iM1 F ONZE ZEVENDE PRIJSVRAAG. DE LEGENDE HERDER VAN DE lui? Si ^JJV 21, t OpCj a Uitslag, verloting, brievenbus. RAADSELS. WIE NIET STEEK IS, MOET SLIM ZIJN, ('n Ouwe geschiedenis opnieuio verteld). VAN HEEM GEIMBEEET, DEN DAS! DE NATUUE IN! Over koolwitjes! UTT DE OUWE DOOS VOOR KUNSTENMAKERS. Oplossing rebus 26 Juli. i 1 'i iltfiBiaa i.;- j'N^i Ziezoo, het rad van avontuur kan weer begin nen! Er ls aardig werk Ingezonden en fouten zijn er zoo goed als niet gemaakt. Dit zomer- schoteltje ging er beter ln dan levertraan en schijnt naar méér te smaken. De teekenaar Is met vacantia op 't oogenblik, maar hij heeft me iets leuks beloofd voor den 9en Augustus! [Wat dat zal worden, Tc weet er niets van, hij trok alleen een heel gewichtig gezicht en zei, dat ie z*n best er weer eens op zou doen en dat er maar 'ns flink aangepakt moest worden! Nou, tijd hebben jullie bij de vleet, zoo midden ln de vacantie en lk heb hem namens allemaal *n duchtige deelname beloofd! Zorgt er nu voor, dat lk niet voor leelijkerd kom te staan en houdt *n uurtje over zoo tusschen 9 en 23 'Augustus ln; je weet het nu tijdig genoeg, hè? Vóór ffc het rad van avontuur aan zet, even 'n groet en 'n hartelijk welkom! tot alle ka meraden, die de Jeugd-bladzijde voortaan ook ln hun krant zullen aantreffen! slinders. Voor allemaal, is voortaan mijn adres: Aan den Jeugdredacteur. „De Kruisberg" Doetinchem. Afgesproken! Dan begin lk nu aan den uitslag van den zevenden jvedstrljd, Leo v. d. P., Nijmegen. „Op het eerste plaatje staat, Hoe het in het bad toe gaat! Bobbie zit heel stil te kijken, En Hans denkt: zou ik 'm knijpen? Maar dat kwam nu niet van pas, Hans was nu toch ln z'n sas!" En zoo gaat Leo door, vier coupletten! Leuk gedaan hoor! R. Bl„ Amsterdam (Centrum); goed werk- D. Verh., Babberich, je was nog goed op tijd en hebt de zaak leuk gekleurd; Ant. v. H„ Heemstede, drie van de vier raadsels zijn mee naar de drukkerij, het éérste stond me niet zóó goed aan; Zeurpletje, Maastricht, veel ple zier in het Schwarzwald en ik reken vast en zeker op een kaart, die heb 'k aan Zeurpletje bést verdiend, dunkt me; Hein K., Den Bosch, 'n mooie processie hadden jullie 13 Juli ln Den Bosch, Hein! Liep Je mee ln den stoet? 'k Was er óók; Wllh. Aim., t Castricum, je opstel was wel naar m'n hart en je teekenlng óók lang niet voor de poes! Zal me benieuwen wat m'n as sistent, de teekenaar, er van zegt; Fr. B., Ber gen op zoom, accoord; Jan Eekh., Delft, als voren; E. v. d. V„ Rotterdam, en hoe staat het met je overgaan naar de zesde klas? Hoor lk dat nog eens bij gelegenheid? Jan van L., Overveen, dik ln orde; Hans H, Breda, zóó mag lk het hooren, Hans! 'n Leuk opstel, 'n aardige teekenlng, ondanks dat vloeiende kran tenpapier; 't is voor mekaar, hoor! "Wat nu het rad van avontuur zal doen? Kees Sim., Rot terdam, Kees neemt teekenpapier ln plaats van kranten-dito! Had Hans óók moeten doen, was zijn werk beter tot zijn recht gekomen! Iets voor volgenden keer, Hans? Nee, Kees, m'n vacantie begint pas inOctober! Nelly V., Putte, heeft er een lollig lijstje van gemaakt met 'n fleurig strikje om op te hangen! Op zóó'n idee voor m'n kamer zou 'n jongen nu weer niet zoo grif komen, hè? Jacob v. d. L., Beemster, 't had heeft Bonzo véél goed gedaan en hem in 'n geduchten Pluto veranderd! Tiny is er 'n engeltje door geworden. Beiden logeeren bij den teekenaar; Wim Si., Utrecht, zelf getypt, WIm? Dan moest je mij maar eens 'n lesje komen geven in die vlotte kunst; Jak. G., Schie dam, komt voor mekaar. Koos; J. de Gr., Nij megen, tinten nog wat te bleek, hè? Maar het papier werkt ook niet mee, dat is zeker! Vol genden keer misschien op een apart velletje? Dat loont de moeite meer, snap Je? Aug. H„ Zevenaar, heeft het op rijm gezegd: Dat lijkt heerlijk hoor! denkt Bob. En hij steekt de ooren op! Kijkt naar 't kind, dat roept da, da! En lief lacht naar zijn mama! „Wat een drukte toch voor niets!" Denkt ons Bobble, „is dat iets?" „Lief Goudkindje!" zegt Mama! Bob denkt: „Doe lk 't hem eens na? Vinden ze mij ook wel eens lief? Noemen ze mij wel „Hartedief?" enz. S. de J., Soesterberg, heeft er een leuk ver- haaltje bij gemaakt, dat lk graag zou over nemenals er méér ruimte was! J. P., Schip luiden, mag zich het voorgaande óók voor ge zegd houden. We schrijven weer eens gauw een opstel-wedstrijd nlt, Jan, dan reken lk op Je! Annie B., Rotterdam: Mee naar den tee- kenaar! Jac. H., Vaassen; 'n Geslaagd opstel, Jaap! Voortaan papier slechts aan één kant beschrijven s. v. p., zal het afgedrukt worden, anders krijg lk op m'n kop van de drukkerij, snap Je! De drie javaantjes, Amsterdam; Zoo als we van hen gewoon zijn: af! Als jullie dezen kant uitkomen, vergeet m'n adres dan niet, hoor! De teekenaar wil ook met jullie kennis maken. Hij heeft nog een appeltje met jullie te schillen, beweert hij! Frans Suf:, Zut- phen: Hulde! Je hebt er zeer veel werk van gemaakt, Frans! Ga zoo voort! Fons v. D,, Waalwijk: 't Doet me plezier, Fons, dat je vol- houdt en dóórzet! En dan, je hebt 'n naam te verliezen, zie je! Wie weet word je nog eens 'n knappe kerksehilder? 'k Hoop het voor je! Cl. Cr., Dordrecht: Accoord! Kleur nog wat jvlak; H. te L., Amsterdam: Aardig gedaan, vooral voor je prille jaren! Th. K., Den Helder: •n Geslaagd opstel en 'n flinke hand van schrij ven! Hulde! M. M., Venlo: Ja, precies, Bonzo kwam zoo goed tot z'n recht, Mia! L. H., Heel: Leuk gekleurd en leuk verteld! Blij, dat jullie daarginds óók zulke taaie volhouders zijt! R. v. d. Br., Roosendaal: Op de kleur na, hetzelfde wèlgemeende compliment als voren; Jan K., Den Helder; Hulde! Ja, m'n jongen, die prij zen maken van die rare bokkesprongen, wie weet springen ze toch nog wel eens naar 't hooge Noorden! Jan v. G., Rotterdam: Woon je zóó dicht bij je krant, Jan? Als 't uitkomt, dat Wie het dichtste hij het vuur zit, zich het beste warmt, dan kan 'n prijs je niet ontgaan! Opstel goed! Jo Tr., Maastricht: Accoord! Hubertus B„ Eindhoven; Mops, Nijmegen: Maak je al vorderingen in je lievelings-auteur, Mops? Joh. B„ Rotterdam: Brief ontvangen.? B. Sch., Rot terdam: Lijnteekening niet onaardigedoch, het verband met Bonzo raakte toch wat zoek, Ben! Theo Th., Berg: Gefeliciteerd met je her stel! Nu nooit meer ziek worden, Theo! Ja, dien naam „gieteling" kende ik; J. J. P., Box ineer: Kleur wat uitgevloeid door het dunne papier! Henk Kr., Rotterdam: Raadsels wel leuk. Naar drukkerij! 't Was alles wèl wat veel yoor 1% cent, Henk, vond de Post! Hindert niet, je werk was 'n extratje waard! Gerard P., Den Haag: Teekenlng geslaagd, beoordeeling blijft in „hooger hand!" Misschien „verstrik" je 'n prijsje! Van harte gegund! M. Nel., Oirlo: Jammer van die krant! Nazenden gaat slecht voor mij en ook, de termijn is gesloten voor de prijsvraag! Volgenden keer heter, hè? J. Aus., Rotterdam; H. B., Zutphen; Cec. Verw., Rot terdam; Tiny v. G., Breda: Alles in allen" een keurige inzending, die mij veel plezier bezorgd beeft! M'n brief heb je wel ontvangen of was je toen nog in Brunssum? Jacq. B., Utrecht: Opstel goed naar vorm en Inhoud. De straf maatregelvond ik wel wat èrg streng, Jacques! Arme Bonzo! Th. Eb., Maastricht: Keurig verzorgde inzending; I. B., H. en G., Arnhem: Konden jullie met z'n drieën nog niet 'n opstelletje voor elkaar krijgen? Of hebben jullie al je krachten aan het kleuren besteed? Dat moet je me volgenden keer maar eens be richten, hè? Groet! E. K., Leiden: De twee woorden die je achter op het adres hebt door geschrapt, komen hopelijk later zélf voor je naam, hè Els? Wie weet? H. v. d. Cr., Veghel: Je werk is voor je leeftijd flink genoeg, m'n jongen, en dat komt allemaal terecht, dat kleu ren ook! Dat haal je van den winter wel op, hè? Henk en J. Dav., Den Haag: Jullie hebt den baby frlssche koontjes gegeven, hoor! Zien Jullie er zelf ook zoo rooskleurig uit? An. H., Rotterdam: Voortaan papier s.v.p. aan één kant beschrijven, kameraad! Anders kan ik je op stel, al is het nog zoo leuk, en het jouwe mag er zijn! niet laten afdrukken! Theo v. O., Utecht: Kort en bondig, heeft Theo gedacht! Lang niet kwaad, hoor! W. W., Delft: Bij 'n komenden opstelwedstrijd kom jij vast niet achteraan, Wim! A. R., Schlebroek; J. v. R.; Kitty P.; M. Sch., Oisterwijk: 'k Heb het den teekenaar onder 't oog gebracht, Kitty, maar hij monkelde alleen wat in z'n baard! Afwachten dus! Je opstel komt op de weegschaal en dan maar afwachten hoeveel gewicht het haalt! Je vrien dinnen mijn beste groeten ook; Th. v. H., Leeu warden: Keurig ln het brons gezet, Thea! Mee naar den teekenaar!,George V., Rotterdam, wordt van harte gelukgewenscht met zijn toe lating tot onze R. K. H.B.S. aan den Beukels- dijk. Véél succes met de studie, George! 't Zal wel gaan, niet? Eugène R., Heemstede: Inder daad, 't kindje wordt wel wat erg verw d naar Bonzo z'n zin! Maar wie weet, Géne, vit ons gebeurd is toen we nog zulke ukkies waren? Bernard St., Den Haag; M. v. N„ Valkenburg: Fred Thomson: Opstel gaat mee naar de weegschaal, Fred! Ben benieuwd! Jan T., Maas tricht: Nee, Sjeng, je was niet te laat en ik ben heel content met je Inzending! Blijf nu ook meedoen, hè? T. de R., Rotterdam: Nog familie van den admiraal, kameraad? Aan de flinke lijnen ln je opstel zou lk haast gelooven van ja! J. R., Bennebroek; M. K., Rotterdam: Op stel wat kort! Maar daarom niet buiten mede dinging voor plaatsing! E. v. T., Heerlen; Jozef A., Venlo: Wel wat erg bont gekleurd, Joep! Voortaan een tikje rustiger kleuren, hè? Dan komt 't dik in orde! Jan M., Rotterdam; Jan L„ Steijl; Albert D„ Nijmegen; A. J. St., Am sterdam; Rein V., Eindhoven: Oók al zoo feil loos getypt! D. v. N., Schagen: Je zit wèl een eind van het vredige Nuland af, m'n Jongen! Maur. M., Breda: Aardig ingedeeld! Ietwat bont; M. T., Nuland; Theo v. W„ Wateringen; Aart v. T., Eist: Duchtig aan de kersen ge weest natuurlijk en géén tijd gehad om te kleu ren! M. Br., Rotterdam: Was Bonzo zóó kwa- lijn nemend, dat hij nooit meer terug kwam? Niks aardig, 't was zoo'n aarige verschijning in de teekenwereld! Leo v. D., Den Haag: Ja, Bobo achterna, Leo, en toen kwam juist 't nare voor Bobo! I. N., Hoorn: 'n Wèl ge slaagd opstel, Ina! Wat zal de weegschaal er van zeggen? Witkop, Haarlem: De teekenlng van onze St. Baaf staat er kranig genoeg bij, Fer, maar: we hebben er al zooveel van in de krant gehad, zie je, en nu weet lk heuscb niet, of 't nog wel een verrassing voor de anderen zou zijn, en daarom houd ik de plaat liever nog wat ln portefeuille. Mag ik? M. K., Rotterdam: Veel plezier in de nieuwe woning! S. G., Am sterdam: Netjes! F. Deb., Rotterdam: Vermoe delijk aan het verkeerde adres verzonden; B. v. B„ VugbtMaar Bets, dacht je nou, dat 'k 'n Betsy voor 'n jongen zou houden? Bewaar me, nee! Je maakt anders een aardig opstelle tje, hoor! Lang niet mis! J. de P., Tilburg: Kranig gedaan! Henk Kr., Rotterdam. Na een schifting hebben de beide beoordee laars van de opstellen gekozen uit de langst overgehouden inzendingen van: Joh. B., Rotterdam; L. H., Heel; Th. K., Den Helder; Tiny v. G., Breda (Berijmde op lossing); Kitty P., Oisterwijk; Ina N, Hoorn. De overige inzendingen vielen eerder af. Na loting onder deze zes inzenders viel een prijs ten deel aan I. N., 14 Johan Messchaert- straat, Hoorn. VERLOTING: le prijs: Leo v. d. P., Straalmanstraat 32, Nijmegen; 2e prijs: Mien A., Rijksstraatweg 200, Castricum; 3e prijs: S. de J., Rademaker- straat 5. Soesterberg; 4e prijs: Jan v. G., Gr. Markt 37, Rotterdam; Troostprijs: D. Verh., Mari-hoeve, Babberich. UITSLAG TEEKENWEDSTRIJD: Uitvoering Kleur Teekenlng Totaal Alt. v. D. 9 9 9 27 Frans Sm. 9 9 927 De drie Javaantjes 8% 9 SYz 26 Kees Sm. 7 8 9 24 Jak. H. 8—9 Nelly V. 9 8— Hans H. 8 8 A. Ber. 8 8 Zeer eervol vermeld W. Adam, Castricum; Jakob v. d. L., Beemster; B. Sch., Tiny v. G. Eervol vermeld Tb. v. H., Leeuwarden. De overige Inzendingen konden het niet tot een aparte vermel-dlng brengen. Ook hier zal door meerdere oefening eindelijk en bij som migen al heel gauw de kunst verkregen moeten worden Met de prijzen gingen strijken Alf. v. D., mr. v. Coothstraat 22, Waalwijk; Frans Sm., Praebsterkamp 3, Zutphen. 1. Wat zette Adam 't eerste in het Paradijs? 2. Welk dier is altijd thuis? 3. Waarom kraait de haan met z'n oogen dicht? Inzender: Ant. v. H. Heemstede. 4. Mijn le deel krijgt vaak 'n klap. Mijn 2e deel is de vijfde letter van het abc, en mijn 3e is 'n muzieknoot. Mijn geheel 'n beroemde stad in Spanje. 5. Mijn geheel is een jongensnaam. Verwissel twee medeklinkers en vervang ze door andere. Zet er 'n muzieknoot vóór! Het nieuwe woord is een groot wonder! Inzender H. Kr. R'dam. Oplossing niet schriftelijk; antwoorden vol genden keer. Ergens in een dorp woonde 'n schaapherder, wiens vrome dochtertje hem hielp de beesten te hoeden. Wanneer zij even weg kon, bad zij het liefst in een verlaten kerk, waar een beeld der Heilige Maagd stond, „seer armeliken ghecleet ende versciert." Zij was zelf zóó arm, dat aij Jezus' lieve Moeder geen andere klee ding schenken kon en dat speet haar genoeg, maar zij nam zich voor Maria te versieren met haar gebeden en goede daden, zóó schoon, dat 'n koningin er blij mee geweest zou zijn. Op zekeren dag kon ze de „verwoeste kerke"' niet meer bezoeken, want ze werd ziek. Het was juist, toen twee, monniken door het bo3ch gingen om daar te overnachten. Eensklaps werd hun oog geboeid door een schoone processie, die o zoo stil voorbij trok; er waren maagden, gekleed in gestreepte gewaden, maagden ln het wit der Engelen, maagden in het rood der martelaren óók. Maar het mooist van allen was wel een stralende „Joncfrou", omstrengeld door roode rozen en op heur hoofd 'n schoone krans, alsof zij zóó uit het Paradijs kwam! „Ik ben Maria, de Moeder Gods," luidde haar woord tot de broeders, „die niemand verstoot, die mij aanroept." Nog zeide zij, hoe haar weg voerde naar een jong meisje, dat z!J onder haar diena ressen wilde opnemen. De beide monniken deden in het naaste dorp navraag naar die jonge maagd, maar niemand wist daar op te antwoorden. Eerst na lang zoeken wees iemand hun den schamelen hut, waar ze woonde, en op sterven lag. Toen tie „dienstmaecht die onse lieve vrouwe minde" de geestelijken zag binnenkomen, zeide ze: „Broeders, doet uw „covelen" (mantelkap pen) af en bidt tot God, dat Hij u te zien geve het schoone gezelschap, dat hier vergaderd is." Zij vielen neer op hun knieën, deden hun kap pen omlaag en zagen alle heilige jonkvrouwen welke zij onderweg waren tegen gekomen en véél Engelen bij haar. Ook de heilige Maagd Maria, de schoonste van allen, 'n rozenkrans in de hand en allen begonnen heel lieflijk te zin gen, toen ze de zuivere ziel van het herderin netje tot zich namen. De heilige Moeder des Heeren zette haar den krans op het hoofd en zóó werd ze met zoet gezang en met groote vreugde en blijdschap het eeuwig leven binnen geleid. (Uit de Middeleeuwen.) Broedersdoet uw kappen af en bidt tot God, dat Hij U te zien geve het schoone gezelschap, dat hier vergaderd is." Jaap ging met z'n hondenwagen Eiken dag maar weer naar stad; Nu eens om er iets te brengen, Dan weer om te halen wat. Hekkie liep steeds in galop, Voor koets met baas er boven op! Op 'n keer dat Jaap van 't stadje "Weer naar huls terug zou gaan, Met pak en zak en kist met vleesch En 'n mandje met 'n haan. Laadde hij zichzelf óók in, En de tocht nam een begin. f v—--a Hekkie ving flink aan te trekken, Rende weg met grooten spoed, Holde langs de buitenwegen En Meld steeds maar goeden moed' Tot, opeens!hij koppig staan bleef, Hoe zijn baas hem ook bekeef Japie sprak met zoete woorden „Kom, m'n beestje, kom, vooruit! Loop nu door, wil nu toch luist'ren Naar jouw baasje, kom toch guit!" Maar hoe schoon ook Japie praat, 't Helpt geen ziertje, Hekkiestódt! ("Wordt yeryolgd.)[ Vorige week beloofde ik jullie eens een boom over den das te zullen opzetten, herinner je je nog wel Belofte maakt schuld en dus ziehier Grimbeert, de das, behoort tot de marter achtige roofdieren. Van kop tot teen ls hij 0,751 M. lang, de staart is 15 c.M. Heele korte pootjes doen hem veel kleiner schijnen dan hij in werkelijkheid ls. Zijn pelsjas ls bedekt met lange, borstelachtige haren van vuilwitte, hier en daar met zwart doorschoten tint. De onder zijde is donkerder en de pooten zijn zwart. Ter weerszijden van den kop tot aan 't midden der zijkanten van den hals loopt een zwarte streep, welke oogen en ooren Insluit. Het dassenhaar is wèl gezocht, men maakt er borstels van en schilderskwasten; misschien zeept je vader zich vóór 't scheren ooit ln met 'n -kwast van echt dassenhaar niet goed koop, hoor De wintervacht is zeer sterk en waterdicht, zoodat men er fijne weitasschen, voetzakken enz. van vervaardigt. De soldaten ransels waren vroeger voorzien van 'n sluiting uit dassen huid. Zien doet 'n das al heel slecht, maar ruiken en hooren zooveel te heter. Wil men heer Grim beert besluipen, dan is 't zaak om tegen den wind in te gaan en voetje voor voetje te loo- pen, terwijl zelfs niet gefluisterd mag worden, anders is alle moeite voor niets geweest. Veel dassen vindt men in ons land niet meer. Zuid Limburg heeft er nog wel en hier en daar hij ons in den achterhoek komt hij voor. Behalve 't haar werd ook het vet van den das gebruikt. Vroeger verwerkten de buismoe ders het tot zeep, terwijl de apothekers er 'n zalfje uit klaar maakten. Soms draagt Grlm- heert 'n dikke laag van dit goedje mee; men zegt immers wel: „zoo vet als 'n das Maar dit gaat eigenlijk alleen maar op vlak voor den winter, dan zijn er exemplaren, die op 'n ge wicht van 'n vijftien Kilo 'n 3 4 Kilo vet mee sjouwen. Doch kom nu eens in 't voorjaar Dan is er geen vette das meer te vinden, want den heelen winter door slaapt onze vrind in zijn hol wrang en teert dan letterlijk op z'n vet-voorraad. Alleen in heel zachte winters gaat hij er op sommige dagen nog wel eens op uit om zijn maag 'n extra-tje te gunnen. Er wordt wel beweerd, dat dassenvet ook voor menschelijk gebruik geschikt is, maar ik kan me zoo voorstellen, dat er niet veel lui happig op zijn Eens zoo vertelt een Duitsch boek werd een jachtgezelschap door den gastheer onthaald op ln vet gebakkei koeken. Een der gasten smulde daar eens lekker van en bad er juist wéér een te pakken, toen hem verteld'werd, dat ze in dassenvet waren gebak ken. Bah nee, toen legde onze jagersman zijn eerst zoo smakkelijke koeken terzij en zette er geen tand meer in Ons dassenpaar vliedt het licht en richt zich een villa onder den grond in, graaft een salon, waarop vrij veel gangen uitloopen, sommige ervan zijn direct te herkennen als toegangswe gen naar Grimbeerts hof: glad getreden, en met niet begroeide randen, terwijl de gangen, die dienst doen als luchtkanalen en „nood-deuren" ruw en van 'n grasrandje voorzien zijn. Be kijkt men de omgeving van zoo'n dassen-huis goed, en kiest men de juiste paadjes, dan kan het op 'n maanlichten avond wel gebeuren, dat je je sinjeur te zien krijgt. Maar dan ook zóó stil zijn, dat je de veldmuisjes tusschen het gras kunt hooren schuifelen'n Heel inte ressante opnameDe bodem van het hol wordt bedekt door een tapijt van mos en dorrend blad. Dit materiaal sleept Grimbeert hij elkaar voor den Ingang van zijn hol, zet er dan zijn kop en borst tegen en duwt 't zoo naar binnen en bene den. 'n Bewoonde wrang kun je dan ook kennen aan 't blad en mos, dat aan de zijkanten van de gangen is blijven hangen. Dit voorjaar werd ons het hol van 'n das aangewezen, 't Buitenkansje, dat we niet graag misten. Wij er op af Overdag werd de omge ving verkend, aan den ingang vonden we de voetindrukken prenteuvan Papa en ]\ffliTwaL <003 ^Qnrnfl,y-on gaqp-la 1 Heer Grimbeert, de das. Van de jongelui derhalve Die spelen zes weken lang 's nachts buiten het ouderlijk huis, die nachtbraker Op 'n goeien avond gingen we erheen. Aan slaap denk je onder zulke om standigheden heelemaal niet. Héél zachtjes na derden we Grimbeert's burcht en toen was 't: mondje dicht, stil zitten en oogen den kost ge ven Bewoging ln 't hout, geritsel mis 'n Konijntje Aardig, maar niet je dkt Ge duld. Dóór komt wat jonge dasjes, een, twee, drie, zoowaar vier, véél lichter getint dan hun ouders. Wat 'n voorrecht zoo'n knus natuur-tooneeltje te mogen gade slaan 't Volgend jaar, hij ge zondheid, ben ik wis en zeker weer van de partij Dat we hopen mogen ze in dezelfde buurt terug te vinden is vast, want de dieren worden door den eigenaar van het bosch be schermd. Pijnlijk zindelijk ls vrind GrimbeertGedu rende den winterslaap is er heelemaal geen afval en 's zomers wordt alles verborgen in 'n kuiltje en toegedekt met 'n hoopje blad Net heid moet er wezen, óók in 't bosch Nam hij nu maar genoegen met paddestoe len, ©lakken, vlinderpoppen of wortels, dan kon men hem geen verwijt maken van straat schenderij, maar van 'n fazantje of patrijs of 'n lekkere eierstruif is hij óók niet vies en de jon gens moeten daarom niets van sinjeur hebben, die hebben er echt ,,'n das" aan Graven hem uit en pakken hem vast met dassen-tangen, zet ten klemmen of laten zich bijstaan door hon den en geweer, 't Zijn vast geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken, ze verwe ren zich met klauwen en tanden en hebben menlgen hond geducht toegetakeld i Koolwitjes vliegen er nu zat en ln allerlei vormen. Wie er met 'n vlindernetje op uit gaat om ze te vangen, komt na 'n paar „slagen" tien tegen één tot het inzicht, dat het ééne koolwitje het andere nog niet ls! Misschien zijn er onder jullie buit drie, als je boft wel vier soorten! Juister zou het zijn maar gewoon over „Witjes" te babbelen, maar ik wou het nu eigenlijk eens bijzonder over de kool-witjes hebben en dus: laat ik mijn titel maar onver anderd staan! 'k Ga jullie eerst 'n stuk of zeven verschil lende witjes beschrijven; en dan zijn dat net vier soorten! Hoe kan dat? Even geduld, 't komt dik voor mekaar! Daar heb je dan allereerst het gewone Kool witje, dat rondvlindert in twee vormen: één voor de heeren, één voor de dames, verschillend van teekenlng. De dames dragen de meeste zwarte vlekken op elk der vóór-v'.eugels. Dat heb je niet vaak, dat het' zwakke geslacht méér sieraden draagt dan het sterke. Gemeenlijk is het vlinder-mode, dat de heeren véél fraaier uitgedost zijn dan de dames of dat ze er net eender uitzien, wat óók gebeurt! Oók bij de witjes, zal je straks wel zien. Dit vlindertje A en B komt niet zoo dikwijls voor als het Kleine Koolwitje of Knol- lenwitje, maar ze worden nog al eens met el kaar verward. Let daarom goed op en kijk naar onze prentjes: Bij de Groote Koolwitjes loopt de zwarte stip aan de punt van den voorvleugel door tot ongeveer de helft van den breedterand, doch bij de knollenwitjes lang zoo ver niet. Het door ons nageschetste vlindertje C ls weer een dame: de heeren hebben de zwarte stippen aan het midden der voor vleugels niet. Het kan ook gebeuren, dat je in je netje witjes snapt, welke aan den onderkant der vleugels een duidelijke ader-teekening vertoo- nen en een helder gele tint. Dan heb je het Klein Geaderd Witje te pakken D on je kunt nu zelf uitmaken of je met meneer IC G. W. of met mevrouw te doen hebt!. Een klein geaderd witje roept vanzelf de gedachte op aan 'n gróót geaderd dito en dat zie je op figuur E, maar in het Noorden en Westen van ons land heb je géén kans er zoo een te verrassen, dan moet je bij mij in de buurt komen logeeren ofnaar het zoele Zuiden trekken! Dames en heeren lijken hier zoo sprekend op elkaar, dat ik daarover maar niets vertel! Maar je hebt nu wèl gesnapt, dat de zeven genoemde vormen slechts van vier soorten zijn? Al deze witjes zijn dagvlinders, die het 't fijnste vinden, als het zonnetje lekker schljntl] Nou, daarin staan ze zeker niet alléén! 't Naloopen en vangen van ze is net 'n fijn karweitje voor vacantiedagen. Oppassen, dat je de teere diertjes niet beschadigt en in elk geval weer laat vliegen, dit spreekt! Ruwheid in de natuur is haast zooiets als 'n vloek! Vanr morgen nog schopte 'n Jongen uit m'n klaS links en rechts de vllegenzwammen om, die hij dit vochtige weer verrassend vlug omhoog schieten, 'k Zal je maar niet vertellen hoe: dat voor 'm afliep, maar de schitterend-roode herfstbloemen blijven morgen ongedeerd, dat verzeker ik je! Er zij nog veel meer dagvlindersoorten ln ons land, wel 'n tachtig: citroentjes, dagpauwoogen, atalanta's, vossen, zandoogjes, blauwtjes, je kent ze wel? Wie er meer van weten wil, mag aan vader om het boekje „Onze Dagvlinders" vragen minder dan twee kwartjes uitgave:] Noorduyn en Zn., Gorinchem, waaruit onze teekeningen met verlof van den schrijver zijn overgenomen. Er staan 'n goeie vijftig van dit soort duidelijke prentjes in. "Vlinders hoef je, om ze te krijgen, niet altijd na te hollen, je kunt ze ook kweeken. Je moet dan rupsen gaan zoeken van de koolwitjes op de koolplanten, onverschillig van welke koolsoort, Hoe meer je er daar afhaalt, des te breeder wordt de glimlach van den tuinman, die da kool verbouwt! In een jampotje of wijdmonds- flesch afgekeurde Weckflesch! worden da kruipers verpleegdmaar: zet die toestellen dan onderste boven, liefst op een stukje karn ton of blik of 'n oud schoteltje en dan met den rand rustend op een-stuk of drie lucifers, want de opening mag niet aan den grond raken. Voor de luchtverversching is dit, zie je, en als dat onderaan kan gebeuren, ls het daarom be ter, wijl koolzuur zwaarder is dan luoht en dus gemakkelijk tusschen de lucifers doorglipt, snap je? Ook kunt ge dan dagelijks de zwarte afvalletjes verwijderen, waarvan me eens een ezel van een Jongen vroeg of dat nou de eieren der rupsen waren! Doe er alle dagen een stukje versch blad bij en laat het oude blad er ook in, als er nog rupsen op zitten. Nooit die er af trekkenl Zorg ook voor een paar stokjes of latjes om den dieren gelegenheid te geven tot verpoppen. Als ze daarmee begirt nen, blijf dan naar dit groote wonder net zoo lang kijken, tot ze ermee klaar zijn, zooieta beleef je niet alle dagen. Zie ook, dat je waar neemt hoe uit zoo'n pop een vlinder kruipt, 'n even wonderlijk en aangrijpend gebeuren, dat vaak binnen het kwartier is afgeloopen. Ten slotte: veel succes! Wijk-bij-Duurstede, Dorestad! was in de vroegere tijden, pi. m. 800, de eenige belang rijke handelsplaats van ons land; de stad waa beroemd tot in Zweden en Denemarken; zij hief tol, sloeg haar eigen munt en er was een belangrijke markt. In 1568 voeren er 3600 schepen door de Sont, waarvan alleen 2588 Nederlandsche; hiervan behoorden er aan Hollandsche kooplieden 1823. Van 16341637 vond de dwaze tulpenhandel in ons land plaats; voor één bol betaalde men van 1000.— tot 6.000.—! In Gouda waren omstreeks 1515 148 bier brouwerijen gevestigd; ln Delft 98. Ömstfee'bs 1600 waren er 1200 harln^Ioggers; jaarlijks werd voor 'n tien millioen gulden aan deze visch door onze vaderlandsche visschers gevangen. „Godt heeft met den Harlnck ende toerustlnge van dien, Hollant voor alle werelt tot een exemplaer (voorbeeld) van alle zijne zegeninghen gestelt," oordeelde iemand in die dagen. Omstreeks 1700 telde ons land 'n 150 wal- visch-vaarders. Er waren jaren, dat één schip tien visschen ving, maar met vijf dezer „on- noozele schepselen" was men óók al tevreden. Deze week 'n fijn kunstje! 'k Zeg Je vooruit: 't valt niks mee, maar lachen, lachendat zul je eens beleven! Twee jongens Eduard en Niko hebben elk een beker! Bij Niko zit er water dn, Eduard z'n beker is leeg. Nu moet Niko probeereu om het water uit zijn beker in het glas van Eduard over te gieten. Daartoe nemen ze beiden hun beker in <je linkerhand, knielen en heffen met de rechterhand hun rechterbeenop, zóó hoog, dat de knie niet meer op den grond steunt. Kijk maar naar het plaatje.. Nu aan 't over gieten! Valt niks mee, hè? Had je vast niet gedacht! Dankbaarheid openbaart zich op drie wijzen: door een gevoel in 't hart, door een uitdrukking ln woorden en door een wederkeerig geven. De oplossingen behoeven niet te worden op gezonden; er komt geen vermelding van in de krant. Wie het wèl wil doen, hoe meer hoe liever! Adres: Jeugdredacteur. Kruisberg, Doetinchem.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10