m m a
FEUILLETON
H^jssjarssss'm^.ci.
PI SB H Jm
a mfMm
m MhégÊj
H lilj, lB
y// pê
B
ïC
'PUROL
m<wm. i
I B 'm
i W& 'wa
m
SCHAAKRUBRIEK.
IXp li
Éi Hf Hm.
wA éEÉ
DAMRUBRIEK.
Am..
ÉÉf
W wm fm> AA Wm
i mm
j!my V
m.êm h
S
HET GEHEIM VAN
TEMPLE-TOWER.
MAANDAG 2 JUNI 1930
RADIO-PROGRAMMA
OPENING RA DIO-TELEFOONVERKEER
MET RIO DE JANEIRO.
W»4, mm. Wm.W/A
fH A4m,.
Wm WM A i
m cj
Wm I
Jk Ww.y/ zm
mtz zzm wm
Wa mm ASÈ Mê
'WA W
m
SCHEEPVAARTVERKEER IN
DEN NIEUWEN WATERWEG.
Verschil
Doorzitten
Zonnebrand
..jA-X-l
DINSDAG. 3 Juni.
Huizen <1875 M., 100 K.H.) 8.15—9.0-0
KRO gramofoonplaten10--10.30 NCRV. a-
meskoortje10.30-H.CO NCRV. Zleken^enst;
ert mevl- C V. Ravenzwaay—Mbllenkamp
tang). H Hermann (viool), H. v. d. Horst
T (cello), mevr. R. v. d. Horst-Bleekrode
(piano)1.30—2.00 KRO. grwwC
3 00 KRO. vrouwenuurtje: o—6.0-0 KRO. gra
mofoonnlalen; 6.01—6.15 KRO. nieuwsberichten
m"h?Fsneranto: 6.15—6.45 KRO. gramofoon
platen. 6.45—7.15 KRO. Cursus Kerklatijn; 7.15
7 Is'KRO Dr. G. Janseen-s: „Psychopathie'
745go-O politieberichten; S.01—11.00 KRO. Or
kest. Mia v. d. Eynde (sopraan), F- Boshar
(plano); 9.30 ca. nieuwsberichten, 11—11.3-0
KRO. gramofoonplaten.
Hilversum (298 M„ na 6 uur 1071 M.,
resp. 1-007 en 280 K.H.)12—2.00 AVRO.-kwin-
4^4- o3v00 gramofoonplaten34.0-0 knipcur
sus" 4—5.(10 Debutanten. Piano, 2 sopranen;
5 30—6 00 A. Cohen: Het Nederlandsche Pers
museum; 6—7.30 Omroeporkest. Sonja Kova-
'efska (zang); 7.30—8.00 gramofoonplaten; 8.01
rS 15 gramofoonplaten; 8.15 Eerste concert
■io'r het Concertgebouw-Orkest onder auspiciën
Ihn de AVRO. Dirigent: Albert van Kaalte.
Ilist: Ferd. Helmann (viool). Na afloop pers
berichten en gramofoonplaten; 12.00 sluiting.
Da v entry (1554.4 M„ 193 K.H.) 11.05 le
zing; 11.1-5 troepen-ins-pectie en parade voor den
Koning van Engeland ter gelegenheid van
diens verjaardag; 13.20 V. Leslie (sopraan), C.
Millar (tenor); 12.-50 orgelspel door E. O'Henry;
1.20—2.2-0 orkest; 2.20 televisie; 2.25 gramofoon
platen; 2.50 uitz. voor scholen; 4.50 orgelspel
door Pattman met mede-w. v. orkest; 5.35 kin-
deruurt.ie: 6.20 voordracht; 6.35 nieuwsberich
ten; 6.55 lezing; 7.00 liederen. D. Helmrich en
G. Parker. 7.2o lezingen; 8.05 concert. Militair
orkest. R.' Naylor (tenor)8.208.50 lezing.
Daarna: vervolg concer-t; 9.2-0 nieuwsberichten;
9.45 lezing; 10.05 „Irish Bulbuls". Koor, orkest
en stilisten; 10.55 derde bedrijf van -de Opera
„Tosca" van G. Puccini; 11.2512.20 dansmu
ziek.
Par tl s („Radio-Paris" '1725 M„ 174 K.H.)
52.502.20 gramofoonplaten4.05 orkest en
solisten; 8.20 „Paga-nlni". Operette van Fr.
Lehar.
Langenberg (473 M., 634 K.H.) 7.25—7.50
gramofoonplaten; 7.508.50 orkest; 10.35H-3"
gramofoonplaten 12,30 gramofoonplaten; 1.2®
2.50 orkest en saxofoon-soil5.506.50 concert.
Piano en vocaal tr:o; 8.20 orkest; 9.20 „Götter-
dammerung" (II) van Rich. Wagner.
Kalundborg (1153 M., 2-6-0 K.H.) I2"2'0""
2.2-0 en 3.5-0—5.20 orkest; 8.20—12.20 muziekfeest.
Solisten en dansorkesten. Cabaret.
Brussel (508,5 M., 590 K.H.)_ 5.20 dansmu
ziek; 6.50 gramofoonplaten; Mêrig
door J. Pigeolet; 9.05 zang door Robert Mér g
nac 9.25 luitspel door Hans Neem®n, 9.55
Operette-uitz. „De Hond van den Tuinman
Grisar.
Ze es en (1635 M., 183,5 K.H.)I 6.5 0 ^L-0 le
zingen; 7.20—7.5-0 gramofoonplaten. 9- 12.
leningen; 12.5-0—1.15 sramofoonp^ten. l.lo
2.20 berichten; 2.2-0-2.50 gramofoonplaten, 2.50
—4 50 lezingen; 4.50—5.50 concert; 5.5-0—S.2-0 le
zingen; 8.20 liederen. M. Schre-ker (sopraan);
8.4d „Die Welt von Heu-te". Muzikale reportage.
Daarna berichten.
Dezer dagen zullen van Nederland uit eenlge
radiotelefonische proefgesprekken gevoerd wor
den met Rio de Janeiro (Brazilië), waarbij ge
bruik wordt gemaikt van de Duitsclie radio-
zend- en ontvangmid-delen.
Indien de gesprakken een gunstig verloop
hebben, is de opening van het telefoonverkeer
NederlandRio de Janeiro spoedig te verwach
ten.
NEDERL. VEREENIGING VOOR RADIO-
TELEGRAFIE.
Te Utrecht had dl algemeene jaarvergadering
plaats ran de Nedtrlandsche Vereeniging voor
lUdiotelegrafie.
Jaarverslag et. financieel verslag werden
goedgekeurd. In pkiats van de aftredende leden
in het hoofdbestui r, de lieeren B. Slikkerveer
(secr.-penningmeester), C. W. Heringa, H. J. J.
Esmeijer en R. Tappenbeck werden gekozen de
heeren B. Slikkerveer, Oen Haag; D. Wolbers.
Den Haag; A. SI rijkers, Rotterdam en W. F.
Jacot te Aiasterd am, terwijl werd bekrachtigd
de betoaiuing van dm heer C. Aronstein, gep.
schonc-öD-nacht. tot voorzitter der vereeniging.
Redacteur: P. A. KOETSHE1D.
Beuke-lsweg 51b, Rotterdam.
Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand
adres te richten.
PROBLEEM No. 4318.
PR. L. N. DE JONG en DR. M. NIEMEIJER.
Eerst-e plaatsing.
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 4319.
DR. L. N. DE JONG en DR. M. NIEME-IJE-R.
Eerste plaatsing.
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 4320.
DR. L. N. DE JONG.
Eerste plaatsing.
Ma-t in vier zetten.
(The White Knights 1910.)
m
Oplossingen over zeven weken. Deze worden
bij ons ingewacht uiterlijk voor Donderdag 10
Juli.
Wegens langere afwezigheid zullen wij de op
lossingen van de problemen, die gedurende de
maand Juni verschijnen, ♦egelijkttjdiig in de
derde schaakrubriek van Juli putoliceeren. De
Inzender kan daarom de oplossingen van de
vijf rubrieken In Juni opsparen en deze alle
tegelijkertijd inzenden, doch men gelieve dit
dan voor 10 Juli te doen, we hebben dan ge
legenheid incorrecte oplossing zonder over
ijling te weerleggen.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 4304. 1 ,Pb8c6 enz.
No. 4305. 1 Telcl enz.
No. 4306. 1 Ld-3e4 enz.
No. 43-07 1 Prl5—f6 enz.
No. 4308. 1 Df8—17 dreigt 2 D en Tctff.
1Tdöf, Ldö, Pd'5, d6—dó, 2 Kc3, e4, Le2,
Thl enz.
No. 4309. 1 D-g2—e4 dreiging, 2 De443 enz.
1Tg7 (Pf6, Pg7), Pg3, (f4—f3). 2 Lefif,
Pc3-(" enz.
GOEDE OPLOSSINGEN.
H. van Gaaien, Rotterdam alle; J. D. de Jong,
Heemstede, all-e; P. Welting, Neerloon, alle; H.
Lutt-ner, Bekkerswald, alle; J. H. Kengen, W.
Bauwens, Meersen, aJel bell. no. 430-8 B. A.
Snelleman, Haarlem, idem; H. W. van Soest
Eriha, idem; H. Verheggen, Roermond, no. 4304
no. 43-05, no. 43-07; J. p. M. Soar, Veghel,
no. 4-3C6J. Helmer, Roermond, alle behalve
no. 43-04J. Marcelis, Rotter-dam, idem; W. H.
Haring. Kethel, no. 43-04; H. Smeets, Roermond
no. 43-0-6, no. 4307; E. v. Pouoke, Zeist, no. 43-05
en no. 43-09,
EINDSPEL No. 63.
Wit begint en wint.
Wit: Kh8, Lg3—g4.
Zwart: Kf8, Lg8, Pgl.
Oplossing (we verzuimden deze de vorige maal
bü het eindspel zelf te geven): 1. Ld-6t, Kf7;
2. Lf4, KfS; 3. Lh6f, Kf7; 4. Le3, Kf8; 5.
Le5-f, Kf7; 6. Lgl: enz.
CORRESPONDENTIE.
A. W. te O. In n-o. 4304 wordt 1 Dg4 weer
legd door 1Tg6. De witte dame wordt
daardoor gepend, immers op gl staat de witite
koning, zij mag dus de g-Hjn niet verlaten.
J. S. te V. Van uw zes op-losslngen komt
er slechts een met dae van den auteur overeen.
Voor twee weken hebben we u hier reeds op
gewezen.
K. en B. te M., H. W. v. S. te E. 1 e4 wordt
o.i. in no. 4308 verijdeld door 1L©4:, speelt
wit nu 2 Le4dan 2d'6d5. De werkelijke
oplossing is heel wat füner.
J. H. te R. en J. M. te R. No. 4304 ver-
Schilt met die der auteurs.
E. v. P., te Z. Uw oplossingen van no. 4304
430-6, 43-07 en 4308 zijn foutief.
PARTIJ No. 955.
DAME-GAMBIET.
Gespeeld in het correspondentie-tornooi van
de Wiener Zeitung van Mei 1927 tot Maart 1928.
Wit: Zwart:
A. H. Priwonitz, Hannb. E. Strobel, Stuttgart
1. d-2d4
2. Pgl—f3
3. c2—c4
4. Pbl—c3
5. Lelg5
6. e2e3
PgS—f6
d7d5
e7e6
PbSd7
Lf8e7
00
In deze reeds du-izendenmalen voorgekomen
stelling, bedenkt de ideeënrijke man van de witte
stukken iets nieuws en dat is zonder twijfel
verdienstelijk.
7. LgoXfS Pd7Xf6
8. c4—c5 c7—c6
9. Lfld3
Nu liggen voor zwart twee plannen te kiezen.
Tegen-offensief aan den vleugel, of in bet cen
trum. Hij besluit tot den doorbraak e6eö, daar
bij 9...., b6, 10 b4, aö, 11 a3 liet wit goed
van pas zou komen, daar zijn toren zich nog
op de a-lijn bevindt, Taldl nagelaten is.
9. Dd8—c7
10. b2—b4 Pf6d7
11. ©3e4 dBXet
12. Ld3Xe4 e6—ei
13. d4—d-5
Zeer behendig heeft wit den vijandelilken
stoot opgevangen. Hij brengt nu zijn officieren
In gunstige centrum-posities.
13c6Xd5
14. Pc3X®> Dc7—dg
15. 0—0 f7—fö?
Deze bevrijdtn-gspoging is wel de beslissende
fout. Er moest 15 Pf6 geschieden, want na
de partij-zet komt zwart met beti-ekklng op
e5 niet meer hiertoe, zijn Pd7 terug te trekken
en zijn Dame-vleugel geregeld te ontwikkelen
16. Le4c2 a7—a5
17. a2&3 KgSh8
18. Pd5Xe7 Dd8Xe7
19. Tfl— el e5e4
Op den d'uur onvermijdelijk.
20. Ddldé Ta8a6
21. Tal—dl Ta6h6
Een ongezonde aanvalspoglng, want wit be-
heersch-t het centrum. Zwart moest met 21
Df6, de dame rullen, terwijl ook dan ztjn positie
ongunstig is.
22. Lc2a4! Pd7—f6
23. Pf3e5 a5Xb4
24. a3Xb4 Pf6—g4
Ban pion-offer, om niet zonder verzet ten
gronde te gaan. Wit zou anders met 25 Dd-6 of
£3 voortzetten.
25. Pe5Xff4 f5Xs4
2.6. TelXe4 De7—1:4
27. h2h3 Ph-4—h5
28. Dd4-d'8
Ontrum-aanval gaat voor vleugel-aanval.
2STh6—f6
29. Te4e8 Dh5—f5
30. Tdld2 g4Xh3
31. La4c2
Nu kan de zwarte Dame niet gelijktijdig de
punten f8 en cS verdedigen. Het zwarte spel
sort inéén.
31Tf8Xe«
32. Lc2Xfö Tf6—fS
33. Dd8Xc8 TeS—c8
34. Lf5Xc8 Tf8—c8
35. g2Xh3 KhS—«8
36. Td2—d7 Tc8—b8
37. Kgl—g2 h7—h6
38. Kg2—f3 Opgegeven.
De witte koning gaat beslissend voorwaarts.
(Aanteekeningen van A. Becker in de
„Wiener Schachzeitung.")
Zij had 't gedaan.
Gebeurde deze week op de tram.
Een ziekenzuster verlaat de tram. Conduc
teur heel beleefd: „Dag zuster".
Kleine jongen in de tram kijkt nieuwsgierig
en zegt: „moeder, wat is dat, 'n zuster?"
„Och kind", zegt nijdig de moeder, ,,dat is
er een van dat soort, die ons de radio heeft
afgenomen".
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redaoteur dezer courant
No. 116. (1 Juni 1930.)
PROBLEEM No. 318.
,J. v. d. VOORT, Niieuw-Vennep.
Zwart.
VZW',
Wit.
Zwart 2, 7, 11/4, 18, dam op 9.
Wit 21, 24/5, 27, 29, 33, 38, 42/3.
PROBLEEM No. 319.
W .J. v. d. VOORT, Ndeuw-Vennep.
Zwart.
M Wfis///. 'Ww/Z. iffly///
''-AAW/. WWA, '/M/A', AWW' AAAA
Wit.
Zwart 6, 12/3, 22/5, dam op 46.
Wit 11, 26, 33, 37/8, 4-0/1, 43/4, 48/9.
PROBLEEM No. 320.
JAC. HARING, Hoorn.
Zwart.
La*. z&m
?^/v
4jfe
Wit.
Zwart 5, 12/4, 20/2, 24 en 29.
Wi-t 25, 32/3, 3-8/9, 41, 43, 48/9.
PROBLEEM No. 321.
JAC. HARING, Hoorn.
Zwart.
ZZV/Vi. ZZZ,
Wa WtfA
'A/AbA',
AfivA •Awa'A 4;
m, mm vzw,
zz.
Wit
Zwart 2, 4, 6/9, 11, 14, 16, 18/9, 23/4 en 29.
Wit 21, 25, 27/8, 31/2, 35/6, 38, 43/4, 47, 49
en 50.
UIT DE MATCH.
MOLIMARD—DE HAAS (1912.)
Stand.
Zwart: 3, 6/10, 12, 13, 16, 18, 19, 21, 23, 24, 26.
Wit: 27, 28, 32/40, 42, 45, 47, 48.
Wit: 27—22 36—31 47—41 37—31 32 41
Zwart: 18 27 27 36 3-6 47 26 37 23 41
Wit: 41—36! 34 5 40 20
Zwart: 47 29 4-3 34
Zwart speelt nu echter 2127, wit vlucht dan
van 5 naar 41, doch zwart vangt de witte
dam echter bekwaam aj,s volgt: 9—14, wil
2-0 18, zwart 12 20, wit moet 4 slaan van
41 11, zwart 6 17, met beteren stand, waar
om Molimard de combinatie dan ook achter,
wege liet.
Men leert uit het bovenstaande ook nog, dat
Molimard niets onderneemt, hoe fraai ook,
wanneer het de positie schaden kan.
Stand.
Zwart 2, 7, 8, 12, 15, 17( 18, 20, 23, 24.
Wit: 16, 26, 32, 33, 35, 36, 38, 39, 40, 45.
Zwart had als laatsten zet 1318 gespeeld,
wit verlokkend tot 3328, zwart zou hierop
als volgt hebben beantwoord:
Wit: 33—28? 28 19 19 28 16 18
Zwart: 13—18 24—29 18—23 7—11 17—21
Wit: 26 17 13 7
Zwart: 8—12 3 42
Wit doorzag echter den valstrik.
UIT DE PARTIJ.
Zwart 14 schijven op 3 tot 9, 11, 12, 15 tot
18, 25.
Wit 15 schijven op 23, 24, 27, 29, 33, 34, 36, 38,
41, 42, 43, 45, 46, 48, 50.
In deze stelling geeft wit opzettelijk gelegen
heid aan zwart tot damnemen, wetende, dat na
dit damnemen de partij voor zwart verloren ls.
De lezer rrobeere in den gegeven stand den
zet te vinden, die een damzet van zwart mo
gelijk maakt, hij stelle zich voor, hoe de partij
er uit ziet na den damzet en dan moet hy zich
zekerheid geven, da>t deze dam wordt gevangen
en.... dat wdt er een schb'f by wint!
De heer B. Springer speelde met wit als volgt:
Wit 50—44 24 15 1-5 2 2 22
Zwart 15—20 410 38 17 5-0
38—33 4137 46 37
50 10 1-0 41
EINDSPELEN C. BLANKENAAR.
Zwart: 28, 41, dam op 46.
Wit: 27, 38, 4J, 48, dam op 16.
1. 38—33 28X37
2. 43—38 41—47A
3. 38—32 37X28
4. 48—42 47X21
5. 16X 6 en wint!
Een niet diep, maar toch moeilijk vraagstuk.
Men vermoedt niet, dat de ontleding aldus zal
zün!
A. Op zwart 37—42, volgt wit 38X36 en wint
met vier tegen 1!
Zwart: 7, 30, dam op 45
Wit: IS, 29, dammen op 6, 15 en 47.
Wit 1812 (zwart 7 18, anders verliest hy
met 1 tegen 4); 61, 1524, 4741 en 1 5.
EEN EIGENAARDIGE OPLOSSING.
De heer P. KHeute Jr., den Haag geeft het
volgende vraagstukje:
Zwart: 4, 7, 8, 17, 26, 28 en 36.
Wit: 15, 19, 29, 30, 38, 41 en 46.
Wit wint op de volgende aardige manier:
29—24, 19—18, 18 33, 30—24 én 15 24.
Een origineele afwikkeling.
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 310 (J. BOURQUIN).
Zwart: 8/10, 11/4, 17/8, 20, 24/6 en 45
Wit: 22, 27/9, 31/2, 35/7, 39, 42, 44, 47 en 50.
Wit 29—23, 35—30, 44—40, 22—18, 42—38,
37 19, 27—22 en 22 2.
Probleem No. 311 (A. MEAUDRE).
Zwart: 2, 7, 18/21, dam op 10.
Wit: 11, 28, 32, 35, 38, 40, 42 en 46.
Wit 28—22, 32—28, 28—23, 38—33, 40—34 en 35 4.
Probleem No. 312 CA MEAUDRE).
Zwart: 8/11, 14, 17, 19, 24, 34, dam op 35.
Wit: 23, 27/8, 32, 38, 42/4 en 50.
Wit 23—18, 4-3—39, 18—13, 27—22, 32 3, 3 16.
Probleem No. 313 (F. JAOQUOT).
Zwart: 6, 8/10, 13, 18/9, 24, 30 en 33.
Wit: 16, 21/2, 27, 32, 40/3 en 49.
Wit 42—38, 43—38, 40—34, 49—43, 41—37
en 32 5.
Goede oplossingen ontvangen van: W. J. v. d.
Voort, Nieuw-Vennep; J. J. de Best, J. W. Ha
ring en J. Brugman, allen Den Haag; Joh. Lo-
dewykx, D. R., C. v .d. S„ J. H. P. en H. H. W.
Borghardt, allen Rotterdam; P. C. v. d. Zon,
Leiden.
HET SCHEEPVAARTVERKEER IN
DEN NIEUWEN WATERWEG.
Maandstatistiefc,
Gedurende de maand Mei zijn volgens onze
statistiek den Nieuwen Waterweg binnengeloopen
1284 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 2 zoe-
lichters, met inbegrip van 70 bunkerbooten
Hiervan waren bestemd voor Rotterdam
Hoek van Holland b"2, Poortershaven II, Maasslu's
9, Vlaardingen 67, Vondelinuenplaat 46, Perrifn 6,
Schiedam 53, andere Nedeil. havens 17, en Duitsch-
land 36.
Gedurende dezelfde tnaand, van het vorig jaar
kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 12i0
schepen, waarvan 0 zeilschepen en 7 lichters, bun
kerbonten hierbij niet inbegrepen.
Sedert 1 Jan. zyn aangekomen:
N. WATERWEG
1930,
1929
Schepen Netto R.ton»
6157 10.406.494
5105
9.273.994
Verschil
752
1.132,500
Zonder bunkerbooten.
ROTTERDAM
1930
1929
4985
472!
8,552,291
8,230,608
Verschil
264
321,683
VLAARDINGEN
1930
1929
338
270
749,692
571,152
Verschil
68
178,540
SCHIEDAM
1930
1929
211
127
530,003
318,733
Verschil
84
211,270
PERNIS
1930
1929
35
37
61,020
68,918
Verschil
2
7,898
DUITSCHLAND 1930
1929
108
66'
46,700
27,142
Verschil
42
19,558
MAASSLUIS
1930
1929
9
2.330
Verschil
9
2.330
POORTERSHAVEN 1930
HOEK V. HOLLAND 1930
VONDELINGENPL. 1930
Ander Ned. havens 1930
64 84,849
163 281,315
230 265,278
09 31,561
Naar Rotterdam zijn opgestoomd 27 schepen mft.
40,572 n. reg. tons welke cijfers zijn inbegrepen In
de statistiek voor de haven van Rotterdam.
Gedurende de afgeloopen week zijn volgens
onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen
geloopen 307 schepen, ^waarvan o zeilschepen en
1 zeelichter, met inbegrip van 22 bunkerboo
ten. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam
235 Hoek van Holland 8, Poortershaven 1
Maassluis 0, Vlaardingen 16, Vondelingenplaat
18, Pernis 2, Schiedam 16, andere Nederlandsche
havens 3 en Duitschland 8.
Gedurende hetzelfde tijdvak van 1929 kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 272 schepen, waar
van o zeilschepen en 2 zeelichters, bunkerbooten
hierbij niet inbegrepen.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen:
Schepen Netto reg
tons
N. WATERWEG 1930
1929»)
6157
5405
10.406.494
9.273.994
Verschil
4 752
4- 1.132.500
Zonder bunkerbooten
ROTTERDAM 1930
4985
8.552.291
1929
4721
8.230.608
Verschil
4- 264
321.683
VLAARDINGEN 1930
338
749.692
1929
970
571.152
4" 68
4- 178.540
SCHIEDAM 1930
211
530DG3
1929
127
318.73.5
Verschil
4- 84
4" 211.270
PERNIS 1930
35
61.020
1929
37
68.918
Verschil
2
7.898
DUITSCHLAND 1930
108
46.700
1929
66
27.142
Verschil
4- 42
t 19.558
MAASSLUIS 1930
9
2.330
1929
Verschil
4- 9
4-2.330
POORTERSHAVEN 1930
64
84.849
HOEK VAN HOLLAND 1930
163
281.315
VONDELINGENPLAAT 1930
230
265.276
Andere Ned. havens 1930
99
31,851
Naar Rotterdam zijn opgestoomd 3 schepen
met 3.878 n. reg. tons welke cijfers zijn inbe
grepen in de statistiek voor de haven van Botter-
terdam.
Reel. 19125 DGMVS 6
Een Bull-Dog Drummond-verhaal.
door
SAPPER.
52.)
Haar meester zag vanuit de hoogte op haar
neer. Moordlust was er in zijn oogen. Zijn woe
de was zoo groot, dat hij den wurger geheel
vergat. Niets scheen er meer te bestaan dan
fJifj eene oorzaak van zjjn bestiale woede.
Veer schoten zijn handen naar voren, nu met
dreigender bedoelen en reeds omtastten ze den
weeken hals van het jonge meisje ze
grepen en nepen, totdat er een raar 'gesuis in
haar ooren klonk. Hy vermoorde haar. Dat
vermoedde ze uit het donker, dat zich om haar
samenpakte, uit het vage rumoer, dat van bin-
ren uit in haar ooren doordrong, van het
steedr zwakke- wordende razen en tieren van
haar >ester. Eouden wij dan nooit konten?
lioest ze dan ais een hond sterven, omdat ze
as juist had veviost? Toen ze alle hoop reeds
"tad lal jtt wtriu zweefde ineens boven hen
_eiden, b^-en den moordenaar en zyn slacht-
OfJ>~ reusachtige schaduw en over Gran
ger's schouder heen zag ze een reusachtigen
gemaskerden vogel, een soort vampier, met
menschenhoofd en verschrikkelijke oogen.
Gogen als gloeiende kolen, oogen als van hun
kat thuis, toen ze eens op een avond kolen
was gaan scheppen. De Bossu Masqué was in
de kamer gekomen.
Crapeau! Crapeau!
Als een zweepslag striemden de woorden de
stilte. Ineens lieten'de wurgende handen los.
Die v lichting kwam zoo ineens en was eigen-
lyk geweldig, dat ze de eerste oogenblik.
]f*n a.-a niets anders meer dacht, dan dat ze
was, dat ze nog niet behoefde te ster-
yen, dat de laaghartige moordaanslag was ver
ijdeld. Met een gevoel van misselijkheid, van
uiterste verslagenheid krabbelde ze overeind,
viel terug, voelde zich ellendiger dan ooit,
probeerde weer en kwam ten slotte op een
stoel neer. Toen greep een nieuwe wanhoop
haar aan. Niet wij waren gekomen maar Le
Bossu. De Gebochelde had dus gevangen geze
ten. Zij had onzen doodsvijand de gelegenheid
geboden om Granger en haar zelf rustig te ko.
men vermoorden. Zij had haar eigen leven
roekeloos prijs gegeven. Het overhalen van
den schakelaar was de stomste streek, dien ze
ooit van haar leven had kunnen uithalen.
1Zoo. Pad, daar zijn we weer eens bij el
kaar. De wereld is klein. Al duurt het soms
twintig jaar en meer, toch kom je elkaar al
tijd weer tegen. Wat zeg je nu wel tegen me?
Granger was als een ellendig stukje mensch
.'u een hoek weggedoken en zat zenuwachtig
aan zyn boord te trekkeift Le Bossu stond
rechtop midden in het vertrek en vertrok geen
spier. Alleen onder het masker kwam het
venijnig glimlachen van zyn lippen bloot.
Je zult me wel heel veel hebben te ver
tellen. Pad. Ellendige kruiper, dat je daar
bent. Maar ik zal je volop gelegenheid geven,
als we straks eens rustig op ons gemak zitten.
Eerst zul je me de werking verklaren van die
helsche machine, die me daareven bijna ver
pletterd heeft. Vooruit Pad, vlug een beetje. Ik
heb zoo'n idee, dat we dat ding nog eens noo-
dig zullen hebben, voordat de nacht om is.
Spaar me! spaar me! schreeuwde en jam
merde de Pad, terwijl hij op zijn knieën naar
den ander kwam gekropen. Spaar me! Ik zal
je alles vertellen.
Spreek siste de ander. Onmiddeliyk!
Er ligt een steen in den vloer van den
tunnel, begon de Pad op bevenden toon. Als
je daarop trapt, gaat er hier een geweldige
bel over. Als je dan dien schakelaar over
haalt op dat bord in den hoek, sluiten de mu
ren zich electrisch. Vroeger werkte het anders
floor een of ander geheimzinnig mechaniek,
maar ik heb het alles electrisch laten om
bouwen.
Dat zie ik. Toen jy dus de hel hoorde
overgaan, Crapeau, wist jij dat er iemand op
den steen stond. Je wist verder, dat ik van
nacht zou komen. Je hebt me dus voor den
laatsten keer uit den weg willen ruimen; je
hebt me tusschen die muren willen verplette
ren of verhongeren. En daarom heb je den
schakelaar overgehaald.
De Pad klemde in doodschrik zyn handen
om de knieën van zijn aartsvijand.
Dat klinkt allemaal erg gemakkelijk. Nu
zou ik wel eens willen weten, wat jou bewogen
heeft om me weer te bevrijden. Of heb je het
niet gedaan? Heeft dat meisje daarvoor ge
zorgd?
Ja, ik was het, vuile moordenaar, zei Pat
Verney vol minachting en le Bossu kon zich
niet weerhouden even te grinniken.
Vriendelijk van u, merkte hij op. Ver
moed je werkelijk, dat de hel vannacht nog
eens zal klinken?
Hij gaf zich een oogenblik geheel over aan
het verbazend kostelijke misverstand, waar
door Pat Verney hem van een zekeren dood
had bevrijd.
Mocht het in ieder geval nog eens gebeu
ren, dan weten wij nu wat ons te doen staat,
ging hij even later verder. We zullen alle
maatregelen nemen om te zorgen, dat we in
ons uitvoerig programma niet gehinderd wor
den. Er valt hier vannacht nog heel wat te
doen en dan is het lastig als je een stuk of
vier potkykers op je dak krygt gestuurd. Je
vrienden zijn werkelyk een beetje naief om
het tegen mij te willen opnemen. En nu
Crapeau, wendde hij zich tot den jammerkerel
aan zijn voeten, kom eens hier.
Granger stond op en kwam als een geslagen
hond naar hem toe.
Ik wil eerst voldoen aan mijn nieuwsgie
righeid. Daarom zal ik je een paar vragen
stellen. Daarna zullen we even afrekenen.
Want ik heb heel wat op mijn lijstje staan.
Waar heb jij je al dien tijd verborgen gehou
den Crapeau, zoodat ik je met geen mogelijk
heid heb kunnen vinden?
In Zwitserland, gaf Granger bijna hul
lend ten antwoord.
In Zwitserland, zei le Bossu nadenkend.
Ben je hem daar naar toe gesmeerd? Enfin,
dat kan me nu weinig schelen. Stom was het
niet. Maar je had er moeten blijven. Wat je
toen allemaal hebt uitgespookt is oud roest
voor me geworden en ik ben je meer dan zat.
Ik voel er eigenlijk niets voor om al die oude
koeien uit de sloot te halen. Al die jaren ben
je over de wereld getrokken, ben je van de
eene plaats naar de ander gesjouwd Crapeau,
omdat je voor my op je dood was. Nooit ben
je een dag zeker geweest van je leven. Nooit
ben je 's morgeus opgestaan zonder de angst,
dat die dag de laatste van je leven zou zyn,
dat eindeiyk le Bossu Masqué zou komen op
dagen, dat hij ergens zou rondsluipen om je
in een onbewaakt oogenblik naar de keel te
vliegen. Toen ben je je hier gaan opsluiten en
dat is de stomste zet van je leven geweest. Je
(lacht veilig te zijn achter je middeleeuwsche
muren en moderne afweermiddelen. En nu zie
je de resultaten. Al je voorzorgen waren nutte,
locs: le Bossu heeft je gevonden. We zullen
eindelijk eens afrekenen.
Weer ging de schel. Le Bossu wendde zich
naar het meisje.
Vlugger dan ik had vermoed, zei hij. Maar
ditmaal zal de schakelaar op zijn plaats blij
ven, meisje.
Hij haalde den beugel over en ziek van
angst en onmachtige woede hoorde zij dien
nacht voor den derden keer het onstuimig ge-
ruisGh beneden in den tunnel, dat met het
zelfde korte hevige gekraak ophield. Toen viel
de stilte zwaarder dan ooit in.
Maak u zich niet ongerust, ging le Bossu
hoffelijk verder. Ik wensch uw vrienden slechts
in die gevangenis op te sluiten, opdat ze mij
niet langer zouden lastig vallen. Misschien
iets langer, maar dat zal hoofdzakelijk van u
afhangen. Zou je het wagen om slechts een
poging te doen dan zijn vingers grepen
slechts even naar haar keel en ze deinsde vol
schrik achteruit, dan zou ik werkelijk onaan
genaam gedwongen worden, om dat op
drastische wüze te voorkomen. Dan konden ze
daar wel eens dagen en weken biyven zitten,
want ik zou me niet de moeite getroosten om
terug te komen en ze uit hun gevangenis te
verlossen. Ga daar aan den anderen kant van
de kamer zitten.
Zy strompelde naar de aangewezen plaats en
Viel zwaar op een stoel. Die zacht fluisterende
stem was ten slotte nog verschrikkelijker om
aan te hooren, dan Granger's verschrikkelijke
v.oekcnde en tierende geschreeuw.
En nu ter zake, Crapeau. Wat heb je in
al die jaren allemaal verkocht? Geef eens re
kenschap van je rentmeesterschap.
Juist genoeg om van te kunnen leven en
dit huis te koopen, pleitte Granger. Bij het
bloed van de H. Maagd ik spreek de waarheid.
De rest bevindt zich allemaal in het huis.
Neem het maar.
Ik zal precies nemen wat ik noodig heb,
zei le Bossu rustig. Ik vertrouw dat je in ieder
geval de emaralden niet hebt verkocht.
Die zijn hier! schreeuwde Granger, ter
wijl hij met bevende handen naar de opening
bij den haard tastte. Allemaal!
Het meisje kwam gaandeweg onder de be
koring van den onmetelijken schat kostbare
steenen, die als een stroom van levend groen
vuur van de eene hand in de andere hand werd
overgegoten.
Hoe schoon, fluisterde le Bossu, hoe
schoon! En dan te weten, lieve schatten, dat
jullie zoo lang in dit ellendig huis hebben
moeten wonen. Hoe veel mooier zul je niet
uitkomen aan den blanken hals van een
Amerikansche jonge dame. Nu Pad de
rest. Leg alles maar op de tafel, dan zal ik
zelf wel kiezen, wat me het beste lijkt.
Het eerstvolgende uur moet Pat Verney
werkelijk gedroomd hebben, dat ze zich in een
tooverpaleis bevond. Van alle kanten haalde
de Pad de kostelijkste juweelen, al of niet in
platina en goud gezet, te voorschijn. Het vorm
de een schitterend, steeds vervloeiend mozaiek
op de tafel. Paarlen en robijnen en briljanten,
schitterende miniaturen, stapelden zich iedere
minuut tot steeds fantastischer waarde op,
zoodat het haar op den duur begon te duizelen.
Ai dien tyd zat Le Bossu rustig in zon stoel.
Alle verwondering, was hem vreemd. Het leek
haar toe, alsof hy alleen maar zat te tellen
met dezelfde onbewogen zekerheid, waarmede
een havenmeester zakken graan controleert.
Slechts nu en dan grepen zijn handen in aar
zelenden eerbied naar een kostelijk stuk goud
smeedwerk, dat hij liet wentelen en draaien
en "waarin het veelkleurig licht der juweelen
een onvergelijkelijken weerglans tooverde.
Kostelijk, kostelijk! zei hij dan in onver
holen bewondering. Jammer dat het achter
moet blijven,
Weer ging er een uur van eindelooze marte
ling en telkens stijgende bewondering voor het
arme meisje voorbij, Le Bossu deed inmiddels
zijn keus. Elke steen werd zorgvuldig onder
zocht. Viel het onderzoek tegen, dan werd hij
weer op tafel terug gelegd. Bleek het voor
werp het meenemen waard, dan legde Le Bos
su het in een der fluweelen cassetten, die hy
uit zyn zak had gehaald. Er werd geen woord
gesproken. Toen Granger het eenmaal waagde
om kreunend protest aan te teekenen tegen de
cnbillyke verdeeling werd hij met een kort
gehaar tot de orde geroepen en zonk wederom
terug in zijn kruiperige dienstbaarheid. Voor
de tweede maal kwam er dien nacht een gevoel
over haar, alsof ze niet meer in de werkelijk
heid leefde, alsof het alles een zonderlinge
droom was. Die groote misvormde gestalte aan
den lessenaar, zwijgend en geheel opgaand in
zijn werk; de jammerende, schichtig heen en
weer drentelende Granger daar naast. Het wa
ren inderdaad gestalten uit een erg lugubere
fantasie.
Ten slotte stond Le Bossu op. Hij had zijn
keuze gedaan en stond nu zwijgend, tergend
zwijgend Granger aan te zien. Hij stond met
zijn rug naar het meisje, maar er moet een
kracht in zijn oogen geweest zijn, die den an.
der duidelyk maakte, wat er gebeuren ging.
Want plotseling wierp De Pad zich op zyn
knieën en gilde en schreeuwde en huilde als
een ter dood veroordeelde. Hij kroop over
den grond.
Spaar me! Spaar me toch! jankte hy tel
kens. Ik heb je toch alles gegeven!
Crapeau, hoorde ze toen Ineens een stem
vragen, die ze tot dan toe niet gehoord had.
Ken stem met een helsche dreiging. Een stem,
die iets had van een lach en tegelijkertijd
sneed als een guillotine. Crapeau, welke straf
stond er vroegerop, als iemand mij niet ge
hoorzaamde?
De dood, mompelde de ander dof.
Is er een reden, Crapeau, waarom jij aan
dien algemeenen regel zou ontsnappen?
(Wordt vervolgd).