De Landelijke organisatie der R.K. Staatspartij INSCHRIJV1NGS LIJST Feestviering bij het Zilveren Jubileum Kerkelijke viering en receptie Z.Exc. Mgr. L. Schioppa MENSCHEN EN MéENINGEN FEESTREDENAAR SPREEKT OVER VERLEDEN EN TOEKOMST. Het behoud en de versterking van onze eenheid PLECHTIGE H. MIS. RECEPTIE DOOR HET PARTIJ. BESTUUR. TELEGRAFISCHE GELUKWENSCHEN. DR. VAN ROOlJt ge feestredenaar LOURDES VIJF JAREN INTERNUNTIUS Gisteren was iet vijf jaar geleden, dat Zijne Excellentie Mgr. L. Schioppa op het Loo zijn geloofsbrieven aan H. M. de Koningin aanbood, als internuntius bij het Nederlandsche Hof. Vóór zijn komst in Den Haag, toen hi eenigen tijd te Rome verbleef, had hij een interview toegestaan aan onzen correspondent aldaar. Onze lezers zullen zich wellicht nog herinneren, dat onze berichtgever, na zijn onderhoud met den nieuwen internuntius, deze woorden schreef: „Ik heb den indruk gekregen, dat Mgr. Schioppa een eerste plaat zal innemen onder de diplomaten in ons land". De indruk van toen is werkelijkheid ge worden. In Mgr. Schioppa, die vóór zijn komst in Den Haag reeds de reputatie had van een uitstekend diplomaat en van een priester ver- vuld van den geest van liefde, hebben geduren de die vijf jaren deze twee hoedanigheden, die hem onderscheiden, steeds uitgeblonken. De interaunfciatuur was in de laatste decennia in de schaduw gebleven en als het ware geheel geïsoleerd. De omstandigheden waren voor Mgr. Schioppa allesbehalve gunstig, om in dien toestand ver andering te brengen, vooral, omdat eenige maanden na de aankomst van Zijne Excellentie in Den Haag, het Nederlandsche Gezantschap bij het Vaticaan werd opgeheven. Mgr. Schioppa bleef op die wijze de éénige band tusschen de Nederlandsche Regeering en het Vaticaan. De Nederlandsche regeering was in groote verlegenheid door haar abnormale positie en het Vaticaan was zeker niet tevreden, dat e gezantschap was opgeheven op een wijze, cl ie, met alle interaajtonale usances in strijd, een beleedigend karakter had. Tusschen deze twee polen moest de diplo matieke actie van den internuntius zich ont plooien, wat een ononderbroken waakzaamheid, een niet gewone diplomatieke handigheid en een uitgelezen takt vereisclite. Daarenboven waren de gemoederen van de politieke partijen ten gevolge van de opheffing van 't Gezantschap piet weinig verhit en een onvoorzichtigheid van welken aard ook van den vertegenwoor diger des Pausen had een conflict tengevolge kunnen hebben. Mgr. Schioppa heeft niet alleen geen enkele onvoorzichtigheid begaan, maar den ijver, de soepelheid en den takt aan den dag gelegd, die in deze moeilijke omstandigheden nood zakelijk waren. Niettegenstaande de tallooze en ernstige moeilijkheden is hij er ten volle in geslaagd aan de Intex nuntiatuur eex prestige en een luister te geven, die zeer zeker de algemeene bewondering afdwingen. Ook voor het Nederlandsche Katholieke leven toonde de internuntius zijn wai'me be langstelling. Op de Katholieke Congressen in Den Haag (1925) en te Maastricht (1928) zagen wij hem aanwezig om de katholieken aan te moedigen in hun rustelooze activiteit. Den ijver voor de Missiën te doen ontvlam men ging hem, evenals onzen H. Vader deu Paus. "nauw ter harte. Op de Missie-weken te Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, weerklon ken dan ook zijn woorden ter aansporing van alien. De feestelijkheden van de heiligverklaring van den H. Petrus Canisius, de jubelfeesten ter cere van den H. Franciscus werden opge luisterd door de aanwezigheid van den inter nuntius, zoodat men gerust kan zeggen, dat deze in de vijf jaren van zijn verblijf in ons land een populaire figuur geworden is. Wanneer wij hier nog aan toevoegen, hoe Mgr. Schioppa tallooze kloosters, scholen, ziekenhuizen, arm- en weeshuizen in geheel het land bezocht heeft, overal woorden sprekend van liefde en opwekking, terwijl diezelfde medelijdende liefde zich jaarlijks in de Inter- nuntiatuur toonde, als hij hij gelegenheid der viering van het Kerstfeest de armsten der arme kinderen onder den Kerstboom vei-zamel- de in zijn woning, dan mag met reclit gezegd worden, dat de zending van Mgr. Schioppa gedurende deze vijf jaren gelukkig ge slaagd is. MGR. D. HUURDEMAN Beëedigd als vicaris-generaal Zaterdagmorgen heeft de nieuwe vicaris-gene- zaal van het Aartsbisdom mgr. D. Huurdeman de voorgeschreven eeden afgelegd in handen van mgr. J. G. H. Jansen, benoemd aartsbis schop van Utrecht. PASTOOR DR. A. SMITS. In den toestand van pastoor Dr. A. Smits te Breda is nog geen verandering getreden. De patient lijdt af en toe aan hoofdpijn. De meest volstrekte rust blijft voorgeschreven; ziekenbezoeken kunnen voorloopig niet afge wacht worden. GENERAAL SNIJDERS Binnenkort zal generaal C. J. Suijders naai de „N. R. Ct." meldt, de residentie verlaten om zich te vestigen in Hilversum. Dit vertrek houdt verbandt met het a.s. huwelijk van den oud-opperbevelhebber met mevr. de wed. Tho masMeier, die te Hilversum woonachtig is. VOOR WIJLEN CHRISTINE POOLMAN Het sympathieke denkbeeld van mevrouw Emma Morel, om op den dag, dat wijlen me vrouw Christine Poolman haar tachtigsten ver jaardag zou hebben gevierd, een immortellen krans te hechten aan haar beeltenis, heeft in den lande weerklank gevonden. Heden, Maandagmiddag te twee uur zou in den Stadsschouwburg de eenvoudige huldiging plaats vinden, waarbij belangstelllenden tegen- SWOïdis konden aju. DE PARTIJRAADVOORZITTER GEEFT BEHARTIGENSWAARDIGE WENKEN De feestelijke herdenking van het 25-jarlg bestaan der algemeene Landelijke organisatie der R. K. Staatspartij werd Zaterdag te Utrecht ingezet met een H. Mis in de Kathedrale Kerk. opgedragen door Pastoor W. F. A. Overmeer, lid van het partijbestuur en secretaris van de R. K. Rijkskieskring-organisatie in Friesland. De celebrant werd geassisteerd door de kapelaans der kathedraal, de Weleerw. heeren dr. R. F. Hegge en II. II. B. Mulder. Na de H. Mis begaven de verschillende afge vaardigden uit alle landstreken zich naar het Jaarbeurs-restaurant, waar in de groote zaal receptie werd gehouden door het partijbestuur. Bij dit partijbestuur hadden zich aangesloten de Minister van Staat, Mgr. dr. W. H. Nolens en de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, oud-voorzitter der partij, Jhr. mr. Ch. Ruijs de Beerenbrouck. De groote receptie-zaal was gevuld met be langstellenden uit alle kringen van de katho lieke samenleving. Voor het Katholiek Bureau voor Onderwijs en Opvoeding kwam de direc teur, dr. Th. Verhoeven, complimenteeren, voor den katholieken Vrouwenbond mevr. van Nispen tot SevenaerCremers; voor de alge meene R. K. Werkgeversvereniging de heer P. Spoorenbei-g; voor het cui-atorium dei- Katholieke Universiteit het Eerste Kamerlid mr. van Lanschot; ook liet R. IC. Werklieden verbond en vele andei-e organisaties kwamen hun opwachting maken. Gelukwenschen waren binnengekomen van de ministers Reymer, Deckers en Verschuur, alsmede van den Com missaris der Koningin in Noord-Brabant, Jhr. van Rijckevorssel. Een prachtige bloemen mand was gezonden door den Rijkskieskring Amsterdam, terwijl alle rijkskieskringen warexi vertegenwoordigd. Onder de talrijke aanwezigen merkten wij nog op verschillende hoogleeraren van de Katholieke Universiteit en andere univei-siteiten, wij noemen Prof. mr. dr. Ch. Raaijmakers en Prof. P. Groenen; Mr. dr. D Kooien, oud-voorzitter van de R. K. Staats partij Mr. .1. R. H. van Schaik, voorzitter van de Tweede Kamer en de oud-ministers Aalberse en Bongaerts, benevens verschillende Kamer leden en oud-ICamerleden. Namens de Duitsche Centrumspartij wer den gelukwenschen overgebracht door dr. llamacher. algemeen secretaris van de Rijn- landsche Centrumspartij uit Keulen. Veel schriftelijke felicitaties kwamen binnen, ter wijl des middags vertegenwoordigers der Anti-revolutionaire; en Christelijk-historische Partij hun opwachting kwamen maken. Na afloop der receptie werd om twaalf uur een gezamenlijke lunch gehouden. De feestvei-gadering bij het zilveren be. staansfeest der katholieke staatspartij, is on der groote belangstelling gehouden. Zij was de verzinnebeelding van een krachtig-geconsoli- deerde politieke groep, die baar sterken greep heeft op een geheel volksdeel en ver daar buiten haar invloed doet gevoelen. Ministers en oud-ministers, voortgekomen uit de party, zaten op de voorste rijen maar in de zaal zag nlen 00ic vertegenwoordigstei-s uit de kringen van vrouwen, en vertegenwoordi gers van mannen, uit meest verschillende volksgroepen. Ambtenaren en arbeiders, boeren en tuinders, onderwijzers en hoogleeraren, journalisten en priesters, dragers van ds na men van oude geslachten en homines novi in den vollen zin des woords, waren opgekomen naar het zilveren feest. Wat vooral den opmerkzamen toeschouwer trof, was het jeugdig element in de vergade ring. Niet alleen, dat het probleem der jonge ren de volle aandacht bleek te hebben bij de twee sprekers van den middag want het in leidend woord is ook een rede van vijf kwar tier geworden maar vooral het betrekkelijk groot aantal vrij jonge figuren, dat blijkbaar zeer voorname functies inneemt in het staat kundig leven, of die reeds vervuld heeft, trok onze aandacht. Men kan den nieuwen voorzitter van de grootste politieke partij in Nederland als een symbool beschouwen van de jeugdige kracht, die het katholiek politiek leven beheerscht. En mr. Goseling staat niet als een eenzame: de secretaris van het partij-bestuur is ook nog een jongere en zelfs de actief-dienenden op zeer gewichtige posten, mannen als de presi dent van de Tweede Kamer, de premier, de Staatsraad Kooien, staan nog in de volle kracht van het leven. Zij zijn jong begonnen en blijkbaar jong gebleven. MGR. PROF. DR. W. H. NOLENSvoorzitter yaa den Partijraad Openingswoord van Mgr. dr. Nolens. Mot 'n lange rede, die hij zelf als „niets feestelijks" karakteriseerde maar die desal niettemin toch menige behartenswaardige wenk bevatte, heeft dr. Nolens de feestver- gadering geopend. Hij sprak allereei'st een woord van welkom tot de aanwezige oud-voor zitters van de partij, staatsraad mr. dr. Koo ien, mr. A. baron van Wijnbergen en minister Ruys de Beerenbrouck. Naast deze heeren hadden op de voorste rij plaats genomen de heeren mr. J. A. de Wilde, lid der Tweede Kamer en wethouder van den Haag, als vies-voorzitter van de A. R.-Partij, benevens de secretaris dezer partij mr. H. Bij- leveld, oud-minister van marine, die gezeten was tusschen mr. dr. van Schaik, voorzitter der Tweede Kamer en oud-minister Bongaerts. Neven den premier zaten de voorzitters en secretaris der C. H. Partij, oud-minister dr. H. Schokking en J. ter Haar, oud-wethouder van Amsterdam. Dezen heeren, benevens dr. Ha- maclier, den afgevaardigde der Duitsche Cen trumspartij, werd door mgr. Nolens eveneens ten warm woord van welkom toegeroepen. Een telegram van hulde werd daarna ver zenden naar Z. H. den Paus en II. M. de Ko ningin. In korte trekken schetste de inleider het ontstaan der Staatspartij waarvan hij zelf van zoo nabij getuige was geweest en bracht in 't bizonder hulde aan dr. Schaepman z.g. en aan de drie oud-voorzitters van de partij. Een woord van welkom richtte spr. ook tot den nieuwen partij-voorzitter mr. Goseling, die jong nog zulk een zware taak op zich nam. Mgr. schetste daarna het werk der Katholie ke Staatspartij in de laatste vijf en twintig jaar. „Orde en gezag werden in zeer moeilijke om standigheden gehandhaafd. Denk aan 1903 en denk vooral aan 1918. In bijzonderheden treed ik niet. Denk aan de moeilijkheden gedurende en na den oorlog doorworsteld. Aan de geleide lijke ontwikkeling van de staatsinstellingen in en buiten Europa. Er werd door de katholie ken meegewerkt. In het onderwijs werd de ju ridische gelijkstelling op universitair gebied verln-egen. Jongeren zijn te zeer geneigd de strijd daarbij gestreden, ook door A. R. en C. H. uit het oog te verliezen. Ruimere subsidie naast gelijkstelling van het middelbaar onderwijs kwam tot stand alsmede de lang gewenschte financieele geluijkstelliug voor het lager onderwijs. Plet bedrijfsleven heeft zich ontwikkeld. Bi- zinder in Limburg heeft zich het verkeer ont wikkeld. De stoffelijke welvaart is toegenomen en strekt zich uit over grootere groepen van per sonen; door de katholieke Staatspartij is mee gewerkt aan deze verschuiving, vooral voor de loonai-beiders. Het zou interessant zijn te ver gelijken tusschen nu en een dertig en veertig jaar geleden. Spreker herinnert o.a. aan „den kleinen filosoof", den heer Kuiper en diens boek „Uit hot Rijk van den ai-beid". Een Amerikaan kon schrijven: „Nederland is een goed land het volk is welvarend goed ge kleed en de kinderen zien er schoon uit''. (Vroolijkheid). In het arbeidei'svraagstuk ,dat in al dien tijd op den voorgrond stond heeft ons land een vooraanstaande plaats ingenomen. Dit is voor al te danken aan de beide rechtsche kabinet ten van 19071913 en van 1918—1925. Spreker herinnert aan TalmaAalberse (applaus) en somt de reeks groote sociale wetten op vooral tot stand gebracht door mr. Aalberse die ook 700.000.000 besteedde voor den woningbouw en zoo op dit gebied een toestand schiep als ner gens ter wereld, al zijn er nog wenscben, en een reeks maatregelen tegen werkloosheid nam en de arbeidsgeschillenwet ontwierp aan welks doorwerking hij zelf als rijksbemidde laar zoo hard meewerkt. Het is niet alles ons werk: wij zullen niet den politieken Chanteclair spelen. Maar wij heb ben in veel opzichten het initiatief genomen. Spreker herinnert daarbij aan zijn „schrikver wekkende" rede in 1897 toen hij de beginselen van „Rerum Novarum" in de Kamer ontwik kelde. Hij wees op, mogelijke landbouw, en werk loosheidscrisis en op het paradoxale verschijn sel van het communisme, dat de regeeringen in Westersclxe landen vrij een propaganda laten voeren, waarvan zij in hun koloniale gebieden de gevolgen met kracht moeten bestrijden. Volgens haar aard, doel en traditie wil de Staatspartij blijven meewerken aan de Neder landsche Staatkunde, zoo mogelijk met de an dere christelijke partijen. De katholieke Partij is een volkspartij in den goeden zin des woords, afkeerig van eenzijdigheid en niet reactionair maar evolutionaix*. Zij is actief, zij is gouvernementeel. Zij moet ertegen waken dat haar gedragslijn niet wordt aangegeven door ephemère en exotische ge schriften of radicale plannen, al zijn ze nog zoo goed bedoeld. Zij moet uitgaan van eigen, diep beproefde beginselen. De encyclieken, met uittreksels waarover dikwijls geargumenteerd wordt, vormen een complex, een geheel, die in haar samenhang bestudeerd moeten worden. De beginselen beginnen in de eerste vraag van den catechismus. Men vindt ze uitgewerkt in de encyclieken. Maar de partij staat op den bodem der wer kelijkheid; zij moet onderscheiden tusschen hypothese en these; zij moet „realpolitisch" zijn; zij houdt rekening niet compromissen en volgt daarbij het voorbeeld van het Vaticaan, want ook elk concordaat is een compromis. De partij moet geleidelijk te werk gaan. Spr. her innert daarbij aan de evolutie in het arbeiders. HET DAGELIJKSCH BESTUUR VAN DE JUBILEERENDE R. K. STAATSPARTIJ; boven links: M. van Hout, ondervoorzitter; rechts: mr. A. J. M. Leesberg, penningmeester; onder links: A. C. de Bruijn, rechts: J. W. Mols. recht waarin langzaam overgang van het in- dividueele naar het collectieve ontstaat. Kan de partij met gepaste voldoening te rugzien op het vei-leden, zij heeft ook een taak voor de toekomst ten bate van het Rijk in en buiten Eui'opa. Daarvoor is noodig behoud en versterking van de eenheid. Kleine strubbelin gen komen in de beste families voor. De een heid wordt op de veiligste wijze bevoi'derd door kennis. Vroeger was de kennis vooral noodig bij gekozenen; nu zijn steeds meerderen ver plicht voorlichting te geven. Studie is noodig: vooral ethica, maatschappijleer en economie. Economische kennis is vooral noodig om te weten, wat iu maatschappelijke toestanden moet veranderd worden. Houdt veler ethisch willen en streven voldoende rekening met het economisch mogelijke? Men hoort redevoeringen tegen het kapita. listisch stelsel, maai-, wat moet er voor in de plaats komen? Tegen misbruiken van dit stelsel zal men zich moeten verzetten: daar hebben we 30 jaar voor gesloofd. Tegen de mammonnistische menta liteit wordt gefulmineerd. Kan daar een wet tegen gemaakt worden? Men moet in deze za ken scherpe begrippen hebben. Vele nieuwe vragen, aldus spreker, zijn niet nieuw, evenmin als de zon, die elke zuigeling in Scheveningen met nieuwe verbazing ziet. De katholieke partij kan de jongeren niet missen de heeren en de dames niet want de partij moet jong blijven. Maar de jongeren kunnen ook de partij niet missen. Ouderen dienen alles bij te houden en dienstbaar te maken aan de practisehe politiek. Met de bede van David uit het boek Pnrali- pomenon, bracht spreker dank aan God voor den ondervonden zegen over 't werk der Staats partij in de afgeloopen vijf en twintig jaar. Na dit, met drogen humor gekruide politieke college van den voorzitter van den Partijraad, dat herhaaldelijk tot vroolijkheid aanleiding gaf, deed de secretaris der partij, mr. F.' Teu- lings voorlezing van telegrafische gelukwen schen van Z. D. H. den benoemden Aartsbis schop van Utrecht en van den Bisschop van Roermond, alsmede van de ministers Reymer, Deckers en Verschuur. Telegrammen waren ook binnengekomen van de R. K. Jonge Werkge- versvereeniging, het Nijmeegsch Studenten corps, het algemeen christen Werkersverbond uit België, de Luxemburgsche katholieke partij, de Katholieke Unie van België; de katholieke Kamerfractie van België; den minister van arbeid van België; van den oud-voorzitter der Eerste Kamer, generaal baron van Voorst tot Voorst; de Eerste Kamerleden Haffnxans en v. d. Lande; de Tweede Kamerleden dr. Mo lier, Fleskens en Loerakker, van Jhr. von Fisenne lid der Geel. St. van Zuid Holland; van de heeren Kipp en de Vlam, gedeputeerden van N. Brabant; namens den Frieschen Bond; van de katholieke Propagandaclubs uit Rotterdam en Amsterdam (de laatste zond ook een pracb tig bloemstuk). Onder de talrijke aanwezigen merkten wij op de professoren Barge, Groenen, Raaymakers, Steger, den generaal van Munnekrede, Koen raadt, dr. J. Witlox, hoofdredacteur van „de Maasbode", den schrijver van de geschiedenis der Katholieke Staatspartij, het overgroot deel van de katholieke Tweede Kamerfractie en verschillende Eerste Kamerleden. Katholieken gaan graag naar Lourdes Ook niet katholieken maken graag die reis- Die hebben vooral oog voor de omgeving van Lourdeswat men noemt het natuur schoon; ook wel voor les Joules de Lourdes de massa volk, die daar bijeenkomt. Die. dingen trekken ook den Katholiek aan: die is immers niet vanwege zijn geloof blind en doof voor 'f mooie En tochwat een groot verschil tusschen den trek naar Lourdes van Katholiek en niet-Katholiek. Dc niet-Katholiek gaat om te kijken De Katholiek gaat om te bidden. Want het blijft interessant, en heel erg interessant ,op te merkenwat een waarde in 't leven van een Katholiek gehecht wordt aan het gebed. Zeker, hij versmaadt niet het goede en mooie en het aangename: maar bij bidt. En bidden blijft 't beste in den mensch. Wie niet bidtmist iels. In Lourdes wordt gebeden. Als daar iets gedaan wordt, don wordt er gebeden. Al hél leelijke van Lourdes aan winkels en snuisterijen kan dat feit niet uit de wereld helpen: de mr.nschcn in Lourdes bidden. Nergens ook ter wereld blijkt zoo duidelijk dat de vereering van Maria tot Jesus brengt, dan in Lourdes, het heiligdom van Ma na. Als daar iels hcerscht, dan is het Christus. Over de zieken en dc gezonden. Zie naar de H.H. Missen en Communies; zie naar dr. nachtelijke aanbidding; zie naar de processie van het II. Sacrament met den zigen der zieken. Daar is gebed! Sparenom in Lourdes Ie kunnen komen, loont de moeite. Dat geeft ontspanning, ja, maar brengt nog meer inspanning. Lourdes: dat is het gebed, dat leeft, leeft als bij de Kananceschc vrouw! DE FEESTREDE De feestrede werd uitgesproken door Prof. dr. A. H. M. J. van Rooij, lioogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, die door den voorzitter werd aangekondigd als oud leerling en oud-collega. Het mag u niet verwonderen, dat na het woord van den voorzitter van den Partijraad en van de Katholieke Kamerclub, onzen generalissimus, thans ook nog een eenvoudig staatsburger, die het zich tot een voorrecht rekent lid der R. K. Staatspartij te zijn, voor eenige oogenblikken beslag op uw aandacht komt leggen. Bij een herdenking, als heden plaats vindt, is het plicht dat ook uit de kringen dier groote massa's van kiezers, die weliswaar buiten het kader der Staatspartij staan, maar die toch het werken en streven van het kader dier partij mogelijk maken, een woord opklinkt ter dankbare overweging van wat in het ver leden gedaan en bereikt werd, en ter uiting van hoopvolle verwachtingen voor het werk, dat de toekomst nog vordei-en zal. Dankbare overweging hoopvolle ver wachting. Inderdaad, wanneer wij op dezen herdenkingsdag ons gevoelen als geplaatst op een hoog plateau, waar als in vogelvlucht breeduit de blik kan gaan over het verleden van het staatkundig leven der katholieken van Nederland, dan bespeuren wij daarin een groot aantal feiten en gebeurtenissen, die blij en dankbaar herdacht dienen te worden. En wanneer wij dan in een woord willen samenvatten den indruk die als overheerschen l ons vervult bij onze visie op dien verleden tijd, dan dringt het „excelsior" oixs op de lip pen. Niet immer ging het opwaarts langs een gladden stijgenden weg. Er waren vertragingen en storingen. Het was soms als boog de lijn van groei en winst zich terug, maar wordt dan bepaald, streng objectief, wat bereikt werd en wat ons deel was b.v. in het midden der vorige eeuw, dan mag en moet blijde en dankbaar ver kondigd worden, dat er waarlijk was een stage opgang, een werkelijk gewin. Heden richten wij bij voorkeur het oog naar de eerste maanden van 1905 en overdenken wij gaarne nog eens wat er toen woelde en groeide in onze katholieke, politieke wereld. En hoe het toen kwam tot dien nieuwen organisatie-vorm der Kath. kiezers, waarvan verwacht werd, dat hij heter en sterker dan voorheen samenwerking onderling en met anderen zou gaan mogelijk maken en het aan deel der katholieken in het politieke leven zou gaan opvoeren tot belangrijk höoger nuttig effect. Op den derdeu April 1905 kwam hier ie Utrecht tot stand de stichting van den Alg. Bond van Katholieke Kiesvereenigingen, een organisatie, die eenerzijds een band sloeg rond reeds bestaande kiesvereenigingen, anderzijds er toe leidde dat geleidelijk aan ook daar, waar kiesvereenigingen alsnog ontbraken, deze tot stand werden gebracht. Op dezen dag beseffen wij, klaar en duidelijk, dat de stichting van dien bond als een lichtend feit, als een gebeuren van beteekenis in de po litieke geschiedenis der Nederlandsche Katho lieken geboekt moet en mag worden. Het feit der stichting voltrok zich niet plot seling. geheel los van het verleden. Integen deel, het was een gebeurtenis, die nauw sa menhing met en natuurlijk voortvloeide uit de geheele politieke ontwikkelingsgeschiedenis van het katholieke volksdeel, die eigenlijk eerst een aanvang neemt in den tijd, dat koning Willem II voor goed de -rerzoening tusschen het Huis van Oranje en het katholieke Neder land tot stand bracht. In dat verre verleden vinden wij de eerste teekenen van een daadw-erkelijk deelnemen van katholieken aan de staalkundige ontwikkeling van ons land. Wel kwam het toen nog niet tot eenige partij organisatie maar de geschiedenis leert ons, dat toch alreeds toen de katholieke Nederlanders min of meer een zelfstandige plaats gingen in nemen in het staatkundig leven. Vooral geldt dit sinds 1S48, toen dank de vernieuwde grond wet het Ned. volk al meer tot nieuwe staat kundige activiteit ontwaakte. Sinds dat jaar sloten de katholieken zich aan, dan bij deze dan hij gene partij. Klein in aantal in onze wetgevende lichamen, droeg hun politiek handelen meestal een oppor tunistisch karakter. Eerst langzaam aan ging het komen tot een uitgroeien en rijpen op principieel politieke basis. 1S83 brengt Schaepman's „Proeve van een program". Het was een klaroenstoot van den grooten politieken riddei", die dommeligheid en onverschilligheid verjoeg *a ia rujig«a Sarins VOOR HET NEDERLANDSCH COLLEGE TE ROME. >,De gouden heten, die Rcme en Nederland bindt, zal door het Nederlandsch priester-college te Rome in glans en hechtheid nog toenemen Paus Pius XI in Zijn toespraak tot de Nat. Nederl. Bedevaart. Giften worden aan ons kantoor te Rotterdam en aan onze Bijkantoren te Amsterdam, Den Haag, Dordrecht, Schiedam, Gouda en Pretoria- laan Rotterdam, tegen kwitantie gaarne in ontvangst genomen, alsmede per giro onder no. 11735 Rotterdam. Vorig bedrag 53.002.16 N. N. te W. W100 E. S., Rotterdam, uit dankbaar heid voor een verkregen gunst 10.— N. N., Den Haag, ter cere van de II. Maagd Maria 5. N. N., te R., ter eere van de H. Maagd Maria en den H. Gerar- dus Majella N. N., te B., voor zekere intentie, eere van de H. Theresia van het Kindje Jesus A. S., Leiden 5- Totaal 53.124.16 het besef wakker sloeg, dat de Nederlandsche Katholieken staatkundig de gelederen moesten sluiten en in den vollen strijd hadden te gaan. In 1887 komt het tot grondwetsherziening. In het jaar 1888 is er reeds meer centralisa tie en reeds komt een soort bond van R. K. Kiesvereenigingen tot stand, waarbij echter het „algemeene" begrensd bleef, want Noord- en Zuid-Holland traden niet toe. Maar onmisken baar is er nu stijging in de ontwikkelingslijn der politieke organisatie van de katholieke kiezers. Op 1 Januari 1897 treedt dan de door artikel 80 der Grondwet verlangde nieuwe Kieswet in werking. Schaepman beseft, dat herziening en versterking der kiezersorganisatie noodig is. Op 5 Mei 1897 komen hier te Utrecht afgevaar digden van alle R. K. Kiesveerenigingen bij een, daartoe op zijn initiatief opgeroepen. Deze vergadering werd er een van geheel bijzondere beteekenis. Want hier viel de beslissing over samenwerking bij de komende stembus met de Anti-Revolutionairen. Het eerste gloren der coalitie Inmiddels werd aan inrichting en werkwijze der kiesver eenigingen op zich zelf velerlei gereorgani seerd, waarhij het streven duidelijk voorzat, elke kiesvereeniging het orgaan te doen zijn van alle groepen onder de kiezers. 1901 bracht de vrucht van het werk van 1897. De in coalitie optrekkende partijen zegevierden aan de stembus. Het ministerie-Kuijper trad op. Hoe hoog en fel sloeg toen de gloed van geestdrift los uit de hoogovens onzer kiezers organisaties Intusschen het verband tusschen de Katholieke kiesvereenigingen in den lande en tusschen de hier en daar opgerichte pro vinciale bonden dezer kiesvereenigingen was toch nog te los en wankel. Maar de drang tot sterkere verbinding onderling zat in de lucht. I)ie drang werd tot daad door het prijzenswaar dig initiatief van mr. J. W. v. d. Biesen, lid van de Eerste Kamer voor Noord-Brabant. Wij lezen in het inhoudrijke gedenkboek „Katholiek Nederland", dat in 1913 verscheen ter blijde hei-innering aan het eerste eeuwfeest onzer nationale onafhankelijkheid: „In Februari 1904 verzond mr. J. W. v. d. Biesen, lid van de Eerste Kamer voor Noord- Brabant een vertrouwelijke cii-culaire aan de besturen der Provinciale Bonden van Fries land, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid- Holland en Noord-Brabant, alsmede aan de centrale kiesvereenigingen in Zwolle, Gronin gen, Middelburg en Roermond, met verzoek samen te komen op 9 Mei 1904 te Utrecht, ten einde te stichten een „algemeene bond van provinciale Katholieke kiesvereenigingen". De vergadering had eei'st plaats op 30 Mei te Utrecht. De groote, zorgwekkende moeilijk heid was een organisatie-vorm te vinden, waar bij ?n bevredigend» fiaUa feet yoeUwt-fewtft»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5