f
De Fransch-Engelsche Katholieke entente
Het lot van zestig millioen menschen
00STERSCH KERKELIJK LEVEN
DONDERDAG 10 JULI 193Ö
DE REIS VAN DE ERITSCHE
PELGRIMS
VERDRUKT, VERACHT EN STELMATIG VERNEDERD
DE CHAOS IN CHINA
De overwinningsgodin
ENORM TABAKSVERBRUIK IN
DUITSCHLAND
i r
-JAt.
GEEN INTERNATIONALE, DOCH EEN
SÜPERNATIONALE FEDERATIE
if an onzen Parijschen correspondent)
De pelgrimsreis welke de „Soeiety for Main
tenance the Apostolic See", geleid door den kar
dinaal-aartsbisschop van Westminster Z. Em
kardinaal Bourne, naar de H. Hartbasiliek van
Mcntmartre en naar Lisieux had ondernomen,
is geëindigd. Zij heeft zoowel in Engeland als
in Frankrijk "bijzonder de aandacht getrokken
alhoewel de komst van kardinaal Bourne in
Frankrijk geen zeldzaamheid is. Z. Em. bezoek;
Frankrijk vele malen per jaar, en sinds laren
brengt er meermalen zijn zomerrust door en
neemt ook zeer vaak deel aan de groote Fran
sche Katholieke plechtigheden.
Dientengevolge is kardinaal Bourne een
buiiengéwoón krachtige „trait d'union" tus-
schen de Fransche en de Engelsche katholie
ken, wier onderling contact de laatste jaren
verblijdend groot is geworden.
Dat contact is nimmer verloren geweest,
want 2ooals men weet hebhen de Engelsche
Katholieken langdurige tijdperken gekend,
waarin een deel van het Britsche Katholieke
leven zich op Franschen bodem afspeelde. Toen
Z. Em. tijdens den pelgrimstocht naar Mont-
martre door de Parijsche hooge geestelijkheid
en een aantal vooraanstaande figuren in de
Katholieke actie werd ontvangen, heeft hij die
aloude betrekkingen, welke wederzijds zoo
groofen invloed hebben gehad, m herinnering
gebracht. En een der kanunniken van Westmin
ster. mgr. Myers, heeft bij het plechtig Lof in
de Basiliek van het H. Hart, toen Fransche en
Engelsehe pelgrims zich zoo gelukkig gemengd
hadden rondom de hoogste geestéijke gezagheb
bers van beide landen, eveneens dat stuk histo
rie foor aller geest gebracht.
Tail den tijd, dat de Engelsche en Iersche ge-
Io'ófspTedikers naar de Fransche kusten over
staken oni ei hst Evangelie te brengen, tot de
donkere eeuwen voor de Kerk in Engeland,
toen daar geen priestervorming mogelijk was
en te Douai in het Noorden van Frankrijk het
seminarie gevestigd was, dat voor Engeland de
priesters vormde, van wie onder de regeering
van Elisabeth alleen er meer dan 150 het mar
telaarsschap bereikten.
Noeh in Engeland, noch in Frankrijk heeft
men die geschiedenis vergeten maar te vaak
wordt de geschiedenis aanvaard zonder meer
en het is de groote verdienste van de beide
kardinalen, H.H. E.E. Amette z.g. en Bourne
geweest, door htm persoonlijke betrekkingen
een positief contact te hebhen gelegd en leven
dig gehouden, waardoor de meest vooraan
staande Katholieken in beide landen elkander
meermalen konden ontmoeten.
anneer kardinaal Bourne in Frankrijk zijn
moeder bezocht, placht hij gelijkertijd ook kar
dinaal Amette, den toenmuligen kardinaal
aartsbisschop van Parijs te bezoeken en men
kan zich voorstellen welke nauwe vriend
schapsbanden tusschen heide eminente figuren
gelegd werden. Ook in de oorlogsjaren, toen het
overgroote dee van de Britsche jongelingschap
zich op Franschen bodem bevond, waren uiter
aard de relaties zeer nanw. En tóen dan oók
Ha den vrede de eerste groote plechtigheid vóór
Katholiek Frankrijk, de consecratie van de H.
Hartbasiliek op Montmartre zou plaats hebben,
vroeg kardinaal Amette ook aan kardinaal
Bourne mede een der altaren te cónsacreeren.
Ook de Weg naar Montmartre was den aarts
bisschop van Westminster niet vreemd. De
Kerkvorst was gewoon drommen Engelsche pel
grims naar de Fransche genadeoorden te lei
den, ter vereering van het H. Hart naar Mont
martre en Paray-le-Monial, ter vereeniging van
O. L. Vrouw naar Lourdes, en sinds de latere
jaren naar de Garmeliete van Lisieux, die de
wijsheid van den H. A'ader ais patrones heeft
geschonken aan de Missies.
Het is te Lisieux vooral, dat kardinaal Bour
ne het karakter van de komst- der Engelsche
pelgrims naar Frankrijk het duidelijkst heeft
geschetst.
Er is in verband met deze reis van bet stichten
eener „Internationale" of een soort Katholieken
„Volkenbond" gespróken en geschreven en de
woorden kunnen verwondering wekken, de
Katholieke „internationale' of „volkenbond" be
staat sinds de apostelen werden uitgezonden en
hun kudden werden toevertrouwd aan één en
dezelfden herder. Slechts een bijzondere aan
leiding om Franschen en Engelschen Dij deze
pelgrimstocht te betrekken gaf tot die benamin
gen aanleiding, en we zullen zoo aanstonds
zien welke beteekenis daaraan moet worden
gehecht.
Toen in de dagen van het „Action-Frangaise
conflict" de H. Stoel in de discussies werd ge
noemd, welke meestal in de noodlottigste ver
warringen plaats grepen, werd onder aanmoedi
ging van Z. Em. kardinaal Dubois door den
heer Franeiscus Gay het initiatief genomen een
liga te vormen welke alle Katholieke groepee
ringen en werken zou steunen, die zich in
dienst stellen van den H. Stoel en zich „les
Vókmtairés du Pape" noémen met tot bijzondere
taak het verbreiden in het Katholieke vereeni-
gingsleven van de directieven, die door den H.
Stoel worden gégëven, in het bijzonder op het
gebied van practische actie.
Geheel een repliek vindend in de onder de
auspiciën van den aartshisshóp vaii Westmin
ster aan de overzijde van het Kanaal bestaande
„Society for the Maintenance of Apostolic See",
was de wensch natuurlijk, dat beide vereen!
gingen een nauw contact zouden onderhouden.
En even begrijpelijk is het verlangen, dat dit
contact niet tot de Fransche en Engelsche
Katholieken alleen zou beperkt worden, doch
dat alle werken in dienst van den H. Stoel, die
met het karakter dezer heide vereenigingen
overeenkomen, zich onderling zouden ontmoe
ten, niet in een soort „internationale", maar in
een supra-nationale federatie, dus in eene,
waarin hun werkelijke gemeenschap, die de ge
meenschap des gebeds is, tot volle uitdrukking
zou komen.
Dergelijke vereenigingen mogen binnen natio
nale grenzen haar veld van publieke actie vin
den, het innigste in hun leven kent die gren
zen natuurlijk niet, doch ligt in de Gemeen
schap der Kerk. Eh het vrijwilligerschap
jegens den Stedehouder, kan niet anders zijn
dan het vrijwilligerschap jegen3 den Christus
Koning. Als dan ook Engelsche en Fransche
„vrijwilligers" elkander te Montmartre hebhen
gevonden, dan is het omdat zij in dheerlijk
genadeoord met zijn zeer nationale 1 .'komst,
doch zijn supranationale kracht, hun schoon
werk zijn komen opdragen aan het H. Hart van
JesHs en het ia dienst hebben willen stellen van
de erkenning van Christus' Koningschap op
aarde.
De geestelijke band die tusschen beide ver
eenigingen, welke in haar respectieve landen
hare vertakkingen hebben, kon niet anders dan
tot uitdrukking komen in roerend schoone, vol.
komen religieuss plechtigheden. En onder den
indruk van haar stichtelijkheid verwondert het
evenmin dat kardinaal Bourne te Lisieux over
het schoone werk, dat zoozeer uitdrukt hóe
geografische of politieke grenzen geen scheiding
doen bestaan in Christus' koninkrijk, én alle
kinderen vereenigt toont onder den staf van
den eenigen Plaatsbekleeder, de voorspraak van
de H. Theresia van den Karmel van Lisieux
heeft willen afsmeeken.
Voor de beide vereenigingen is vooral de dag
van de plechtige opdracht aan het H. Hart van
Jesus en aan Christus-Koning van sublieme
beteekenis geweest. Zij wehscfien, dat wat in
Frankrijk en Engeland werd gesticht ook elders
zal worden opgericht en dat dan de vereenigin
gen van gelijk doel een federatie zullen vor
men om des te kraehtiger te zijn door gezamen
lijk gebed en in gezamenlijke actie. Daarom
heeft men dé beteekenis van de „Britsch-Fran
Sche ontmoeting" neergelegd in een geschreven
acte, die door de aanwezige kardinalen en
door de voorzitters van de beidé bondén werd
getéekend.
Die bij de opdracht aan het H. Hart voorge
lezen acte is misschien minder goed verstaan
en blijkt tot de veronderstelling te hebhen aan
leiding gegeven, alsof twee kerkvorsten een
soort tractaat zouden hebben gesloten dat den
grondslag zou moeten vormen tot een wereld
federatie van staten. Zulk een internationaal
gebeuren heeft niet plaats gehad, maar wel is
eén S«pernationaal getuigenis gegeven, en wel
van de geestelijke samenhoorigheid van de
Katholieken aller landen en van de gelijke
trouw, die de Katholieken van welk werelddeel
ook aan het zichtbaar Hoofd der Kerk verschul
digd.
Van een wereldfederatie „van Staten" is,
voor zooverre ons bekend, geen sprake geweest;
wel van een wereldfederatie van Katholieken,
in de verschillende Katholieke Acties in de af
zonderlijke landen vereenigd. Red. Msb.
PRINS GEORGE VAN ENGELAND opende dozer dagen een vliegtuigloods; de vooruitgang van de luchtvaart werd gedemonstreerd door
de eerste machine die over Londen vloog, en een nieuw vliegtuig.
DE OPLEIDING DER GEÜNIEERDE
OOSTERSCHE GEESTELIJKHEID
Grondige en uitgebreide leerplannen
(Van onzen bijzonderen correspondent.)
DE TEMPEL VAN VESTA OP HET
FORUM ROMANUM
Gedeeltelijk gerestaureerd
Onze H-correspondent schrijft ons:
In stilte en zonder ophef heeft de directie
tan hét Forum Komanum een restauratie ver
richt, die niet zal nalaten, bij velen verwonde
ring en verbazing enmisschien wel ver
ontwaardiging te wekken. Deze directie heeft
Jl ijk baat' hét voorbeeld willen volgen, dat in
Griekenland met het Parthenon gegeven werd.
Dit is, naar reeds werd medegedeeld, Zooveel
mogelijk in den oorspronkelljken toestand her
steld, aangezien men een gaaf Parthenon van
groot belang achtte voor studie-doeleinden en
er tevens een langeren levensduur aan ver-
bi ödt.
Op het Forum Romanum nu, ongeveer in
het centrum, lagen de resten van den beroem
den Vesta-tempel, waarin tien eeuwen lang het
heilige vuur heeft gebrand, tot keizer Theo-
dosiua hem In 394 deed sluiten. Doordat de
Vesta-tempel en de Trinitè, Capitolina de twee
centra van den heidenschen eeredienst waren
geweest, hebben de christenen om begrijpelijke
redenen getracht, deze gebouwen zooveel mo
gelijk te doen verdwijnen en ze slaagden in
hun opzet zóó goed, dat men eeuwen lang in
onzekerheid heeft verkeerd, waar ze eigenlijk
gestaan hadden. De Trinith Capitolina die
als het ware de kathedraal van het heiden-
sche Rome was geweest zocht men hij de
huidige Aracoelikerk en den Vestatempel
meende men nu eens aan den voet van den
Palatijn, dan weer op de Piazza di Bocca della
Verith gevonden te hebben.
Eerst in 1S74 werden de ruïnen van den fa-
meuzen Vestatetapel op het ï'orum Romanum
ontdekt en na nauwkeurige onderzoekingen
als Zoodanig door de geleeTde wereld erkend.
Voor het oog van den leek hadden deze
resten intusschen weinig aantrekkelijks en
vermoedelijk om aan dit bezwaar eenlgszins
tegemoet te komen, anderdeels uit verlangen,
om ook hier de overblijfselen van het keizer
lijke Rome zoo duidelijk mogelijk te doen
spreken, heeft men ze wat opgekalefaterd en
er een stuk bovenop gezet, welk stuk het pro
duct is van nauwgezette berekeningen en ver
gelijkingen en van een bestudeering der a£-
|>eoUUng van den Vestatempel, zooals die o;
een zich te Florence bevindend basreliëf voor
komt.
Er werden verschillende op het Forum ge
vonden fragmenten in verwerkt, o.a. het eenige
brok marmer, dat van den Vestatempel is over
gebleven. Deze fragmenten werden dertig jaar
geleden door den archeoloog Giacoma Boni
angstvallig bijeengezameld en gecontroleerd en
samen met den nieuwbouw, die men overigens
duidelijk heeft doen contrasteeren, vormen ze
nu een bouwsel, dat een idee moét geven van
den oorspronkelijken tempel, den tempel al
thans, zooal3 hij was na de laatste restauratie,
die te danken was aan de edelmoedigheid van
keizerin Guilia Domna, de echtgenoote van
Septimus Severus.
Aan de bedoeling, een idee van den Vesta
tempel te geven, beantwoordt déze restaura
tie of liever déze gede-éltelijké herbouw wel,
maar velen vragen zich af, of het nut en de
redelijkheid er van opweegt tegen de schending
van het karakter van het Forum Romanum,
zooals zich dit in den loop der eeuwen liéeft
gevormd.
GËRMAANSCH SOLDATEN GRAF
Naar uit Praag wordt gemeld, is bij opgra
vingen te Celakowitz in de nabijheid van de
Elbe de Voor Bohemen en voor geheel midden-
Europa, zeldzame vondst gedaan van het graf I tijd, nog altijd uitgebreid. Zoo stichtte Paus
van een Germaanschen krijgsman te paard. Benedictus XV z.g. het college der Ethiopiërs
Voor de wetenschappelijke vorming van ris
toekomstige geestelijkheid der geünieerde Kel
ken in het Oosten, hebben de Pausen van Rome
steeds, zoo veel in hun vermogen lag, een bii
zondere zorg gedragen. Deze vaderlijke zorg
uitte zich niet alleen in verschillende raadge
vingen en voorschriften, welke op de studie
van die toekomstige priesters betrekking heb
ben, maar eerst en vooral ook door daadwei-
fcelijken steun, met name door het oprichten
of finantieei ondersteunen van leerscholen en
séminariës, welke van goede inlandsclie of
Europeesehe leerkrachten werden voorzien. Zul
ke leerscholen voor de priesterstudenten van
de verschillende geünieerde Oostersche kerken
vindt men gedeeltelijk ter plaatse zelf, d.w.z.
in de OosteTSche landen, gedeeltelijk te Rome,
in het centrum van de katholieke wereld. In
de Oostersche landen is men er sinds eeuwen
op bedacht geweest, de voorschriften die de
kerkvergadering van Trente op de eerste plaats
voor de opleiding der toekomstige geestelijkheid
in Europa gegeven had, ook voor de candidaten
tot het priesterschap der met Rome véreenigde
kerken vaii niet-Latijnschen ritus tot uitvoeriug
te brengen.
Daarbij moest natuurlijk rekening gehouden
wordén, vooreerst met het verschil van mogelijk
heden en behoeften in Oost en AVest, vervol
gens met het verschil van omstandigheden,
waaronder men daar ter plaatse te arbeiden
had. Ook bij den besten wil en de grootste
opofferingsgezindheid van den inlandschen cle
rus zelf en de AVestersche missionarissen in
hét Oosten, heeft men niet altijd datgene kun
nen bereiken, wat men nastreefde als een
ideaal. Dat bleék trouwens ook in de Europee
sehe landen niet overal mógelijk. Over 't alge
meen echter maken de seminaries en scholen
voor toekomstige geestelijken, die in de Oos-
fcêrscöf 'anden ten behoeve van den geiinieerden
clerus gevestigd zijn, een goed, of zelfs een zéér
goed figuur. Zoo b. V. het seminakie voor de
geünieerde Grieken, dat de AVitte Paters van
kardinaal Lavigerie besturen te Jeruzalem, de
theologische faculteit van de Sint Jozefs-univer
siteit der Paters Jezuïeten te Beiroet, het setni-
ftarie van de Fransche Dominicanen in Meao-
potamië en een betrekkelijk groot aantal hier
en daar Verspreide, kleinere tlfeologisChè oplei
dingsscholen, waar degelijk onderwijs wórdt
verstrekt aan de toekomstige inlandsche gees
telijkheid der verschillende geünieerde kerken.
De Katholieke Armeniërs b. v. bezaten vóór
den oorlog drie van zulke seminaries: een te
Constantinopel, een te Angora en een te
Erzeroem. Het nationaal concilie dezer kerk
schreef in het jaar 1911 vóór, dat deze leer
scholen hun programma's van onderwijs zooveel
mogelijk volgens de in Rome zelf gangbare
moesten inrichten. Als voornaamste leervakken
worden genoemd zedekundige en leerstellige
godgeleerdheid, kerkelijk recht, exegese Van de
Heilige Schrift, kerkelijke geschiedenis en
liturgie. De theologische cursus, waarin deze
leervakken moesten worden gedoceerd, werd
vastgesteld en verdeeld over een tijdsruimte
van vier studiejaren. Daaraan moest eerst een
tweejarige studie van de verschillende onder
deeien der wijsbegeerte voorafgaan. De simpele
uiteenzetting van dit programma van deze
geünieerd-Armenische seminaries wijst uit, dat
ze wat leertijd en leervakken betroffen vol
strekt niet achterstonden bij de meeste semi
naries onzer Europeesehe landen.
Afgezien van deze seminaries ter plaatse
zelf, hebben bijna alle met Rome vereenigde
Oostersche kerken nog een eigen college in de
Eeuwige Stad, waarheen die jongelieden van
Oosterschen ritus worden gezonden, die door
hun respectievelijke bisschoppen of patriarchen
daartoe bijzónder geschikt worden geóórdeeld.
Zij kunnen aldaar hun kerkelijke Studiën ofwel
van meet af maken, ofwel na een gedeelte
hunner opleiding reeds in het vaderland te heb
ben genoten deze te Rome gaan voltooien en
vervolledigen. Niet zelden ontvangen deze jeug
dige Oostersche clerici dan in de Eetrwigb Stad
zelf hun heilige wijdingen, en bekronen, hetzij
vóór of na hun priesterwijding, hun studiën
aan een der Römeinsche universiteiten met een
doctoraat in de godgeleerdheid, in het kerkelijk
recht, of soms ook in de wijsbegeerte. Het aan
tal dezer colleges van Oosterschen ritus te Rome
wordt door de Pausen, ook in den laatsten
oionarissen, die zich op een werkkring in het
Oosten voorbereiden, het „Pauselijk Oostersch
Instituut" te Rome aan de Piazza Scossacavalli.
Terstond na den aanvang van zijn Pontificaat
schonk Paus Pius XI dit Instituut aan de pa
ters Jezuieten, en werd de zetel daarvan over
gebracht naar de Piazza Santa Maria Maggiore
TWee jaren geleden werd het „Pauselijk
Oostersch Instituut" met de Gregoriana der
jaters Jezuieten vereenigd, zonder evenwel
daardoor geheel te worden geabsorbeerd. Aan
het hoofd van dit instituut stond in de eerste
jaren onder Benedictus XV, de toenmalige abt
Udefonso Schuster O.S.B., thans kardinaal
aartsbisschop van Milaan. De tegenwoordige
mi der is de bekende mgr. M. d'Herbigny S.J.
die door Paus Pius XI tot de bisschoppelijke
waardigheid werd verheven
Volgens de oorspronkelijke statuten, staat
dit instituut ook voor Studenten van ni'et-geü-
nieerde Oostersche kerken open. Mahr daarvan
wordt, om begrijpelijke redenen, niet zulk een
ruim gebruik gemaakt, als de Pauselijke stich
ter wel gewild had. De bisschoppen en patriar
chen van de afgescheiden kerken zenden in
c'en regel 'hun priesterstudenten overal elders
liever heen, dan juist naar Rome. Dat Grego-
i iaansch-Armeensche of schismatiek-Grieksche
clerici aan de niet-Katholieke, en soms nau
welijks of niet meer christelijke universiteiten
van Duitschland, Frankrijk of Engeland gaan
siudeeren is, reeds sinds de vorige eeuw, vrij
wat minder zeldzaam. Maar de resultaten van
deze proeven zijn gelijk gemakkelijk te
voorzien was van dien aard geweest, dat ver
schillende schismatieke kerkhoofden ten slotte
de verantwoording niet meer op zich durfden
nemen om op den ingeslagen weg voort te
gaan. De patriarch van de Roemeensche kerk
heeft eenmaal in een vergadering van de Eerste
Kamer gezegd, dat hij een schrijven ontvangen
had van sommigen zijner seminaristen, waarin
zij boudweg te kennen gaven, dat zij in het be-
staah van geen God meer konden gelooven:
Daaraan waren weliswaar niet direct de bui-
tenlandsche universiteiten schuld, maar dan
toch hun leeraren, die zelf aan dergelijke uni
versiteiten hadden gestudeerd. Tegenwoordig
heeft de schismatieke kerk van dit patriar
chaat een dertigtal barer seminaristen tot vol
tooiing hunnér studiëh naar de katholieke
tneologische faculteit van Straatsburg gezonden
Dat is tot dusverre een uitzonderingsgeval,
maar het spreekt boekdeelenü
IN EEN DER GROOTSTE EN MEEST
BESCHAAFDE DEELEN VAN AAZIE
Zoowel het geraamte Van den ruiter als het ske
let van zijn ros is prchtig geconserveerd. Oolc
werden ter plaatse verschillende waardevolle
bronzen en gouden voorwerpen ontdekt.
SHANGHAI, 9 Juli. (R.O.J, Na een gevecht
van drie weken, waarin de twee partijen veer
tig duizend manschappen verloren, werden de
nationalisten gedwongen, het offensief tegen
Kaifeng op te geven wegens den hardnekkigen
tegenstand der tegenpartijen der Kwomintsjoen
aan het front van Zunchai.
De nationalistische commandant heeft intus
schen zijn aanvalslinie verlegd door vijftig
duizend manschappen ter versterking te zen
den naar de streek van Yenchowfoe en hef
spoorWegtraject Tientsin-Pukow, teneinde een
nieuw offen :i'. l te-go:
op de Piazza Santa Marta, en de tegenwoordige
Paus Pius XI nog onlangs een college voor de
Russen aan de Piazza Santa Maria Maggiore
Grieken, Roethenen, Maronieten en Armeniërs
hebben te Rome reeds langer hun eigen bijzon
dere colleges of convicten gehad. Zij studeerden
tot voor enkele jaren aan de leerschool van het
z.g. „Collegium Urbanum" (dé Propaganda
Fide), tegenwoordig meestal aan het Angeli-
cum onder de leiding van de Paters Domini
canen.
Natuurlijk heeft in de Oostersche landen
de oorlog met zijn nasleep van treurige gevol
gen aan dit goed georganiseerd onderwijs voor
do toekomstige geestelijkheid der geünieerde
kerken veel schade gedaan. Maar anderzijds
wordt er juist in de laatste jaren harder dan
ooit gewerkt om die schade dóór verdubbeling
van ijver wederom in te halen. Paüs Benedic
tus XV stichtte, speciaal met het oog op de
opleiding van de jeugdige clerici der Ooster-
Zestig millioen verschoppelingen. En dat in
t land van Rabindranath Tagore. In het land
"waar de zoete theosofie van nog zoetere men-
schen welig tiert en de fanatieke Hindoe van
een hoogere kaste zich uit religieuze overwe
gingen wel wacht, zich op hardhandige wijze
té ontdoen Van een hem kwellend insect. AYelk
een eerbied voor de dieren. Geen Hindoe zal
een dier dooden en alle Hindoe's vereeren de
heilige koe.
Maar zestig millioen menschen worden in
Indië als heesten behandeld. Zij, die hun blik
ken zoo graag naar het Oosten richten, omdat
ze het Christelijke, helaas verdoolde AVesten
minachten, mógen wel eens denken aan die zes
tig millioen verschoppelingen. Sprekender en
overtuigender dan Henri Massis' „Verdediging
van het AVesten" is het schier ongeloofelijke
feit, dat zestig millioen menschen in één der
grootste en meest beschaafde deelen van Azië
meedoógenloos worden verdrukt, diep veracht
en stelselmatig vernederd.
Zestig millioen verschoppelingen. De wereld
ként ze als de paria's en ze heeft zich weinig
om hen bekommerd. Het woord paria kreeg op
den aardbol overal dezelfde beteekenis, doch
nergens was en is het lot der paria's zoo vree-
selijk als in het land van den Mahatma, de
groote zie! Van Gandhi, die in naam der men-
schelijKheid en gerechtigheid Indië's onafhan
kelijkheid vraagt .verwachten de zestig millioen
verschoppelingen geen heil. Hun hoop houden
ze alleen gevestigd op den Paus. Uit het AVes
ten verwachten ze hulp, echter niet van Enge
land5 maar van eenvoudige kloosterliögen.
Sihds vijf en twintig eeuwen zijn de Indische
paria's de verschoppelingen, de onaanraakba-
ren. Ze zijn geen misdadigers, geen gevaarlijke
krankzinnigen, geen kwaadaardige elementen.
Desondanks ondergaan ze de wreedste kwel
lingen, zijn ze geketend in de boeien eéner
moreeïe en geestelijke slavernij.
Indië is een vreemd land. Drie honderdacht
tien millioen inwoners en twee honderd ver
schillende godsdiensten. De ceremoniën van de
ééne secte zouden bij ons den lachlust opwek
ken, die van anderen zouden bij ons de „geloo-
vigen" in de gevangenis doen belanden.
In zulk een land was het mogelijk, dat mil-
lioenen menschen zich schikten in een lot, waar
door een massa elders tot het wanhopigst ver
zet zóu worden gedreven.
De paria's, afstammelingen grootendeels van
de oorspronkelijke bewoners van Indië later
voegden de uitgeworpenen der kasten zich bij
ben sleepten zich met Oostersche gelaten
heid door een bestaan, hetwelk van de wieg
tot het graf één geestelijke en lichamelijke mis
handeling was.
Indië gaat gebukt onder het kastenstelsel,
eens ingesteld, om de zuivere Hindoe's tegen
de overwonnenen te beschermen. Dezen wer
den tot onzuiveren verklaard en niemand
mocht hen aanraken. Ze behoorden niet eens
tot een kaste.
tiet kastenstelsel verdeelde de Hindoe's aan
vankelijk in vier groote groepen: de Brahma
nen (de leidende kaste), de Kshaltryas (solda
ten), de Varsyas (arbeiders, landbouwers etc.)
en de Sudra( de voor het dienen geborenen).
Deze kasten werden in den loop der tijden
onderverdeeld en alles, wat uit de allengs ont
stane reeks kasten verbannen werd, zocht zijn
toevlucht bij de paria's
In veel deelen van Indië is het den paria's
verboden, van de publieke wegen gebruik te
maken. Ze mogen hier de tempels niet betre
den, daar geen winkel binnengaan.
Volgens de overtuiging der Hindoe's zijn de
paria's veroordeeld hun miserabel bestaan In
een schier eindelooze reeks wedergeboorten
voort te zetten, en dat net zoo lang, tot alle
Brahmaan priester doodt, zoo zegt het heilige
boek der Hindoe's, neemt bij zijn sterven de
gedaante aan van eén onrein insect en komt
vele en vele jaren daarna weer als een paria
op de wereld
De paria mag enkele beroepen uitoefenen,
b.v. dat van straatveger, reiniger van beerput
ten etc. Natuurlijk is het hem verboden, van
de publieke vervoermiddelen gebruik te maken
en vele Europeanen maken van hun diensten
gebruik .omdat dan geen Hindoe, zelfs niet de
gewone gauwdief ,hun huis zal binnengaan....
Het eenige, wat den paria is toegestaan, is
het vragen van een aalmoes. Dit doen ze op
speciaal daarvoor aangewezen plaatsen, waar
za met luider stemme het medelijden van voor
bijgangers inroepen.
In 1921, toen de Prins van AVales in Indië
vertoefde, trokken 25.000 paria's naar Delhi.
Ze hadden gehoord, dat Engeland's troonopvol
ger een aantal paria's bij den IChyberpas vrien
delijk had toegesproken. En ook in Delhi be
antwoordde de toekomstige keizer van Indië
hun huldebetoon met eenige vriendelijke woor
den, tot groote verontwaardiging der Hindoe's
van de hoogere kasten
Het schijnt, dat de paria's zich thans tegen
hun verdrukkers gaan verzetten. Ze zijn bezig
zich te organiseeren en vragen om een men-
sehelijker behandeling.
Indië, het land waar voor de Engelschen
tyrannieke maharadjah's en grootmogols
heerschten, vraagt om onafhankelijkheid.
Maar zestig millioen verschoppelingen vree-
zen het ergste van die onafhankelijkheid. Ze
zien er een bestendiging hunner onderdrukking
Het
hoekje.
Op een monument vereeuwigd
JOURNALISTEN MET ANECDOTEN
OVERSTELPT
geluk ligt gewoonlijk in een Kl®1®
Zoo was er eens in Pyrmont een ar®.
in
Verbijsterende cijfers
Hoe enorm het verbruik van tabak de laat
ste 25 jaren is gestegen, blijkt uit een statistiek
in het geïllustreerde maandblad „Die Berg-
stadt(uitgegeven door AV. G. Korn, Breslau)
die voor uitschland de volgende interessante
getallen geeft:
In 1910 was liet verbruik aan sigaren in
Duitschland rond 2.5 milliard stuks. Van siga
retten 4V2 milliard.
De betreffende cijfers voor 1929 bedragen
9 milliard resp. 40 milliard.
Deze geweldige toename, vooral bij de siga
retten, is wel hieraan toe te schrijven, dat
er tegenwoordig zooveel door vrouwen wordt
gerookt.
AVanneer men de jaarlijksche hoeveelheid
voor 1929 rekent, zoo komt in. doorsnee op
iederen Duitscher, van zuigeling tot grijsaard,
een jaarlijksch verbruik van 141 sigaren en
625 cigaretten.
Gerekend, dat het rooken gemiddeld op den
leeftijd van 16 jaar begint, zoo komen op
ieder manlijk inwoner hoven de 16 jaar 350
sigaren en op iedere volwassen man of vrouw
89^ sigaretten per jaar.
NAT. SOCIALISTEN EN COMMUNISTEN
GEEN GEMEENTEAMBTENAREN.
BERLIJN, 9 Juli. (V.D.) De Pruisische mi
nister van hinnenlandsche zaken heeft, naar
officieel wordt medegedeeld, een decreet uit
gevaardigd, blijkens hetwelk de bestaande voor
schriften zoodanig gewijzigd zijn, dat leden van
da nationaal-socialistische arbeiderspartij en de
communistische partij, ook al leggen zij een
positieve belofte af, niet tot <le functie van ge.
daglooner, die den moed gehad had drie®®®
te trouwen en daarbij met 21 nakomeIinSeI'
gezegend werd. Een dezer spruiten, een kJ®1®0
broekeman, maakte zich van elk mes meest®'
waar hij d® hand op kon leggen en sn®e
daarmede figuren in den naasten boom.
zekeren dag sloeg de baddokter deze opera'-'6,
gade en daar deze baddokter weer geliu"1
Was met een vriendin van een nicht van (lc®
gröoten en beroemden beeldhouwer Rai'-®^
denzell'dsn Raudh, naar wien een straat
noemd is, in de welke zich het Nederlandse11®
gezantschap te Berlijn bevindt, ik zeg d®a
dat alles zoo. goed en toevallig klopte, kV8®!
de kleine hroekeman, die Drake heette, 1311
Rauch in de leer.
Rauch was ook van kleine komaf, maar lia
zich door talent en noesten vlijt omhoog IF"
arbeid. De vrijgevigheid had hij onderW®»
echter niet geleerd en Drake mocht hem ®'e
helpen maar verdiende daarbij geen penni®^
zoodat hij gedwongen was 's nachts bij
schrijnwerker te arbeiden in wiens atelier W
op de krullen sliep.
Maar na twee jaar kreeg de leermees®
toch medelijden met zijn discipel en stop'
hem geregeld een kleinigheid toe, wat Brak
in staat stelde zijn zuster voor de huishoud!11"
te laten overkomen. Deze zuster moet c®1
ongemeen knap meiske geweest zijn want z®
had bereids 29 huwelijksaanzoeken kunn®®
boeken toen ze met den dichter schild®1
Meyerheim in het reddingbootje stapte.
De kleine Drake ontwikkelde zich inmidd®'
tot een kunstenaar van zooveel beteekeni®j
dat Rauch hem een arbeidsgemeenschap voo®'
sloeg. Maar Drake dankte voor de eer, voer3,
veel liever alleen het Justus Moser-standbee®
In OsnabriiCk uit en was daarmede op s®"
dé man. De opdrachten kwamen met bosj®*
tegelijk binnen, en artist kon zich eerla®»
een eigen woning bouwen in de tegenwoerdté®
Stresemannstrasse. Aan die woninig was ee
balkan, dat door karyatiden geschraagd wer®
tot groot ongenoegen van de buren, die daa®'
door de werking van hun spionnetjes ingeko®1
zagen. Zij beklaagden zich daarover bij de®
landsvader maar Z.M., die zich toen blijkba®*
nog niet louter met de hooge politiek be®l
hield, maakte uit, dat het halcon mocht blij?®0
bestaan en dat de buren ook maar zien moe®'
ten dergelijke schoone neuzen aan hun gevel®
te brengen.
Op zijn ouden dag trad Drake in het huW®"
lijk met de nog zeer jonge Lisette Schönherr e®
uit deze echt stamde een oudste dochter, d'®
op haar manier een rol van belang in Berlii®
zou spelen. Want te geëigender ure kree£
Drake opdracht een monument te ontwerp®®
ter viering van de overwinning op de Fra®'
schen in den oorlog van 1870. De kunstena»f
voerde zelfs twee plannen uit, een rondbou^
in klassieken stijl en een zuil, bekroond doo®
de godin der overwinning. De landsvad®1
kwam er al weer bij te pas om de keus te doe®
en deze viel op de kolom.
Drake liet nu zijn oudste dochter als god1®
pöseeren. en aldus is deze dame vereeuwigd °V
eeil der monumenten, dat wel als „landmark
van Berlijn kan gelden. Ieder kent tenm™°9
van prentjes de vermaarde Siegesailé met "a®
het einde een kolom, bekroond door een le'"
wat te groote maagd in blinkend gond gehuld'
Het aardige van het geval is nu, dat de®®
godin nog altijd leeft en trouw in Berlijn ver
toeft. Zij heeft een paar dagen geleden zelf®
frlsch en krachtig haar 83sten verjaardag g®*
vierd en werd hij die gelegenheid door vel®
journalisten ontvangen, die zij met anekdote®
overstelpte. Mejuffrouw Drake, die later m®
den genie officier Otten huwde heeft eeu groo®
deel van haar leven In Berlijnsche kunstenaars*
kringen doorgebracht en kent alle beroemd
heden van een voorbijgegaan tijdperk nog e?
haar duimpje. Toen zij op diens atelier in d®
Bellevitestrasse voor haar vader poseerde, werd
deze eens verrast door het bezoek van ee®
zwaar-gesluierde dame, die zich bij hem al®
model kwam aanmelden. Drake ontving de
dame met uitgezochte beleefdheid en zette haa®
daarmede ook aan de deur, onder verwijzing
naar het feit, dat hij zijn dochter als godi®
der overwinning had uitverkoren. Maar dl®
eheimzinnige dame was niemand anders da®
de keizerin geweest, die blijkbaar ook naar d®
eer snakte, boven op een kolom vereeuwigd t®
worden. Keizer Willem maakt in een zijne®
boeken op deze gebeurtenissen een zinspeling-
waar hij zegt, dat de zegegodin de trekke®
zijner moeder draagt. Maar mevrouw Otte®
komt daar hartstochtelijk tegen op: „De VI®®
toria op de zegekolom ben ik en nieman®
andersaldus uitte ze zich tegenoveT ee®
vertegenwoordiger van de „Markische Volk®'
zeitung".
Nog vóór zijn roem over den heelen aardbo'
verspreid was maakte Drake een reis nas®
Rome en bezocht daar ook Thorwaldsen. De®®
laatste was op dat moment weinig goed g®'
mutst en om zijn bezoeker kwijt te rake®
stopte hij deze een portefeuille met teekeni®'
gen in de hand onder hijvoeging, dat ddt n®
nog eens teekeningen waren van een aank"*
mend kunstenaar waar wat in zat'. Bedrei®'
meld maakte Drake de portefeuille los ma®®
wie schetst zijn verbazing toen hij daarin zij®
eigen teekeningen herkende. Een klein mi®'
verstand, waarin Drake's narum verloren wa®
gegaan) was in een oogwenk tijds uit den w®f
geruimd en sedert werden de beide heel®"
houw'ers dikke vrienden.
Een ander maal poseerde de oude keize®
voor hem toen Drake bezig was diens ruite®*
standbeeld voor Kenlen te ontwerpen. Op ee®
gegeven moment was er een dubbele ceiït
meter noodig maar hoe de artist ook zocht-
hij kon in zijn heele atelier zulk een instr®'
ment niet vinden. Maar de goedige keizer wi*®
raad. „Mijn beste Drake", zoo zei hij,
nemen eenvoudig heiden onze zakdoeken e®
knoopen deze aan elkaar". En als op komma®'
do haalden beide mannen 'n knalroode ne"®'
doek uit hun zak te voorschijn, welke bove®'
dien nog van de goedkoope soort schijnen
wee$t te zijn.
Bij de opening van het Suezkanaal was be®*
een plaats aan tafel naast keizerin Euge»'{
aangewezen, een strop voor deze dame, wa®,
Drake sprak geen woord Fransch. Maar
zelf vond de situatie ook niet prettig want h®
had geen feestkleedij bij zich en daarovea' 116
hij zich door een hofdame bij de keizerin
ontschuldigen, waarop deze ten antwo"®,
gaf, dat „Drake in elke Meeding welkom
Maar dat was, wel te verstaan, in 1®'
Even later zou, weliswaar niet Drake ®3'
maar dan toch zijn dochter, in de unif0®1^
van overwinningsgodin verschijnen en of
daarin ook welkom was hij keizerin Euge®
mag met recht en rede betwijfeld worden.
Van alle markten thuis.
Mevrouw die een nieuwe keukenmeid krij^J,'-
„En kan U ook Fransche schotels klaarmake®
„O mevrouw ik maak alle vreemde schotel
„En wat zijn deze al zo?"
„Ik maak Russische eieren, Brussel®6 ul
m i H 12É