit zucht naar grooter gewin, doen zeer zeker verkeerd maar of him fout zóó dom en onsympathiek is als de onzinnige excessen van sommigen, die meenen, dat zij den „rustdag" in eere houden? Het „stille Misje" is een vervelende noodza kelijkheid, en hoe vroeger het achter den rug is, zoodat men er dadelijk op uit kan trek- i ken, hoe liever. Lof en Vespers zijn voorwe- reldlijke instellingen, goed voor oude vrouw tjes, die de deur niet meer komen uitgesukkeld, dan met de kerk als doel. Fuiven tot diep in den nacht is onafscheidelijk van een draag lijken Zondag. Je hebt ook nog Zaterdagavond- fuiven, waarbij dan na afloop het .stille Misje" pleegt aan te sluiten, dat huiverig en hall-liggend verknikkebold wordt op een schemerige achterste bank. Daarop volgt dan de „Zondagsrust" in den meest letterlijken, zij het dan ook niet meest verheffenden zin: het uitslapen tot laat in den middag, om den verderen dag prikkelbaar te verdrinken of zoo mogelijk 's avonds nog eens opnieuw te beginnen. Volstrekt geen zeldzaamheid, een en ander! Het groote verschil met vroeger schuilt waarschijnlijk hierin, dat men het woord „Zondagsrust" op eigen gelegenheid vertaalt door „verstrooiing", terwijl het eertijds „in keer" placht te bedoelen. En het besef, dat die ruit een Godgewijde moet zijn, dat de Zondag nier zoozeer aan ons behoort als wel aan Onzen Lieven Heer, schijnt velen van ons ook al ontgaan. Ontspanning, die werkelijk dien naam ver dient, ie niet alleen geoorloofd, maai' zelfs heel wenschelijk en goed als besteding van den Zondag, maar dan naast en niet ten koste van de heiliging, de viering van dien dag! Misschien zijn er weinig dingen, die zóó nauw verband houden met het goede of min der goede voorbeeld van het ouderlijk tehuis, als de gewoonten, die daarbij al te schril af steken. Om het bepaald slechte voorbeeld nu maar eens heelemaal onbesproken te laten, omdat het gelukkig nog maar in weinig Ka tholieke gezinnen voorkomt we kunnen nog zooveel misdoen door onverstand en gemak zucht, door overdrijven in de goede richting zelfs. De Zondag moet, zelfs voor het jonge, levenslustige kind, een ideaal zijn van tijdbe steding, een vurig verbeid genoegen. Géén dag van verveling tusschen een gaperigen vader en een ongezellige moeder, geen dag van on schendbaar-verklaarde zijden jurken en witte matrozen-pakken, van stoffige zeul-wandelin- gen langs eindelooze wegen geen dagv waarvan, wat het godsdienstig gedeelte be treft, alleen de herinnering achterblijft aan een Hoogmis, die werkelijk te lang en te ver moeiend was voor het beweeglijke persoontje en een Lof, waarop onmiddellijk het taptoe' sein volgde, zoodat 't aan den heerlijken zomeravond „niets had." Het bijwonen van de Hoogmis, de vreedzame wandeling door de mooie natuur, het Lof, het ttjdig-naar-bed gaan alles even goed en nuttig en toch voor het jonge kind dikwijls afschrikwekkend van vermoeienis en verveling. Zoo'n Zondag wordt geen waardevolle herinnering, geen steun voor later jaren. Integendeel zal het kind zoodra 't er de volle kans toe krijgt, elk systeem, dat 't oude meer bevredigend kan vervangen, met gejubel inhalen. En toch moest 't juist zóó zijn, dat 't vastgroeide in de overtuiging, dat geen Zondag van andere menschen kan halen bij de Zondagen van thuis. Vader en moeder moeten er eigen gemak en voorkeur en zelfs onkcsten voor over hebben, om het hun kin deren thuis werkelijk behaaglijk te maken naar de eigen opvatting van de kinderen zelf. „Zoo uw Zondag, zoo uw sterfdag," zegt een oude spreekwijze, en er is veel waars in die eerbiedwaardige uitdrukking. Laten we zóó handelen, alsof ze een profetie ware. Dan zullen we langs de lange rij der gezegende groene eilanden in onze woelige levenszee veilig aanlanden aan de kusten van het groote vasteland der Eeuwige Rust! MACHTELD. Tegenwoordig hebben we op 't gebied van nachtzakken velerlei variaties. We hebben ze van lint met een aardigen Pierrot er op, of gehaakt en gebreid met een losse lus, zoodat ze een wollig aanzien hebben en iets op een kussen lijken. Er zijn echter toch ook altijd nog dames, die een rustiger uitvoering wen- schen, daar deze in hun omgeving een beter effect maakt. Misschien kunt ge een voorbeeld als nevenstaand gebruiken. Fig. A toont u het bovenaanzicht er- van, terwijl fig. B u den uitgeslagen lap aangeeft. Ge kunt dezen nachtzak maken van katoen, linnen, reformstof, enz., terwijl ge de versie ring natuurlijk in overeenstemming brengt met de gekozen stof. Ge hebt er een lap voor noodig, die 98 c.M. lang en 48 c.M. breed is. Ge begint aan den 48 c.M. breeden kant langs de twee zijkanten en onderaan een inslag van één c.M. en een zoom van 3 c.M. in te maken. Wie de kunst van opennaaien verstaat, trekt een paar draden uit, en maakt op deze manier den zoom vast. Dit staat altijd fijn. Zoo ook kunt ge op de aangegeven Hjn een open naadje maken en den nachtzak met een mo nogram versieren. Is de stof voor opehnaaien niet geschikt, dan kan men een smal entre- deux nemen of een smal kruissteekrandje in een goed gekozen tint. Hebt ge het bovenvlak versierd, dan stikt ge bovenaan een 3 c.M. breeden zoom in, waarna ge den zak met een Engelschen naad dichtstikt. Na afwerking heeft de nachtzak een afmeting van 30 bij 40 c.M. terwijl het versierde gedeelte geheel als over slag dient. DINY. iuji al onzt modellendie genummerd zijn boven 4000, zijn ver krijgbaar aan „Het Patronenkantoor"Postbus Ho. 1. Haarlem. Onberispelijke coupe. Dameskleeding in de maten 88, 96, 104 bovenwijdte, a 0.55. Kinderkleeding, alleen voor den in de be schrijving genoemden leeftijd a f 0.35. Bij elk patroon handlei ding voor het knippen en naaienbenevens een verkleinde patroon- Franco toezending, direct na ontvangst van bestelling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels ingesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummer van het model en het blad, waarin het voorkomt en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam, recht onder de armen door. gewoon glad. zonder extra toegift. wr Wie 't eindelijk gelukt is tot in een der paleizen der Parljsche modekoningen door te dringen, voelt zich, ondanks de smaakvolle en zeer luxueuze omge ving, toch niet heelemaal op z'n gemak De geheimzinnigheid en de met 'n laagje Fransche politesse geverniste achter docht, waarmee we de zalen binnenge leid worden, vinden we pas vergeeflijk als we weten, dat er z.g. copieerhuizen zijn, die hun bestaan hebben in 't plegen van plagiaat. Zij weten op de een of an dere oneerlijke wijze precies de modellen na te maken en ze dan natuurlijk goed- kooper te verkoopen. Als men bedenkt, dat juist de hooge prijzen, 5, 6, 8 duizend francs, betaald worden voor het origi- neele model, is 'n dergelijke concurren tie natuurlijk niet te tolereeren. We zien dan ook in za ken zooals Poiret. Lauvin, Lelong geen enkel costume in de vitrines. Eenige mannequins ver schijnen uit 'n ge heimzinnige deur of van achter vele gordijnen, toonen u de werkelijk bui tengewoon fijne en origineele toileten en verdwijnen weer snel en geruisch- loos. Op die wijze is het ons gelukt, 'n zestig a zeven tigtal costumes te kunnen bewonde ren, waarvan wij er u enkele zullen beschrijven en u een flauwe herin nering op de tee- kening weergeven, daar het natuur lijk ongeoorloofd is, de costumes precies na te teeke nen. 't Allermeest vielen natuurlijk weer in het oog de avondtoiletten, waarvan er waren van witte zijde met olijfgroene versiering, van citroengele charmeuse met zeer fijne biesjes van goudleer en kwastjes van gouden kraaltjes, van hemelsblauwe moiréezijde, van zwarte kant etc., etc., Op deze costumes werden de korte bij passende avondmantels gedragen met steeds grooter wordende bontkragen. De namiddag- en morgenkleeding on derscheidde zich in hoofdzaak door 'n fijne coupe endoor 'n versiering van gedurfde kleur. De rokken komen tot halfweg de kuit, maar wat erger is: de mouwen tot halfweg den onderarm. Dit flatteert noch arm, noch hand; daarom kunnen we deze nieuwe modegril niet erg toejuichen. We kunnen ons dan be ter vereenigen met het idee van mouw tot over den elleboog en een ondermouw van kant of contrasteerende kleur. We zagen hiervan alleraardigste combinaties, maar hierover een volgenden keer wat meer. POLA. ÊAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAiAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAI! Wij zien den laatsten tijd veel beschilderde, geborduurde en geappliqueerde voorwerpen. Over deze laatste techniek wil ik het juist met u hebben. Wij zien deze veel toegepast op japonnen, kleedjes, lampekapjes, etc. Applicatiewerk is juist daarom zoo gewild, omdat het voornaam staat, het geeft cachet aan ons kleedingstuk of gebruiksvoorwerp. Maar niet iedereen heeft een zoo ruime beurs om dergelijke versierde artikelen te koo pen. En dan zijn er nog massa's dames, die het véél liever zelf doen, vooral omdat dit werk zooveel voldoening geeft. Het is een be langrijk werkstuk wanneer 't af is en de techniek is zeer eenvoudig, maar men moet geduld hebben. Wij teekenen eerst een motiefje op een vel letje papier (vooral bloem-, blad- of vruchten- motieven zijn hiervoor zeer geschikt), prikken deze teekening langs de potloodlijnen door en stuiven haar over met houtskool op een lapje zijde of ander materiaal. Nu werken we den omtrek met den festonsteek, knippen haar daarna langs de steken uit en rijgen het mo tief op het daarvoor bestemde voorwerp. Ver volgens naaien we het onzichtbaar op langs den omtrek. R. K. Zooals gewoonlijk, had onze huls dokter tijdens het gesprek vergeten dat ik vandaag een patiënte was. Als oud-leerling van de tooneel- school die hij wijselijk had op gegeven voor de universiteit had het tooneel steeds zijn grootste belangste.ling en als hij op dat chapiter kwam, bleef de heelo praktijk rustig liggen. Bij het vertrek maakte ik hem erop attent, dat hij feitelijk voor mij gekomen was en niet voor m'n man. „Wees steeds opgeruimd, me vrouwtje," zei hij, „altijd opge ruimd zijn en veel glimlachen. Glimlachen houdt ons gezond en sterk." Ik had het al gedacht, dat dót komen moest. Hü was de dokte i van den eeuwigen glimlach. Hij dacht doorgaans een dubbele longontsteking met een glimlach op de vlucht te jagen. Ik ben aanstonds begonnen met glimlachen. Menschen, die het weten kunnen, zeggen, dat je voor een glimlach 42 ver schillende spieren in beweging moet brengen. Ik heb er veel meer in beweging gebracht. Gisteren om half negen verscheen ik aan het ontbijt. Henk hield de lichtrekening in z'n hand. Hij vroeg, waarom ik niet een beetje zuiniger met het licht was. Ik glimlachte. Henk heeft geen woord meer gezegd: hij is naar kantoor gegaan, zonder J561!, z?en Seven en heeft de deur hard achter zich dichtgetrokken, met de boodschap, dat hij zich wel een ongeluk zou werken om mijn rekeningen te betalen. Om negen uur kwam 't dienstmeisje op dr gewone zure manier vragen, wat er gedaan moest worden. Ik glimlachte, 't Dienstmeisje glimlachte niet, maar zei, dat ze niet wenschte uitgelachen te worden en dat er altijd nog genoeg „betrekkmgs waren, waar de menschen niet zoo gek „deejen". nSlf el* k™.a™ d® Pastoor vragen of ik wat voelde voor de Missie-ten- constellmg. Ik glimlachte. Hij heeft het als een bevestiging beschouwd en no teerde me meteen voor 100 gulden. Om elf uur ben ik uitgegaan om te wandelen. Ik heb tegen alle menschen, die ik ontmoette, ge glimlacht. Het werkte blijkbaar buitengewoon aanmoedigend op bedelaars en straatventers. Ten slotte was er een donkere jongeman, die terug glimlachte. Toen ik blééf glimlachen, begon hij te knipoogen. Waar het voor schrift daaromtrent niets ver meldde, heb ik me zoo gauw moge lijk uit de voeten gemaakt. Toen ik Henk alles vertelde, bleek hij met het verhaal maar half ingenomen. In ieder geval heeft onze Huis dokter gelijk, volkomen gelijk, de uitwerking van een glimlach grenst aan het wonderbaarlijke. Ik word echter liever gewóón gezond. CAKE BAKKEN Verschillende lezeressen vragen me om een goed recept voor cake, en dus zullen we het vandaag eens hebben over cake bakken. Nou, wat mU betreft, ik vind cake bakken heelemaal niet lastig, maar ik zal der ook nooit an beginnen as ik der niet me tijd voor kan nemen, want in 'n vloek en 'n zucht kan je geen goeie cake bakken. En as zoo'n bak kerij mislukt, dan denk ik, dat 't komt omdat alles te haastig wordt gedaan, want as je 'n cake mooi luchtig wil hebben, dan moet er in elk geval lang geroerd worden. Ik heb 'n pulk recept voer Botercake, nog van mevrouw zaliger, dat me nog nooit mislukt is. Ik neem der 120 gram bloem voor, 150 gram boter, 150 gram suiker en 3 eieren. De eieren klop ik met de suiker in 'n pannetje boven den kleinsten spaarbrander van 't gas, zoowat 'n kwartier lang, tot de massa lauw-warm is en dik en luchtig. Dan neem ik de pan van 't vuur en blijf doorkloppen, onderwijl ik de boter smelt. Zoo gauw als de boter gesmolten is, giet ik ze langzaam bij de eieren met de suiker,' als maar roerende en 't allerlaatste roer ik de bloem der luchtig doorheen. Die bloem moet natuurlijk gezeefd worden en ik geloof, dat by sommige dames de cake wellis mislukt, doordat ze de bloem niet zeven. Die klontert dan te veel bij mekaar. Wat ook 'n voornaam ding is, vind ik, dat de cake-vorm tevoren is klaar gemaakt goed ingesmeerd met boter of slaolie en dan met bloem bestrooid aan alle kantenkanten. Heb ik dat gedaan, dan keer ik de vorm om en klop er tegen, aan den bui tenkant. De bloem, die dan rondom blijft han gen, is net voldoende om te zorgen, dat de cake later gemakkelijk uit den vorm komt. Dan moet die vorm maar voor drie vierde part gevuld worden met 't beslag en wel zoo, dat er 't meest langs de kanten ligt en er midden in 'n beetje kuil komt, want in 't midden rijst de cake altijd 't meeste bij 't bakken en as ie daar te hoog wordt, komen der licht barsten in. Zoo n cake moet ongeveer een uur gebakken worden in een matig warmen oven. Is de oven te heet, dan schroeit het deeg dadelijk dicht en wordt de cake van binnen niet gaar. Nou doe ik altijd zoo. As ik me gasoven aansteek, laat ik 'm eerst 5 minuten heelemaal op open staan, dan draai ik de kraan zoover dicht, dat de vlammetjes zoo klein zijn as waterdrop peltjes en dan zet ik me vorm dadelijk in den oven. En dan maak ik me oven niet open eer dat ik denk, dat de cake gaar is. Voor alle voorzichtigheid steek ik der dan nog even met 'n breinaald in, om te kijken of der niets meer aan kleven blijft. En as nou de dame, die schrijft, dat ze der cake nooit goed luchtig kan krijgen, alles pre cies zóó doet en de cake wordt dan nog niet goed, dan menkeert der vast en zeker wat an der oven. Anders moet 't lukken, net zoo goed as 't mijn altijd lukt. Nou kunt u zoo'n cake nog es veranderen nou en dan. Soms doe ik der wat afgeraspte citroenschil in, soms rozijnen en sucade, soms wat stukjes gember, en met geconfijte vrucht jes wordt 't nog weer feestelijker. Maar ook zonder 't een of ander derbij is 't een echte fijne cake. Gekruide cake maakte mevrouw zaliger altijd as ze meneer wilde tracteeren en ook wel as der veel heeren op bezoek kwamen, maar mevrouw zelf vond 'm ook heel lekker en ik kan die van mij der ook altijd op trac teeren. Ik neem der boter, bloem, donker bruine suiker, krenten en rozijnen voor; van elk 125 gram. Dan nog 3 eieren, 3 theelepeltjes vol nagelgruis en 'n geraspte muscaatnoot. As ik de krenten en rozijnen schoon heb, wei ik ze even op en laat ze dan drogen, terwijl ik 't beslag roer. Ik roer eerst de boter, met n houten lepel, tot ze heelemaal zalfachtig is ge worden. Dan roer ik der een voor een, de heeie eieren door, dan de suiker en dan de kruide rijen. Dat moet dan nog 'n heel poosje geroerd worden. Zoo langzamerhand komen de Kren ten en rozijnen derbij en eindelijk de gezeefde bloem. Verder gaat alles as bij de boter-cake. Is der nou eentje jarig of zoo, dan doe ik me beslag in 'n ronden vorm en as 't dan gebakken is, dan zeg ik der taart tegen en den volgenden dag strijk ik dan 'n glazuurtje over me taart. Dat maak ik van 1 ons poeder suiker met 'n klein scheutje warm water tot 'n heel dik papje geroerd. Dat verdun ik dan met 'n paar druppels citroensap en dan strijk ik 't met 'n nat mes over de taart. Die ver sier ik dan soms nog met geconfijte vruchtjes. Toen onze Tijs meerderjarig werd, had ik 'n paar kersjes in snippertjes gesneden en daar van 21 midden op de taart gezet. En nou moet ik de dame nog hartelijk be danken, die 15 jaar in West-Indië heeft ge woond en die me nou West-Indische recepten stuurde. Ik denk, dat ik daar veel lezeressen 'n plezier mee doen kan en daarom zullen we het er den volgenden keer es over hebben. Ik ga ze eerst eens zelf probeeren, dan kan ik der beter over meepraten en die van mij zul len 't best vinden, want die houden wel van 'n veranderingetje net as ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. Zilverpoetsdoeken kan men op de volgende wijze vervaardigen. Men maakt een mengsel van geschaafde zeep in een weinig kokend water opgelost Als dit koud is, doet men er 3 flinke eetlepels talkpoeder en een paar druppels ammo niak door en drenkt in dit mengsel eenige wollen lappen of gewone gele poetsdoeken. Deze laten drogen en met die gedroogde doeken het zilver stevig afwrijven. Het wordt dan als nieuw. Sponzen Kunnen dikwijls al heel gauw akelig glibberig en vet zijn. Bestrijdt dit euvel door ze een paar uren ln ruim azijn te zetten en ze daarna een paar maal in schoon water, zoo mogelijk gekookt of gefiltreerd, uit te wasschen. De sponzen zijn dan weder als nieuw. Verlakte meubelen, theebladen enz. worden als nieuw en mooi als men ze opwrijft met een zacht wollen lapje, waarop eenige druppels sla-olie. Gebruikte medieljnfleschjes worden meestal weggegooid, wijl zij zoo sterk naar de medica menten, welke er in geweest zijn, rieken. Toch zijn zulke fleschjes dikwijls een groot gemak in een huishouding, als ze maar goed gereinigd worden. Men kan ze reukeloos maken door ze met zwart mosterdpoeder en lauw water uit te spoelen. Heeft men iets in handen gehad, dat een sterke lucht heeft achtergelaten, dan kan men die lucht wegkrtjgen door ze te was schen met bovengenoemd zwart mosterdpoeder. en Nog voor eenige jaren was de vaste waschtafel een nieuw snufje, een luxe-artikel. Dit is tegenwoordig niet meer het geval; nu vinden we veel vaste waschtafels in slaap- en badkamers. In vele nieuwe huizen worden de vaste waschtafels reeds bij den bouw geplaatst om sloopen en breken te voorkomen. De ouderwetsche waschtafel met haar waschstellen heeft afgedaan, 't Was Inderdaad een meubelstuk met weinig comfort; daarbij komen nog de aanschaffingskosten, die vaak grooter zijn, dan die van een vaste waschtafel, welke bovendien veel comfortabeler en hygiënischer is. We behoeven de kommen niet meer te leegen, niet meer met water te slee pen; het vuile water wordt afgevoerd door de buizen en de vaste bak Is ge makkelijk schoon te houden. De groote vraag der laatste jaren naar dit artikel heeft een groot aantal verbeterde ontwerpen gebracht, ter wijl de prijzen niet hoog zijn. Niet alleen is de verbetering in de kom zelf merkbaar, maar de kranen, 't spiegelglas, glasplaten, rekj'es, hou ders en bijbehoorende benoodlgdhe den zijn ook van beter ontwerp grooter nuttigheid. Er zijn nu mo dellen met flinke breede randen om 't spatten tegen te gaan; modellen met in een voet weggewerkte afvoer buis, en we zien buitengewone ont werpen van onbreekbaar aardewers, sommige met groote marmeren bak ken met een onderstuk van mahonie of eikenhout, meer passend bij gezelligheid der slaapkamer. Naast luxe-exemplaren van ge kleurd marmer, met nikkel gemon teerd, ovalen geslepen spiegel, wand lampjes enz., ontdekken we heel eenvoudige, tegen den wand geplaat- ste modellen, van wit geglazuurd aardewerk, met nikkelen kranen handdoeken rails, opgeschroefde slepen spiegel en glasplaat voor toi- letbenoodlgdheden. (Zie de teekening). Deze modellen kosten thans ongeveer 40 45 en zien er, zonder overdre ven luxueus te zijn, heel smakelijk uit. En wat ook een voorname factor is, ze zijn zeker voordeeliger van aanschaffing, dan een eiken of ander soort houten, ouderwetsche waschtafel of waschcommode. Men dient bij de aanschaffing van een vaste waschtafel het volgende in overwe ging te nemen; Allereerst neme men er een, waarvan de kranen in den hoek zitten, dit is gemakkelijker bij het hoofdwasschen; we- hebben meer ruimte en 'oehoeven niet bang te zlJB voor het pijnlijk hoofdstooten, hetgeen, indien de kranen in 't midden geplaatst zijn, vaak kan voorkomen. Dan kijkt men of er zich geen zeepbakjes in bevinden. We gebruiken één stuk zeep tegelijk, dus is één zeepbakje ook voldoende. Twee, zooals men in sommige bakken ziet is overbodig, doelloos. Verder liefst de overloop onder 't zeepbakje, zoodat geen zeepresten ln de kom komen, maaf ln den overloop wegvloeien. de en ge-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10