WAT ER IN FINLAND GEBEURT
OPA
NIEUWE
HET DUIZENDJARIG PARLEMENT
VAN IJSLAND
Wie is ongeschikt voor
onderwijzer
ADVERTEERDE 50 JAAR
MAANDAG 23 JUNI 1930
DE ACTIE TEGEN HET
COMMUNISME
GELEDEN REEDS IN DE
SCHIEDAMSCHE COURANT
EN VOER ER WEL BIJI
WAT DOET GIJNU?
930—1930
DE TEGENWOORDIGE POSITIE
DER KATHOLIEKE KERK
iïipliiiiiïl
PPP-x '<j
-
ft ,ww
WL T" w tvM
ML ï&tt
LIJSTJE VOOR GEGADIGDEN
Voor gegadigden laten wij hier het lijstje
volgen van hen, 'die volgens een betoog van
Frits van Raalte in het „Handelsblad" van
12 Juni (Avondbl. vierde blad) ongeschikt zijn
voor onderwijzer
1. Iemand met een lichaamsgebrek dat
is trouwens van ouds bekend moet men
niet voor de klas zetten, niet alleen omdat hij
kans loopt door de kinderen gescholden te
worden, maar omdat menschen met een
lichaamsgebrek zich in zeer vele gevallen,
minderwaardig gevoelen, prikkelbaar zijn en
hun minderwaardigheidsgevoel nogal eens
willen compenseeren door onderdrukking en
overbeersching. Dit deed de Ouden in hun
gebrek aan psychologische verklaring al zeggen:
hoed u voor de van God geteekenden. (Deze
uitdrukking deed ons altijd zeer onaangenaam
aan. Red.) Het doet er niet toe of
het gebrek aangeboren of verworven is; in
beide gevallen maakt het den drager ervan
aanzienlijk minder geschikt, zoo niet geheel
ongeschikt voor leeraar. Het uit onze jeugd al
bekende verhaal van den bultigen onderwijzer,
die zich zoo goed voor de klas wist te hand
haven, zal wel een uitzonderingsgeval zijn
geweest.
2. Menschen, die lichtgeraakt of achterdoch
tig zijn, die een kwalijknemenden aard hebben
of een sterke secundaire functie, hetgeen
beteekent het lang nawerken in het onbewuste
van vooral onaangename indrukken derge
lijke menschen kenmerken zich vaak doordat
ze slechte slapers zijn zijn algemeen gespro
ken, niet geschikt voor onderwijzer, doordat ze
een licht geprikkeld humeur hebben, niet gauw
vergeven en blijven mokken over onrecht of
wat ze daarvoor aanzien, dat de jeugd hun
aandoet.
3. Menschen met piekerenden aard, of die
buitengewoon stilzwijgend, gesloten zijn en die
zich voordoen als een van de kudde afgedwaald
lam, die geen aansluiting hebben bij andere
menschen of die geen vrienden willen of kunnen
hebben, zijn ongeschikt, omdat ze niet tot de
kinderen kunnen gaan.
4. Personen, die van den hak op den tak
springen of die op andere wijze toonen geen
logischen gedachtengang te hebben, zijn intel
lectueel ongeschikt voor onderwijzer, althans
minder geschikt.
5. Menschen die, al is het in nog zoo lichten
graad, aanleg hebben voor gehoorshallucinaties
of die op andere wijze den indruk maken,
psychisch niet volkomen intact te zijn, behooren
niet voor de klas te staan, daar uit een troebele
bron geen schoon water geput kan worden.
Alleen volkomen normale menschen, zonder
psychische defecten behooren voor de klas te
staan.
6. Menschen, die heel veel droomen en die
dus veel naar het onbewuste verdrongen hebben,
zullen in den regel niet evenwichtig genoeg zijn,
om met succes en tact hun klas te leiden.
7. Personen, die sterk individualistisch zijn
en zij, die duidelijk egoïstisch of egocentrisch
zijn, moet men niet voor het onderwijs opleiden,
omdat ze steeds zichzelven en niet de kinderen
zoeken zullen.
8. Menschen, die zich gauw kwaad maken en
zij, die haatdragend zijn, deugen niet voor de
klas. Toelichting hierbij is overbodig.
9. Menschen, die hongerig naar eer of naar
lot van hun medemenschen zijn, moesten niet
voor het onderwijs opgeleid worden, want ze
zullen allicht alles doen wat ze kunnen om
dien lof of die eer te verdienen, misschien in
hun vrijen tijd aan politiek gaan doen om nog
eens een groote rol te kunnen spelen of voor
een of ander doctoraat studeeren, want voor
hen is de school niet meer dan een doorgangs
huis, een middel om tot zeker doel te geraken,
een pis-aller in den slechtsten zin, en ze zullen
al hun aandacht gericht houden op het verre
einddoel en niet op de directe belangen der
kinderen.
10. Algemeen gesproken moeten menschen
met bijzonder nerveuzen aanleg ongeschikt voor
het onderwijs worden geacht, omdat door de
nauwe wisselwerking tusschen klasse en onder
wijzer allicht iets van de nervositeit overwaait
op daarvoor ontvankelijke kinderen.
11. Menschen met gebrek aan zin voor humor
en voor kwinkslagen, zij die niet lachen kunnen
en geen lachen verdragen kunnen, menschen
die te veel van het leven verwachten en men
schen met duidelijk ontevreden aard moet men
afraden, zich voor het onderwijs te bekwamen,
omdat ze gevaar loopen, een ramp voor de
kinderen, een teleurstelling voor zichzelve te
worden.
12. Bij de keuze van het beroep van onder
wijzer komt wel degelijk een auto-selectie voor
in dien zin, dat er kinderen zijn, die verklaren
liever geen onderwijzer te willen worden, soms
op bewuste, som3 op latente motieven. Men
zou niet voor mogelijke teleurstellingen ver
antwoord zijn, door dergelijke kinderen te
animeeren, het toch maar eens te probeeren.
13. Menschen met onduidelijke persoonlijk
heid, van wie dus niet te veel kan uitgaan,
zijn, al is hun intellectueele begaafdheid ook
groot, niet geschikt voor leiders der jeugd.
Alleen wie groote kracht heeft, kan ervan
mededeelen, maar het kleurlooze, het onper
soonlijke kan niet vormend werken.
14. Menschen die spoedig teleurgesteld zijn,
die geen volharding hebben en niet voldoende
optimisme, zoodat ze gauw uit het veld geslagen
zijn door de talrijke teleurstellingen, die het
klasse-onderwijs eiken dag opnieuw met zich
brengt, doen beter een beroep te kiezen, waarin
ze niet met levend materiaal omgaan, dan zich
met opvoeden en onderwijzen van kinderen
bezig te houden.
Wij geven gaarne toe, dat meerdere der hier
opgasomde gebreken iemand ongeschikt of
minder geschikt maken voor onderwijzer, al
hopen wij niet dat h.v. iemand, die n^ ernstig
onderzoek tot de overtuiging komt, dat hij
slechts een „onduidelijke persoonlijkheid" ver
toont, onmiddellijk uit het onderwijs zal weg
vluchten. Mogelijk zou hij door duizenden
anderen worden gevolgd. Men dient ook niet
te vergeten, dat menig gebrek voor een over-
tuigings- en karaktervolle persoonlijkheid te
verbeteren valt. Wat hier van onderwijzers
gezegd wordt, zou natuurlijk ook moeten gelden
voor leeraars.
milltlHUIHHIlllllHillinillIlHltlinitnillllltllHII'ii'HlililllüBtlllt'HHHHlMHmHUIlIlllIHniilll
Een boeren-actie tegen een
zwakke regeering
Onze Noersche correspondent schrijft ons:
Finland, dat zich van Rusland heeft losge
maakt, heeft zich ook aan het communisme
ontworsteld.
Het land is trouwens als naaste buur van
Rusland de Europeesche voorpost tegen de
bolschewieken.
De Finnen bewaken hun grenzen en hun
nationaal erfgoed met ijver en nauwgezet
heid.
In Juni 1924 heeft het hooge gerechtshof
uitgemaakt^ dat communisme staatsgevaarlijk
en daarom onwettig is. Op grond van dit von
nis werd de communistische partij gerechtelijk
ontbonden. Honderd zes en negentig communis
ten werden gegrepen en in de gevangenis ge
zet. De vonnissen luidden van half tot drie en
een half jaar gevangenisstraf plus verlies van
burgerrechten wegens hoogverraad.
Om aan den greep van den sterken arm te
ontkomen, camoufleerden de communisten hun
vereeniging. Zij waanden zich nu zeker en
werden even brutaal als vroeger. De politie
kreeg in de lente van 1928 opdracht in te grij
pen.
De voorgenomen razzias leverden zes en
veertig arrestanten op, onder wie twee afge
vaardigden van den rijksdag, den secretaris
van de vakvereeniging en eenige andere lei
ders.
Deze actie deed ook in verschillende staats-
ondernemigen tot in het leger duidelijke teeke
nen van communistischen cellenbouw ontdek
ken.
Er kwam tevens voor den dag, dat de heeren
met geld van Rusland gewerkt hadden.
Wederom werden gearresteerden voor hoog
verraad veroordeeld.
Een gedeelte der communisten heeft zich bij
de Finsche sociaal-democratie aangesloten,
welke 23 vertegenwoordigers in den rijksdag
heeft.
Door hun agressief optreden hebben zij het
misnoegen gaande gehouden en in den laat-
sten tijd wederom doen toenemen.
Over het geheele land hebben er kleinere
botsingen plaats gevonden. Vooral de boeren
zijn het communistisch gewroet moe en in het
geheel niet van plan zich zonder slag of stoot
te laten verbolschewieken.
In de maand December van het vorig jaar
traden eenige communisten in het Lappodis.
trict in roode kleeren in het publiek op. Zij
waren bovendieu getooid met Russische
kokardes.
De demonstratie verliep in een vechtpartij,
waarbij de communisten aan het kortste eind
je trokken.
Sindsdien is het niet meer rustig geweest.
Over en weer werd er geinterpelleerd en
geprotesteerd.
De anti-communistische actie is Lappoactie
genoemd naar het district, waar zij begonnen
is.
Er werd in den rijksdag een wet aangenomen
dia de politie recht gaf alle vergaderingen bij
te wonen en te ontbinden.
Een voorstel, dat de vrijheid van drukpers
aan banden wilde leggen werd daarentegen af
gestemd.
Als gevolg van al dien strijd werd een aparte
anti-communistische vereeniging gesticht met
het doel het communisme zoowel in de poli.
tiek als in het sociale leven te bestrijden.
In den nacht van 25 Maart ging een partij
anti-communisten van Lappo naar Vasa om
daar een communistische drukkerij tegen den
grond te halen. Er werd voor een bedrag vap
drie tot vierhonderd duizend mark vernield.
Het communistisch blad kon dientengevolge
niet meer uitkomen.
Een communist interpelleerde over het ge
val met het gevolg, dat de regeering beloofde
de orde te handhaven. Dat gaf aanleiding tot
het begin der actie tegen de regeering. Vijf
der vernielers waren gearresteerd, hun zaak
werd verschillende malen voor het gerecht be
handeld. Den vierden Juni kwamen er onver
wachts van alle kanten 200 auto's tegelijk in
Vasa aan met demonstranten, die den advocaat
van de communisten ontvoerden aanvankelijk
met het plan hem over de Russische grens te
zetten; zij namen echter naderhand genoegen
met een schriftelijke verklaring, waarin de
advocaat beloofde, dat hij zich van de commu
nisten en van Vasa weg zou houden.
De actie werd meer en meer algemeen, zoo
dat een deputatie den president Relander op
zocht en hem vroeg zoo gauw mogelijk alle
communistische drukkerijen en dagbladbedrij
ven te doen sluiten. De eiscli luidde verder,
dat alle communistische organisaties moesten
worden opgeheven en de voornaamste agitato
ren in hechtenis genomen.
Men eischte ook nog, dat de rijksdag onver
wijld zou worden samengeroepen om haast met
de uitvoering van deze volkseischen te maken.
De president beloofde alles te zullen over
wegen.
De districtscommissarissen kregen ondertus-
schen verlóf om communistische drukkerijen
te sluiten. Eén hunner, die dit niet genoeg
vond, nam zijn ontslag. De regeering is een
boerenregeerlng? waar de boeren zelf niet bijs
ter mee tevreden zijn( omdat zij door haar libe
ralisme de teugels niet vast genoeg in banden
heeft.
De rijksdag .is tegen den eersten Juli samen
geroepen in buitengewone vergadering. De lei
ding van de anti-communistische beweging
heeft besloten duizenden boeren naar Helsing-
fors te dirigeeren, niet alleen om te demon-
streeren, tnaar om de communisten eenvoudig
geen gelegenheid te geven aan den rijksdag
deel te nemen
Dat uit zulk een plan van alles kan voort
komen, niet het minst het vervangen van het
parlementair stelsel door een dictatuur is niet
alleen duidelijk, maar ook te vreezsn Het par
lementair stelsel is niet bijster populair in
Finland door de zwakte der partijen, waarvan
geen enkele een behoorlijke meerderheid Of een
regeeringsmachtige minderheid verschaffen
kan
De partijen zijn bovendien zoozeer oneens,
dat er van een behoorlijke combinatie ook al
geen sprake kan zijn
Een vereeniging van duizend studenten
heeft zich voor de beweging verklaard, vele
leden zijn naar de centra's vertrokken om aan
de leiding deel te nemen Men doet wat men
kan om de gemoederen te kalmeeren, de meest
invloedrijke personen reizen het land af om
tot kalmte en waardigheid te vermanen.
In Scandinavië wacht men met spanning af
wat er van de actie worden zal
Eer vertoont zich een sterkere neiging tegen
het communisme dan vroeger, toen heel veel
intellectueelen uit angst en cultureele armoede
er mede koketteerden Op de laatste bijeenkomst
van de Scandinavische schrijvers is het com
munistisch probleem en de slappe houding van
het leidend intellect in Scandinavië herhaal
delijk ter sprake gekomen In Denemarken
hebben veertien communisten hun partij ver
laten om naar de socialistische over te gaan.
Er hangt echter heel wat om en aan de ver
ontwaardiging der anti-communisten in Fin
land.
Ten eersto is de beweging vooral een boeren
opstand, daarnevens sterk Finsch-nationaal, dit
wil zeggen anti-Zweedsch en als puntje bij
paaltje komt anti-germaansch doordat ze een
zijdig slavisch is. Dit antigermanisme wordt
gekweekt door de leuze ontstaan: Finland voor
de Finnen. Dat houdt heel wat menschen ervan
terug vooral intellectueelen, van wie 'n overgroot
deel van Zweedsche herkomst Is. Dat geeft
ze echter ook des te vuriger steun van de
Finsche cultuurbeweging, die jong en krachtig
en aanvallend is.
Religieuze invloeden spelen ook een zekere
rol. Men probeert de ontstane beweging te dis-
crediteeren door ze piëtistisch te noemen. Dat
wal in Scandinavië somwijlen niet meer zeg
gen dan anti-libéraal. Dat het orthodoxe ge
deelte der bevolking eraan zal deelnemen is
zoo goed als zeker.
Al deze factoren doen de verwarring nog
grooter worden. Naast de godsdienstige en
cultureele invloeden, die werkzaam zijn, moet
men nog depolitieke rekenen. Een Finsche
staatsgreep zal vroeg of laat in Scandinavië
gevolgen hebben. Naast Scandinavië zien de
Baltische landen nauwlettend toe. Polen en
Duitschland zijn niet minder direct geinterrea-
seerd bij wat er te gebeuren staat. De meest
radicale elementen schijnen echter al zoowat
aan k^nt gewerkt en de bezadigde nemen op
het oogenblik de overhand.
Daardoor heeft een gedeelte der politiek-
geinteresseerde Zweden zijn adhesie met de
beweging betuigd.
Het is te hopen, dat de pogingen, die men in
het werk stelt om de gemoederen tot kalmte
te brengen slagen. Men zorgt er meestal voor
de wenschen der demonstranten te voorkomen
om daardoor hen van de ..doelloosheid" hunner
betoogingen te overtuigen en ze te vermoeien
door successen bij voorbaat. Het is echter de
vraag of dit niet de zwakte der regeering al
te zeer aan de kaak ptelt en <je massa niet
meer en meer in zelfbewustheidzijn en machts-
begeeren zal sterken.
VEREENIGING TER BEVORDERING VAN
•IET DOOFSTOMMENONDERWIJS
IN NEDERLAND.
De algemeene vergadering
Door de Vereeniging ter bevordering van het
Doofstommenonderwijs in Nederland Is de
jaarlijksche algemeene vergadering gehouden
in Paviljoen Vondelpark te Amsterdam.
Voor den aftredenden voorzitter en secretaris,
welke zich niet meer beschikbaar hadden ge.
steld, werden gekozen de heeren M.
Sluizer, directeur van het instituut voor doof
stommen te Amsterdam als voorzitter en A.
de Vos, leeraar aan het zelfde instituut als
secretaris. Verder werden tot bestuursleden ge
kozen de heeren J. Plaizier te Rotterdam als
penningmeester en J. C. van Moort uit Gro
ningen.
Vervolgens werd besloten de volgende alge
meene vergadering te houden te St. Michiels-
Gestel.
Mej. C. G. Rijkes uit Amsterdam hield daar
na een causerie over het voorbereidend onder
wijs voor doofstommen, waarbij spreekster de
kwestie of dit onderwijs noodig of gewenscht
is, op duidelijke en interessante wijze toelicht
te. Na een dankwoord van den voorzitter werd
even gepauzeerd, waarna men nog gernimen
tijd gezellig bijeen bleef.
Den tweeden dag werd de vergadering voort,
gezet met een lezing van den heer P. C. de
Kluyver uit Amsterdam over het passief en
actief taalbezit van het doofstomme kind en
een voordracht van prof. dr. H. Burger uit
Amsterdam over het gespleten gehemelte en
open neusspraak.
Op het tweede gedeelte van de algemeene
vergadering hield de heer P. C. de Kluyver
uit Amsterdam een lezing over het passief
en actief taalbezit van het doofstomme kind,
waarbij spreker tot de volgende conclusies
kwam:
Het passief taalbezit moeten we trachten
zoo groot mogelijk te maken. Het actief taal
bezit bepaalt zich in de eerste plaats tot het
grondig beheerschen vau eenvoudige omgangs
taal.
In de articulatieklas werken twee leerkrach
ten. De een verzorgt in het bijzonder het spre
ken, de ander in hoofdzaak den taalopbouw.
Een oordeelkundig gebruik van andere me-
dedeelings-middelen naast aflezen, zal de ont
wikkeling van het taalbezit bevorderen. Het
vrije taalonderwijs heeft de voorkeur boven
het gramaticale taalonderwijs.
Het aantal leerlingen per klas moet niet
grooter zijn dan acht.
Verlenging van den cursus tot tien jaar is
zeer gewenscht om het taalbezit van het doof
stomme kind uit te breiden.
Vervolgens hield prof. dr. H. Burger uit
Amsterdam een voordracht over het gespleten
gehemelte en open neusspraak. Spreker toonde
aan op welke wijze het open gehemelte ont
staat hetgeen door een aantal platen werd
verduidelijkt.
Vervolgens behandelde spreker de nadeelige
gevolgen welke deze afwijkingen kunnen heb
ben namelijk het onvermogen om een groot aan
tal spraakklanken uit te spreken, het optreden
van een wrijvingsgeruisch bij het spreken,
door het ontsnappen van lucht door een opening
in het verhemelte en een sterke nasalitelt bij
het spreken.
Ook de methoden om in deze afwijkingen te
verhelpen door operatie of door het aanbrengen
van een obturator werden uitvoerig behandeld.
Na een korte pauze werd er nog een korte
discussie gevoerd over enkele punten uit de
lezing van den heer de Kluyver, waarna de
vergadering werd gesloten.
WAAR EN HOE HET VOLK BESTUURD
WERD
IJsland werd omstreeks het jaar 900 van
Noorwegen uit bevolkt. Een Noorsche krijgs
man, Ingolfur Arnarson, sloeg er zijn tenten
op in 874 en vestigde zich te Reykiavik, aan
de baai, waar later de hoofdstad van het land
zou gebouwd worden.
In een tijdsverloop van zestig jaar was IJs
land zoo goed als bewoond.
In 930 maakten de bewoners hun grondwet
op en werd er een parlement gesticht, dat wet
gevende en rechterlijke macht kreeg over allen
en „Alting" genoemd werd.
Het woord „Alting" of ook „Altinget", maar
dan staat er het lidwoord aoliter en moet het
niet door parlement, maar door „het Parle
ment" vertaald worden, is samengesteld uit
„al", hetgeen beteekent „geheel" en „ting",
dat wil zeggen: „ding", volksvergadering.
De algemeene volksvergadering kwam elk
jaar midden in den zomer bij elkaar en werd
onder den blooten hemel op een plaats, vijftig
kilometer landwaarts van Reykiavik gelegen,
gehouden.
Deze plaats heet Thingvellir, waar de thlng-
valla, de „dingvallei" ligt.
Van 930 tot 1262 was IJsland een .republiek.
Die periode is het bloeitijdperk van de gc-
sohiedenis van het land niet het minst op lit
terair gebied. Er werden kunstwerken gescha
pen, welke nog steeds tot de beste scheppingen
der Oermaansche cultuur behooren.
In 1262 sloten de IJslanders esn verbond
met Noorwegen, waardoor zij den Noorschen
koning als hun heer erkenden. Drzo zou echter
niet alleenheerscher op IJsland worden nocli
het Alting zijn wetgevende en rschtsprekondo
macht mogen ontnemen.
De werkzaamheid van het Alting werd ge
durende de jaren 1S00 tot 1840 gesuspendeerd.
Daarna kreeg de volksverzameling een andere
samenstelling en werkwijze, zij werd naar Rey
kiavik overgevoerd en in eigen regeerings-
gebouwen ondergebracht. In December 191S
kreeg IJsland wederom meer zelfstandigheid
als souvereine staat in Deensch staatsverband.
Er worden dezen zomer groote feesten ge
organiseerd om het jubileum van Europa's
oudste parlement te vieren. Duizenden zullen
naar IJsland zeilen en stoomen om eraan deel
te nemen. De IJslandscbe rcgecring heeft alle
parlementen uitgenoodigd. De Scandinavische
landen zullen er rijkelijk vertegenwoordigd
zijn, maar ook veel letterkundigen en geschied
schrijvers van de oude en nieuwe wereld zui
len het oude cultuureiland bezoeken om van de
stroomen van sensaUotoeristen niet te gewa
gen.
De sage van het eenzame eiland zullen her
leven en mogelijk zal het g.-'bouren het leven
geven aan een nieuwe sago, de inleidster van
een nieuw bloeitijdperk voor de Ij3iandscho
kunst, en wetenschap en politiek.
Toen IJsland nog republiek was en zijn
glorietijdperk beleefde, was het land verdeeld
in vier districten, die elk hun volksvergadering
en provinciale staten hadden.
Da volksvergaderingen werden in de provin
cies in de lente gehouden tot een getal van
dertien, drie in elk district; het grootste, het
Noordelijke district, hield er vier. Somwijlen
werden er in den herfst ook nog vergaderingen
uitgeschreven, juister gezegd: beroepen.
Iedere volksvergadering had zijn eigen
dingplaats, maar de kleinere verzamelplaatsen
raakten in vergetelheid. Alleen Thingvellir i3
tot op den huidigen dag een openbare ver
gaderplaats, waar het volk voor een of ander
doel bij elkaar geroepen wordt, gebleven.
De groote roemrijke dingplaats is heerlijk
gelegen, getooid met do ruwe schoonheid der
IJsIandsche natuur.
Arild Thorgilssou, die de wijze genoemd
wordt, verhaalt, dat een zekere Grim, pleeg
broeder van Ulfjots bet geheele land afliep
om de beste plaats voor de samenkomsten van
het volk uit te kiezen.
Zijn keuze viel op Thingvellir, centraal ge
legen in het Zuid-Westelijk laagland, grenzend
aan de voornaamste iaaggebieden van liet
bergrijke eiland. Thingvellir is een begroeide
lavavlakte aan den Noordelijken oever van
het grootste meer van IJsland, het Thingvellir-
meer.
Rondom stapelen de bergen zich hoog en
laag in prachtige formaties op tot een heer
lijken achtergrond voor het tooneel van het
nationale leven. De IJsIandsche vulkanen heb
ben hier geducht huisgehouden, de rotsen in
wilde en machtige spleten gescheurd en af
gronden in den vasten bodem gebroken.
Een der meest bekende valleien, door het
scheuren der rotsen ontslaan, is de Almanna-
gia, die drie mijlen lang is en als een rechte
lijn van de rotsen in het Noorden naar het
meer in het Zuiden loopt.
Dit dal Is ongeveer veertig meter breed, zeer
diep, en ligt vol steenen, die van heide rots
kanten naar beneden storten. De bodem van
deze rotskloof is met gras en kleine struiken
begroeid; 't zomers groeien hier de mooiste
bloemen, terwijl er in de diepste holen der
kloof, waar de zon niet toe doordringt, do
eeuwige sneeuw ligt.
Aan den Westkant van de vallei ligt het
land iets dieper dan Oostwaarts het geval is.
De helling loopt van het Oosten naar het
Westen en is in tweeën verdeeld. Het onderste
gedeelte, dat in een vlak grasveld uitloopt,
werd als dingplaats gebruikt. Om deze groot
genoeg te maken werd de Oxarurivier, die er
midden doorstroomde, verlegd.
In deze rivier is er een kolk, waar in vroeger
tijden kindermoordenaarsters als straf voor
haar' misdaad verdronken werden.
In den republikeinsohen tijd had het Alting
een drievoudige functie. Het was een wetge
vende vergadering, een gerecht, en tevens wer
den er op de verzamelplaats alle wetten, wette
lijke beslissingen en rechtsuitspraken officieel
bekend gemaakt. Door de publicatie op de
dingplaats traden ze officieel in werking.
De wetgevende vergadering werd Lögr-jetta
genoemd. De wetten werden vanaf den berg der
wêt-Lögberg den volke verkondigd door een
staatsambtenaar.
De Lögr-jetta' had haar vergaderplaats ten
Oosten van de rivier. De leden der wetgevende
vergadering zaten "onder den blooten hemel op
drie rijen banken, rondom een open plek op
gesteld. Op de middelste banken zaten de voor
naamste geestelijken, 12 uit het Noordelijkste
district en 9 uit de drie andere.
Het geheele gezelschap bestond uit 144 perso
nen, aan wier hoofd een president zetelde.
De wetverkondiger was tevens president.
Bij elke zitting werden de rechter voor de
volgende rechtsperiode gekozen. Op den berg
der wet-Lögberg was er plaats voor dengene,
die de wet moest oplezen en 48 leden van de
wetgevende vergadering.
Het Alting werd vanaf die plaats geopend
en ook gesloten.
De plaats is gelukkig gekozen. De echo ver
sterkt er het geluid der menschelijke stem en
droeg de gewichtige woorden over de hoofden
der aanwezigen heen naar het land, dat in
spanning afwachtte wat er aangaande ziin lot
zou beslist worden.
De jubileumfeesten
Op deze historische plaats zal het IJsIand
sche volk wederom samenkomen en zijn dui
zenden gasten uitnocdigen hot schouwspel van
de herleving van het grootsche verleden van
het eiland bij te wonen.
Gelijk in den ouden tijd de aanwezigen ge
durende de zittingen van het Alting in tenten
verblijf hielden, zoo zal nu wederom de vlakte
met tenten bezaaid worden om de stroomen
der feestvierenden en nieuwsgierigen te her
borgen. Er wordt een heele tentstad gebouwd
met straten en pleinen en allo gerief, dat men
zich wenschen kau: een post- en telegraafkan
toor, een apotheek, geneeskundige dienst, een
inlichtingsbureau en een bankkantoor.
Het is de vraag of de wegen van Thingvellir
naar Reykiavik den last van het geweldig Ver-
keer zullen kunnen dragen en verwerken.
Er zullen 500 auto's ten dienste van de rei
zigers staan, die de dingfeesten van 28 tot 2S
Juni willen bijwonen.
Do meeste vreemdelingen zullen op de groote
toeristbooten in de haven van Reykiavik blijven
liggen. De uitgenoodigde officieele gasten van
do verschillende landen zuilen op oorlogs
bodems Reykiavik aandoen. Engeland stuurt
een zijner grootste oorlogsschepen.
Do toevloed van vreemdelingen zal op een
volksverhuizing gaan gelijken. De IJslanders
zullrn zich ineens in het centrum van de groote
wijde wereld bevinden, maar zich daarna des
te eenzamer voelen op hun eiland. De drang
naar buiten zal mogelijk het gevolg van de
toestrooming van al dis vreemden zijn. Het is
te hoopen, dat de reactie na dit geweldig te-
zoek geen moedeloosheid zal w-orden, maar een
aansporing om door verheffing der IJsIandsche
cultuur het kleine land zooveel aanzien te ver
schaffen als mogelijk is.
Het fee-tcomité, dat voor twee jaar geleden
werd opgericht, zal moeten toonen waartoe het
in staat is en dat zal niet weinig moeten wezen.
Op Op Thingvellir is er plaats aangevraagd
voor 20,000 gasten. Men rekent met een geza
menlijk aantal van 30.000 menschen op de
historische vlakte. De feesten zijn grootsch
opgezet.
De clou zal zijn een heropvoering van een
dingzitting, zooals dio vroeger geregeld plaats
vond, voordat het parlement naar Reykiavik
verplaatst werd.
De eigenlijke herbouw der Katholieke Kerk
op IJsland is niet ouder dan 3035 jaar. Het
werk werd het eerst door Fransche geestelijken
ondernomen. Zij vestigden zich op het eiland,
dat door de Fransche visscbers hun aandacht
en belangstelling gewekt had.
Gedurende de twintig jaren van hun ver
blijf hadden hun pogingen zoo goed als geen
succes.
Het eenige, wat zij bereikten, is dat zij drie
IJsIandsche knaapjes naar het buitenland
stuurden om daar een Europeesche opvoeding
te krijgen. Een ervan werd de bekende Jesuit
en literator Jön Sveinsson. Diens broer stierf
als student te Leuven.
De derde jngen groeide op tot een voorbeel-
digen katholiek, den eenigen katholieken leek
op IJsland gedurende de eerste twintig jaren
van de vestiging der priesters.
Een van zijn jongens is voor eenige jaren
priester gewijd en werkt nu te Reykiavik.
Na twintig jaren vruchteloos te wachten en
zwoegen vertrokken de geestelijken en IJsland
was gedurende twintig jaar verstoken van
katholieke prediking. In 1895 werd een nieuwe
poging vanuit Denemarken ondernomen om
de katholieke Kerk wederom te vestigen op den
bodem, die geheel en al katholiek geweest was.
ï&y
MUTATIES BIJ DE MARINE
Bij beschikking van den Minister v. Defensie
is de officier van administratie der le klasse
W. H. Heeris den len Juli 1930 geplaatst aan
boord van Hr. Ms. Wachtschip te Willemsoord
is de officier van administratie der le klasse
J. Nottrot den I Juli 1930 geplaatst bij het
vliegkamp ,,De Kooy"; is de officier van ad
ministratie der le klasse J. Oosterhuis den 25en
Juni 1930 geplaatst te Amsterdam en toege
voegd aan den Directeur der Centrale Magazij
nen van militaire kleeding en uitrusting aldaar;
is de officier van administratie der 2e klasse
L. P. vau Boven den len Juli 1930 geplaatst
te Willemsoord en toegevoegd aan den Inten
dant der zeemacht aldaar; is Ida officier van
administratie der 2a klasse J. K. Leijeu den
len Juli 1930 geplaatst bij het departement van
Defensie te 's Gravenhage.
mmm
Op het oogenblik is IJsland aan de zorgen van
het Gezelschap van Maria toevertrouwd.
Onder een Duitschen bisschop, die even over
de grens in de buurt van Sittard geboren is,
werken eenige Hollanders en een IJslander.
Er zijn nu zoowat honderdvijftig katholieken in
IJsland, voornamelijk in Reykiavik, waar voor
kort geleden de katholieke kathedraal door
mgr. Meulenberg gebouwd, door Z.E. kardinaal
van Rossum is geconsacreerd.
Honderdvijftig maar, zal men zeggen. Dat is
weinig
Wie liet werk kent onder andersdenkenden
en vooral onder hen, die aan plaatselijke en
enge tradities gebonden zijn, zal de waarde van
deze honderdvijftig veel beter weten te schat
ten.
Er zullen spoedig wel meerderen volgen. Reyk
iavik Is nu niet alleen meer de eenige post
en er wordt een maandschrift uitgegeven, dat
klaarheid over verschillende katholieke vraag*
stukken verspreidt. Hoofdzaak is, dat het katho
licisme levend is, en uitingen van leven ver
toont; dan komen de vruchten vroeg of laat
van zelf.
Het grootste gewicht wordt op Reykiavik
gelegd, dat met zijn 25.000 inwoners meer dan
de helft der bevolking uitmaakt van een eiland,
dat ongeveer driemaal zoo groot als Neder
land is.
De katholieke Kerk heeft op IJsland zich een
positie verworven en staat torenhoog hoven de
verschillende sekten uit. De bouw van de go
tische kathedraal is een symbool ervan, niet
het minst omdat zij de schoonste en grootste
kerk van IJsland is. Zij domineert over stad
en zee. Het bouwwerk is van beton, dat door
een mengsel van ertshoudenden steen een too-
verachtigen indruk maakt.
Toen mgr. Meulenberg in 1903 te IJsland
kwam, was de stad ongeveer een vierde van
hetgeen zij nü is. Zij is veel vooruitgegaan. De
katholieke Kerk heeft dien vooruitgang bijge
houden. Naast de kerk ligt een school ook
van beton gebouwd. De oude houten kerk
wordt nu als gymnastieklokaal bij de nieuwe
school gebruikt.
Z.H. de Paus heeft aan den bouw bijgedragen,
die verschillende honderd duizenden kronen
heeft gekost. Dat in dergelijken grootbouw
geen verwaandheid maar verziendheid steekt,
bewijzen de eerste kerken, die in Noorwegen
en Zweden gebouwd werden door groot-idea
listen, wier werk eerst nu tot zijn recht komt.
De kerken, die toen belachelijk groot waren,
zijn nu bijna overal te klein. Wie bij pioniers
werk niet aan de toekomst denkt en voor de
toekomst bouwt, doet prutswerk, dat spoedig
weer moet worden afgebroken en opnieuw op
gebouwd. De IJsIandsche kathedraal heeft 700
zitplaatsen. In den machtigen toren hangen
drie zware klokken, die Reykiavik met hun
galm vullen en geloofsgenoot en anderen tot
den kerkdienst beiden.
De nieuwe bisschop (heeft den oud-IJsland-
schen titel van bisschop van Holar wederom
aangenomen.
Daarmee is het nieuwe tijdperk wederom
aan de oude traditie vastgeknoopt. Ieder IJs
lander* weet immers, dat de gioote bisschop
Jon Arason van Holar zijn bloed gaf voor de
verdediging van 's lands onafhankelijkheid.
Mgr. Meulenberg werd het vorig jaar gewijd
even, nadat de kathedraal plechtig geconsa
creerd was geworden.
Er >rdt op IJsland, gelijk in de andere
Scandinavische landen machtig veel gelezen. De
eerste krant werd 200 jaar geleden op IJsland
uitgegeven. Voor 20 jaar terug werd het eerste
dagblad opgericht. Op het oogenblik zijn er
drie dagbladen, 12—14 weekbladen en verschil
lende tijdschriften. Deze komen uit den aard
der ligging van het eiland alleen maar bij de
bewoners van dit kleine stuk aarde. De dag;,
bladen komen alle in de hoofdstad uit. Zr)
werken met een kleinen staf redacteuren.--Er
worden door de schrijvers heel wat boeken uit
gegeven. In het overige Scandinavië komen de
boeken meestal tegen Kerstmis uit en worden
dan als Kerstgave cadeau gedaan. In IJsland
komen zij meestal tegen den slachttijd uit. De
hoogste oplaag is ongeveer vijftienhonderd
exemplaren. De lezerskring is beperkt.
De schrijvers kunnen natuurlijk onmogelijk
van hun pen leven gelijk dat met velen in de
andere Scandinavische landen het geval is, zij
doen er .meestal het een en ander bij.
Degenen, die van hun litterair werk wen
schen te leven en er hun heele leven aan te
besteden, die gaan naar het buitenland, naar
Denemarken, het moederland, ofwel naar
Noorwegen. Maar het zijn en blijven uitzonde
ringen.
Do IJslander is zijn land trouw en scheidt
er moeilijk van, vooral niet om in Denemarken
te gaan wonen en werken, wanneer hij ten
minste ietwat echt IJslandsch bloed in da
aderen heeft.
IJsland is een land, dat binnen het Deensch
staatsverband zelfbestuur bezit.
De draag naar algelieele zelfstandigheid is
zeer sterk en uit zich in twee programs, door
alle IJslanders aangehangen. Men is voor al
gelieele zelfstandigheid en onafhankelijkheid
van IJsland ofwel voor een onafhankelijkheid,
die door een personeele Unie met Denemarken,
ietwat getemperd wordt en daardoor voor Dene
marken aannemelijk wordt gemaakt.
Er is nauwelijks twijfel aan, dat liet groote
eiland aan den rand van den Poolcirkel vroeg
of laat zijn zin zal krijgen.
Op het oogenblik is er binnenslands te veel
oneenigkeid vooral tussclien conservatieven en
vooruitstrevende!!. Deze strooming, die dwars
door het volk gaat, kruist de andere. De gemoe
deren worden er niet rustiger op.
Hoewel IJsland erg geïsoleerd ligt, komt
het met reuzenschreden de Europeesche cultuur
achterna en zal spoedig de rest van Europa
inhalen. Vële klagen, dat dit ten koete van
nationale cultuur gaat. Deze heeft door de iso
latie en de sterke inheemsche cultuur diepe
wortels geschoten, die meu zoo maar niet alle
kan uitrukken zonder tegenstand.
Jammer is, dat de nieuwe cultuur, die zich
in alles openbaart van den overgang van turf-
huisbouw tot betonkastbouw, van stok conser
vatieve princiepen tot een soort communisme,
zich niet genoeg schijnt aan te passen aan het
verleden en daardoor te behouden wat goed
en roemrijk is om meefderen voor zich te win-
Politiek heeft IJsland niet veel te beteeke-
nen, maar de tijd kan komen, dat het een ver-
keeroentrum wordt voor overzeesch lucht
verkeer. Dan krijgt het ook militaire beteeke-
nis. Economisch heeft het beteekenis als land-
station voor de vischvangst. De IJslandcis
probeeren meer en meer de buitenlanders te
verdringen door aanleg van fabrieken, die
vischprodueten verwerken en door scherpe
wetten en toezicht, waardoor de vischvangst
i bemoeilijkt wordt.
Dat IJsland zich voorbereidt een lOUte
spelen, bescheiden in den beginne, maar die
door omstandigheden gewichtiger worden kan,
is zoo goed als zeker.
Daarvanaf gezien heeft IJsland als oud-cul-
tuurland zijn volle beteekenis^ vooi den Euro-
peeër, wiens cultureel vergezicht veuler gaat
dan de hegjes van zijn tuintje rondom zijn
eigen huisje.
TYPISCH IJSLANDSCH LANDSCHAP: Oude boerenhoeve, do koeien vinden mos en
gras op de bergen en In de dalem.
Er zal ivel „luister
bedoeld zijn.
Gelezen in de ,,s' Hertogenbosscher Courant"
20 Juni: Uit verschillende plaatsen ontvinge»
wij bericht dat daar gisteren een H. Sacramen»
processie met veel last plaats had'V