f De Fransch-Engelsche Katholieke entente Het lot van zestig millioen menschen 00STERSCH KERKELIJK LEVEN DONDERDAG 10 JULI 193Ö DE REIS VAN DE ERITSCHE PELGRIMS VERDRUKT, VERACHT EN STELMATIG VERNEDERD DE CHAOS IN CHINA De overwinningsgodin ENORM TABAKSVERBRUIK IN DUITSCHLAND i r -JAt. GEEN INTERNATIONALE, DOCH EEN SÜPERNATIONALE FEDERATIE if an onzen Parijschen correspondent) De pelgrimsreis welke de „Soeiety for Main tenance the Apostolic See", geleid door den kar dinaal-aartsbisschop van Westminster Z. Em kardinaal Bourne, naar de H. Hartbasiliek van Mcntmartre en naar Lisieux had ondernomen, is geëindigd. Zij heeft zoowel in Engeland als in Frankrijk "bijzonder de aandacht getrokken alhoewel de komst van kardinaal Bourne in Frankrijk geen zeldzaamheid is. Z. Em. bezoek; Frankrijk vele malen per jaar, en sinds laren brengt er meermalen zijn zomerrust door en neemt ook zeer vaak deel aan de groote Fran sche Katholieke plechtigheden. Dientengevolge is kardinaal Bourne een buiiengéwoón krachtige „trait d'union" tus- schen de Fransche en de Engelsche katholie ken, wier onderling contact de laatste jaren verblijdend groot is geworden. Dat contact is nimmer verloren geweest, want 2ooals men weet hebhen de Engelsche Katholieken langdurige tijdperken gekend, waarin een deel van het Britsche Katholieke leven zich op Franschen bodem afspeelde. Toen Z. Em. tijdens den pelgrimstocht naar Mont- martre door de Parijsche hooge geestelijkheid en een aantal vooraanstaande figuren in de Katholieke actie werd ontvangen, heeft hij die aloude betrekkingen, welke wederzijds zoo groofen invloed hebben gehad, m herinnering gebracht. En een der kanunniken van Westmin ster. mgr. Myers, heeft bij het plechtig Lof in de Basiliek van het H. Hart, toen Fransche en Engelsehe pelgrims zich zoo gelukkig gemengd hadden rondom de hoogste geestéijke gezagheb bers van beide landen, eveneens dat stuk histo rie foor aller geest gebracht. Tail den tijd, dat de Engelsche en Iersche ge- Io'ófspTedikers naar de Fransche kusten over staken oni ei hst Evangelie te brengen, tot de donkere eeuwen voor de Kerk in Engeland, toen daar geen priestervorming mogelijk was en te Douai in het Noorden van Frankrijk het seminarie gevestigd was, dat voor Engeland de priesters vormde, van wie onder de regeering van Elisabeth alleen er meer dan 150 het mar telaarsschap bereikten. Noeh in Engeland, noch in Frankrijk heeft men die geschiedenis vergeten maar te vaak wordt de geschiedenis aanvaard zonder meer en het is de groote verdienste van de beide kardinalen, H.H. E.E. Amette z.g. en Bourne geweest, door htm persoonlijke betrekkingen een positief contact te hebhen gelegd en leven dig gehouden, waardoor de meest vooraan staande Katholieken in beide landen elkander meermalen konden ontmoeten. anneer kardinaal Bourne in Frankrijk zijn moeder bezocht, placht hij gelijkertijd ook kar dinaal Amette, den toenmuligen kardinaal aartsbisschop van Parijs te bezoeken en men kan zich voorstellen welke nauwe vriend schapsbanden tusschen heide eminente figuren gelegd werden. Ook in de oorlogsjaren, toen het overgroote dee van de Britsche jongelingschap zich op Franschen bodem bevond, waren uiter aard de relaties zeer nanw. En tóen dan oók Ha den vrede de eerste groote plechtigheid vóór Katholiek Frankrijk, de consecratie van de H. Hartbasiliek op Montmartre zou plaats hebben, vroeg kardinaal Amette ook aan kardinaal Bourne mede een der altaren te cónsacreeren. Ook de Weg naar Montmartre was den aarts bisschop van Westminster niet vreemd. De Kerkvorst was gewoon drommen Engelsche pel grims naar de Fransche genadeoorden te lei den, ter vereering van het H. Hart naar Mont martre en Paray-le-Monial, ter vereeniging van O. L. Vrouw naar Lourdes, en sinds de latere jaren naar de Garmeliete van Lisieux, die de wijsheid van den H. A'ader ais patrones heeft geschonken aan de Missies. Het is te Lisieux vooral, dat kardinaal Bour ne het karakter van de komst- der Engelsche pelgrims naar Frankrijk het duidelijkst heeft geschetst. Er is in verband met deze reis van bet stichten eener „Internationale" of een soort Katholieken „Volkenbond" gespróken en geschreven en de woorden kunnen verwondering wekken, de Katholieke „internationale' of „volkenbond" be staat sinds de apostelen werden uitgezonden en hun kudden werden toevertrouwd aan één en dezelfden herder. Slechts een bijzondere aan leiding om Franschen en Engelschen Dij deze pelgrimstocht te betrekken gaf tot die benamin gen aanleiding, en we zullen zoo aanstonds zien welke beteekenis daaraan moet worden gehecht. Toen in de dagen van het „Action-Frangaise conflict" de H. Stoel in de discussies werd ge noemd, welke meestal in de noodlottigste ver warringen plaats grepen, werd onder aanmoedi ging van Z. Em. kardinaal Dubois door den heer Franeiscus Gay het initiatief genomen een liga te vormen welke alle Katholieke groepee ringen en werken zou steunen, die zich in dienst stellen van den H. Stoel en zich „les Vókmtairés du Pape" noémen met tot bijzondere taak het verbreiden in het Katholieke vereeni- gingsleven van de directieven, die door den H. Stoel worden gégëven, in het bijzonder op het gebied van practische actie. Geheel een repliek vindend in de onder de auspiciën van den aartshisshóp vaii Westmin ster aan de overzijde van het Kanaal bestaande „Society for the Maintenance of Apostolic See", was de wensch natuurlijk, dat beide vereen! gingen een nauw contact zouden onderhouden. En even begrijpelijk is het verlangen, dat dit contact niet tot de Fransche en Engelsche Katholieken alleen zou beperkt worden, doch dat alle werken in dienst van den H. Stoel, die met het karakter dezer heide vereenigingen overeenkomen, zich onderling zouden ontmoe ten, niet in een soort „internationale", maar in een supra-nationale federatie, dus in eene, waarin hun werkelijke gemeenschap, die de ge meenschap des gebeds is, tot volle uitdrukking zou komen. Dergelijke vereenigingen mogen binnen natio nale grenzen haar veld van publieke actie vin den, het innigste in hun leven kent die gren zen natuurlijk niet, doch ligt in de Gemeen schap der Kerk. Eh het vrijwilligerschap jegens den Stedehouder, kan niet anders zijn dan het vrijwilligerschap jegen3 den Christus Koning. Als dan ook Engelsche en Fransche „vrijwilligers" elkander te Montmartre hebhen gevonden, dan is het omdat zij in dheerlijk genadeoord met zijn zeer nationale 1 .'komst, doch zijn supranationale kracht, hun schoon werk zijn komen opdragen aan het H. Hart van JesHs en het ia dienst hebben willen stellen van de erkenning van Christus' Koningschap op aarde. De geestelijke band die tusschen beide ver eenigingen, welke in haar respectieve landen hare vertakkingen hebben, kon niet anders dan tot uitdrukking komen in roerend schoone, vol. komen religieuss plechtigheden. En onder den indruk van haar stichtelijkheid verwondert het evenmin dat kardinaal Bourne te Lisieux over het schoone werk, dat zoozeer uitdrukt hóe geografische of politieke grenzen geen scheiding doen bestaan in Christus' koninkrijk, én alle kinderen vereenigt toont onder den staf van den eenigen Plaatsbekleeder, de voorspraak van de H. Theresia van den Karmel van Lisieux heeft willen afsmeeken. Voor de beide vereenigingen is vooral de dag van de plechtige opdracht aan het H. Hart van Jesus en aan Christus-Koning van sublieme beteekenis geweest. Zij wehscfien, dat wat in Frankrijk en Engeland werd gesticht ook elders zal worden opgericht en dat dan de vereenigin gen van gelijk doel een federatie zullen vor men om des te kraehtiger te zijn door gezamen lijk gebed en in gezamenlijke actie. Daarom heeft men dé beteekenis van de „Britsch-Fran Sche ontmoeting" neergelegd in een geschreven acte, die door de aanwezige kardinalen en door de voorzitters van de beidé bondén werd getéekend. Die bij de opdracht aan het H. Hart voorge lezen acte is misschien minder goed verstaan en blijkt tot de veronderstelling te hebhen aan leiding gegeven, alsof twee kerkvorsten een soort tractaat zouden hebben gesloten dat den grondslag zou moeten vormen tot een wereld federatie van staten. Zulk een internationaal gebeuren heeft niet plaats gehad, maar wel is eén S«pernationaal getuigenis gegeven, en wel van de geestelijke samenhoorigheid van de Katholieken aller landen en van de gelijke trouw, die de Katholieken van welk werelddeel ook aan het zichtbaar Hoofd der Kerk verschul digd. Van een wereldfederatie „van Staten" is, voor zooverre ons bekend, geen sprake geweest; wel van een wereldfederatie van Katholieken, in de verschillende Katholieke Acties in de af zonderlijke landen vereenigd. Red. Msb. PRINS GEORGE VAN ENGELAND opende dozer dagen een vliegtuigloods; de vooruitgang van de luchtvaart werd gedemonstreerd door de eerste machine die over Londen vloog, en een nieuw vliegtuig. DE OPLEIDING DER GEÜNIEERDE OOSTERSCHE GEESTELIJKHEID Grondige en uitgebreide leerplannen (Van onzen bijzonderen correspondent.) DE TEMPEL VAN VESTA OP HET FORUM ROMANUM Gedeeltelijk gerestaureerd Onze H-correspondent schrijft ons: In stilte en zonder ophef heeft de directie tan hét Forum Komanum een restauratie ver richt, die niet zal nalaten, bij velen verwonde ring en verbazing enmisschien wel ver ontwaardiging te wekken. Deze directie heeft Jl ijk baat' hét voorbeeld willen volgen, dat in Griekenland met het Parthenon gegeven werd. Dit is, naar reeds werd medegedeeld, Zooveel mogelijk in den oorspronkelljken toestand her steld, aangezien men een gaaf Parthenon van groot belang achtte voor studie-doeleinden en er tevens een langeren levensduur aan ver- bi ödt. Op het Forum Romanum nu, ongeveer in het centrum, lagen de resten van den beroem den Vesta-tempel, waarin tien eeuwen lang het heilige vuur heeft gebrand, tot keizer Theo- dosiua hem In 394 deed sluiten. Doordat de Vesta-tempel en de Trinitè, Capitolina de twee centra van den heidenschen eeredienst waren geweest, hebben de christenen om begrijpelijke redenen getracht, deze gebouwen zooveel mo gelijk te doen verdwijnen en ze slaagden in hun opzet zóó goed, dat men eeuwen lang in onzekerheid heeft verkeerd, waar ze eigenlijk gestaan hadden. De Trinith Capitolina die als het ware de kathedraal van het heiden- sche Rome was geweest zocht men hij de huidige Aracoelikerk en den Vestatempel meende men nu eens aan den voet van den Palatijn, dan weer op de Piazza di Bocca della Verith gevonden te hebben. Eerst in 1S74 werden de ruïnen van den fa- meuzen Vestatetapel op het ï'orum Romanum ontdekt en na nauwkeurige onderzoekingen als Zoodanig door de geleeTde wereld erkend. Voor het oog van den leek hadden deze resten intusschen weinig aantrekkelijks en vermoedelijk om aan dit bezwaar eenlgszins tegemoet te komen, anderdeels uit verlangen, om ook hier de overblijfselen van het keizer lijke Rome zoo duidelijk mogelijk te doen spreken, heeft men ze wat opgekalefaterd en er een stuk bovenop gezet, welk stuk het pro duct is van nauwgezette berekeningen en ver gelijkingen en van een bestudeering der a£- |>eoUUng van den Vestatempel, zooals die o; een zich te Florence bevindend basreliëf voor komt. Er werden verschillende op het Forum ge vonden fragmenten in verwerkt, o.a. het eenige brok marmer, dat van den Vestatempel is over gebleven. Deze fragmenten werden dertig jaar geleden door den archeoloog Giacoma Boni angstvallig bijeengezameld en gecontroleerd en samen met den nieuwbouw, die men overigens duidelijk heeft doen contrasteeren, vormen ze nu een bouwsel, dat een idee moét geven van den oorspronkelijken tempel, den tempel al thans, zooal3 hij was na de laatste restauratie, die te danken was aan de edelmoedigheid van keizerin Guilia Domna, de echtgenoote van Septimus Severus. Aan de bedoeling, een idee van den Vesta tempel te geven, beantwoordt déze restaura tie of liever déze gede-éltelijké herbouw wel, maar velen vragen zich af, of het nut en de redelijkheid er van opweegt tegen de schending van het karakter van het Forum Romanum, zooals zich dit in den loop der eeuwen liéeft gevormd. GËRMAANSCH SOLDATEN GRAF Naar uit Praag wordt gemeld, is bij opgra vingen te Celakowitz in de nabijheid van de Elbe de Voor Bohemen en voor geheel midden- Europa, zeldzame vondst gedaan van het graf I tijd, nog altijd uitgebreid. Zoo stichtte Paus van een Germaanschen krijgsman te paard. Benedictus XV z.g. het college der Ethiopiërs Voor de wetenschappelijke vorming van ris toekomstige geestelijkheid der geünieerde Kel ken in het Oosten, hebben de Pausen van Rome steeds, zoo veel in hun vermogen lag, een bii zondere zorg gedragen. Deze vaderlijke zorg uitte zich niet alleen in verschillende raadge vingen en voorschriften, welke op de studie van die toekomstige priesters betrekking heb ben, maar eerst en vooral ook door daadwei- fcelijken steun, met name door het oprichten of finantieei ondersteunen van leerscholen en séminariës, welke van goede inlandsclie of Europeesehe leerkrachten werden voorzien. Zul ke leerscholen voor de priesterstudenten van de verschillende geünieerde Oostersche kerken vindt men gedeeltelijk ter plaatse zelf, d.w.z. in de OosteTSche landen, gedeeltelijk te Rome, in het centrum van de katholieke wereld. In de Oostersche landen is men er sinds eeuwen op bedacht geweest, de voorschriften die de kerkvergadering van Trente op de eerste plaats voor de opleiding der toekomstige geestelijkheid in Europa gegeven had, ook voor de candidaten tot het priesterschap der met Rome véreenigde kerken vaii niet-Latijnschen ritus tot uitvoeriug te brengen. Daarbij moest natuurlijk rekening gehouden wordén, vooreerst met het verschil van mogelijk heden en behoeften in Oost en AVest, vervol gens met het verschil van omstandigheden, waaronder men daar ter plaatse te arbeiden had. Ook bij den besten wil en de grootste opofferingsgezindheid van den inlandschen cle rus zelf en de AVestersche missionarissen in hét Oosten, heeft men niet altijd datgene kun nen bereiken, wat men nastreefde als een ideaal. Dat bleék trouwens ook in de Europee sehe landen niet overal mógelijk. Over 't alge meen echter maken de seminaries en scholen voor toekomstige geestelijken, die in de Oos- fcêrscöf 'anden ten behoeve van den geiinieerden clerus gevestigd zijn, een goed, of zelfs een zéér goed figuur. Zoo b. V. het seminakie voor de geünieerde Grieken, dat de AVitte Paters van kardinaal Lavigerie besturen te Jeruzalem, de theologische faculteit van de Sint Jozefs-univer siteit der Paters Jezuïeten te Beiroet, het setni- ftarie van de Fransche Dominicanen in Meao- potamië en een betrekkelijk groot aantal hier en daar Verspreide, kleinere tlfeologisChè oplei dingsscholen, waar degelijk onderwijs wórdt verstrekt aan de toekomstige inlandsche gees telijkheid der verschillende geünieerde kerken. De Katholieke Armeniërs b. v. bezaten vóór den oorlog drie van zulke seminaries: een te Constantinopel, een te Angora en een te Erzeroem. Het nationaal concilie dezer kerk schreef in het jaar 1911 vóór, dat deze leer scholen hun programma's van onderwijs zooveel mogelijk volgens de in Rome zelf gangbare moesten inrichten. Als voornaamste leervakken worden genoemd zedekundige en leerstellige godgeleerdheid, kerkelijk recht, exegese Van de Heilige Schrift, kerkelijke geschiedenis en liturgie. De theologische cursus, waarin deze leervakken moesten worden gedoceerd, werd vastgesteld en verdeeld over een tijdsruimte van vier studiejaren. Daaraan moest eerst een tweejarige studie van de verschillende onder deeien der wijsbegeerte voorafgaan. De simpele uiteenzetting van dit programma van deze geünieerd-Armenische seminaries wijst uit, dat ze wat leertijd en leervakken betroffen vol strekt niet achterstonden bij de meeste semi naries onzer Europeesehe landen. Afgezien van deze seminaries ter plaatse zelf, hebben bijna alle met Rome vereenigde Oostersche kerken nog een eigen college in de Eeuwige Stad, waarheen die jongelieden van Oosterschen ritus worden gezonden, die door hun respectievelijke bisschoppen of patriarchen daartoe bijzónder geschikt worden geóórdeeld. Zij kunnen aldaar hun kerkelijke Studiën ofwel van meet af maken, ofwel na een gedeelte hunner opleiding reeds in het vaderland te heb ben genoten deze te Rome gaan voltooien en vervolledigen. Niet zelden ontvangen deze jeug dige Oostersche clerici dan in de Eetrwigb Stad zelf hun heilige wijdingen, en bekronen, hetzij vóór of na hun priesterwijding, hun studiën aan een der Römeinsche universiteiten met een doctoraat in de godgeleerdheid, in het kerkelijk recht, of soms ook in de wijsbegeerte. Het aan tal dezer colleges van Oosterschen ritus te Rome wordt door de Pausen, ook in den laatsten oionarissen, die zich op een werkkring in het Oosten voorbereiden, het „Pauselijk Oostersch Instituut" te Rome aan de Piazza Scossacavalli. Terstond na den aanvang van zijn Pontificaat schonk Paus Pius XI dit Instituut aan de pa ters Jezuieten, en werd de zetel daarvan over gebracht naar de Piazza Santa Maria Maggiore TWee jaren geleden werd het „Pauselijk Oostersch Instituut" met de Gregoriana der jaters Jezuieten vereenigd, zonder evenwel daardoor geheel te worden geabsorbeerd. Aan het hoofd van dit instituut stond in de eerste jaren onder Benedictus XV, de toenmalige abt Udefonso Schuster O.S.B., thans kardinaal aartsbisschop van Milaan. De tegenwoordige mi der is de bekende mgr. M. d'Herbigny S.J. die door Paus Pius XI tot de bisschoppelijke waardigheid werd verheven Volgens de oorspronkelijke statuten, staat dit instituut ook voor Studenten van ni'et-geü- nieerde Oostersche kerken open. Mahr daarvan wordt, om begrijpelijke redenen, niet zulk een ruim gebruik gemaakt, als de Pauselijke stich ter wel gewild had. De bisschoppen en patriar chen van de afgescheiden kerken zenden in c'en regel 'hun priesterstudenten overal elders liever heen, dan juist naar Rome. Dat Grego- i iaansch-Armeensche of schismatiek-Grieksche clerici aan de niet-Katholieke, en soms nau welijks of niet meer christelijke universiteiten van Duitschland, Frankrijk of Engeland gaan siudeeren is, reeds sinds de vorige eeuw, vrij wat minder zeldzaam. Maar de resultaten van deze proeven zijn gelijk gemakkelijk te voorzien was van dien aard geweest, dat ver schillende schismatieke kerkhoofden ten slotte de verantwoording niet meer op zich durfden nemen om op den ingeslagen weg voort te gaan. De patriarch van de Roemeensche kerk heeft eenmaal in een vergadering van de Eerste Kamer gezegd, dat hij een schrijven ontvangen had van sommigen zijner seminaristen, waarin zij boudweg te kennen gaven, dat zij in het be- staah van geen God meer konden gelooven: Daaraan waren weliswaar niet direct de bui- tenlandsche universiteiten schuld, maar dan toch hun leeraren, die zelf aan dergelijke uni versiteiten hadden gestudeerd. Tegenwoordig heeft de schismatieke kerk van dit patriar chaat een dertigtal barer seminaristen tot vol tooiing hunnér studiëh naar de katholieke tneologische faculteit van Straatsburg gezonden Dat is tot dusverre een uitzonderingsgeval, maar het spreekt boekdeelenü IN EEN DER GROOTSTE EN MEEST BESCHAAFDE DEELEN VAN AAZIE Zoowel het geraamte Van den ruiter als het ske let van zijn ros is prchtig geconserveerd. Oolc werden ter plaatse verschillende waardevolle bronzen en gouden voorwerpen ontdekt. SHANGHAI, 9 Juli. (R.O.J, Na een gevecht van drie weken, waarin de twee partijen veer tig duizend manschappen verloren, werden de nationalisten gedwongen, het offensief tegen Kaifeng op te geven wegens den hardnekkigen tegenstand der tegenpartijen der Kwomintsjoen aan het front van Zunchai. De nationalistische commandant heeft intus schen zijn aanvalslinie verlegd door vijftig duizend manschappen ter versterking te zen den naar de streek van Yenchowfoe en hef spoorWegtraject Tientsin-Pukow, teneinde een nieuw offen :i'. l te-go: op de Piazza Santa Marta, en de tegenwoordige Paus Pius XI nog onlangs een college voor de Russen aan de Piazza Santa Maria Maggiore Grieken, Roethenen, Maronieten en Armeniërs hebben te Rome reeds langer hun eigen bijzon dere colleges of convicten gehad. Zij studeerden tot voor enkele jaren aan de leerschool van het z.g. „Collegium Urbanum" (dé Propaganda Fide), tegenwoordig meestal aan het Angeli- cum onder de leiding van de Paters Domini canen. Natuurlijk heeft in de Oostersche landen de oorlog met zijn nasleep van treurige gevol gen aan dit goed georganiseerd onderwijs voor do toekomstige geestelijkheid der geünieerde kerken veel schade gedaan. Maar anderzijds wordt er juist in de laatste jaren harder dan ooit gewerkt om die schade dóór verdubbeling van ijver wederom in te halen. Paüs Benedic tus XV stichtte, speciaal met het oog op de opleiding van de jeugdige clerici der Ooster- Zestig millioen verschoppelingen. En dat in t land van Rabindranath Tagore. In het land "waar de zoete theosofie van nog zoetere men- schen welig tiert en de fanatieke Hindoe van een hoogere kaste zich uit religieuze overwe gingen wel wacht, zich op hardhandige wijze té ontdoen Van een hem kwellend insect. AYelk een eerbied voor de dieren. Geen Hindoe zal een dier dooden en alle Hindoe's vereeren de heilige koe. Maar zestig millioen menschen worden in Indië als heesten behandeld. Zij, die hun blik ken zoo graag naar het Oosten richten, omdat ze het Christelijke, helaas verdoolde AVesten minachten, mógen wel eens denken aan die zes tig millioen verschoppelingen. Sprekender en overtuigender dan Henri Massis' „Verdediging van het AVesten" is het schier ongeloofelijke feit, dat zestig millioen menschen in één der grootste en meest beschaafde deelen van Azië meedoógenloos worden verdrukt, diep veracht en stelselmatig vernederd. Zestig millioen verschoppelingen. De wereld ként ze als de paria's en ze heeft zich weinig om hen bekommerd. Het woord paria kreeg op den aardbol overal dezelfde beteekenis, doch nergens was en is het lot der paria's zoo vree- selijk als in het land van den Mahatma, de groote zie! Van Gandhi, die in naam der men- schelijKheid en gerechtigheid Indië's onafhan kelijkheid vraagt .verwachten de zestig millioen verschoppelingen geen heil. Hun hoop houden ze alleen gevestigd op den Paus. Uit het AVes ten verwachten ze hulp, echter niet van Enge land5 maar van eenvoudige kloosterliögen. Sihds vijf en twintig eeuwen zijn de Indische paria's de verschoppelingen, de onaanraakba- ren. Ze zijn geen misdadigers, geen gevaarlijke krankzinnigen, geen kwaadaardige elementen. Desondanks ondergaan ze de wreedste kwel lingen, zijn ze geketend in de boeien eéner moreeïe en geestelijke slavernij. Indië is een vreemd land. Drie honderdacht tien millioen inwoners en twee honderd ver schillende godsdiensten. De ceremoniën van de ééne secte zouden bij ons den lachlust opwek ken, die van anderen zouden bij ons de „geloo- vigen" in de gevangenis doen belanden. In zulk een land was het mogelijk, dat mil- lioenen menschen zich schikten in een lot, waar door een massa elders tot het wanhopigst ver zet zóu worden gedreven. De paria's, afstammelingen grootendeels van de oorspronkelijke bewoners van Indië later voegden de uitgeworpenen der kasten zich bij ben sleepten zich met Oostersche gelaten heid door een bestaan, hetwelk van de wieg tot het graf één geestelijke en lichamelijke mis handeling was. Indië gaat gebukt onder het kastenstelsel, eens ingesteld, om de zuivere Hindoe's tegen de overwonnenen te beschermen. Dezen wer den tot onzuiveren verklaard en niemand mocht hen aanraken. Ze behoorden niet eens tot een kaste. tiet kastenstelsel verdeelde de Hindoe's aan vankelijk in vier groote groepen: de Brahma nen (de leidende kaste), de Kshaltryas (solda ten), de Varsyas (arbeiders, landbouwers etc.) en de Sudra( de voor het dienen geborenen). Deze kasten werden in den loop der tijden onderverdeeld en alles, wat uit de allengs ont stane reeks kasten verbannen werd, zocht zijn toevlucht bij de paria's In veel deelen van Indië is het den paria's verboden, van de publieke wegen gebruik te maken. Ze mogen hier de tempels niet betre den, daar geen winkel binnengaan. Volgens de overtuiging der Hindoe's zijn de paria's veroordeeld hun miserabel bestaan In een schier eindelooze reeks wedergeboorten voort te zetten, en dat net zoo lang, tot alle Brahmaan priester doodt, zoo zegt het heilige boek der Hindoe's, neemt bij zijn sterven de gedaante aan van eén onrein insect en komt vele en vele jaren daarna weer als een paria op de wereld De paria mag enkele beroepen uitoefenen, b.v. dat van straatveger, reiniger van beerput ten etc. Natuurlijk is het hem verboden, van de publieke vervoermiddelen gebruik te maken en vele Europeanen maken van hun diensten gebruik .omdat dan geen Hindoe, zelfs niet de gewone gauwdief ,hun huis zal binnengaan.... Het eenige, wat den paria is toegestaan, is het vragen van een aalmoes. Dit doen ze op speciaal daarvoor aangewezen plaatsen, waar za met luider stemme het medelijden van voor bijgangers inroepen. In 1921, toen de Prins van AVales in Indië vertoefde, trokken 25.000 paria's naar Delhi. Ze hadden gehoord, dat Engeland's troonopvol ger een aantal paria's bij den IChyberpas vrien delijk had toegesproken. En ook in Delhi be antwoordde de toekomstige keizer van Indië hun huldebetoon met eenige vriendelijke woor den, tot groote verontwaardiging der Hindoe's van de hoogere kasten Het schijnt, dat de paria's zich thans tegen hun verdrukkers gaan verzetten. Ze zijn bezig zich te organiseeren en vragen om een men- sehelijker behandeling. Indië, het land waar voor de Engelschen tyrannieke maharadjah's en grootmogols heerschten, vraagt om onafhankelijkheid. Maar zestig millioen verschoppelingen vree- zen het ergste van die onafhankelijkheid. Ze zien er een bestendiging hunner onderdrukking Het hoekje. Op een monument vereeuwigd JOURNALISTEN MET ANECDOTEN OVERSTELPT geluk ligt gewoonlijk in een Kl®1® Zoo was er eens in Pyrmont een ar®. in Verbijsterende cijfers Hoe enorm het verbruik van tabak de laat ste 25 jaren is gestegen, blijkt uit een statistiek in het geïllustreerde maandblad „Die Berg- stadt(uitgegeven door AV. G. Korn, Breslau) die voor uitschland de volgende interessante getallen geeft: In 1910 was liet verbruik aan sigaren in Duitschland rond 2.5 milliard stuks. Van siga retten 4V2 milliard. De betreffende cijfers voor 1929 bedragen 9 milliard resp. 40 milliard. Deze geweldige toename, vooral bij de siga retten, is wel hieraan toe te schrijven, dat er tegenwoordig zooveel door vrouwen wordt gerookt. AVanneer men de jaarlijksche hoeveelheid voor 1929 rekent, zoo komt in. doorsnee op iederen Duitscher, van zuigeling tot grijsaard, een jaarlijksch verbruik van 141 sigaren en 625 cigaretten. Gerekend, dat het rooken gemiddeld op den leeftijd van 16 jaar begint, zoo komen op ieder manlijk inwoner hoven de 16 jaar 350 sigaren en op iedere volwassen man of vrouw 89^ sigaretten per jaar. NAT. SOCIALISTEN EN COMMUNISTEN GEEN GEMEENTEAMBTENAREN. BERLIJN, 9 Juli. (V.D.) De Pruisische mi nister van hinnenlandsche zaken heeft, naar officieel wordt medegedeeld, een decreet uit gevaardigd, blijkens hetwelk de bestaande voor schriften zoodanig gewijzigd zijn, dat leden van da nationaal-socialistische arbeiderspartij en de communistische partij, ook al leggen zij een positieve belofte af, niet tot <le functie van ge. daglooner, die den moed gehad had drie®®® te trouwen en daarbij met 21 nakomeIinSeI' gezegend werd. Een dezer spruiten, een kJ®1®0 broekeman, maakte zich van elk mes meest®' waar hij d® hand op kon leggen en sn®e daarmede figuren in den naasten boom. zekeren dag sloeg de baddokter deze opera'-'6, gade en daar deze baddokter weer geliu"1 Was met een vriendin van een nicht van (lc® gröoten en beroemden beeldhouwer Rai'-®^ denzell'dsn Raudh, naar wien een straat noemd is, in de welke zich het Nederlandse11® gezantschap te Berlijn bevindt, ik zeg d®a dat alles zoo. goed en toevallig klopte, kV8®! de kleine hroekeman, die Drake heette, 1311 Rauch in de leer. Rauch was ook van kleine komaf, maar lia zich door talent en noesten vlijt omhoog IF" arbeid. De vrijgevigheid had hij onderW®» echter niet geleerd en Drake mocht hem ®'e helpen maar verdiende daarbij geen penni®^ zoodat hij gedwongen was 's nachts bij schrijnwerker te arbeiden in wiens atelier W op de krullen sliep. Maar na twee jaar kreeg de leermees® toch medelijden met zijn discipel en stop' hem geregeld een kleinigheid toe, wat Brak in staat stelde zijn zuster voor de huishoud!11" te laten overkomen. Deze zuster moet c®1 ongemeen knap meiske geweest zijn want z® had bereids 29 huwelijksaanzoeken kunn®® boeken toen ze met den dichter schild®1 Meyerheim in het reddingbootje stapte. De kleine Drake ontwikkelde zich inmidd®' tot een kunstenaar van zooveel beteekeni®j dat Rauch hem een arbeidsgemeenschap voo®' sloeg. Maar Drake dankte voor de eer, voer3, veel liever alleen het Justus Moser-standbee® In OsnabriiCk uit en was daarmede op s®" dé man. De opdrachten kwamen met bosj®* tegelijk binnen, en artist kon zich eerla®» een eigen woning bouwen in de tegenwoerdté® Stresemannstrasse. Aan die woninig was ee balkan, dat door karyatiden geschraagd wer® tot groot ongenoegen van de buren, die daa®' door de werking van hun spionnetjes ingeko®1 zagen. Zij beklaagden zich daarover bij de® landsvader maar Z.M., die zich toen blijkba®* nog niet louter met de hooge politiek be®l hield, maakte uit, dat het halcon mocht blij?®0 bestaan en dat de buren ook maar zien moe®' ten dergelijke schoone neuzen aan hun gevel® te brengen. Op zijn ouden dag trad Drake in het huW®" lijk met de nog zeer jonge Lisette Schönherr e® uit deze echt stamde een oudste dochter, d'® op haar manier een rol van belang in Berlii® zou spelen. Want te geëigender ure kree£ Drake opdracht een monument te ontwerp®® ter viering van de overwinning op de Fra®' schen in den oorlog van 1870. De kunstena»f voerde zelfs twee plannen uit, een rondbou^ in klassieken stijl en een zuil, bekroond doo® de godin der overwinning. De landsvad®1 kwam er al weer bij te pas om de keus te doe® en deze viel op de kolom. Drake liet nu zijn oudste dochter als god1® pöseeren. en aldus is deze dame vereeuwigd °V eeil der monumenten, dat wel als „landmark van Berlijn kan gelden. Ieder kent tenm™°9 van prentjes de vermaarde Siegesailé met "a® het einde een kolom, bekroond door een le'" wat te groote maagd in blinkend gond gehuld' Het aardige van het geval is nu, dat de®® godin nog altijd leeft en trouw in Berlijn ver toeft. Zij heeft een paar dagen geleden zelf® frlsch en krachtig haar 83sten verjaardag g®* vierd en werd hij die gelegenheid door vel® journalisten ontvangen, die zij met anekdote® overstelpte. Mejuffrouw Drake, die later m® den genie officier Otten huwde heeft eeu groo® deel van haar leven In Berlijnsche kunstenaars* kringen doorgebracht en kent alle beroemd heden van een voorbijgegaan tijdperk nog e? haar duimpje. Toen zij op diens atelier in d® Bellevitestrasse voor haar vader poseerde, werd deze eens verrast door het bezoek van ee® zwaar-gesluierde dame, die zich bij hem al® model kwam aanmelden. Drake ontving de dame met uitgezochte beleefdheid en zette haa® daarmede ook aan de deur, onder verwijzing naar het feit, dat hij zijn dochter als godi® der overwinning had uitverkoren. Maar dl® eheimzinnige dame was niemand anders da® de keizerin geweest, die blijkbaar ook naar d® eer snakte, boven op een kolom vereeuwigd t® worden. Keizer Willem maakt in een zijne® boeken op deze gebeurtenissen een zinspeling- waar hij zegt, dat de zegegodin de trekke® zijner moeder draagt. Maar mevrouw Otte® komt daar hartstochtelijk tegen op: „De VI®® toria op de zegekolom ben ik en nieman® andersaldus uitte ze zich tegenoveT ee® vertegenwoordiger van de „Markische Volk®' zeitung". Nog vóór zijn roem over den heelen aardbo' verspreid was maakte Drake een reis nas® Rome en bezocht daar ook Thorwaldsen. De®® laatste was op dat moment weinig goed g®' mutst en om zijn bezoeker kwijt te rake® stopte hij deze een portefeuille met teekeni®' gen in de hand onder hijvoeging, dat ddt n® nog eens teekeningen waren van een aank"* mend kunstenaar waar wat in zat'. Bedrei®' meld maakte Drake de portefeuille los ma®® wie schetst zijn verbazing toen hij daarin zij® eigen teekeningen herkende. Een klein mi®' verstand, waarin Drake's narum verloren wa® gegaan) was in een oogwenk tijds uit den w®f geruimd en sedert werden de beide heel®" houw'ers dikke vrienden. Een ander maal poseerde de oude keize® voor hem toen Drake bezig was diens ruite®* standbeeld voor Kenlen te ontwerpen. Op ee® gegeven moment was er een dubbele ceiït meter noodig maar hoe de artist ook zocht- hij kon in zijn heele atelier zulk een instr®' ment niet vinden. Maar de goedige keizer wi*® raad. „Mijn beste Drake", zoo zei hij, nemen eenvoudig heiden onze zakdoeken e® knoopen deze aan elkaar". En als op komma®' do haalden beide mannen 'n knalroode ne"®' doek uit hun zak te voorschijn, welke bove®' dien nog van de goedkoope soort schijnen wee$t te zijn. Bij de opening van het Suezkanaal was be®* een plaats aan tafel naast keizerin Euge»'{ aangewezen, een strop voor deze dame, wa®, Drake sprak geen woord Fransch. Maar zelf vond de situatie ook niet prettig want h® had geen feestkleedij bij zich en daarovea' 116 hij zich door een hofdame bij de keizerin ontschuldigen, waarop deze ten antwo"®, gaf, dat „Drake in elke Meeding welkom Maar dat was, wel te verstaan, in 1®' Even later zou, weliswaar niet Drake ®3' maar dan toch zijn dochter, in de unif0®1^ van overwinningsgodin verschijnen en of daarin ook welkom was hij keizerin Euge® mag met recht en rede betwijfeld worden. Van alle markten thuis. Mevrouw die een nieuwe keukenmeid krij^J,'- „En kan U ook Fransche schotels klaarmake® „O mevrouw ik maak alle vreemde schotel „En wat zijn deze al zo?" „Ik maak Russische eieren, Brussel®6 ul m i H 12É

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10