WAT ER IN FINLAND GEBEURT OPA NIEUWE HET DUIZENDJARIG PARLEMENT VAN IJSLAND Wie is ongeschikt voor onderwijzer ADVERTEERDE 50 JAAR MAANDAG 23 JUNI 1930 DE ACTIE TEGEN HET COMMUNISME GELEDEN REEDS IN DE SCHIEDAMSCHE COURANT EN VOER ER WEL BIJI WAT DOET GIJNU? 930—1930 DE TEGENWOORDIGE POSITIE DER KATHOLIEKE KERK iïipliiiiiïl PPP-x '<j - ft ,ww WL T" w tvM ML ï&tt LIJSTJE VOOR GEGADIGDEN Voor gegadigden laten wij hier het lijstje volgen van hen, 'die volgens een betoog van Frits van Raalte in het „Handelsblad" van 12 Juni (Avondbl. vierde blad) ongeschikt zijn voor onderwijzer 1. Iemand met een lichaamsgebrek dat is trouwens van ouds bekend moet men niet voor de klas zetten, niet alleen omdat hij kans loopt door de kinderen gescholden te worden, maar omdat menschen met een lichaamsgebrek zich in zeer vele gevallen, minderwaardig gevoelen, prikkelbaar zijn en hun minderwaardigheidsgevoel nogal eens willen compenseeren door onderdrukking en overbeersching. Dit deed de Ouden in hun gebrek aan psychologische verklaring al zeggen: hoed u voor de van God geteekenden. (Deze uitdrukking deed ons altijd zeer onaangenaam aan. Red.) Het doet er niet toe of het gebrek aangeboren of verworven is; in beide gevallen maakt het den drager ervan aanzienlijk minder geschikt, zoo niet geheel ongeschikt voor leeraar. Het uit onze jeugd al bekende verhaal van den bultigen onderwijzer, die zich zoo goed voor de klas wist te hand haven, zal wel een uitzonderingsgeval zijn geweest. 2. Menschen, die lichtgeraakt of achterdoch tig zijn, die een kwalijknemenden aard hebben of een sterke secundaire functie, hetgeen beteekent het lang nawerken in het onbewuste van vooral onaangename indrukken derge lijke menschen kenmerken zich vaak doordat ze slechte slapers zijn zijn algemeen gespro ken, niet geschikt voor onderwijzer, doordat ze een licht geprikkeld humeur hebben, niet gauw vergeven en blijven mokken over onrecht of wat ze daarvoor aanzien, dat de jeugd hun aandoet. 3. Menschen met piekerenden aard, of die buitengewoon stilzwijgend, gesloten zijn en die zich voordoen als een van de kudde afgedwaald lam, die geen aansluiting hebben bij andere menschen of die geen vrienden willen of kunnen hebben, zijn ongeschikt, omdat ze niet tot de kinderen kunnen gaan. 4. Personen, die van den hak op den tak springen of die op andere wijze toonen geen logischen gedachtengang te hebben, zijn intel lectueel ongeschikt voor onderwijzer, althans minder geschikt. 5. Menschen die, al is het in nog zoo lichten graad, aanleg hebben voor gehoorshallucinaties of die op andere wijze den indruk maken, psychisch niet volkomen intact te zijn, behooren niet voor de klas te staan, daar uit een troebele bron geen schoon water geput kan worden. Alleen volkomen normale menschen, zonder psychische defecten behooren voor de klas te staan. 6. Menschen, die heel veel droomen en die dus veel naar het onbewuste verdrongen hebben, zullen in den regel niet evenwichtig genoeg zijn, om met succes en tact hun klas te leiden. 7. Personen, die sterk individualistisch zijn en zij, die duidelijk egoïstisch of egocentrisch zijn, moet men niet voor het onderwijs opleiden, omdat ze steeds zichzelven en niet de kinderen zoeken zullen. 8. Menschen, die zich gauw kwaad maken en zij, die haatdragend zijn, deugen niet voor de klas. Toelichting hierbij is overbodig. 9. Menschen, die hongerig naar eer of naar lot van hun medemenschen zijn, moesten niet voor het onderwijs opgeleid worden, want ze zullen allicht alles doen wat ze kunnen om dien lof of die eer te verdienen, misschien in hun vrijen tijd aan politiek gaan doen om nog eens een groote rol te kunnen spelen of voor een of ander doctoraat studeeren, want voor hen is de school niet meer dan een doorgangs huis, een middel om tot zeker doel te geraken, een pis-aller in den slechtsten zin, en ze zullen al hun aandacht gericht houden op het verre einddoel en niet op de directe belangen der kinderen. 10. Algemeen gesproken moeten menschen met bijzonder nerveuzen aanleg ongeschikt voor het onderwijs worden geacht, omdat door de nauwe wisselwerking tusschen klasse en onder wijzer allicht iets van de nervositeit overwaait op daarvoor ontvankelijke kinderen. 11. Menschen met gebrek aan zin voor humor en voor kwinkslagen, zij die niet lachen kunnen en geen lachen verdragen kunnen, menschen die te veel van het leven verwachten en men schen met duidelijk ontevreden aard moet men afraden, zich voor het onderwijs te bekwamen, omdat ze gevaar loopen, een ramp voor de kinderen, een teleurstelling voor zichzelve te worden. 12. Bij de keuze van het beroep van onder wijzer komt wel degelijk een auto-selectie voor in dien zin, dat er kinderen zijn, die verklaren liever geen onderwijzer te willen worden, soms op bewuste, som3 op latente motieven. Men zou niet voor mogelijke teleurstellingen ver antwoord zijn, door dergelijke kinderen te animeeren, het toch maar eens te probeeren. 13. Menschen met onduidelijke persoonlijk heid, van wie dus niet te veel kan uitgaan, zijn, al is hun intellectueele begaafdheid ook groot, niet geschikt voor leiders der jeugd. Alleen wie groote kracht heeft, kan ervan mededeelen, maar het kleurlooze, het onper soonlijke kan niet vormend werken. 14. Menschen die spoedig teleurgesteld zijn, die geen volharding hebben en niet voldoende optimisme, zoodat ze gauw uit het veld geslagen zijn door de talrijke teleurstellingen, die het klasse-onderwijs eiken dag opnieuw met zich brengt, doen beter een beroep te kiezen, waarin ze niet met levend materiaal omgaan, dan zich met opvoeden en onderwijzen van kinderen bezig te houden. Wij geven gaarne toe, dat meerdere der hier opgasomde gebreken iemand ongeschikt of minder geschikt maken voor onderwijzer, al hopen wij niet dat h.v. iemand, die n^ ernstig onderzoek tot de overtuiging komt, dat hij slechts een „onduidelijke persoonlijkheid" ver toont, onmiddellijk uit het onderwijs zal weg vluchten. Mogelijk zou hij door duizenden anderen worden gevolgd. Men dient ook niet te vergeten, dat menig gebrek voor een over- tuigings- en karaktervolle persoonlijkheid te verbeteren valt. Wat hier van onderwijzers gezegd wordt, zou natuurlijk ook moeten gelden voor leeraars. milltlHUIHHIlllllHillinillIlHltlinitnillllltllHII'ii'HlililllüBtlllt'HHHHlMHmHUIlIlllIHniilll Een boeren-actie tegen een zwakke regeering Onze Noersche correspondent schrijft ons: Finland, dat zich van Rusland heeft losge maakt, heeft zich ook aan het communisme ontworsteld. Het land is trouwens als naaste buur van Rusland de Europeesche voorpost tegen de bolschewieken. De Finnen bewaken hun grenzen en hun nationaal erfgoed met ijver en nauwgezet heid. In Juni 1924 heeft het hooge gerechtshof uitgemaakt^ dat communisme staatsgevaarlijk en daarom onwettig is. Op grond van dit von nis werd de communistische partij gerechtelijk ontbonden. Honderd zes en negentig communis ten werden gegrepen en in de gevangenis ge zet. De vonnissen luidden van half tot drie en een half jaar gevangenisstraf plus verlies van burgerrechten wegens hoogverraad. Om aan den greep van den sterken arm te ontkomen, camoufleerden de communisten hun vereeniging. Zij waanden zich nu zeker en werden even brutaal als vroeger. De politie kreeg in de lente van 1928 opdracht in te grij pen. De voorgenomen razzias leverden zes en veertig arrestanten op, onder wie twee afge vaardigden van den rijksdag, den secretaris van de vakvereeniging en eenige andere lei ders. Deze actie deed ook in verschillende staats- ondernemigen tot in het leger duidelijke teeke nen van communistischen cellenbouw ontdek ken. Er kwam tevens voor den dag, dat de heeren met geld van Rusland gewerkt hadden. Wederom werden gearresteerden voor hoog verraad veroordeeld. Een gedeelte der communisten heeft zich bij de Finsche sociaal-democratie aangesloten, welke 23 vertegenwoordigers in den rijksdag heeft. Door hun agressief optreden hebben zij het misnoegen gaande gehouden en in den laat- sten tijd wederom doen toenemen. Over het geheele land hebben er kleinere botsingen plaats gevonden. Vooral de boeren zijn het communistisch gewroet moe en in het geheel niet van plan zich zonder slag of stoot te laten verbolschewieken. In de maand December van het vorig jaar traden eenige communisten in het Lappodis. trict in roode kleeren in het publiek op. Zij waren bovendieu getooid met Russische kokardes. De demonstratie verliep in een vechtpartij, waarbij de communisten aan het kortste eind je trokken. Sindsdien is het niet meer rustig geweest. Over en weer werd er geinterpelleerd en geprotesteerd. De anti-communistische actie is Lappoactie genoemd naar het district, waar zij begonnen is. Er werd in den rijksdag een wet aangenomen dia de politie recht gaf alle vergaderingen bij te wonen en te ontbinden. Een voorstel, dat de vrijheid van drukpers aan banden wilde leggen werd daarentegen af gestemd. Als gevolg van al dien strijd werd een aparte anti-communistische vereeniging gesticht met het doel het communisme zoowel in de poli. tiek als in het sociale leven te bestrijden. In den nacht van 25 Maart ging een partij anti-communisten van Lappo naar Vasa om daar een communistische drukkerij tegen den grond te halen. Er werd voor een bedrag vap drie tot vierhonderd duizend mark vernield. Het communistisch blad kon dientengevolge niet meer uitkomen. Een communist interpelleerde over het ge val met het gevolg, dat de regeering beloofde de orde te handhaven. Dat gaf aanleiding tot het begin der actie tegen de regeering. Vijf der vernielers waren gearresteerd, hun zaak werd verschillende malen voor het gerecht be handeld. Den vierden Juni kwamen er onver wachts van alle kanten 200 auto's tegelijk in Vasa aan met demonstranten, die den advocaat van de communisten ontvoerden aanvankelijk met het plan hem over de Russische grens te zetten; zij namen echter naderhand genoegen met een schriftelijke verklaring, waarin de advocaat beloofde, dat hij zich van de commu nisten en van Vasa weg zou houden. De actie werd meer en meer algemeen, zoo dat een deputatie den president Relander op zocht en hem vroeg zoo gauw mogelijk alle communistische drukkerijen en dagbladbedrij ven te doen sluiten. De eiscli luidde verder, dat alle communistische organisaties moesten worden opgeheven en de voornaamste agitato ren in hechtenis genomen. Men eischte ook nog, dat de rijksdag onver wijld zou worden samengeroepen om haast met de uitvoering van deze volkseischen te maken. De president beloofde alles te zullen over wegen. De districtscommissarissen kregen ondertus- schen verlóf om communistische drukkerijen te sluiten. Eén hunner, die dit niet genoeg vond, nam zijn ontslag. De regeering is een boerenregeerlng? waar de boeren zelf niet bijs ter mee tevreden zijn( omdat zij door haar libe ralisme de teugels niet vast genoeg in banden heeft. De rijksdag .is tegen den eersten Juli samen geroepen in buitengewone vergadering. De lei ding van de anti-communistische beweging heeft besloten duizenden boeren naar Helsing- fors te dirigeeren, niet alleen om te demon- streeren, tnaar om de communisten eenvoudig geen gelegenheid te geven aan den rijksdag deel te nemen Dat uit zulk een plan van alles kan voort komen, niet het minst het vervangen van het parlementair stelsel door een dictatuur is niet alleen duidelijk, maar ook te vreezsn Het par lementair stelsel is niet bijster populair in Finland door de zwakte der partijen, waarvan geen enkele een behoorlijke meerderheid Of een regeeringsmachtige minderheid verschaffen kan De partijen zijn bovendien zoozeer oneens, dat er van een behoorlijke combinatie ook al geen sprake kan zijn Een vereeniging van duizend studenten heeft zich voor de beweging verklaard, vele leden zijn naar de centra's vertrokken om aan de leiding deel te nemen Men doet wat men kan om de gemoederen te kalmeeren, de meest invloedrijke personen reizen het land af om tot kalmte en waardigheid te vermanen. In Scandinavië wacht men met spanning af wat er van de actie worden zal Eer vertoont zich een sterkere neiging tegen het communisme dan vroeger, toen heel veel intellectueelen uit angst en cultureele armoede er mede koketteerden Op de laatste bijeenkomst van de Scandinavische schrijvers is het com munistisch probleem en de slappe houding van het leidend intellect in Scandinavië herhaal delijk ter sprake gekomen In Denemarken hebben veertien communisten hun partij ver laten om naar de socialistische over te gaan. Er hangt echter heel wat om en aan de ver ontwaardiging der anti-communisten in Fin land. Ten eersto is de beweging vooral een boeren opstand, daarnevens sterk Finsch-nationaal, dit wil zeggen anti-Zweedsch en als puntje bij paaltje komt anti-germaansch doordat ze een zijdig slavisch is. Dit antigermanisme wordt gekweekt door de leuze ontstaan: Finland voor de Finnen. Dat houdt heel wat menschen ervan terug vooral intellectueelen, van wie 'n overgroot deel van Zweedsche herkomst Is. Dat geeft ze echter ook des te vuriger steun van de Finsche cultuurbeweging, die jong en krachtig en aanvallend is. Religieuze invloeden spelen ook een zekere rol. Men probeert de ontstane beweging te dis- crediteeren door ze piëtistisch te noemen. Dat wal in Scandinavië somwijlen niet meer zeg gen dan anti-libéraal. Dat het orthodoxe ge deelte der bevolking eraan zal deelnemen is zoo goed als zeker. Al deze factoren doen de verwarring nog grooter worden. Naast de godsdienstige en cultureele invloeden, die werkzaam zijn, moet men nog depolitieke rekenen. Een Finsche staatsgreep zal vroeg of laat in Scandinavië gevolgen hebben. Naast Scandinavië zien de Baltische landen nauwlettend toe. Polen en Duitschland zijn niet minder direct geinterrea- seerd bij wat er te gebeuren staat. De meest radicale elementen schijnen echter al zoowat aan k^nt gewerkt en de bezadigde nemen op het oogenblik de overhand. Daardoor heeft een gedeelte der politiek- geinteresseerde Zweden zijn adhesie met de beweging betuigd. Het is te hopen, dat de pogingen, die men in het werk stelt om de gemoederen tot kalmte te brengen slagen. Men zorgt er meestal voor de wenschen der demonstranten te voorkomen om daardoor hen van de ..doelloosheid" hunner betoogingen te overtuigen en ze te vermoeien door successen bij voorbaat. Het is echter de vraag of dit niet de zwakte der regeering al te zeer aan de kaak ptelt en <je massa niet meer en meer in zelfbewustheidzijn en machts- begeeren zal sterken. VEREENIGING TER BEVORDERING VAN •IET DOOFSTOMMENONDERWIJS IN NEDERLAND. De algemeene vergadering Door de Vereeniging ter bevordering van het Doofstommenonderwijs in Nederland Is de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden in Paviljoen Vondelpark te Amsterdam. Voor den aftredenden voorzitter en secretaris, welke zich niet meer beschikbaar hadden ge. steld, werden gekozen de heeren M. Sluizer, directeur van het instituut voor doof stommen te Amsterdam als voorzitter en A. de Vos, leeraar aan het zelfde instituut als secretaris. Verder werden tot bestuursleden ge kozen de heeren J. Plaizier te Rotterdam als penningmeester en J. C. van Moort uit Gro ningen. Vervolgens werd besloten de volgende alge meene vergadering te houden te St. Michiels- Gestel. Mej. C. G. Rijkes uit Amsterdam hield daar na een causerie over het voorbereidend onder wijs voor doofstommen, waarbij spreekster de kwestie of dit onderwijs noodig of gewenscht is, op duidelijke en interessante wijze toelicht te. Na een dankwoord van den voorzitter werd even gepauzeerd, waarna men nog gernimen tijd gezellig bijeen bleef. Den tweeden dag werd de vergadering voort, gezet met een lezing van den heer P. C. de Kluyver uit Amsterdam over het passief en actief taalbezit van het doofstomme kind en een voordracht van prof. dr. H. Burger uit Amsterdam over het gespleten gehemelte en open neusspraak. Op het tweede gedeelte van de algemeene vergadering hield de heer P. C. de Kluyver uit Amsterdam een lezing over het passief en actief taalbezit van het doofstomme kind, waarbij spreker tot de volgende conclusies kwam: Het passief taalbezit moeten we trachten zoo groot mogelijk te maken. Het actief taal bezit bepaalt zich in de eerste plaats tot het grondig beheerschen vau eenvoudige omgangs taal. In de articulatieklas werken twee leerkrach ten. De een verzorgt in het bijzonder het spre ken, de ander in hoofdzaak den taalopbouw. Een oordeelkundig gebruik van andere me- dedeelings-middelen naast aflezen, zal de ont wikkeling van het taalbezit bevorderen. Het vrije taalonderwijs heeft de voorkeur boven het gramaticale taalonderwijs. Het aantal leerlingen per klas moet niet grooter zijn dan acht. Verlenging van den cursus tot tien jaar is zeer gewenscht om het taalbezit van het doof stomme kind uit te breiden. Vervolgens hield prof. dr. H. Burger uit Amsterdam een voordracht over het gespleten gehemelte en open neusspraak. Spreker toonde aan op welke wijze het open gehemelte ont staat hetgeen door een aantal platen werd verduidelijkt. Vervolgens behandelde spreker de nadeelige gevolgen welke deze afwijkingen kunnen heb ben namelijk het onvermogen om een groot aan tal spraakklanken uit te spreken, het optreden van een wrijvingsgeruisch bij het spreken, door het ontsnappen van lucht door een opening in het verhemelte en een sterke nasalitelt bij het spreken. Ook de methoden om in deze afwijkingen te verhelpen door operatie of door het aanbrengen van een obturator werden uitvoerig behandeld. Na een korte pauze werd er nog een korte discussie gevoerd over enkele punten uit de lezing van den heer de Kluyver, waarna de vergadering werd gesloten. WAAR EN HOE HET VOLK BESTUURD WERD IJsland werd omstreeks het jaar 900 van Noorwegen uit bevolkt. Een Noorsche krijgs man, Ingolfur Arnarson, sloeg er zijn tenten op in 874 en vestigde zich te Reykiavik, aan de baai, waar later de hoofdstad van het land zou gebouwd worden. In een tijdsverloop van zestig jaar was IJs land zoo goed als bewoond. In 930 maakten de bewoners hun grondwet op en werd er een parlement gesticht, dat wet gevende en rechterlijke macht kreeg over allen en „Alting" genoemd werd. Het woord „Alting" of ook „Altinget", maar dan staat er het lidwoord aoliter en moet het niet door parlement, maar door „het Parle ment" vertaald worden, is samengesteld uit „al", hetgeen beteekent „geheel" en „ting", dat wil zeggen: „ding", volksvergadering. De algemeene volksvergadering kwam elk jaar midden in den zomer bij elkaar en werd onder den blooten hemel op een plaats, vijftig kilometer landwaarts van Reykiavik gelegen, gehouden. Deze plaats heet Thingvellir, waar de thlng- valla, de „dingvallei" ligt. Van 930 tot 1262 was IJsland een .republiek. Die periode is het bloeitijdperk van de gc- sohiedenis van het land niet het minst op lit terair gebied. Er werden kunstwerken gescha pen, welke nog steeds tot de beste scheppingen der Oermaansche cultuur behooren. In 1262 sloten de IJslanders esn verbond met Noorwegen, waardoor zij den Noorschen koning als hun heer erkenden. Drzo zou echter niet alleenheerscher op IJsland worden nocli het Alting zijn wetgevende en rschtsprekondo macht mogen ontnemen. De werkzaamheid van het Alting werd ge durende de jaren 1S00 tot 1840 gesuspendeerd. Daarna kreeg de volksverzameling een andere samenstelling en werkwijze, zij werd naar Rey kiavik overgevoerd en in eigen regeerings- gebouwen ondergebracht. In December 191S kreeg IJsland wederom meer zelfstandigheid als souvereine staat in Deensch staatsverband. Er worden dezen zomer groote feesten ge organiseerd om het jubileum van Europa's oudste parlement te vieren. Duizenden zullen naar IJsland zeilen en stoomen om eraan deel te nemen. De IJslandscbe rcgecring heeft alle parlementen uitgenoodigd. De Scandinavische landen zullen er rijkelijk vertegenwoordigd zijn, maar ook veel letterkundigen en geschied schrijvers van de oude en nieuwe wereld zui len het oude cultuureiland bezoeken om van de stroomen van sensaUotoeristen niet te gewa gen. De sage van het eenzame eiland zullen her leven en mogelijk zal het g.-'bouren het leven geven aan een nieuwe sago, de inleidster van een nieuw bloeitijdperk voor de Ij3iandscho kunst, en wetenschap en politiek. Toen IJsland nog republiek was en zijn glorietijdperk beleefde, was het land verdeeld in vier districten, die elk hun volksvergadering en provinciale staten hadden. Da volksvergaderingen werden in de provin cies in de lente gehouden tot een getal van dertien, drie in elk district; het grootste, het Noordelijke district, hield er vier. Somwijlen werden er in den herfst ook nog vergaderingen uitgeschreven, juister gezegd: beroepen. Iedere volksvergadering had zijn eigen dingplaats, maar de kleinere verzamelplaatsen raakten in vergetelheid. Alleen Thingvellir i3 tot op den huidigen dag een openbare ver gaderplaats, waar het volk voor een of ander doel bij elkaar geroepen wordt, gebleven. De groote roemrijke dingplaats is heerlijk gelegen, getooid met do ruwe schoonheid der IJsIandsche natuur. Arild Thorgilssou, die de wijze genoemd wordt, verhaalt, dat een zekere Grim, pleeg broeder van Ulfjots bet geheele land afliep om de beste plaats voor de samenkomsten van het volk uit te kiezen. Zijn keuze viel op Thingvellir, centraal ge legen in het Zuid-Westelijk laagland, grenzend aan de voornaamste iaaggebieden van liet bergrijke eiland. Thingvellir is een begroeide lavavlakte aan den Noordelijken oever van het grootste meer van IJsland, het Thingvellir- meer. Rondom stapelen de bergen zich hoog en laag in prachtige formaties op tot een heer lijken achtergrond voor het tooneel van het nationale leven. De IJsIandsche vulkanen heb ben hier geducht huisgehouden, de rotsen in wilde en machtige spleten gescheurd en af gronden in den vasten bodem gebroken. Een der meest bekende valleien, door het scheuren der rotsen ontslaan, is de Almanna- gia, die drie mijlen lang is en als een rechte lijn van de rotsen in het Noorden naar het meer in het Zuiden loopt. Dit dal Is ongeveer veertig meter breed, zeer diep, en ligt vol steenen, die van heide rots kanten naar beneden storten. De bodem van deze rotskloof is met gras en kleine struiken begroeid; 't zomers groeien hier de mooiste bloemen, terwijl er in de diepste holen der kloof, waar de zon niet toe doordringt, do eeuwige sneeuw ligt. Aan den Westkant van de vallei ligt het land iets dieper dan Oostwaarts het geval is. De helling loopt van het Oosten naar het Westen en is in tweeën verdeeld. Het onderste gedeelte, dat in een vlak grasveld uitloopt, werd als dingplaats gebruikt. Om deze groot genoeg te maken werd de Oxarurivier, die er midden doorstroomde, verlegd. In deze rivier is er een kolk, waar in vroeger tijden kindermoordenaarsters als straf voor haar' misdaad verdronken werden. In den republikeinsohen tijd had het Alting een drievoudige functie. Het was een wetge vende vergadering, een gerecht, en tevens wer den er op de verzamelplaats alle wetten, wette lijke beslissingen en rechtsuitspraken officieel bekend gemaakt. Door de publicatie op de dingplaats traden ze officieel in werking. De wetgevende vergadering werd Lögr-jetta genoemd. De wetten werden vanaf den berg der wêt-Lögberg den volke verkondigd door een staatsambtenaar. De Lögr-jetta' had haar vergaderplaats ten Oosten van de rivier. De leden der wetgevende vergadering zaten "onder den blooten hemel op drie rijen banken, rondom een open plek op gesteld. Op de middelste banken zaten de voor naamste geestelijken, 12 uit het Noordelijkste district en 9 uit de drie andere. Het geheele gezelschap bestond uit 144 perso nen, aan wier hoofd een president zetelde. De wetverkondiger was tevens president. Bij elke zitting werden de rechter voor de volgende rechtsperiode gekozen. Op den berg der wet-Lögberg was er plaats voor dengene, die de wet moest oplezen en 48 leden van de wetgevende vergadering. Het Alting werd vanaf die plaats geopend en ook gesloten. De plaats is gelukkig gekozen. De echo ver sterkt er het geluid der menschelijke stem en droeg de gewichtige woorden over de hoofden der aanwezigen heen naar het land, dat in spanning afwachtte wat er aangaande ziin lot zou beslist worden. De jubileumfeesten Op deze historische plaats zal het IJsIand sche volk wederom samenkomen en zijn dui zenden gasten uitnocdigen hot schouwspel van de herleving van het grootsche verleden van het eiland bij te wonen. Gelijk in den ouden tijd de aanwezigen ge durende de zittingen van het Alting in tenten verblijf hielden, zoo zal nu wederom de vlakte met tenten bezaaid worden om de stroomen der feestvierenden en nieuwsgierigen te her borgen. Er wordt een heele tentstad gebouwd met straten en pleinen en allo gerief, dat men zich wenschen kau: een post- en telegraafkan toor, een apotheek, geneeskundige dienst, een inlichtingsbureau en een bankkantoor. Het is de vraag of de wegen van Thingvellir naar Reykiavik den last van het geweldig Ver- keer zullen kunnen dragen en verwerken. Er zullen 500 auto's ten dienste van de rei zigers staan, die de dingfeesten van 28 tot 2S Juni willen bijwonen. Do meeste vreemdelingen zullen op de groote toeristbooten in de haven van Reykiavik blijven liggen. De uitgenoodigde officieele gasten van do verschillende landen zuilen op oorlogs bodems Reykiavik aandoen. Engeland stuurt een zijner grootste oorlogsschepen. Do toevloed van vreemdelingen zal op een volksverhuizing gaan gelijken. De IJslanders zullrn zich ineens in het centrum van de groote wijde wereld bevinden, maar zich daarna des te eenzamer voelen op hun eiland. De drang naar buiten zal mogelijk het gevolg van de toestrooming van al dis vreemden zijn. Het is te hoopen, dat de reactie na dit geweldig te- zoek geen moedeloosheid zal w-orden, maar een aansporing om door verheffing der IJsIandsche cultuur het kleine land zooveel aanzien te ver schaffen als mogelijk is. Het fee-tcomité, dat voor twee jaar geleden werd opgericht, zal moeten toonen waartoe het in staat is en dat zal niet weinig moeten wezen. Op Op Thingvellir is er plaats aangevraagd voor 20,000 gasten. Men rekent met een geza menlijk aantal van 30.000 menschen op de historische vlakte. De feesten zijn grootsch opgezet. De clou zal zijn een heropvoering van een dingzitting, zooals dio vroeger geregeld plaats vond, voordat het parlement naar Reykiavik verplaatst werd. De eigenlijke herbouw der Katholieke Kerk op IJsland is niet ouder dan 3035 jaar. Het werk werd het eerst door Fransche geestelijken ondernomen. Zij vestigden zich op het eiland, dat door de Fransche visscbers hun aandacht en belangstelling gewekt had. Gedurende de twintig jaren van hun ver blijf hadden hun pogingen zoo goed als geen succes. Het eenige, wat zij bereikten, is dat zij drie IJsIandsche knaapjes naar het buitenland stuurden om daar een Europeesche opvoeding te krijgen. Een ervan werd de bekende Jesuit en literator Jön Sveinsson. Diens broer stierf als student te Leuven. De derde jngen groeide op tot een voorbeel- digen katholiek, den eenigen katholieken leek op IJsland gedurende de eerste twintig jaren van de vestiging der priesters. Een van zijn jongens is voor eenige jaren priester gewijd en werkt nu te Reykiavik. Na twintig jaren vruchteloos te wachten en zwoegen vertrokken de geestelijken en IJsland was gedurende twintig jaar verstoken van katholieke prediking. In 1895 werd een nieuwe poging vanuit Denemarken ondernomen om de katholieke Kerk wederom te vestigen op den bodem, die geheel en al katholiek geweest was. ï&y MUTATIES BIJ DE MARINE Bij beschikking van den Minister v. Defensie is de officier van administratie der le klasse W. H. Heeris den len Juli 1930 geplaatst aan boord van Hr. Ms. Wachtschip te Willemsoord is de officier van administratie der le klasse J. Nottrot den I Juli 1930 geplaatst bij het vliegkamp ,,De Kooy"; is de officier van ad ministratie der le klasse J. Oosterhuis den 25en Juni 1930 geplaatst te Amsterdam en toege voegd aan den Directeur der Centrale Magazij nen van militaire kleeding en uitrusting aldaar; is de officier van administratie der 2e klasse L. P. vau Boven den len Juli 1930 geplaatst te Willemsoord en toegevoegd aan den Inten dant der zeemacht aldaar; is Ida officier van administratie der 2a klasse J. K. Leijeu den len Juli 1930 geplaatst bij het departement van Defensie te 's Gravenhage. mmm Op het oogenblik is IJsland aan de zorgen van het Gezelschap van Maria toevertrouwd. Onder een Duitschen bisschop, die even over de grens in de buurt van Sittard geboren is, werken eenige Hollanders en een IJslander. Er zijn nu zoowat honderdvijftig katholieken in IJsland, voornamelijk in Reykiavik, waar voor kort geleden de katholieke kathedraal door mgr. Meulenberg gebouwd, door Z.E. kardinaal van Rossum is geconsacreerd. Honderdvijftig maar, zal men zeggen. Dat is weinig Wie liet werk kent onder andersdenkenden en vooral onder hen, die aan plaatselijke en enge tradities gebonden zijn, zal de waarde van deze honderdvijftig veel beter weten te schat ten. Er zullen spoedig wel meerderen volgen. Reyk iavik Is nu niet alleen meer de eenige post en er wordt een maandschrift uitgegeven, dat klaarheid over verschillende katholieke vraag* stukken verspreidt. Hoofdzaak is, dat het katho licisme levend is, en uitingen van leven ver toont; dan komen de vruchten vroeg of laat van zelf. Het grootste gewicht wordt op Reykiavik gelegd, dat met zijn 25.000 inwoners meer dan de helft der bevolking uitmaakt van een eiland, dat ongeveer driemaal zoo groot als Neder land is. De katholieke Kerk heeft op IJsland zich een positie verworven en staat torenhoog hoven de verschillende sekten uit. De bouw van de go tische kathedraal is een symbool ervan, niet het minst omdat zij de schoonste en grootste kerk van IJsland is. Zij domineert over stad en zee. Het bouwwerk is van beton, dat door een mengsel van ertshoudenden steen een too- verachtigen indruk maakt. Toen mgr. Meulenberg in 1903 te IJsland kwam, was de stad ongeveer een vierde van hetgeen zij nü is. Zij is veel vooruitgegaan. De katholieke Kerk heeft dien vooruitgang bijge houden. Naast de kerk ligt een school ook van beton gebouwd. De oude houten kerk wordt nu als gymnastieklokaal bij de nieuwe school gebruikt. Z.H. de Paus heeft aan den bouw bijgedragen, die verschillende honderd duizenden kronen heeft gekost. Dat in dergelijken grootbouw geen verwaandheid maar verziendheid steekt, bewijzen de eerste kerken, die in Noorwegen en Zweden gebouwd werden door groot-idea listen, wier werk eerst nu tot zijn recht komt. De kerken, die toen belachelijk groot waren, zijn nu bijna overal te klein. Wie bij pioniers werk niet aan de toekomst denkt en voor de toekomst bouwt, doet prutswerk, dat spoedig weer moet worden afgebroken en opnieuw op gebouwd. De IJsIandsche kathedraal heeft 700 zitplaatsen. In den machtigen toren hangen drie zware klokken, die Reykiavik met hun galm vullen en geloofsgenoot en anderen tot den kerkdienst beiden. De nieuwe bisschop (heeft den oud-IJsland- schen titel van bisschop van Holar wederom aangenomen. Daarmee is het nieuwe tijdperk wederom aan de oude traditie vastgeknoopt. Ieder IJs lander* weet immers, dat de gioote bisschop Jon Arason van Holar zijn bloed gaf voor de verdediging van 's lands onafhankelijkheid. Mgr. Meulenberg werd het vorig jaar gewijd even, nadat de kathedraal plechtig geconsa creerd was geworden. Er >rdt op IJsland, gelijk in de andere Scandinavische landen machtig veel gelezen. De eerste krant werd 200 jaar geleden op IJsland uitgegeven. Voor 20 jaar terug werd het eerste dagblad opgericht. Op het oogenblik zijn er drie dagbladen, 12—14 weekbladen en verschil lende tijdschriften. Deze komen uit den aard der ligging van het eiland alleen maar bij de bewoners van dit kleine stuk aarde. De dag;, bladen komen alle in de hoofdstad uit. Zr) werken met een kleinen staf redacteuren.--Er worden door de schrijvers heel wat boeken uit gegeven. In het overige Scandinavië komen de boeken meestal tegen Kerstmis uit en worden dan als Kerstgave cadeau gedaan. In IJsland komen zij meestal tegen den slachttijd uit. De hoogste oplaag is ongeveer vijftienhonderd exemplaren. De lezerskring is beperkt. De schrijvers kunnen natuurlijk onmogelijk van hun pen leven gelijk dat met velen in de andere Scandinavische landen het geval is, zij doen er .meestal het een en ander bij. Degenen, die van hun litterair werk wen schen te leven en er hun heele leven aan te besteden, die gaan naar het buitenland, naar Denemarken, het moederland, ofwel naar Noorwegen. Maar het zijn en blijven uitzonde ringen. Do IJslander is zijn land trouw en scheidt er moeilijk van, vooral niet om in Denemarken te gaan wonen en werken, wanneer hij ten minste ietwat echt IJslandsch bloed in da aderen heeft. IJsland is een land, dat binnen het Deensch staatsverband zelfbestuur bezit. De draag naar algelieele zelfstandigheid is zeer sterk en uit zich in twee programs, door alle IJslanders aangehangen. Men is voor al gelieele zelfstandigheid en onafhankelijkheid van IJsland ofwel voor een onafhankelijkheid, die door een personeele Unie met Denemarken, ietwat getemperd wordt en daardoor voor Dene marken aannemelijk wordt gemaakt. Er is nauwelijks twijfel aan, dat liet groote eiland aan den rand van den Poolcirkel vroeg of laat zijn zin zal krijgen. Op het oogenblik is er binnenslands te veel oneenigkeid vooral tussclien conservatieven en vooruitstrevende!!. Deze strooming, die dwars door het volk gaat, kruist de andere. De gemoe deren worden er niet rustiger op. Hoewel IJsland erg geïsoleerd ligt, komt het met reuzenschreden de Europeesche cultuur achterna en zal spoedig de rest van Europa inhalen. Vële klagen, dat dit ten koete van nationale cultuur gaat. Deze heeft door de iso latie en de sterke inheemsche cultuur diepe wortels geschoten, die meu zoo maar niet alle kan uitrukken zonder tegenstand. Jammer is, dat de nieuwe cultuur, die zich in alles openbaart van den overgang van turf- huisbouw tot betonkastbouw, van stok conser vatieve princiepen tot een soort communisme, zich niet genoeg schijnt aan te passen aan het verleden en daardoor te behouden wat goed en roemrijk is om meefderen voor zich te win- Politiek heeft IJsland niet veel te beteeke- nen, maar de tijd kan komen, dat het een ver- keeroentrum wordt voor overzeesch lucht verkeer. Dan krijgt het ook militaire beteeke- nis. Economisch heeft het beteekenis als land- station voor de vischvangst. De IJslandcis probeeren meer en meer de buitenlanders te verdringen door aanleg van fabrieken, die vischprodueten verwerken en door scherpe wetten en toezicht, waardoor de vischvangst i bemoeilijkt wordt. Dat IJsland zich voorbereidt een lOUte spelen, bescheiden in den beginne, maar die door omstandigheden gewichtiger worden kan, is zoo goed als zeker. Daarvanaf gezien heeft IJsland als oud-cul- tuurland zijn volle beteekenis^ vooi den Euro- peeër, wiens cultureel vergezicht veuler gaat dan de hegjes van zijn tuintje rondom zijn eigen huisje. TYPISCH IJSLANDSCH LANDSCHAP: Oude boerenhoeve, do koeien vinden mos en gras op de bergen en In de dalem. Er zal ivel „luister bedoeld zijn. Gelezen in de ,,s' Hertogenbosscher Courant" 20 Juni: Uit verschillende plaatsen ontvinge» wij bericht dat daar gisteren een H. Sacramen» processie met veel last plaats had'V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 2