m m a FEUILLETON H^jssjarssss'm^.ci. PI SB H Jm a mfMm m MhégÊj H lilj, lB y// pê B ïC 'PUROL m<wm. i I B 'm i W& 'wa m SCHAAKRUBRIEK. IXp li Éi Hf Hm. wA éEÉ DAMRUBRIEK. Am.. ÉÉf W wm fm> AA Wm i mm j!my V m.êm h S HET GEHEIM VAN TEMPLE-TOWER. MAANDAG 2 JUNI 1930 RADIO-PROGRAMMA OPENING RA DIO-TELEFOONVERKEER MET RIO DE JANEIRO. W»4, mm. Wm.W/A fH A4m,. Wm WM A i m cj Wm I Jk Ww.y/ zm mtz zzm wm Wa mm ASÈ Mê 'WA W m SCHEEPVAARTVERKEER IN DEN NIEUWEN WATERWEG. Verschil Doorzitten Zonnebrand ..jA-X-l DINSDAG. 3 Juni. Huizen <1875 M., 100 K.H.) 8.15—9.0-0 KRO gramofoonplaten10--10.30 NCRV. a- meskoortje10.30-H.CO NCRV. Zleken^enst; ert mevl- C V. Ravenzwaay—Mbllenkamp tang). H Hermann (viool), H. v. d. Horst T (cello), mevr. R. v. d. Horst-Bleekrode (piano)1.30—2.00 KRO. grwwC 3 00 KRO. vrouwenuurtje: o—6.0-0 KRO. gra mofoonnlalen; 6.01—6.15 KRO. nieuwsberichten m"h?Fsneranto: 6.15—6.45 KRO. gramofoon platen. 6.45—7.15 KRO. Cursus Kerklatijn; 7.15 7 Is'KRO Dr. G. Janseen-s: „Psychopathie' 745go-O politieberichten; S.01—11.00 KRO. Or kest. Mia v. d. Eynde (sopraan), F- Boshar (plano); 9.30 ca. nieuwsberichten, 11—11.3-0 KRO. gramofoonplaten. Hilversum (298 M„ na 6 uur 1071 M., resp. 1-007 en 280 K.H.)12—2.00 AVRO.-kwin- 4^4- o3v00 gramofoonplaten34.0-0 knipcur sus" 4—5.(10 Debutanten. Piano, 2 sopranen; 5 30—6 00 A. Cohen: Het Nederlandsche Pers museum; 6—7.30 Omroeporkest. Sonja Kova- 'efska (zang); 7.30—8.00 gramofoonplaten; 8.01 rS 15 gramofoonplaten; 8.15 Eerste concert ■io'r het Concertgebouw-Orkest onder auspiciën Ihn de AVRO. Dirigent: Albert van Kaalte. Ilist: Ferd. Helmann (viool). Na afloop pers berichten en gramofoonplaten; 12.00 sluiting. Da v entry (1554.4 M„ 193 K.H.) 11.05 le zing; 11.1-5 troepen-ins-pectie en parade voor den Koning van Engeland ter gelegenheid van diens verjaardag; 13.20 V. Leslie (sopraan), C. Millar (tenor); 12.-50 orgelspel door E. O'Henry; 1.20—2.2-0 orkest; 2.20 televisie; 2.25 gramofoon platen; 2.50 uitz. voor scholen; 4.50 orgelspel door Pattman met mede-w. v. orkest; 5.35 kin- deruurt.ie: 6.20 voordracht; 6.35 nieuwsberich ten; 6.55 lezing; 7.00 liederen. D. Helmrich en G. Parker. 7.2o lezingen; 8.05 concert. Militair orkest. R.' Naylor (tenor)8.208.50 lezing. Daarna: vervolg concer-t; 9.2-0 nieuwsberichten; 9.45 lezing; 10.05 „Irish Bulbuls". Koor, orkest en stilisten; 10.55 derde bedrijf van -de Opera „Tosca" van G. Puccini; 11.2512.20 dansmu ziek. Par tl s („Radio-Paris" '1725 M„ 174 K.H.) 52.502.20 gramofoonplaten4.05 orkest en solisten; 8.20 „Paga-nlni". Operette van Fr. Lehar. Langenberg (473 M., 634 K.H.) 7.25—7.50 gramofoonplaten; 7.508.50 orkest; 10.35H-3" gramofoonplaten 12,30 gramofoonplaten; 1.2® 2.50 orkest en saxofoon-soil5.506.50 concert. Piano en vocaal tr:o; 8.20 orkest; 9.20 „Götter- dammerung" (II) van Rich. Wagner. Kalundborg (1153 M., 2-6-0 K.H.) I2"2'0"" 2.2-0 en 3.5-0—5.20 orkest; 8.20—12.20 muziekfeest. Solisten en dansorkesten. Cabaret. Brussel (508,5 M., 590 K.H.)_ 5.20 dansmu ziek; 6.50 gramofoonplaten; Mêrig door J. Pigeolet; 9.05 zang door Robert Mér g nac 9.25 luitspel door Hans Neem®n, 9.55 Operette-uitz. „De Hond van den Tuinman Grisar. Ze es en (1635 M., 183,5 K.H.)I 6.5 0 ^L-0 le zingen; 7.20—7.5-0 gramofoonplaten. 9- 12. leningen; 12.5-0—1.15 sramofoonp^ten. l.lo 2.20 berichten; 2.2-0-2.50 gramofoonplaten, 2.50 —4 50 lezingen; 4.50—5.50 concert; 5.5-0—S.2-0 le zingen; 8.20 liederen. M. Schre-ker (sopraan); 8.4d „Die Welt von Heu-te". Muzikale reportage. Daarna berichten. Dezer dagen zullen van Nederland uit eenlge radiotelefonische proefgesprekken gevoerd wor den met Rio de Janeiro (Brazilië), waarbij ge bruik wordt gemaikt van de Duitsclie radio- zend- en ontvangmid-delen. Indien de gesprakken een gunstig verloop hebben, is de opening van het telefoonverkeer NederlandRio de Janeiro spoedig te verwach ten. NEDERL. VEREENIGING VOOR RADIO- TELEGRAFIE. Te Utrecht had dl algemeene jaarvergadering plaats ran de Nedtrlandsche Vereeniging voor lUdiotelegrafie. Jaarverslag et. financieel verslag werden goedgekeurd. In pkiats van de aftredende leden in het hoofdbestui r, de lieeren B. Slikkerveer (secr.-penningmeester), C. W. Heringa, H. J. J. Esmeijer en R. Tappenbeck werden gekozen de heeren B. Slikkerveer, Oen Haag; D. Wolbers. Den Haag; A. SI rijkers, Rotterdam en W. F. Jacot te Aiasterd am, terwijl werd bekrachtigd de betoaiuing van dm heer C. Aronstein, gep. schonc-öD-nacht. tot voorzitter der vereeniging. Redacteur: P. A. KOETSHE1D. Beuke-lsweg 51b, Rotterdam. Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No. 4318. PR. L. N. DE JONG en DR. M. NIEMEIJER. Eerst-e plaatsing. Mat in drie zetten. PROBLEEM No. 4319. DR. L. N. DE JONG en DR. M. NIEME-IJE-R. Eerste plaatsing. Mat in drie zetten. PROBLEEM No. 4320. DR. L. N. DE JONG. Eerste plaatsing. Ma-t in vier zetten. (The White Knights 1910.) m Oplossingen over zeven weken. Deze worden bij ons ingewacht uiterlijk voor Donderdag 10 Juli. Wegens langere afwezigheid zullen wij de op lossingen van de problemen, die gedurende de maand Juni verschijnen, ♦egelijkttjdiig in de derde schaakrubriek van Juli putoliceeren. De Inzender kan daarom de oplossingen van de vijf rubrieken In Juni opsparen en deze alle tegelijkertijd inzenden, doch men gelieve dit dan voor 10 Juli te doen, we hebben dan ge legenheid incorrecte oplossing zonder over ijling te weerleggen. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4304. 1 ,Pb8c6 enz. No. 4305. 1 Telcl enz. No. 4306. 1 Ld-3e4 enz. No. 43-07 1 Prl5—f6 enz. No. 4308. 1 Df8—17 dreigt 2 D en Tctff. 1Tdöf, Ldö, Pd'5, d6—dó, 2 Kc3, e4, Le2, Thl enz. No. 4309. 1 D-g2—e4 dreiging, 2 De443 enz. 1Tg7 (Pf6, Pg7), Pg3, (f4—f3). 2 Lefif, Pc3-(" enz. GOEDE OPLOSSINGEN. H. van Gaaien, Rotterdam alle; J. D. de Jong, Heemstede, all-e; P. Welting, Neerloon, alle; H. Lutt-ner, Bekkerswald, alle; J. H. Kengen, W. Bauwens, Meersen, aJel bell. no. 430-8 B. A. Snelleman, Haarlem, idem; H. W. van Soest Eriha, idem; H. Verheggen, Roermond, no. 4304 no. 43-05, no. 43-07; J. p. M. Soar, Veghel, no. 4-3C6J. Helmer, Roermond, alle behalve no. 43-04J. Marcelis, Rotter-dam, idem; W. H. Haring. Kethel, no. 43-04; H. Smeets, Roermond no. 43-0-6, no. 4307; E. v. Pouoke, Zeist, no. 43-05 en no. 43-09, EINDSPEL No. 63. Wit begint en wint. Wit: Kh8, Lg3—g4. Zwart: Kf8, Lg8, Pgl. Oplossing (we verzuimden deze de vorige maal bü het eindspel zelf te geven): 1. Ld-6t, Kf7; 2. Lf4, KfS; 3. Lh6f, Kf7; 4. Le3, Kf8; 5. Le5-f, Kf7; 6. Lgl: enz. CORRESPONDENTIE. A. W. te O. In n-o. 4304 wordt 1 Dg4 weer legd door 1Tg6. De witte dame wordt daardoor gepend, immers op gl staat de witite koning, zij mag dus de g-Hjn niet verlaten. J. S. te V. Van uw zes op-losslngen komt er slechts een met dae van den auteur overeen. Voor twee weken hebben we u hier reeds op gewezen. K. en B. te M., H. W. v. S. te E. 1 e4 wordt o.i. in no. 4308 verijdeld door 1L©4:, speelt wit nu 2 Le4dan 2d'6d5. De werkelijke oplossing is heel wat füner. J. H. te R. en J. M. te R. No. 4304 ver- Schilt met die der auteurs. E. v. P., te Z. Uw oplossingen van no. 4304 430-6, 43-07 en 4308 zijn foutief. PARTIJ No. 955. DAME-GAMBIET. Gespeeld in het correspondentie-tornooi van de Wiener Zeitung van Mei 1927 tot Maart 1928. Wit: Zwart: A. H. Priwonitz, Hannb. E. Strobel, Stuttgart 1. d-2d4 2. Pgl—f3 3. c2—c4 4. Pbl—c3 5. Lelg5 6. e2e3 PgS—f6 d7d5 e7e6 PbSd7 Lf8e7 00 In deze reeds du-izendenmalen voorgekomen stelling, bedenkt de ideeënrijke man van de witte stukken iets nieuws en dat is zonder twijfel verdienstelijk. 7. LgoXfS Pd7Xf6 8. c4—c5 c7—c6 9. Lfld3 Nu liggen voor zwart twee plannen te kiezen. Tegen-offensief aan den vleugel, of in bet cen trum. Hij besluit tot den doorbraak e6eö, daar bij 9...., b6, 10 b4, aö, 11 a3 liet wit goed van pas zou komen, daar zijn toren zich nog op de a-lijn bevindt, Taldl nagelaten is. 9. Dd8—c7 10. b2—b4 Pf6d7 11. ©3e4 dBXet 12. Ld3Xe4 e6—ei 13. d4—d-5 Zeer behendig heeft wit den vijandelilken stoot opgevangen. Hij brengt nu zijn officieren In gunstige centrum-posities. 13c6Xd5 14. Pc3X®> Dc7—dg 15. 0—0 f7—fö? Deze bevrijdtn-gspoging is wel de beslissende fout. Er moest 15 Pf6 geschieden, want na de partij-zet komt zwart met beti-ekklng op e5 niet meer hiertoe, zijn Pd7 terug te trekken en zijn Dame-vleugel geregeld te ontwikkelen 16. Le4c2 a7—a5 17. a2&3 KgSh8 18. Pd5Xe7 Dd8Xe7 19. Tfl— el e5e4 Op den d'uur onvermijdelijk. 20. Ddldé Ta8a6 21. Tal—dl Ta6h6 Een ongezonde aanvalspoglng, want wit be- heersch-t het centrum. Zwart moest met 21 Df6, de dame rullen, terwijl ook dan ztjn positie ongunstig is. 22. Lc2a4! Pd7—f6 23. Pf3e5 a5Xb4 24. a3Xb4 Pf6—g4 Ban pion-offer, om niet zonder verzet ten gronde te gaan. Wit zou anders met 25 Dd-6 of £3 voortzetten. 25. Pe5Xff4 f5Xs4 2.6. TelXe4 De7—1:4 27. h2h3 Ph-4—h5 28. Dd4-d'8 Ontrum-aanval gaat voor vleugel-aanval. 2STh6—f6 29. Te4e8 Dh5—f5 30. Tdld2 g4Xh3 31. La4c2 Nu kan de zwarte Dame niet gelijktijdig de punten f8 en cS verdedigen. Het zwarte spel sort inéén. 31Tf8Xe« 32. Lc2Xfö Tf6—fS 33. Dd8Xc8 TeS—c8 34. Lf5Xc8 Tf8—c8 35. g2Xh3 KhS—«8 36. Td2—d7 Tc8—b8 37. Kgl—g2 h7—h6 38. Kg2—f3 Opgegeven. De witte koning gaat beslissend voorwaarts. (Aanteekeningen van A. Becker in de „Wiener Schachzeitung.") Zij had 't gedaan. Gebeurde deze week op de tram. Een ziekenzuster verlaat de tram. Conduc teur heel beleefd: „Dag zuster". Kleine jongen in de tram kijkt nieuwsgierig en zegt: „moeder, wat is dat, 'n zuster?" „Och kind", zegt nijdig de moeder, ,,dat is er een van dat soort, die ons de radio heeft afgenomen". Alle correspondentie te richten aan den dam- redaoteur dezer courant No. 116. (1 Juni 1930.) PROBLEEM No. 318. ,J. v. d. VOORT, Niieuw-Vennep. Zwart. VZW', Wit. Zwart 2, 7, 11/4, 18, dam op 9. Wit 21, 24/5, 27, 29, 33, 38, 42/3. PROBLEEM No. 319. W .J. v. d. VOORT, Ndeuw-Vennep. Zwart. M Wfis///. 'Ww/Z. iffly/// ''-AAW/. WWA, '/M/A', AWW' AAAA Wit. Zwart 6, 12/3, 22/5, dam op 46. Wit 11, 26, 33, 37/8, 4-0/1, 43/4, 48/9. PROBLEEM No. 320. JAC. HARING, Hoorn. Zwart. La*. z&m ?^/v 4jfe Wit. Zwart 5, 12/4, 20/2, 24 en 29. Wi-t 25, 32/3, 3-8/9, 41, 43, 48/9. PROBLEEM No. 321. JAC. HARING, Hoorn. Zwart. ZZV/Vi. ZZZ, Wa WtfA 'A/AbA', AfivA •Awa'A 4; m, mm vzw, zz. Wit Zwart 2, 4, 6/9, 11, 14, 16, 18/9, 23/4 en 29. Wit 21, 25, 27/8, 31/2, 35/6, 38, 43/4, 47, 49 en 50. UIT DE MATCH. MOLIMARD—DE HAAS (1912.) Stand. Zwart: 3, 6/10, 12, 13, 16, 18, 19, 21, 23, 24, 26. Wit: 27, 28, 32/40, 42, 45, 47, 48. Wit: 27—22 36—31 47—41 37—31 32 41 Zwart: 18 27 27 36 3-6 47 26 37 23 41 Wit: 41—36! 34 5 40 20 Zwart: 47 29 4-3 34 Zwart speelt nu echter 2127, wit vlucht dan van 5 naar 41, doch zwart vangt de witte dam echter bekwaam aj,s volgt: 9—14, wil 2-0 18, zwart 12 20, wit moet 4 slaan van 41 11, zwart 6 17, met beteren stand, waar om Molimard de combinatie dan ook achter, wege liet. Men leert uit het bovenstaande ook nog, dat Molimard niets onderneemt, hoe fraai ook, wanneer het de positie schaden kan. Stand. Zwart 2, 7, 8, 12, 15, 17( 18, 20, 23, 24. Wit: 16, 26, 32, 33, 35, 36, 38, 39, 40, 45. Zwart had als laatsten zet 1318 gespeeld, wit verlokkend tot 3328, zwart zou hierop als volgt hebben beantwoord: Wit: 33—28? 28 19 19 28 16 18 Zwart: 13—18 24—29 18—23 7—11 17—21 Wit: 26 17 13 7 Zwart: 8—12 3 42 Wit doorzag echter den valstrik. UIT DE PARTIJ. Zwart 14 schijven op 3 tot 9, 11, 12, 15 tot 18, 25. Wit 15 schijven op 23, 24, 27, 29, 33, 34, 36, 38, 41, 42, 43, 45, 46, 48, 50. In deze stelling geeft wit opzettelijk gelegen heid aan zwart tot damnemen, wetende, dat na dit damnemen de partij voor zwart verloren ls. De lezer rrobeere in den gegeven stand den zet te vinden, die een damzet van zwart mo gelijk maakt, hij stelle zich voor, hoe de partij er uit ziet na den damzet en dan moet hy zich zekerheid geven, da>t deze dam wordt gevangen en.... dat wdt er een schb'f by wint! De heer B. Springer speelde met wit als volgt: Wit 50—44 24 15 1-5 2 2 22 Zwart 15—20 410 38 17 5-0 38—33 4137 46 37 50 10 1-0 41 EINDSPELEN C. BLANKENAAR. Zwart: 28, 41, dam op 46. Wit: 27, 38, 4J, 48, dam op 16. 1. 38—33 28X37 2. 43—38 41—47A 3. 38—32 37X28 4. 48—42 47X21 5. 16X 6 en wint! Een niet diep, maar toch moeilijk vraagstuk. Men vermoedt niet, dat de ontleding aldus zal zün! A. Op zwart 37—42, volgt wit 38X36 en wint met vier tegen 1! Zwart: 7, 30, dam op 45 Wit: IS, 29, dammen op 6, 15 en 47. Wit 1812 (zwart 7 18, anders verliest hy met 1 tegen 4); 61, 1524, 4741 en 1 5. EEN EIGENAARDIGE OPLOSSING. De heer P. KHeute Jr., den Haag geeft het volgende vraagstukje: Zwart: 4, 7, 8, 17, 26, 28 en 36. Wit: 15, 19, 29, 30, 38, 41 en 46. Wit wint op de volgende aardige manier: 29—24, 19—18, 18 33, 30—24 én 15 24. Een origineele afwikkeling. OPLOSSINGEN. Probleem No. 310 (J. BOURQUIN). Zwart: 8/10, 11/4, 17/8, 20, 24/6 en 45 Wit: 22, 27/9, 31/2, 35/7, 39, 42, 44, 47 en 50. Wit 29—23, 35—30, 44—40, 22—18, 42—38, 37 19, 27—22 en 22 2. Probleem No. 311 (A. MEAUDRE). Zwart: 2, 7, 18/21, dam op 10. Wit: 11, 28, 32, 35, 38, 40, 42 en 46. Wit 28—22, 32—28, 28—23, 38—33, 40—34 en 35 4. Probleem No. 312 CA MEAUDRE). Zwart: 8/11, 14, 17, 19, 24, 34, dam op 35. Wit: 23, 27/8, 32, 38, 42/4 en 50. Wit 23—18, 4-3—39, 18—13, 27—22, 32 3, 3 16. Probleem No. 313 (F. JAOQUOT). Zwart: 6, 8/10, 13, 18/9, 24, 30 en 33. Wit: 16, 21/2, 27, 32, 40/3 en 49. Wit 42—38, 43—38, 40—34, 49—43, 41—37 en 32 5. Goede oplossingen ontvangen van: W. J. v. d. Voort, Nieuw-Vennep; J. J. de Best, J. W. Ha ring en J. Brugman, allen Den Haag; Joh. Lo- dewykx, D. R., C. v .d. S„ J. H. P. en H. H. W. Borghardt, allen Rotterdam; P. C. v. d. Zon, Leiden. HET SCHEEPVAARTVERKEER IN DEN NIEUWEN WATERWEG. Maandstatistiefc, Gedurende de maand Mei zijn volgens onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnengeloopen 1284 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 2 zoe- lichters, met inbegrip van 70 bunkerbooten Hiervan waren bestemd voor Rotterdam Hoek van Holland b"2, Poortershaven II, Maasslu's 9, Vlaardingen 67, Vondelinuenplaat 46, Perrifn 6, Schiedam 53, andere Nedeil. havens 17, en Duitsch- land 36. Gedurende dezelfde tnaand, van het vorig jaar kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 12i0 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 7 lichters, bun kerbonten hierbij niet inbegrepen. Sedert 1 Jan. zyn aangekomen: N. WATERWEG 1930, 1929 Schepen Netto R.ton» 6157 10.406.494 5105 9.273.994 Verschil 752 1.132,500 Zonder bunkerbooten. ROTTERDAM 1930 1929 4985 472! 8,552,291 8,230,608 Verschil 264 321,683 VLAARDINGEN 1930 1929 338 270 749,692 571,152 Verschil 68 178,540 SCHIEDAM 1930 1929 211 127 530,003 318,733 Verschil 84 211,270 PERNIS 1930 1929 35 37 61,020 68,918 Verschil 2 7,898 DUITSCHLAND 1930 1929 108 66' 46,700 27,142 Verschil 42 19,558 MAASSLUIS 1930 1929 9 2.330 Verschil 9 2.330 POORTERSHAVEN 1930 HOEK V. HOLLAND 1930 VONDELINGENPL. 1930 Ander Ned. havens 1930 64 84,849 163 281,315 230 265,278 09 31,561 Naar Rotterdam zijn opgestoomd 27 schepen mft. 40,572 n. reg. tons welke cijfers zijn inbegrepen In de statistiek voor de haven van Rotterdam. Gedurende de afgeloopen week zijn volgens onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen geloopen 307 schepen, ^waarvan o zeilschepen en 1 zeelichter, met inbegrip van 22 bunkerboo ten. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam 235 Hoek van Holland 8, Poortershaven 1 Maassluis 0, Vlaardingen 16, Vondelingenplaat 18, Pernis 2, Schiedam 16, andere Nederlandsche havens 3 en Duitschland 8. Gedurende hetzelfde tijdvak van 1929 kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 272 schepen, waar van o zeilschepen en 2 zeelichters, bunkerbooten hierbij niet inbegrepen. Sedert 1 Januari zijn aangekomen: Schepen Netto reg tons N. WATERWEG 1930 1929») 6157 5405 10.406.494 9.273.994 Verschil 4 752 4- 1.132.500 Zonder bunkerbooten ROTTERDAM 1930 4985 8.552.291 1929 4721 8.230.608 Verschil 4- 264 321.683 VLAARDINGEN 1930 338 749.692 1929 970 571.152 4" 68 4- 178.540 SCHIEDAM 1930 211 530DG3 1929 127 318.73.5 Verschil 4- 84 4" 211.270 PERNIS 1930 35 61.020 1929 37 68.918 Verschil 2 7.898 DUITSCHLAND 1930 108 46.700 1929 66 27.142 Verschil 4- 42 t 19.558 MAASSLUIS 1930 9 2.330 1929 Verschil 4- 9 4-2.330 POORTERSHAVEN 1930 64 84.849 HOEK VAN HOLLAND 1930 163 281.315 VONDELINGENPLAAT 1930 230 265.276 Andere Ned. havens 1930 99 31,851 Naar Rotterdam zijn opgestoomd 3 schepen met 3.878 n. reg. tons welke cijfers zijn inbe grepen in de statistiek voor de haven van Botter- terdam. Reel. 19125 DGMVS 6 Een Bull-Dog Drummond-verhaal. door SAPPER. 52.) Haar meester zag vanuit de hoogte op haar neer. Moordlust was er in zijn oogen. Zijn woe de was zoo groot, dat hij den wurger geheel vergat. Niets scheen er meer te bestaan dan fJifj eene oorzaak van zjjn bestiale woede. Veer schoten zijn handen naar voren, nu met dreigender bedoelen en reeds omtastten ze den weeken hals van het jonge meisje ze grepen en nepen, totdat er een raar 'gesuis in haar ooren klonk. Hy vermoorde haar. Dat vermoedde ze uit het donker, dat zich om haar samenpakte, uit het vage rumoer, dat van bin- ren uit in haar ooren doordrong, van het steedr zwakke- wordende razen en tieren van haar >ester. Eouden wij dan nooit konten? lioest ze dan ais een hond sterven, omdat ze as juist had veviost? Toen ze alle hoop reeds "tad lal jtt wtriu zweefde ineens boven hen _eiden, b^-en den moordenaar en zyn slacht- OfJ>~ reusachtige schaduw en over Gran ger's schouder heen zag ze een reusachtigen gemaskerden vogel, een soort vampier, met menschenhoofd en verschrikkelijke oogen. Gogen als gloeiende kolen, oogen als van hun kat thuis, toen ze eens op een avond kolen was gaan scheppen. De Bossu Masqué was in de kamer gekomen. Crapeau! Crapeau! Als een zweepslag striemden de woorden de stilte. Ineens lieten'de wurgende handen los. Die v lichting kwam zoo ineens en was eigen- lyk geweldig, dat ze de eerste oogenblik. ]f*n a.-a niets anders meer dacht, dan dat ze was, dat ze nog niet behoefde te ster- yen, dat de laaghartige moordaanslag was ver ijdeld. Met een gevoel van misselijkheid, van uiterste verslagenheid krabbelde ze overeind, viel terug, voelde zich ellendiger dan ooit, probeerde weer en kwam ten slotte op een stoel neer. Toen greep een nieuwe wanhoop haar aan. Niet wij waren gekomen maar Le Bossu. De Gebochelde had dus gevangen geze ten. Zij had onzen doodsvijand de gelegenheid geboden om Granger en haar zelf rustig te ko. men vermoorden. Zij had haar eigen leven roekeloos prijs gegeven. Het overhalen van den schakelaar was de stomste streek, dien ze ooit van haar leven had kunnen uithalen. 1Zoo. Pad, daar zijn we weer eens bij el kaar. De wereld is klein. Al duurt het soms twintig jaar en meer, toch kom je elkaar al tijd weer tegen. Wat zeg je nu wel tegen me? Granger was als een ellendig stukje mensch .'u een hoek weggedoken en zat zenuwachtig aan zyn boord te trekkeift Le Bossu stond rechtop midden in het vertrek en vertrok geen spier. Alleen onder het masker kwam het venijnig glimlachen van zyn lippen bloot. Je zult me wel heel veel hebben te ver tellen. Pad. Ellendige kruiper, dat je daar bent. Maar ik zal je volop gelegenheid geven, als we straks eens rustig op ons gemak zitten. Eerst zul je me de werking verklaren van die helsche machine, die me daareven bijna ver pletterd heeft. Vooruit Pad, vlug een beetje. Ik heb zoo'n idee, dat we dat ding nog eens noo- dig zullen hebben, voordat de nacht om is. Spaar me! spaar me! schreeuwde en jam merde de Pad, terwijl hij op zijn knieën naar den ander kwam gekropen. Spaar me! Ik zal je alles vertellen. Spreek siste de ander. Onmiddeliyk! Er ligt een steen in den vloer van den tunnel, begon de Pad op bevenden toon. Als je daarop trapt, gaat er hier een geweldige bel over. Als je dan dien schakelaar over haalt op dat bord in den hoek, sluiten de mu ren zich electrisch. Vroeger werkte het anders floor een of ander geheimzinnig mechaniek, maar ik heb het alles electrisch laten om bouwen. Dat zie ik. Toen jy dus de hel hoorde overgaan, Crapeau, wist jij dat er iemand op den steen stond. Je wist verder, dat ik van nacht zou komen. Je hebt me dus voor den laatsten keer uit den weg willen ruimen; je hebt me tusschen die muren willen verplette ren of verhongeren. En daarom heb je den schakelaar overgehaald. De Pad klemde in doodschrik zyn handen om de knieën van zijn aartsvijand. Dat klinkt allemaal erg gemakkelijk. Nu zou ik wel eens willen weten, wat jou bewogen heeft om me weer te bevrijden. Of heb je het niet gedaan? Heeft dat meisje daarvoor ge zorgd? Ja, ik was het, vuile moordenaar, zei Pat Verney vol minachting en le Bossu kon zich niet weerhouden even te grinniken. Vriendelijk van u, merkte hij op. Ver moed je werkelijk, dat de hel vannacht nog eens zal klinken? Hij gaf zich een oogenblik geheel over aan het verbazend kostelijke misverstand, waar door Pat Verney hem van een zekeren dood had bevrijd. Mocht het in ieder geval nog eens gebeu ren, dan weten wij nu wat ons te doen staat, ging hij even later verder. We zullen alle maatregelen nemen om te zorgen, dat we in ons uitvoerig programma niet gehinderd wor den. Er valt hier vannacht nog heel wat te doen en dan is het lastig als je een stuk of vier potkykers op je dak krygt gestuurd. Je vrienden zijn werkelyk een beetje naief om het tegen mij te willen opnemen. En nu Crapeau, wendde hij zich tot den jammerkerel aan zijn voeten, kom eens hier. Granger stond op en kwam als een geslagen hond naar hem toe. Ik wil eerst voldoen aan mijn nieuwsgie righeid. Daarom zal ik je een paar vragen stellen. Daarna zullen we even afrekenen. Want ik heb heel wat op mijn lijstje staan. Waar heb jij je al dien tijd verborgen gehou den Crapeau, zoodat ik je met geen mogelijk heid heb kunnen vinden? In Zwitserland, gaf Granger bijna hul lend ten antwoord. In Zwitserland, zei le Bossu nadenkend. Ben je hem daar naar toe gesmeerd? Enfin, dat kan me nu weinig schelen. Stom was het niet. Maar je had er moeten blijven. Wat je toen allemaal hebt uitgespookt is oud roest voor me geworden en ik ben je meer dan zat. Ik voel er eigenlijk niets voor om al die oude koeien uit de sloot te halen. Al die jaren ben je over de wereld getrokken, ben je van de eene plaats naar de ander gesjouwd Crapeau, omdat je voor my op je dood was. Nooit ben je een dag zeker geweest van je leven. Nooit ben je 's morgeus opgestaan zonder de angst, dat die dag de laatste van je leven zou zyn, dat eindeiyk le Bossu Masqué zou komen op dagen, dat hij ergens zou rondsluipen om je in een onbewaakt oogenblik naar de keel te vliegen. Toen ben je je hier gaan opsluiten en dat is de stomste zet van je leven geweest. Je (lacht veilig te zijn achter je middeleeuwsche muren en moderne afweermiddelen. En nu zie je de resultaten. Al je voorzorgen waren nutte, locs: le Bossu heeft je gevonden. We zullen eindelijk eens afrekenen. Weer ging de schel. Le Bossu wendde zich naar het meisje. Vlugger dan ik had vermoed, zei hij. Maar ditmaal zal de schakelaar op zijn plaats blij ven, meisje. Hij haalde den beugel over en ziek van angst en onmachtige woede hoorde zij dien nacht voor den derden keer het onstuimig ge- ruisGh beneden in den tunnel, dat met het zelfde korte hevige gekraak ophield. Toen viel de stilte zwaarder dan ooit in. Maak u zich niet ongerust, ging le Bossu hoffelijk verder. Ik wensch uw vrienden slechts in die gevangenis op te sluiten, opdat ze mij niet langer zouden lastig vallen. Misschien iets langer, maar dat zal hoofdzakelijk van u afhangen. Zou je het wagen om slechts een poging te doen dan zijn vingers grepen slechts even naar haar keel en ze deinsde vol schrik achteruit, dan zou ik werkelijk onaan genaam gedwongen worden, om dat op drastische wüze te voorkomen. Dan konden ze daar wel eens dagen en weken biyven zitten, want ik zou me niet de moeite getroosten om terug te komen en ze uit hun gevangenis te verlossen. Ga daar aan den anderen kant van de kamer zitten. Zy strompelde naar de aangewezen plaats en Viel zwaar op een stoel. Die zacht fluisterende stem was ten slotte nog verschrikkelijker om aan te hooren, dan Granger's verschrikkelijke v.oekcnde en tierende geschreeuw. En nu ter zake, Crapeau. Wat heb je in al die jaren allemaal verkocht? Geef eens re kenschap van je rentmeesterschap. Juist genoeg om van te kunnen leven en dit huis te koopen, pleitte Granger. Bij het bloed van de H. Maagd ik spreek de waarheid. De rest bevindt zich allemaal in het huis. Neem het maar. Ik zal precies nemen wat ik noodig heb, zei le Bossu rustig. Ik vertrouw dat je in ieder geval de emaralden niet hebt verkocht. Die zijn hier! schreeuwde Granger, ter wijl hij met bevende handen naar de opening bij den haard tastte. Allemaal! Het meisje kwam gaandeweg onder de be koring van den onmetelijken schat kostbare steenen, die als een stroom van levend groen vuur van de eene hand in de andere hand werd overgegoten. Hoe schoon, fluisterde le Bossu, hoe schoon! En dan te weten, lieve schatten, dat jullie zoo lang in dit ellendig huis hebben moeten wonen. Hoe veel mooier zul je niet uitkomen aan den blanken hals van een Amerikansche jonge dame. Nu Pad de rest. Leg alles maar op de tafel, dan zal ik zelf wel kiezen, wat me het beste lijkt. Het eerstvolgende uur moet Pat Verney werkelijk gedroomd hebben, dat ze zich in een tooverpaleis bevond. Van alle kanten haalde de Pad de kostelijkste juweelen, al of niet in platina en goud gezet, te voorschijn. Het vorm de een schitterend, steeds vervloeiend mozaiek op de tafel. Paarlen en robijnen en briljanten, schitterende miniaturen, stapelden zich iedere minuut tot steeds fantastischer waarde op, zoodat het haar op den duur begon te duizelen. Ai dien tyd zat Le Bossu rustig in zon stoel. Alle verwondering, was hem vreemd. Het leek haar toe, alsof hy alleen maar zat te tellen met dezelfde onbewogen zekerheid, waarmede een havenmeester zakken graan controleert. Slechts nu en dan grepen zijn handen in aar zelenden eerbied naar een kostelijk stuk goud smeedwerk, dat hij liet wentelen en draaien en "waarin het veelkleurig licht der juweelen een onvergelijkelijken weerglans tooverde. Kostelijk, kostelijk! zei hij dan in onver holen bewondering. Jammer dat het achter moet blijven, Weer ging er een uur van eindelooze marte ling en telkens stijgende bewondering voor het arme meisje voorbij, Le Bossu deed inmiddels zijn keus. Elke steen werd zorgvuldig onder zocht. Viel het onderzoek tegen, dan werd hij weer op tafel terug gelegd. Bleek het voor werp het meenemen waard, dan legde Le Bos su het in een der fluweelen cassetten, die hy uit zyn zak had gehaald. Er werd geen woord gesproken. Toen Granger het eenmaal waagde om kreunend protest aan te teekenen tegen de cnbillyke verdeeling werd hij met een kort gehaar tot de orde geroepen en zonk wederom terug in zijn kruiperige dienstbaarheid. Voor de tweede maal kwam er dien nacht een gevoel over haar, alsof ze niet meer in de werkelijk heid leefde, alsof het alles een zonderlinge droom was. Die groote misvormde gestalte aan den lessenaar, zwijgend en geheel opgaand in zijn werk; de jammerende, schichtig heen en weer drentelende Granger daar naast. Het wa ren inderdaad gestalten uit een erg lugubere fantasie. Ten slotte stond Le Bossu op. Hij had zijn keuze gedaan en stond nu zwijgend, tergend zwijgend Granger aan te zien. Hij stond met zijn rug naar het meisje, maar er moet een kracht in zijn oogen geweest zijn, die den an. der duidelyk maakte, wat er gebeuren ging. Want plotseling wierp De Pad zich op zyn knieën en gilde en schreeuwde en huilde als een ter dood veroordeelde. Hij kroop over den grond. Spaar me! Spaar me toch! jankte hy tel kens. Ik heb je toch alles gegeven! Crapeau, hoorde ze toen Ineens een stem vragen, die ze tot dan toe niet gehoord had. Ken stem met een helsche dreiging. Een stem, die iets had van een lach en tegelijkertijd sneed als een guillotine. Crapeau, welke straf stond er vroegerop, als iemand mij niet ge hoorzaamde? De dood, mompelde de ander dof. Is er een reden, Crapeau, waarom jij aan dien algemeenen regel zou ontsnappen? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 7