De Landelijke organisatie der R.K. Staatspartij
INSCHRIJV1NGS LIJST
Feestviering bij het Zilveren Jubileum
Kerkelijke viering en receptie
Z.Exc. Mgr. L. Schioppa
MENSCHEN EN MéENINGEN
FEESTREDENAAR SPREEKT OVER VERLEDEN EN TOEKOMST.
Het behoud en de versterking van onze eenheid
PLECHTIGE H. MIS.
RECEPTIE DOOR HET PARTIJ.
BESTUUR.
TELEGRAFISCHE GELUKWENSCHEN.
DR. VAN ROOlJt ge feestredenaar
LOURDES
VIJF JAREN INTERNUNTIUS
Gisteren was iet vijf jaar geleden, dat
Zijne Excellentie Mgr. L. Schioppa op het Loo
zijn geloofsbrieven aan H. M. de Koningin
aanbood, als internuntius bij het Nederlandsche
Hof.
Vóór zijn komst in Den Haag, toen hi
eenigen tijd te Rome verbleef, had hij een
interview toegestaan aan onzen correspondent
aldaar. Onze lezers zullen zich wellicht nog
herinneren, dat onze berichtgever, na zijn
onderhoud met den nieuwen internuntius,
deze woorden schreef: „Ik heb den indruk
gekregen, dat Mgr. Schioppa een eerste plaat
zal innemen onder de diplomaten in ons
land".
De indruk van toen is werkelijkheid ge
worden. In Mgr. Schioppa, die vóór zijn komst
in Den Haag reeds de reputatie had van een
uitstekend diplomaat en van een priester ver-
vuld van den geest van liefde, hebben geduren
de die vijf jaren deze twee hoedanigheden, die
hem onderscheiden, steeds uitgeblonken.
De interaunfciatuur was in de laatste
decennia in de schaduw gebleven en als het
ware geheel geïsoleerd.
De omstandigheden waren voor Mgr. Schioppa
allesbehalve gunstig, om in dien toestand ver
andering te brengen, vooral, omdat eenige
maanden na de aankomst van Zijne Excellentie
in Den Haag, het Nederlandsche Gezantschap
bij het Vaticaan werd opgeheven.
Mgr. Schioppa bleef op die wijze de éénige
band tusschen de Nederlandsche Regeering en
het Vaticaan.
De Nederlandsche regeering was in groote
verlegenheid door haar abnormale positie en
het Vaticaan was zeker niet tevreden, dat e
gezantschap was opgeheven op een wijze, cl ie,
met alle interaajtonale usances in strijd, een
beleedigend karakter had.
Tusschen deze twee polen moest de diplo
matieke actie van den internuntius zich ont
plooien, wat een ononderbroken waakzaamheid,
een niet gewone diplomatieke handigheid en
een uitgelezen takt vereisclite. Daarenboven
waren de gemoederen van de politieke partijen
ten gevolge van de opheffing van 't Gezantschap
piet weinig verhit en een onvoorzichtigheid
van welken aard ook van den vertegenwoor
diger des Pausen had een conflict tengevolge
kunnen hebben.
Mgr. Schioppa heeft niet alleen geen enkele
onvoorzichtigheid begaan, maar den ijver, de
soepelheid en den takt aan den dag gelegd,
die in deze moeilijke omstandigheden nood
zakelijk waren. Niettegenstaande de tallooze
en ernstige moeilijkheden is hij er ten volle
in geslaagd aan de Intex nuntiatuur eex
prestige en een luister te geven, die zeer zeker
de algemeene bewondering afdwingen.
Ook voor het Nederlandsche Katholieke
leven toonde de internuntius zijn wai'me be
langstelling. Op de Katholieke Congressen in
Den Haag (1925) en te Maastricht (1928)
zagen wij hem aanwezig om de katholieken
aan te moedigen in hun rustelooze activiteit.
Den ijver voor de Missiën te doen ontvlam
men ging hem, evenals onzen H. Vader deu
Paus. "nauw ter harte. Op de Missie-weken te
Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, weerklon
ken dan ook zijn woorden ter aansporing
van alien.
De feestelijkheden van de heiligverklaring
van den H. Petrus Canisius, de jubelfeesten ter
cere van den H. Franciscus werden opge
luisterd door de aanwezigheid van den inter
nuntius, zoodat men gerust kan zeggen, dat
deze in de vijf jaren van zijn verblijf in ons
land een populaire figuur geworden is.
Wanneer wij hier nog aan toevoegen, hoe
Mgr. Schioppa tallooze kloosters, scholen,
ziekenhuizen, arm- en weeshuizen in geheel het
land bezocht heeft, overal woorden sprekend
van liefde en opwekking, terwijl diezelfde
medelijdende liefde zich jaarlijks in de Inter-
nuntiatuur toonde, als hij hij gelegenheid der
viering van het Kerstfeest de armsten der
arme kinderen onder den Kerstboom vei-zamel-
de in zijn woning, dan mag met reclit gezegd
worden, dat de zending van Mgr. Schioppa
gedurende deze vijf jaren gelukkig ge
slaagd is.
MGR. D. HUURDEMAN
Beëedigd als vicaris-generaal
Zaterdagmorgen heeft de nieuwe vicaris-gene-
zaal van het Aartsbisdom mgr. D. Huurdeman
de voorgeschreven eeden afgelegd in handen
van mgr. J. G. H. Jansen, benoemd aartsbis
schop van Utrecht.
PASTOOR DR. A. SMITS.
In den toestand van pastoor Dr. A. Smits
te Breda is nog geen verandering getreden.
De patient lijdt af en toe aan hoofdpijn. De
meest volstrekte rust blijft voorgeschreven;
ziekenbezoeken kunnen voorloopig niet afge
wacht worden.
GENERAAL SNIJDERS
Binnenkort zal generaal C. J. Suijders naai
de „N. R. Ct." meldt, de residentie verlaten
om zich te vestigen in Hilversum. Dit vertrek
houdt verbandt met het a.s. huwelijk van den
oud-opperbevelhebber met mevr. de wed. Tho
masMeier, die te Hilversum woonachtig is.
VOOR WIJLEN CHRISTINE POOLMAN
Het sympathieke denkbeeld van mevrouw
Emma Morel, om op den dag, dat wijlen me
vrouw Christine Poolman haar tachtigsten ver
jaardag zou hebben gevierd, een immortellen
krans te hechten aan haar beeltenis, heeft in
den lande weerklank gevonden.
Heden, Maandagmiddag te twee uur zou in
den Stadsschouwburg de eenvoudige huldiging
plaats vinden, waarbij belangstelllenden tegen-
SWOïdis konden aju.
DE PARTIJRAADVOORZITTER GEEFT
BEHARTIGENSWAARDIGE WENKEN
De feestelijke herdenking van het 25-jarlg
bestaan der algemeene Landelijke organisatie
der R. K. Staatspartij werd Zaterdag te Utrecht
ingezet met een H. Mis in de Kathedrale Kerk.
opgedragen door Pastoor W. F. A. Overmeer,
lid van het partijbestuur en secretaris van de
R. K. Rijkskieskring-organisatie in Friesland.
De celebrant werd geassisteerd door de
kapelaans der kathedraal, de Weleerw. heeren
dr. R. F. Hegge en II. II. B. Mulder.
Na de H. Mis begaven de verschillende afge
vaardigden uit alle landstreken zich naar het
Jaarbeurs-restaurant, waar in de groote zaal
receptie werd gehouden door het partijbestuur.
Bij dit partijbestuur hadden zich aangesloten
de Minister van Staat, Mgr. dr. W. H. Nolens
en de Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, oud-voorzitter der partij, Jhr. mr.
Ch. Ruijs de Beerenbrouck.
De groote receptie-zaal was gevuld met be
langstellenden uit alle kringen van de katho
lieke samenleving. Voor het Katholiek Bureau
voor Onderwijs en Opvoeding kwam de direc
teur, dr. Th. Verhoeven, complimenteeren,
voor den katholieken Vrouwenbond mevr. van
Nispen tot SevenaerCremers; voor de alge
meene R. K. Werkgeversvereniging de heer
P. Spoorenbei-g; voor het cui-atorium dei-
Katholieke Universiteit het Eerste Kamerlid
mr. van Lanschot; ook liet R. IC. Werklieden
verbond en vele andei-e organisaties kwamen
hun opwachting maken. Gelukwenschen waren
binnengekomen van de ministers Reymer,
Deckers en Verschuur, alsmede van den Com
missaris der Koningin in Noord-Brabant, Jhr.
van Rijckevorssel. Een prachtige bloemen
mand was gezonden door den Rijkskieskring
Amsterdam, terwijl alle rijkskieskringen warexi
vertegenwoordigd. Onder de talrijke aanwezigen
merkten wij nog op verschillende hoogleeraren
van de Katholieke Universiteit en andere
univei-siteiten, wij noemen Prof. mr. dr. Ch.
Raaijmakers en Prof. P. Groenen; Mr. dr. D
Kooien, oud-voorzitter van de R. K. Staats
partij Mr. .1. R. H. van Schaik, voorzitter van
de Tweede Kamer en de oud-ministers Aalberse
en Bongaerts, benevens verschillende Kamer
leden en oud-ICamerleden.
Namens de Duitsche Centrumspartij wer
den gelukwenschen overgebracht door dr.
llamacher. algemeen secretaris van de Rijn-
landsche Centrumspartij uit Keulen. Veel
schriftelijke felicitaties kwamen binnen, ter
wijl des middags vertegenwoordigers der
Anti-revolutionaire; en Christelijk-historische
Partij hun opwachting kwamen maken.
Na afloop der receptie werd om twaalf uur
een gezamenlijke lunch gehouden.
De feestvei-gadering bij het zilveren be.
staansfeest der katholieke staatspartij, is on
der groote belangstelling gehouden. Zij was de
verzinnebeelding van een krachtig-geconsoli-
deerde politieke groep, die baar sterken greep
heeft op een geheel volksdeel en ver daar
buiten haar invloed doet gevoelen.
Ministers en oud-ministers, voortgekomen
uit de party, zaten op de voorste rijen maar in
de zaal zag nlen 00ic vertegenwoordigstei-s uit
de kringen van vrouwen, en vertegenwoordi
gers van mannen, uit meest verschillende
volksgroepen. Ambtenaren en arbeiders, boeren
en tuinders, onderwijzers en hoogleeraren,
journalisten en priesters, dragers van ds na
men van oude geslachten en homines novi in
den vollen zin des woords, waren opgekomen
naar het zilveren feest.
Wat vooral den opmerkzamen toeschouwer
trof, was het jeugdig element in de vergade
ring. Niet alleen, dat het probleem der jonge
ren de volle aandacht bleek te hebben bij de
twee sprekers van den middag want het in
leidend woord is ook een rede van vijf kwar
tier geworden maar vooral het betrekkelijk
groot aantal vrij jonge figuren, dat blijkbaar
zeer voorname functies inneemt in het staat
kundig leven, of die reeds vervuld heeft, trok
onze aandacht.
Men kan den nieuwen voorzitter van de
grootste politieke partij in Nederland als een
symbool beschouwen van de jeugdige kracht,
die het katholiek politiek leven beheerscht. En
mr. Goseling staat niet als een eenzame: de
secretaris van het partij-bestuur is ook nog
een jongere en zelfs de actief-dienenden op
zeer gewichtige posten, mannen als de presi
dent van de Tweede Kamer, de premier, de
Staatsraad Kooien, staan nog in de volle
kracht van het leven. Zij zijn jong begonnen en
blijkbaar jong gebleven.
MGR. PROF. DR. W. H. NOLENSvoorzitter
yaa den Partijraad
Openingswoord van Mgr. dr. Nolens.
Mot 'n lange rede, die hij zelf als „niets
feestelijks" karakteriseerde maar die desal
niettemin toch menige behartenswaardige
wenk bevatte, heeft dr. Nolens de feestver-
gadering geopend. Hij sprak allereei'st een
woord van welkom tot de aanwezige oud-voor
zitters van de partij, staatsraad mr. dr. Koo
ien, mr. A. baron van Wijnbergen en minister
Ruys de Beerenbrouck.
Naast deze heeren hadden op de voorste rij
plaats genomen de heeren mr. J. A. de Wilde,
lid der Tweede Kamer en wethouder van den
Haag, als vies-voorzitter van de A. R.-Partij,
benevens de secretaris dezer partij mr. H. Bij-
leveld, oud-minister van marine, die gezeten
was tusschen mr. dr. van Schaik, voorzitter
der Tweede Kamer en oud-minister Bongaerts.
Neven den premier zaten de voorzitters en
secretaris der C. H. Partij, oud-minister dr. H.
Schokking en J. ter Haar, oud-wethouder van
Amsterdam. Dezen heeren, benevens dr. Ha-
maclier, den afgevaardigde der Duitsche Cen
trumspartij, werd door mgr. Nolens eveneens
ten warm woord van welkom toegeroepen.
Een telegram van hulde werd daarna ver
zenden naar Z. H. den Paus en II. M. de Ko
ningin.
In korte trekken schetste de inleider het
ontstaan der Staatspartij waarvan hij zelf van
zoo nabij getuige was geweest en bracht in 't
bizonder hulde aan dr. Schaepman z.g. en aan
de drie oud-voorzitters van de partij. Een
woord van welkom richtte spr. ook tot den
nieuwen partij-voorzitter mr. Goseling, die jong
nog zulk een zware taak op zich nam.
Mgr. schetste daarna het werk der Katholie
ke Staatspartij in de laatste vijf en twintig
jaar.
„Orde en gezag werden in zeer moeilijke om
standigheden gehandhaafd. Denk aan 1903 en
denk vooral aan 1918. In bijzonderheden treed
ik niet. Denk aan de moeilijkheden gedurende
en na den oorlog doorworsteld. Aan de geleide
lijke ontwikkeling van de staatsinstellingen in
en buiten Europa. Er werd door de katholie
ken meegewerkt. In het onderwijs werd de ju
ridische gelijkstelling op universitair gebied
verln-egen. Jongeren zijn te zeer geneigd de
strijd daarbij gestreden, ook door A. R. en
C. H. uit het oog te verliezen.
Ruimere subsidie naast gelijkstelling van het
middelbaar onderwijs kwam tot stand alsmede
de lang gewenschte financieele geluijkstelliug
voor het lager onderwijs.
Plet bedrijfsleven heeft zich ontwikkeld. Bi-
zinder in Limburg heeft zich het verkeer ont
wikkeld.
De stoffelijke welvaart is toegenomen en
strekt zich uit over grootere groepen van per
sonen; door de katholieke Staatspartij is mee
gewerkt aan deze verschuiving, vooral voor de
loonai-beiders. Het zou interessant zijn te ver
gelijken tusschen nu en een dertig en veertig
jaar geleden. Spreker herinnert o.a. aan „den
kleinen filosoof", den heer Kuiper en diens boek
„Uit hot Rijk van den ai-beid".
Een Amerikaan kon schrijven: „Nederland is
een goed land het volk is welvarend goed ge
kleed en de kinderen zien er schoon uit''.
(Vroolijkheid).
In het arbeidei'svraagstuk ,dat in al dien
tijd op den voorgrond stond heeft ons land een
vooraanstaande plaats ingenomen. Dit is voor
al te danken aan de beide rechtsche kabinet
ten van 19071913 en van 1918—1925. Spreker
herinnert aan TalmaAalberse (applaus) en
somt de reeks groote sociale wetten op vooral
tot stand gebracht door mr. Aalberse die ook
700.000.000 besteedde voor den woningbouw
en zoo op dit gebied een toestand schiep als ner
gens ter wereld, al zijn er nog wenscben, en
een reeks maatregelen tegen werkloosheid
nam en de arbeidsgeschillenwet ontwierp aan
welks doorwerking hij zelf als rijksbemidde
laar zoo hard meewerkt.
Het is niet alles ons werk: wij zullen niet
den politieken Chanteclair spelen. Maar wij heb
ben in veel opzichten het initiatief genomen.
Spreker herinnert daarbij aan zijn „schrikver
wekkende" rede in 1897 toen hij de beginselen
van „Rerum Novarum" in de Kamer ontwik
kelde.
Hij wees op, mogelijke landbouw, en werk
loosheidscrisis en op het paradoxale verschijn
sel van het communisme, dat de regeeringen
in Westersclxe landen vrij een propaganda laten
voeren, waarvan zij in hun koloniale gebieden
de gevolgen met kracht moeten bestrijden.
Volgens haar aard, doel en traditie wil de
Staatspartij blijven meewerken aan de Neder
landsche Staatkunde, zoo mogelijk met de an
dere christelijke partijen. De katholieke Partij
is een volkspartij in den goeden zin des woords,
afkeerig van eenzijdigheid en niet reactionair
maar evolutionaix*.
Zij is actief, zij is gouvernementeel. Zij moet
ertegen waken dat haar gedragslijn niet wordt
aangegeven door ephemère en exotische ge
schriften of radicale plannen, al zijn ze nog
zoo goed bedoeld. Zij moet uitgaan van eigen,
diep beproefde beginselen. De encyclieken, met
uittreksels waarover dikwijls geargumenteerd
wordt, vormen een complex, een geheel, die in
haar samenhang bestudeerd moeten worden.
De beginselen beginnen in de eerste vraag van
den catechismus. Men vindt ze uitgewerkt in
de encyclieken.
Maar de partij staat op den bodem der wer
kelijkheid; zij moet onderscheiden tusschen
hypothese en these; zij moet „realpolitisch"
zijn; zij houdt rekening niet compromissen en
volgt daarbij het voorbeeld van het Vaticaan,
want ook elk concordaat is een compromis. De
partij moet geleidelijk te werk gaan. Spr. her
innert daarbij aan de evolutie in het arbeiders.
HET DAGELIJKSCH BESTUUR VAN DE JUBILEERENDE R. K. STAATSPARTIJ; boven
links: M. van Hout, ondervoorzitter; rechts: mr. A. J. M. Leesberg, penningmeester; onder
links: A. C. de Bruijn, rechts: J. W. Mols.
recht waarin langzaam overgang van het in-
dividueele naar het collectieve ontstaat.
Kan de partij met gepaste voldoening te
rugzien op het vei-leden, zij heeft ook een taak
voor de toekomst ten bate van het Rijk in en
buiten Eui'opa. Daarvoor is noodig behoud en
versterking van de eenheid. Kleine strubbelin
gen komen in de beste families voor. De een
heid wordt op de veiligste wijze bevoi'derd door
kennis. Vroeger was de kennis vooral noodig
bij gekozenen; nu zijn steeds meerderen ver
plicht voorlichting te geven. Studie is noodig:
vooral ethica, maatschappijleer en economie.
Economische kennis is vooral noodig om te
weten, wat iu maatschappelijke toestanden
moet veranderd worden. Houdt veler ethisch
willen en streven voldoende rekening met het
economisch mogelijke?
Men hoort redevoeringen tegen het kapita.
listisch stelsel, maai-, wat moet er voor in de
plaats komen?
Tegen misbruiken van dit stelsel zal men zich
moeten verzetten: daar hebben we 30 jaar voor
gesloofd. Tegen de mammonnistische menta
liteit wordt gefulmineerd. Kan daar een wet
tegen gemaakt worden? Men moet in deze za
ken scherpe begrippen hebben.
Vele nieuwe vragen, aldus spreker, zijn niet
nieuw, evenmin als de zon, die elke zuigeling
in Scheveningen met nieuwe verbazing ziet.
De katholieke partij kan de jongeren niet
missen de heeren en de dames niet want
de partij moet jong blijven. Maar de jongeren
kunnen ook de partij niet missen. Ouderen
dienen alles bij te houden en dienstbaar te
maken aan de practisehe politiek.
Met de bede van David uit het boek Pnrali-
pomenon, bracht spreker dank aan God voor
den ondervonden zegen over 't werk der Staats
partij in de afgeloopen vijf en twintig jaar.
Na dit, met drogen humor gekruide politieke
college van den voorzitter van den Partijraad,
dat herhaaldelijk tot vroolijkheid aanleiding
gaf, deed de secretaris der partij, mr. F.' Teu-
lings voorlezing van telegrafische gelukwen
schen van Z. D. H. den benoemden Aartsbis
schop van Utrecht en van den Bisschop van
Roermond, alsmede van de ministers Reymer,
Deckers en Verschuur. Telegrammen waren ook
binnengekomen van de R. K. Jonge Werkge-
versvereeniging, het Nijmeegsch Studenten
corps, het algemeen christen Werkersverbond
uit België, de Luxemburgsche katholieke partij,
de Katholieke Unie van België; de katholieke
Kamerfractie van België; den minister van
arbeid van België; van den oud-voorzitter der
Eerste Kamer, generaal baron van Voorst tot
Voorst; de Eerste Kamerleden Haffnxans en
v. d. Lande; de Tweede Kamerleden dr. Mo lier,
Fleskens en Loerakker, van Jhr. von Fisenne
lid der Geel. St. van Zuid Holland; van de
heeren Kipp en de Vlam, gedeputeerden van
N. Brabant; namens den Frieschen Bond; van
de katholieke Propagandaclubs uit Rotterdam
en Amsterdam (de laatste zond ook een pracb
tig bloemstuk).
Onder de talrijke aanwezigen merkten wij op
de professoren Barge, Groenen, Raaymakers,
Steger, den generaal van Munnekrede, Koen
raadt, dr. J. Witlox, hoofdredacteur van „de
Maasbode", den schrijver van de geschiedenis
der Katholieke Staatspartij, het overgroot deel
van de katholieke Tweede Kamerfractie en
verschillende Eerste Kamerleden.
Katholieken gaan graag naar Lourdes
Ook niet katholieken maken graag die reis-
Die hebben vooral oog voor de omgeving
van Lourdeswat men noemt het natuur
schoon; ook wel voor les Joules de Lourdes
de massa volk, die daar bijeenkomt.
Die. dingen trekken ook den Katholiek aan:
die is immers niet vanwege zijn geloof blind
en doof voor 'f mooie
En tochwat een groot verschil tusschen
den trek naar Lourdes van Katholiek en
niet-Katholiek.
Dc niet-Katholiek gaat om te kijken
De Katholiek gaat om te bidden.
Want het blijft interessant, en heel erg
interessant ,op te merkenwat een waarde
in 't leven van een Katholiek gehecht wordt
aan het gebed. Zeker, hij versmaadt niet het
goede en mooie en het aangename: maar bij
bidt. En bidden blijft 't beste in den mensch.
Wie niet bidtmist iels.
In Lourdes wordt gebeden.
Als daar iets gedaan wordt, don wordt
er gebeden. Al hél leelijke van Lourdes aan
winkels en snuisterijen kan dat feit niet uit
de wereld helpen: de mr.nschcn in Lourdes
bidden.
Nergens ook ter wereld blijkt zoo duidelijk
dat de vereering van Maria tot Jesus brengt,
dan in Lourdes, het heiligdom van Ma na.
Als daar iels hcerscht, dan is het Christus.
Over de zieken en dc gezonden. Zie naar de
H.H. Missen en Communies; zie naar dr.
nachtelijke aanbidding; zie naar de processie
van het II. Sacrament met den zigen der
zieken.
Daar is gebed! Sparenom in Lourdes Ie
kunnen komen, loont de moeite. Dat geeft
ontspanning, ja, maar brengt nog meer
inspanning.
Lourdes: dat is het gebed, dat leeft, leeft
als bij de Kananceschc vrouw!
DE FEESTREDE
De feestrede werd uitgesproken door Prof.
dr. A. H. M. J. van Rooij, lioogleeraar aan de
Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, die
door den voorzitter werd aangekondigd als oud
leerling en oud-collega.
Het mag u niet verwonderen, dat na het
woord van den voorzitter van den Partijraad
en van de Katholieke Kamerclub, onzen
generalissimus, thans ook nog een eenvoudig
staatsburger, die het zich tot een voorrecht
rekent lid der R. K. Staatspartij te zijn, voor
eenige oogenblikken beslag op uw aandacht
komt leggen.
Bij een herdenking, als heden plaats vindt,
is het plicht dat ook uit de kringen dier groote
massa's van kiezers, die weliswaar buiten het
kader der Staatspartij staan, maar die toch
het werken en streven van het kader dier
partij mogelijk maken, een woord opklinkt
ter dankbare overweging van wat in het ver
leden gedaan en bereikt werd, en ter uiting
van hoopvolle verwachtingen voor het werk,
dat de toekomst nog vordei-en zal.
Dankbare overweging hoopvolle ver
wachting. Inderdaad, wanneer wij op dezen
herdenkingsdag ons gevoelen als geplaatst op
een hoog plateau, waar als in vogelvlucht
breeduit de blik kan gaan over het verleden
van het staatkundig leven der katholieken van
Nederland, dan bespeuren wij daarin een groot
aantal feiten en gebeurtenissen, die blij en
dankbaar herdacht dienen te worden.
En wanneer wij dan in een woord willen
samenvatten den indruk die als overheerschen l
ons vervult bij onze visie op dien verleden
tijd, dan dringt het „excelsior" oixs op de lip
pen.
Niet immer ging het opwaarts langs een
gladden stijgenden weg. Er waren vertragingen
en storingen. Het was soms als boog de lijn
van groei en winst zich terug, maar wordt dan
bepaald, streng objectief, wat bereikt werd en
wat ons deel was b.v. in het midden der vorige
eeuw, dan mag en moet blijde en dankbaar ver
kondigd worden, dat er waarlijk was een
stage opgang, een werkelijk gewin.
Heden richten wij bij voorkeur het oog naar
de eerste maanden van 1905 en overdenken
wij gaarne nog eens wat er toen woelde en
groeide in onze katholieke, politieke wereld.
En hoe het toen kwam tot dien nieuwen
organisatie-vorm der Kath. kiezers, waarvan
verwacht werd, dat hij heter en sterker dan
voorheen samenwerking onderling en met
anderen zou gaan mogelijk maken en het aan
deel der katholieken in het politieke leven zou
gaan opvoeren tot belangrijk höoger nuttig
effect.
Op den derdeu April 1905 kwam hier ie
Utrecht tot stand de stichting van den Alg.
Bond van Katholieke Kiesvereenigingen, een
organisatie, die eenerzijds een band sloeg rond
reeds bestaande kiesvereenigingen, anderzijds
er toe leidde dat geleidelijk aan ook daar, waar
kiesvereenigingen alsnog ontbraken, deze tot
stand werden gebracht.
Op dezen dag beseffen wij, klaar en duidelijk,
dat de stichting van dien bond als een lichtend
feit, als een gebeuren van beteekenis in de po
litieke geschiedenis der Nederlandsche Katho
lieken geboekt moet en mag worden.
Het feit der stichting voltrok zich niet plot
seling. geheel los van het verleden. Integen
deel, het was een gebeurtenis, die nauw sa
menhing met en natuurlijk voortvloeide uit de
geheele politieke ontwikkelingsgeschiedenis van
het katholieke volksdeel, die eigenlijk eerst
een aanvang neemt in den tijd, dat koning
Willem II voor goed de -rerzoening tusschen
het Huis van Oranje en het katholieke Neder
land tot stand bracht.
In dat verre verleden vinden wij de eerste
teekenen van een daadw-erkelijk deelnemen van
katholieken aan de staalkundige ontwikkeling
van ons land.
Wel kwam het toen nog niet tot eenige partij
organisatie maar de geschiedenis leert ons, dat
toch alreeds toen de katholieke Nederlanders
min of meer een zelfstandige plaats gingen in
nemen in het staatkundig leven. Vooral geldt
dit sinds 1S48, toen dank de vernieuwde grond
wet het Ned. volk al meer tot nieuwe staat
kundige activiteit ontwaakte. Sinds dat jaar
sloten de katholieken zich aan, dan bij deze dan
hij gene partij.
Klein in aantal in onze wetgevende lichamen,
droeg hun politiek handelen meestal een oppor
tunistisch karakter. Eerst langzaam aan ging
het komen tot een uitgroeien en rijpen op
principieel politieke basis.
1S83 brengt Schaepman's „Proeve van een
program". Het was een klaroenstoot van den
grooten politieken riddei", die dommeligheid en
onverschilligheid verjoeg *a ia rujig«a Sarins
VOOR HET NEDERLANDSCH
COLLEGE TE ROME.
>,De gouden heten, die Rcme en
Nederland bindt, zal door het
Nederlandsch priester-college te
Rome in glans en hechtheid
nog toenemen
Paus Pius XI in Zijn toespraak
tot de Nat. Nederl. Bedevaart.
Giften worden aan ons kantoor te Rotterdam
en aan onze Bijkantoren te Amsterdam, Den
Haag, Dordrecht, Schiedam, Gouda en Pretoria-
laan Rotterdam, tegen kwitantie gaarne in
ontvangst genomen, alsmede per giro onder
no. 11735 Rotterdam.
Vorig bedrag 53.002.16
N. N. te W. W100
E. S., Rotterdam, uit dankbaar
heid voor een verkregen gunst 10.—
N. N., Den Haag, ter cere van de
II. Maagd Maria 5.
N. N., te R., ter eere van de H.
Maagd Maria en den H. Gerar-
dus Majella
N. N., te B., voor zekere intentie,
eere van de H. Theresia van het
Kindje Jesus
A. S., Leiden 5-
Totaal 53.124.16
het besef wakker sloeg, dat de Nederlandsche
Katholieken staatkundig de gelederen moesten
sluiten en in den vollen strijd hadden te
gaan.
In 1887 komt het tot grondwetsherziening.
In het jaar 1888 is er reeds meer centralisa
tie en reeds komt een soort bond van R. K.
Kiesvereenigingen tot stand, waarbij echter het
„algemeene" begrensd bleef, want Noord- en
Zuid-Holland traden niet toe. Maar onmisken
baar is er nu stijging in de ontwikkelingslijn
der politieke organisatie van de katholieke
kiezers.
Op 1 Januari 1897 treedt dan de door artikel
80 der Grondwet verlangde nieuwe Kieswet in
werking. Schaepman beseft, dat herziening en
versterking der kiezersorganisatie noodig is.
Op 5 Mei 1897 komen hier te Utrecht afgevaar
digden van alle R. K. Kiesveerenigingen bij
een, daartoe op zijn initiatief opgeroepen. Deze
vergadering werd er een van geheel bijzondere
beteekenis. Want hier viel de beslissing over
samenwerking bij de komende stembus met de
Anti-Revolutionairen.
Het eerste gloren der coalitie Inmiddels
werd aan inrichting en werkwijze der kiesver
eenigingen op zich zelf velerlei gereorgani
seerd, waarhij het streven duidelijk voorzat,
elke kiesvereeniging het orgaan te doen zijn
van alle groepen onder de kiezers. 1901
bracht de vrucht van het werk van 1897. De
in coalitie optrekkende partijen zegevierden
aan de stembus. Het ministerie-Kuijper trad
op. Hoe hoog en fel sloeg toen de gloed van
geestdrift los uit de hoogovens onzer kiezers
organisaties Intusschen het verband tusschen
de Katholieke kiesvereenigingen in den lande
en tusschen de hier en daar opgerichte pro
vinciale bonden dezer kiesvereenigingen was
toch nog te los en wankel. Maar de drang tot
sterkere verbinding onderling zat in de lucht.
I)ie drang werd tot daad door het prijzenswaar
dig initiatief van mr. J. W. v. d. Biesen, lid
van de Eerste Kamer voor Noord-Brabant. Wij
lezen in het inhoudrijke gedenkboek „Katholiek
Nederland", dat in 1913 verscheen ter blijde
hei-innering aan het eerste eeuwfeest onzer
nationale onafhankelijkheid:
„In Februari 1904 verzond mr. J. W. v. d.
Biesen, lid van de Eerste Kamer voor Noord-
Brabant een vertrouwelijke cii-culaire aan de
besturen der Provinciale Bonden van Fries
land, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-
Holland en Noord-Brabant, alsmede aan de
centrale kiesvereenigingen in Zwolle, Gronin
gen, Middelburg en Roermond, met verzoek
samen te komen op 9 Mei 1904 te Utrecht, ten
einde te stichten een „algemeene bond van
provinciale Katholieke kiesvereenigingen".
De vergadering had eei'st plaats op 30 Mei
te Utrecht. De groote, zorgwekkende moeilijk
heid was een organisatie-vorm te vinden, waar
bij ?n bevredigend» fiaUa feet yoeUwt-fewtft»