ZONDAG 31 AUGUSTUS 1930 KOINJLJNGI. HOLLAND NAAST DE KONINGSWIEG. ¥#111! EEN WAARACHTIG HOLLANDSCHE KONINGIN. DE KONINGIN LEEFT ALS MENSCH INCOGNITO. tuur vordert dat van een sterke Persoonlijkheid, di8 de Koningin onmiskenbaar is. Hoeveel levenskunst en bovenmensohelijke toewijding, hoeveel beheerscht karakter wordt gevraagd van een souvereine Vrouw, zich zelf te zijn en te blijven en toch zich onderworpen te maken aan Haar waardigheid. De constitutioneele monarchie geeft weinig speelruimte aan de persoonlijkheid van het Staatshoofd. Streng die grenzen te eerbiedigen en toch een bewust en levend accent te geven aan het koningschap buiten 't gewoel der partijschappen het moederlijk-beschermend Palla dium der Volksgemeenschap te zijn, zonder de eigenheid van de Persoonlijkheid af te leggen ziedaar een levenstaak, die onmetelijke offers vraagt, een weinig benijdenswaardige roeping, die door Koningin Wilhel- mina bewonderenswaardig wordt vervuld. Nu vijftig jaar geleden, den 31en Augustus 1880, Werd Wilhe'.mina, prinses van Oranje-Nassau, geboren. Met de charme van haar jeifgd was prinses Emma van Waldeck Pyrmont den grijzen Koning Willem III ter zijde getreden en had de lente van haar leven ge offerd, niet enkel aan den ouderdom van een monarch, maar ook van een dynastie, die aan den rand van den ondergang door haar tusschenkomst werd gered. Voor den beproefden mensch, die Koning was, die een jaar te voren zijn erfprins door den dood verloren had en de toekomst van zijn geslacht zag toevertrouwd aan het zwakke gestel van Kroonprins Alexander, was deze herbloei van zijn stam een overweldigende men- schelijke vreugde. Hij was buiten zich zelf van zonnige blijdschap. Per soonlijk ging Hij de jonggeborene aangeven bü den bur gerlijken stand, en Hij deed, in afwijking vfn het ge bruik, de Prinses aan de ambtenaren toonen, opdat zij, naar Hij schertsend er bij voegde, geen valsche ver klaring zouden afleggen. En een verhaal, dat wij vaak vernamen, wil, dat tijdens een van de audiënties een eenvoudig man tot den Koning zeide: „Sire, mag ik Uwe Majesteit eens een gewone burgermansvraag doen: hoe gaat het met de kraamvrouw en het kindje?" De Koning was met die vraag in de wolken. En de anecdote illustreert, hoe volk en Koning samenleefden in die dagen, en hoe de groote gebeurtenis een sfeer van huiselijke blijmoedigheid verspreidde over heel het land. 1) De Koningin is geboren. De mededeeling van het heuglijk feit aan de Volksvertegenwoordiging heeft plaats gehad. Het ontwerp-adres van gelukwensching aan den Koning wordt door de Eerste Kamer onder zocht. In een der afdeelingen geeft een lid het was de geestige afgevaardigde van Utrecht, Mr. E. du Marchie van Voorthuijzen die zijn medeleden zoo menig maal en ook nu op een ex-tempore onthaalde in over weging om Zijne Majesteit ditmaal in dichtmaat toe te spreken. Men begrijpt, het is een scherts. Maar de dichtregelen gaan als een loopend vuur van mond tot mond. Zij be reiken ook het oor van den griffier, die ze in het geheugen bewaarde- Men herkent in den aanhef de toespeling op een bekend kinderlied van Van Alphen: Welkom, lieve kleine zus! Welkom in het leven! Sire, mogen wij een kus Aan 't Prinsesje geven? Denkt niet dat de jalouzij Minnaars haar zal rooven: Senatoren, zooals wij, Zijn die lang te boven. Niet als Koning, maar als Man Komen we U thans eeren; 't Is de tijdgenoot, die kan U het best waardeeren. Zoo uitten zich spontaan de blijdschap en de liefde in eene gemeenzaamheid, die allerminst aan den eerbied afbreuk deed. 2) Waarom wij deze schilderachtige gebeurtenisjes rond de vorstelijke wieg van Koningin Wllhelmina met wel gevallen vermelden? Omdat er een oprechte Hollandsche klank zit in die familiare vraag uit den volksmond naar den welstand tl li®' v- De verstandhouding van Nederland en Oranje mist elk romantisch element. De aard van den Nederlander is gesloten, verlegen, weerspannig voor spontane op wellingen. Vaderlandsliefde en monarchistische mani festaties behooren niet tot de dagorde van zijn dage- lijksch leven. Maar dit neemt niet weg dat het karakter van Vorstin en Volk zóó in elkaar is vergroeid, dat er een diepe, innerlijjse, soms onbewuste en ondergrondsche verwant schap bestaat, een nabijheid, een genegenheid, die plot seling bij overrompeling aan den dag kan treden. 1-Iet Haagsche Malieveld in 1918 en al die symbolische Malievelden van andere steden, die er op volgden de zegetocht door de Zuidelijke randgewesten, waar de Belgische annexionisten hun oog op geslagen hadden al die getuigenissen verkondigen alleen luidkeels, wat anders verborgen ligt in het zwijgzaam en oogenschijn- lijk-koel karakter der Nederlanders: het instinct van broederschap tusschen Nederland en Oranje. Wat Miss Winter vertelt van het heimwee van het jonge Koninginnetje naar haar vaderland, het land van water en weiden en wolken, van vlakten en hemelen, geldt voor ieder van haar onderdanen. De terugkeer naar haar vaderland na een reis in een of ander vreemd land was voor Koningin Wilhelmina een gebeurtenis van véél grooter beteekenis dan de meerderheid der volwassenen om haar heen konden vermoeden. Haar opwinding, reeds merkbaar gedurende de dagen van het inpakken, nam toe naarmate de tijd verliep, en steeg bijna tot koortshitte, als de trein de Nederlandsche grenzen naderde. De onverholen blijdschap op het eerste gezicht der rood-wit-en-blauwe strepen op slagboomen en schild wachthuisjes, de eerste teekenen, dat de Koningin weer op haar geboortegrond was teruggekeerd de uitingen van opgetogen bewondering voor de vlakke weilanden en den verren gezichtseinder, de van geluk stralende blik, waarmee zij haar eigen volk aanzag, dit alles was een genot om te zien. 4) Het Vaderland, en niet enkel zijn grond, maar ook In het hart van 's Lands Hoofdstad huldigen Volk en Weermacht de Koningin, die de hope der Natie in Haar handen draagt. met strengheid de eischen der Hofétiquette, die nu een maal het decorum der Koningen is, maar wanneer Zij zich van de dwingelandij van het gala kan ontdoen, ont vlucht Zij die met voorliefde, om een mensch tusschen de menschen te zijn. Het was in 1888 dat naar de ex-gouvernante van H. M. de Koningin, Miss Saxton Winter, in haar aardig boekje over de jeugd van haar koninklijke pupil vertelt het zevenjarig koninginnetje voor het eerst incognito een reisje langs den Duitschen Rijn maakte: „Wij kwamen te Neuwied aan een paar minuten voor de trein het station binnen zou komen, en, zooals dik wijls gebeurt met deze treinen langs den Rijn, was ook onze trein véél te laat. Ik zal nooit vergeten het geërgerde gezichtje en de bedroefde stem, waarmee de kleine Prinses, na twintig minuten wachtens, uitriep: „Als dit incognito reizen is, dan vind ik het heelemaal niet aardig, om zoo lang te moeten zitten wachten in die vervelende wachtkamer!" 3) De tijd was niet zoo ver meer, dat de Koningin het incognito anders zou leeren waardeeren, niet enkel als toeriste, en dat Zij in dat incognito een der sterkste eigenschappen van Haar persoonlijkheid zou uit- iMjiiuTaipT spreken. g|! 4** 5. Toen onze Vorstin in 1929 Zwitserland bezocht, H waar pas de Koning van IS Egypte zijn recht op de souvereine eerbewijzen had doen gelden, uitte de „Neue Berner Zeitung" frlfPIPfes'\i haar waardeering voor het eenvoudig karakter, r dat het bezoek onzer 1 Landsvrouwe zou dra- S^CLLI. gen. ff „Door vrijwillig af- stand te doen van mili- taire eerbewijzen en fees- W telijke ontvangst schreef het bewuste blad worden de democrati- sche tradities van het Zwitsersche volk geres- pecteerd, waardoor de Koningin van een harte lijke ontvangst verzekerd kan zijn." Steeds heeft de Ko- •"W»'!? ningin met een kiesche menschkundigheid het midden gezocht tusschen waardige representatie die het volksinstinct als attribuut van de Kroon [)en Vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood, begeert en persoonlij ke soberheid. Waar de ernst der tijden of de droevige aanleiding van een koninklijk bezoek daartoe vermaanden, gaf steeds de Koningin een stemmige tint aan Haar optreden en deed afstand van uiterlijk vertoon. Niet altijd is die fijne kiesche tact volkomen begrepen. Maar steeds heeft de Koningin de gpedkoope populariteit versmaad van den hofpraal, die op primitieve naturen een zekere aantrekkingskracht uitoefent. Iedere schijn van maskerade was Haar vreemd. Zij wendde zelfs, waar mogelijk, de aandacht van Ilaar Persoon af, om zonder ijdel bejag, met zeldzame overgave aan Haar Ambt, in nederige en verheven plichtsvervulling, alleen naar buiten te zijn de Draagster van de Kroon, het Symbool van de Natie. Niet onpersoonlijk, maar boven persoonlijk te zijn: hoeveel zelfverloochening en zelfcul- van Moeder en Kind, zoowel als in het senatoriale kreupelversje, al trekt het dan ook op Vader Van Alphen- Omdat we een kijkje krijgen in de binnenkamer van het groote Hollandsche Huisgezin van Jan Steen. Omdat een koninklijke wieg in-Holland nog altijd een wieg is, doodeenvoudig en heilig, een eerbiedwaardig symbool van Moederschap en Familieleven. Een Dynastie, die bij haar groote gebeurtenissen een eerbiedwaardige gemeenzaamheid opwekt en haar volk bij de geboorte van een koningskind in verzoeking brengt familiaar beschuit-met-muisjes te eten een dergelijke Dynastie wortelt vast in de volkssympathie. Vorst en volk. Er is tusschen die beiden precies de zelfde afstand als tusschen Monarch en Mensch. Ze leven in één bloed, ze wonen in één lichaam, on afscheidelijk, en toch soms ver van elkander verwijderd. In ieder vorstenleven zit een trek van tragische een zaamheid. Juist als het om lien heen het woeligst is, als zij in de gouden kooi van hun openlijk koningschap een kijkspel zijn voor de nieuwsgierigen, zijn zij het èdlereenzaamst. Alleen een hoovaardig souverein of een ijdel poseur kan er behagen in scheppen, zijn geheele leven prijs te geven als een voor ieder toegankelijk publiek domein- In elk ander vorstenbestaan is er een gebied, dat het onbestreden bezit van ieder eenvoudig menschenkind is, maar waar alleen gekroonden onveilig wonen: hun particulier leven. Er is in de angstvalligheid, waarmede Koningin Wil helmina dit recht en heiligdom van elk mensch wil geëerbiedigd zien, iets zoo echt menschelijks, en tegelijk zoo waarachtig Hollandsch, dat die eisch het Ilollandsch hart móet aanspreken. In het Hollandsch karakter zit van oudsher een on uitroeibaar stuk burgertrots. Maar naast dien trots een mannelijke trouw. Ook al zouden de Hollanders geen monarchisten zijn, dan zouden ze nóg Orangisten zijn. Nederland en Oranje zijn verbonden door een in on afhankelijkheid gesloten „gentleman's agreement", en dat vrije verbond is door de eeuwen geijkt tot een eerbiedwaardig erfstuk. Geen spoor van Byzantinisme, van slaafschen vleieri- gen vorstendienst, beheerscht de verhouding van Neder land tot zijn koningshuis- De Hollandsche aard is van nature eigendunkelijk en democratisch- Hoe diep ver- waftt aan en in het bloed verbonden met dat volks karakter moet dan een Dynastie zijn, die zich voor goed heeft weten te nestelen in de republikeinsche inborst van die burgerschap. Zoo Hollandsch het volk, zoo Hollandsch zijn souvereine. Is er wel een.karakteristieker nationale deugd dan het heimwee naar het huisgezin, de vlucht naar de huis kamer? Meermalen is door sommigen, die in het intieme Hofleven doordrongen, verzucht: Mochten we slechts spreken en den cirkel van het stilzwijgen verbreken! Vergeefs. De Koningin is onverbiddelijk op dit stuk en vordert de meest stipte eerbiediging van Haar eigen huiselijken kring- Nog eens: hoe menschelijk, hoe Hollandsch! Welke Hollander zou dezen honger naar iets heiligs, *ets on aantastbaar intiems willen miskennen? Een groot deel van het leven Majesteit te zijn voor het oog van een geheel vOTk is al drukkend juk genoeg, om Haar niet de verademing te gunnen Mensch te zijn binnen de grenzen van Haar particulier leven. In dat verlangen naar stilte en verborgenheid leeft zich een karakteristieke eigenschap der Koningin uit: een behoefte van echt-christelijken huize aan levens- eenvoud en soberheid. Koningin Wilhelmina handhaaft zijn historie, zijn traditie, zit dieper in ons merg, dan we zelf wel vermoeden. Welke Hollander, die in zijn eigen land voor nationaal vlagvertoon onaandoenlijk is, heeft in den vreemde niet ervaren, wót een simpele driekleur of een Wilhelmus aan wonderlijke ontroeringen kan wakker roepen? Was het niet dezelfde impuls, die in 1918, toen een aanslag op Oranje dreigde gepleegd te worden, een orangistische wolkbreuk over het gezapige Holland ver wekte? 1-Iet gevaar, de kans op verlies, maakte plotseling het volk zich bewust van zijn bezit. De storm van natio nalistische uitbarsting dreef snel over, en de kalmte keerde in den phlegmatiekun Hollander terug. De har telijkheid nam weer het masker van rustige waardeering aan, om bij een volgende aanleiding even uitbundig ts onthullen wat „op 's herten grond leit". Prinses Wilhelmina, een nieuwe Dageraad van Oranje in den levensavond van Koning Willem III.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 1