m DE EENIGE WEG DE ONDANKBARE....! EEN WISKUNDELES WOENSDAG 21 MEI 1930 ft» De bekende journalist Lacroche, die in zijn blad met lof gesproken had over kapi tein Lestogart en diens schitterende expedi ties in Noord-Afrika meende meer dan iemand anders recht te hebben op een in terview. Hij wist dat de held 's avonds met den trein van elf uur vijftig in Parijs aangeko men was, wilde de eerste zijn om den be roemden officier te interviewen en begaf zich daarom reeds bij 't krieken van den dag naar 't hotel waar de dappere soldaat van 'n vermoeiende reis uitrustte. Twintig minuten later werd Lacroche bij den kapitein toegelaten dank zij eenig handig rondgedeelde goudstukken, waarvoor 't hotel personeel bezweek. Lestogart lag nog in diepen sJaap. Do bons van 'n trom welke Lacroche bij ongeluk van 'n stoel liet vallen, wekte den held die aanstonds onder zijn hoofdkussens naar 'n paar revolvers greep. Had de journalist niet oogenblikkelijk z'n naam genoemd, dan was hij 'n seconde la ter 'n kind des doods geweest. Georee Lacroche? zei de kapiteein na denkend, ken ik niet, U hebt me toch reeds in Alexnndrië gezien, kapitein. Herinnert u zich niet meer 'n banket dat daar in 1921 te uwer eer ge geven werd? Dat banket ben ik nog niet vergeten, maar u zoek ik tevergeefs in m'n geheugen. Hebt u daar ook aan deelgenomen? Ja zeker kapitein! Nu dan moet u op 't portret staan dat in de woestijn gemaakt werd... Wilt u mij dat album eens van tafel geven? De album werd aangereikt en 't bedoe i e portret was spoedig gevonden. Kiik daar staat u. liinks van mij. Ik zie nu duidelijk dat u het bent; u staat er zelfs bijzonder goed op met dien witten broek. Ln hoe maakt u het nu m'nheer Lgcroche. De kapitein stak hem de hand toe, ver volgde losjes: En waaraan heb ik de eer van uw be zoek te danken? Ik wou u graag interviewen. Kiik dat is aardig! Maar hoe laat is 't eigenlijk? Iïalf zes. Iïalf zes? Dan zult u er zeker geen be zwaar tegen hebben dat we eerst eens 'n glaasje nemen. Wilt u mij die flosch daar eens even aangeven? Zij verwarmden hun maag aan de likeur. Daarna stak de kapitein 'n cigaret op en zei: Ik ben tot uw beschikking. Hoe is uw naam ook weer? George Lacroche. George LacrocheMaar wacht eens, ken ik u niet? Was u niet in Alexan drië in 1921? Juist kapitein. En nam u niet deel aan het banket dat daar te mijner eer gegeven werd. Zeker. Waarom zei u dat niet aanstonds. U bent me ook 'n grappenmaker U wou me zeker eens verrassen hè? En nu wed ik dat u gekomen bent om me te interviewen. Ja, dat heb ik aJ. Ah! ziet u wel? Kan ik niet goed raden hè. Nu, vraag maar op!Maar zeg me eerst eens hoe laat het is. Kwart voor zessen. Hè? zooeven zei u dat het half zes was. Dat komt uit. Toen ik hier kwam was 't half zes, maar nu is 't. kwdrt voor zessen. O heel goed, heel goed, ik wil u graag geloovenWaar waren we ook weer met ons interview? Ik geloof dat we nog niet begonnen wa ren. 1 js 't toch? Dat verwonderd me, maar enfinwelke inlichtingen wenseht u? Hebt u de kleur van m'n pyarna al opge merkt? Wat 'n prachtig blauw nietwaar? Heel mooi ja.maar ik zou u liever willen vragen naar uw laatste krijgsver richtingen in Afrika.... Zooals u wilt. Vvas u al in Egypte toen ik begon met het dresseeren van krokodil len? Ik geloof 't niet. Nu clan zal ik u dat even vertellen. Ik heb me twintig jonge krokodillen aange schaft en die in een afgesloten ruimte ge plaatst. Nu moet u weten dat de krokodfT een uiterst goedaardig dier is en daarenbo ven zeer verstand tg- Men heeft al zoo vaak allerlei kwaad van die Nijlbewoners ver teld: on zoo spreekt men van verslonden negers, gestolen kinderen, overhoop gestoo- ten schuiten enz. Maar dat alles is valsch. 't zijn zuiver leugens. Verstaat u dat: zui ver leusens! Noteer dat woord. In orde. Mooi zon! Ik heb me dus twintig kro kodillen aangeschaft en hen met de tee- derste zorgen omringd. Ik gaf hun uitste kend en fijn voedsel, sprak hen nooit anders toe dan vriendelijk en zachtzinnig en ten slotte werden de dieren zoo mak en gewil lig als honden. Eerst leerde ik hun kleine voorwerpen aan te brengen, zooals zakdoe ken, wandelstokken, snuifdoozen enz., daar- DOOR IR. VAN HAMERD TE WASSENAAR wend een glij boot ontworpen met een 30 P.K. vliegtuigmotor. De ontwerper op een proeftocht met zijn boot. na moesten ze iets uit het water ophalen. De krokodil is een uitmuntend zwemmer ziet u. uitmuntend. Noteer dat: uitmuntend zwem mer. Welnu weet u wat ik na een half jaar bereikt had? Neen... Dat raadt u nooit. Ik gooide neger kinderen in 't water en mijn krokodillen brachten die bij mij terug. Levend? Wel naturlijk! en zonder eenig letsel Wonderbaar! t Nietwaar? Toen kwam er deze gedachte bij mij op. Ik redeneerde zoo: Als krokodil len dan zoo gevoelig zijn voor goed voed- sej en zachte behandeling en daardoor zoo onschadelijk worden als 'n hagedis en in die stemming zich gaarne belasten met het redden van drenkelingen, waarom zou de Egyptische regeerimg dan niet voor hun on derhoud zorgen? Ze zou dan hier en daar krokodillenposte.n kunnmen plaatsen langs de oevers van den Nijl, posten die te herken nen zouden zijn aan een vlag met 'n rood kruis er op en daaronder: „Hulp aan dren kelingen. Dat zou alle doodelijke ongelukkon op de rivier voorkomen, want zoodra er daar iemand bij 't baden in gevaar is, heeft, hij maar een kreet te slaken en de gedien stige krokodil brengt aanstonds de ge- wenschte hulp. Een lumineus idee'. Ja zeker, maar daar in Egypte dreven ze den spot met mij. Ik heb meer dan twintig brochures over die kwestie geschreven, maar de heele pers lachte me uit! Zoo komt het dat ik mijn plannen tijdelijk heb moeten op geven. Denkt u weer spoedig naar Egypte te rug te gaan? Ja ik kan m'n krokodillen niet zoo heel lang in den steek laten. Maar vóórdat u naar Frankrijk kwam. Wat ik toen 't laatst gedaan heb? Wel ik ben o.a. met leeuwen bezig geweest. Zoo? Ja. ik heb namelijk opgemerkt dat de leeuw vooral gevaarlijk is als hij dorst heeft. Heeft hij gedronken, goed gedron ken, dan wordt hij tam als 'n huisdier. He laas vindt de leeuw niet altijd het noodige drinkwater in de Sahara. Inderdaad. En toch zijn er putten in 'die woestijn, daar zult u zeker wel eens over hebben kooren pralen? Afrikaansche reizigers maken daar mel ding van De kwestie is dus deze: er moet een middel gevonden worden, waardoor de leeuwen die putten kunnen benutten. Onmogelijk! -Moeilijk, is het woord, moeilijk.en toch zoo eenvoudig! Ik heb er dit op gevon den. Bij iedere put moet een groot hol rad geplaatst worden. Vroeger zette men daar een hond in om sommige primitieve ma chtnes in beweging te brengen. Ja daar heb ik wel eens van gehoord. U ziet dus dat ik u maar niet zoowat op de mouw wil spelden. Nu zei ik bij me zelf: als dan een hond zoo'n rad en daar door andere dingen in beweging kan bren gen, waarom zou een leeuw dan zoo'n zAtde rad niet kunnen doen draien om Jaar door een emmer water op te halen. Spoedig begin ik er dus mee bij iedere put in de Sahara zoo'n rad te zetten. Heeft de leeuw doi'st. dam hoeft hij maar in 't rad te stap pen, een aantal passen te doen en hij heeft een emmer vol heerlijk frisch water. U ziet, 't is zoo eenvoudig als iets, en woedt die uitvinding overal waar 't noodig is toe gepast, dan hebben de menschen van den leeuw niets meer te vreezen. immers dat dier is alleen bloeddorstig ais het dorst heeft.. En in welke" kramt komt dit inter view nu te staan, waarde heer Rertrand? Lacroche bedoelt n Och ja, Lacroche. dat ik dien naam niet. onthouden kan. In welk blad? Im de „Avondpost". O ik dacht dat u mij gezegd had in de „Sphinx". Daar heb ik u inderdaad van gespro ken. Ik schreef daarin toen ik in Egypte was Zoo bent u clan in Egypte geweest? Zooals ik u zei. Dan hebt u misschien ook wel eens ge hoord van een festijn dat te mijner eer ge geven werd in 1921. Kerel dan moeten we elkaar reeds eerder ontmoet hebben. Maar lioe laat is het nu! Bijna zeven uur. Zeven uur? En zoo even was 't kwart voor zessen? Wat moet dat nu beteekenen? Toen ja, maar nu is 't vyerkelijk bij ze venen. Nu als u 't zoo stellig beweert... Ze ven uur.en om tien uur zou ik opsinnn, dus kan ik nog drie volle uren slapen. Uw dienstwillige dienaar mijnheer. Daarop viel kapitein Lestogart in de kus sens terug en begon te ronken als een leeuw. De journalist dacht nog maar aan één ding: 7.00 gauw mogelijk eu zoo geluidloos mogelijk de kamer te verlaten, anders zou den 'n paar welgemikte revolverkogels hem dat wei eens voor goed hebben kunnen be letten. Nu was hij alleen maar wat geld kwijt, waarmee hij 't hotelpersoneel omgekocht had. De post er nog niet geweest man? Nee, nog niet. Nu zullen we eens zien of Brinkmeier z'n belofte houdt. Waarom zou hij die niet houden...? Ochik vertrouw zulke invloedrijke lui ndet erg! En dan vraag ik mij ook af of of we jegens hem wel alles gedaan hebben wat we konden. Wat? in Man dien we verleden jaar nog niet kenden en toen voor 't eerst bij Van de Linde ontmoetten, waar ze ons verze kerden dat hij goede diensten kon bewijzen aam onze zaak.. en aanstonds hebben we hem met attenties en zorgen omringd, ver scheidene malen aan tafel genoodigd, sa men uitstapjes gemaakt en ik heb zelfs fietsen geleerd om hem hier de omstreken te laten zien. Z'm kinderen hebben we met suikergoed volgestopt.maar wat doet hij voor mij?... Als je al de onkosten om hem gemaakt optelt, zul je aan een mooi getal komen! Zeker, maar dat doet een ander ook. Dat alles moet hem wel de keel uithangen. Ben je er zeker van dat hij je vandaag moet antwoorden Natuurlijk, de aanbesteding zal im mers vandaag gegund worden. Ik heb hem alles uitgelegd: de toestand ven m'n fa briek, de eigenaardige handrismoeilijkhe denwaarom ik deze crisis doormaak en het groot belang dat er voor mij gelegen is in de vervulling van m'n redelijke ver- ivacbti&gen. Als de regeering mij die gunst verleent, zijn we er ineens bovenop. Als je de zaken zóó hebt voorgesteld dan vindt hij misschien dat je niet mild ge noeg geweest, bent voor hem. Wel jc begrijpt dat ik hem niet recht streeks iets kon gevehje moet oppassen met zulk soort dingen. Natuurlijk oppassen blijft altijd zaak, maar we hadden hem wat beter moeten polsen Dus geloof je niet meer in onbaatzuch tige vriendenhulp Jij ook niet meer manlief, want js denkt dat een paar uitnoodigingen en wat suikergoed voldoende zijn oin hem om te koopen. 11a daar is Jansje met de post. 'ns KijkenNiets van hem! Wat een. Niets?... Ben je daar zeker vain? Nu kijk zelf maar.Ik herken 't schrift van dien vent direct... Wat '11 schurk en hij had me nog wel zóówel hoop gege ven! Heb ik geen gelijk wantrouwend te Azijn? Wat is de menschlïeid toch een ver zameling lage wezens! Maar man als je eens naar hem toe ging? Daar is 't nu te laat voor.Vooreerst zou hij me niet ontvangen en dan strijdt zooiets tegen m'n waardigheid. Nu waardigheid, waardigheid.als je maar slaagt. Wacht eens.... ja, dat zou nog goed kuinnen worden Wat bedoel je? Wel ik denk aan Hartman.je weet wel Hartman de hoofdcommies. Nu, of ik die ken.Hij heeft 'n erge lieve vrouw. Ze zijn allebei altijd welwillend en hartelijk voor ons geweest. Voor 'n maand geleden heeft hnj mij nog geschreven om me te vragen of ik hem bij mijn neef van Velzen wou aanbevelen. O ja dat is waar, dat is zijn chef. Zie je, 't schijnt dan Hartman al 'n twintig jaar recht heeft op bevordering. maar je begrijpt, zonder voorspraak En heb je hem aanbevolen? Ben je mal? Denk je dat ik m'n in vloed aanwend en m'n familie lastig val voor menschen die ik nauwelijks ken? Nu we worden daar toch nog al eens uitgenoodigcl.en altijd uitstekend ont haald Daar zal ik niets van zeggen.Maar als je je uit moest sloven voor iedereen die je een biefstuk met wat aardappelen voor atTrouwens, achterop gezien is het maar goed dat ik me voor hem niet moe ge maakt heb Hartman bericht me dat hij benoemd is... hij bedankt me hartelijk, want hij schrijft dat succes toe aan mijn tusschenkomst. 't toch? Hier lees zelf maar... Een mooie brief hè' Eigenaardig.echt leuk zeg. Nietwaar? Maar zeg eens man, zit Hartman er niet goed bij? Men zegt van ja.en nu verdient hij een mooie duit. Welnu als je hem nu eens de twintig duizend gulden te leen vraagt die we noo dig hebben om deze crisis door te komen? Dat zou zoowat evenveel waard zijn als die aanbesteding. Van hem leenen?Maar dan vraagt hij mij toch direct waarom ik hem juist die eer gun... Wat?Maar liij is Immers pas be noemd? Welnu wat is hij jou dan niet verschuldigd? Daar zeg je zoo iets vrouwtje. Als ik hem vanmorgen eens op ging zoeken? Natuurlijk! Je moet z'n dankbaar heid smeden nu ze nog heet is. 't Kan in ieder geval geen kwaad. Afgesproken dus je gaat vanmorgen nog. Maak je maar gauw klaar' - Zoo waarde heer Groothof, komt u naar mij toe... daar ben ik verlegen mee, want ik had reeds naar u willen gaan.m'n jongste kind is echter ziek... Onnoodig u te verontschuldigen, ik ben blij dat ik u weer eens zie en acht me gelukkig dat ik u van dienst heb kunnen zijin. U kunt verzekerd zijn van mijn innige dankbaarheid en die van m'n vrouw, voor hetgeen u voor mij gedaan hebt. Uw geval was niet erg gemakkelijk... 't ontbreekt u niet aan politieke vijanden op het ministerie.waarlijk u stond er niet gunstig voor. —Niet gunstig voor?Maar al twintig jaar Nu ja. laten we daar niet langer over spreken, die kwestie is immers geregeld. M'n hartelijke gelukwemschen hoor! En u nogmaals mijn oprechte dank, mijnheer Groothof. Stel u voor beste vriend dat, behalve het genoegen u te feliciteeren, m'n bezoek eenigszins door eigenbelang ingegeven werd. Kan ik u ergons mee van dienst zijn... 't zou mij hoogst aangenaam wezen. Van* dienst zijn is nu juist niet het geschikste woord.Ik heb u iets voor te stellen wat even voordeellg is voor u als voor mij... De zaak is deze: u kent de wel vaart van mijn fabriek.maar u weel even eens dat wij onze machines en inrichting voortdurend moeten vervolmaken om de concurrentie van het buitenland het hoofd te kunnen blijven bieden.Maar vervolmaken beteekent: uitgevenMocht u nu over een som van twintig A dertig duizend gul den beschikken, dan kan ik u een uitsteken de belegging daarvoor aanbieden. Vooreerst hebt 11 dan een interest van 3 of 3% pet., verder e,en deel van de winst. Ik heb aan u gedacht, omdat ik die voordeélen liever aan een echten vriend gun. Bovendien ver onderstel ik dat, uw toestand u daartoe in staat stelt. In 't geheel niet, ik heb maar een zeer klein vermogen. U bent erg bescheiden waarde heer, maar men zegt toch O er wordt zooveel gezegd!... U be grijpt toch wel dat ik niet op het ministe rie zoy blijven als m'n vermogen me in staat stelde om onbezorgd te kunnen leven? In ieder geval zou ik eenige beleggiugèn moe ten opnemen... probeeren om.... Nu laten we maar doen alsof ik niets gezegd heb. Ik dacht dat u zich voor 7.0011 voordeelig aanbod zou interesseeren.en vooral nu ik u verplicht heb. O zeker, zekeren ik zou u mijn dankbaarheid zoo graag willen bewijzen! Wacht eenswilt u mij bedenktijd ge ven tot vónavond.dan kan ik mijn vrouw er eens over spreken. Heel goedStuur dan maar even 'n telegrammetje als u kunt. Reken daar op mijnheer Groothof. En neem mij niet kwalijk Wel neenIk weet wat zaken zijn. Dag meneer Hartman. En?... Heb je hem gesproken9 Ik heb hem gesproken. Het voorstel gedaanof heeft hij niet toegebeten? Och vrouw, je weet wel zoolang de dobber niet naar de diepte'gaat kun je niet zeggen dat je beet hebt. Enfin hij heeft toch niet geweigerd hè? Dat nietmaar hij moet er nog eens over nadenken, en zal me vanavond ant woorden. Maar ik ben bang dat 't mis loopt. Dat zou me toch wat zijn11a hetgeen je voor hem gedaan hebt. Dat vind ik ook. Enfin, hij wil geen be slissing nemen alvorens er met zijn vrouw over gepraat te hebben. Dan is 't miswant vrouwen zien veel gauwer wat er in het lokaas schuilt. Daar wordt gebeld... Kijk d'r is het te- gram al. Lees maar hardop, gauwl „Waaide heer en vriend, ik herhaal wat ik u vanmiddag gezegd lieb: rijk zijn wij allerminst. Maar uit erkentelijkheid voor uw gelukkige tusschenkomst zijn we be sloten het uiterste te doen, wat ons een groot offer is. We zullen een gedeelte van onze effecten verkoopen en u over eenige da gen eon tienduizend gulden ter hand stel len. Tienduizend... nauwelijks de helft; zeg man De helft ja!... Is 't niet ongehoord? En dat iemand die totaal niets is zonder mij! En dan praat hij nog van een groot offerl Hij denkt mij daar zeker door te ver plichten! Och beste man al weer 'n bewijs dat de tegenwoordige wereld ntet veel bijzon ders is. Zooveel ondankbaarheid.dat is ten minste 'n toppunt. Maar dat is dan ook de laatste keer dat ik 'n vriend een dienst be- wijs! Korporaal Hoofd is met zijn recruten be zig, gebruikt al zijn welsprekendheid om z'n mannetjes allies zoo good mogelijk milt te leggen. „Als ik zeg: redhts uit de flank, dan moe ien de evennurnmers nee, wacht eens, de onevennummea-s blijven dam staan dat wil zeggen, ze blijven natuurlijk niet staan, maar ze gaan niet uit de riji be grepen? Dat is zoo klaar als een klontje En de de juist, de evennummers gaan twee passen naar rechts, begrepen? Opgepast dan! „Rechts uit de flank!" Wonderlijk genoeg wordt het bevel door alle reeruten goed uitgevoerd, behalve door Kees Kolder die verlegen om zich heen kijkt. „He daar nummer zes", schreeuwt de korporaal. „Heb je 't niet begrepen onbenullige kaas kop! Je bent toch even. dunkt me; nu dan? Er komt een vage glimlach op het leven- looze gezicht vam den goedigen boeren jongen. „Even wat?" vraagt bij weifelend. Een oogenblik vraagt de korporaal zich af of Kees Kolder den draak met hem steekt, maar nog juist bijtijds herinnert hij zich andere staaltjes van den jongeu, waaruit blijkt dat diens stompzinnighe.d een afgrond is waarvan hij den bodem n„g niet gevonden heeft. „Nee maar, die is goed" roept de korpo- ra al geërgerd uit, terwijl hij de armen over zijn brede borst kruist. „Dus jij weet niet wat een even nummer is? Kees Kolder beduidt door een beweging der lippen dat hij nog nooit dergelijke dia gen op zijn levensweg ontmoet heeft. „Natuurlijk, bij jullie thuis op de deel is daar geen sprake van", valt Hoofd geprik keld uit. En dam opeens bijna mild gestemd: „Nou dan zal ik je dat eens uitleggen. Luister maar eens goed. 't Is zoo eenvoudig als 't maar kan. 'n Even getal.'n even getal.wel dat is 'n even getal, dat voelt iedereen dadelijk! Da* kun je niet anders uitleggen, dat moet je zoo begrijpendat is 'n kwestie van gevoel, zie je! En de on even getallen, wel dat zijn de andere, die er overblijven, dat zul je toch wel snappen? Antwoord ja of nee! Kees' oog blijft wezenloos; geen enkel vonkje daarin dat getuigt van eenig begrij pen. Gelukkig is de sergeant er nog. „Zoo moet u dat niet uitleggen, komt hij tusschenlieide, „een even getal, wel dat is zooveel als een getal dat op 2 lijkt, een on even; dat op 3 lijkt. De luitenant heefit die juist verkonde wijs heid gehoord, komt nu toegeloopen: „Dat is niet juist genoeg gezegd". Meteen gaat hij op Kees Kolder af: „Kijk eens vrind, een even getal is een veelvoud van twee. Wat er dan overschiet is oneven". „Of anders gezegd", merkt de kapitein op, een even getal is altijd deelbaar door 2, terwijl een oneven getal dat niet is. Begre pen?" De commandant, een geleerd wiskundige, wil ook even zijn licht laten schijnen op de netelige kwestie. „Alle even getallen hebben als gemeene deel er 2; en de oneven getallen liggen daar tusschen in. Ik geloof dat het zoo juist ge zegd is. U kunt weer doorgaan met de oefe ningen korporaal." Sinds dat oogenblik waarop er zooveel geleerdheid geschitterd had im de duister nissen welke de hersens van Kees Kolders omgaven, vergiste de goede boerenzoon zich nimmer meer. 't Was of hij nooit iets an ders gedaan had dan goochelen met even en oneven getallen. 'tls echter wel nuttig op te merken dat hij aan de dienstvaardigheid van een strijd makker de volgende les te danken had; „Als ik je in de dij knijp dan is t even; krijg je 'n stomp in de zij, dan is 't oneven." Dat was voor Kees Kolder een openba ring en een heerlijke uitkomst. ^00 waar is het ook dat de be3te leer meesters dikwijls de eenvoudigste zijn. MET EEN EINDELOOZEN OPTOCHT heelt Complegne het vijfde eeuwfeest der held haftige vrouw herdacht. Jeanne d' Arc in den historischen optocht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 11