m
FEUILLETON
If
OPIUM!
HET DRAMA VAN YVRAY
I
:gii
ÉWordt vervolgd.V,
EEN ROMAN UIT DE WERELD
VAN DE FILM.
Geautoriseerde vertaling.
Chalumeau besloot toen te gaan verhuizen
en wel naar Tiercé, doch daarbij had hij
niet gerekend op de tegenwerking der be
volking, vooral van den burgemeester die
hem schreef:
t,Ik verneem daar zooeven dat gij voor
nemens zijt u in de gemeente Tiercé te ves
tigen. Ik kan daartoe slechts mijn toestem
ming geven indien u de voorwaarden ver
vult welke de weit eischt, vooreerst voor mij
een getuigschrift over ie leggen van goed
gedrag en goede zeden.
En zelfs indien gij aan alle voorschriften
voldoet, dan nog zal ik u slechts met tegen
zin en noodgedwongen in mijn gemeente
toelaten.
De Gastines, burgemeester".
Toen Pieter dien brief ontving, begreep hij
dat hij te doen had met een man die de
oogen niet zou sluiten voor hem. Hij oor
deelde het daarom voorzichtiger uit de om
geving te blijven van een burgemeester die
hem op zoo'n toon aansprak.
Te Baugé was de zaak intusschen niet
geheel en al geëindigd. De Procureur ran
den koning, overtuigd van de schuld der
familie Chalumeau, had de imrijheddsstel
ling met verontwaardiging vernomen; na
alles zorgvuldig bestudeerd te hebben,
maakte hij de zaafk opnieuw aanhangig.
Deze kwam den 26en Juli voor.
Maar ondanks de vernietigende beschul
diging was het slot der rechtspraak nog
maals invrijheidssitelling.
Dien dag, den 26 Juli 1817 werden Chalu
meau en Menard wettig onschuldig ver-
kl p
En toch het onderzoek spralk van de roode
vlekken, bloedvlekken, in de gang, op de
trap en in een kamer der herberg.
Louise Duvau beweerde echter dait zij
zich gesneden had!
Toulier en zijn zoon die eenige werkzaam
heden verricht hadden in een kamer bij den
herbergier, vonden insgelijks sporen van
bloedspatten. De arme moeder van Mienard
die het bestierf van verdriet, kwam opzette
lijk uit Feneu tot vader Toulier om hem te
zeggen:
jj hebt u verwond bij het werk niet
waar, en 't is dus uw bloed dat men in de
kamer van den Parij zenaar geconstateerd
heeft.
Neen juffrouw was echter het antwoord,
ik heb mij niet in 't minst bezeerd.
Al die woorden werden door de heeren
Chasserie en de Gastines verzameld en op
gezonden naar den Procureur van Baugé.
Deze hield zich niet alleen bezig met den
moord van den Parijzenaar. Reeds tien jaar
lang klaagde me:n over allerlei misdaden in
de landstreek. De aanval op den postwagen
bij Suette en zooveel andere wandaden
schreef men nu aan Pieter'ach toe.
En dan de verdwijning van markies
d'Yvray, tien jaar geleden!
De Procureur van Baugé slaagde er ten
slotte in den procureur generaal van 't Hof
te Angers te overtuigen en opnieuw werd
een onderzoek ingesteld.
Maa.r waarom vluchtten de aangeklaagden
niet bij het zien van die dreigende maat
regelen?
Omdat de misdadiger soms door onzicht
bare handen gehecht is aan de plaats zijner
misdaad en omdat de hemel wil dat de
schuldige soms reeds op aarde zijn bestraf
fing ontvangt
IV
ZWEVENDE WOORDEN WORDEN
SOMS OPGEVANGEN
We moeien een weinig teruggaan in ons
verhaal, want in 't diepste der duisternis,
waar schimmen van slachtoffers en moorde
naars zweven, dringt een glimp licht door.
't Was de dag waarop Pieterlach en de
zijnen een zegevierenden intocht, hielden in
Moulin d'Yvray.
Iedereen op den weg van Baugé naar dat
dorp zag het uitdagende opschrift:
„Laat de onschuldigen met rust!"
In een weiland niet ver van den weg, had
een lustig gezelschap een tafel aangericht
voor een feestmaal.
Men zag daar vooreerst mevrouw de la
Motte, die al het mogelijke deed om haar
nicht te verstrooien, want het meisje scheen
aanhoudend bezorgd of lijdend aan een ge
heime zielepijn
Josephine deed haar best haar tante te be
hagen en te glimlachen, maar die wreede
strijd was merkbaar nadeelig voor haar ge
zondheid.
Ter gelegenheid van haar jaarfeest had de
stiftsvrouwe verscheidenevrienden uiitgenoo
diffd en wel od 't frissche kleed van het pas
gemaaide gras.
Die feestdag viel samen met de invrijhelds
stelling van Pieterla-h.
De rijtuigen stonden op eenigen afstand
in een grasveld en Foulques du Plessis
merkte lachend op dat diit looneel veel ge
leek op een zigeunerkamp.
Ziende dat de gastvrouwe, omringd van
haar beste vrienden en vriendinnen en als
verjongd door de gloriestralende zon, zeer
opgewekt was en levendig het woord voerde,
verzocht Johan d'Yvray vleiend en vrien
delijk:
Mevrouw, als u ons eens uw terugkeer
udt Duitschland vertelt....
Dat. is goed m'n kind; ik spreek daar
wel graag over al ligt er een smartelijk
avontuur in, want daardoor kwam ik in
kennis met een uitstekenden vrend: Antoine
du Tertra. Helaas zijn oudste zoon die in
Parijs trouwde, beging de groote fout gene
raal Bonaparte met geld te steunen. Wat
een schande nietwaar, wanneer men onze
familie beschouwd zoo dicht bij de Fransche
koningen!
Maar nu het avontuur, ofschoon dat. in een
paar woorden te verhalen is. Mijn oud-tante,
abdis in Freiburg in Baden, ried mij aan
naar Frankrijk terug te keeren om onze
familiezaken te regelen, die de Revolutie
zoozeer verstoord en omvergeworpen had. Zij
vertrouwde mij de kleine Josephine toe, op
dat zij in haar vaderland opgevoed zou
worden en ik vertrok vergezeld van Rosa
de kinderjuffrouw, mijn kamenier, een
huisknecht uft Baden, Hans genaamd en
een priester uit Soisy. Het was in 1795 en
de wegen waren slecht, zoodat een koets
slechts uiterst langzaam daarop voort geko
men zou zijn; wij besloten daarom te paard
te reizen en laings Frankrijks middelste
provincies Anjou trachten te bereiken.
De eerste dagen ging alles goed, en het
Septemberweer was gunstig.
Op zekeren avond maakten wij spoed om
in de abdij van St.. Margareta, bij Beaune
te kunnen overnachten.
Van BesaUQon was de weg uitstekend,
maar om Autun te bereiken moesten we
bijna onbegaanbare wegen volgen.
Eensklaps viel het paard van Rosa diie de
zuigeling droeg. De kinderjuffrouw werd
tegen den grond gesmakt en het kind kwam
in een greppel terecht.
Wat te doen? De avond viel en wij waren
diep in 't bosch, ver van alle menschelijke
hulp.
Op den ouden, bangelijken priester konden
we niet rekenen en Hans verstond geen
woord Fransch. Ik riep dan uit. alle kracht,
hopende de aandacht te trekken van den
een of anderen houthakker.
Eindelijk zagen wij twee jagers op ons
afkomen
O mijnheer smeekte ik, help ons; zijn
we nog ver af van de abdij St. Margareta.
Hoe heet dit bosch?
Dit is het Zevenwegenbosch, mevrouw,
een mijl verder staat de abdij, maar mijn
woning is hier nog dichter bij.
Al pratende had hij het kind opgeraapt
en wij constateerde slechts eenige schram
men, veroorzaakt door de doornemstruiken,
maar overigens had het geen letsel. De kin
derjuffrouw klaagde over pijn In de borst
en niet zonder reden, want het arme meisje
had twee ribben gebroken. Het paard was
in 't geheel niet gewond en stond spoedig
weer op de pooten.
Zoo, zei de gedienstige jager, bestijg uw
paard maar weer; mijn kameraad zal het
rijdier van uw reisgezellin bij den teugel
nemen en zoo kunnen wij naar mijn wo-ning
gaan. Mijn vrouw zal gelukkig zijn u gast
vrijheid te bieden
Mijnheer gij zijt onze reddende engel!
Ik kom uit Zwitserland en reis naar Anjou.
Ik ken dat land, mijn vrouw heeft daar
familie.
Zoo wie dan?
Gowvreau de l'F.spinay te Floremcière.
Nu die familie ken ik heel goed; hun
bezittingen werden ook tot nationaal goed
verklaard. Wellicht kan men daar ook terug
Komen.
Wij spraken nu langen tijd over dat
uiterst beproefde land en de sheldhaftige
figuren uit de bange dagen der revolutie,
totdat ik eindelijk beleefd vroeg:
Mag -ik misschien weten door wien ik
zoo hoffelijk geholpen wordt?
De jager antwoorde:
Door Antoine Joseph du Terfre. Sinds
twee jaar kunnen we niet voor onzen naam
uitkomen, wegens de revolutie die mij bijna
het leven geëiseht had.
Wij werden hartelijk met veel gastvrijheid
ontvangen. We bleven drie weken op het
kasifeel de Chilly en lmd ik geen belofte af
gelegd dan zou ik nu misschien de vrouw
zijn van den oudsten zoon van mijn gast
heer: Claude.
Zoo, waarde vriendin, zei graaf de
Charnac.é glimlachcer.d, dat is een late be
kentenis.
Die niet veel beteekent, antwoordde de
gastvrouwe. Trouwen lag niet op mijn
levensweg, want mijn verloofde werd in
1793 te Parijs gedood.
Wat tante, riep Josephine uit, hadt u
willen huwen?
Ja m'n kind en zonder het droevig lot
van mijnheer de Mont.mourin, zou je thans
mijn pleegkind niet zijn- Ons huwelijk werd
eenigen tijd uitgesteld omdat wij geen pries
ter konden vinden en als deze zich eindelijk
beschikbaar stelde, vernam ik den dood van
mijn verloofde!
In dienst van den koning gedood!
Judst. Hij was op bevel van Lodewijk
XVI in Parijs gebleven. Hij stierf iD. 't vol
brengen van zijn plicht,, maar wat baatte
het?
Wat is dat voor een leven? 't Lijkt wel
of men op den weg zingt.
Allen keken op en zagen nu Pieterlach en
zijn familie in den versierden Wagen met het
opschrift:
„Laat de onschuldigen met rust,!"
Markies d'Yvray lachte even terwijl hij
die zonderlinge triomfkar nakeek en mom
pelde dan:
Als de hemel met zulke onschuldigen
bevolkt is, wat blijft er dan van de hel over?
De knecht van barones du Plessis, die de
paarden van zijn meesteres bewaakte, hoor
de die woorden en waagde er bij te voegen:
Als u eens wist wat ik weet
Wat dan? hernam Johan de knecht die
durfde praten, streng, uitdagend aankijkend-
Neem me niet kwalijk mijnheer de
markies; ik kon me niet goed inhouden,
want zulke onrechtvaardigheden doen me
't bloecl koken. Ik dacht dat mijnheer de
markies zelf ook iets wist
Neen niets; zorg nu maar voor uw
eigen zaken, m'n jongen.
De knecht trok zich terug en het jong-
mensch voegde zich bij zijn vrienden die de
tafel verlaten hadden om te gaan zien wat
er op den weg te doen wa».
Kom laten .we onzen feestdisch niet ver
geten, merkte mevrouw de la Motte spoedig
op. Die booze lui verdienen onze aandacht
niet-
Wat niet wegneent, dat het een fameus
schandaal is zulke bandieten vrij te spreken,
zei Foulques; onze knecht Piet Iluet is bij
hen in dienst geweest cn hij vertelt...-.
Och, onderbrak Johan hem, iedereen
heeft iets gezien of iets te vertellen; dat
lijkt een ware ziekte. Laten we liever over
wat anders pratenkijk eens hoe juf
frouw Josephine er onder lijdt die vrceselijke
dingen te raceten aanhooren.
Het bleeke meisje met ontdaan gezicht en
holle oogen, keek als gehypnotiseerd door
schcrik, de stofwolk na, waarachter de
wagen der vrijgesprokenen verdween.
Haar verloofde nam haar zachtjes bij den
arm en zei teeder:
Kom mee, arme vriendin, wat moet
men wel denken?
Zij hief haar doodsbleek gelaat naar
hem op en gehoorzaamde, want zij was te
zwak om weerstand te bieden.
DE VERBORGEN SCHAT
In het land van Yvrr.y kende men voort
aan geen vrede meer, noch vriendschap en
vertrouwen. Men wantrouwde elkander,
vrienden verborgen zich voor hun vrienden,
wat vroeger gezegd was werd ontkend en
twist cn tweedracht waren aan de orde
van den dag.
Des Zondags opende Ménard de herberg
wijd, zoodat men van bui'ten de ordelijk ge
rangschikte tafeltjes zag en de glazen en
flesschen.
Toch verscheecn niemand om daar gebruik
van te makenEn wanneer Pietêr
ChaJumeau Erhard of den visscher Chaku
verzocht met hem naar binnen te gaan om
een glaasje te nemen, dan aarzelden de
mannen, ofschoon zij de uitnoodiging niet
af durfden slaan.
Langzamerhand deed de nieuwsgierigheid
dan de rest en de herberg 'vulde zich met
klanten.
r,ené Salé, de aanstaande van Louise
Duvau wist niet wat te zeggen, als zijn
kameraden hem zeiden:
Jou I.ouise heeft bloed aan haar han
den; ik zou zoo"n meisje niet. willen hebben
en er bang voor zijn-
De andere meisjes uit bet, dorp ontvlucht
ten haar voortaan cn men zag Louise nog
slechts alléén.
Pieter lluet, de knecht der familie du
Plessis keek in 't voorbijgaan nieuwsgierig
de herberg dn, waarop Pieter Chalumeau
direct zei:
Kom maar binnen jongen; dat je niet
meer bij mij in dienst ben is toch geen
reden om nooit meer met mij te klinken.
De knecht trad de herberg in, aangetrok
ken doot den mooien, helderen wijn.
Spoedig was het gesprek op gang:
Je hoeft nu niet zoo grootsch te doen
omdat je op een kasteel bent, zei de herber
gier terwijl hij de glazen vol schonk. Je hemt
daar zeker niet beter dan hier, tenminste
wat de kost betreft.
Ik ben bij een goede meester, die m'n
werk erg waardeert. Op de gezondheid van
het gezelschap!
Met één teug ledigde hij zijn glas, waarna
hij de lippen met den buitenkant van de
hand afveegde om te vervolgen:
Ik heb u uit Baugé zien komen met
.-.v.-
'y
DE STADSGRACHTEN BERGEN VEEL, DAT DE MOEITE WAARD IS OPGEVISCHT TE WORDEN; zie maar eens den buit, dien de
stadsreiniging uit Amsterdam's Lauriergracht wist op te diepen. A
uw versierden wagen; weet u wel dat u een
hoog gezelschap voorbij gereden zijt, dat in
het weiland langs den weg aan 't leesten
was?
Ja, dat heb ik gezien en wat denken
die aristocraten cr wel van?
De markies zei: Als de hemel met zulke
onschuldigen bevolkt is, blijft er niets meer
voor dn hel over
Dc knecht was blij op deze wijze zich op
fohan d'Yvray te kunnen wreken, over
diens beiecdigende woorden cn optreden.
Zoo, heeft die melkbek zooveel praatjes;
dat zou ik hem gauw af kunnen leeren!
Meteen sloeg Chalumeau met de vuist op
tafel znoclat de knecht bang werd.
Hij iis niet. de eenige die zoo praat!
Genoeg daarover. De rechters hebben,
gesproken cn dus is de zaak geëindigd, is
t niet?
Ook aan de andere tafeltjes waren de ge
sprekken levendig. Pieterlach betaalde alle
glazen cn de dronkenschap kwam reeds om
de deur kijken. De herbergier riep zijn
schoonzoon en zei hem:
Ik ga een oogenblik uit, naar het
kasteel- Ik heb een oude rekening te ver
effenen zie je, wees niet te zuinig met de
flesschen, hé Ménard?
De beide mannen keken elkaar even aan
en Pieter vertrok.
Met. groote passen liep hij voort, geprik
keld door den wijn en niet minder door
toorn.
Het groote hek van het park stond wijd
open en Pieter zag versche sporen van
hoeven in het stof op den weg.
Goed zoo, hij is dus thuis. Wacht maai;
eens mannetje.
De markies was inderdaad thuis en had
zich achter in het park onder de linden
teruggetrokken met een open boek in do
handen, waarin hij verstrooid bladerde,
want zijn geest zweefde elders.
De herbergier zag hem van verre. In plaats
van zich behoorlijk te laten aandienen, klom
hij de lage heg, over en ging voor den jongen
markies staan die de wenkbrauwen fronste
en geërgerd begon:
Wat moet dat beteekenen zoo naar mij
toe te komen?
Ik zag u hier zitten mijnheer de markies
en ik wou u eens sprekenonder vier!
oogen.
Maar ik heb geen lust u thans te ont
vangen, ga heen!
Straks. Wat ik u te zeggen heb, behoeft
uw humeur niet te bederven-
Maar ook niet te verbeteren dunkt me;
vertrek!
U moet wat beleefder zijn en niet zoo
maar raak praten in ieders tegenwoordig
heid. Ik ben van oordeel dat het in uw eigen
belang is met mij op goeden voet te leven
iripiWats van mij te bekladden
Het jongmensch zag bleek van woede,
maar deed zijn best zich te blijven beheor-
schen om zich geen onherstelbare woorden
te laten ontvallen.
De ander vervolgde:
Het verwondert mij dat u de geheimen
van anderen afluistert om er voordeel uit te
trekken
De woedende markies siste:
En mij verwondert het dat u reizigers
wurgt om ze te bestelen.
Top! riep de herbergier, terwijl hij zijn
grove, breede hand ophield- We kennen
elkaar 'is 't nietWeet u wel dat u zich
leelijk in de vingers gesneden hebt? Ik bert
daarentegen sterk als een leeuw en slim als
een vos geworden sinds ik met de rechters
te doen heb en ik kan zelfs les geven aan
hen die het noodig hebbenToen ik
hier kwam twijfelde ik ergens aan, nu echte*
niet meer.
Bevend van toorn was Johan opgestaan ea
keek nu angstig om zich heen.
Neen er is niemand die ons ztet of
hoort; het oogenblik is dus gunstig voor een
korte biecht
door
HEINRICH TIADEN.
3)
Ach niet meer dan het andere. Maar Ik
sprak ook niet van de film. U zult wellicht ver
baasd opzien, als ik U vertel dat hier In één
jaar meer moorden geschieden, dan in alle
Europeesche grootsteden bij elkaar.
T. a'hier... in dit paradijs?
c iet oei in Los Angeles en wat daarbij
behoort. U weet, dat het paradijs ondanks al
z jn schoonheid de verblijfpiaats was voor de
slang. Hier is het niet anders. Buiten de vele
geweidaden gebeuren hier nog hopeloos veel
andere dingen. U bent zelf getuige geweest
van een der tamelijk ongezellige voorvallen
Ach, ik niet zoo erg, omdat ik het voor
zien had. Al lang.
Hoe bedoelt U dat?
Cocaïne.
Plotseling begreep Bert Brandt alles. Maar
toch stelde hij zeer verbaasd de volgende
vraag:
Ook hier cocaine?
Nergens zooveel als hier. Het Is de pest.
Wie daardoor wordt aangetast is een kind des
duivels. U ziet het aan Smiles. Zoowat een
jaar geleden wat zeg Ik drie maanden
geleden was hij zoo lenig als een rups. Toen
had U hem moeten zien klimmen! De voorge
vel van het Palace Hotel was niets voor hem.
Nu was het z'n verderf. Hij is er geweest en
aan zijn weduwe wordt na zes weken rouw de
schadeloosstelling gestuurd, waarmee zij goede
ster gaat maken of een andere stommiteit uit
haalt. i I
-^.,..„..1i - -i' -
V.-;.'---: «f V
Bert Brandt bad voor de familie-aangelegen
heden van dezen dooden Smiles niet erg veel
belangstelling.
Zoo, hier waart dat vervloekte spook dus
ook al om, leidde hij het gesprek weer naar 't
uitgangspunt. En de politie
HU trok met niet veel hoogachting zijn lin
kerschouder op.
De politie doet, wat zij kan, knorde Joe
Daniels verbitterd. Ik kan U verzekeren, dat
wij die vervloekte bootleggers achter hun' vod
den zitten als de duivel achter een vrome ziel.
Bootleggers?
Ja zoo noemen wij de alcoholsmokkelaars
en de meesten van hen doen daarbij nog zaken
in verdoovende middelen, het zijn vervloekte
kerels die voor een mensckenleven meer of
minder geen hand omdraaien. Ach dat komt
door de buitengewone verdiensten, begrijp je
wel. Wie kans ziet om een bootslading cocaine
aan land te brengen, behoeft zich de eerste tied
jaren niet meer om de toekomst bezorgd te
maken.
Ha, nu weet ik waarom u me niet wilde
vertellen, waar men een borrel kan krijgen.
Joe Daniels knikte. Zijn vingers trommel
den op het tafelblad. Hij was woedend.
In dezelfde straat, waar dat ongeluk ge
beurd Is, heeft zoo'n vervloekte Chinees een
speelhol.
Een speelhol! deed de Duitscber weer
erg verbaasd, is zoo iets dan in Los Angeles
geoorloofd.
Wat denk je toch wel! Niets van dat alles
is geoorloofd, dat is de grootste fout van onze
regeering. De aantrekkingskracht is op zich
zelf al groot genoeg. Tot overmaat van ramp
gaat men met zulke middelen ze verhonderd
voudigen. Er zijn menschen genoeg die er hun
leven voor over hebben om in dit duivels hazard
spel mlllioenen te verdienen. Zoo is het ook
met Tschang-ti-chin. Officieel heeft hi) een
c/oodeenvoudigen theewinkel. Er is niets tegen
13 te brengen. Als je er zelf binnen komt, valt
je niets bijzonders op, maar je moet tot de in
gewijden behooren. Voor het huisje ligt een
klein onbeduidend tuintje. Daar hokken voort
durend zoo'n paar van die oude gele koppen
met hun platgedrukte gezichten tezamen, die
onbeduidend voor zich heen zitten te kijken,
maar bun oogen zijn gespannen als die van een
kat voor een muizengat. Iedere gast wordt op
geheime wijze aangekondigd voor hü de thee
zaal heeft betreden. Er is 'met geen mogelijk
heid een middel te vinden om Me bende te be
trappen.
En Smiles?
Juist, hij is Tschang-ti-chin's slachtoffer
geworden. Zijn vrouw bedroog hem. Men had
hem gewaarschuwd, doch hij wa-s blind. Twee
vrienden, die het goed met hem meenden,
heeft hij in zijn woede knock out geslagen, tot
hij zijn Minnie op heeterdaad betrapte. Inplaats
van ze een pak rammel te verkoopen of ze des
noods het huis uit te trappen, is hij zich aan
cocaine gaan verslingeren, en toen nou ja, je
hebt het zelf gezien.
Habakuk had cradertusschen alles netjes op
gediend. Joe Daniels at mot buitengewonen eet
lust ondanks zijn ergernis. Bert Brandt nam
een klein hapje van de Russische eieren, knab
belde op een stukje cake en slurpte een paar
glazen thee. Toen meende hij aan zijn plicht
tegenover zijn gastheer voldaan te hebben en
greep naar zijn sigaren, maar ook de tabak,
ofschoon ze heel goed was, smaakte hem
niet. Hij zag nog altijd de verpletterende zwarte
massa voor zijn oogen, die enkele minuten te
voren een over al zijn vermogens beschikkend
mensch geweest was, een mensch die door zijn
vrouw was bedrogen en zich met cocaine te
gronde had gericht. Dit alles stemde hem ver
bazend bitter. Hij had het gevoel, dat hij tegen
de menschheid in opstand zou komen.
En dan heeft men mij nogal verteld, dat
de menschen in dit stadsgedeelte zoo bijzon
der deugdzaam waren, bromde hij hoofd
schuddend.
Deugdzaam? Ach gekheid de menschen
zijn overal op de wereld gelijk. Waarom zou
den ze hier juist deugdzamer zijn dan ergens
anders. Ik kan niet beweren dat de atmosfeer
van de film zoo bevorderlijk is voor een deugd
zaam leven.
Maar al de strenge wetten,?
Ja die hebben wij. Maar hoe meer wetten
er zijn, hoe meer men ze overtreedt, dat zult
u. zelf wel ondervinden. Zal ik u nu maar bij
Geraldlne la Mara brengen.
Bent u dan zoo met haar bevriend? vroeg
Eert Brandt. En het was duidelijk te bemer
ken, met hoeveel interesse hij deze vraag stelde.
Bevriend. Bevriend. Ach ik ken zeer veel
menschen in Hollywood en dus ook vanzelf
Oeraldina la Mara, antwoordde de detectieve
wat nuchter en tamelijk zakelijk. Haar wel.
licht wat meer, dan de meeste anderen. Ze zal
cp het oogenblik wel in het atelier zijn. Laten
wij er maar naar toe rijden.
Twee minuten later stond een elegante Rolls
Royce voor de deur. Joe Daniels reed zelf. Ze
gingen heelemaal naar het Noorden waar aaD
den blauw schemerigen horizon de Zuidelijk
ste uitloopers van de Rocky Mountains zicht
baar waren.
Hollywood is een kunstzinnig perk van
buitengewone afmeting. Een twintig jaar ge
leden was hier niets anders dan een groote een
zame woestijn. Nu liggen in de tuinen van een
tropischen pracht en een paradijsschelijken
overvloed van planten allerlei villa's verborgen
in de meest uiteenloopende stijlen gebouwd.
Van de bescheidenste bungalow tot het slot ln
Italiaansche renaissance. Een als uit den grond
getooverd wonderwerk. De arbeid van beroem
de architecten en geniale tuinkunstenaars. Ver
laat men dit gebied dan komt men in dat
van de omheiningen. Hier heeft de grondspe-
culatie haar reuzen hand uitgestrekt over onaf
zienbare landerijen. Men stoot hij eiken pas op
agenten, die koopers verwachten. Daaraan ont
breekt 't trouwens -niet, Hollywood is nog altijd
het hel vlammende licht, dat het leger van
filmmuggen naar zich toetrekt vanaf de zwa
nen tot de kraaien. Al neemt ook 'het uitvaag
sel van het filmprolefariaat in Hollywood hoe
ianger hoe meer catastrophale vormen aan,
toch Is het voor de vorsten, graven, baronnen
en andere edelen uit de filmwereld mode ge
worden om in Hollywood te leven. En ieder wil
zijn eigen buen retiro hebben. De uitbreiding
van deze fabelachtige voorstad van Los Ange
les gaat in koortsachtig tempo door totdat wel
licht vandaag of morgen de kracht ontbreekt,
die een buitengewoon bankroet tengevolge zal
hebben.
Joe Daniels bleef onder den korten rit zoo
maar doorpraten.
De auto stond tenslotte voor een hek in een
heel broed uitioogende omheining atlt Bert
Brandt leefde nu al lang genoeg in deze we
reld van den schijn namelijk drie dagen
om zich over alles wat hij zag niet langer meer
te verwonderen. Deze hooge houten omheining
verborg allerlei eigenaardige geheimen aan de
nieuwsgierige blikken der concurrenten. Toch
zag men nog van buiten de elegante vormen van
een Indische minaret, de tinnen van een ouden
Schotschen kasteelbouw, een soort burgruïne,
een uit beton, hout en papiermaché opgericht
praohtfront van een reuzen paleis, de wijd in
de lucht schietende masten van een zeilschip.
Ze wiegelden heen en weer ten bewijze dat deze
romp van het schip in het water lag.
Joe Daniels gaf met den hoorn een heel
apart signaal. Onmiddellijk werd het hek open
getrokken en een reuzen neger in uniform
kwam te voorschijn. Zoodra hü' den auto en
diens bezitter in de gaten kreeg, haastte hij
zioh naar het portier en trok dit open.
Prachtig Tom, klap maar weer dicht,
lachte Joe. Ik rij liever naar binnen, ik heb
heel wat werk daar. Is mijnheer Mac Murphy
al terug.
Al weer aan het werk, maar erg slecht
gehumeurd. Hij raast en scheldt als een wilde
man.
Geen wonder. Je weet toch wel wat er
voor een ongeluk gebeurd is, Tom?
Ja Kolonel, Arme Smiles!
Ja, arme Smiles! Wee degenen die 'zijn
dood op hun geweten hebben.
Bedoelt u mevrouw Minnie en haar ver
leider?
Ja die ook eenigszins, maar toch niet
voornamelijk. Begrijp jij niet wat ik bedoel?
Bij deze woorden nam hij het gezicht van
den neger onder de loupe van zijn menschen.
kennis, maar ook een zwart gezicht kan er
engelachtig uitzien. Nog nooit had men een
onschuldiger uitdrukking in negeroogen aan
getroffen. Tom zag den inspecteur aan, als,?
hij van den prins geen kwaad wist.
Vooruit maak dat je weg komt, ouwe
Tom, anders rij ik je naar de hel riep Daniels
en zün voet zat al op den klckstarter. De zwax -
te sprong opzü als een sprinkhaan, kakelde
als een kip en klapte de reuzepoort weer dicht.
De inspecteur liet zijn wagen bij een heel
groot aantal andere aansluiten. Toen kwamen
de beide heeren uft den auto.
Het bedrijf is in vollen gang. Ik vermoed,
je het wel interessant zult vinden om dat eens
mee te maken.
Mag ik hier dan eigenlijk wel komen?
Met mij mag u in Hollywood overal ko
men. Hè Franklin!
Een jonge man schoot hen voorbij met een
gloeiend gezicht en bol staande witte blouse.
Bij dezen roep bleef hij toch even stilstaan.
Bert Brandt herkende hem onmiddellijk. Het
was de jonge man met het onweerstaanbare
glimlachje, die op den morgen voor het onge
lukshuis de menschenmassa even had weten
tegen te houden. Maar nu glimlachte hij niet.
Ha bent u het, mr. Daniels. Doe me een
plezier en ga liever terug, Mac Murphy is als
een spin. Hij raast als een bezetene alsof wij
schuld hebben aan dat ongeluk. Stelt u zich
""oor, hü heeft daar even in een vlaag van woe
de Ben Smart een klap om zijn .ooren gegeven.
Groote genade? Wat heeft Ben Smart
daarop gedaan?
Ach niet veel. Hü heeft een beetje op zijn
tanden staan knarsen en is toen weggeloopen.
Dat is een echte ongeluksdag. Wat wordt
er gedraaid?
Tsja, wat wordt er gedraaid? Alles en
nog wat. Als u wat interessants wil zien, moet
u daarginds naar die houten stellage* gaan.
Daar hebben ze een volledigen Indlanenopslag
in elkaar gezet uit den vrijheidsoorlog. Mac
Murphy is er ook. Maar hij gooit je er beslist
uit. Hij smijt vandaag alles weg wat niet tot
het bedrijf behoort.
Is Geraldine la Mara hier?
In het danshuis. Daarboven, ballet
opname.
O dat treft uitstekend. Mag lk jelui even
voorstellen. Mijnheer James Franklin, drama
turg van de Protos Mij.; Bert Brandt uit Ber
lijn, ingenieur.
Beide heeren begroeten elkander.
U hebt hier als dramaturg wel een bui
tengewoon interessant arbeidsveld, mijnbeer
Franklin merkte de Duitscher op.