FEUILLETON
KAPITEIN DUKE.
DINSDAG 24 JUNI 1930
FERSTE LUSTRUM R. K. KERK-
MUZIEKSCHOOL.
HET KRUISGESPREK VAN „DE
MAASBODE" MET HET S.S.
„PRINSES JULIANA"
ALS HET ONWEER LOSBREEKT.
UITVOERING DER ZIEKTEWET
KIND OVERREDEN
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
TAL VAN BOERDERIJEN AFGEBRAND
NA HET ONGELUK TE GEULHEM
IN HOOGER BEROEP.
ONZE VLOOT
VEREEN. VAN VERLOFSOFFICIEREN
DER LAND- EN ZEEMACHT
xvi r.
WAT ER IN DE TUINKAMER
PLAATS HAD
De receptie
PASTOOR JANSEN EERE-KANUNNIK VAN
HET HAARLEMSCH KAPITTEL
Onder groote belangstelling werd gisteren te
Utrecht het eerste lustrum van de R. K. Kerk
I muziekschool ,,St. Caecilia" feestelijk gevierd
Zondagavond om half negen had er in het
hotel. „Het Kasteel van Antwerpen" een reünie
plaats, waar bestuurderen leeraren, leerlingen
oud-leerlingen en genoodigden in gezellig sa
menzijn bijeen waren.
De directeur van de feestvierende school,
pater Dr. Caeeil. Huigens heette de aanwezigen
welkom en bedankte al degenen, die in de afge-
loopen eerste vijf jaar de school diensten be
wezen hebben, van welken aard ook.
De avond werd verder opgeluisterd met mu
ziek en zang. Aan de leerlingen van de school
werden diploma's uitgereikt.
Gistermorgen om half elf werd er in de
kathedraal een plechtige H. Mis opgedragen
door den zeereerw. heer W. P. H. Jansen, oud
voorzitter, thans eere-voorzitter der St. Grego-
rius-vereeniging en voorzitter van het Cura-
torium.
De Mis werd in het Priesterkoor gezongen
door leerlingen en oud-leerlingen der school
onder leiding van Pater Caecil. Huigens.
Gezongen werden de mis „Oibavlt" van den
'dag onder het Octaaf van Sacramentsdag met
de volgende gezangen uit liet Ordinarium:
Kyrie I ad libitum Gloria der 2e mis, Credo
MI, Sauctus der 5e Mis. Agnus Dei der 6e mis.
De heer Jan Ni eland speelde met veel talent
voor de H. Mis op het groot orgel Praeludium
J* uga in a moll van J. S. Bach, na het Offer
torium een compositie, voor deze gelegenheid
door hem getoonzet op het motief, waarmee het
Offertorium der mis „Sacerdotes Domini" be
gint en eindigt, na de H. Mis Final van C.
Frank.
De mis ward door den K. R. O. uitgezonden.
Van twee tot drie uur hield het bestuur der
R. K. Kerkmuziekschool gisterenmiddag een
druk-bezochte receptie in het schoolgebouw aan
de Plompetorengracht. Onder de vele aan
wezigen merkten wij o.m. op dr. J. P. Fockomn
Andreae, burgemeester der stad; mgr. Taskin,
proost van het Kathedraal Kapittel van hel
bisdom Haarlem; mgr. Huurdeman, vicaris-
generaal van liet Aartsbisdom; den Provinciaal
der Franciscanen, den hoogeerw. Pater Rega-
latus Hazebroek O.F.M., den hoogeerw. deken
Th. J. M. Knuvelder, pastoor der H. Hart-
kerk; den oud-wethouder der gemeente, den
heer A. J. van Schalk; den zeereerw. pastoor
Brüning O.F.M. uit Heer Hpgowaard; de
weleerw. paters Hesse O.F.M. uit Woerden en
Lohuis O.F.M.; den zeereerw. pastoor Went-
holt, de weleerw. heeren kapelaan Smit, namens
den Utrechtschen Korenbond „Pius X"; rector
Vullinghs uit Haelén; rector Lauwaevt
van het St. Antonius-ziekenhuis; den zeereerw.
pastoor T. Hansen, vertegenwoordiger van den
voorzitter der St. Gregoriusvereeniging; de wel
eerw. heeren dr. R. F. Hegge, H. Mulder en dr.
A. Ramselaar, kapelaans der kathedraal, Pater
dr. J. Sassen O.P., den heer H. Smulders Lzn.,
lid van het curatorium; voorts vele katholieke
musici, de leeraren der school, deputaties van
zangkoren, de heeren M. van Rossum. B. v. d.
Linden en A. van Berkel, leden van het uit-
Tc half zes had in Hotel Kasteel van Ant
werpen een gemeenschappelijke maaltijd plaats.
Feestmaaltijd
Aan dezen maaltijd, heeft de directeur der
jubileerende muziekschool, Dr. Caecilianus
Huigens O.F.M. als eerste spreker een woord
van dank gericht tot alien, die belangstelling
loor de muziekschool aan den dag hadden
gelegd.
Hierna heeft Dr. Vroom namens het be
stuur der St. Gregorius-Vereeniging den direc
teur gehuldigd, waarna Dr Huigens de rege-
lings.commissie zijn erkentelijkheid betuigde
Pater Dr. J. Sassen, O.P., de godsdienst-
leeraar der school, prees den ijver der leer
lingen.
Het schip in volle zee
EEN
INTERESSANTE EN UITSTEKEND
GESLAAGDE PROEFNEMING
Noorweer in Ivennemerland
Concert in Tivoli
Het concert, dat 's avonds in Tivoli voor
meer publiek dan aanvankelijk verwacht was,
werd uitgevoerd, leverde veel succes voor alle
medewerkenden op.
Onder de aanwezigen bevonden zich Z.D.H.
Mgr. J. H. G. Jansen Aartsbisschop van
Utrecht, de vic.-gen. de Hoogeerw. Heer D.
Huurdeman en Mgr. B. de Wit, de oud-vicaris-
generaal, de burgemeester van Utrecht, Dr. J.
P. Fockema van Andreae, Evert Cornelis en
vele andere muziek-autoriteiten.
Na de pauze besteeg Mgr. Jansen het po
dium om een woord van gelukwensch uit te
spreken. Mgr. prees het krachtige en kundige
bestuur dat door eendrachtige samenwerking
veel tot stand had gebracht en verder de com
missie van beheer en het curatorium. Namens
geheel Katholiek Nederland sprak Mgr., ver
zekerend dat de school de volle sympathie ge
noot van het heele Episcopaat. De leeraren
en leeraressen zijn evenals de directeur eerste
k.asmenschen, die ook de belangstelling van
andersdenkenden opwekken en vele goede mu
sici afleverden. Mgr. hoopte, dat zij zich nog
vele jaren aan het heerlijke ideaal, de ver
edeling der kerkmuziek mogen wijden.
NED. R. K. JOURNALISTENVEREENIGING
Een kring Noord-Brabant
Op de bovenzaal van café „Central", Heuvel-
plein, Tilburg, had een bijeenkomst plaats van
Brabantsche Katholieke Journalisten, met het
doel te komen tot oprichting van een Kring
Brabant van de Nederl. R. K. Journalisten-
vereeniging. Tot deze vergadering waren ook
niet-leden van genoemde vereeniging uitge-
noodigd. In totaal hadden 23 journalisten aan
de uitnoodiging gevolg gegeven. Eenige had
den schriftelijk hun instemming met het doel
der bijeenkomst betuigd.
De vergadering stond onder leiding van den
heer W. H. Oltheten, als lasthebber van
de Ned. R. K. Journalistenvereeniging
terwijl de heer Harry van Rijthoven als voor-
loopig secretaris fungeerde.
De moeilijkheden kwamen in hoofdzaak van
de zijde van eenige niet-leden, die wel een
Kring Brabant weuscliten. doclr los van de
landelijke vereeniging, tegen het lidmaatschap
waarvan zij bezwaren ontvouwden.
Het voorloopig bestuur hield zicli echter aan
zijn verkregen opdracht. De uitslag van de
stemming was. dat 16 van de 23 aanwezige
journalisten zich uitspraken voor Kring-vor
ming in het verband der Moèder-vereeniging.
De vergadering wees de heeren Jan Bruna
(Helmond), Harry van Rijthoven (Tilburg) en
voerend comité; mr. C. J. W. van Groeningen i Wim van Eijck (Helmond) aan. die, onder-
Gisterenmiddag is onze courant onverwacht
in de gelegenheid geweest, zich te overtuigen
van het feit, dat een gesprek tusscheii den wal
en een zich in volle zee bevindend schip niet
slechts behoort tot de mogelijkheden, doch in
de praktijk uitstekend uitvoerbaar is.
Te ongeveer kwart over 4 uur werd plotse
ling onze redactie „Scheepvaart" verzocht een
proefgesprek te voeren met het stoomschip
„Prinses Juliana" van de Stoomvaart-Mij.
„Zeeland" te Vlissingen, dat zich op dat oogen-
blik midden op de Noordzee bevond op reis
van Harwich naar Vlissingen. Ook „De Maas
bode" zou dus een draadloos kruisgesprek kun
nen voeren met een zich op zee bevindend
schip.
De marconist van de „Prinses Juliana",
daartoe in de gelegenheid gesteld door de
N. T. M. „Radio Holland", bracht onzen redac
teur als volgt op de.hoogte, hoe de verbinding
tot stand kwam en langs welken weg het ge
sprokene het doel bereikte:
„De Radio-Installatie aan boord is geplaatst
door de Nederl. Telegraaf-Maatschappij „Radio
Holland" te Amsterdam. De dienst aan den wal
wordt verzorgd door de P. T. T.; de zender
staat te Scheveningen en do ontvanger te
Noordwijk. Vandaar uit wordt het gesprokene
per kabel gebracht naar Amsterdam, waar de
verbinding met de Interlocals telefoonlijnen ge
schiedt. Zoodoende kunnen wij spreken van het
midden van de Noordzee met „De Maasbode"
in Rotterdam, zooals thans het geval is, en
evenzoo met alle plaatsen in Nederland".
Op de vraag van onzen redacteur of ook
andere schepen zulk een gesprek met den wal
konden voeren, werd ons geantwoord:
„Neen Het stoomschip „Prinses Juliana"
is het eerste Nederlandsche passagiersschip,
hetwelk is uitgerust met een „draadloos kruis-
spreek-telefonie-installatie"."
Collega's van andere redacties, die allen
om beurten het gesprokene hadden beluisterd,
menschen, die dagelijks met Parijs, Brussel,
Londen, Berlijn en andere steden in het buiten
land spreken, roemden om strijd de duidelijk
heid der verbinding en het uitstekend geslaag
de van deze proefneming. Toen wij dit onzen
zegsman op zee mededeelden, zeide deze ver
heugd te zijn over den uitslag van dit proef
gesprek en met een hartelijk „goeden middag"
zijnerzijds en een „goede reis" van onzen kant
tot slot was de „Maasbode" wederom een er
varing rijker geworden.
Een der abonné's in Den Haag deelt ons
mede. dat hij het kruisgesprek zoowel van
Rotterdam als van het Schip duidelijk heeft
kunnen volgen.
en den heer A. Brom namens den Klokken-
en Orgelraad; den heer Jos. Holthaus, direc
teur van bet Rotterdamsch Conservatorium
en het bestuur der St. Aloy3iuskerk, dat een
bloemenmand aanbood.
Aan den eerevoorzitter der St. Gregorius
vereeniging werd, namens Z. D. H. Mgr.
Aengenent, door Mgr. Taskin aangeboden het
eere-canonicaat. van het Kathedraal Kapittel
te Haarlem.
In den tuin werd van de aanwezigen een
foto gemaakt.
Plechtig Lof
Te vier uur begon in de kathedraal een
plechtig lof, dat werd gecelebreerd door den
Hoogeerw. heer Mgr. B. A. de Wit, oud-vicaris-
generaal van het Aartsbisdom en voorzitter der
commissie van beheer. Mgr. de Wit werd ge-
assiteerd door de zeereerw. heeren Deken S.
P. de Wit uit Steenbergen en Pastoor Scheepers
uit Ootmarsum.
Voor dat het Lof begon werd het kathedraal
orgel weer bespeeld. Dr. Caec. Huigens O.F.M.,
de directeur der school, voerde uit een „Fan
tasia" van Bach, het „Chanson des Chrysanthè-
mes" van J. Bonset, een „Cantabile" van César
Franck en een „Benedictus" van Max Reger.
Jan Nieland liet hierop volgen het Choral III
van César Franck en na het Lof het eerste deel
van Widor's Symphonie VI.
De lofzangen Adoremus, O quam gloriflca.
Tantum Ergo werden wederom zeer stemmig
en wijdingsvol uitgevoerd door de leerlingen
en oud-leerlingen der school onder leiding van
dr. Caec. Huigens.
Na het Lof zongen zij het lied „Roze met
den fijnen geur" van Pater Huigens.
De plechtigheid maakte op da belangstellen
den door haar liturgische voornaamheid veel
indruk.
scheldedijk als voorzitter, secretaris en pen
ningmeester de zaak zullen ter hand nemen.
OUD MINISTER TREUR
De verbetering in den toestand van oud-minis
ter prof. Treub, die In het Diaconessenhuls te
Leiden een operatie heeft ondergaan blijft aan
houden. Prof. Treub mag zoo nu en dan het bed
reeds verlaten.
PRODUCTIE EN UITVOER VAN
BACON
De Directie van den Landbouw deelt mede,
dat gedurende de dagen van 12 tot 18 Juni
zijn geslacht voor baconbereiding 21.140 var
kens (voorafgaande 7 dagen 2.584); terwijl
werd uitgevoerd bacon, afkomstig van 16.844
(14.878) varkens.
BORSTBEELD PROF, HEYMANS
Curatoren der rijksuniversiteit te Groningen
hebben van eenige vereerders van wijlen den
hoogleeraar Dr. G. Heymans, ten geschenke
ontvangen diens in brons gegoten borstbeeld,
vervaardigd naar het mooie ontwerp van den
beeldhouwer W. J. Valk.
EEN ONDANKBARE GAST-
Terwijl de zuster eten haalde,
ging hij met het geld weg
Een zwerver F. j. Kn, uit Kerkrade, die aan
den kost tracht te komen met het verspreiden
van liedjes, kwam ook hij de zusters der Visi
tatie te Tilburg, antwoord vragen op het
briefje, dat hij daar in do bus had gestopt.
Hij ontving er een aalmoes en vroeg daarop nog
wat warm eten. Terwijl de zuster dit ging ha
len slaagde Kn. er in een kastje open te ma
ken in de spreekkamer, waar gewoonlijk eenig
geld in ligt voor kleine betalingen. De zwerver
maakte een briefje van 10 buit en was daar
mede, toen de zuster terugkwam om het eten
te brengen, spoorloos verdwenen. De politie
wist den ondankbaren gast. in een klein loge
ment te arresteeren.
Voor moeders oogen gedood.
In de Zilk bij Noordwijkerhout is bet vijf
jarig zoontje van den heer F. v. d. Berg, bij
het oversteken van den weg, door een auto
overreden en gedood, De moeder zag het on
geluk voor haar oogen gebeuren.
BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN.
Gisterenmiddag is het tien jarig zoontje
van den heer V. bij het zwemmen in de haven
te Middelharnis verdronken. Het lijkje is op
gehaald; geneeskundige hulp mocht niet meer
baten.
De vrouw, die dezer dagen te Maren van
een hooischelf viel, is aan de gevolgen over
leden zonder tot bewustzijn te zijn gekomen.
INBRAAK.
Te Ridderkerk is Ingebroken in het kantoor
der Sigarenfabriek v/b. gebr. Bos. De brand
kast werd geforceerd en een bedrag van 1200
daaruit ontvreemd.
MET 200 ER VANDOOR.
De bode E. de G. te Tilburg, van de Gelder-
sche Spaar- en Voorschotbank, heeft met 200
van zUn firma een uitstapje gemaakt naar de
Antwerpeche tentoonstelling. Toen het geld op
was, ging hij zich te Roosendaal bij de politie
aanmelden.
EEN LAWINE VAN STUKKEN IJS
Zondagavond is middeu-Kennemerland in het
bijzonder Beverwijk en naaste omgeving door
een ontzettend noodweer geteisterd. Tegen 8
uur kwam van uit zee een zware bui opzetten,
die zich in ongekende hevigheid boven de tuin
bouwstreek ontlastte. De geweldige slagregen
ging weldra over in een ware lawine van stuk
ken ijs. De straten waren in een oogwenk tijds
bedekt met een ijslaag, alsof het midden in
den winter was.
In sommige straten stroomde het water met
groote kracht na;# de lager gelegen gedeelten,
waar zich weldra groote plassen vormden, om
dat de riolen den enormen watervloed niet
konden verzwelgen. In de Breestraat stond het
water meer dan 20 c.M. hoog en tallooze kel
ders liepen onder. Langen tijd warén de stra
ten onbegaanbaar. De serre van hotel „Ter
Burg", op het Stationsplein liep onder water,
zoodat de bezoekers overhaast de vlucht moes
ten nemen. Eigenaardig was het, dat zich tij
dens de wolkbreuk geen onweersverschijnselen
voordeden. Daarna eerst barstte het onweer in
volle hevigheid los.
Het noodweer heeft vooral onder Wijk aan
Duin groote schade toegebracht aan de te velde
staande producten. De aardbeien hadden van
den hagel veel te lijden, terwijl veel sla en
jonge boonen vernield werden. Van de waren
huizen bleef geen bovenruit heel, evenmin als
van het z.g.n. platte glas van de broeibakken.
Langs de duinenreep had de bui alleen een
malschen regen tot gevolg gehad.
Toen de bui over was, vermaakte de Bever-
wijksche jeugd zich met het gooien met ijshal
len. De ijslaag moest van de trottoirs worden
afgeschept.
Hoe groot sommige hagelsteenen waren,
moge worden geïllustreerd met het feit, dat op
het strand te Zandvoort een 17-jarig jong-
mensch,dat door zulk een steen werd getrof
fen, bewusteloos neerzeeg. Hij moest per auto
naar zijn woning te Haarlem worden gebracht.
In Santpoort moesten vele ruiten van het
Provinciaal Ziekenhuis het ontgelden.
Te Epe sloeg de 'bliksem in de boerenwoning
van E. van der V. aan den Heerderweg. In en
kele oogenbliklcen stonden alle gebouwen in
lichte laaie, zoodat aan redden niet te deuken
viel. Het vee was in het land. Het huis en de
inboedel waren verzekerd.
Te Nijeberkoop (Fr.) werd de boerderij van
J. Posthuma het slachtoffer. Zij brandde bot
den grond toe af.
Te Ursem onderging de boerderij van L. v.
Dam hetzelfde lot, te Langezwaag (Fr.) die
van H. de Jong.
DE BLIKSEM SLAAT IN
Te den Burg op Texel sloeg de bliksem in
de advocaatfabriek „Eta" en het daarnaast ge
legen confectiemagazijn van de firma Dekker.
In het kantoor van de advocaatfabriek werd een
electrische installatie vernield, in de confectie
zaak werd een gat in den muur geslagen en de
goot van het dak gerukt. Van de woning van
dr. Prakken in de Weverstraat werd een sdhoor-
steen van het dak geriagen.
Te Oosterend werden twee schapen en drie
lammeren van J. Belmau In de weide gedood.
Een man gedood
Zondagavond ontlastte zich boven de tuin
bouwstreek te Langendijk en omstreken een
hevig onweer, vergezeld van zwaren hagelslag
die te Heer Hugowaard veel schade aanrichtte
In het veld, onder de gemeente Oude Niedorp
werd zekere P. van Groet door den bliksem ge
troffen en gedood.
Te Broek op Langendijk werd de electrische
leiding getroffen.
Toestand der gewonden
Naar wij vernemen worden nog twee gewon
den bij de instorting van do mergelrotsen bij
Geulhem, toen een aantal leerlingen van de
Kweekschool te Haarlem daar een bezoek
bracht en bij welke gelegenheid de jonge Visser
uit Zandvoort op slag werd gedood, nog steeds
verpleegd in het ziekenhuis te Maastricht,
waarheen ze, onmiddelljk na het ongeluk, wa
ren gebracht.
Men is, dadelijk na het ongeval er toe over
gegaan om van een der zwaargewonden, een jon
geman uit Haarlem, een deel van het verbrij
zelde been te amputeeren, maar de geneesheeren
hebben tot nu toe niet kunnen besluiten, met
het oog op den gezondheidstoestand van den
gewonde, om het andere deel te verwijderen.
De tweede gewonde herstelt geleidelijk, of
schoon langzaam. Een andere leerlinge, die bij
het ongeluk tegenwoordig was, maar geen let
sel kreeg, is nog niet in staat haar studie te
hervatten, tengevolge van een zenuwstoring.
FEDERATIE VAN BEDRIJFS-
VEREENIGINGEN
Dezer dagen heeft het Bestuur van de Fede
ratie van Bedrijfsvereenigingen zijn zestiende
vergadering gehouden.
Kennis werd genomen van een schrijven van
den Minister van Arbeid, H. en N„ dat het
bij hem aanvankelijk bezwaar ontmoette om
ten aanzien van de verzekering van losse ar
beiders de werkgevers te verplichten op de
losse arbeidskaart het uitbetaalde loon te ver
melden.
Verder was door het Federatiebestuur aan
den minister verzocht te willen bevorderen, dat
art. 4 lid 2 van dit IC. B. zou worden geschrapt,
omdat daarin een afwijkende berekening van
het dagloon werd gegeven, die tot gevolg zou
kunnen hebben, dat aan een lossen arbeider
hooger ziekengeld zou worden uitgekeerd wan
neer hij binnen 8 dagen, na werkloos te zijn
geworden, ziek werd, dan wanneer hij ziek
werd gedurende de dienstbetrekking. De mi
nister antwoordde, dat dit punt zijn aandacht
had.
Naar aanleiding van een binnengekomen
vraag bevestigde het Federatiebestuur zijn
reeds eerder ingenomen standpunt, dat het wen-
sclielijk was, dat de bedrijfsvereenigingen ook
ziekengeld zouden uitkeeren voor op 1 Maart
1930 loopende ziektegevallen, zulks in tegen
stelling met de ten deze door de meeste Radon
van Arbeid gevolgde practijk.
Beroep van bedrijfsvereenigingen op
beslissing R- V. B-
Besloten werd aan den minister te verzoe
ken bij de eerstvolgende wijziging der Ziekte
wet te willen bevorderen, dat aan de uitvoe
ringsorganen van de Ziektewet de bevoegheid
zou worden gegeven in beroep te komen van
een weigering van het bestuur van de Rijksver
zekeringsbank tot uitkeering van ongevallen
rente aan ingevolge de Ziektewet verzekerde ar
beiders, aangezien het ziekteverzekeringsorgaan
anders zijn verhaalsrecht ex art. 43 van de Ziek
tewet niet geldend zal kunnen maken, wanneer
de verzekerde arbeider, aan wien dit beroep
wel toekomt. In de beslissing van de Rijksverze
keringsbank berust, b.v. omdat hij toch reeds
ziekengeld ontvangt.
Artikel 4c Ziektewet
Het Federatiebestuur besloot den minister te
verzoeken te willen bevorderen, dat achterwege
zullen blijven vorderingen ex art. 47 van de
Ziektewet verhaal, verplegingskosten ad 2/3
van het ziekengeld wanneer het gaat over
verpleegden ingevolge de artikelen 99 en 100
van de Invaliditeitswet, aangezien het irratio
neel zou zijn, indien deze kosten, die reeds
door de invaliditeitspremie gedekt zijn, nog
eens en dat ten koste van den verzekerde,
die slechts 1/3 van zijn ziekengeld zou krijgen
vergoed zouden kunnen worden krachtens
de Ziektewet door het ziekteverzekeringsor
gaan.
Aangezien art. 47 van de Ziektewet ook in
andere opzichten tot bezwaren aanleiding geeft,
zal in het permanent overleg met de Vereeni-
ging van Raden van Arbeid worden getracht
tot een bruikbare interpretatie van dit artikel
te komen, ter bevordering van een uniforme
toepassing.
Berekening carenzdagen
Verder maakte een onderwerp van bespre
king uit de berekening van de z. g. carenzdagen,
als bedoeld in art. 39 lid 2 van de Ziektewet.
Besproken werd het geval, dat een arbeider
b. v. op Dinsdagavond ziek is geworden en dit
door betrouwbare informaties (dokters-attest,
enz.) kan aantoonen. Het bestuur bleek van
meening, dat de uitkeering van ziekengeld
dan zou moeten geschieden over den. daarop
volgenden Vrijdag. Normaliter zal evenwel wor
den aangenomen, dat de dag, waarop de onge
schiktheid tot werken aanving, de dag is. waar
op de arbeider niet op zijn werk verschijnt.
Een vorige dag kan slechts als zoodanig worden
aangemerkt, wanneer de verzekerde inderdaad
door betrouwbare informaties ten genoege van
het verzekeringsorgaan kan aantoonen, dat z'n
ongeschiktheid tot werken wegens ziekte op
dien. vorigen dag reeds is ingetreden.
Vervolgens werd besloten aan de aangesloten
bedrijfsvereenigingen in overweging te geven
te bepalen, dat geen nieuwe wachtdagen ge
maakt zullen behoeven te worden voor het ge
val de verzekerde, die weder aan zijn arbeid
is gegaan, binnen 6 dagen 11a, dit tijdstip weder
om ziek wordt (instort) uit dezelfde ziekte
oorzaak.
Naar wij vernemen, is de officier van admi
nistratie der 2de klasse, W., die door den
Krijgsraad te Den Helder wegens verduiste
ring in dienstbetrekking is veroordeeld tot
3 jaar gevangenisstraf, van dit vonnis in appel
gekomen. Voor het Hoog Militair Gerechts
hof zal hij worden bijgestaan door inr. De
Vrieze, uit Amsterdam.
Algemeene vergadering
Nadat de voorzitter der afdeeling Doetifl*
chem van de Kon. Ned. Vereeniging „Onze
Vloot", de heer Mr. J. V. Corps de afgevaar
digden had verwelkomd opende de voorzitter
der vereeniging, de heer H. M. van Bemmelen
de vergadering.
Telegrammen werden gezonden aan H.M. de
Koningin, H.M. de Koningin-Moeder, Z.K.H.
Prins Hendrik, beschermheer der vereeniging.
en het eerelid de Kosta te Parijs.
De secretaris, de heer Jhr. C. A. L. van der
Wijck bracht het verslag uit over het jaar 1929-
De periodiek aftredende leden van het hoofd
bestuur, de heer J. Koster, mr. dr. A. B. G. M.
van Rfjckevorsel, H. G. J. Uilkens en Jhr. C. A.
L. van der Wijck werden herkozen.
Ter aanvulling van bestaande vacatures in
het hoofdbestuur werden gekozen de heeren dr.
J.C. Eringaard, luitenant-kolonel bij het vrij
willig landstormcorps motordienst, voorzitter
van het Centraal comité tot waarschuwing tegen
eenzijdige ontwapening, C. J. van Kempen,
oud-gouverneur van de Oostkust van Sumatra,
lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal
en W. A. Engelbveoht te Rotterdam. Als lid
van den algemeenen Raad werd gekozen de
heer J. E. T. Kok, directeur van de Kon. Nederl.
Maatschappij tot exploitatie van petroleum-
bronnen in Ned.-Indlë.
In 1931 zal de gewone algemeene vergadering
te 's-Gravenhage worden gehouden in verhand
met bet 25-jarig bestaan der vereeniging.
Aan kolonel A. L. Boelen werd een antiek
tinnen bord met inscriptie aangeboden bij ge
legenheid van zijn 10-jarig jubileum als redac
teur van het maandblad der vereeniging. De
voorzitter deelt mede, dat de vereeniging zich
heeft aangesloten bij het Centraal comité tot
waarschuwing tegen eenzijdige ontwapening.
De afd. den Helder vestigde de aandacht
van het Hoofdbestuur op den treurlgen finan-
cieelen toestand van de jongere Marine-officie
ren.
De voorzitter zegde toe, dat het Hoofdbestuur
zijn volle aandacht aan deze kwestie zal
schenken.
Na afloop der vergadering werd de vereeni
ging door het Gemeentebestuur van Doetinehem
ontvangen. Des namiddags werd een gezamen
lijke autotocht gehouden.
's Avonds bood de Koppelsche Kapel In Hotel
de „Gouden Leeuw" te Laag Keppei een con
cert aan.
Algemeene vergadering
Bovengenoemde Vereenlglmg hield hare Alge
meene Vergadering In het Amstelhotel te Hen
gelo, onder voorzitterschap van Prof. Mr. J'.
C. Kleistra.
Bij den aanvang der vergadering wend op
voorstel van den voorzitter onder applaus be
sloten een telegram met betuiging van aanhan
kelijkheid te zenden aan H. M. de Koningin.
Na een welkomstwoord brachit de voorzitter
vervolgens verslag uit van den toestand der
Vereeniging, waaraan hij eenige beschouwingen
vastknoopte. Zoo wijst 'hij er bijv. op, dajt 't de
taak moet zijn van den verlofsofficier om de
weerbaarheid van het volksbestaan te verhoo-
gen. Noodig is echter dat men ons waardeert,
waarin men in Nederland, volgens spreker, nog
wel iet» tekort scihtet. i; q
In vele gemeenten, o.a. In Groningen en -Bot
terdam, vraagt men dikwijls personeel vrij van
militairen dienst, In Rotterdam zijn geyallen
dat men alleen verlof geeft indien zulks geen
vrijwillige dienstneming betreft. Spreker wees
op Zwitserland, waa.r de toestand heel anders
Is dan hier.
Komende tot het verslag der Vereeniging,
deelde de voorzitter mede, dat twee nieuwe
afdeelingen tot stand zijn gekomen, nam. Breda
en Groningen. Het aantal leden bedraagt 1068.
Het verslag van den penningmeester ver
meldt een batig saldo van 91.74. Naméns de
controle Commissie deelde Overste Meinster te
Hengelo mede, dat de bescheiden van den pen
ningmeester in orde waren bevonden, waarop
deze in zijn 'beheer werd gedecharcheerd.
In het Hoofdbestuur werden bij acclamatie
herkozen de heeren: Prof. Mr. J. C. Kielstra te
Wageningen, J. Roodenburg te Rotterdam en P.
Tazelaar te Bilthoven, resp. als voorzitter, se
cretaris en penningmeester.
Tot verdere bestuursleden werden herkozen
de heeren: C. Kuppers te Gouda, dr. J. de
Jong te Hilversum, W. van 't Hoogte Schie-
broek en gekozen de heer A. D. J. Bekker te
Enschedé.
De begrooting voor 1931 werd goedgekeurd.
Hierna .had op het gemeentehuis de offlcieele
ontvangst plaats.
UITVOER FIJNE ZADEN.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt
mede, dat In de maand Mei 1930 aan fijne
zaden werd uitgevoerd: Maanzaad (paperzaad)
468.767 IC.G. Karwijzaad 416.180 K.G. Kanarie
zaad 448.569 K.G. Bruin mosterdzaad 50.753
K.G. Geel mosterdzaad 370.421 K.G.
naar het Engelsch van
FEKVU8 UOME
2?)
Zijn re-el!1 rb.-nd zocht werktuigelijk de kolf
van zijn .- «hu, onder het hoofdkussen
iag. Hij sliep in nut de hand aan zijn ver
trouwd wapen.
Millieent sliep dien treurlgen nacht in het
geheel niet, want zij bezat nu hoegenaamd geen
hoop meer. Zij ontkleedde zich niet eens, ma r
zij zat daar roerloos met de handen krampachtig
ineengelslagen en met den blik star voor zich
uitgericht.
Wat was zij? Dat was de moeilijke vraag, die
haar geest haar telkens voorhield, doch waarop
zij geen antwoord kon geven. Wat. was zij? Wat
had zij gedaan? Welke groote misdaad had zij
bedreven bij dit noodlottig huwelijk en aan welk
vergrijp had zij zich in 't algemeen schuldig
gemaakt.
Zij had zich tegen het huwelijk verzet, dat
was waar, ook had zij de herinneringen harer
Jeugd, de toen afgelegde belofte haar
eenige liefde trachten te onderdrukken, maar
gij had toegegeven. Zij had toegegeven, zooals
Dweil naar waarheid had gezegd. Zij had toe
gegeven tegen haar eigen verstandig oordeel in.
hetwelk haar zacht in 't oor fluisterde, dat zij
niet vrij was een huwelijk aan te gaan. Hoe
groot was haar strafbaarheid? Zij was eenvou
dig en braaf opgevoed en onderwezen door per
sonen, wier nuchtere, rechtschapen zin de boos
heid kende.
Wat zou de geestelijke van Compton morgen
haar zeggen, als zij naar hem toeging
én vertelde, wat zij gedaan had?Een vree-
seiijke angst maakte zich van haar meester; zij
liep van den eenen kamt der kaïner naar den
anderen en riep herhaa'delijk handenwringend
uit. dat zij een misdadig, ongelukkig schepsel
was. Boven de gedachte aan haar zonde, boven
het zelfbewustzijn van haar misdaad zweefde
de schaduw van hetgeen haar te wachten stond.
Zij moest haar leven slijten aan de zijde van
dat wezen, hetwelk zij boven alles haatte, voor
hetwelk zij bang was en dat nu maar een al te
zeer gerechtvaardigde reden bezat, zich op haar
te wreken.
Al die gedachten maakten haar schier krank
zinnig. Zij trok een lade van de schrijftafel
open, welke tegen den haard stond. De kamer
was voorheen bewoond door haar moeder en
haar vader zaliger; zij herinnerde zich, dat er
in die lade verscheidene scheermessen lagen,
die aan den ouden baron hadden toebehoord. Zij
opende het foedraal, nam er een mes uit en
hield he.t im de hand, terwijl zij de blinkende
kling beschouwde.
Neen! riep zij uit. neen! neen! ik mag
niet de hand aan mij zelve slaan! In haar
schrik, in haar ijver om aan die bekoring te
ontsnappen, ging zij bij het dicht doen van het
mes zóó onhandig te werk, dat het lemmet op
haar mouw- gleed en haar hand schramde. Het
was geen diepe, gevaarlijke wond, maar toch
van dien aard, dat het bloed over de kling van
het. scheermes op den vloer, in de openstaande
lade der schrijftafel en op den rok van haar
rouwjapon lekte.
Zij stak hét mea weder in het foudraal en
borg dit In de lade; vervolgens wikkelde zij
een witten battisten doek om haar hand en
zette zich weder voor den haard neder.
O, was Sally hier, die goed, trouwe Sally,
wat zou dat een troost voor mij zijn! prevelde
mevrouw Duke.
De stilte en de eenzaamheid, die in huis
heersehten, benauwden haar. Zij deed het raam
open en keek in den met sneeuw bedekten tuin.
Nog altijd vielen de donzen vlokken, zij vielen
onhoorbaar en dikke wolken bedekten het oude
huis als met een groote lijkwade. Het raam,
waaraan Millieent stond, bevond zich in den
hoek, die 't verst van de tuinkamer aflag. Niet
temin kon zij aan. het uiterste einde van heit
terras het schijnsel van het ronde venster zien,
dat zich op de sneeuw afspiegelde. Dat roode
schijnsel scheen op den grond als een glinste
rende plek en Kwam des te meer uit, daar liet
rondom die plek pikdonker was.
Terwijl Millieent die kleine verlichte plaats
beschouwde, doorschreed een zwarte gedaante
haar snel. In dezen droeven nacht maakte deze
omstandigheid, welke bij elke andere gelegen
heid haar verontrust en opmerkzaam zou
hebben gemaakt, dat Iemand om het huis sloop,
niet den minsiten Indruk op haar. Zij sloot het
raam en trad naar den haard terug. Weldra
vond zij echter de stilte en eenzaamheid onver
draaglijk; zij nam de kaars, opende de deur
van haar slaapkamer en luisterde, terwijl zij
over de gang naar de trap liep. Was zij zich
bewust, dat zij iets hoorde?.
Zij vernam het eentonige tik-tak van de
staande klok in de vestibule en verder niets..
geen geluid, geen ademtochtje, geen gerucht
hoegenaamd in huis.
Eensklaps en tot aan haar laaitsten adem
tocht heeft zij niet kunnen zeggen, hoe zij op
die gedachte gekomen was eensklaps kwam
hét in haar op, dat het góed zou zijn naar de
tuinkamer te gaan, Duke te wekken, hem al
het geld aan te bieden, dat zij bezat en hem
vervolgens te verzoeken, Compton voor altijd
te verlaten.
Zij wilde een beroep doen op zijn barmhartig
heid of beter gezegd, op zijn hebzucht; want
zij wist sedert iamg, hoe veel, of juister hoe
weinig medelijden zij van hem had te ver
wachten. Met dat voornemen bezield door
schreed zij de lange gang, die naar het andere
einde van het huls voerde. De deur der tuin
kamer was gesloten, em de rechterhand van
Millieent gekwetst en met een zakdoek om
wikkeld; er verliep daardoor eenigen tijd, eer
zij de deur kon openen. Het bloed van baar
overigens onbeduidend wondje was door het
verband heengedrongen en liet op de oude
koperen deurklink bloedvlekken achter. Alles
was rustig in de tuinkamer. Het vuur glom in
den haard met afwisselend schijnsel, dat het
verschoten behangsel en de oude berookte schil
derijen aan den wand belichtte. Millieent begaf
zich op haar teenen naar het ledikant, waarop
de kapitein zich geworpen had. De slapende lag
met zijn gezicht naar het vuur toe; zijn hand
hield nog altijd de kolf van het pistool vast.
Hij lag zóó, gelijk hij zich een uur geleden haid
neergelegd.
Millieent herinnerde ziqh, dat zij haar broeder
Ringwood in deze kamer gezien had als lijk, nu
drie maanden geleden. Uit achting en vrees
voor die herinnering bleef Millieent tusschen
den haard en het hoofeinde van het bed staan,
en overlegde of zij haar man zou wekken. Het
trillende licht viel juist op het haar van den
kapitein, dat verward op 't kussen lag. Milli
eent volgde het trillende lichtschijnsel met de
oogen overal heen; van de rondzwierende lok
ken keek zij naar de hand, die de kolf van het
pistool hield omkneld, van de ledikantenstijion
naar het plafond «n van daar naar den eiken
vloer vóór het bed en eindelijk naar een zwar
ten pla| die langzaam in het bout drong.
Die zwarte plas was bloed, dat langzaam uit
een vreeselijke wonde sijpelde, welke midden
door den hals van den kapitein liep.
Millioent Stiet een gil uit, keerde zich om
en vluchtte. In dezen krankzinnigen, blinden
schrik schoot haar te binnen, dat het wellicht
gemakkelijker zou zijn, dat ijselijke huis te
verlaken door de glazen deur. welke op den
tuin uitkwam, dan over de trap en door de
vestibule. Die glazen deur bevond zich in een
soort nis, welke door een geborduurde portdère
bedekt was. MttUceut schoof hat gordijn op
zij, maakte de deur, die slecht met een knip
gesloten was, open, daalde fluks de steenen
treden van het terras af en snelde door de
eenzame laan naar don grooten weg.
De sneeuw reikte tot aan haar knieën, toen
zij haar schreden al strompelend naar het dorp
richtte. Zij wist niet, hoe zij daar gekomen
was; 2ij herinnerde zich slechts, dat liet drie
uur sloeg, toen zij aan de deur van Den Zwarten
Beer klopte.
Samuel, reeds van streek door de gebeurte
nissen van den dag verschrikte door dat klop
pen op dit uur nog meer. Hij deed de deur op
een kier en hield de brandende kaars in de
hand.
Ruim zeven jaar geleden, op zekeren najaars
nacht, had hij diezelfde deur geopend voor de
zelfde bezoekster, n.l. toen Darell in de blauwe
kamer ziek te bed lag.
"Wie is daar? vroeg hij aan alle leden
bevend.
Ik ben het.... Millieent!.... Laat mij
alsjeblieft binnen.... Iaat mij binnen, om Gods
wil, laa.t mij binnen.
Er lag zulk een groote angst in Millieent's
stem, dat Pecker zijn eigen schrik vergat. De
herbergier bezweek voor de ontstelde vrouw,
evenals alle menschen voor de macibt van eert
hevige gemoedsbeweging het onderspit delven,
Vlug deed hij de deur open en tiet haar heni
voorbijgaan zonder haar aan te spreken.
Het woonhuis was helder verlicht, want
Darell, juffrouw Pecker en 't dienstdoend per
soneel waren half aangekleed met brandende
kaarsen naar beneden gekomen. Do vorige
avond was vol onrust en zenuwachtigheid gie-
weest, zoodat niemand den slaap had kunnen
vinden en allen het kloppen op de deur hadden
gehoord.
Geen schim, geen spook, geen van den dood
verrezene had de gemoederen zóó met ontstel
tenis kunnen vervullen, als het gezicht van
Millieent, die vóór hen stond, met hangendo
haren, doornat van sneeuw, haar kleeding be
smeurd en met geronnen bloed bevlekt.
Haar oogen bezaten dezelfde uitdrukking van
schrik en ontsteltenis welke deze een poosje
vertoond hadden, toen zij voor den vermoorden
man had gestaan.
Gedurende eenige oogenblikken was zij niet
in staat te spreken, zij streek met haar bloe
dende hand over haar voorhoofd en besmeerde
dat met bloed.
Darell, even bleek als zij, was ten eenenmale
onbekwaam haar te ondervragen; Sara was de
eerste, die haar tegenwoordigheid van geest
herkreeg.
Miss Mllly, zeide zij, terwijl ze de arme
vrouw in haar armen nam, wat is er gie-
beurd.... Vertel het mij maar. kindlief.
Bij het hooren vam die vriendelijke stem
kwam er weer leven in de stralende oogen van
Millieent en het jonge vrouwtje begon luidkeels
te lachen
Groote God! riep Darell uit, die kerel
heeft haar krankzinnig gemaakt.
(Wordt vervolgd).