SCHAEPMAN'S DOOD
cm
Eeuwfeest H. Uur
WOENSDAG 21 MEI 1930
16000 POND STERLING
Katholieke vrouwenbonden
MENSCHEN EN MEENINGEN
H. M. DE KONINGIN IN DE
HOOFDSTAD
DE OPENINGSVERGADERING
BIJ DEN OPROEP TOT STEUN
VOOR HET SCHAEPMANFONDS
l|v
u-, |tp 11 f
*smm
het verbond van jongeren
'T IS WEER ZOO
Op den Dam.
DE NOODLANDING TE VEENENDAAL.
«Honderd eo twintig millioen ■voor niets
dan een bespottelijken waan", ziedaar de
kern van het beswaar, door „Heit Volk" tegen
hot vlootplan van de regeering ingebraciht.
Verdere redeneetning heeft het socialistisch
orgaan niet noodig: al degenen, die Neder
land niet eenzijdig willen ontwapenen, noch
de overzeesche gewesten wenischen prijs te
geven aan invallende bandieten, worden een
voudig gedoodverfd als menschen zonder ver
stand, die honderd en twintig millioen gul
den „in het water" werpen.
Zulk geschrijf biedt geen basis voor rede
lijke gedachtenwisseliing.
Op denzelfden avond, dat het hoofdor
gaan van de S.D.A.P. zijn vooze rhetorica
afdrukte, meldde een in ons blad opgenomen
bericht uit Londen, dat de kosten voor de
Pas te Londen gehouden vlootconferentte
alléén voor Engeland 16000 pond sterling
bedroegen, zegge 16000 maal f 12.
Indien men in Engeland nu eens ging
schrijven: een enorm groot bedrag werpt
de arbeidersregeering in 't water om een
conferentie te houden, die Engeland weinig
niets opbrengt, 'n Geweldige som, die
veel beter aan de werkloozen of hulpbehoe
venden ware besteed!
Wat zouden verstandige menschen dan
z»ggen? Wat zou „Het Volk" drukken? Waar-
schijnlijk dat zulk geschrijf een vuil staaltje
van conservatieve demagogie was en niet ae
•boei te van beantwoording waard.
Wij denken ongeveer zoo over de argu
mentatie van „Het Volk".
Het achtste intern, congres te Rome
VERHEFFING DER MORALITEIT IN
HET GEZIN.
Men seint ons dt. gisteren uit Rome:
Hedenmorgen is liier het achtste internatio
naal congres der Katholieke vrouwenbonden ge
opend. Onderwerp der besprekingen is, zooals
men weet, het thema: verheffing der moraliteit
In het gezin.
Het congres werd ingezet met een H. Mis
opgedragen door den kardinaal-protector, Z.
Em. Ceretti ,en algemeene communie in de
Maria sopra Minerva.
Daarna vond in de groote zaal der Pauselijke
muziekschool de eerste vergadering plaats.
Allereerst voerde Kardinaal Ceretti het woor
Na zijn doorluchtigen voorganger, kardinaal
Merry del Val, te hebben herdacht, verklaarde
Z. Em, met liefde het protectorschap van den
internationalen Katholieken vrouwenbond te
aanvaarden. Zijn eminente voorganger had reeds
voor God hem naar de eeuwigheid riep, aan dit
congres zijn aandacht gewijd en dé rede, welke
hij hier dacht te houden, op schrift gesteld. Spr.
meende niet beter te kunnen doen, dan deze
rede aan het congres voor te lezen.
Vervolgens nam de presidente, mevrouw F.
SteenbergheEngeringh, het woord, om na
mens de Katholieke vrouwenbonden hulde en
dank te brengen aan de nagedachtenis van den
overleden kardinaal protector. Spreekstei hul
digde vervolgens, met gevoelens van erkente
lijkheid, den nieuwen protector en tevens
Utrechts nieuwen aartsbisschop, geestelijk advi
seur van den bond, die in verhand met zijn
verkiezing door Rome hier thans niet aanwezig
kon zijn.
De algemeene presidente deed vervolgens
voorlezing van de Katholieke moraal-princiepen
welke het familieleven moeten beheerschen.
Ter vergadering waren vijf honderd dames
aanwezig uit alle aangesloten landen.
Wij merkten verder onder de hooge gees
telijkheid, die van haar belangstelling voor dit
congres blijk geeft, o.a. op den kardinaal-aarts
bisschop van Lyon en mgr. Eras benevens den
Hoogeerw. pater generaal der Jesuieten.
Tegelijkertijd heeft een jeugdcongres plaats,
dat tot onderwerp heeft het thema „meevoe
len met de Kerk'1.
Uit Holland zijn op het vrouwencongres be
halve hooger genoemde presidente, o.a. aanwe
zig de algemeene secretaresse mej. Romme,
mevr. van Rossum en mej. Bak en mevr. van
der Aa, propagandiste van de uitbreiding der
vereering van het Heilig Hart door schilden
met beeltenis en opschrift in alle talen, welk
goed werk door den kardinaal-protector spe
ciaal aan de vrouwenbonden wordt aanbevolen.
PROTACTINIUM.
In zuiveren toestand afgescheiden.
Een medewerker schrijft aan de Frnkf. Ztg.
dat het den Duitschen geleerde dr. Aristid
Grosse, na twee jaar experimenteeren in het
Chemisch Instituut te Sjanghai is gelukt, het
reeds ongeveer 60 jaar bekende radio-actieve
element protactinium in zuiveren toestand af
te scheiden.
Hij geeft van zijn arbeid verslag in de Scien
tific American en herinnert eraan dat de ont
dekking van de nieuwe stof reeds in 1870 door
een Russisch geleerde is voorspeld.
Deze plaatste ze in het periodiek systeem als
no. 91, tusschen Thorium en Uranium. Daar
blijkt het protactinium ook inderdaad te be-
h-ooren, want het heeft een atoomgewicht tus
schen dat van Thorium (232) en van Uranium
238). Het is dus een zwaar metaal.
Het bewijs dat de voorspelling van den Rus
juist was leverde J5 jaar geleden de Engelsche
chemicus Soddy hoglecraar te Oxford.
Grosse heeft het element echter voor het
eerst geisoleerd en wel in een hoeveelheid van
2 m.G. Evenals radium komt het voor in Pech-
blende, een uranium-erts en de afscheiding was
buitengewoon moeilijk en tijdroovend.
Het element is een wit poeder, dat in het
donker lichtgevend wordt, tengevolge der ont
ploffing van de atomen.
Grosse zegt dat het element zijn krachten
nog langer bowaart dan radium en door de
destructie vau zijn atomen overgaat in acti
nium. Hij voorspelt verder dat het onderzoek
naar dit proces bestemd is om het „actinium-
raadsel" dat de radiologen al zoolang bezig
houdt, op te lossen. (N. R. Ct
Het sterven van Schaepman kunnen wij
eigenlijk niet vaak genoeg in onze herinnering
terug roepen, want het is vol heerlijke lessen,
het is één groote opwekking tot warme, werk.
dadige liefde voor de kerk in blinde gehoor
zaamheid en roerende aanhankelijkheid aan
den H. Stoel. Een liefde, die juist de groote
kracht heeft uitgemaakt van zijn rijke leven,
een liefde, die hij met zoo'n nadruk tot uiting
kon brengen, wanneer hij het uitjubelde in het
Credo der H. Mis, „in unam, sanctam, catholi.
cam et apostolicam Eeclesiam". Ik geloof, in de
ééne, heilige, katholieke en apostolische kerk.
Een liefde, die hem maakte, zooals zijn groote
vriend Kolkman getuigt, tot een altijd bezig
propagandist, die hem, juist in zijn „Proeve
van een Program" het woord deed aanhalen:
Ruhelose Thatigkeit allein 1st Lebenen
hom zijn jiakkende levensleus: Credo-Pugno
deed maken tot zoo volle, levende werkelijk
heid. Nooit heeft kortere spreuk een rijker
loven, meer volledig geteekend.
Als dan ook zijn laatste ure zal slaan, dan
is voor hem, den reus van den arbeid, het
eenig verdriet, dat hij niet meer werken kan.
31 December 1902 in den laten avond komt
Schaepman doodziek te Rome aan, en zijn
vaste koetsier brengt hem naar zijn hotel:
natuurlijk met vermijding van de Via Cavour
En den volgenden dag maakt hij •zijn martel-
toch naar den St. Pieter: daar begon voor hem
eerst Rome. Steunend op z'n stok en den schou
der van Hoogveld strompelt hij de basiliek
binnen en valt neer op het voetstuk van een
pijler. Zijn gewone ronde kon hij niet meer
maken zijn Credo niet bidden aan de Con-
fessio, maar voor 't laatst lel hij zijn stoeren
kop onder den voet van Petrus' bronzen beeld
Dat was zoo zijn manier, van zijn aanbeden
Pius IX afgekeken, ook de eenig rechte manier
volgens liem: „zoo volledig mogelijk onderda
nig aan Christus' Stedehouder". Allerlei werk
stond nog op het program: hij kon niet meer:
't bleef bij de gewone en geliefde gebeden van
dezen kinderlijk vrome: zijn litanieën van den
H. Geest en de H. Maagd, van den Zoeten
Naam, van het H. Hart. Hij vreesde een suk
kel te worden: ,,Ik heb gewerkt altijd, altijd,
en zal dat de bekroning worden van mijn
leven?"
Maar hij aanvaardde gelaten het onvermij
delijke en schreide bij zijn bediening zijn Con
fiteor en zijn: „Heer ik ben niet waardig", als
't ware uit, zoodat het de toeschouwers in de
ziel greep.
Maar als er een oogenblilc komt van op
leving, dan denkt hij weer aan zijn werk, er.
telegrafeert aan Kuyper z'n hoop om met hem
den strijd te hervatten en herhaaldelijk hoor
de men van zijn lippen St. Martinus' woord.
„Non recuso laborem. Ik weiger den arbeid
niet", en „Hins" (bergli) moet hem „De Gids"
e.a. boeken sturen. Steeds vooral zijn z'n ge
dachten bij den Paus. En tot Lapponi, zijn
dokter, den lijfarts van Leo XIII zegt hij:
„Dokter, indien ik jaloersch kon zijn, dan zou
ik het zijn op u, aan wien God het leven heeft
toevertrouwd van het hoofd der Kerk".
Maar 't was slechts een tijdelijke opleving.
Het einde nadert: hij wenscht in geen geval
een lijkrede, aanvankelijk ook geen grafmonu
ment, op z'n bidprentje geen lof: Slechts dit
eene: Niets is zaliger dan een zalige dood.
Een oogenblik denkt bij er aan om bij de z«u
aven begraven te worden: „Want ook ik heb
gevochten voor den Paus".
Tot het laatste blijft bij de groote propagan
dist voor de Kerk. Tot pater Oomen, zijn
biechtvader zegt hij: „Ik ben maar een ellen
deling. Maar de Heilige R.K. Kerk heb ik al
tijd bemind". Als hem wijwater wordt aan
geboden, klinkt het dankbaar: „Ook al een
geschenk van de Kerk", en als Bi-om en Hoog
veld aan zijn sterfbed nederknielen, en zijn
zegen vragen, dan krijgen zij de les mede voor
heel Katholiek Nederland „Weest vol liefde
voor de Kerk. Ja hebt de Kerk lief, want daar-
in ligt alles opgesloten. Leeft voor haar
ik herbaal het: in de liefde voor de Moeder
kerk is al het andere vervat. Die liefde heeft
cok mij steeds staande gehouden in mijn groote
gevaren. Nogmaals mijn beste jongens, bemint
de Kerk, werkt en strijdt voor Haar".
En dan bad hij steeds inniger: Veni, Doomine
Jesu. Credo, Spero Domine, Amo te; ignosce en
miserereKom, Heer Jesus, ik geloof in
U, ik hoop op U, ik bemin U; vergeef o Heer,
en Heb mededoogen
Maar hij moest nog meer lijden voor Jesus
kwam.
Zijn ziekbed bleef een voortdurende stich
ting. In de „Volksmissionaris" gaf zijn biecht
vader, pater Oomen, er het volgende verhaal
van:
„In zijn slaapkamer hing aan den wand
een kruisbeeld, zooals wij gewoon zijn bi]
onze missiën op de borst te dragen. Ik gaf
liem dat in de handen. Dat was geraden,
dat was in werkelijkheid zijn schat. Hon
derden malen heeft hij dat met geestdrift,
onder aanroeping van zijn lieven, zoeten Je
sus, gekust, schier onafgebroken hield hij
het omklemd in zijne handen, en zelfs toen
hij bijna bewusteloos in doodsstrijd ver
keerde, zocht zijne liand nog zijn dierbaar
kruisbeeld en liet zijn stervend oog nog een
blik erop vallen. Geen wonder, dat de eerw.
heer Blom dat crucifix voor zich als de
schoonste gedachtenis aan zijn dierbaren
professor van de Generale Overste afsmeekte
en ook verkreeg.
„Ziehier eenige trekken van zijn kinderlijk
vertrouwen op de H. Maagd Maria. Hij ge
voelde zoozeer behoefte aan slaap. Ik zeide
hem, dat hij ook die gunst aan de H. Maagd,
onze goede Moeder, mocht vragen, en ver
telde hem, dat ik een prentje had van O.
L. Vrouw van Rust, waarop de H. Maagd
afgebeeld wordt, zittende en rustig slapende
terwijl de H. Joannes achter haar staat en
de wacht schijnt te houden. -Nog denzelfden
dag zond hij mij een bode: ik zou hem dat
prentje van O. L. Vrouw van Rust brengen.
Ik vond het gelukkig terug en bracht het
hem tot zijn groot genoegen; het bleef bij
hem tot na zijn dood, en hij riep Maria
aan oun wat rust. Zij zal hem ongetwijfeld
de eeuwige rust verkregen hebben. Zijn ro
zenkrans hing om zijn hals. Daar zijn sca
pulier tamelijk versleten was, zooals hij
zeide, bracht ik hem een fonkelnieuw, dat
hij zichtbaar droeg. „Ik ben", zoo zeide hij,
„gelijk gij ziet, ridder geslagen van O. L.
Vrouw". Den vollen aflaat van het scapu
lier van O. L. Vrouw van den berg Karmel
ontving hij met groote waardeering. De
schietgebeden: Jesus, Maria, Jozef, ik geef
U mijn hart en mijne ziel, enz., die hem
voorgezegd werden, zeide hij gaarne na. Hij
wilde ook de geloofsbelijdenis luide bidden:
doch daar dit niet ging, moest ik hem het
Evangelie van den H. Joannes „In principio
erat Verbum, etc. voorbidden, waarbij mij
zich aansloot. Meermalen herhaalde hij met
ons: „Mijn God, ik geloof in U, ik hoop op
U, ik bemin U, het spijt mij U beleedigd te
hebben". Hij had altijd eene bijzondere de
votie gekoesterd tot den H. Geest, en was
daarom gewoon dagelijks, zooals lilj zelf be
kende, de litanie te zijner eere te bidden. De
Encycliek van den H. Vader daaromtrent
viel geheel in zijn smaak. Wij baden daarom
het „Veni, Sancte Spiritus" om zijn gods
vrucht te voldoen.
„Zijne hoogachting van 't aanbiddellijk Sa
crament des Altaars is algemeen bekend
door zijne schoone gedichten over dit onder
werp; misschien is het minder bekend, dat
hij dikwijls met voorliefde het Lauda Sion
en het Adoro te van den H. Thomas badook
nu in zijne ziekte moesten deze hymnen
hem luid voorgelezen worden, alsook de
litanie van het H. Hart van Jesus, op bevel
van Z.H. Leo XIII door de H. Congregatie
der Riten goedgekeurd. Deze en andere ge
beden waren hem zoo dierbaar, dat bij wel
drie exemplaren van het Celeste Palmetum,
waarin deze voorkomen, versleten heeft,
vvant dit moest hem overal op reis vergezel
len, evenals de H. Schrift. Hij ontving ge
durende zijne ziekte nog meermalen de H
Communie ex devotione (uit godsvrucht), en
ofschoon niet verplicht nuchter te blijven,
wenschte hij toch vroeg in den nacht te com-
municeeren om nuchter te kunnen blijven.
„Hij stichtte ons door de gevoelens van
ootmoedigheid, waarvan hij in die dagen on
bewimpeld uiting gaf. Ik verstoutte mij hem
te vragen, waar hij, zoo God hem tot zich
mocht roepen, wenschte begraven te worden,
op Sint Laurentiuskerkliof ofwel op het
Duitsch Campo Santo.
„Dat. is mij om het even", was zijn eerste
antwoord, „maar dit bid ik U: mijn lijk niet
versjouwen, neen niet versjouwen. Het moet
hier in Rome. blijven". Een weinig later
sprak hij: „Als gij mij op het Duitsche
Campo Santo begraaft, zeg dan aan Mgr. De
Waal, die mijn vriend is, dat er geen mo
nument op geplaatst moet worden; al die
lofspraken zijn maar ijdellieid". „Mon
seigneur" zoo veroorloofde ik mij hem te
antwoordeh, „wat dat betreft, laat dit aan de
overlevenden over, bekommer u daar niet
om, denk nu maar aan uwe ziel". Hij legde
zich daarbij neer. Toch heeft hij nog uit
drukkelijk verklaard, dat hij geene lijkrede
wilde. Hij wenschte in de Franciscaner pij
begraven te worden, zich onwaardig achtend
gebuid te worden in priesterlijk gewaad. Om
daartoe recht te hebben, werd den hoogw. P
Vicaris-generaal van de Minderbroeders ver
zocht hem in de Derde Orde op te nemen,
wat op de gebruikelijke wijze geschiedde. En
nu droeg hij over zijne kleeren heen het
groote bruine scapulier der Tertiarissen.
Eens toen liij naar aanleiding van het schiet
gebed. „Kom, Heer Jesus, kom!" zich zijne
eigen verzen herinnerd en opgezegd had,
zeide hij: „Wat eene ijdellieid. in deze ge
wichtige stonde zijn eigen werk uit te kra
men!" Bij zijne hevige pijnlijke hartaandoe-
ningen herhaalde hij meermalen, op zijn hart
slaande: „Brisez, Seigneur, ce coeur, qui a
si souvent brisé Ie vötre".
„Hij maakte er bezwaar uit verfrisschende
en vooral opwekkende dranken te gebrui
ken, en vroeg mij heel naïef: „Pater, mag
ik dat wel nemen?" „Waarom niet?" „Het
smaakt mij zoo goed". „Wel de dokter
heeft dit voorgeschreven; gij moet ze dus
nemen om te gehoorzamen. En Onze Lieve
Heer gunt u gaarne die kleine verlichting
te midden van uwe smarten". Toch moesten
de wat geestrijke dranken, volgens zijn uit-
drukkelijkeu wil, met veel water gemengd
worden
„NEDERLAND-EXPRESS".
Het agentschap der N. V. Stoomvaart-Mij.
„Nederland", de firma Kuyper, van Dam
Smeer, te Rotterdam, meldt, dat de boottrein
van het s.s. „Koningin der Nederlanden het
welk 24 dezer te Genua verwacht wordt, Zon
dagmorgen, 25 Mei a.s. to 11.4S uur aan het
Maasstation te Rotterdam, zal aankomen. Aan
komst te 'a-Gravenhage 11 uur.
„De hooge lijder leed intusschen veel,
vooral wegens zijn hartkwaal, die hom vreese-
lijke benauwdheden veroorzaakte. „O God"
zoo verzuchtte hij somtijds, „help mij, ik
kan niet meer". Als wij hem dan den lijden
den Zaligmaker voor oogen stelden, riep hij
met luider stemme: „Mijn God, niet mijn
wil maar uw wil geschiede", of „door Uw
heiligen doodstrijd en Uw bitter lijden verlos
mij, Jesus". Het was een aanhoudend gebed,
dat gelijken tred hield met zijn lijden. Naar
mate de dood scheen te naderen, verzuchtte
bij naar de aanschouwing van zijn God
„Kom, o Heere Jesus, kom, toef niet langer,
III (slot).
Op 20, 21 en 22 Mei zullen te Paray-le-
Monial grootsche plechtigheden plaats hebben.
In de kapel der verschijningen van het H. Hart
aan de H. Margaretha Maria Alacoque begin
nen de H.H. Missen reeds om 5 uur ter oorzake
van de vele priesters en pelgrims, die uit alle
oorden der wereld verwacht worden. Meerdere
predikaties per dag door bisschoppen en be-
Kom, o neere jesus, Kuin, iuei 1 i
laat mij Uw aanschijn aanschouwen", zoo kende redenaars; in den namiddag plechtige
klonk het gestadig uit zijn mond in het
Latijn, in het Fransch, in het Hollandsch,
in het Italiaansch.
Een geweldige jichtaanval kwam daags
daarop al onze goede verwachtingen den bo
dem inslaan. Het was de voorbode van den
onverbiddelijken dood. Het hoofd, tot hiertoe
helder, was nu dikwijls beneveld, zoodat hij
veeltijds ijlde en wartaal sprak. In dien
Maandagmiddag onverhoopt ingetreden toe-
stand trof ik den zieke aan. toen ik hem in
den namiddag bezocht. Desniettemin was het
bewustzijn niet zoo geheel weg, dat hij bij
tussclienpoozen mij niet begreep. Als ik hem
zeide: „Monseigneur, ik wil u nog eens de
H. Absolutie geven", dan maakte hij aan
stonds een kruisteeken. Soms omklemde hij
zijn kruis, dat op zijn bed lag of zijn rozen
krans, kuste nu eens zijn scapulier, dan
eene relikwie van den Dienaar Gods Pater
Donders, die hij wilde dat onder zijn hoofd
kussen zou gelegd worden. Meestal evenwel
was bij in ijlenden toestand. Hij uitte vooral
reisplannen en wilde dan het bed uit, wat
gewoonlijk een voorteeken is van de groote
reis.
„De lijkstoet was koninklijk. Zelden heeft
te Rome zulk een stoet plaats gehad, die des
te indrukwekkender was, daar hij schier de
geheele stad van Sint Jan tot Sint Piete-r
doortrok. Holland en Rome, die den over
ledene zoo zeer aan het hart lagen, hebben
met elkander gewedijverd".
Tot zoover Pater Oomen.
„Bemin de Kerk, leef, werk en strijd vóór
haar
Dat is de groote les van Schaepman's leven
en sterven.
Zullen wij deze aan ons laten voorbijgaan?
Prof. de Groot schreef bij zijn dood: „Nu
moge deze groote doode leven in daden zijner
Nederlandscbe geloofsgenooten".
Deze wensch moge in volle vervulling gaan.
Moge Schaepman leven onder ons in daden:
in daden van opoffering en zelfverloochening
voor het heil der Kerk; in daden ook ter vol
tooiing en bestendiging van zijn groote levens
werk, de R.K. Staatspartij.
Tot Katholiek Nederland is thans hiertoe
door ons partijbestuur de laatste oproep ge
richt.
Moge deze worden gehoord en gevolgd door
allen, tot wie hij is uitgegaan.
Zijn positie ten opzichte van de
Sociale Interacademiale
De clubs zullen zich niet bemoeien
met politieke actie.
ill, een vergadering van het Centraal Be
stuur der Sociale Interacademiale te 's-Graven-
hage gehouden werd volgens het R.S.B. be
sloten, dat de sociale clubs der studenten zich
niet zullen bemoeien met politieke actie.
Het volgende program werd opgesteld:
1. alle aangesloten clubs nemen naast hun
eigen program een onderwerp van algemeenen
aard in studie (b.v. eigendom, arbeid, ge
zag etc.);
2. dit onderwerp zal besproken worden op
een te organiseeren Interacademiale Sociale
Dag;
3. resultaten dezer bespreking zullen zoo
mogelijk worden uitgegeven in brochurevorm.
De clubs te Nijmegen en Tilburg zullen on
der toezending der besluiten tot aansluiting
worden uitgenoodigd.
Het punt „Landelijke organisatie inzake
politieke actie", kwam geheel los van het voor
gaande in behandeling. Overwogen werd liet
verschil In uitgangspunt. André Peters wenscht
met zijn verbond uiting op politiek terrein, het
geen veronderstelt een betere eenstemmigheid
in conclusie t.a.v. verschillende reeds bestu
deerde vragen althans minstens een zekere
geestverwa ntschap.
De sociale clubs daarentegen zetten zich eerst
aan de studie van de problemen en zullen prac-
tisch niet anders doen dan studeeren, omdat
zij doorgangshuis van jonge menschen vormen.
In uitgangspunt en doelstelling staan beide
dus naast elkaar.
Nog werd. dan gewezen op de incompetentie
van den student t.a.v. zoovele problemen, nu de
sociale clubs nog amper een jaar werken.
Op grond van een en ander verklaarden de
vergaderde clubs als zoodanig niet competent
te zijn om aan de oprichting van het „landelijk
verbond" mede te werken. De opdracht, baar
ter vergadering in Leiden verstrekt (maatrege
len tot uitvoering der plannen Peters te tref
fen) kon door haar niet worden uitgevoerd en
worden aan André Paters ter afwikkeling over
gedragen. De clubs als zoodanig blijven afzijdig
van deze landelijke organisatie, daarbij bare
leden vrijlatend hun houding te bepalen.
Kruisweg in den tuin der basiliek van het H.
Hart; 's avonds licht-processies. Op 22 Mei ge
heel den dag uitstelling van het Allerheiligste;
van 5 tot 6 uur 's avouds en wederom van 11
uur tot middernacht zeer plechtige oefening
vau het H. Uur. Te middernacht plechtige H.
Mis door Z. D. H. Mgr. Chassagnon, Bisschop
van Autun. Vrijdagmorgen pclechtig Requiem
voor alle overleden leden der Aartsbroeder
schap.
Ongetwijfeld zal het velen spijten, deze
plechtigheden in het groote centrum der H.
Hnrt-devotie niet te kunnen bijwonen, maar
allen kunnen we ons toch met Paray ver
eenigen door minstens het H. Uur te houden
in den avond van 22 Mei, hetzij in de kerk, of
waar dit niet mogelijk is. in den huiselijken
kring, vóór het extra-versierde beeld van het
H. Hart. Bovendieu wordt ook aan allen, die
bet doen kunnen, de gelegenheid geboden, nog
dezen zomer het H. Uur te Paray-le-Mouial zelf
te houden, tijdens de Bedevaart, welke op 2S
Juli van uit Nederland naar Paray vertrekt
Men vrage prospectus aan ondergeteekende
(klooster der H.H. Harten, Ginniken)
Opdat ieder tenslotte een juist begrip hebbe
van de Aartsbroederschap van bet H. Uur, vol
gen hier de statuten der Aartsbroederschap van
bet H. Uur, opgericht in de kerk van het kloos
ter der visitatie te Paray-le-Monial, met het
privilegie, de broederschappen van den zelfden
naam over de geheele wereld in zich op te
nemen.
Artikel I.
Het Heilig Uur is een oefening van overwe
ging of mondgebeden betreffende den dood
strijd van Onzen Lréven Heer in den Olijfhof,
met het doel, de goddelijke gramschap te
stillen, barmhartigheid af te smeeken voor
de zondaren en den Zaligmaker gedurende
een uur te troosten.
Daar alles voor den Zaligmaker tegenwoor
dig was, heeft Hij gedurende zijn doodstrijd
al de martelingen van Zijn H. Lijden onder
staan alsmede al de beleedigingen, die men
Hem zou aandoen tot aan de voleinding der
eeuwen in de H. Eucharistie en elders. Men
kan dus al deze dingen overwegen zonder aan
den geest van het Heilig Uur te kort te
doen.
Artikel II.
De oefening van het Heilig Uur wordt ge
meenschappelijk of in het bijzonder gedaan,
in de kerk of elders, op Donderdagavond, van
11 uur tot middernacht, ofwel vanaf het
oogenblik, waarop, volgens de algemeene
regels van het Kanoniek Officie, men de Met
ten van den volgenden dag mag beginnen
(Gregorius XVI, rescript van 12 December
1836).
Op de kortste dagen mag men volgens die
regels de Metten bidden vanaf twee uur na
middag en vanaf vier uur op de laatste
dagen. Deze laatste verzachting van het
Heilig Uur maakt deze oefening mogelijk
voor iedereen.
(De meening van sommigen, dat men het H.
Uur steeds om 2 uur in den namiddag mag be
ginnen, blijkt niet juist te zijn).
Artikel III.
Degenen die lid van deze Aartsbroeder
schap willen worden, moeten hun familie- en
doopnaam voluit opgeven aan het klooster
der Visitatie te Paray-le-Monial, om op het
register geschreven te worden.
Voor Nederland is het voldoende, de namen
op te zenden aan Pater Joachim Kaptein
SS. CC. te Ginneken, door den directeur der
Aartsbroederschap als Zelateur gedelegeerd.
Voor Klooster gemeenten is een collectieve
inschrijving voldoende, om alle tegenwoor
dige en toekomstige leden der Communiteit
lid der Aartsbroederschap te maken (Pius X.
rescript van 1^ October 1866).
Het register, waarop de leden worden inge
schreven, wordt te Paray-le-Monial bewaard
In de cel, waarin de H. Margaretha Maria
gestorven is.
Artikel IV.
O, die versplintering der natie! niet waar?
O, die vermaledijde Katholieken met hun
hokjes en perkjeswoede, die altijd en overal
weer een kaste apart vormen, die telkens en
telkens weer weigeren met anderen een
grooten kring te vormen met de handen aan
eensterk in den strijd, vroolijk in den ron
dedans der vreugde!
Jawel! Barbertje moet hangen.
Wc dachten dezer dagen weer eens aan
die verzuchting en aan die beschuldigingR ij
geven toe: dc katholieken 'doen hun best om
in eigen clubs hun ontwikkeling en ontspan
ning te zoeken. We zullen er de reden bij
geven.
Omdat zij moeten. Doodgewoon moeien.
Omdat in de gemengde clubs, de neutrale
clubs, de algemeene clubsde niet aan goas-
dienst doende en de zich niet met politiek
bemoeiende clubs geen rekening gehouden
wordt met Katholieken.
Hel komt bijv. geregeld voor, dat bij feest
avonden, bij uitvoeringenbij uitstapjes, ct
een geest heerscliteen opvatting naar boven
komt, en zoodanigen keus gemaakt is bij wat
betreft datgene, wat plezier moet verschaf
fen, dat een katholiek er in geweten niet.
aan kan meedoen.
Denk aan de kleeding!
Denk aan hetgeen er gespeeld wordt.
Denk aan de moppen, die er gelapt worden.
Als een neutraal bestuur voor zulke dingen
niet zorgt, als zulke uitwassen dc neu
traliteit in gevaar brengen, dan blijft er
een katholiek, die nog meer dan de naam
waard is, niets over, dan te gaan en in eigen
kring voor zich zelf te zorgen.
Het is weer geregeld zoo.
DE ONTVANGST AAN HET CENTRAAL-
STATION.
Lang duurde het wachten op
den Dam
ACTIE VOOR EEN SPOORWEGBRUG
ZEVENAAR DIEREN
De verecniging „Doesburg's Belang" heeft
in verband niet den bouw van een vaste brug
een vergadering belegd, met als punt van be.
handeling of gelijktijdig een spoorwegverbin
ding Zevenaar-Didam-Angerlo-Doesburg-Dieren
verkregen kan worden.
Door het ingenieurs-bureau van v. Hasselt
en de Koning te Nijmegen was een voorloopig
plan opgemaakt, waaruit bleek dat de con
structie der brug verzwaard en verbreed moet
worden, waarvan echter de kosten weinig
meer zullen bedragen.
Er werd een comité opgericht, bestaande
uit de verschillende burgemeesters en enkele
hoofden van industrieele ondernemingen, dat
ten doel heeft de tot stand koming van deze
spoorwegverbinding te bevorderen.
Mgr. Dr. H. J. A. .V. SCHAEPMAN OP ZIJN STERFBED. Naar con loto van E. Orlay dc
Karwa, te Rome,
DE KINDERSTERFGEVALLEN TE
LUBECK.
Dr. J. Tuntler door de Regeering aangewezen
om de noodlottige gevolgen te
bestudeerer..
Naar wij vernemen is dr. J. IT. Tuntler, in
specteur van de volksgezondheid te Groningen
door de Regeering aangewezen om te Lübeck
de daar voorgekomen noodlottige gevolgen dei-
toepassing van het middel van Calmette tegen
de tuberculose te bestudeeren.
Iedereen blijft vrij, het Heilig Uur minder
dikwijls of vaker te houden, volgens zijn
godsvrucht, maar hoe dringend is het niet
aan te bevelen, dat de leden dikwijls dit be
wijs van teedere en edelmoedige liefde aan
Jesus' H. Hart geven De H. Margaretha-
Maria, hun voorbeeld, deed het op lederen
Donderdag.
Jesus had het haar in de volgende bewoor
dingen gevraagd: „Alle nachten van Donder
dag op Vrijdag zal ik u deelgenoote maken
van de doodelijke droefheid, welke ik heb wil
len ondervinden in den Hof der Olijven en
deze droefheid zal U in een doodstrijd bren
gen, dien gij niet kunt begrijpen en dien
moeilijker te verdragen zal zijn dan den
dood. En om Mij gezelschap te houden tijdens
het nederige gebed, dat ik toen tot mijn
Vader opzond te midden Mijner angsten, zult
gij tusschen elf uur en middernacht opstaan
om u gedurende een uur met Mij het aange
zicht ter aarde te werpen, zoowel om de
goddelijke gramschap te stillen door harm
hartigheid voor de zondaren af te smeeken,
als om in zekeren zin de bitterheid te ver
zachten. welke de zorgeloosheid mijner
Apostelen Mij veroorzaakte, waardoor Ik ge
noopt was, hun te verwijten, dat zij geen uur
met mij hadden kunnen waken; en gedurende
dit uur zult gij doen. wat Ik u leeren zal".
De ingeschreven leden kunnen telkens een
vollen aflaat verdienen mits men biechte. com-
munlceere en bidde, volgens de intenties van
Z. II. den Paus.
Pastoors of Rectoren die de Broederschap
van bet H. Uur in bun kerk of kapel kanoniek
opgericht wenschen te zien. richten bun aan -
vrage tot bun Bisschop.
Alle inlichtingen verschaft heel gaarne de
ondergeteekende. x
P. JOACHIM SS. CC.
Ginneken.
HET HEILIG UUR IN DE ST. PIETER.
Z. H. de Paus zal zich Donderdagavond. 22
Mei. (abusievelijk stond in ons blad van
gisteren 22 Juni) naar de Sint Pieter begeven,
om deel te nemen aan het Heilig Uur,, dat daar
in vereeniging met Paray-le-Monial en Jeru
zalem. waar het vroom gebruik dien dag hon
derd jaar bestaat, gehouden zal worden.
DUIZENDEN HOEDEN EN ZAKDOEKEN
WUIFDEN.
Gisterenmiddag is H. M. de Koningin voor
het brengen van baar jaarlijksch bezoek te
Amsterdam aangekomen. Te ongeveer vier uur
verzamelden zich in de koninklijke wachtka
mer in het Centraal station de autoriteiten,
die H. M. zouden ontvangen.
Om kwart over vier arriveerde Z. K. H. Prins
Hendrik met zijn adjudant-Overste jhr. Laman
Trip van het Paleis.
Na de begroeting begaven de aanwezigen zicli
naar het eerste perron, dat over een aanzien
lijke breedte door de politie was afgezet.
Om 16.19 uur kwam de gewone trein uit
Amersfoort, waarachter het Koninklijke rijtuig
was gekoppeld het station binnenrijden. Voor
den looper, die naar de Koninklijke wachtka
mer leidde, stopte de trein. De Koningin en
Prinses Juliana stapten uit, waarna de Prins
gemalin en dochter met een kus verwelkomde.
Daarna begroetten de Koningin en de Prinses
de overige aanwezigen en onderhielden zij
zich eenige oogenbiikken met hen.
Het escadron huzaren, dat op het Stations
plein stond opgesteld, verdeelde zich in tweeën
en geëscorteerd door deze halve escadrons
zwenkte het koninklijke rijtuig in gestrekten
draf het Damrak op. Het publiek juichte, hoe
den en zakdoeken zwaaiden de lucht in en H.
M. wuifde vriendelijk terug. Een oogenblik later
warrelde de menigte weer als op gewone dagen
over het Stationsplein.
Reeds een uur voor de aankomst begonnen
de kijklustigen zich op den Dam, langs de hui
zen en op het middenplein te verzamelen.
Lustig beierde het carillon van den paleiskoe-
pel over de hoofden van de duizendkoppige me-
nigte bekende vaderiandsche wijsjes en de zoele
voorjaarswind deed de vlaggen op de daken en
langs de gevels der gebouwen ontplooien
Lang duurde het wachten, maar eindelijk kon
digde" het getrappel van paardelioeven en een
naderbijkomend gejuich in de rijen der mach
tenden langs het Damrak de nadering van den
stoet aan
Eerst kwamen de met berenmutsen getooide
ruiters het Domplein oprijden, die zich met ge
trokken, blinkende sabels in een lange rij voor
het paleis opstelden.
Daarop volgden de kofrijtuigen, waarin o.a.
hadden plaats genomen de lieeren W. de Vlugt,
burgemeester van Amsterdam en H. J. Versteeg,
hoofcommissaris van politie.
Daarachter reed de koets, waarin het konink
lijk gezin had plaats genomen.
Duizenden boeden en zakdoeken wuifden de
koninklijke familie een hartelijk welkom in de
hoofdstad toe.
Terwijl bet muziekkorps der mariniers het
Wilhelmus speelde, steeg H. M. gevolgd door
H. K. H. prinses Juliana en Z. K. H. Prins
Hendrik uit het rijtuig en ging het paleis bin-
nen.
Even later verscheen de koninklijke familie
onder luid gejuich op het balcon, vanwaar zij
de menigte toewuifde.
Nadat de kapel der mariniers ten tweeden
male het Wilhelmus had gespeeld, trokken de
koninklijke gasten zich in het paleis terug. De
ruiters trokken af en de mariniers betrokken
de wacht.
De afzettingen werden opgeheven en lang
zamerhand begon de menigte zicli te versprei
den.
Gisterenmiddag om balt zes beeft de Konin
gin in audiëntie ontvangen de Kerkgenoot
schappen en eenig vereenigingen en particulie
ren. Tot degenen die H. M. hun opwachting
kwamen maken behoorden ook de deken van
Amsterdam, de hoogeerw. heer dr. G. C. van
Noort en de pastoors L. P. Stolk en N. P. Nleu-
wenhuizen van de St. Catliarina- en de St. Nico-
laasparochie.
Het postvliegtuig van de Lufthansa, dat
Zaterdag j.l. nabij Veenendaal een noodlanding
maakte, is, na van een nieuwen motor te zijn
voorzien, hedenmorgen te ongeveer half 10 vlot
gestart. Het zette koers naar Schiphol.
PHILIPS GLOEILAMPEN.
Zal geen gramofoonplaten
ervaardigen.
Wij vernemen van de N. V. Philips Gloei
lampen, dat het persbericht als zou de N.V.
gramofoonplaten gaan vervaardigen met Kft-
ohenmeisterspatent, volmaakt onjuist is.