SCHAEPMAN'S DOOD cm Eeuwfeest H. Uur WOENSDAG 21 MEI 1930 16000 POND STERLING Katholieke vrouwenbonden MENSCHEN EN MEENINGEN H. M. DE KONINGIN IN DE HOOFDSTAD DE OPENINGSVERGADERING BIJ DEN OPROEP TOT STEUN VOOR HET SCHAEPMANFONDS l|v u-, |tp 11 f *smm het verbond van jongeren 'T IS WEER ZOO Op den Dam. DE NOODLANDING TE VEENENDAAL. «Honderd eo twintig millioen ■voor niets dan een bespottelijken waan", ziedaar de kern van het beswaar, door „Heit Volk" tegen hot vlootplan van de regeering ingebraciht. Verdere redeneetning heeft het socialistisch orgaan niet noodig: al degenen, die Neder land niet eenzijdig willen ontwapenen, noch de overzeesche gewesten wenischen prijs te geven aan invallende bandieten, worden een voudig gedoodverfd als menschen zonder ver stand, die honderd en twintig millioen gul den „in het water" werpen. Zulk geschrijf biedt geen basis voor rede lijke gedachtenwisseliing. Op denzelfden avond, dat het hoofdor gaan van de S.D.A.P. zijn vooze rhetorica afdrukte, meldde een in ons blad opgenomen bericht uit Londen, dat de kosten voor de Pas te Londen gehouden vlootconferentte alléén voor Engeland 16000 pond sterling bedroegen, zegge 16000 maal f 12. Indien men in Engeland nu eens ging schrijven: een enorm groot bedrag werpt de arbeidersregeering in 't water om een conferentie te houden, die Engeland weinig niets opbrengt, 'n Geweldige som, die veel beter aan de werkloozen of hulpbehoe venden ware besteed! Wat zouden verstandige menschen dan z»ggen? Wat zou „Het Volk" drukken? Waar- schijnlijk dat zulk geschrijf een vuil staaltje van conservatieve demagogie was en niet ae •boei te van beantwoording waard. Wij denken ongeveer zoo over de argu mentatie van „Het Volk". Het achtste intern, congres te Rome VERHEFFING DER MORALITEIT IN HET GEZIN. Men seint ons dt. gisteren uit Rome: Hedenmorgen is liier het achtste internatio naal congres der Katholieke vrouwenbonden ge opend. Onderwerp der besprekingen is, zooals men weet, het thema: verheffing der moraliteit In het gezin. Het congres werd ingezet met een H. Mis opgedragen door den kardinaal-protector, Z. Em. Ceretti ,en algemeene communie in de Maria sopra Minerva. Daarna vond in de groote zaal der Pauselijke muziekschool de eerste vergadering plaats. Allereerst voerde Kardinaal Ceretti het woor Na zijn doorluchtigen voorganger, kardinaal Merry del Val, te hebben herdacht, verklaarde Z. Em, met liefde het protectorschap van den internationalen Katholieken vrouwenbond te aanvaarden. Zijn eminente voorganger had reeds voor God hem naar de eeuwigheid riep, aan dit congres zijn aandacht gewijd en dé rede, welke hij hier dacht te houden, op schrift gesteld. Spr. meende niet beter te kunnen doen, dan deze rede aan het congres voor te lezen. Vervolgens nam de presidente, mevrouw F. SteenbergheEngeringh, het woord, om na mens de Katholieke vrouwenbonden hulde en dank te brengen aan de nagedachtenis van den overleden kardinaal protector. Spreekstei hul digde vervolgens, met gevoelens van erkente lijkheid, den nieuwen protector en tevens Utrechts nieuwen aartsbisschop, geestelijk advi seur van den bond, die in verhand met zijn verkiezing door Rome hier thans niet aanwezig kon zijn. De algemeene presidente deed vervolgens voorlezing van de Katholieke moraal-princiepen welke het familieleven moeten beheerschen. Ter vergadering waren vijf honderd dames aanwezig uit alle aangesloten landen. Wij merkten verder onder de hooge gees telijkheid, die van haar belangstelling voor dit congres blijk geeft, o.a. op den kardinaal-aarts bisschop van Lyon en mgr. Eras benevens den Hoogeerw. pater generaal der Jesuieten. Tegelijkertijd heeft een jeugdcongres plaats, dat tot onderwerp heeft het thema „meevoe len met de Kerk'1. Uit Holland zijn op het vrouwencongres be halve hooger genoemde presidente, o.a. aanwe zig de algemeene secretaresse mej. Romme, mevr. van Rossum en mej. Bak en mevr. van der Aa, propagandiste van de uitbreiding der vereering van het Heilig Hart door schilden met beeltenis en opschrift in alle talen, welk goed werk door den kardinaal-protector spe ciaal aan de vrouwenbonden wordt aanbevolen. PROTACTINIUM. In zuiveren toestand afgescheiden. Een medewerker schrijft aan de Frnkf. Ztg. dat het den Duitschen geleerde dr. Aristid Grosse, na twee jaar experimenteeren in het Chemisch Instituut te Sjanghai is gelukt, het reeds ongeveer 60 jaar bekende radio-actieve element protactinium in zuiveren toestand af te scheiden. Hij geeft van zijn arbeid verslag in de Scien tific American en herinnert eraan dat de ont dekking van de nieuwe stof reeds in 1870 door een Russisch geleerde is voorspeld. Deze plaatste ze in het periodiek systeem als no. 91, tusschen Thorium en Uranium. Daar blijkt het protactinium ook inderdaad te be- h-ooren, want het heeft een atoomgewicht tus schen dat van Thorium (232) en van Uranium 238). Het is dus een zwaar metaal. Het bewijs dat de voorspelling van den Rus juist was leverde J5 jaar geleden de Engelsche chemicus Soddy hoglecraar te Oxford. Grosse heeft het element echter voor het eerst geisoleerd en wel in een hoeveelheid van 2 m.G. Evenals radium komt het voor in Pech- blende, een uranium-erts en de afscheiding was buitengewoon moeilijk en tijdroovend. Het element is een wit poeder, dat in het donker lichtgevend wordt, tengevolge der ont ploffing van de atomen. Grosse zegt dat het element zijn krachten nog langer bowaart dan radium en door de destructie vau zijn atomen overgaat in acti nium. Hij voorspelt verder dat het onderzoek naar dit proces bestemd is om het „actinium- raadsel" dat de radiologen al zoolang bezig houdt, op te lossen. (N. R. Ct Het sterven van Schaepman kunnen wij eigenlijk niet vaak genoeg in onze herinnering terug roepen, want het is vol heerlijke lessen, het is één groote opwekking tot warme, werk. dadige liefde voor de kerk in blinde gehoor zaamheid en roerende aanhankelijkheid aan den H. Stoel. Een liefde, die juist de groote kracht heeft uitgemaakt van zijn rijke leven, een liefde, die hij met zoo'n nadruk tot uiting kon brengen, wanneer hij het uitjubelde in het Credo der H. Mis, „in unam, sanctam, catholi. cam et apostolicam Eeclesiam". Ik geloof, in de ééne, heilige, katholieke en apostolische kerk. Een liefde, die hem maakte, zooals zijn groote vriend Kolkman getuigt, tot een altijd bezig propagandist, die hem, juist in zijn „Proeve van een Program" het woord deed aanhalen: Ruhelose Thatigkeit allein 1st Lebenen hom zijn jiakkende levensleus: Credo-Pugno deed maken tot zoo volle, levende werkelijk heid. Nooit heeft kortere spreuk een rijker loven, meer volledig geteekend. Als dan ook zijn laatste ure zal slaan, dan is voor hem, den reus van den arbeid, het eenig verdriet, dat hij niet meer werken kan. 31 December 1902 in den laten avond komt Schaepman doodziek te Rome aan, en zijn vaste koetsier brengt hem naar zijn hotel: natuurlijk met vermijding van de Via Cavour En den volgenden dag maakt hij •zijn martel- toch naar den St. Pieter: daar begon voor hem eerst Rome. Steunend op z'n stok en den schou der van Hoogveld strompelt hij de basiliek binnen en valt neer op het voetstuk van een pijler. Zijn gewone ronde kon hij niet meer maken zijn Credo niet bidden aan de Con- fessio, maar voor 't laatst lel hij zijn stoeren kop onder den voet van Petrus' bronzen beeld Dat was zoo zijn manier, van zijn aanbeden Pius IX afgekeken, ook de eenig rechte manier volgens liem: „zoo volledig mogelijk onderda nig aan Christus' Stedehouder". Allerlei werk stond nog op het program: hij kon niet meer: 't bleef bij de gewone en geliefde gebeden van dezen kinderlijk vrome: zijn litanieën van den H. Geest en de H. Maagd, van den Zoeten Naam, van het H. Hart. Hij vreesde een suk kel te worden: ,,Ik heb gewerkt altijd, altijd, en zal dat de bekroning worden van mijn leven?" Maar hij aanvaardde gelaten het onvermij delijke en schreide bij zijn bediening zijn Con fiteor en zijn: „Heer ik ben niet waardig", als 't ware uit, zoodat het de toeschouwers in de ziel greep. Maar als er een oogenblilc komt van op leving, dan denkt hij weer aan zijn werk, er. telegrafeert aan Kuyper z'n hoop om met hem den strijd te hervatten en herhaaldelijk hoor de men van zijn lippen St. Martinus' woord. „Non recuso laborem. Ik weiger den arbeid niet", en „Hins" (bergli) moet hem „De Gids" e.a. boeken sturen. Steeds vooral zijn z'n ge dachten bij den Paus. En tot Lapponi, zijn dokter, den lijfarts van Leo XIII zegt hij: „Dokter, indien ik jaloersch kon zijn, dan zou ik het zijn op u, aan wien God het leven heeft toevertrouwd van het hoofd der Kerk". Maar 't was slechts een tijdelijke opleving. Het einde nadert: hij wenscht in geen geval een lijkrede, aanvankelijk ook geen grafmonu ment, op z'n bidprentje geen lof: Slechts dit eene: Niets is zaliger dan een zalige dood. Een oogenblik denkt bij er aan om bij de z«u aven begraven te worden: „Want ook ik heb gevochten voor den Paus". Tot het laatste blijft bij de groote propagan dist voor de Kerk. Tot pater Oomen, zijn biechtvader zegt hij: „Ik ben maar een ellen deling. Maar de Heilige R.K. Kerk heb ik al tijd bemind". Als hem wijwater wordt aan geboden, klinkt het dankbaar: „Ook al een geschenk van de Kerk", en als Bi-om en Hoog veld aan zijn sterfbed nederknielen, en zijn zegen vragen, dan krijgen zij de les mede voor heel Katholiek Nederland „Weest vol liefde voor de Kerk. Ja hebt de Kerk lief, want daar- in ligt alles opgesloten. Leeft voor haar ik herbaal het: in de liefde voor de Moeder kerk is al het andere vervat. Die liefde heeft cok mij steeds staande gehouden in mijn groote gevaren. Nogmaals mijn beste jongens, bemint de Kerk, werkt en strijdt voor Haar". En dan bad hij steeds inniger: Veni, Doomine Jesu. Credo, Spero Domine, Amo te; ignosce en miserereKom, Heer Jesus, ik geloof in U, ik hoop op U, ik bemin U; vergeef o Heer, en Heb mededoogen Maar hij moest nog meer lijden voor Jesus kwam. Zijn ziekbed bleef een voortdurende stich ting. In de „Volksmissionaris" gaf zijn biecht vader, pater Oomen, er het volgende verhaal van: „In zijn slaapkamer hing aan den wand een kruisbeeld, zooals wij gewoon zijn bi] onze missiën op de borst te dragen. Ik gaf liem dat in de handen. Dat was geraden, dat was in werkelijkheid zijn schat. Hon derden malen heeft hij dat met geestdrift, onder aanroeping van zijn lieven, zoeten Je sus, gekust, schier onafgebroken hield hij het omklemd in zijne handen, en zelfs toen hij bijna bewusteloos in doodsstrijd ver keerde, zocht zijne liand nog zijn dierbaar kruisbeeld en liet zijn stervend oog nog een blik erop vallen. Geen wonder, dat de eerw. heer Blom dat crucifix voor zich als de schoonste gedachtenis aan zijn dierbaren professor van de Generale Overste afsmeekte en ook verkreeg. „Ziehier eenige trekken van zijn kinderlijk vertrouwen op de H. Maagd Maria. Hij ge voelde zoozeer behoefte aan slaap. Ik zeide hem, dat hij ook die gunst aan de H. Maagd, onze goede Moeder, mocht vragen, en ver telde hem, dat ik een prentje had van O. L. Vrouw van Rust, waarop de H. Maagd afgebeeld wordt, zittende en rustig slapende terwijl de H. Joannes achter haar staat en de wacht schijnt te houden. -Nog denzelfden dag zond hij mij een bode: ik zou hem dat prentje van O. L. Vrouw van Rust brengen. Ik vond het gelukkig terug en bracht het hem tot zijn groot genoegen; het bleef bij hem tot na zijn dood, en hij riep Maria aan oun wat rust. Zij zal hem ongetwijfeld de eeuwige rust verkregen hebben. Zijn ro zenkrans hing om zijn hals. Daar zijn sca pulier tamelijk versleten was, zooals hij zeide, bracht ik hem een fonkelnieuw, dat hij zichtbaar droeg. „Ik ben", zoo zeide hij, „gelijk gij ziet, ridder geslagen van O. L. Vrouw". Den vollen aflaat van het scapu lier van O. L. Vrouw van den berg Karmel ontving hij met groote waardeering. De schietgebeden: Jesus, Maria, Jozef, ik geef U mijn hart en mijne ziel, enz., die hem voorgezegd werden, zeide hij gaarne na. Hij wilde ook de geloofsbelijdenis luide bidden: doch daar dit niet ging, moest ik hem het Evangelie van den H. Joannes „In principio erat Verbum, etc. voorbidden, waarbij mij zich aansloot. Meermalen herhaalde hij met ons: „Mijn God, ik geloof in U, ik hoop op U, ik bemin U, het spijt mij U beleedigd te hebben". Hij had altijd eene bijzondere de votie gekoesterd tot den H. Geest, en was daarom gewoon dagelijks, zooals lilj zelf be kende, de litanie te zijner eere te bidden. De Encycliek van den H. Vader daaromtrent viel geheel in zijn smaak. Wij baden daarom het „Veni, Sancte Spiritus" om zijn gods vrucht te voldoen. „Zijne hoogachting van 't aanbiddellijk Sa crament des Altaars is algemeen bekend door zijne schoone gedichten over dit onder werp; misschien is het minder bekend, dat hij dikwijls met voorliefde het Lauda Sion en het Adoro te van den H. Thomas badook nu in zijne ziekte moesten deze hymnen hem luid voorgelezen worden, alsook de litanie van het H. Hart van Jesus, op bevel van Z.H. Leo XIII door de H. Congregatie der Riten goedgekeurd. Deze en andere ge beden waren hem zoo dierbaar, dat bij wel drie exemplaren van het Celeste Palmetum, waarin deze voorkomen, versleten heeft, vvant dit moest hem overal op reis vergezel len, evenals de H. Schrift. Hij ontving ge durende zijne ziekte nog meermalen de H Communie ex devotione (uit godsvrucht), en ofschoon niet verplicht nuchter te blijven, wenschte hij toch vroeg in den nacht te com- municeeren om nuchter te kunnen blijven. „Hij stichtte ons door de gevoelens van ootmoedigheid, waarvan hij in die dagen on bewimpeld uiting gaf. Ik verstoutte mij hem te vragen, waar hij, zoo God hem tot zich mocht roepen, wenschte begraven te worden, op Sint Laurentiuskerkliof ofwel op het Duitsch Campo Santo. „Dat. is mij om het even", was zijn eerste antwoord, „maar dit bid ik U: mijn lijk niet versjouwen, neen niet versjouwen. Het moet hier in Rome. blijven". Een weinig later sprak hij: „Als gij mij op het Duitsche Campo Santo begraaft, zeg dan aan Mgr. De Waal, die mijn vriend is, dat er geen mo nument op geplaatst moet worden; al die lofspraken zijn maar ijdellieid". „Mon seigneur" zoo veroorloofde ik mij hem te antwoordeh, „wat dat betreft, laat dit aan de overlevenden over, bekommer u daar niet om, denk nu maar aan uwe ziel". Hij legde zich daarbij neer. Toch heeft hij nog uit drukkelijk verklaard, dat hij geene lijkrede wilde. Hij wenschte in de Franciscaner pij begraven te worden, zich onwaardig achtend gebuid te worden in priesterlijk gewaad. Om daartoe recht te hebben, werd den hoogw. P Vicaris-generaal van de Minderbroeders ver zocht hem in de Derde Orde op te nemen, wat op de gebruikelijke wijze geschiedde. En nu droeg hij over zijne kleeren heen het groote bruine scapulier der Tertiarissen. Eens toen liij naar aanleiding van het schiet gebed. „Kom, Heer Jesus, kom!" zich zijne eigen verzen herinnerd en opgezegd had, zeide hij: „Wat eene ijdellieid. in deze ge wichtige stonde zijn eigen werk uit te kra men!" Bij zijne hevige pijnlijke hartaandoe- ningen herhaalde hij meermalen, op zijn hart slaande: „Brisez, Seigneur, ce coeur, qui a si souvent brisé Ie vötre". „Hij maakte er bezwaar uit verfrisschende en vooral opwekkende dranken te gebrui ken, en vroeg mij heel naïef: „Pater, mag ik dat wel nemen?" „Waarom niet?" „Het smaakt mij zoo goed". „Wel de dokter heeft dit voorgeschreven; gij moet ze dus nemen om te gehoorzamen. En Onze Lieve Heer gunt u gaarne die kleine verlichting te midden van uwe smarten". Toch moesten de wat geestrijke dranken, volgens zijn uit- drukkelijkeu wil, met veel water gemengd worden „NEDERLAND-EXPRESS". Het agentschap der N. V. Stoomvaart-Mij. „Nederland", de firma Kuyper, van Dam Smeer, te Rotterdam, meldt, dat de boottrein van het s.s. „Koningin der Nederlanden het welk 24 dezer te Genua verwacht wordt, Zon dagmorgen, 25 Mei a.s. to 11.4S uur aan het Maasstation te Rotterdam, zal aankomen. Aan komst te 'a-Gravenhage 11 uur. „De hooge lijder leed intusschen veel, vooral wegens zijn hartkwaal, die hom vreese- lijke benauwdheden veroorzaakte. „O God" zoo verzuchtte hij somtijds, „help mij, ik kan niet meer". Als wij hem dan den lijden den Zaligmaker voor oogen stelden, riep hij met luider stemme: „Mijn God, niet mijn wil maar uw wil geschiede", of „door Uw heiligen doodstrijd en Uw bitter lijden verlos mij, Jesus". Het was een aanhoudend gebed, dat gelijken tred hield met zijn lijden. Naar mate de dood scheen te naderen, verzuchtte bij naar de aanschouwing van zijn God „Kom, o Heere Jesus, kom, toef niet langer, III (slot). Op 20, 21 en 22 Mei zullen te Paray-le- Monial grootsche plechtigheden plaats hebben. In de kapel der verschijningen van het H. Hart aan de H. Margaretha Maria Alacoque begin nen de H.H. Missen reeds om 5 uur ter oorzake van de vele priesters en pelgrims, die uit alle oorden der wereld verwacht worden. Meerdere predikaties per dag door bisschoppen en be- Kom, o neere jesus, Kuin, iuei 1 i laat mij Uw aanschijn aanschouwen", zoo kende redenaars; in den namiddag plechtige klonk het gestadig uit zijn mond in het Latijn, in het Fransch, in het Hollandsch, in het Italiaansch. Een geweldige jichtaanval kwam daags daarop al onze goede verwachtingen den bo dem inslaan. Het was de voorbode van den onverbiddelijken dood. Het hoofd, tot hiertoe helder, was nu dikwijls beneveld, zoodat hij veeltijds ijlde en wartaal sprak. In dien Maandagmiddag onverhoopt ingetreden toe- stand trof ik den zieke aan. toen ik hem in den namiddag bezocht. Desniettemin was het bewustzijn niet zoo geheel weg, dat hij bij tussclienpoozen mij niet begreep. Als ik hem zeide: „Monseigneur, ik wil u nog eens de H. Absolutie geven", dan maakte hij aan stonds een kruisteeken. Soms omklemde hij zijn kruis, dat op zijn bed lag of zijn rozen krans, kuste nu eens zijn scapulier, dan eene relikwie van den Dienaar Gods Pater Donders, die hij wilde dat onder zijn hoofd kussen zou gelegd worden. Meestal evenwel was bij in ijlenden toestand. Hij uitte vooral reisplannen en wilde dan het bed uit, wat gewoonlijk een voorteeken is van de groote reis. „De lijkstoet was koninklijk. Zelden heeft te Rome zulk een stoet plaats gehad, die des te indrukwekkender was, daar hij schier de geheele stad van Sint Jan tot Sint Piete-r doortrok. Holland en Rome, die den over ledene zoo zeer aan het hart lagen, hebben met elkander gewedijverd". Tot zoover Pater Oomen. „Bemin de Kerk, leef, werk en strijd vóór haar Dat is de groote les van Schaepman's leven en sterven. Zullen wij deze aan ons laten voorbijgaan? Prof. de Groot schreef bij zijn dood: „Nu moge deze groote doode leven in daden zijner Nederlandscbe geloofsgenooten". Deze wensch moge in volle vervulling gaan. Moge Schaepman leven onder ons in daden: in daden van opoffering en zelfverloochening voor het heil der Kerk; in daden ook ter vol tooiing en bestendiging van zijn groote levens werk, de R.K. Staatspartij. Tot Katholiek Nederland is thans hiertoe door ons partijbestuur de laatste oproep ge richt. Moge deze worden gehoord en gevolgd door allen, tot wie hij is uitgegaan. Zijn positie ten opzichte van de Sociale Interacademiale De clubs zullen zich niet bemoeien met politieke actie. ill, een vergadering van het Centraal Be stuur der Sociale Interacademiale te 's-Graven- hage gehouden werd volgens het R.S.B. be sloten, dat de sociale clubs der studenten zich niet zullen bemoeien met politieke actie. Het volgende program werd opgesteld: 1. alle aangesloten clubs nemen naast hun eigen program een onderwerp van algemeenen aard in studie (b.v. eigendom, arbeid, ge zag etc.); 2. dit onderwerp zal besproken worden op een te organiseeren Interacademiale Sociale Dag; 3. resultaten dezer bespreking zullen zoo mogelijk worden uitgegeven in brochurevorm. De clubs te Nijmegen en Tilburg zullen on der toezending der besluiten tot aansluiting worden uitgenoodigd. Het punt „Landelijke organisatie inzake politieke actie", kwam geheel los van het voor gaande in behandeling. Overwogen werd liet verschil In uitgangspunt. André Peters wenscht met zijn verbond uiting op politiek terrein, het geen veronderstelt een betere eenstemmigheid in conclusie t.a.v. verschillende reeds bestu deerde vragen althans minstens een zekere geestverwa ntschap. De sociale clubs daarentegen zetten zich eerst aan de studie van de problemen en zullen prac- tisch niet anders doen dan studeeren, omdat zij doorgangshuis van jonge menschen vormen. In uitgangspunt en doelstelling staan beide dus naast elkaar. Nog werd. dan gewezen op de incompetentie van den student t.a.v. zoovele problemen, nu de sociale clubs nog amper een jaar werken. Op grond van een en ander verklaarden de vergaderde clubs als zoodanig niet competent te zijn om aan de oprichting van het „landelijk verbond" mede te werken. De opdracht, baar ter vergadering in Leiden verstrekt (maatrege len tot uitvoering der plannen Peters te tref fen) kon door haar niet worden uitgevoerd en worden aan André Paters ter afwikkeling over gedragen. De clubs als zoodanig blijven afzijdig van deze landelijke organisatie, daarbij bare leden vrijlatend hun houding te bepalen. Kruisweg in den tuin der basiliek van het H. Hart; 's avonds licht-processies. Op 22 Mei ge heel den dag uitstelling van het Allerheiligste; van 5 tot 6 uur 's avouds en wederom van 11 uur tot middernacht zeer plechtige oefening vau het H. Uur. Te middernacht plechtige H. Mis door Z. D. H. Mgr. Chassagnon, Bisschop van Autun. Vrijdagmorgen pclechtig Requiem voor alle overleden leden der Aartsbroeder schap. Ongetwijfeld zal het velen spijten, deze plechtigheden in het groote centrum der H. Hnrt-devotie niet te kunnen bijwonen, maar allen kunnen we ons toch met Paray ver eenigen door minstens het H. Uur te houden in den avond van 22 Mei, hetzij in de kerk, of waar dit niet mogelijk is. in den huiselijken kring, vóór het extra-versierde beeld van het H. Hart. Bovendieu wordt ook aan allen, die bet doen kunnen, de gelegenheid geboden, nog dezen zomer het H. Uur te Paray-le-Mouial zelf te houden, tijdens de Bedevaart, welke op 2S Juli van uit Nederland naar Paray vertrekt Men vrage prospectus aan ondergeteekende (klooster der H.H. Harten, Ginniken) Opdat ieder tenslotte een juist begrip hebbe van de Aartsbroederschap van bet H. Uur, vol gen hier de statuten der Aartsbroederschap van bet H. Uur, opgericht in de kerk van het kloos ter der visitatie te Paray-le-Monial, met het privilegie, de broederschappen van den zelfden naam over de geheele wereld in zich op te nemen. Artikel I. Het Heilig Uur is een oefening van overwe ging of mondgebeden betreffende den dood strijd van Onzen Lréven Heer in den Olijfhof, met het doel, de goddelijke gramschap te stillen, barmhartigheid af te smeeken voor de zondaren en den Zaligmaker gedurende een uur te troosten. Daar alles voor den Zaligmaker tegenwoor dig was, heeft Hij gedurende zijn doodstrijd al de martelingen van Zijn H. Lijden onder staan alsmede al de beleedigingen, die men Hem zou aandoen tot aan de voleinding der eeuwen in de H. Eucharistie en elders. Men kan dus al deze dingen overwegen zonder aan den geest van het Heilig Uur te kort te doen. Artikel II. De oefening van het Heilig Uur wordt ge meenschappelijk of in het bijzonder gedaan, in de kerk of elders, op Donderdagavond, van 11 uur tot middernacht, ofwel vanaf het oogenblik, waarop, volgens de algemeene regels van het Kanoniek Officie, men de Met ten van den volgenden dag mag beginnen (Gregorius XVI, rescript van 12 December 1836). Op de kortste dagen mag men volgens die regels de Metten bidden vanaf twee uur na middag en vanaf vier uur op de laatste dagen. Deze laatste verzachting van het Heilig Uur maakt deze oefening mogelijk voor iedereen. (De meening van sommigen, dat men het H. Uur steeds om 2 uur in den namiddag mag be ginnen, blijkt niet juist te zijn). Artikel III. Degenen die lid van deze Aartsbroeder schap willen worden, moeten hun familie- en doopnaam voluit opgeven aan het klooster der Visitatie te Paray-le-Monial, om op het register geschreven te worden. Voor Nederland is het voldoende, de namen op te zenden aan Pater Joachim Kaptein SS. CC. te Ginneken, door den directeur der Aartsbroederschap als Zelateur gedelegeerd. Voor Klooster gemeenten is een collectieve inschrijving voldoende, om alle tegenwoor dige en toekomstige leden der Communiteit lid der Aartsbroederschap te maken (Pius X. rescript van 1^ October 1866). Het register, waarop de leden worden inge schreven, wordt te Paray-le-Monial bewaard In de cel, waarin de H. Margaretha Maria gestorven is. Artikel IV. O, die versplintering der natie! niet waar? O, die vermaledijde Katholieken met hun hokjes en perkjeswoede, die altijd en overal weer een kaste apart vormen, die telkens en telkens weer weigeren met anderen een grooten kring te vormen met de handen aan eensterk in den strijd, vroolijk in den ron dedans der vreugde! Jawel! Barbertje moet hangen. Wc dachten dezer dagen weer eens aan die verzuchting en aan die beschuldigingR ij geven toe: dc katholieken 'doen hun best om in eigen clubs hun ontwikkeling en ontspan ning te zoeken. We zullen er de reden bij geven. Omdat zij moeten. Doodgewoon moeien. Omdat in de gemengde clubs, de neutrale clubs, de algemeene clubsde niet aan goas- dienst doende en de zich niet met politiek bemoeiende clubs geen rekening gehouden wordt met Katholieken. Hel komt bijv. geregeld voor, dat bij feest avonden, bij uitvoeringenbij uitstapjes, ct een geest heerscliteen opvatting naar boven komt, en zoodanigen keus gemaakt is bij wat betreft datgene, wat plezier moet verschaf fen, dat een katholiek er in geweten niet. aan kan meedoen. Denk aan de kleeding! Denk aan hetgeen er gespeeld wordt. Denk aan de moppen, die er gelapt worden. Als een neutraal bestuur voor zulke dingen niet zorgt, als zulke uitwassen dc neu traliteit in gevaar brengen, dan blijft er een katholiek, die nog meer dan de naam waard is, niets over, dan te gaan en in eigen kring voor zich zelf te zorgen. Het is weer geregeld zoo. DE ONTVANGST AAN HET CENTRAAL- STATION. Lang duurde het wachten op den Dam ACTIE VOOR EEN SPOORWEGBRUG ZEVENAAR DIEREN De verecniging „Doesburg's Belang" heeft in verband niet den bouw van een vaste brug een vergadering belegd, met als punt van be. handeling of gelijktijdig een spoorwegverbin ding Zevenaar-Didam-Angerlo-Doesburg-Dieren verkregen kan worden. Door het ingenieurs-bureau van v. Hasselt en de Koning te Nijmegen was een voorloopig plan opgemaakt, waaruit bleek dat de con structie der brug verzwaard en verbreed moet worden, waarvan echter de kosten weinig meer zullen bedragen. Er werd een comité opgericht, bestaande uit de verschillende burgemeesters en enkele hoofden van industrieele ondernemingen, dat ten doel heeft de tot stand koming van deze spoorwegverbinding te bevorderen. Mgr. Dr. H. J. A. .V. SCHAEPMAN OP ZIJN STERFBED. Naar con loto van E. Orlay dc Karwa, te Rome, DE KINDERSTERFGEVALLEN TE LUBECK. Dr. J. Tuntler door de Regeering aangewezen om de noodlottige gevolgen te bestudeerer.. Naar wij vernemen is dr. J. IT. Tuntler, in specteur van de volksgezondheid te Groningen door de Regeering aangewezen om te Lübeck de daar voorgekomen noodlottige gevolgen dei- toepassing van het middel van Calmette tegen de tuberculose te bestudeeren. Iedereen blijft vrij, het Heilig Uur minder dikwijls of vaker te houden, volgens zijn godsvrucht, maar hoe dringend is het niet aan te bevelen, dat de leden dikwijls dit be wijs van teedere en edelmoedige liefde aan Jesus' H. Hart geven De H. Margaretha- Maria, hun voorbeeld, deed het op lederen Donderdag. Jesus had het haar in de volgende bewoor dingen gevraagd: „Alle nachten van Donder dag op Vrijdag zal ik u deelgenoote maken van de doodelijke droefheid, welke ik heb wil len ondervinden in den Hof der Olijven en deze droefheid zal U in een doodstrijd bren gen, dien gij niet kunt begrijpen en dien moeilijker te verdragen zal zijn dan den dood. En om Mij gezelschap te houden tijdens het nederige gebed, dat ik toen tot mijn Vader opzond te midden Mijner angsten, zult gij tusschen elf uur en middernacht opstaan om u gedurende een uur met Mij het aange zicht ter aarde te werpen, zoowel om de goddelijke gramschap te stillen door harm hartigheid voor de zondaren af te smeeken, als om in zekeren zin de bitterheid te ver zachten. welke de zorgeloosheid mijner Apostelen Mij veroorzaakte, waardoor Ik ge noopt was, hun te verwijten, dat zij geen uur met mij hadden kunnen waken; en gedurende dit uur zult gij doen. wat Ik u leeren zal". De ingeschreven leden kunnen telkens een vollen aflaat verdienen mits men biechte. com- munlceere en bidde, volgens de intenties van Z. II. den Paus. Pastoors of Rectoren die de Broederschap van bet H. Uur in bun kerk of kapel kanoniek opgericht wenschen te zien. richten bun aan - vrage tot bun Bisschop. Alle inlichtingen verschaft heel gaarne de ondergeteekende. x P. JOACHIM SS. CC. Ginneken. HET HEILIG UUR IN DE ST. PIETER. Z. H. de Paus zal zich Donderdagavond. 22 Mei. (abusievelijk stond in ons blad van gisteren 22 Juni) naar de Sint Pieter begeven, om deel te nemen aan het Heilig Uur,, dat daar in vereeniging met Paray-le-Monial en Jeru zalem. waar het vroom gebruik dien dag hon derd jaar bestaat, gehouden zal worden. DUIZENDEN HOEDEN EN ZAKDOEKEN WUIFDEN. Gisterenmiddag is H. M. de Koningin voor het brengen van baar jaarlijksch bezoek te Amsterdam aangekomen. Te ongeveer vier uur verzamelden zich in de koninklijke wachtka mer in het Centraal station de autoriteiten, die H. M. zouden ontvangen. Om kwart over vier arriveerde Z. K. H. Prins Hendrik met zijn adjudant-Overste jhr. Laman Trip van het Paleis. Na de begroeting begaven de aanwezigen zicli naar het eerste perron, dat over een aanzien lijke breedte door de politie was afgezet. Om 16.19 uur kwam de gewone trein uit Amersfoort, waarachter het Koninklijke rijtuig was gekoppeld het station binnenrijden. Voor den looper, die naar de Koninklijke wachtka mer leidde, stopte de trein. De Koningin en Prinses Juliana stapten uit, waarna de Prins gemalin en dochter met een kus verwelkomde. Daarna begroetten de Koningin en de Prinses de overige aanwezigen en onderhielden zij zich eenige oogenbiikken met hen. Het escadron huzaren, dat op het Stations plein stond opgesteld, verdeelde zich in tweeën en geëscorteerd door deze halve escadrons zwenkte het koninklijke rijtuig in gestrekten draf het Damrak op. Het publiek juichte, hoe den en zakdoeken zwaaiden de lucht in en H. M. wuifde vriendelijk terug. Een oogenblik later warrelde de menigte weer als op gewone dagen over het Stationsplein. Reeds een uur voor de aankomst begonnen de kijklustigen zich op den Dam, langs de hui zen en op het middenplein te verzamelen. Lustig beierde het carillon van den paleiskoe- pel over de hoofden van de duizendkoppige me- nigte bekende vaderiandsche wijsjes en de zoele voorjaarswind deed de vlaggen op de daken en langs de gevels der gebouwen ontplooien Lang duurde het wachten, maar eindelijk kon digde" het getrappel van paardelioeven en een naderbijkomend gejuich in de rijen der mach tenden langs het Damrak de nadering van den stoet aan Eerst kwamen de met berenmutsen getooide ruiters het Domplein oprijden, die zich met ge trokken, blinkende sabels in een lange rij voor het paleis opstelden. Daarop volgden de kofrijtuigen, waarin o.a. hadden plaats genomen de lieeren W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam en H. J. Versteeg, hoofcommissaris van politie. Daarachter reed de koets, waarin het konink lijk gezin had plaats genomen. Duizenden boeden en zakdoeken wuifden de koninklijke familie een hartelijk welkom in de hoofdstad toe. Terwijl bet muziekkorps der mariniers het Wilhelmus speelde, steeg H. M. gevolgd door H. K. H. prinses Juliana en Z. K. H. Prins Hendrik uit het rijtuig en ging het paleis bin- nen. Even later verscheen de koninklijke familie onder luid gejuich op het balcon, vanwaar zij de menigte toewuifde. Nadat de kapel der mariniers ten tweeden male het Wilhelmus had gespeeld, trokken de koninklijke gasten zich in het paleis terug. De ruiters trokken af en de mariniers betrokken de wacht. De afzettingen werden opgeheven en lang zamerhand begon de menigte zicli te versprei den. Gisterenmiddag om balt zes beeft de Konin gin in audiëntie ontvangen de Kerkgenoot schappen en eenig vereenigingen en particulie ren. Tot degenen die H. M. hun opwachting kwamen maken behoorden ook de deken van Amsterdam, de hoogeerw. heer dr. G. C. van Noort en de pastoors L. P. Stolk en N. P. Nleu- wenhuizen van de St. Catliarina- en de St. Nico- laasparochie. Het postvliegtuig van de Lufthansa, dat Zaterdag j.l. nabij Veenendaal een noodlanding maakte, is, na van een nieuwen motor te zijn voorzien, hedenmorgen te ongeveer half 10 vlot gestart. Het zette koers naar Schiphol. PHILIPS GLOEILAMPEN. Zal geen gramofoonplaten ervaardigen. Wij vernemen van de N. V. Philips Gloei lampen, dat het persbericht als zou de N.V. gramofoonplaten gaan vervaardigen met Kft- ohenmeisterspatent, volmaakt onjuist is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5