RECTORAATSOVERDRACHTEN
een nieuw werk van mgr. hensen
De zestigste zitting van den Volkenbondsraad
4
De helpende hand
WOENSDAG 17 SEPTEMBER 1930
UNIVERSITEIT TE LEIDEN
UNIVERSITEIT TE GRONINGEN
UNIVERSITEIT TE UTRECHT
UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM
DRIE BEKENDE GEZICHTEN VERDWENEN
EEN REVOLVERHELD
OP DE JAARBEURS.
SNUFJES EN NOUVEAUTE'S
De ee sie broediïiacx ie
RADIO EN GRAMOPHONE.
doelmatige
advertentiën
Bede Prof. Dr. N. van Wijk
HET EERE-DOCTORAAT AAN PRINSES
JULIANA
Maandagmiddag heeft in 't groot auditorium
der Leidsclie Universiteit de rector magnificus,
prof. dr. N. van Wijk, het verslag uitgebracht
van de lotgevallen der Universiteit in den af-
geloopen academischen cursus en, nadat de
pro-secretaris van dan academischen raad me-
dedeelingen had gedaan van de beoordecling
der uitgeschreven prijsvragen, de gouden eere
penning uitgereikt aan ds. N. J- Sevenster te
Bergum (Fr'.), voor zijn bekroond antwoord on
de prijsvraag van de faculteit der godgeleerd
heid, vervolgens het rectoraat overgedragen
aan zijn opvolger, prof. Vogel.
Den 31sten Januari verleende de Leidsche
Senaat het eere-doctoraat in de Letteren en
Wijsbegeerte aan H. K. H. de Prinses der Ne
derlanden, in tegenwoordigheid van het Ko
ninklijk Echtpaar en van H. M. de Koningin-
Moeder.
Met vreugde en dankbaarheid zien wij thans
terug op deze plechtigheid en op de studie,
waarvan zij de bekroning was: reeds het feit
op zichzelf, dat Prinses Juliana ruim twee en
een half jaar te Leiden gestudeerd heeft, zou
de, als een bestendiging der aloude banden
tusschen het Huis van Oranje en deze Univer
siteit. van zeer bijzondere waarde voor ons ge
weest zijn, maar van niet minder beteekenis
is de wijze, waarop deze studie plaats gehad
heeft: de geestdrift der Vorstelijke studente
voor de door Haar beoefende wetenschappen,
bekroond door uitnemende tentamina, en Haar
vermogen om van studie en academisch leven
een harmonisch geheel te maken, zijn voor
beeldig voor ieder, dio de Universiteit be
schouwt als de voorbereiding voor een levens
taak, die verplichtingen en verantwoordelijk
heid oplegt.
Vragen wij ons af: Hoe studeeren onze stu
denten; dan kunnen wij niet nalaten te con-
stateeren, dat zeer velen het op een eenzij
dige wijze doen. Gelukkig echter zijn velen
wars van deze verschillende soorten van een
zijdigheid. Spreker heeft zich telkens kunnen
verblijden over een veelzijdige oriënteering
van velen hunner, die zich o.a. uitte in den
bereidvaardigen ijver om mee te werken aan
de behartiging van universiteitsbelangen, in
verband waarmede spreker eenige zaken ver
meldde, die door samenwerking met de stu
denten tot stand kwamen.
Spr. hoopte dat deze proefneming tot een
vaste regel wordt voor de toekomst.
Een tweede zaak, door professoren en stu
denten samen behartigd, was de voorbereiding
van een vacantie-cursus over onderwerpen van
Nederlandsche en Nederlandsch-Indische cul
tuur, die in October van dit jaar voor Duit-
sche studenten zal gehouden worden.
Voor de studenten-corporaties was dit jaar
in het algemeen zeer bevredigend, zooals spr.
uiteenzette.
Het aantal promoties was lager dan de bei
de vorige cursussen (66, 69, 52; zonder de
eere-promoties)daarentegen blijft het aantal
inschrijvingen toenemen: 1927—192S: 2236;
1928—1929: 2388, thans 2497; het werkelijke
aantal studeerenden zal *n paar honderd meer
zijn. daar niet allen die voor een examen wer
ken college loopen.
Na gewezen te hebben op bet streven, zoo
wel In academische kringen als in het parle
ment, voor grootere autonomie van de univer
siteiten, riep de rector het welkom toe aan den
opvolger van Jhr. Ruys do Beerenbrouck, Jhr.
von Fisenne als curator der universiteit.
Hierna gaf spr. het woord aan den prosecre
taris van de Senaat prof. Krom om het verslag
aangaande het oordeel der twee faculteiten voor
te lezen, op wier prijsvragen antwoorden bij de
Senaat waren ingekomen.
Hierna heeft de rector op de gebruikelijke
wijze de rectorale waardigheid overgedragen
aan zijn opvolger, prof. dr. J. Ph. Vogel.
Rede Prof. Dr. W. J. Aalders
Maandagmiddag vond in de aula der Universi
teit te Groningen in tegenwoordigheid van cura
toren, den secretaris van het College van Cura
toren, hoogleeraren, lectoren, privaat-docenten,
studenten en andere belangstellenden de plech
tige overdracht van het rectoraat plaats.
De rector-magnificus, prof. dr. W. J. Aalders,
hield bij deze gelegenheid een rede over „we
tenschap als getuigenis".
De rector-magnificus gaf daarna verslag van
de lotgevallen der Rijks-Universiteit in het
studiejaar 1929-30.
Een en ander samenvattend, constateerde spr..
dat de Universiteit thans twee leertoelen en
twee lectoraten meer telt dan ten vorigen jare
en dat nog in éêne vacature, die van wijlen
prof. van der Valk, niet is voorzien.
Dit jaar was het aantal ingeschreven-studen
ten iets kleiner dan het vorige jaar: 1098 tegen
1100.
Ook het aantal vrouwelijke studenten bleef
ongeveer gelijk aan dat van het vorige jaar.
Het bedroeg 219, dus nagenoeg 20 pCt.
Het aantal academische examens bedroeg dit
jaar 501, waarvan 366 met goed gevolg, di.i 73
pCt. Ook nu bleven de examinandae de exami
nandi vóór. De vrouwelijke studenten legden
m.l. 58 examens af. 63 van haar slaagden, d.i.
94.8 pCt. De mannelijke studenten legden 443
examens af; 3il van hen slaagden, d.i. 70 pCt.
Het aantal promoties ddaldo belangrijk na
den vorigen cursus, maar toen wisten wij ook,
dat het bijzonder hoog was, in verband met bet
naderend afscheid van de professoren Wiersma
en Koch. Het beliep 18, waarvan 4 cum laude.
Het studentenleven vertoonde geen groote be
wogenheid.
Tenslotte droeg spr. de leiding over aan zijn
opvolger, den hoogleeraar dr. Hilmar Johannes
Backer.
slotte verklaarde de aftredende rector met een
gevoel van dankbaarheid terug te zien cp den
afgelegden weg waarbij hij vooral dank bracht
aan den secretaris van den Senaat aan wien
prof. Pulle thans zijn ambtsketen overdroeg.
Rede Prof. Dr. D. van Embden
In het album academicum werden voor de
eerste maal ingeschreven 520 studenten, waar
van 32 percent vrouwelijke. Werkelijke eerste
jaarsstudenten waren daaronder 426, waarvan
33 percent vrouwelijke. In totaal werden inge
schreven 2202 studenten, waarvan 27 percent
vrouwelijke. Daarnevens zijn er degenen, die
voor enkele lessen zijn toegelaten en in plaats
van studenten toehoorders genaamd worden. Zij
voeren het algemeen totaal op tot 2355 inge
schrevenen, waarvan 29 percent vrouwelijke.
Het aantal examens bedroeg 1147, waarvan
78 percent met gunstige afloop. De vrouwelijke
studenten legden 188 examens af en laagden
voor 84 percent. De beide verhoudingscijfers
zijn gunstig, maar de beteekenis ervan wordt
zeer verzwakt, begrijpelijkerwijze, door het in
stituut der tentamens. De graad com laude werd
bij de 897 geslaagde examens slechts 22 maal
verleend, nog geen 2% percent waarvan 3
maal aan examinandae.
Het aantal promoties heeft in dezen cursus 61
bedragen. De graad cum laude is 6 maal ver
leend.
Tenslotte droeg spr. het rectoraat over aan
prof. J. v.d. Waals.
LANDBOUWHOOGESCHOOL
"<W - 1 «8&&S
BOTEN ZUID-FRANKRIJK hebben hevige stormen en slagregens gewoed; in Nice verzakten
de straten zelfs.
GOEDE DAG VOOR DE ZIONISTEN
(Van onzen correspondent.)
Rede Prof. Dr. G. Grijns
Bij de overdracht van het rectoraat der
Landbouwhoogeschool te Wageningen heeft de
aftredende rector-magnificus, prof. dr. G. Grijns
een rede uitgesproken over: Het studiejaar
1929-30.
Spr. deelde allereerst een en ander mede
over de gebouwen. Het blijkt, zeide spr., dat er
aan den uitzet van de Landbouwhoogeschool
nog wel een en ander ontbreekt. Wanneer de
Regeering gedurende 4 jareii een extra-bouw-
crediet van 5 ton per jaar wilde toestaan, kon
de achterstand worden ingehaald en zoude de
landbouwhoogeschool over de zoo hoog noo-
dige les- en werkruimten kunnen beschikken.
Ben verblijdend verschijnsel is het, dat de
leiders van verschillende bedrijven van bun
vertrouwen in het nut van wetenschappelijke
onderzoekingen voor de practijk blijk geven
door die ook financieel te steunen.
Er hadden in het afgeloopen jaa.r 5 private
promoties plaats. Er werden 41 ingenieurs
diploma s uitgereikt; waarbij tweemaal het
praedicaat „met lof" werd toegekend.
Het aantal der Wageningsche studenten over
trof dat van alle vorige jaren. 434 studeerenden j
waren voor den cursus 1929-30 ingeschreven,
waarvan 14 voor enkele lessen. Voör de eerste j
maal werden 123 studenten ingeschreven, tegen i
109 in het vorige jaar. j
Met de gebruikelijke toespraken droeg spr. j
vervolgens het rectoraat over aan zijn opvolger,
prof. ir. M. F. Visser.
Rede Prof. Dr. A. Pulle
Prof. dr. A. A. Pulle, rector magnificus der
Utrechtsche Rijksuniversiteit heeft Maandag in
'n uitvoerige rede verslag gedaan van de lot
gevallen dezer universiteit.
Voor professor Pulle tot de eigenlijke kern
zijner rede kwam liet hij o. m. de veranderin
gen, die in het curatorium plaats grepen de
revue passeeren.
Vervolgens releveerde prof. Pulle de klach
ten der verschillende faculteiten.
aan het Slot van zijn rede deelde prof. Rulle
mede dat er in het afgeloopen jaar 2642 studen
ten waren ingeschreven; het jaar daarvoor 2604
een vooruitgang dus van slechts 38. Het aantal
promoties bedroeg 65, het jorige jaar 82, Ten-
Tien jaren gevangenisstraf
De gedetineerde mijnwerker C. L. V., uit
Schandelen-Heerlen, passeerde op 13 Juni 1.1.
de woning van den mijnwerker F. J„ die met
enkele andere personen op den stoep van z'n
huis zat. Op enkele passen van het huis ver-
wijderd, draaide verdachte zich om en loste
een tweetal schoten op F. J. De kogels dron
gen in het raamkozijn-
De subst.-officier van Justitie cischte een
gevangenisstraf van vier jaren.
Mr. Tripels bepleitte clementie.
Uitspraak 29 September a.s,
VERDUISTERING IN DIENST
BETREKKING
Het was niet de eerste maal
Voor de Strafkamer der Haagsche Rechtbank
stond gisteren terecht Th. F. h., gewezen be-
drijfschef der N.V. Stichtsche Glashandel en
Verzekering Maatschappij te Leiden, wien ten
laste was gelegd verduistering in dienstbetrek
king tot een bedrag van 1500. Verd. beken
de.
De Officier van Justitie mr. Blok meende
in verband met het feit dat verd. reeds eerder
een belangrijk bedrag verduisterde, waarvoor
hij evenwel niet is vervolgd, thans 4 maanden
gevangenisstraf te moeten eischen.
Uitspraak over 14 dagen.
ONGEVALLEN-STATISTIEK OVERKOMEN
AAN VERZEKERDEN.
Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank deed
een dezer dagen verschijnen de statistiek der
Ongevallenwet, over de jaren 1925 en 1926.
Beide publicaties bevatten bovendien de statis
tiek der vrijwillige verzekering van werk.
gevers over genoemde jaren en de statistiek
der Land- en Tuinbouwongevallenwet over de
boekjaren 1924/1925 en 1925/1926, voorzoover
de uitvoering dier wet aan de Bank is opge
dragen.
TRIO FRIEDBERG—FLESCH—
PIATIGORSKY.
Onder de auspiciën van de Concertdirectie
dr. G. di Koos k.\ het trio Carl Friedberg (pia
no) Carl Flesch (viool en Gregor Piatl-
gorsky (cello) in de maand October een tour
nee door Holland maken.
Mgr. dr. A. Hensen, steeds vol vitaliteit en
levenskracht, is met de uitgave van een nieuw
boek bezig. Het zal in November verschijnen
bij. wed. v. Rossum te Utrecht onder den titel:
„in den Hollandscben tuin" en o.m. interessante
ervaringen bevatten, die de schrijver in zijn
vaderland beleefde.
ROEL HAZENBERG.
De Groningsche componist Roel Hazenberg,
heeft in het afgeloopen jaar voltooid een sym-
phonie voor groot orkest en strijkkwartet en
enkele liederen, bestaande uit één met orkest
begeleiding en Joodsche gezangen op modern
Jood ache teksten gecomponeerd.
GENèVE, 9 September 1930.
De Spaansche ambassadeur te Parijs, de
heer Quinones de Leon, moet zoo met den
voortgang der jaren toch wel een heel groot
gevoel van persoonlijke onmisbaarheid ver
krijgen. Want terwijl de andere leden van den
volkenbondsraad komen en verdwijnen en men
voortdurend nieuwe gezichten aan de hoefijzer
tafel van den volkenbondsraad aantreft, is
Quinones de Léon het blijvende element dei-
raadsvergaderingen, waar hij slechts die ander
half Jaar ontbroken heeft, toen Spanje, hoos
dat het geen vasten raadszetel verkreeg, be
sloten had zich uit den Volkenbond terug te
trekken en in het geheel geen vertegenwoor
digers meer naar Genève zond. Voor het
overige: geen raadszitting zonder Quinones,
die zelfs niet door een Spaansche revolutie
van zijn vertrouwenspost in de volkenbondsstad
kon verdreven worden
Hoe moet de arme Cornejo zijn Spaanschen
collega wel benijden, nu hij, Cornejo, het
slachtoffer is geworden van de revolutie in
Peru en niet meer naar Genève mag terug-
keeren. Wanneer iemand van zijn raadslid
maatschap genoot, dan was dit zeker wel de
heer Cornejo, die volgepropt zat met meer of
minder verstandige ideeën over volkenbonds
hervormingen, die hij zoo dol gaarne in den
volkenbondsraad en in andere volkenbonds
organen luchtte, nadat hij tien jaar lang niet
in de gelegenheid was geweest zijn ideëen in
volkenbondskringen te propageeren, omdat de
regeering van Peru tien jaren lang mokkend
uit Genève was weggebleven, ook al bleef zij
zich als volkenbondslid beschouwen. Voor
Cornejo, die zijn land niet alleen in den
volkenbondsraad, doch ook in de volkenhonds-
commissie voor de intellectueels samenwer
king, in die voor arbitrage en veiligheid en in
die voor de aanpassing van het volkenbonds
verdrag aan het ICellogg-pact met gloeiende
geestdrift vertegenwoordigde en zooveel praatte,
dat het allen schijn had, alsof hij vergoeding
zocht voor de tien jaren van gedwongen
zwijgen, is het ongetwijfeld een reuzenpech,
dat nu juist oen revolutie moest uitbreken
enkele weken voordat de algemeene volken-
bondsvergadering begon en dat een der eerste
daden van de nieuwe Peruaansche regeering
de afzetting van Cornejo als vertegenwoor
diger van Peru in de volkenbondsorganen is
geweest Ongetwijfeld treurt hij thans te
Parijs om de nieuwe lauweren, die hij te
Genève behaald zou hebben, als de revolutie
slechts een maand later zou zijn uitgebroken I
Nog twee andere praatgrage leden, die echter
heel wat meer dan Cornejo het oor van den
volkenbondsraad en van de volkenbondsjourna
listen pleegden te bezitten, zijn in deze 60ste
raadszitting niet meer aanwezig: de Japanner
Adatci en de Canadees Dandurand. De kleine
Adatci, dien men zich te 's-Gravenhage nog
wel herinneren zal van de groote Haagsche
herstelconferentie van Augustus van het
vorige jaar, was mèt Quinones de Leon, een
der veteranen der voikenbondsvergadering, die
hij vrijwel alle jaren heeft bijgewoond, eerst
op liet tweede plan achter graaf Ishii, later in
volle glorie als de woordvoerder van het
machtige Japansehe rijk, nadat de zwijgzame
graaf Ishii de behartiging der Japansehe be
langen aan den zooveel ambitieuser en spreek-
lustiger Adatci met zijn hoog, zingend stem
geluid had overgedragen en voor zichzelf een
rustiger ouden dag in het Oostersche vader
land boven de beslommeringen van Genève
verkozen had. Thans is ook Adatci, wiens ver
dienstelijke bemoeiingen uit de dagen van het
Geneefsche vredesprotocol van 1924 en in de
Roemeensch-Hongaarscbe en Duitsch-Poolsche
geschillen inzake de agrarische ontelgenings-
wetgeving en inzake de behandeling der min
derheden van Opper-Siiezië hier niet spoedig
vergeten zullen worden, naar Japan terugge
keerd. Maar voor hem is het een afscheid van
Europa geweest, waarop waarschijnlijk spoe
dig een blijde wederzien volgen zal. Want
Adatci is candidaat gesteld voor het rechters-
ambt in het Haagsche wereldgerechtshof en
wel door een grooter aantal groepen dan eenig
ander candidaat. Zoodat men zich op zijn
„Joyeuse rentrée" in Den Haag althans ver
heugen kan!
Het afscheid van den Canadeeschen senator
Dandurand, die als een slachtoffer der con
servatieve verkiezingsoverwinning in Canada
gevallen is, zou wellicht nog het meest van
allen betreurd zijn, indien Dandurand niet,
hoe ook de verkiezingsuitslag ware geweest,
in ieder geval spoedig uit Genève had moeten
scheiden. Want de driejarige ambtsperiode
van Canada in den Volkenbondsraad is voor
bij en de volgende week reeds zal een andere
staat den zetel van Canada in den volken
bondsraad innemen, waarvoor Ierland vooral
in aanmerking schijnt te komen. Hier past
nog slechts een woord van warme waardee
ring voor den bijna 70-jarigen Dandurand, die
er niet tegen heeft opgezien gedurende drie
jaren bij iedere raadszitting de reis van Ca
nada naar Genève en terug te maken en zich
in den volkenbondsraad heeft doen gelden als
een krachtig voorstander van de verplichte ar
bitrage,- als een moedig kampioen van de
rechteu der, nationale minderheden, kortom
als een rechtvaardig man, die nimmer naliet
do zaak der gerechtigheid ook warm te be
pleiten. Als voorzitter van de algemeene vol
kenbondsvergadering van 1925 is aan Dandu
rand een plaats in het hoek der eere in de
geschiedenis van den Volkenbond verzekerd,
die hem dan ook rechtmatig toekomt.
Hejaas zal de nieuwe volkenbondsraad het
niet alleen zonder Dandurand, Adatci en Cor
nejo moeten stellen, doch staat nog een ander
zwaar verlies te wachten: het heengaan van
den Finschen minister van buitenlandsche za
ken Procope, wiens driejarige ambtstijd in den
volkenbondsraad eveneens verstreken is. In
Procope verliest de volkenbondsraad niet al
leen zijn knapsten man naar het uiterlijk,
doch ook een zijner knapste koppen in intel
lectueel opzicht. En bovendien een der man
nen, die met een bijzonder hoog verantwoor
delijkheidsgevoel hun taak vervullen. Vooral
in de laatste twee jaren, toen na de aftreding
van minister Beelaerts van Blokland de zoo
genaamde ex-onzijdige staten van Europa (de
drie Scandinavische staten, Nederland en Zwit
serland) voor het eerst geen eigen vertegen
woordiger meer in den raad hadden en Pro
cope het zijn plicht achtte den geest van ge
heel onbaatzuchtige volkenbondsliefde en strik
ten rechtvaardigheidszin, dien Zweden en Ne
derland steeds in den volkenbondsraad hadden
getoond, daar door zijii toedoen te laten voort
leven. Wanneer het in de laatste twee jaren
eigenlijk niet is opgevallen dat de onbaatzuch-
tigste volkenbondsvrieuden geen eigen zetel
in den volkenbondsraar meer hadden, dan ;s
dit het werk van Procope geweest, die waar
lijk getoond beeft, dat Finland niet alleen geo
grafisch, doch ook naar de internationale op
vattingen zijner beste burgers tot de groep der
Scandinavische staten behoort, waarmede Ne
derland en Zwitserland, steeds zoo groote
ideeën-gemeenschap bezitten.
Procope heeft zijn lidmaatschap van den
voikenbomlsraad op een waardige wijze beslo
ten door de succesvolle verrichting van zijn
rapporteurschap over Palestina. Door een gron
dige bestudeoring van de toestanden in Pa
lestina en van het rapport der mandaten-com
missie en de daarop gevolgde antwoord-nota
der Britsche regeering,is Procope er in ge
slaagd den voikenbomlsraad een rapport voor
te leggen, dat duidelijk maakte, dat de mee-
ningsverschillen tusschen de mandaten-com
missie en de Britsche regeering niet zoo groot
waren, als men hij de lezing van de Britsche
nota wel zou donken, en dat vooral ten aan
zien van de toekomstige politiek dei- Britsche
regeering in Palestina en van de juiste defi-
nieering der verplichtingen, die Engeland als
staat-mandataris op zich genomen had, eigen
lijk een groote overeenstemming van gevoelen
bestaat.
Zoo werd Procope's rapport aangenomen,
zonder dat er eenige woordenstrijd tusschen
Henderson en onzen strijdvaardigen landge
noot van Rees, die de mandaten-commissie ver
tegenwoordigde, plaats vond. Voor de zionis
ten, van wie verschillende leiders natuurlijk
da raadsbijeenkomst bijwoonden, was dezo
gang van. zaken bevredigend. Want Procope
had niet nagelaten in zijn rapport den nadruk
te leggen op de Engelsche verplichting, om
de vestiging van een nationaal Joodsch tehuis
in Palestina te verzekeren, zoodat de door ds
Zionisten zoo scherp bestreden schorsing van
de joodsche immigratie naar Palestina slechts
een zeer tijdelijk karakter zou kunnen dragen.
Henderson had dit reeds in een vorige raads
zitting toegegeven en herhaalde dit ook thans
weder. Doch het kon toch geen kwaad, dat
Procope met die logica, die hem in zoo hooge
mate eigen is. in zijn rapport nogmaals uiteen
zette, hoe de door den staat-mandataris aan
vaarde verplichtingen een voortdurende toe
lating van joden in Palestina eischen, zoo lang
deze met de economische cpnnraingsmcgelijk-
hedon van Palestina vereenigbaar blijft. Poli
tieke bezwaren tegen een toenemende joodsche
immigratie, zooals deze door de Arabieren
worden geuit, mogen geen reden tot stopzet
ting der immigratie zijn.
Een beeld, dat in onzen tijd
onbekend is geworden
HET MENSCHELIJK VERNUFT HEEFT
GESUFT
De mensch, als koning der schepping, is ali'.i 1
jaloersch geweest op bijzondere krachttoeren,
die de aan hem ondergeschikte dieren wel '.'.ou
den uitvoeren, en hij niet.
De psalmist in de oudheid verzuchtte ai naar
de vleugelen der duif om heen te vliegen, en
zijn late Vlaamsche naneef Gezelle benijdt no;;
altijd de kunst van den zwaluw die ,,'t Mauv e
laken meet, waarin de sterren staan".
En 't menschelijk vernuft heeft gezocht, tot
we vlogen als de vogels, alleen nog niet zvo
hoog, nog niet zoo ver, nog niet zoo gemakke
lijk, nog niet zoo economisch, nog niet met zoo
weinig gevaar
De menschen zijn niet tevreden, vóór ze de
diepte der zee in kunnen, de visschen achterna,
doch er is nog heel wat omhaal voor noodig,
om met 'n. ingewikkelde staalconstructie en
zuurstofvoorziening tot op een diepte van 1426
voet te komen.
.SCHENDING VAN HET BRIEFGEHEIM..
Zes maanden gevangenis
De geschorste kantoor-houder C. J. W., te
Rumpen-Brunssum, had reeds eerder terecht
gestaan wegens schending van 't briefgeheim,
doch de rechtbank had het toen noodig geoor
deeld de zaak uit te stellen omdat men ver
dachte inmiddels had gearresteerd als ver
dacht van diefstal met braak in het in de be
neden-verdiening van z'n woning gelegen kan
toor der posterijen. Bij die gelegenheid werd
er een bedrag ontvreemd van ruim 3600. Ver
leden Zaterdag was verdachte, wat dit feit be
treft, op vrije voeten gesteld en zoo had hij
zich thans te verantwoorden voor het schen
den van briefgeheim, waarvoor hij reeds uit
zijn betrekking geschorst was.
De subst.-officier van Justitie, mr. Fabius,
noemde de feiten ernstig. De eisch leidde dan
ook zes maanden gevangenisstraf.
Mr. Tripels vroeg vrijspraak voor zijn cliënt.
Uitspraak 29 September a.s.
Worden we den laatsten tijd op het gebied
van radio en gramofoon niet meer door belang
rijke uitvindingen verrast, wèl slaat ons van
tijd tot tijd een nieuwe toepassing ervan met
gepaste bewondering. Uit de beide vondsten
is vlak vóór deze Jaarbeurs de „gesproken
brief" ontstaan, een vernuftig apparaatje,
waarmee men met behulp van zijn ontvang
toestel en electrische gramofoon zelf plaatjes
kan maken, in casu zulke dunne, kleine en
goedkoope schijfjes, dat men ze gemakkelijk
per post naar zijn kennissen kan sturen, die
ze dan, wanneer wij hun niet geheel en al on
verschillig zijn op hun gramofoon laten af
draaien. Philips noemt zijn inrichting
„Philigraaf", terwijl Christalphone, die ook
met deze aardigheid uitkomt, de zijne „litra-
phon" heeft gedoopt.
Een heel groot gedeelte van den beganen
grond in het nieuwe Jaarbeursgebouw heeft
Ford door zijn wagens laten bezetten. Daar
staat een flinke autobus voor 20 personen. In
de constructie van dit voertuig is veel staal
verwerkt, zoódat de wanddikte zeer gering
is en men er in geslaagd is een bus van slechts
2.10 M. uitwendige breedte te vervaardigen.
Wij zagen om. ook een klein type bestel
wagen, een viertal kipwagens, waarvan er één
met de hand, een ander door zwaartekracht,
een derde door mechanische aandrijving, en
de laatste hydraulisch wordt gekipt. Een
maquette geeft reeds een toekomstbeeld van
Ford's nieuwe fabriek te Rotterdam.
Weldadig door giso-lampen beschenen waren
in den stand van Gispen eenige metalen meu
belen gerangschikt Hollandsch fabrikaat
en omdat zij ook meerendeels voor Holland ge
maakt zijn, solied in elkaar gezet; dus, zoo
vertelde men ons, met autogenisch gelaschte
verbindingen. We vonden hier ook een vul
kachel, de S. no. 18, die zóó geconstrueerd
moet zijn. dat de brandstofwarmte door de
heele kachel heen wordt geleid en tot het
laatste toe opgebruikt wordt. De vorm is
sober en doelmatig. Als een trouwe wacht doet
ons het pantserrolluik van Gispen aan; sterke
stalen strippen vormen een krachtig geheel.
Een rolluik, dat' 16 M2. groot is, kan nog zon
der eenige moeite met de hand op en neer be
wogen worden: sterke voeren doen het werk
en de rollagers maken het licht. Wanneer het
opgerold is, neemt het luik bovendien zeer
weinig plaats in.
Bij Ruys' handelsvereeniging was weer alles
staal of wel „Allsteel", van het inklapbaar
typistenbnreau tot de prullemand toe. Er stond
ook een kast, die opzettelijk in het vuur was
gezet, om te laten zien hoe zij hiertegen be
stand is: de inliggende bescheiden hadden wel
een bruin randje, maar de inhoud was vol
komen te 'ezen. Zichtbare boekstaving op
kaarten beoogt het Kardex-systeem. Liggende
kaartjes laten hierbij de voornaamste gegevens
direct afleesbaar.
Wij lieten ons op de beurs niet alleen de
mogelijkheden van metalen brieven, meubelen,
auto's en luiken vertellen, maar werden ook
getroffen door de prestaties van metalen
hersenen. In den stand van Burroughs ston
den er verschillende tentoongesteld, doch hij-
zondore aandacht verdiende de electrische
„portable schrijvende optelmachine", waarop
men alleen maar zachtjes te tokkelen heeft om
heele berekeningen nauwkeurig op papier voor
zich te zien.
Er klinkt zeer veel radio door de zalen en
gangen. Technisch v.alt hier weinig nieuws te
beleven, doch het vormen van allerlei combi
naties en uitvoeringen blijft begrijpelijkerwijs
voortgaan. Zoo presenteert Philips een nieuw
standaardtoestel, dat 2531 is getiteld, en even
als het vorige standaardtoestel, drie lampen
bevat een h. f.-lamp, een detector-lamp en
een eindlamp. De detector, een E 424, moet voor
ons land een nieuwigheid zijn en radio-tech
nici met verbazing vervullen. Philips heeft van
dit toestel ook een coquet meubeltje gemaakt.
Het is gekleed In „philite", een zacht-glanzend
en hard en welgekleurd omhulsel, dat niet
graag krasjes opneemt en altijd mooi zal blij
ven. Voor dit kastje is de electrodynamisehe
luidspreker 2108 ook een nieuwe een
zeer passende gezel. Het bijzondere van dezen
zevenhoek is wel, dat met een permanenten-
magneet van zeer geringe afmetingen een on
gewone veldsterkte wordt verkregen.
Een „populaire combinatie" kon gemaakt
worden door een tweede standaard-toestel, n.l.
type 2534 een soberder editie van het eerste
aan een der vele „populaire" luidsprekers
te paren.
Erres Radio wekt eveneens belangstelling
met een versche serie wisselstroom-toestellen.
Vooreerst de IC. Y. 107, een drie-lamper, met
ingebouwden luidspreker, vervolgens een 4
lamps-toestel, met éénknopsafstemming, ge
naamd de IC. Y. 106 en dan nog K. Y. 105, dat
ook slechts met één knop „bespeeld" wordt, en
drie lampen bevat.
Bij Telefunken maakten we kennis met de
12 W., een wisselstroom-apparaat, dat er als
een luidspreker uitziet, doch óók ontvangtoe
stel is, en wel een, v.-aarin voor detector- en
weerstandversterking de Telefunke-slaven-Ar-
coton 301 en 201, en als eindlamp de luidspre
kerlamp R. E. S. 164 d. wordt benut. Wil men
de muziek in een ander» kamer hooren ale
waarin het apparaat staat, dan kan men hier
een lossen luidspreker aan verbinden, waar
door de ingebouwde dan „vanzelf" op non-ac
tiviteit wordt gesteld. Voorts vonden wij hier
o.a. nog den Arcofar, een beknopte samenvat
ting van radio en gramofoon, en het kleine
korte-golf-jagertje Telefunken 32, met zijn con
densator-regeling.
Wo jagen met levensgevaar op kleurrijke vo
gels, om ons zelf met hun mooie veeren te
sieren, cm schooner te lijken dan zij.
Met meer of minder succes bestrijden we de
snelheidsrecords uit de dierenwereld enz. enz.
Maar met een aardige vinding hebben we
moeder kip verslagen, dat overigens ook maar
een dom wezen is, dat zich onliandig-lomp laat
overrijden doo#onze vierwielsche wegkoningeu.
Met groote opoffering broedt de geduldige
hen op twaalf of veertien eitjes en wij men
schen maken een „machine", leggen er duizend
of vijftienhonderd eieren in (die moeten we
nog betrekken van onze doodgewone huiskip,
doch onze vermecaniseerde wereld komt nog
wel eens voor den dag met een fabriekje waar
weprobeeren ook die te produceeren!on
gaan aan ons werk of rustig naar bed. Van
tijd tot tijd komt, een kalme kippenboer eens
aan een zwengel draaien en „keert" de eieren
in drie tellen. De laden worden eens uitgetrok
ken om te luchten en verder behoeft de lamp
maar brandend te blijven opdat na drie weken
(zouden we dien tijd niet kunnen inkorten) ds
kunst moeder de honderden piepende kuikentjes
ontvangt en verzorgt.
Eilaas, wat komen we laat met onze vinding.
't Australische boschhoen is ons, wie wset
hoeveel eeuwen, voor geweest.
Die forsche vogel (80 c.M.) wist al lang hoe
hij dat .lastige karweitje van drie weken stil
te zitten, van zijn schouders moest schuiven.
Der hoenderaard ontrouw, toont zich de rader
hier de zorgzame en vernuftige.
Rondom Augustus beginnen de werkzaam
heden. De haan krabt met pooten en vleugels
een nesthoop bij elkaar, bestaande uit vochtige
blaren en afval. Liefst behoorlijk vochtig omdat
dan gemakkelijker het rottingsproces begint eri
de temperatuur in de massa opvoert tot pl.m.
35 gr. C. In September is de „hoop" gereed.
Is het nieuwbouw, d.w.z. op die plaats voor 't
eerste jaar, dan loopt liet zoo'n vaart niet,
maar een meer gebruikte kan goed een meiter
hoog en drie meter in middellijn zijn.
Pas eind October, begin November komen op
nieuw de zorgen voor het huisgezin. In de
broeiende oven is dan de gewenschte warmte
en de ben krabt in den top, als de krater van
een vulkaan, een nestholte van pl.m. 45 c.M.
diep, om er één groot 10 c.M. spierwit ei
in te leggen.
Met telkens twee dagen tussclientljd groeit
het broedsel tot 12 of 16 stuks, die allen op
de punt gezet worden,
De moeder rekent hiermee haar plicht ver
vuld en laat alle verdere zorg aan vader over,
die er zich bijzonder goed van kwijt. Als naar
gelang de droogte of vochtigheid van de lucht
krabt hij nieuwe afval over de eieren heen, of
krabt er af, om den juisten vochtigheidsgraad te
bewaren. Alles bij elkaar komt hij er toch met
één of twee uurtjes werken per dag af. Als
de kleintjes uitkomen, blijven ze onder vaders
hoede ook in de kunstmoeder, minstens nog
een vollen dag. Dan komen de kuikens, tot dan
toe nog altijd ondergegraven geweest, een kijkje
in de buitenlucht nemen en gaan op stap, het
bosch in, om 's avonds weer terug te komen en
zich weer warmpjes te laten onderstoppen.
Nog één of twee dagen voelen ze zich hier
thuis en komen daarom 's avonds terug. Dan
zitten ze al gauw volop in de veeren, kunnen
gemakkelijk hun kost zoeken en staan voortaan
op eigen beenen.
Het beeld van een bezorgde klokkende kloek
is op onze moderne hoendsrbedrijven onbekend
en moeten we meer bij de onpractische achteraf-
boertjos zoeken en bij de min of meer idyllisch
aangelegde burger-kleinbedrijfjes, waar een
kloek „zoo aardig" gevonden wordt.
In de Australische bosschen is dat beeld sinds
lang hopeloos zoek.
Oude nesten, waar meerdere hennen aan 't
wijze beleid van één haan hun eierschat toe
vertrouwden, maken in de dagen van uitkomen
wel den indruk van „een veelbelovend toompje".
C. S.
Wanneer da fabricatie, of de
HWiraad uwer artikelen,den
omzet, den verkoop over
treffen, geeft ean een aerie
Am Kaï do kana U te
tolpCB, den aftrek uwer
producten to vergrooten.