RECTORAATSOVERDRACHTEN een nieuw werk van mgr. hensen De zestigste zitting van den Volkenbondsraad 4 De helpende hand WOENSDAG 17 SEPTEMBER 1930 UNIVERSITEIT TE LEIDEN UNIVERSITEIT TE GRONINGEN UNIVERSITEIT TE UTRECHT UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM DRIE BEKENDE GEZICHTEN VERDWENEN EEN REVOLVERHELD OP DE JAARBEURS. SNUFJES EN NOUVEAUTE'S De ee sie broediïiacx ie RADIO EN GRAMOPHONE. doelmatige advertentiën Bede Prof. Dr. N. van Wijk HET EERE-DOCTORAAT AAN PRINSES JULIANA Maandagmiddag heeft in 't groot auditorium der Leidsclie Universiteit de rector magnificus, prof. dr. N. van Wijk, het verslag uitgebracht van de lotgevallen der Universiteit in den af- geloopen academischen cursus en, nadat de pro-secretaris van dan academischen raad me- dedeelingen had gedaan van de beoordecling der uitgeschreven prijsvragen, de gouden eere penning uitgereikt aan ds. N. J- Sevenster te Bergum (Fr'.), voor zijn bekroond antwoord on de prijsvraag van de faculteit der godgeleerd heid, vervolgens het rectoraat overgedragen aan zijn opvolger, prof. Vogel. Den 31sten Januari verleende de Leidsche Senaat het eere-doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte aan H. K. H. de Prinses der Ne derlanden, in tegenwoordigheid van het Ko ninklijk Echtpaar en van H. M. de Koningin- Moeder. Met vreugde en dankbaarheid zien wij thans terug op deze plechtigheid en op de studie, waarvan zij de bekroning was: reeds het feit op zichzelf, dat Prinses Juliana ruim twee en een half jaar te Leiden gestudeerd heeft, zou de, als een bestendiging der aloude banden tusschen het Huis van Oranje en deze Univer siteit. van zeer bijzondere waarde voor ons ge weest zijn, maar van niet minder beteekenis is de wijze, waarop deze studie plaats gehad heeft: de geestdrift der Vorstelijke studente voor de door Haar beoefende wetenschappen, bekroond door uitnemende tentamina, en Haar vermogen om van studie en academisch leven een harmonisch geheel te maken, zijn voor beeldig voor ieder, dio de Universiteit be schouwt als de voorbereiding voor een levens taak, die verplichtingen en verantwoordelijk heid oplegt. Vragen wij ons af: Hoe studeeren onze stu denten; dan kunnen wij niet nalaten te con- stateeren, dat zeer velen het op een eenzij dige wijze doen. Gelukkig echter zijn velen wars van deze verschillende soorten van een zijdigheid. Spreker heeft zich telkens kunnen verblijden over een veelzijdige oriënteering van velen hunner, die zich o.a. uitte in den bereidvaardigen ijver om mee te werken aan de behartiging van universiteitsbelangen, in verband waarmede spreker eenige zaken ver meldde, die door samenwerking met de stu denten tot stand kwamen. Spr. hoopte dat deze proefneming tot een vaste regel wordt voor de toekomst. Een tweede zaak, door professoren en stu denten samen behartigd, was de voorbereiding van een vacantie-cursus over onderwerpen van Nederlandsche en Nederlandsch-Indische cul tuur, die in October van dit jaar voor Duit- sche studenten zal gehouden worden. Voor de studenten-corporaties was dit jaar in het algemeen zeer bevredigend, zooals spr. uiteenzette. Het aantal promoties was lager dan de bei de vorige cursussen (66, 69, 52; zonder de eere-promoties)daarentegen blijft het aantal inschrijvingen toenemen: 1927—192S: 2236; 1928—1929: 2388, thans 2497; het werkelijke aantal studeerenden zal *n paar honderd meer zijn. daar niet allen die voor een examen wer ken college loopen. Na gewezen te hebben op bet streven, zoo wel In academische kringen als in het parle ment, voor grootere autonomie van de univer siteiten, riep de rector het welkom toe aan den opvolger van Jhr. Ruys do Beerenbrouck, Jhr. von Fisenne als curator der universiteit. Hierna gaf spr. het woord aan den prosecre taris van de Senaat prof. Krom om het verslag aangaande het oordeel der twee faculteiten voor te lezen, op wier prijsvragen antwoorden bij de Senaat waren ingekomen. Hierna heeft de rector op de gebruikelijke wijze de rectorale waardigheid overgedragen aan zijn opvolger, prof. dr. J. Ph. Vogel. Rede Prof. Dr. W. J. Aalders Maandagmiddag vond in de aula der Universi teit te Groningen in tegenwoordigheid van cura toren, den secretaris van het College van Cura toren, hoogleeraren, lectoren, privaat-docenten, studenten en andere belangstellenden de plech tige overdracht van het rectoraat plaats. De rector-magnificus, prof. dr. W. J. Aalders, hield bij deze gelegenheid een rede over „we tenschap als getuigenis". De rector-magnificus gaf daarna verslag van de lotgevallen der Rijks-Universiteit in het studiejaar 1929-30. Een en ander samenvattend, constateerde spr.. dat de Universiteit thans twee leertoelen en twee lectoraten meer telt dan ten vorigen jare en dat nog in éêne vacature, die van wijlen prof. van der Valk, niet is voorzien. Dit jaar was het aantal ingeschreven-studen ten iets kleiner dan het vorige jaar: 1098 tegen 1100. Ook het aantal vrouwelijke studenten bleef ongeveer gelijk aan dat van het vorige jaar. Het bedroeg 219, dus nagenoeg 20 pCt. Het aantal academische examens bedroeg dit jaar 501, waarvan 366 met goed gevolg, di.i 73 pCt. Ook nu bleven de examinandae de exami nandi vóór. De vrouwelijke studenten legden m.l. 58 examens af. 63 van haar slaagden, d.i. 94.8 pCt. De mannelijke studenten legden 443 examens af; 3il van hen slaagden, d.i. 70 pCt. Het aantal promoties ddaldo belangrijk na den vorigen cursus, maar toen wisten wij ook, dat het bijzonder hoog was, in verband met bet naderend afscheid van de professoren Wiersma en Koch. Het beliep 18, waarvan 4 cum laude. Het studentenleven vertoonde geen groote be wogenheid. Tenslotte droeg spr. de leiding over aan zijn opvolger, den hoogleeraar dr. Hilmar Johannes Backer. slotte verklaarde de aftredende rector met een gevoel van dankbaarheid terug te zien cp den afgelegden weg waarbij hij vooral dank bracht aan den secretaris van den Senaat aan wien prof. Pulle thans zijn ambtsketen overdroeg. Rede Prof. Dr. D. van Embden In het album academicum werden voor de eerste maal ingeschreven 520 studenten, waar van 32 percent vrouwelijke. Werkelijke eerste jaarsstudenten waren daaronder 426, waarvan 33 percent vrouwelijke. In totaal werden inge schreven 2202 studenten, waarvan 27 percent vrouwelijke. Daarnevens zijn er degenen, die voor enkele lessen zijn toegelaten en in plaats van studenten toehoorders genaamd worden. Zij voeren het algemeen totaal op tot 2355 inge schrevenen, waarvan 29 percent vrouwelijke. Het aantal examens bedroeg 1147, waarvan 78 percent met gunstige afloop. De vrouwelijke studenten legden 188 examens af en laagden voor 84 percent. De beide verhoudingscijfers zijn gunstig, maar de beteekenis ervan wordt zeer verzwakt, begrijpelijkerwijze, door het in stituut der tentamens. De graad com laude werd bij de 897 geslaagde examens slechts 22 maal verleend, nog geen 2% percent waarvan 3 maal aan examinandae. Het aantal promoties heeft in dezen cursus 61 bedragen. De graad cum laude is 6 maal ver leend. Tenslotte droeg spr. het rectoraat over aan prof. J. v.d. Waals. LANDBOUWHOOGESCHOOL "<W - 1 «8&&S BOTEN ZUID-FRANKRIJK hebben hevige stormen en slagregens gewoed; in Nice verzakten de straten zelfs. GOEDE DAG VOOR DE ZIONISTEN (Van onzen correspondent.) Rede Prof. Dr. G. Grijns Bij de overdracht van het rectoraat der Landbouwhoogeschool te Wageningen heeft de aftredende rector-magnificus, prof. dr. G. Grijns een rede uitgesproken over: Het studiejaar 1929-30. Spr. deelde allereerst een en ander mede over de gebouwen. Het blijkt, zeide spr., dat er aan den uitzet van de Landbouwhoogeschool nog wel een en ander ontbreekt. Wanneer de Regeering gedurende 4 jareii een extra-bouw- crediet van 5 ton per jaar wilde toestaan, kon de achterstand worden ingehaald en zoude de landbouwhoogeschool over de zoo hoog noo- dige les- en werkruimten kunnen beschikken. Ben verblijdend verschijnsel is het, dat de leiders van verschillende bedrijven van bun vertrouwen in het nut van wetenschappelijke onderzoekingen voor de practijk blijk geven door die ook financieel te steunen. Er hadden in het afgeloopen jaa.r 5 private promoties plaats. Er werden 41 ingenieurs diploma s uitgereikt; waarbij tweemaal het praedicaat „met lof" werd toegekend. Het aantal der Wageningsche studenten over trof dat van alle vorige jaren. 434 studeerenden j waren voor den cursus 1929-30 ingeschreven, waarvan 14 voor enkele lessen. Voör de eerste j maal werden 123 studenten ingeschreven, tegen i 109 in het vorige jaar. j Met de gebruikelijke toespraken droeg spr. j vervolgens het rectoraat over aan zijn opvolger, prof. ir. M. F. Visser. Rede Prof. Dr. A. Pulle Prof. dr. A. A. Pulle, rector magnificus der Utrechtsche Rijksuniversiteit heeft Maandag in 'n uitvoerige rede verslag gedaan van de lot gevallen dezer universiteit. Voor professor Pulle tot de eigenlijke kern zijner rede kwam liet hij o. m. de veranderin gen, die in het curatorium plaats grepen de revue passeeren. Vervolgens releveerde prof. Pulle de klach ten der verschillende faculteiten. aan het Slot van zijn rede deelde prof. Rulle mede dat er in het afgeloopen jaar 2642 studen ten waren ingeschreven; het jaar daarvoor 2604 een vooruitgang dus van slechts 38. Het aantal promoties bedroeg 65, het jorige jaar 82, Ten- Tien jaren gevangenisstraf De gedetineerde mijnwerker C. L. V., uit Schandelen-Heerlen, passeerde op 13 Juni 1.1. de woning van den mijnwerker F. J„ die met enkele andere personen op den stoep van z'n huis zat. Op enkele passen van het huis ver- wijderd, draaide verdachte zich om en loste een tweetal schoten op F. J. De kogels dron gen in het raamkozijn- De subst.-officier van Justitie cischte een gevangenisstraf van vier jaren. Mr. Tripels bepleitte clementie. Uitspraak 29 September a.s, VERDUISTERING IN DIENST BETREKKING Het was niet de eerste maal Voor de Strafkamer der Haagsche Rechtbank stond gisteren terecht Th. F. h., gewezen be- drijfschef der N.V. Stichtsche Glashandel en Verzekering Maatschappij te Leiden, wien ten laste was gelegd verduistering in dienstbetrek king tot een bedrag van 1500. Verd. beken de. De Officier van Justitie mr. Blok meende in verband met het feit dat verd. reeds eerder een belangrijk bedrag verduisterde, waarvoor hij evenwel niet is vervolgd, thans 4 maanden gevangenisstraf te moeten eischen. Uitspraak over 14 dagen. ONGEVALLEN-STATISTIEK OVERKOMEN AAN VERZEKERDEN. Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank deed een dezer dagen verschijnen de statistiek der Ongevallenwet, over de jaren 1925 en 1926. Beide publicaties bevatten bovendien de statis tiek der vrijwillige verzekering van werk. gevers over genoemde jaren en de statistiek der Land- en Tuinbouwongevallenwet over de boekjaren 1924/1925 en 1925/1926, voorzoover de uitvoering dier wet aan de Bank is opge dragen. TRIO FRIEDBERG—FLESCH— PIATIGORSKY. Onder de auspiciën van de Concertdirectie dr. G. di Koos k.\ het trio Carl Friedberg (pia no) Carl Flesch (viool en Gregor Piatl- gorsky (cello) in de maand October een tour nee door Holland maken. Mgr. dr. A. Hensen, steeds vol vitaliteit en levenskracht, is met de uitgave van een nieuw boek bezig. Het zal in November verschijnen bij. wed. v. Rossum te Utrecht onder den titel: „in den Hollandscben tuin" en o.m. interessante ervaringen bevatten, die de schrijver in zijn vaderland beleefde. ROEL HAZENBERG. De Groningsche componist Roel Hazenberg, heeft in het afgeloopen jaar voltooid een sym- phonie voor groot orkest en strijkkwartet en enkele liederen, bestaande uit één met orkest begeleiding en Joodsche gezangen op modern Jood ache teksten gecomponeerd. GENèVE, 9 September 1930. De Spaansche ambassadeur te Parijs, de heer Quinones de Leon, moet zoo met den voortgang der jaren toch wel een heel groot gevoel van persoonlijke onmisbaarheid ver krijgen. Want terwijl de andere leden van den volkenbondsraad komen en verdwijnen en men voortdurend nieuwe gezichten aan de hoefijzer tafel van den volkenbondsraad aantreft, is Quinones de Léon het blijvende element dei- raadsvergaderingen, waar hij slechts die ander half Jaar ontbroken heeft, toen Spanje, hoos dat het geen vasten raadszetel verkreeg, be sloten had zich uit den Volkenbond terug te trekken en in het geheel geen vertegenwoor digers meer naar Genève zond. Voor het overige: geen raadszitting zonder Quinones, die zelfs niet door een Spaansche revolutie van zijn vertrouwenspost in de volkenbondsstad kon verdreven worden Hoe moet de arme Cornejo zijn Spaanschen collega wel benijden, nu hij, Cornejo, het slachtoffer is geworden van de revolutie in Peru en niet meer naar Genève mag terug- keeren. Wanneer iemand van zijn raadslid maatschap genoot, dan was dit zeker wel de heer Cornejo, die volgepropt zat met meer of minder verstandige ideeën over volkenbonds hervormingen, die hij zoo dol gaarne in den volkenbondsraad en in andere volkenbonds organen luchtte, nadat hij tien jaar lang niet in de gelegenheid was geweest zijn ideëen in volkenbondskringen te propageeren, omdat de regeering van Peru tien jaren lang mokkend uit Genève was weggebleven, ook al bleef zij zich als volkenbondslid beschouwen. Voor Cornejo, die zijn land niet alleen in den volkenbondsraad, doch ook in de volkenhonds- commissie voor de intellectueels samenwer king, in die voor arbitrage en veiligheid en in die voor de aanpassing van het volkenbonds verdrag aan het ICellogg-pact met gloeiende geestdrift vertegenwoordigde en zooveel praatte, dat het allen schijn had, alsof hij vergoeding zocht voor de tien jaren van gedwongen zwijgen, is het ongetwijfeld een reuzenpech, dat nu juist oen revolutie moest uitbreken enkele weken voordat de algemeene volken- bondsvergadering begon en dat een der eerste daden van de nieuwe Peruaansche regeering de afzetting van Cornejo als vertegenwoor diger van Peru in de volkenbondsorganen is geweest Ongetwijfeld treurt hij thans te Parijs om de nieuwe lauweren, die hij te Genève behaald zou hebben, als de revolutie slechts een maand later zou zijn uitgebroken I Nog twee andere praatgrage leden, die echter heel wat meer dan Cornejo het oor van den volkenbondsraad en van de volkenbondsjourna listen pleegden te bezitten, zijn in deze 60ste raadszitting niet meer aanwezig: de Japanner Adatci en de Canadees Dandurand. De kleine Adatci, dien men zich te 's-Gravenhage nog wel herinneren zal van de groote Haagsche herstelconferentie van Augustus van het vorige jaar, was mèt Quinones de Leon, een der veteranen der voikenbondsvergadering, die hij vrijwel alle jaren heeft bijgewoond, eerst op liet tweede plan achter graaf Ishii, later in volle glorie als de woordvoerder van het machtige Japansehe rijk, nadat de zwijgzame graaf Ishii de behartiging der Japansehe be langen aan den zooveel ambitieuser en spreek- lustiger Adatci met zijn hoog, zingend stem geluid had overgedragen en voor zichzelf een rustiger ouden dag in het Oostersche vader land boven de beslommeringen van Genève verkozen had. Thans is ook Adatci, wiens ver dienstelijke bemoeiingen uit de dagen van het Geneefsche vredesprotocol van 1924 en in de Roemeensch-Hongaarscbe en Duitsch-Poolsche geschillen inzake de agrarische ontelgenings- wetgeving en inzake de behandeling der min derheden van Opper-Siiezië hier niet spoedig vergeten zullen worden, naar Japan terugge keerd. Maar voor hem is het een afscheid van Europa geweest, waarop waarschijnlijk spoe dig een blijde wederzien volgen zal. Want Adatci is candidaat gesteld voor het rechters- ambt in het Haagsche wereldgerechtshof en wel door een grooter aantal groepen dan eenig ander candidaat. Zoodat men zich op zijn „Joyeuse rentrée" in Den Haag althans ver heugen kan! Het afscheid van den Canadeeschen senator Dandurand, die als een slachtoffer der con servatieve verkiezingsoverwinning in Canada gevallen is, zou wellicht nog het meest van allen betreurd zijn, indien Dandurand niet, hoe ook de verkiezingsuitslag ware geweest, in ieder geval spoedig uit Genève had moeten scheiden. Want de driejarige ambtsperiode van Canada in den Volkenbondsraad is voor bij en de volgende week reeds zal een andere staat den zetel van Canada in den volken bondsraad innemen, waarvoor Ierland vooral in aanmerking schijnt te komen. Hier past nog slechts een woord van warme waardee ring voor den bijna 70-jarigen Dandurand, die er niet tegen heeft opgezien gedurende drie jaren bij iedere raadszitting de reis van Ca nada naar Genève en terug te maken en zich in den volkenbondsraad heeft doen gelden als een krachtig voorstander van de verplichte ar bitrage,- als een moedig kampioen van de rechteu der, nationale minderheden, kortom als een rechtvaardig man, die nimmer naliet do zaak der gerechtigheid ook warm te be pleiten. Als voorzitter van de algemeene vol kenbondsvergadering van 1925 is aan Dandu rand een plaats in het hoek der eere in de geschiedenis van den Volkenbond verzekerd, die hem dan ook rechtmatig toekomt. Hejaas zal de nieuwe volkenbondsraad het niet alleen zonder Dandurand, Adatci en Cor nejo moeten stellen, doch staat nog een ander zwaar verlies te wachten: het heengaan van den Finschen minister van buitenlandsche za ken Procope, wiens driejarige ambtstijd in den volkenbondsraad eveneens verstreken is. In Procope verliest de volkenbondsraad niet al leen zijn knapsten man naar het uiterlijk, doch ook een zijner knapste koppen in intel lectueel opzicht. En bovendien een der man nen, die met een bijzonder hoog verantwoor delijkheidsgevoel hun taak vervullen. Vooral in de laatste twee jaren, toen na de aftreding van minister Beelaerts van Blokland de zoo genaamde ex-onzijdige staten van Europa (de drie Scandinavische staten, Nederland en Zwit serland) voor het eerst geen eigen vertegen woordiger meer in den raad hadden en Pro cope het zijn plicht achtte den geest van ge heel onbaatzuchtige volkenbondsliefde en strik ten rechtvaardigheidszin, dien Zweden en Ne derland steeds in den volkenbondsraad hadden getoond, daar door zijii toedoen te laten voort leven. Wanneer het in de laatste twee jaren eigenlijk niet is opgevallen dat de onbaatzuch- tigste volkenbondsvrieuden geen eigen zetel in den volkenbondsraar meer hadden, dan ;s dit het werk van Procope geweest, die waar lijk getoond beeft, dat Finland niet alleen geo grafisch, doch ook naar de internationale op vattingen zijner beste burgers tot de groep der Scandinavische staten behoort, waarmede Ne derland en Zwitserland, steeds zoo groote ideeën-gemeenschap bezitten. Procope heeft zijn lidmaatschap van den voikenbomlsraad op een waardige wijze beslo ten door de succesvolle verrichting van zijn rapporteurschap over Palestina. Door een gron dige bestudeoring van de toestanden in Pa lestina en van het rapport der mandaten-com missie en de daarop gevolgde antwoord-nota der Britsche regeering,is Procope er in ge slaagd den voikenbomlsraad een rapport voor te leggen, dat duidelijk maakte, dat de mee- ningsverschillen tusschen de mandaten-com missie en de Britsche regeering niet zoo groot waren, als men hij de lezing van de Britsche nota wel zou donken, en dat vooral ten aan zien van de toekomstige politiek dei- Britsche regeering in Palestina en van de juiste defi- nieering der verplichtingen, die Engeland als staat-mandataris op zich genomen had, eigen lijk een groote overeenstemming van gevoelen bestaat. Zoo werd Procope's rapport aangenomen, zonder dat er eenige woordenstrijd tusschen Henderson en onzen strijdvaardigen landge noot van Rees, die de mandaten-commissie ver tegenwoordigde, plaats vond. Voor de zionis ten, van wie verschillende leiders natuurlijk da raadsbijeenkomst bijwoonden, was dezo gang van. zaken bevredigend. Want Procope had niet nagelaten in zijn rapport den nadruk te leggen op de Engelsche verplichting, om de vestiging van een nationaal Joodsch tehuis in Palestina te verzekeren, zoodat de door ds Zionisten zoo scherp bestreden schorsing van de joodsche immigratie naar Palestina slechts een zeer tijdelijk karakter zou kunnen dragen. Henderson had dit reeds in een vorige raads zitting toegegeven en herhaalde dit ook thans weder. Doch het kon toch geen kwaad, dat Procope met die logica, die hem in zoo hooge mate eigen is. in zijn rapport nogmaals uiteen zette, hoe de door den staat-mandataris aan vaarde verplichtingen een voortdurende toe lating van joden in Palestina eischen, zoo lang deze met de economische cpnnraingsmcgelijk- hedon van Palestina vereenigbaar blijft. Poli tieke bezwaren tegen een toenemende joodsche immigratie, zooals deze door de Arabieren worden geuit, mogen geen reden tot stopzet ting der immigratie zijn. Een beeld, dat in onzen tijd onbekend is geworden HET MENSCHELIJK VERNUFT HEEFT GESUFT De mensch, als koning der schepping, is ali'.i 1 jaloersch geweest op bijzondere krachttoeren, die de aan hem ondergeschikte dieren wel '.'.ou den uitvoeren, en hij niet. De psalmist in de oudheid verzuchtte ai naar de vleugelen der duif om heen te vliegen, en zijn late Vlaamsche naneef Gezelle benijdt no;; altijd de kunst van den zwaluw die ,,'t Mauv e laken meet, waarin de sterren staan". En 't menschelijk vernuft heeft gezocht, tot we vlogen als de vogels, alleen nog niet zvo hoog, nog niet zoo ver, nog niet zoo gemakke lijk, nog niet zoo economisch, nog niet met zoo weinig gevaar De menschen zijn niet tevreden, vóór ze de diepte der zee in kunnen, de visschen achterna, doch er is nog heel wat omhaal voor noodig, om met 'n. ingewikkelde staalconstructie en zuurstofvoorziening tot op een diepte van 1426 voet te komen. .SCHENDING VAN HET BRIEFGEHEIM.. Zes maanden gevangenis De geschorste kantoor-houder C. J. W., te Rumpen-Brunssum, had reeds eerder terecht gestaan wegens schending van 't briefgeheim, doch de rechtbank had het toen noodig geoor deeld de zaak uit te stellen omdat men ver dachte inmiddels had gearresteerd als ver dacht van diefstal met braak in het in de be neden-verdiening van z'n woning gelegen kan toor der posterijen. Bij die gelegenheid werd er een bedrag ontvreemd van ruim 3600. Ver leden Zaterdag was verdachte, wat dit feit be treft, op vrije voeten gesteld en zoo had hij zich thans te verantwoorden voor het schen den van briefgeheim, waarvoor hij reeds uit zijn betrekking geschorst was. De subst.-officier van Justitie, mr. Fabius, noemde de feiten ernstig. De eisch leidde dan ook zes maanden gevangenisstraf. Mr. Tripels vroeg vrijspraak voor zijn cliënt. Uitspraak 29 September a.s. Worden we den laatsten tijd op het gebied van radio en gramofoon niet meer door belang rijke uitvindingen verrast, wèl slaat ons van tijd tot tijd een nieuwe toepassing ervan met gepaste bewondering. Uit de beide vondsten is vlak vóór deze Jaarbeurs de „gesproken brief" ontstaan, een vernuftig apparaatje, waarmee men met behulp van zijn ontvang toestel en electrische gramofoon zelf plaatjes kan maken, in casu zulke dunne, kleine en goedkoope schijfjes, dat men ze gemakkelijk per post naar zijn kennissen kan sturen, die ze dan, wanneer wij hun niet geheel en al on verschillig zijn op hun gramofoon laten af draaien. Philips noemt zijn inrichting „Philigraaf", terwijl Christalphone, die ook met deze aardigheid uitkomt, de zijne „litra- phon" heeft gedoopt. Een heel groot gedeelte van den beganen grond in het nieuwe Jaarbeursgebouw heeft Ford door zijn wagens laten bezetten. Daar staat een flinke autobus voor 20 personen. In de constructie van dit voertuig is veel staal verwerkt, zoódat de wanddikte zeer gering is en men er in geslaagd is een bus van slechts 2.10 M. uitwendige breedte te vervaardigen. Wij zagen om. ook een klein type bestel wagen, een viertal kipwagens, waarvan er één met de hand, een ander door zwaartekracht, een derde door mechanische aandrijving, en de laatste hydraulisch wordt gekipt. Een maquette geeft reeds een toekomstbeeld van Ford's nieuwe fabriek te Rotterdam. Weldadig door giso-lampen beschenen waren in den stand van Gispen eenige metalen meu belen gerangschikt Hollandsch fabrikaat en omdat zij ook meerendeels voor Holland ge maakt zijn, solied in elkaar gezet; dus, zoo vertelde men ons, met autogenisch gelaschte verbindingen. We vonden hier ook een vul kachel, de S. no. 18, die zóó geconstrueerd moet zijn. dat de brandstofwarmte door de heele kachel heen wordt geleid en tot het laatste toe opgebruikt wordt. De vorm is sober en doelmatig. Als een trouwe wacht doet ons het pantserrolluik van Gispen aan; sterke stalen strippen vormen een krachtig geheel. Een rolluik, dat' 16 M2. groot is, kan nog zon der eenige moeite met de hand op en neer be wogen worden: sterke voeren doen het werk en de rollagers maken het licht. Wanneer het opgerold is, neemt het luik bovendien zeer weinig plaats in. Bij Ruys' handelsvereeniging was weer alles staal of wel „Allsteel", van het inklapbaar typistenbnreau tot de prullemand toe. Er stond ook een kast, die opzettelijk in het vuur was gezet, om te laten zien hoe zij hiertegen be stand is: de inliggende bescheiden hadden wel een bruin randje, maar de inhoud was vol komen te 'ezen. Zichtbare boekstaving op kaarten beoogt het Kardex-systeem. Liggende kaartjes laten hierbij de voornaamste gegevens direct afleesbaar. Wij lieten ons op de beurs niet alleen de mogelijkheden van metalen brieven, meubelen, auto's en luiken vertellen, maar werden ook getroffen door de prestaties van metalen hersenen. In den stand van Burroughs ston den er verschillende tentoongesteld, doch hij- zondore aandacht verdiende de electrische „portable schrijvende optelmachine", waarop men alleen maar zachtjes te tokkelen heeft om heele berekeningen nauwkeurig op papier voor zich te zien. Er klinkt zeer veel radio door de zalen en gangen. Technisch v.alt hier weinig nieuws te beleven, doch het vormen van allerlei combi naties en uitvoeringen blijft begrijpelijkerwijs voortgaan. Zoo presenteert Philips een nieuw standaardtoestel, dat 2531 is getiteld, en even als het vorige standaardtoestel, drie lampen bevat een h. f.-lamp, een detector-lamp en een eindlamp. De detector, een E 424, moet voor ons land een nieuwigheid zijn en radio-tech nici met verbazing vervullen. Philips heeft van dit toestel ook een coquet meubeltje gemaakt. Het is gekleed In „philite", een zacht-glanzend en hard en welgekleurd omhulsel, dat niet graag krasjes opneemt en altijd mooi zal blij ven. Voor dit kastje is de electrodynamisehe luidspreker 2108 ook een nieuwe een zeer passende gezel. Het bijzondere van dezen zevenhoek is wel, dat met een permanenten- magneet van zeer geringe afmetingen een on gewone veldsterkte wordt verkregen. Een „populaire combinatie" kon gemaakt worden door een tweede standaard-toestel, n.l. type 2534 een soberder editie van het eerste aan een der vele „populaire" luidsprekers te paren. Erres Radio wekt eveneens belangstelling met een versche serie wisselstroom-toestellen. Vooreerst de IC. Y. 107, een drie-lamper, met ingebouwden luidspreker, vervolgens een 4 lamps-toestel, met éénknopsafstemming, ge naamd de IC. Y. 106 en dan nog K. Y. 105, dat ook slechts met één knop „bespeeld" wordt, en drie lampen bevat. Bij Telefunken maakten we kennis met de 12 W., een wisselstroom-apparaat, dat er als een luidspreker uitziet, doch óók ontvangtoe stel is, en wel een, v.-aarin voor detector- en weerstandversterking de Telefunke-slaven-Ar- coton 301 en 201, en als eindlamp de luidspre kerlamp R. E. S. 164 d. wordt benut. Wil men de muziek in een ander» kamer hooren ale waarin het apparaat staat, dan kan men hier een lossen luidspreker aan verbinden, waar door de ingebouwde dan „vanzelf" op non-ac tiviteit wordt gesteld. Voorts vonden wij hier o.a. nog den Arcofar, een beknopte samenvat ting van radio en gramofoon, en het kleine korte-golf-jagertje Telefunken 32, met zijn con densator-regeling. Wo jagen met levensgevaar op kleurrijke vo gels, om ons zelf met hun mooie veeren te sieren, cm schooner te lijken dan zij. Met meer of minder succes bestrijden we de snelheidsrecords uit de dierenwereld enz. enz. Maar met een aardige vinding hebben we moeder kip verslagen, dat overigens ook maar een dom wezen is, dat zich onliandig-lomp laat overrijden doo#onze vierwielsche wegkoningeu. Met groote opoffering broedt de geduldige hen op twaalf of veertien eitjes en wij men schen maken een „machine", leggen er duizend of vijftienhonderd eieren in (die moeten we nog betrekken van onze doodgewone huiskip, doch onze vermecaniseerde wereld komt nog wel eens voor den dag met een fabriekje waar weprobeeren ook die te produceeren!on gaan aan ons werk of rustig naar bed. Van tijd tot tijd komt, een kalme kippenboer eens aan een zwengel draaien en „keert" de eieren in drie tellen. De laden worden eens uitgetrok ken om te luchten en verder behoeft de lamp maar brandend te blijven opdat na drie weken (zouden we dien tijd niet kunnen inkorten) ds kunst moeder de honderden piepende kuikentjes ontvangt en verzorgt. Eilaas, wat komen we laat met onze vinding. 't Australische boschhoen is ons, wie wset hoeveel eeuwen, voor geweest. Die forsche vogel (80 c.M.) wist al lang hoe hij dat .lastige karweitje van drie weken stil te zitten, van zijn schouders moest schuiven. Der hoenderaard ontrouw, toont zich de rader hier de zorgzame en vernuftige. Rondom Augustus beginnen de werkzaam heden. De haan krabt met pooten en vleugels een nesthoop bij elkaar, bestaande uit vochtige blaren en afval. Liefst behoorlijk vochtig omdat dan gemakkelijker het rottingsproces begint eri de temperatuur in de massa opvoert tot pl.m. 35 gr. C. In September is de „hoop" gereed. Is het nieuwbouw, d.w.z. op die plaats voor 't eerste jaar, dan loopt liet zoo'n vaart niet, maar een meer gebruikte kan goed een meiter hoog en drie meter in middellijn zijn. Pas eind October, begin November komen op nieuw de zorgen voor het huisgezin. In de broeiende oven is dan de gewenschte warmte en de ben krabt in den top, als de krater van een vulkaan, een nestholte van pl.m. 45 c.M. diep, om er één groot 10 c.M. spierwit ei in te leggen. Met telkens twee dagen tussclientljd groeit het broedsel tot 12 of 16 stuks, die allen op de punt gezet worden, De moeder rekent hiermee haar plicht ver vuld en laat alle verdere zorg aan vader over, die er zich bijzonder goed van kwijt. Als naar gelang de droogte of vochtigheid van de lucht krabt hij nieuwe afval over de eieren heen, of krabt er af, om den juisten vochtigheidsgraad te bewaren. Alles bij elkaar komt hij er toch met één of twee uurtjes werken per dag af. Als de kleintjes uitkomen, blijven ze onder vaders hoede ook in de kunstmoeder, minstens nog een vollen dag. Dan komen de kuikens, tot dan toe nog altijd ondergegraven geweest, een kijkje in de buitenlucht nemen en gaan op stap, het bosch in, om 's avonds weer terug te komen en zich weer warmpjes te laten onderstoppen. Nog één of twee dagen voelen ze zich hier thuis en komen daarom 's avonds terug. Dan zitten ze al gauw volop in de veeren, kunnen gemakkelijk hun kost zoeken en staan voortaan op eigen beenen. Het beeld van een bezorgde klokkende kloek is op onze moderne hoendsrbedrijven onbekend en moeten we meer bij de onpractische achteraf- boertjos zoeken en bij de min of meer idyllisch aangelegde burger-kleinbedrijfjes, waar een kloek „zoo aardig" gevonden wordt. In de Australische bosschen is dat beeld sinds lang hopeloos zoek. Oude nesten, waar meerdere hennen aan 't wijze beleid van één haan hun eierschat toe vertrouwden, maken in de dagen van uitkomen wel den indruk van „een veelbelovend toompje". C. S. Wanneer da fabricatie, of de HWiraad uwer artikelen,den omzet, den verkoop over treffen, geeft ean een aerie Am Kaï do kana U te tolpCB, den aftrek uwer producten to vergrooten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 7