FEUILLETON
Af i IOLA.
Zeeschuimers en vrijbuiters
Als het onweert
DONDERDAG 7 AUGUSTUS 1930
HONGARIJE'S JUBELJAAR
DE WERELDTENTOONSTELLING
VAN LUIK
ONZE WEEK IN BELGIE
MOORD OP EEN ASSISTENT
ZIJN VROUW VERMOORD
TOT 15 JAAR GEVANGENISSTRAF
VEROORDEELD
NA DEN MOORD OP DEN HEER
DE RUITER
BESMETTELIJKE ZIEKTEN
KAPITEINS, DIE NIET* TOT DE ARISTOCRATIE BEHOORDEN
MEDE DOOR DE HOOGE TARIEFMUREN, die de Vereenigde Staten omgeven, liggen meer
dan duizend handelsschepen in de Amerikaanse he havens verankerd. Men vermoedt dat ze
„voor eon appel en een ei" verkocht zullen worden.
Deelneming uit Nederland
In verband met verschillende aanvragen zij
alsnog medegedeeld, dat men zich in zake deel
neming aan den tocht naar de St. Emmerichs
feesten te Boedapest moet wenden tot den
Administrateur eter Ver. tot Samenstelling
van Nederl Bedevaarten, den heer H. W. J.
Doorn, Jul. v. Stolberglaan 209, Den Haag.
Koning Albert bezoekt het 'Nederlandsche
paviljoen
Bij een nieuw bezoek aan de wereldtentoon
stelling van Luik, .heeft Z. M. Koning Albert
thans ook een bezoek gebracht aan het Neder
landsche paviljoen.
Met belangstelling aanboorde Z. M. den uit
leg, die door den heer Regcut over de Maas
kanalisatie in Nederland werd gegeven. Daarna
legde Z. M. veel interesse aan den dag voor de
afdeeling der kolenmijnen in Nederland.
De Koning bezichtigde vervolgens de ver
schillende stands.
Diner op de tdhtoonstelling
Dinsdagavond' bood hot Belgisch tentoonstel-
lingscomité in het groote restaurant op de ex
positie een schitterenden maaltijd aan ter ge
legenheid van de Nederlandsche week.
De zaal was versierd met Nederlandsche en
Belgische vlaggen.
Bij de champagne wijdde de heer Martougin
een dronk aan H. M. de Koningin, terwijl rid
der Huyssen van Kattendijke een dronk instel
de op den koning en het Belgische vorsten
huis.
Er werden geen redevoeringen gehouden op
dit prachtig feestmaal.
DOODSLAG TE BRUNSSUM
Het cassatieberoep voor den Hooge Raad
De Hooge Raad behandelde een cassatiebe
roep van P. J. D., die in hooger beroep door
het gerechtshof te 's-Hertogenbosch is veroor
deeld tot 5 jaren gevangenisstraf wegens dood
slag op J. Sillen aldaar op wien hij met een
jachtgeweer had geschoten en dien hij zoo
danig trof, dat het slachtoffer eenige oogen-
blikken later overleed.
De advocaat-generaal, mr. v. Lier, conclu
deerde tot herroeping van het beroep arrest
12 Augustus.
EXAMEN KRANKZINNIGENVERPLEGING
Bü het op 4 en 5 Augustus in de St. Josepfa-
Stichting te Apeldoorn gehouden Staatsexamen
voor het diploma B (verpleging van krankzin
nige en geestes-zieken) slaagden de navolgende
Eerw. broeders en verplegers: broeder Joannes
(A. Th. C. van Belkom)broeder Stanislaus G.
A Kroeze); Ladislaus (M. Vereijken); broeder
Cecilius (A. Fr. A. Venmans)verpleger P. A.
van Veghel; verpleger H. W. Bremer; verple
ger A. G. A. Cloudemans; verpleger P. M Kra-
nenbroek. Alsmede een Eerwaarde Zuster van
Huize Boldershof te Druten.
Beklaagde voor den Landraad
„NOOIT TEVOREN LAST MET MENEER
GEHAD"
TEBÏNCTINGGI 5 Augustus. (ANETA). De
Landraad te Tebingtinggi ving de behandeling
aan van de zaak tegen den moordenaar van
den zesentwintigjarigen assistent der onderne
ming Lima Poeioeh, gelegen in de onderaïdee-
ling Asahan, gouvernement Oostkust van Su
matra, toebehoorende aan de te Parijs geves
tigde Compagnie des Caoutchoucs de Padang,
den Rus Boris Dynine.
Beklaagde Djasman verklaart, dat de heer
Dynine hem, naar aanleiding van het feit, dat
hij te laat op het werk kwam, uitschold, ter
wijl de assistent hem tevens twee stompen in
den rug toediende, wat een kameraad van be
klaagde zou hebben gezien. Hierop was be
klaagde dadelijk „panas hati" (driftig) gewor
den en had hij zich voorgenomen den heer
Dynine een en ander met zijn parang (hakmes)
betaald te zetten.
Beklaagde ging den volgenden morgen tien
uur naar het latexhuisje, waar de latex werd
afgegeven en is toen plotseling naar binnen
gerend, waarna hij den heer Dynine, die met
den rug naar beklaagde gezeten was, een steek
in de zijde toedoende. Een tweed® steek
schampte op een riem af.
Beklaagde zegt „silap" (begoocheld) te zijn
geweest waardoor hij de daad bedreven heeft.
Thans heeft hij berouw. Het schelden vond bij
erger dan het stompen.
Beklaagde zegt dat de heer Dynine over het
algemeen goed optrad. Hij had nooit te voren
last met meneer gehad evenmin als de andere
koelies,
BATAVIA 5 Augustus. (ANETA-. De Raad
van Justitie te Batavia veroordeelde W. A. E.
F., die In Maart 1929 In het kantoor van den
Dienst der Volksgezondheid zijn vroegere ech-t-
genoote, Mevrouw Alting Siberg, vermoordde,
tot vijftien jaar gevangenisstraf onder aftrek
van den tijd doorgebracht in preventieve hech
tenis. De eisch van het O. M. luidde achttien
jaar gevangenisstraf.
DE DADER TOT DOODSTRAF
VEROORDEELD
MEDAN 5 Augustus. (ANETA). De Korapa-
tan Besar (inheemsche rechtbank) te Kaband-
jahe, afdeeling Simeloengoen en de Karolan-
den, gouvernement Oostkust van Sumatra, ver
oordeelde Sekan, den moordenaar van den de-
tachementscommandant der veldpolitie aldaar,
den beer de Ruiter, wegens moord met voor
bedachten rade tot de doodstraf.
LANDBOUWER GEDOOD
Gisterenmiddag woedde boven Woensdrecht
een zwaar onweer. Verschillende woningen
hadden het te ontgelden, waaraan beduidend
veel materieels schade werd aangericht.
De landbouwer J. Kuijlen, die voor het nood
weer wilde gaan schuilen, werd door den blik
sem getroffen en gedood. Ook een kindje van
zekeren Bolders werd getroffen, doch geluk,
kig niet doodelijk.
BOERDERIJ AFGEBRAND
Gisterenmiddag is tijdens een onweer, dat
boven Hoogeveen en omliggende plaatsen
woedde, de bliksem geslagen in de boerderij
van A. Kist in het plaatsje Krakeel.
De boerderij brandde tot den grond toe af.
Niats kon gered worden en niets was ver
zekerd.
LOODS IN VLAMMEN
Te Oostburg sloeg gisterenmiddag de blik
sem In de schuur van A. de Smit. Een groote
hoeveelheid hooi en stroo werd een prooi der
vlammen. Twee paarden kwamen in het vuur
om.
HOTEL DOOR DEN BLIKSEM
GETROFFEN
Gistermiddag werd Nijmegen en omgeving
gedurig opgeschrikt door korte maar felle
onweersbuien. Bij een van deze sloeg de blik
sem in het achtergedeelte van hotel Spijker te
Beek. Het achterhuis stond spoedig in lichte
laaie, doch de brandweer, die het vuur met
twee stralen bestreed, wist den brand tot dit
gedeelte van het hotel te beperken. Verzekering
dekt de schade.
DE BRAND OP DE SUMATRA
Een commissie van onderzoek ingesteld
BATAVIA 5 Augustus. (ANETA). Naar wij
vernemen is een commissie benoemd, welke
een onderzoek zal instellen naar den brand aan
boord van den kruiser „Sumatra", welke plaats
vond in den nacht van 26 op 27 Juli j.I.
Het onderzoek zal vermoedelijk in den loop
van Augustus .beëindigd kunnen worden. Voor
dien is do schade, zelfs bij benadering, niet
vast te stellen.
AARDAPPELZIEKTE
In het etmaal van 3 op 4 Augustus zijn in
Friesland en wellicht in Zeeland de weersom
standigheden gunstig geweest voor het optre
den van aardappelziekte. In het etmaal van
4 op 5 Augustus zijn in het midden van het
land dezelfde omstandigheden voorgekomen be
houdens iets geringe bewolking.
DEN SPAARPOT OPGEMAAKT.
De Helmoudsche kellnor H. M., die verleden
week Vrijdag met den Inhoud van een spaarkas
de wijk nam, heeft zich gisterenmorgen bij de
polite te Helmond aangemeld. Van het bedrag
van 800 is niets meer over.
Roodvonk nog aan de spits
Vorige week (van 27 Juli tot 2 Augustus)
werden als gevallen van besmettelijke ziekten
aangegeven: 220 roodvonkgevaiien, 115 van
diptherie, 38 van kinderverlamming en 26 van
typhus.
Van de roodvonkgevaiien kwamen er 38 te
Rotterdam, 34 te Amsterdam, 14 te Utrecht en
8 te Leiden en te 's-Gravenhage voor.
Diphtherie werd o.m. geconstateerd te Rot
terdam (25 gevallen), Amsterdam (7) en
Grijpslierk (7).
Gevallen van kinderverlamming deden zich
o.a. voor te Amsterdam (3), Zeist (2), Rotter
dam (2), Vlaardingen (2) en Rheden (2).
Van de typhusgevallen kwam er 5 te Heer
len, 3 te Rotterdam, en 2 te Eindhoven en te
Nibbixwoud voor.
Door de' koepokinrichtingen te Amsterdam,
Rotterdam en Groningen werd entstof afgele
verd resp. voor 1245, 111 en 5 personen.
Gevallen van encephalitis na inenting werden
er niet geconstateerd.
NEDERLANDSCHE PELGRIMS TE
LOURDES.
Naar men ons uit Lourdes seint, is aldaar
gisteren aangekomen de Nederlandsche bede
vaart, welke staat onder leiding van pastoor
Olir. Venbunt uit Rijsbergen.
ONDERWIJSFONDS VAN DE
BINNENVAART
Dinsdagochtend vertrok de Prins Hendrik
uit Nijmegen om door het Maas-Waalkanaal de
Maas op te stevenen naar Venlo.
De ochtenduren waren gewijd aan het be
spreken der onderwijsbelangen der schippers
kinderen.
De heer L K. H. van Duuren leider van het
technisch onderwijs aan de Binnenvaartschool
te Amsterdam, voorzitter der examencommissie
voor machinist aan boord van stoom- en motor
vaartuigen hield een practiscbe beschouwing
over het technisch en theoretisch onderwijs
aan schippers en hun kinderen.
De heer van Ree uit Maastricht gaf vervol
gens een practiscbe beschouwing over techni
sche warenkennis voor schippers.
De heer Kokje uit Leeuwarden hield een cau
serie over de boekhouding voor de schippers,
terwijl de heer Bedde Bouman, Inspecteur der
invoerrechten en accijnzen te Leeuwarden de
centraie boekhouding aanbeval.
Ten slotte sprak de heer van der Sleen uit
Leeuwarden oud-inspeoteur der binnenschip»
perij over de economische positie der particu
liere binnenschippers.
Om acht uur meerde men in de haven van
Velo, waar de burgemeester Mr. Berger de con
gressisten begroette.
In de met vlaggen versierde haven van
Roermond arriveerde gisterenavond (het in
structievaartuig „Prins Hendrik".
's Avonds om half negen had een officieels
ontvangst ten stadhuize plaats. Bij ontstentenis
van burgemeester Wassink heette wethouder
Ruyter de gasten welkom.
De directeur de heer de Jong dankte hierna
voor de ontvangst.
Heden werd een tocht naar Maasbracht ge
maakt 's Middags zou hat vaartuig weer te
Roermond arriveeren.
Morgen vertrekt men naar Helmond.
DE ITALIAAN8CHE REGEERING MAAKT VEEL RECLAME VOOR DEN LANDBOUW
vooral het verbouwen van graan; tijdens ©en oogstfeest dat met steun der regeering in een
der dorpen gehouden werd.; had een groote boerenoptocht plaats
EEN HOOGST WISSELVALLIG BESTAAN
Het dorado, de bakermat zelfs van zeeschui
mers, vrijbuiters en fiibustiers is Algiers met
z'n Algerijnsche kustgeweest. „Geweest",
omdat de laatste honderd jaar, sinds het land
een Fransche kolonie is, het gewest natuur
lijk niets meer met roof of welke kaperij ook,
(heeft uit te staan.
Maar dat neemt niet weg, dat Algiers door
zeeschuimers is gesticht.
Piraten, die zich in het begin van de 16de
eeuw in den strijd tegen Spanje hadden onder
scheiden, trokken zich op Algerijnschen grond
terug en maakten er een Turksche kolonie van.
Haireddin met den roodon baard verklaarde
Zich in 151S vazal van Sultan Selim. Hij kreeg
er artillerie en 'n paar duizend janitsaren voor,
met wier hulp hij geheel tegenwoordig Algiers
onderwierp en Tunis nam. Zijn opvolgers
wisten daarbij ook Tripolis te vereenigen en
meerderen van hen waren groot-admiraal van
de Turksche vloot.
Aan het eind van de 16de eeuw werd de
vazal naar den zin van de Turksche regeering
wat al te machtig; hij werd vervangen door
paschas, die hun gezag onmiddellijk aan de
Porte ontleenden, en die niet langer dan voor
drie Jaren benoemd werden. Deze vergenoegden
zich er meestal mee, met hun tijd uit te dienen
en hun loon te innen, totdat op het eind van
de 18de eeuw Algiers onafhankelijk werd van
de Turksche souvereiniteit.
Deze onafhankelijkheid spaarde het den ach
teruitgang en het verval niet. De bevolking
van Algiers was in 150 jaren van 100.000 op
30.000 teruggeloopen, de bagnos met 25000
meest voorname gevangenen, elders nog slechts
een paar honderd arme drommels, en de vloot
een twintigtal in plaats van 300 bodems. In
deze omstandigheden kon zich de Dey de luxe
van den heiligen oorlog niet meer permittee-
ren. Hij moest zich tevreden stellen met plun
dertochten in Tunis en de zeeschuimers met
kaperijen, die veelal van een brutaal gebedel
om 'n aalmoes wegliadden.
Alle zeemogendheden, Engeland, Sardinië,
Holland, betaalden schatten, hetzij in den
vorm van geschenken, hetzij in natura, hetzij
In geld.
Frankrijk alleen had het voorrecht een uit
zondering te mogen wezen. Het moeten Alge
rijnsche zegswijzen geweest zijn: „De Fransch-
rnan kan thuis zijn soep koken en haar warm
in Algiers komen opeten" en „Als je met
Franschen ruzie maakt, sluit dan 's avonds
met hen vrede", zegswijzen, die moeten aan-
toocen, dat de kusten van de Provence en
van Barbarije dicht genoeg hij elkander lagen
om de bewoners van de eerste wat door die
van de laatste te laten ontzien.
Dat ook wij, Nederlanders, connecties hadden
met de Algerijnen, weten wij wel, als wij ons
maar even berinneren, dat wij niemand min
der dan Micbiel de Ruyter en consorten naar
de Algerijnsche kust hebben gezonden. In dit
verband klinkt het wellicht wat verrassend,
dat er in die Noord-Afrikaansche streken meer
dan een roover gehuisd heeft, die van Holland-
sche afkomst was. L. C. Vrijmans heeft aan
de geschiedenis van den zeeToof en vrijbuiters
in de Lage Landen een speciale studie gewijd
en. hij publiceert erover in „Ons Zeewezen"
interessante artikelen.
Deze zeeroovers, die als kapers hun avon
tuurlijk en vreemd stiel meestal begonnen
waren. Waven zich onder de Barbarijnsche
collega's steeds Hollander voelen, al hadden
zij uit een zakelijk oogpunt, hun naam tegen
een Muzelmanschen geruild. Zoo bijvoorbeeld
had een zeker» „Veenboer" „niet eens van de
minste" zich als renegaat den naam van Soli-
man Reis aangescuaft. Zijn schip was bemand
met een geheel Hollandsche equipage, rene
gaten of christenen, om het even, maar voor
allesHollanders.
Soliman Reis, aldus verhaalt ons de heer
Vrijmans, bracht het met de gunst van „den
grooten Heer tot Constantinopelea" zoo ver,
dat hij bekleed was met het opperste gezag
te Algiers en admiraal werd van de zeeroover-
vloot. In October 1620 echter sneuvelde hij in
een gevecht van acht roofschepen tegen vijf
Fransche koopvaarders.
In 1625 waren er te Algiers meer dan vijf
tig Hollanusche kapiteins, waarvan de bij
namen evenwel wel verraden, dat zij niet tot
de aristocratie van de Nederlanden behoor
den.
Zij waren niet allen mannen van eenigen
werkelijken invloed, zooals Soliman Reis.
Alleen Ali Pisselingh een renegaat, en zee-
roover uit Vlissingen, bracht het nog tot
onderkoning en admiraal van de vloot en dan
is er nog geweest Simon, of Zymen de Dan
ser, bijgenaamd de Oude, geboortig uit Dor
drecht, een galgenaar van internationale allu
re, om de groote en funeste rol, die hij ge
speeld heeft in de geschiedenis van den Bar-
barijschen zeeroof.
Hij ook was begonnen met de kaapfLart en
een behoorlijke „Bestellinghe ter Oorlog" van
wege de Hoogmogende Heeren, maar zijn
werk in de Middellandsche Zee schijnt niet
al te fortuinlijk te zijn geweest, en bovendien
verspeelde bij alles in het gezellige. Marseille.
Hij wist niet beter te doen, dan wat volge
lingen te verzamelen, en met m klein scheepje
op eigen risico uit te zeilen. Het ging hem aan
vankelijk goed, vooral nadat hij zich verbon
den had met een beruchten Engelschman
Warde, en hij kreeg langzamerhand een aan
zienlijke macht van schepen en volk bij el
kander. Hij had zelfs schepen van zestig stuk
ken geschut.
Men noemde hem kapitein Duivel en men
deed alle moeite om hem renegaat te maken,
maar voortdurend wist hij zulks uit te stel
len.
De Danser opereerde omstreeks 1606, maar
zijn rooverijen waren het ergste niet. Hij leer
de den Algerijnen en den Barbarijnschen
roovers bet manoeuvreeren met schepen en de
Muzelmannen betoonden zich in dezen ijverige
leerlingen.
Vooral maakte de Spaansche koning kennis
mei Zijmen, die evenwel met de grootste on
partijdigheid ook Engelsche en Fransche
koopvaardijschepen roofde, als die hem voor
den boeg kwamen.
Overtuigd, dat het zeerooversbestaan hoogst
wisselvallig is, vooral na een periode van al
te grooten voorspoed, veinsde hij gewetens-
vroeging en vroeg hij „remis ofte Pardon" aan
de Nederlanden en den Franschen koning, die
het hem, om erger te voorkomen, graag ver
leenden.
Na in Marseille veel van zijn onrechtvaardig
verkregen Tijkdommen op minder rouwmoe
dige manier aan den man gebracht te hebben,
kwam hij in Franschen dienst. De Mooren
wachtten evenwel op een gunstige gelegenheid
om met hem de rekening te vereffenen. En in
Februari 1616 werd hij in een valstrik gelokt,
en te Tunis onthoofd en in een gracht gewor
pen
NAAR DE LEIPZIGER MESSE
De Ipa
EEN BUITENGEWOON HEVIGE TYPHOON
teisterde de Japansche havenstad Nagasaki,
waar slechts weinige huizen en schepen een
totale verwoesting onktwamen
Evenals bij vorige gelegenheden zullen hij
voldoende deelneming ook voor de a.s. najaars-
messe extra-treinen tegen verminderde prijzen
loopen en wei op Zaterdag 30 Augustus a.s.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen aan de
kantoren van het Leipziger Messamt te Amster
dam (Singel 116) en Rotterdam (Schiekade
181) waar tevens ook spoorbiljetten tot ver
laagde prijzen verkrijgbaar zijn voor bezoekers
der Messe, die niet met een der belde extra-
treinen reizen.
Een bijzondere attractie voor de bezoekers
der a.s. najaars-messe, die 31 Augustus aan
vangt, vormt de Ipa (Int. Pelterijen- en Jacht-
tentoonstelling met park voor levende pelsdie-
ren), die dezen zomer te Leipzig wordt gehou
den.
Naar het Engelsch van GRAY NICK
Vertaling van JAC. J. SCHOON
26)
Ha, daaraan herken ik weder mijn braven-
jongen vriend! riep d'e dokter ten zeerste ver
heugd uit, want wanneer de goede man voor
iets een voorliefde koesterde, dan was het voor
het beroep van arts. Daaraan herken ik hem,
herhaalde hij, terwijl hij de hand van den jon
geling greep en die hartelijk schudde. Dat i3
een keuze zijner waardig. Welke kunst staat
er hooger dan de geneeskunst? De rechtsge
leerdheid veroordeelt de lieden; een advocaat
leeft slechts van haat, nijd en eigenbaat, kortom
Van alle fouten en gebreken zijner medemen-
Bchen, waardoor processen ontstaan en gevoerd
worden. Wat den geestelijken stand betreft,
is schoon en verheven, maar niet iedereen
heeft de roeping, die voor zóó een heilige zen
ding vereisebt wordt. Er blijft dUB voor de ge-
neiesknnde als het beroep, waarin een verstan
dig, ontwikkeld en welmeenend man tot belper
der lijdende menschheid wordit. Hoe hartver
heffend is het bewustzijn, krachtens zijn ken-
rts hiier voor een huisgezin den stervenden
vader, den kostwinner en opvoeder zijner on
mondige kinderen te beihonden, daar voor een
Wanhopige, radelooze moeder, haar eenig kind
fee redden, ginds hetl even van een grijsaard nog
•enige jaren te rekken en elders een jongeling
ynn dien dood te ontrukken, waaruit nog een
nuttig lid voor de maatschappij, een gelukkig
•obtgeaoot en vader kan worden! Ja, ja. Tra
verse, dit vak is uwer waardig en ik ben wer
kelijk blij, dat gij het gekozen hebt. Er staat
nu een eervolle loopbaan voor je open!
Moeder en zoon keken den arts verbaasd
aan.
Ja ja, ik herhaal het, ging dokter Day
voert, er staat een schoone loopbaan voor je
open, een baan zonder hinderpalen, waarop je
bedaard en gemakkelijk vooruit kunt komen,
want je zult met en bij mij in de medicijnen
studeeren. Het zal mij oen waar genoegen zijn,
je in te wijden in mijn wetenschap en je stu
dies te leiden. Je weet, dat ik een soort mona-
manie, een hartstocht heb voor het geven van
onderwijs.
Een soort hartstocht om wèl te doen, viel
mistress Rocke den dokter in de rede. O sir,
waaraan verdienen wij zulk een geluk? Hoe
kunnen wij U daarvoor ooit genoeg dankbaar
zijn?
Ho, ho! 't Is de moeite niet waard, waar
de mistress Rocke om van dankbaarheid te
spreken, zeide de arts. Traverse verdient het
ten volle, dat men zich zijner aantrekt en
hem voorthelpt en dan, wat is een weidaad
als U het zoo belieft te noemen, die mij geen
duit kost? Als ge mij van damk begint te spa-e
ken, zult ge mij tenslotte nog dwingen te be
kennen, dat ik alleen uit egoisme zoo handel.
Ik houd veel van Traverse; de aanblik van
zijn vriendelijk, eerlijk gelaat verjongt mij en
hij zal mij bovendien van veel nut zijn!
Ik zoal mij al buitengewoon gelukkig
rekenen, sir, wanneer ik mocht gelooven, dat
hij U inderdaad van eenig nut. kon wezen!
Wis en zeker kan hij dat en ik reken er
ook op. Hij kan mijn boeken bijhoudeD mijn
brieven schrijven, en mij vergezellen, als ik
mijn zieken bezoek, want, ofschoon ik eigen
lijk de practijk heb vaarwel gezegd...
Kunt gij Eet toch niet nalaten, d'en
armen uw hulp te verleenen, welke gij gratis
behandelt, onderbrak mistress Rocke den ge
neesheer, die in dit opzicht als een weldoener
der noodlijdende menschheid bekend stond.
O, dat doe ik puur uit oude gewoonte,
zeide dokter Day. Het zou mij totaal onmogelijk
zijn om Eet genoegen, zoo nu en dan eens over
iemand te dokteren, geheel en al op te geven.
Nu, vooruit, Traverse, mijn jongen, mijnheer
de assistent-arts, wil ik zeggen ik moet twee
of drie ziekenbezoeken afleggen; wil je mij
nu maar terstond begeleiden? Dat zal je
debuut zijn!
De jongeling haastte zich het voorstel van
den dokter aan te nemen, die spoedig daarna
vertrok om zich aan do dankbetuigingen van
mistréss Rocke te onttrekken. Beiden stapten
weder in het rijtuig en reden weg, nadat de
gebruikelijke afscheidsgroeten gewisseld waren.
Traverse, zeide dokter Day, toen zij een
eind van do woning verwijderd waren, ik heb
voornamelijk daarom je gevraagd, mij te ver
gezellen, om eens met je over je mcedor te
kunnen spreken. Zij lijdt aan geen bepaalde
ziekte en verkeert ook niiet in onmiddellijk
levensgevaar en nochtans, mijn vriend, moet je
al je moed bijeenrapen, want ik heb je aana te
kondigen, dat haar een groot ongeluk boven
het hoofd zweeft. Het is een snel toenemend
verval van krachten, dat haar dood zal zijn,
Verval van krachten, riep Traverse buiten
zichzelven. Groote God! Maar hoe kan dat
zijn? O dokter, dat is onmogelijk! Wij nemen
toch dagelijks twee maaltijden....
Vriendje, het is, zooals ik zieg. Mistress
Rocke beult zich langzamerhand af en wel
werken hier twee oorzaken, een physlsche,
doordien baar, in weerwil vam de twee maal
tijden, behoorlijk versterkend voedsel ont
breekt, en een moreele, omdat haar hart naar
sympathie, naar toegenegenheid, naar vriend
schap verlangt Om haar in het leven te hon
den, moet haar levenswijze een geheel andere,
tegenovergesi eid aa de huidige werden.
O sir, nu begrijp ik U! Ja, ik gevoel dat
U de kwaal heeft ontdekt, waaraan zij zal weg
kwijnen! Maar daartegen moet toch een mid
del bestaan? O, Ik bezweer U, help mij, sta
mij bij met uw raad! Wat moet ik doen? Wat
moet er gedaan worden?
1Ik moet er eerst eens over nadenken, Tra
verse, antwoordde de dokter. Luister, Maan
dag is het de eeTSte Maart, waarop wij aan
je leercursus beginnen. Alsdan zal ik wel den
een of anderen nieuwen en doelmatigen levens
regel voor je goede moeder hebben gevonden
en je dien mededeelen. Voorloopig zal ik haar
een paar flesschen portwijn en één of twee
kapoenen zenden, en als zij bezwaren oppert,
dan zeg je haar, dat het op voorschrift van den
geneesheer ds.
O sir! riep Traverse, met tranen van ont
roering en dankbmaarheid in de oogen, hoe zal
ik ooit in staat zijn, zulke goedheid te ver
gelden
Hoho! geen woord meer daarover! Den
volgenden Maandag, den eersten Maart kom je,
om als mijn famulus en studios in mediciïeae
je nieuwe loopbaan te beginnen. Tot Maandag
das! riep de joviale dokter, terwijl hij Tra
verse liet uitstappen en afscheid van edn jon
geling nam, die zijn weldoener en beschermer
met een blik der innigste dankbaarheid bleef
nastaren, terwijl hij luide den zegen dies hemels
over zijn hoofd afriep.
XII
ONVERHOOPT GELUK.
Traverse was prompt op den bepaalden dag
in Willow Heights; hij was verlangend te ver
nemen, of en welk middel zijn beschermer had
gevonden, om den toestand zijner moeder te
verbeteren. Toen hij voor de deur van het
landhuis toegang begeorde, werd hem ditmaal
opengedaan door een mulattin, die hem ver
zocht, zich naar de bibliotheek te begeven,
waar haar meester hem wachtte. Traverse
deed zulks, maar vond daar, inplaats van den
dokter,' een jonge dame, die ijverig im
boek las. Door een natuurlijk gevoel van be
scheidenheid wilde hij zi°h verwijderen, toen
de lieve lezeres opstond en hem met een vrien
delijk lachje aansprak.
U is ongetwijfeld de mijnheer, dien papa
hedenvoormiddag verwacht? zeide zij Kom
binnen, als 't U belieft en wees zoo goed, plaats
te nemen, Pa is even geroepen, doch zal wel
terstond terugkomen.
Onze vriend, weinig of liever in het geheel
niet aan den omgang met dames gewoon, be
vond zich in grootie verlegenheid Niet weten
de, wat hij zou antwoorden, boog hij diep en
ging op den hem aangeboden stoel zitten. Het
meisje trachtte vriendelijk een gesprek aan te
lmoopen.
Papa, begon zij, heeft mij verteld, dat
uw moeder ziek is. Ik hoop, dat het nu weer
wat beter met haar gaat?
Ik dank U... ja, ja, miss... het gaat weer...,
stotterde de arme jongen in steeds toenemende
verlegenheid.
Het juffertje had' medelijden met de ver
warring van den bedeesden jongen man en
daar zij zag, dat haar pogingen, om hem ver
trouwelijker te maken, de tegenovergestelde
uitwerking hadden, legde zij een pa%r couran
ten voor hem neer en zeide:
Hier zijn de morgenbladen, mijnbeer
Roke. Misschien wilt U ze wel eens inzien?
waarop zij zelf haar boek weder ter hand nam.
Ik diank U, miss, mompelde Traverse,
terwijl hij een der couranten opnam, ofschoon
hij het lezen moest opgeven, daar, zonderling
genoeg, alle letters voor zijn oogen begonnen
te dansen.
Mijnheer Rocke! Welk een aangename klank
lag er voor Traverse ln die woorden! Hij
telde achttien jaar ein het- was voor de eerste
maal, dat men hem mijnheer Rocke noemde.
Deze jonge dame was de eerste, die hem In
zekeren zin tot man stempelde, door hem dien
titel te geven. Ook was hij haar In zijn haat
oneindig dankbaar en bijna verdroot het hem,
dat zijn Meeding niet wat minder kaai was,
dat hij er in het algemeen niet wat eleganter
uitzag. Doch dit verdriet hield hem niet lang
bezig. Terwijl hij zijn blik steelsgewijze op de
jongedame vestigde, die, op eenige passen van
.hem af, bij het venster was gaan zitten, be
speurde hij met groot genoegen, dat zij met
alle aandacht in haar boek verdiept was, een
omstandigheid welke hem veroorloofde, haar
te kunnen gadeslaan, zonder dat hij ban4
behoefde te zijn, haar misnoegen op den hals
te halen.
Tot dusverre had hij haar nauwelijks dur
ven aanzien, weshalve haar schoonheid een
slechts als een vaag vermoeden voor den geest
zweefde. Als in een soort visioen had hij
prachtig goudblond haar gezien en een jong
meisje, dat een stem bezat, welke zoeter, wel-
luidender en lieflijker klonk als een Aeolus-
harp, maar dat was ook alles. Thans bij nauw
keuriger beschouwing nam hij waar, dat die
glanzende, goudblonde haren een gelaat om
lijstten, vol bevalligheid en jugdlge frischheid.
Naarmate de blauwe oogen van d:lt wouder-
schoone kind de regels van het boek overlie
pen, kon men in hare uitdrukking de gewaar
wordingen nagaan, die haar bezielden. Het
was namelijk een onbeschrijfelijk zielvolle blik.
welke aan de op zichzelf reeds stralende schoon
heid van het jonge meisje een bijna boven-
aardsche luister verleend© Traverse, geheel
en a.1 beheerscht door de bekoorlijkheid van
deze feeachtige verschijning, vergat in hare
beschouwing alles om zich heen en werd eers
door het gerucht van een opengaande deur,
weder uit zijn sprakelooze verrukking tot sicn-
zelven gebracht. Het was dokter Day, die E11
nentrad.
(Wordt vervolgd)-