iM1 F
ONZE ZEVENDE PRIJSVRAAG.
DE LEGENDE
HERDER
VAN DE
lui?
Si
^JJV 21, t OpCj
a
Uitslag, verloting, brievenbus.
RAADSELS.
WIE NIET STEEK IS, MOET
SLIM ZIJN,
('n Ouwe geschiedenis opnieuio
verteld).
VAN HEEM GEIMBEEET,
DEN DAS!
DE NATUUE IN!
Over koolwitjes!
UTT DE OUWE DOOS
VOOR KUNSTENMAKERS.
Oplossing rebus 26 Juli.
i 1 'i iltfiBiaa
i.;- j'N^i
Ziezoo, het rad van avontuur kan weer begin
nen! Er ls aardig werk Ingezonden en fouten
zijn er zoo goed als niet gemaakt. Dit zomer-
schoteltje ging er beter ln dan levertraan en
schijnt naar méér te smaken. De teekenaar
Is met vacantia op 't oogenblik, maar hij heeft
me iets leuks beloofd voor den 9en Augustus!
[Wat dat zal worden, Tc weet er niets van, hij
trok alleen een heel gewichtig gezicht en zei,
dat ie z*n best er weer eens op zou doen en
dat er maar 'ns flink aangepakt moest worden!
Nou, tijd hebben jullie bij de vleet, zoo midden
ln de vacantie en lk heb hem namens allemaal
*n duchtige deelname beloofd! Zorgt er nu voor,
dat lk niet voor leelijkerd kom te staan en
houdt *n uurtje over zoo tusschen 9 en 23
'Augustus ln; je weet het nu tijdig genoeg, hè?
Vóór ffc het rad van avontuur aan zet, even
'n groet en 'n hartelijk welkom! tot alle ka
meraden, die de Jeugd-bladzijde voortaan ook
ln hun krant zullen aantreffen!
slinders. Voor allemaal, is voortaan mijn adres:
Aan den Jeugdredacteur.
„De Kruisberg"
Doetinchem.
Afgesproken!
Dan begin lk nu aan den uitslag van den
zevenden jvedstrljd,
Leo v. d. P., Nijmegen.
„Op het eerste plaatje staat,
Hoe het in het bad toe gaat!
Bobbie zit heel stil te kijken,
En Hans denkt: zou ik 'm knijpen?
Maar dat kwam nu niet van pas,
Hans was nu toch ln z'n sas!"
En zoo gaat Leo door, vier coupletten! Leuk
gedaan hoor!
R. Bl„ Amsterdam (Centrum); goed werk-
D. Verh., Babberich, je was nog goed op tijd
en hebt de zaak leuk gekleurd; Ant. v. H„
Heemstede, drie van de vier raadsels zijn mee
naar de drukkerij, het éérste stond me niet
zóó goed aan; Zeurpletje, Maastricht, veel ple
zier in het Schwarzwald en ik reken vast en
zeker op een kaart, die heb 'k aan Zeurpletje
bést verdiend, dunkt me; Hein K., Den Bosch,
'n mooie processie hadden jullie 13 Juli ln Den
Bosch, Hein! Liep Je mee ln den stoet? 'k Was
er óók; Wllh. Aim., t Castricum, je opstel was
wel naar m'n hart en je teekenlng óók lang niet
voor de poes! Zal me benieuwen wat m'n as
sistent, de teekenaar, er van zegt; Fr. B., Ber
gen op zoom, accoord; Jan Eekh., Delft, als
voren; E. v. d. V„ Rotterdam, en hoe staat
het met je overgaan naar de zesde klas? Hoor
lk dat nog eens bij gelegenheid? Jan van L.,
Overveen, dik ln orde; Hans H, Breda, zóó
mag lk het hooren, Hans! 'n Leuk opstel, 'n
aardige teekenlng, ondanks dat vloeiende kran
tenpapier; 't is voor mekaar, hoor! "Wat nu het
rad van avontuur zal doen? Kees Sim., Rot
terdam, Kees neemt teekenpapier ln plaats
van kranten-dito! Had Hans óók moeten doen,
was zijn werk beter tot zijn recht gekomen!
Iets voor volgenden keer, Hans? Nee, Kees,
m'n vacantie begint pas inOctober! Nelly
V., Putte, heeft er een lollig lijstje van gemaakt
met 'n fleurig strikje om op te hangen! Op
zóó'n idee voor m'n kamer zou 'n jongen nu
weer niet zoo grif komen, hè? Jacob v. d. L.,
Beemster, 't had heeft Bonzo véél goed gedaan
en hem in 'n geduchten Pluto veranderd! Tiny
is er 'n engeltje door geworden. Beiden logeeren
bij den teekenaar; Wim Si., Utrecht, zelf getypt,
WIm? Dan moest je mij maar eens 'n lesje
komen geven in die vlotte kunst; Jak. G., Schie
dam, komt voor mekaar. Koos; J. de Gr., Nij
megen, tinten nog wat te bleek, hè? Maar het
papier werkt ook niet mee, dat is zeker! Vol
genden keer misschien op een apart velletje?
Dat loont de moeite meer, snap Je? Aug. H„
Zevenaar, heeft het op rijm gezegd:
Dat lijkt heerlijk hoor! denkt Bob.
En hij steekt de ooren op!
Kijkt naar 't kind, dat roept da, da!
En lief lacht naar zijn mama!
„Wat een drukte toch voor niets!"
Denkt ons Bobble, „is dat iets?"
„Lief Goudkindje!" zegt Mama!
Bob denkt: „Doe lk 't hem eens na?
Vinden ze mij ook wel eens lief?
Noemen ze mij wel „Hartedief?" enz.
S. de J., Soesterberg, heeft er een leuk ver-
haaltje bij gemaakt, dat lk graag zou over
nemenals er méér ruimte was! J. P., Schip
luiden, mag zich het voorgaande óók voor ge
zegd houden. We schrijven weer eens gauw
een opstel-wedstrijd nlt, Jan, dan reken lk op
Je! Annie B., Rotterdam: Mee naar den tee-
kenaar! Jac. H., Vaassen; 'n Geslaagd opstel,
Jaap! Voortaan papier slechts aan één kant
beschrijven s. v. p., zal het afgedrukt worden,
anders krijg lk op m'n kop van de drukkerij,
snap Je! De drie javaantjes, Amsterdam; Zoo
als we van hen gewoon zijn: af! Als jullie
dezen kant uitkomen, vergeet m'n adres dan
niet, hoor! De teekenaar wil ook met jullie
kennis maken. Hij heeft nog een appeltje met
jullie te schillen, beweert hij! Frans Suf:, Zut-
phen: Hulde! Je hebt er zeer veel werk van
gemaakt, Frans! Ga zoo voort! Fons v. D,,
Waalwijk: 't Doet me plezier, Fons, dat je vol-
houdt en dóórzet! En dan, je hebt 'n naam te
verliezen, zie je! Wie weet word je nog eens
'n knappe kerksehilder? 'k Hoop het voor je!
Cl. Cr., Dordrecht: Accoord! Kleur nog wat
jvlak; H. te L., Amsterdam: Aardig gedaan,
vooral voor je prille jaren! Th. K., Den Helder:
•n Geslaagd opstel en 'n flinke hand van schrij
ven! Hulde! M. M., Venlo: Ja, precies, Bonzo
kwam zoo goed tot z'n recht, Mia! L. H., Heel:
Leuk gekleurd en leuk verteld! Blij, dat jullie
daarginds óók zulke taaie volhouders zijt! R.
v. d. Br., Roosendaal: Op de kleur na, hetzelfde
wèlgemeende compliment als voren; Jan K.,
Den Helder; Hulde! Ja, m'n jongen, die prij
zen maken van die rare bokkesprongen, wie
weet springen ze toch nog wel eens naar 't
hooge Noorden! Jan v. G., Rotterdam: Woon je
zóó dicht bij je krant, Jan? Als 't uitkomt, dat
Wie het dichtste hij het vuur zit, zich het beste
warmt, dan kan 'n prijs je niet ontgaan! Opstel
goed! Jo Tr., Maastricht: Accoord! Hubertus
B„ Eindhoven; Mops, Nijmegen: Maak je al
vorderingen in je lievelings-auteur, Mops? Joh.
B„ Rotterdam: Brief ontvangen.? B. Sch., Rot
terdam: Lijnteekening niet onaardigedoch,
het verband met Bonzo raakte toch wat zoek,
Ben! Theo Th., Berg: Gefeliciteerd met je her
stel! Nu nooit meer ziek worden, Theo! Ja,
dien naam „gieteling" kende ik; J. J. P., Box
ineer: Kleur wat uitgevloeid door het dunne
papier! Henk Kr., Rotterdam: Raadsels wel
leuk. Naar drukkerij! 't Was alles wèl wat veel
yoor 1% cent, Henk, vond de Post! Hindert
niet, je werk was 'n extratje waard! Gerard P.,
Den Haag: Teekenlng geslaagd, beoordeeling
blijft in „hooger hand!" Misschien „verstrik"
je 'n prijsje! Van harte gegund! M. Nel., Oirlo:
Jammer van die krant! Nazenden gaat slecht
voor mij en ook, de termijn is gesloten voor de
prijsvraag! Volgenden keer heter, hè? J. Aus.,
Rotterdam; H. B., Zutphen; Cec. Verw., Rot
terdam; Tiny v. G., Breda: Alles in allen" een
keurige inzending, die mij veel plezier bezorgd
beeft! M'n brief heb je wel ontvangen of was
je toen nog in Brunssum? Jacq. B., Utrecht:
Opstel goed naar vorm en Inhoud. De straf
maatregelvond ik wel wat èrg streng,
Jacques! Arme Bonzo! Th. Eb., Maastricht:
Keurig verzorgde inzending; I. B., H. en G.,
Arnhem: Konden jullie met z'n drieën nog niet
'n opstelletje voor elkaar krijgen? Of hebben
jullie al je krachten aan het kleuren besteed?
Dat moet je me volgenden keer maar eens be
richten, hè? Groet! E. K., Leiden: De twee
woorden die je achter op het adres hebt door
geschrapt, komen hopelijk later zélf voor je
naam, hè Els? Wie weet? H. v. d. Cr., Veghel:
Je werk is voor je leeftijd flink genoeg, m'n
jongen, en dat komt allemaal terecht, dat kleu
ren ook! Dat haal je van den winter wel op, hè?
Henk en J. Dav., Den Haag: Jullie hebt den
baby frlssche koontjes gegeven, hoor! Zien
Jullie er zelf ook zoo rooskleurig uit? An. H.,
Rotterdam: Voortaan papier s.v.p. aan één kant
beschrijven, kameraad! Anders kan ik je op
stel, al is het nog zoo leuk, en het jouwe mag er
zijn! niet laten afdrukken! Theo v. O., Utecht:
Kort en bondig, heeft Theo gedacht! Lang niet
kwaad, hoor! W. W., Delft: Bij 'n komenden
opstelwedstrijd kom jij vast niet achteraan,
Wim! A. R., Schlebroek; J. v. R.; Kitty P.;
M. Sch., Oisterwijk: 'k Heb het den teekenaar
onder 't oog gebracht, Kitty, maar hij monkelde
alleen wat in z'n baard! Afwachten dus! Je
opstel komt op de weegschaal en dan maar
afwachten hoeveel gewicht het haalt! Je vrien
dinnen mijn beste groeten ook; Th. v. H., Leeu
warden: Keurig ln het brons gezet, Thea!
Mee naar den teekenaar!,George V., Rotterdam,
wordt van harte gelukgewenscht met zijn toe
lating tot onze R. K. H.B.S. aan den Beukels-
dijk. Véél succes met de studie, George! 't Zal
wel gaan, niet? Eugène R., Heemstede: Inder
daad, 't kindje wordt wel wat erg verw d naar
Bonzo z'n zin! Maar wie weet, Géne, vit ons
gebeurd is toen we nog zulke ukkies waren?
Bernard St., Den Haag; M. v. N„ Valkenburg:
Fred Thomson: Opstel gaat mee naar de
weegschaal, Fred! Ben benieuwd! Jan T., Maas
tricht: Nee, Sjeng, je was niet te laat en ik
ben heel content met je Inzending! Blijf nu ook
meedoen, hè? T. de R., Rotterdam: Nog familie
van den admiraal, kameraad? Aan de flinke
lijnen ln je opstel zou lk haast gelooven van
ja! J. R., Bennebroek; M. K., Rotterdam: Op
stel wat kort! Maar daarom niet buiten mede
dinging voor plaatsing! E. v. T., Heerlen; Jozef
A., Venlo: Wel wat erg bont gekleurd, Joep!
Voortaan een tikje rustiger kleuren, hè? Dan
komt 't dik in orde! Jan M., Rotterdam; Jan
L„ Steijl; Albert D„ Nijmegen; A. J. St., Am
sterdam; Rein V., Eindhoven: Oók al zoo feil
loos getypt! D. v. N., Schagen: Je zit wèl een
eind van het vredige Nuland af, m'n Jongen!
Maur. M., Breda: Aardig ingedeeld! Ietwat
bont; M. T., Nuland; Theo v. W„ Wateringen;
Aart v. T., Eist: Duchtig aan de kersen ge
weest natuurlijk en géén tijd gehad om te kleu
ren! M. Br., Rotterdam: Was Bonzo zóó kwa-
lijn nemend, dat hij nooit meer terug kwam?
Niks aardig, 't was zoo'n aarige verschijning
in de teekenwereld! Leo v. D., Den Haag: Ja,
Bobo achterna, Leo, en toen kwam juist
't nare voor Bobo! I. N., Hoorn: 'n Wèl ge
slaagd opstel, Ina! Wat zal de weegschaal er
van zeggen? Witkop, Haarlem: De teekenlng
van onze St. Baaf staat er kranig genoeg bij,
Fer, maar: we hebben er al zooveel van in de
krant gehad, zie je, en nu weet lk heuscb niet,
of 't nog wel een verrassing voor de anderen
zou zijn, en daarom houd ik de plaat liever nog
wat ln portefeuille. Mag ik? M. K., Rotterdam:
Veel plezier in de nieuwe woning! S. G., Am
sterdam: Netjes! F. Deb., Rotterdam: Vermoe
delijk aan het verkeerde adres verzonden; B.
v. B„ VugbtMaar Bets, dacht je nou, dat 'k
'n Betsy voor 'n jongen zou houden? Bewaar
me, nee! Je maakt anders een aardig opstelle
tje, hoor! Lang niet mis! J. de P., Tilburg:
Kranig gedaan! Henk Kr., Rotterdam.
Na een schifting hebben de beide beoordee
laars van de opstellen gekozen uit de langst
overgehouden inzendingen van:
Joh. B., Rotterdam; L. H., Heel; Th. K.,
Den Helder; Tiny v. G., Breda (Berijmde op
lossing); Kitty P., Oisterwijk; Ina N, Hoorn.
De overige inzendingen vielen eerder af.
Na loting onder deze zes inzenders viel een
prijs ten deel aan I. N., 14 Johan Messchaert-
straat, Hoorn.
VERLOTING:
le prijs: Leo v. d. P., Straalmanstraat 32,
Nijmegen; 2e prijs: Mien A., Rijksstraatweg
200, Castricum; 3e prijs: S. de J., Rademaker-
straat 5. Soesterberg; 4e prijs: Jan v. G., Gr.
Markt 37, Rotterdam; Troostprijs: D. Verh.,
Mari-hoeve, Babberich.
UITSLAG TEEKENWEDSTRIJD:
Uitvoering Kleur Teekenlng Totaal
Alt. v. D. 9 9 9 27
Frans Sm. 9 9 927
De drie
Javaantjes 8% 9 SYz 26
Kees Sm. 7 8 9 24
Jak. H. 8—9
Nelly V. 9 8—
Hans H. 8 8
A. Ber. 8 8
Zeer eervol vermeld W. Adam, Castricum;
Jakob v. d. L., Beemster; B. Sch., Tiny v. G.
Eervol vermeld Tb. v. H., Leeuwarden.
De overige Inzendingen konden het niet tot
een aparte vermel-dlng brengen. Ook hier zal
door meerdere oefening eindelijk en bij som
migen al heel gauw de kunst verkregen
moeten worden
Met de prijzen gingen strijken Alf. v. D.,
mr. v. Coothstraat 22, Waalwijk; Frans Sm.,
Praebsterkamp 3, Zutphen.
1. Wat zette Adam 't eerste in het Paradijs?
2. Welk dier is altijd thuis?
3. Waarom kraait de haan met z'n oogen
dicht?
Inzender: Ant. v. H.
Heemstede.
4. Mijn le deel krijgt vaak 'n klap. Mijn 2e
deel is de vijfde letter van het abc, en mijn
3e is 'n muzieknoot. Mijn geheel 'n beroemde
stad in Spanje.
5. Mijn geheel is een jongensnaam. Verwissel
twee medeklinkers en vervang ze door andere.
Zet er 'n muzieknoot vóór! Het nieuwe woord
is een groot wonder!
Inzender H. Kr. R'dam.
Oplossing niet schriftelijk; antwoorden vol
genden keer.
Ergens in een dorp woonde 'n schaapherder,
wiens vrome dochtertje hem hielp de beesten
te hoeden. Wanneer zij even weg kon, bad zij
het liefst in een verlaten kerk, waar een beeld
der Heilige Maagd stond, „seer armeliken
ghecleet ende versciert." Zij was zelf zóó arm,
dat aij Jezus' lieve Moeder geen andere klee
ding schenken kon en dat speet haar genoeg,
maar zij nam zich voor Maria te versieren met
haar gebeden en goede daden, zóó schoon, dat
'n koningin er blij mee geweest zou zijn.
Op zekeren dag kon ze de „verwoeste kerke"'
niet meer bezoeken, want ze werd ziek. Het
was juist, toen twee, monniken door het bo3ch
gingen om daar te overnachten. Eensklaps werd
hun oog geboeid door een schoone processie,
die o zoo stil voorbij trok; er waren maagden,
gekleed in gestreepte gewaden, maagden ln het
wit der Engelen, maagden in het rood der
martelaren óók. Maar het mooist van allen
was wel een stralende „Joncfrou", omstrengeld
door roode rozen en op heur hoofd 'n schoone
krans, alsof zij zóó uit het Paradijs kwam! „Ik
ben Maria, de Moeder Gods," luidde haar woord
tot de broeders, „die niemand verstoot, die mij
aanroept." Nog zeide zij, hoe haar weg voerde
naar een jong meisje, dat z!J onder haar diena
ressen wilde opnemen.
De beide monniken deden in het naaste dorp
navraag naar die jonge maagd, maar niemand
wist daar op te antwoorden. Eerst na lang
zoeken wees iemand hun den schamelen hut,
waar ze woonde, en op sterven lag.
Toen tie „dienstmaecht die onse lieve vrouwe
minde" de geestelijken zag binnenkomen, zeide
ze: „Broeders, doet uw „covelen" (mantelkap
pen) af en bidt tot God, dat Hij u te zien geve
het schoone gezelschap, dat hier vergaderd is."
Zij vielen neer op hun knieën, deden hun kap
pen omlaag en zagen alle heilige jonkvrouwen
welke zij onderweg waren tegen gekomen en
véél Engelen bij haar. Ook de heilige Maagd
Maria, de schoonste van allen, 'n rozenkrans in
de hand en allen begonnen heel lieflijk te zin
gen, toen ze de zuivere ziel van het herderin
netje tot zich namen. De heilige Moeder des
Heeren zette haar den krans op het hoofd en
zóó werd ze met zoet gezang en met groote
vreugde en blijdschap het eeuwig leven binnen
geleid.
(Uit de Middeleeuwen.)
Broedersdoet uw kappen af en bidt tot God, dat Hij U te zien geve het schoone
gezelschap, dat hier vergaderd is."
Jaap ging met z'n hondenwagen
Eiken dag maar weer naar stad;
Nu eens om er iets te brengen,
Dan weer om te halen wat.
Hekkie liep steeds in galop,
Voor koets met baas er boven op!
Op 'n keer dat Jaap van 't stadje
"Weer naar huls terug zou gaan,
Met pak en zak en kist met vleesch
En 'n mandje met 'n haan.
Laadde hij zichzelf óók in,
En de tocht nam een begin.
f
v—--a
Hekkie ving flink aan te trekken,
Rende weg met grooten spoed,
Holde langs de buitenwegen
En Meld steeds maar goeden moed'
Tot, opeens!hij koppig staan bleef,
Hoe zijn baas hem ook bekeef
Japie sprak met zoete woorden
„Kom, m'n beestje, kom, vooruit!
Loop nu door, wil nu toch luist'ren
Naar jouw baasje, kom toch guit!"
Maar hoe schoon ook Japie praat,
't Helpt geen ziertje, Hekkiestódt!
("Wordt yeryolgd.)[
Vorige week beloofde ik jullie eens een boom
over den das te zullen opzetten, herinner je
je nog wel Belofte maakt schuld en dus
ziehier
Grimbeert, de das, behoort tot de marter
achtige roofdieren. Van kop tot teen ls hij
0,751 M. lang, de staart is 15 c.M. Heele korte
pootjes doen hem veel kleiner schijnen dan hij
in werkelijkheid ls. Zijn pelsjas ls bedekt met
lange, borstelachtige haren van vuilwitte, hier
en daar met zwart doorschoten tint. De onder
zijde is donkerder en de pooten zijn zwart. Ter
weerszijden van den kop tot aan 't midden der
zijkanten van den hals loopt een zwarte streep,
welke oogen en ooren Insluit.
Het dassenhaar is wèl gezocht, men maakt
er borstels van en schilderskwasten; misschien
zeept je vader zich vóór 't scheren ooit ln met
'n -kwast van echt dassenhaar niet goed
koop, hoor De wintervacht is zeer sterk en
waterdicht, zoodat men er fijne weitasschen,
voetzakken enz. van vervaardigt. De soldaten
ransels waren vroeger voorzien van 'n sluiting
uit dassen huid.
Zien doet 'n das al heel slecht, maar ruiken
en hooren zooveel te heter. Wil men heer Grim
beert besluipen, dan is 't zaak om tegen den
wind in te gaan en voetje voor voetje te loo-
pen, terwijl zelfs niet gefluisterd mag worden,
anders is alle moeite voor niets geweest. Veel
dassen vindt men in ons land niet meer. Zuid
Limburg heeft er nog wel en hier en daar hij
ons in den achterhoek komt hij voor.
Behalve 't haar werd ook het vet van den
das gebruikt. Vroeger verwerkten de buismoe
ders het tot zeep, terwijl de apothekers er 'n
zalfje uit klaar maakten. Soms draagt Grlm-
heert 'n dikke laag van dit goedje mee; men
zegt immers wel: „zoo vet als 'n das Maar
dit gaat eigenlijk alleen maar op vlak voor den
winter, dan zijn er exemplaren, die op 'n ge
wicht van 'n vijftien Kilo 'n 3 4 Kilo vet mee
sjouwen. Doch kom nu eens in 't voorjaar Dan
is er geen vette das meer te vinden, want den
heelen winter door slaapt onze vrind in zijn
hol wrang en teert dan letterlijk op z'n
vet-voorraad. Alleen in heel zachte winters
gaat hij er op sommige dagen nog wel eens op
uit om zijn maag 'n extra-tje te gunnen. Er
wordt wel beweerd, dat dassenvet ook voor
menschelijk gebruik geschikt is, maar ik kan
me zoo voorstellen, dat er niet veel lui happig
op zijn Eens zoo vertelt een Duitsch
boek werd een jachtgezelschap door den
gastheer onthaald op ln vet gebakkei koeken.
Een der gasten smulde daar eens lekker van en
bad er juist wéér een te pakken, toen hem
verteld'werd, dat ze in dassenvet waren gebak
ken. Bah nee, toen legde onze jagersman zijn
eerst zoo smakkelijke koeken terzij en zette
er geen tand meer in
Ons dassenpaar vliedt het licht en richt zich
een villa onder den grond in, graaft een salon,
waarop vrij veel gangen uitloopen, sommige
ervan zijn direct te herkennen als toegangswe
gen naar Grimbeerts hof: glad getreden, en met
niet begroeide randen, terwijl de gangen, die
dienst doen als luchtkanalen en „nood-deuren"
ruw en van 'n grasrandje voorzien zijn. Be
kijkt men de omgeving van zoo'n dassen-huis
goed, en kiest men de juiste paadjes, dan kan
het op 'n maanlichten avond wel gebeuren, dat
je je sinjeur te zien krijgt. Maar dan ook zóó
stil zijn, dat je de veldmuisjes tusschen het
gras kunt hooren schuifelen'n Heel inte
ressante opnameDe bodem van het hol wordt
bedekt door een tapijt van mos en dorrend blad.
Dit materiaal sleept Grimbeert hij elkaar voor
den Ingang van zijn hol, zet er dan zijn kop en
borst tegen en duwt 't zoo naar binnen en bene
den. 'n Bewoonde wrang kun je dan ook kennen
aan 't blad en mos, dat aan de zijkanten van de
gangen is blijven hangen.
Dit voorjaar werd ons het hol van 'n das
aangewezen, 't Buitenkansje, dat we niet graag
misten. Wij er op af Overdag werd de omge
ving verkend, aan den ingang vonden we de
voetindrukken prenteuvan Papa en
]\ffliTwaL <003 ^Qnrnfl,y-on gaqp-la 1
Heer Grimbeert, de das.
Van de jongelui derhalve Die spelen zes
weken lang 's nachts buiten het ouderlijk huis,
die nachtbraker Op 'n goeien avond gingen
we erheen. Aan slaap denk je onder zulke om
standigheden heelemaal niet. Héél zachtjes na
derden we Grimbeert's burcht en toen was 't:
mondje dicht, stil zitten en oogen den kost ge
ven Bewoging ln 't hout, geritsel mis
'n Konijntje Aardig, maar niet je dkt Ge
duld. Dóór komt wat jonge dasjes, een,
twee, drie, zoowaar vier, véél lichter getint dan
hun ouders.
Wat 'n voorrecht zoo'n knus natuur-tooneeltje
te mogen gade slaan 't Volgend jaar, hij ge
zondheid, ben ik wis en zeker weer van de
partij Dat we hopen mogen ze in dezelfde
buurt terug te vinden is vast, want de dieren
worden door den eigenaar van het bosch be
schermd.
Pijnlijk zindelijk ls vrind GrimbeertGedu
rende den winterslaap is er heelemaal geen
afval en 's zomers wordt alles verborgen in 'n
kuiltje en toegedekt met 'n hoopje blad Net
heid moet er wezen, óók in 't bosch
Nam hij nu maar genoegen met paddestoe
len, ©lakken, vlinderpoppen of wortels, dan
kon men hem geen verwijt maken van straat
schenderij, maar van 'n fazantje of patrijs of 'n
lekkere eierstruif is hij óók niet vies en de jon
gens moeten daarom niets van sinjeur hebben,
die hebben er echt ,,'n das" aan Graven hem
uit en pakken hem vast met dassen-tangen, zet
ten klemmen of laten zich bijstaan door hon
den en geweer, 't Zijn vast geen katjes om
zonder handschoenen aan te pakken, ze verwe
ren zich met klauwen en tanden en hebben
menlgen hond geducht toegetakeld
i
Koolwitjes vliegen er nu zat en ln allerlei
vormen. Wie er met 'n vlindernetje op uit gaat
om ze te vangen, komt na 'n paar „slagen"
tien tegen één tot het inzicht, dat het ééne
koolwitje het andere nog niet ls! Misschien
zijn er onder jullie buit drie, als je boft wel
vier soorten! Juister zou het zijn maar gewoon
over „Witjes" te babbelen, maar ik wou het
nu eigenlijk eens bijzonder over de kool-witjes
hebben en dus: laat ik mijn titel maar onver
anderd staan!
'k Ga jullie eerst 'n stuk of zeven verschil
lende witjes beschrijven; en dan zijn dat net
vier soorten! Hoe kan dat? Even geduld, 't
komt dik voor mekaar!
Daar heb je dan allereerst het gewone Kool
witje, dat rondvlindert in twee vormen: één
voor de heeren, één voor de dames, verschillend
van teekenlng. De dames dragen de meeste
zwarte vlekken op elk der vóór-v'.eugels. Dat
heb je niet vaak, dat het' zwakke geslacht méér
sieraden draagt dan het sterke. Gemeenlijk is
het vlinder-mode, dat de heeren véél fraaier
uitgedost zijn dan de dames of dat ze er net
eender uitzien, wat óók gebeurt! Oók bij de
witjes, zal je straks wel zien.
Dit vlindertje A en B komt niet zoo
dikwijls voor als het Kleine Koolwitje of Knol-
lenwitje, maar ze worden nog al eens met el
kaar verward. Let daarom goed op en kijk
naar onze prentjes: Bij de Groote Koolwitjes
loopt de zwarte stip aan de punt van den
voorvleugel door tot ongeveer de helft van den
breedterand, doch bij de knollenwitjes lang zoo
ver niet. Het door ons nageschetste vlindertje
C ls weer een dame: de heeren hebben
de zwarte stippen aan het midden der voor
vleugels niet.
Het kan ook gebeuren, dat je in je netje
witjes snapt, welke aan den onderkant der
vleugels een duidelijke ader-teekening vertoo-
nen en een helder gele tint. Dan heb je het
Klein Geaderd Witje te pakken D on je
kunt nu zelf uitmaken of je met meneer
IC G. W. of met mevrouw te doen hebt!. Een
klein geaderd witje roept vanzelf de gedachte
op aan 'n gróót geaderd dito en dat zie je op
figuur E, maar in het Noorden en Westen
van ons land heb je géén kans er zoo een te
verrassen, dan moet je bij mij in de buurt
komen logeeren ofnaar het zoele Zuiden
trekken!
Dames en heeren lijken hier zoo sprekend
op elkaar, dat ik daarover maar niets vertel!
Maar je hebt nu wèl gesnapt, dat de zeven
genoemde vormen slechts van vier soorten zijn?
Al deze witjes zijn dagvlinders, die het 't
fijnste vinden, als het zonnetje lekker schljntl]
Nou, daarin staan ze zeker niet alléén!
't Naloopen en vangen van ze is net 'n fijn
karweitje voor vacantiedagen. Oppassen, dat
je de teere diertjes niet beschadigt en in elk
geval weer laat vliegen, dit spreekt! Ruwheid
in de natuur is haast zooiets als 'n vloek! Vanr
morgen nog schopte 'n Jongen uit m'n klaS
links en rechts de vllegenzwammen om, die
hij dit vochtige weer verrassend vlug omhoog
schieten, 'k Zal je maar niet vertellen hoe:
dat voor 'm afliep, maar de schitterend-roode
herfstbloemen blijven morgen ongedeerd, dat
verzeker ik je!
Er zij nog veel meer dagvlindersoorten ln ons
land, wel 'n tachtig: citroentjes, dagpauwoogen,
atalanta's, vossen, zandoogjes, blauwtjes, je
kent ze wel? Wie er meer van weten wil, mag
aan vader om het boekje „Onze Dagvlinders"
vragen minder dan twee kwartjes uitgave:]
Noorduyn en Zn., Gorinchem, waaruit onze
teekeningen met verlof van den schrijver zijn
overgenomen. Er staan 'n goeie vijftig van dit
soort duidelijke prentjes in.
"Vlinders hoef je, om ze te krijgen, niet altijd
na te hollen, je kunt ze ook kweeken. Je moet
dan rupsen gaan zoeken van de koolwitjes op de
koolplanten, onverschillig van welke koolsoort,
Hoe meer je er daar afhaalt, des te breeder
wordt de glimlach van den tuinman, die da
kool verbouwt! In een jampotje of wijdmonds-
flesch afgekeurde Weckflesch! worden da
kruipers verpleegdmaar: zet die toestellen
dan onderste boven, liefst op een stukje karn
ton of blik of 'n oud schoteltje en dan met den
rand rustend op een-stuk of drie lucifers, want
de opening mag niet aan den grond raken.
Voor de luchtverversching is dit, zie je, en als
dat onderaan kan gebeuren, ls het daarom be
ter, wijl koolzuur zwaarder is dan luoht en
dus gemakkelijk tusschen de lucifers doorglipt,
snap je? Ook kunt ge dan dagelijks de zwarte
afvalletjes verwijderen, waarvan me eens een
ezel van een Jongen vroeg of dat nou de eieren
der rupsen waren! Doe er alle dagen een
stukje versch blad bij en laat het oude blad
er ook in, als er nog rupsen op zitten. Nooit
die er af trekkenl Zorg ook voor een paar
stokjes of latjes om den dieren gelegenheid
te geven tot verpoppen. Als ze daarmee begirt
nen, blijf dan naar dit groote wonder net zoo
lang kijken, tot ze ermee klaar zijn, zooieta
beleef je niet alle dagen. Zie ook, dat je waar
neemt hoe uit zoo'n pop een vlinder kruipt,
'n even wonderlijk en aangrijpend gebeuren,
dat vaak binnen het kwartier is afgeloopen.
Ten slotte: veel succes!
Wijk-bij-Duurstede, Dorestad! was in
de vroegere tijden, pi. m. 800, de eenige belang
rijke handelsplaats van ons land; de stad waa
beroemd tot in Zweden en Denemarken; zij
hief tol, sloeg haar eigen munt en er was een
belangrijke markt.
In 1568 voeren er 3600 schepen door de Sont,
waarvan alleen 2588 Nederlandsche; hiervan
behoorden er aan Hollandsche kooplieden 1823.
Van 16341637 vond de dwaze tulpenhandel
in ons land plaats; voor één bol betaalde men
van 1000.— tot 6.000.—!
In Gouda waren omstreeks 1515 148 bier
brouwerijen gevestigd; ln Delft 98.
Ömstfee'bs 1600 waren er 1200 harln^Ioggers;
jaarlijks werd voor 'n tien millioen gulden aan
deze visch door onze vaderlandsche visschers
gevangen. „Godt heeft met den Harlnck ende
toerustlnge van dien, Hollant voor alle werelt
tot een exemplaer (voorbeeld) van alle zijne
zegeninghen gestelt," oordeelde iemand in die
dagen.
Omstreeks 1700 telde ons land 'n 150 wal-
visch-vaarders. Er waren jaren, dat één schip
tien visschen ving, maar met vijf dezer „on-
noozele schepselen" was men óók al tevreden.
Deze week 'n fijn kunstje!
'k Zeg Je vooruit: 't valt niks mee, maar
lachen, lachendat zul je eens beleven!
Twee jongens Eduard en Niko hebben
elk een beker! Bij Niko zit er water dn, Eduard
z'n beker is leeg. Nu moet Niko probeereu om
het water uit zijn beker in het glas van Eduard
over te gieten. Daartoe nemen ze beiden hun
beker in <je linkerhand, knielen en heffen met
de rechterhand hun rechterbeenop, zóó hoog,
dat de knie niet meer op den grond steunt.
Kijk maar naar het plaatje.. Nu aan 't over
gieten! Valt niks mee, hè? Had je vast niet
gedacht!
Dankbaarheid openbaart zich op drie wijzen:
door een gevoel in 't hart, door een uitdrukking
ln woorden en door een wederkeerig geven.
De oplossingen behoeven niet te worden op
gezonden; er komt geen vermelding van in
de krant. Wie het wèl wil doen, hoe meer hoe
liever!
Adres: Jeugdredacteur. Kruisberg,
Doetinchem.