I FEUILLETON CAFITOLA. MANOEUVRES IN DE PEEL VRIJDAG 2<? PFVTFMBER 1930 „HET NEDERLANDSCHE WEGEN CONGRES" DQODELIJK ONGELUK DE OPENING DER DORDTSCHE ZEEHAVEN EEN OVERWINNING DER BLAUWE PARTIJ Grootere belangstelling bij de manschappen Horst, 25 September 1930. Toen de leider van de manoeuvres, de com mandant van het> veldleger tegen elf uur einde van de oefening liet blazen, hadden de blauwe troepen Horst genomen en drongen de roede tegenpartij Zuidwaarts, want toen deze in het midden van zijn stelling dit belangrijke stand punt kwijt was, moesten de vleugels ook terug. Had dus de blauwe partij succes, groot mag het als resultaat van 24 uur strijd niet genoemd worden, gezien de overwegende sterkte. In de blauwe partij zat geen gang en er was te wei nig drang tot voorwaarts gaan. De roode troepen beschikten maar, zooals we gisteren schreven, over een regiment infan terie, terwijl de blauwe partij drie regimenten sterk was. De lichte brigade, het verkennend orgaan van de roode partij was echter sterker dan de geformeerde lichte troepen der blauwen, De lichte brigade bestond uit een regiment cavalerie van 800 man, een bataljon wielrijders op oorlogssterkte, rijdende artillerie, de kolo niale reserve die op auto's vervoerd werd en twee pantserwagens. De opdracht aan de lichte brigade was de verkennende organen van blauw terug te wer. pen, waardoor de roode hoofdmacht gelegenheid zou krijgen een stelling in te richten ten Noor den van Horst. In tegenwoordigheid van den Minister van Defensie nam deze strijd een aanvang. Gesteund door het vuur der mitrailleurs en der rijdende artillerie trokken de huzaren over de Lollebeek en de blauwen moesten den terug tocht aanvaarden. Dit voorwaarts rukken, dat we slechts op enkele punten van het 6 K.M. breede front kon den aanschouwen gaf ^n beeld, dat de werke lijkheid zeer nabij kwam. Intusschen rukte de blauwe hoofdmacht met een regiment in de voorhoede van Overloon over Venray Zuidwaarts. Teneinde de infante rie te beveiligen tegen vijandelijke artillerie waren bij het station Venray opgesteld de bat terij van 10 c.M. en de zware houwitsers van 15 c.M. ten Zuiden van Overloon. De veldar tillerie bestaande uit kanonnen van 7 c.M. rukte met de infanterie op en wisselde steeds van «telling. In dit bedekte terrein was daarvan echter weinig te zien, alhoewel de belangstelling van het publiek zeer groot was. Toen het teruggaan der blauwe lichte troe pen, mede door het oprukken der blauwe hoofd macht tot staan was gebracht, mooht verwacht worden, dat dadelijk de aanval op de roode lichte brigade zou zijn ingezet, maar hiervan kwam niet veel. De commandant van Rood had dan ook volop gelegenheid de lichte bri gade terug te trekken cn daarmede zijn linker vleugel te verlengen, tot het dorpje Amerika in de Peel, waardoor niet slechts een breed front verkregen werd, maar ook zijn niet aan geleunde vleugel uitstekend werd beschermd. Waar ieder nu als het ware wachtte op het voorwaarts gaan van blauw geschiedde er den geheelen middag weinig. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana zagen dan ook niet veel beweging en volstonden met ieder afzonderlijk verschillende commandoposten, batterijen en troepenafdeelin- gen te bezoeken. Het groote doel van deze oefe ningen aan de troepen nu eens beweging te verschaffen, zoodat buiten den nacht niet uren en uren op dezelfde plaats moest worden door gebracht is daardoor niet bereikt. Toen gisteren de duisternis viel, had rood zijn stelling loopende van Z. W. naar N. O. ongeveer een K.M. ten Noorden van den straat weg HorstAmerika behouden. De troepen van beide partijen, die ter plaatse waar ze zich bevonden, hun middagmaal ont vingen, werden door de troepen-commandanten zoo goed mogelijk gelegerd. Waar gelegenheid bestond, werden heele afdeelingen onderge bracht in groote schuren van boerderijen, z.g. alarmkwartieren, maar vele anderen moesten genoegen nemen met een eenvoudig bivak, vooral in de voorste lijn, waar gezorgd moest worden voor bewaking. Dit viel niet erg mee, want tegen middernacht nam ook het mooie weer een einde. Was op den dag de tempe ratuur voor dit jaargetijde warm, tegen 12 uur begon het te regenen en toen dit na 'n paar uur ophield, was het veel kouder geworden. Klachten hebben we echter niet gehoord, da stemming onder de manschappen was best. Tengevolge van den regen waren allen, die er niet voor dienst wezen moesten, van het ma noeuvre-terrein verdwenen en konden nachte lijke ondernemingen dus ongestoord geschie den, zonder door belangstellenden verraden te worden. Een compagnie roode infanterie werd uitge zonden om de voorposten rechts en links van den straatweg HorstVenray te overvallen. Een pracht-opdracht voor de Limburgers, die Uitstekende soldaten zijn. Zonder veel gerucht rukten ze in den nacht op en succes bleef niet uit, mede als gevolg van de slechte waak zaamheid der blauwen. In plaats van alle toe gangen en in het bijzonder de wegen af te sluiten met mitrailleurs, had de commandant DE MANOEUVRES„nog nieuws van 't front?" zijn troep een honderd meter van den weg in een schuur ondergebracht. De posten werden direct overrompeld en natuurlijk ook de rus tende afdeeling en dan ging het voorwaarts, totdat een batterij van vier kanonnen van 7 c.M. en een sectie infanterie geschut van twee kanonnen van 6 c.M. genomen was, die zich bevond bij de Lollehut, het punt waar des morgens de oefening begonnen was. Het was alles heel stil gebeurd, zonder dat de blauwen gelegenheid hadden gehad alarm te maken. De roode partij had hierdoor dus een groot gat gemaakt in de beveiligende linie en de weg naar de rustende hoofdtroepen lag open. In werkelijkheid zou er natuurlijk geen sprake van zijn geweest ,dat blauw zich daar direct van herstellen kon. Met het oog op de oefening, die toch voortgang moest hebben, werd door de hulpleiders alleen het feit ge constateerd, en werd er bepaald, dat de toe stand zou blijven zooals ze was voor deze ge slaagde raid. Bij het aanbreken van den dag was het weer overal levendigheid. Heel genoeglijk stonden de soldaten buiten toilet te maken en waar do mogelijkheid bestond werd de scheiding in het haar juist getrokken voor den ronden uitkijk- spiegel van den vrachtauto, die voorbij kwam en op verzoek even stil hield. Maar ook nu werd de aanval van blauw eerst tegen negen uur, dus vrij laat, ingezet. Wel liet reeds veel eerder het kanon zich hooren, waardoor de roode linie onder vuur werd genomen, maar daarbij bleef het. Toen de avond echter begon kwam er ein delijk beweging. De vliegtuigen die den vori- gen dag slechts verkend hadden namen thans met een escadrille aan de oefeningen deel. De oefening, die heel wat drukte in de Prei gebracht had was daarmede geëindigd. Nabetrachting Wanneer we de oefening als geheel nog eens nagaan, dan kan niet anders gezegd worden dan dat de geest in den troep uitstekend was. Ook de belangstelling voor de oefening onder de manschappen was volgens de verklaring van vele officieren grooter dan vroeger, ter wijl men over het algemeen beter op de hoogte was van hetgeen er geschiedde. Dit jaar waren er voor het eerst aan alle deelnemers kaartjes uitgereikt, waarop de stand der troepen bij het begin van de oefening duidelijk was aan gegeven. Door den fotografpischen dienst waren deze kaarjtes in drie kleuren gedrukt en iedere commandant kon dus op eenvoudige wijze den man precies uitduiden waar hij zich bevond en waar andere troepen afdeelingen zich op- bielden. Het doel van de oefening, dat ook was lagere commandanten en mansehappeu te oefenen, is slechts voor een klein gedeelte bereikt, doordat er te weinig beweging was. De vraag mag dan ook worden gesteld of het geld aan deze oefening besteed geen grooter rende ment zou hebben, indien iedere divisie een deel kreeg en in de gelegenheid werd gesteld in de nabijheid der garnizoenen, desnoods ook door samenvoeging van regimenten tot de oorlogs sterkte bereikt was, enkele dagen meer zoo'n oefening te houden. De geheele entourage van een manoeuvre zou dan ontbreken en de hooge- re troepenleiding zou de thans geboden gele genheid om bevel te voeren missen, maar wij meenen dat daarin nog wel te voorzien is op andere wijze Voor eenige duizenden soldaten is deze oefe ning niet anders geweest dan een vervoer per trein en een marcheeren van het eene punt naar het andere, zonder dat er van een eigen lijke oefeningen in ge vechts verband in de com pagnie of bataljon sprake is geweest. Het vraagstuk is heel lastig, maar wij meenen, dat toch altijd oefenen van reserve officieren en dienstplichtigen in on3 leger met den korten diensttijd het voornaamste is. Ten slotte moet worden erkend, dat voor alles voor zoover dat tenminste was na te gaan uitstekend gezorg.1 is. In dit opzicht kan men na zoo'n oefening vertrouwen hebben in de legerleiding. Ook wat het materiaal aangaat biedt zoo'n manoeuvre een goede gelegenheid om te zien, hoe wij op dit gebied vooruitgaan. Goed geschut, goede wapens en uitstekende ver bindingsmiddelen. Wegdekconstructies in de provincie Zuid-Rolland DE VERBETERINGEN IN HET WESTLAND Gisteren heeft de Vereeniging „Het Neder- landsche Wegencongres" een excursie gemaakt ter bezichtiging van verschillende in aanlefe zijnde of voltooide wegdek-constructies in öo provincie Zuid-Holland. Eerst ging de tocht door het Westland. Om 9 uur des morgens vertrok het uit ongeveer 200 personen bestaande gezelschap met tonrauto's van de Maatschappij „Vios" van het Plein te Den Haag. Langs Laan van Meerdervoort en Pioenweg werd naar Kijkduin en vandaar naar Loosduinen gereden. Naar wij vernamen werd deze omweg gemaakt met het oog op het ver keersgevaar, dat het negental groote autobus sen op den smallen Haagweg zou veroorzaken. Een bewijs, dat het ook in den Haag met de wegen voor het doorgaand verkeer nog niet ge heel in orde is. Over Capave, koud-asphalt, asphaltbeton, teer- basaltlava, topeka, Schröder-asphalt en Gou- daliet altemaal met elkaar concurreerende wegdekconstructies, waarvan pas na verloop van een grooter aantal jaren de meerdere of mindere voortreffelijkheid en houdbaarheid kan blijken, reden de excursisten langs Wate ringen, Naaldwijk, Honselersdijk, Poeldijk, Mon ster, 's-Gravenzande, Naaldwijk, de Lier en den Hoorn naar Delft. Onderweg werd telkens halt ge-houden om de diverse wegdek-constructies te bezichtigen. In Naaldwijk werd het gezelschap door de „Commissie voor W'estlandsehe belangen" ontvangen in het ruime Veilingsgebouw. De burgemeester van Naaldwijk, de heer Th. Eisen, verwelkomde de excursisten namens de commissie voor Westlandsche Belangen. Nadat de voorzitter der vereeniging, ir. J. J. Stieltjes, den burgemeester had dank gezegd voor zijn begroeting, werd den aanwezigen een morgendrank en natuurlijk ook een portie heerlijke druiven, de roem van het Westland aangeboden. De joviale gastheeren hadden bo vendien nog voor 'n aardige attractie gezorgd. Er werd namelijk voor de bezoekers een imi tatieveiling georganiseerd, waarbij aan dege nen, die, terwijl de veilingwijzer draalde, deze door 'n druk op de knop in de koopersban- ken op het vooraf opgestelde cijfer deden stil staan, nog een kistje of mandje druiven mee naar huis werd gegeven. Als wij den tocht door het Westland nog eens nagaan, dan valt het ons op, dat bUna alle verbeterde wegen in de richting West- Oost loopen, terwijl het Westland toch zoo groote behoefte he^Jt aan een goeden weg naar het Zuiden, naar de havens van Rotter dam, voor den export naar Engeland. Zijn wij wel ingelicht, dan hebben de autoriteiten deze behoefte ook reeds gevoeld en moet het in de bedoeling liggen hij de komende herziening van het Rijkswegenplan daarin te voorzien. Dit zou zeker een groote uitkomst zijn voor het nijvere Westland. Nadat de excursisten in de Stadsdoele te Delft het noenmaal hadden gebruikt, werd on der leiding van ir. J. de Booy Jr., directeur van Openbare Werken te Delft, de in aanbouw zijn de brug over het Provinciaal Kanaal te Delft bezichtigd. De weg waarin deze brug wordt aangelegd, vormt de verbinding van Delft met den groote nieuwen weg den Haag-Rotterdam. Over laatstgenoemden weg, werd terugge reden naar den Haag. Met een thee in hotel „Boschhek" eindigde deze interessante excursie. HET ENGELSCH AAN DE R. K. UNIVERSITEIT RUSTOORD VOOR VOLWASSENEN. De R.-K. Bon-d voor Groote Gezinnen, afdee- ling Amsterdam, die reeds lang de behoefte gevoelde aan een Rustoord, waar volwassenen tegen een matige vergoeding konden worden ondergebracht tot herstel van krachten en aan zijn Stichting R.-K. Vacantle- en Rustoord „St. Antonius" opdracht had gegeven een der gelijk Rustoord voor te bereiden, kan thans op resultaat wijzen. Het R.-K. Vacantie- en Rustoord „St. Anto nius" is er n.l. in geslaagd met medewerking van de St. Josephsgezellen-Vereeniging de ex ploitatie van een Rustoord voor Volwassenen per 1 October a.s. aan te vangen. Het dezen zomer door de St. Joseph-Gezellen-Vereeniging geëxploiteerde Vacantie-oord „De Liebaard", te Apeldoorn, zal vanaf 1 October tot 1 Juni voor rustbehoevenden (voorloopig uitsluitend vrouwelijke) boven de 16 jaar openstaan. De exploitatie geschiedt door het R.-K. Va cantie. en Rustoord „St. Antonius", Stichting van den R.-K. Bond voor Groote Gezinnen, afd. Amsterdam, terwijl de dagelijksche leiding berust bij de Eerwaarde Noorsche Zusters. Aanvragen en nadere inlichtingen bij het R.-K. Vacantie- en Rustoord „St. Antonius", Prinsengracht 752. VERDRONKEN Te Waarland is het 3-jarig zoontje van den heer M. Zwagerman in een onbewaakt oogen- biik bij de ouderlijke woning te water geraakt en verdronken. Benoeming van een lector te wachten Naar men ons mededeelt, is binnenkort de Qfficieele benoeming te wachten van den heer W. A. G. Doyle Davidson B. A., tot lector in de Engelsche taal en letterkunde aan de R.-K. Universiteit te Nijmegen. KNAAPJE DOOR DE TRAM VERMORZELD Gistermiddag heeft op de Koninginnegracht te 's Gravenhage een ernstig ongeluk plaats gehad. De tienjarige J. T. uit cle Bankastraat was daar ter hoogte van de Sumatrastraat aan het spelen, toen hij, juist op het oogenblik dat een t-ramwagen van lijn 9 passeerde van achter een boom vandaan kwam en overreden werd. Het deerlijk verminkte lijkje is door den ge neeskundigen dienst naar het ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht. HET GEHEIM VAN DEN POSTTR031MEL- DIEFSTAL! Twee verdachten in am: DE ROYALE LEEFWIJZE DIE ARGWAAN WEKTE In Maart 1929 heeft in de Sacksen Weimar- laan te Amsterdam een geheimzinnige diefstal plaats g-ehad. Voor het wijk-postkantoor aldaar stond een postauto, waarvan de chauffour naar binnen was gegaan om een geldtrommel te halen. Toen hij weer buiten kwam, was de auto verdwenen. Hij werd later teruggevonden op het August Allebéplsin. De safe, die zich binnen In den auto bevond, was verbroken en een posttrein- mei met een inhoud van 9900 afkomstig van het postkantoor in de van Eeghenstraat was ontvreemd. Nadat de recherche, langen tijd tevergeefs naar waardevolle aanwijzingen heeft gezocht, is zij er eergisteren toe over gegaan twee man nen te arresteeren tegen wie zij het sterke vermoeden heeft, dat zij meer van het zaakje af weten. Het zijn een chauffeur van de Posterijen en zijn zwager, een metselaar. Meer kan, de politie op het oogenblik niet meedeelen. De „Tel." weet echter nog te melden, dat de royale leefwijze der beide mannen argwaan heeft gewekt. ZIJ ontkennen tot nu toe halsstarrig iets van het geval af te weten, doch worden in arrest gehouden. ZIJN BAKFIETSEN RIJWIELEN? Of andere voertuigen? De A.N.W.B. en de K.N.A.C. hebben een adres gezonden aan den minister van Water staat naar aanleiding van de uitspraak van den Hoogen Raad volgens welke een di'iewiëlig voertuig (carrier of bakfiets) voor wat betreft da toepassing van art. 66, lid 1, van het Motor en Rijwielreglement, wordt gelijk gesteld met een rijwiel. Zij zetten daarin uiteen, welke bezwaren "die uitspraak oplevert voor wiel rijders, daar die driewielers hierdoor van de rijwielpaden mogen en op bepaalde wegen zelfs moeten gebruik maken. Zij verzoeken in ver band daarmede den minister het daarheen te willen leiden, dat die driewielers zoo spoedig mogelijk zullen worden aangemerkt als andere voertuigen dan rijwielen. DOODELIJKE AANRIJDING. Twee weken hechtenlsstraf De rechtbank te Breda veroordeelde gisteren A. C. B. uit Ginniken, die in Maart j.l. met zijn auto op den rijksweg Breda-Oosterhout drie arbeiders aanreed, die allen aan de bekomen verwondingen overleden, tot twee weken hech- tenisstraf. De eisch was 5 maanden hechtenis. DE INBRAAK BIJ DE FIRMA JULLIEN Geschrokken van het alarmsignaal Men meldt ons uit Amsterdam: Nader vernemen wij, dat een der beruchte inbrekers, een zekere G. is, die onlangs uit de gevangenis te Scheveningen is ontvlucht, terwijl de andere inbreker, K. «en der mede plichtigen was van de groote inbraak bij de firma Begeer. G. deelde de politie mede, dat hij nog nimmer zoo geschrokken was als in den afgeloopeii nacht, toen het alarmsignaal bij de firma Jullign in werking kwam. Rondrit va» H. M. door de stad Bij de officiëele opening van de zeehaven te Dordrecht, welke gisteren door H. M. de Ko ningin plaats vond, werd nog het woord ge voerd door den heer C. J. van Helden voor zitter der Kamer van Koophandel voor Dor drecht en Omstreken, die o.m. hulde bracht aan den heer S. M. Hugo van Gijn, die vele jaren als lid van de Tweede Kamer de Dordt- sclie belangen heeft gediend en de verwezenlij king der havenplanuen zoo beduidend nader bij bracht. Tevens noemde spr. nog de namen van de Dordtsche burgemeesters Wichers en Wytema, die zich voor de havenplannen ver dienstelijk hebben gemaakt en wier noeste ar beid thans beëindigd wordt door het in bedrijf brengen van de haven-outillage. Spr. besloot zijn toespraak met H. M. de Koningin eerbiedig dank te brengen voor de belangstelling voor het Dordtsche haven bedrijf. Toen 1-Iare Majesteit de handle in beweging bracht, waardoor het sein voor de opening werd gegeven, zetten zich de verschillende machines in beweging en nam de arbeid in de haven officieel een aanvang. Na de openingsplechtigheid stond een rond rit door de stad op het programma. Hartelijk toegejuicht door de bevolking ïeed de Konink lijke familie door de rijk versierde straten. De rondrit door de stad duurde ongeveer drie kwartier; na afloop werden thee en verver- schingen aangeboden in bet Museum van Gijn aan do Nieuwehaven, waar tevens gelegenheid was een kleine tentoonstelling te bezichtigen. Zoodra de Koningin op het Raadhuis was ge arriveerd en aldaar plaats genomen had onder een baldakijn, trok de historische optocht, voorstellende liet bezoek van Prins Frederik en Prinses Amalia van Solms aan Dordrecht in 1631 voorbij. Te kwart over zes vertrok de Koninklijke familie uit Dordrecht. Het gala-diner t Om half acht had in gebouw Kun -U een gala-diner plaats, waaraan ongeveer 250 gasten aanzaten, o.w, Z. K. H. Prins Hendrik. De burgemeester van Dordrecht bracht een dronk uit op H. M, de Koningin, op de leden van het Koninklijk Huis en op de hoofden van alle Staten, waarvan afgevaardigden aanwezig waren, Ook bracht spr. een woord van dank aan Z. IC. H. Prins Hendrik aan Minister Mr. P. J. Reymer, aan Jhr. Dr. H. A. van Karnebeek en aan de gasten uit Frankrijk, Zwitserland, Dultscbland en Engeland. Minister Reymer bood namens de regeering de beste wenschen voor de Zeehaven van Dor drecht aan. Hij gaf de verzekering, dat de regeering van plan is alles wat in de betreffen de wet is neergelegd ten uitvoer te brengen. De begrooting van "Waterstaat, die ingediend zal worden, zal daarvan het bewijs leveren. Spr. eindigde met en woord van hulde voor de activiteit van het gemeentebestuur. Verder spraken nog wethouder Dicke, Dr. Fuchs ober-regiering-prhsident van de Pro vincie Rijnland, mede namens de stad Diissel- dorf en de Duitsche gasten, wethouder van Huiden, de Regierungsrat van het Kanten Basel, Mr. Pary uit Londen, de voorzitter der Kamer van Koophandel uit Straszburg, de heer E. Heldring, voorzitter der K. v. K. voor Am sterdam, de heer II. Stulemeyer, burgemeester van Schiedam, de heer v. d. Lugt, namens de K. v. K. te Rotterdam. Deze zeide, dat de K. van IC. te Rotterdam diep respect had voor het werk dat met zoo'n geestdrift hier tot stand is gekomen. Handel nijverheid en scheepvaart ontwikkelen zich daar, waar economisch gunstige voorwaarden worden gevonden. Door de resultaten van het streven en den arbeid van Dirdreeht en door den verbeterden vaarweg, benevens door den aanleg dezer modern geoutilleerde haven zijn perspectieven geopend, die de hier reeds aan wezige ontwikkelingsmogelijkheden krachtig kunnen bevorderen. Verbetering van verkeerswegen, naar een ha ven zal haar altijd ook nader binnen de wer kingsfeer van andere havens brengen; zeker doet zich het geval voor met de nieuwe Dordt- sche haven en Rotterdam. Beide in hetzelfde zeehavengebied tusschen Hoek van Holland en Dordrecht gelegen. Een groote toekomst kan voor dat heele ge bied weggelegd zijn, zoo rijk aan terreinen voor industrieën, door vaarwegen voor schepen van allerlei type omsloten. Voor industrialisatie toch zijn alle factoren aanwezig en van haar zal veel voor de toekomst der zeehavens in dit gebied afhangen. Reeds werd een groot deel van bet nationale vermogen aan dit gebied vastgelegd, maar niet temin spreekt de IC. van K. voor Rotterdam, als haar overtuiging uit, dat verdeeling van eco nomische krachten over dit ruime gebied voor geen der deelen verspilling behoeft te zijn, in dien in onderling verband als één geheel de verdere ontwikkeling kan plaats grijpen. Met een dronk gewijd aan de ontwikkeling van dit heele gebied als een nationaal belang, waarop door de energie van Dordrecht thans aller oogen gevestigd zullen zijn, eindigde deze spreker. Hierna sprak nog Mr. Dr. W. Frowein, di recteur van de Staatsmijnen te Heerlen en de heer P. Haffmans, voorzitter der K. van K. voor Zuid-Limburg. Hierna sprak de burgemeester van Dordrecht te ongeveer half twaalf een slotwoord. Hiermede was deze glorieuze dag voor Dor drecht geëindigd. Heden werd door de genoodigden met liet s.s. Mecklenburg van de maatschappij 2eeJaud een boottocht gemaakt door den Dordischen waterweg naar zee om via den Rotterdamschen waterweg naar zee weer terug te keeren. PASTOOR DR. A SMITS De zeereerw. zeergel. heer dr. Ant. Smits, Pastoor der St. Aiina-parochie te Breda, heeft volgens een nader bericht in „Sancta Maria" om gezondheidsredenen eervol ontslag aange vraagd uit zijn bediening. MOTOR TEGEN STILSTAANDEN WAGEN GEREDEN Bestuurder en duorijder waren beschonken Do machinisten IC. en S., beiden afkomstig uit Roosteren reden met liun motor tusschen Enschot en Quatre Bras tegen een boerenwagen op. Beide berijders werden van den motor ge slingerd. De bestuurder K. kreeg een wonde aan het been, alsmede een versplinterde knie schijf; S. liep een hoofdwonde op. Beiden wer den per auto naar het Ziekenhuis te Tilburg overgebracht. De laatste kon, na verbonden te zijn weer vertrekken. IC. wordt nog in het Ziekenhuis verpleegd. Tegen hem is proces verbaal opgemaakt. Het zoo goed als nieuwe motorrijwiel werd vrijwel geheel vernield. AUTO TEGEN EEN BOOM De inzittenden zonder letsel Te Lent bij Nijmegen is gisterenmiddag ter hoogte van het viaduct de auto van den heer H. uit Velp met groote vaart tegen een boom gebotst. De auto werd geheel vernield. De in zittenden bekwamen wonder boven wonder geen letsel. MET EEN BIJL IN DE HAND GEHAKT. Vrouw G. uit Standaarbuiten had bij-het hout hakken het ongeluk zich ernstig aan de hand te wonden, zoodat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Do behandelende geneesheer vreesde voor bloedvergiftiging. ZIJN VRIEND PER ONGELUK GESCHOTEN De heeren M. S. en Sm. waren in de bos- schen onder het gehucht Westerwijk te Hil- vareubeek op de patrijzenjacht. Toen de eerste op een gegeven moment een vogel onder schot kreeg en aanlegde, kwam Juist zijn vriend achter een heuvel opduiken, waardoor deze op een afstand van ongeveer 40 M. het sohot hagel In het gelaat kreeg. Ziju rechteroog werd ernstig aangedaan. In allerijl is de getrof- feno naar het Ziekenhuis te Den Bosch overge bracht. BRAND, Te Klazinga (Fr.) is de woning van A. van Halen in vlammen opgagaan. Er is niets gered. Ook verbrandden 2500 K G. hooi. Alles was ver zekerd. LIJK HERKEND. Het dezer dagan dooi' de stoomloodsboot no. '5 voor gaaits van IJnuiiden opgeviseht en aldaar aan land gebracht lijkn van 'n onbeken de dame is thans herkend als te zijn van mej. T. I. P. te Aerdeuhout (bij Haarlem). Naar het Engelsch van GRAY NICK Vertaling van JAO. J. SCHOON 68) Dat ge u vergist miss, antwoordde Dorfkey, die haar kalmte herkregen had, met vaste stem. Dat schilderij daar heeft uw zinnen be goocheld. Bedenk toon eens, dat die zooge naamde verschijning een onmogelijkheid is, daar behalve miss Olara Day en mijn persoon geen vrouwelijk wezen in dilt huis verblijf houdt. Dat is nog de vraag, meende Capitola, want wat ik met mijn eigen oogen gezien heb, dat laat i/te mij niet uit het hoofd praten. Och wat, het was zinsbedrog, niets ancler3 dan zinsbedrog, zeide de oude. Of z.ijt ge mis schien zoo kinderachtig, om aan spoken te ge. looven? Al die onnoozele geruchten, dat het hier in huis spookt, zijn niets dan uitstrooisels van domme lieden. Nochthans, voegde zij erbij, verzoek ik u dringend, tegenover miss Day ervan te zwijgen. Het arme kind zou maar tang worden, en dat zou er waarlijk niet toa bijdragen, haar het verblijf in deze eenzaam- beid, dat haar toch al tegen de borst stuit, te veraangenamen. Indien u iets aan de ge moedsrust van miss Clara gelegen ligt, wat ik wel durf veronderstellen, spreek dan met haar niet over deze dingen. Goed, ik zal erover zwijgen, althans nu, beloofde Capitola nadat zij even had nage- tfedbt, ea zij wel inzag, dat haar arme vriendin nog banger zou worden, dan zij thans reeds was. Capitola volgde de oude naar de eetzaal, waar miss Olara reeds met het ontbijt op haar wachtte. Op Clara's vraag, of zij goed geslapen had, antwoordde Capitola bevestigend, alhoewel haar vermoeide oogen en haar 'buitengewone bleekheid duidelijk genoeg het tegendeel be. wezen. Na het ontbijt deed Olara haar nieuwe vrien din uitgeleide tot aan de binnenplaats, waar Capitola op haar pony sprong en afscheid nam met de belofte, haar bezoek spoedig te zullen hervatten. Craven was ontzichtbaar gebleven, wat de twee vriendinnen niets dan aangenaam was, daar zij nu de laatste minuten van haar hijeen- zijn, ongehinderd hadden kunnen praten. Tot zeer spoedig weerzien! riep Clara haar vriendin na. Moge ze nooit terugkomen! bromde de oude Dorkey. XXX. HET EEN OF HET ANDER. Denzelfden dag, twee of drie uur nadat Capitola „het verborgen huls" verlaten -had, kwam kolonel Gabriel Lenoir, zooals hij trou wens reeds had doen weten, uit Washihngton terug. Dorkey was de eerste, die hom In den weg trad, om hem mede te deelen, dat Capitola Black van Warfieldsihouse daar geweest was en overnacht had. Het was vergeefsche moeite, sir, haar at te wijzen, zeide zij. Het jonge meisje had maling aan al mijn bedenkingen. Zij bezit een buitengewone hoeveelheid wilskracht en eigenzinnigheid. Zij stond erop, miss Day te bezoeken: ik kon het haar niet beletten. Gabriel Lenoir geraakte zoo ongeveer buiten zicihzelven van woede. Hij stampte met den voet op den grond en braakte vreeselijke vea> wenschingen uit; het meest verbolgen was hij op zichzelf of juister gezegd, op het grillige toeval, dat hij juist niu afwezig moest zijn. Welk een schitterende gelegenheid liet ik ontsnappen! mompelde hij. Vervloekte tegen slagen! Als 11c hier geweest was, had ik thans d'ien luien schurk van een Mac Donald niet meer noodag gehad, die zijn woord niet houdt! Dan was zijn hulp overtocdig! Toen Dorkey hem vertelde wat Capitola haar van de nachtelijke verschijning gezegd had, en dat zij een ring vermiste, klom de toorn van den kolonel tot razernij. Hij gaf de oude hevel, met niemand in huis erover te sprekenalsdan begaf hij zich naar zijn kamer, waar hij zich den geheelen dag opsloot. Tegen den avond liet hij zijn zoon hij zich komen. Beiden bleven alleenzij schenen door een belangrijke beraad slaging in beslag genomen, want miss Clara werd dien avond aan de theetafel niet door hen lastig gevallen. Blijde, van h.un hoogst onaangenaam gezelschap ontslagen te zijn, ging zij na de thee- direct naar haar kamer en naar bed. Een herig rumoer in de kamer boven haar, wekte haar omstreeks middernacht uit den slaap. Verschrikt richtte Clara ziah in haar bed op. Zij luisterdie. Nu drong een luide gil, een kreet om hulp, uitgestootc-u door een vrouw, tot haar door. Een tweede gil volgde op dezen, eersten: dan trad gedurende een oogenblik een drukkende, akelige stilte in. Spoedig daar. na vernam Olara het gerucht van voetstappen. Het leek, of verscheidene personen in de kamer daar handgemeen waren, een stoel werd om. geernieten, een ander verschoven. Men scheen boven te worstelen; iemand te willen over weldigen. Clara beefde over haar geheele lichaam. In het volgend oogenblik hoorde zij boven zich deuren open- en dichtdoen. Dan vernam zij gestommel, alsof een zwaar lichaam over de trappen naar beneden gesleept weid. Zij kon diuiidelij'k onderscheiden, hoe 'het voor werp, dat men voortsleurde van trede tot trede bonsde, terwijl tegelijkertijd de voetstappen van verscheidene personen zwaar en ongelijk matig als van Heden, die een zwaren last voort slepen, gehoord werd. Eenige seconden later vernam zij het openen van de groote huisdeur, en eindelijk liet ratelen van een rijtuig» dat zich snel verwijderde»^ Olara's angst was onbeschrijfelijk. Haast op het punt om krankzinnig te worden, trok zij de dekens over haar hoofd, om toch maar niets meer te hooren. Het koude zweet parelde op haar voorhoofd en zij beefde over al haar leden, alsof zij de koorts had. Zij twijfelde er geens zins aan, dat er oen of andere vreeselijke mis daad, misschien wel een moord in huis gepleegd was. Wat had anders dat lawaai, dat doffe, onregelmatige heen en weer loopen in de kamer boven haar en vooral, die luide hulpkreten te beteekenen? Den volgendon morgen voel vroeger dan anders versoheen de oude Dorkey op haar kamer. Wel miss, zeide zij, dezen nacht zult gij wel eng ongerust geweest zijn, niet waar? Clara's uiterlijk sprak duidelijk genoeg, om haar van een antwoord te ontslaan. V weet natuurlijk niet, wat er is voor gevallen, ging de oude voort. Begrijp eens. miss, aan wolk gevaar gij gelukkig ontsuapt Zijt! Het was niets minder dan dat gij, en wij allen, thans waarschijnlijk vermoord zouden zijn, hetgeen kolonel Lenoir heeft verijdeld. Een schurk uit de bende van Mac Donald was ln het huls geslopen en had zich verborgen. Toevallig ontdekte de kolonel hem in de kamer bown u. Hij overmeesterde den gauwdief en ls nu met hem op weg naar Staunton, om hem af te leveren aan de gevangenis van dit dis trict. Doch, voegde Dorkey erbij, ik doe er wel licht niet goed aan, u, na dat alles, te ver schrikken. Misschien hebt gij wel niets gehoord. Ik hoorde ln elk geval een groot lawaai, stamelde Clara, ook meen ik een vrouwenstem gehoord te heltben, die om hulp riep. O, juist, dat was ik zelf, verzekerde Donkey zeer gevat. De ellendeling wilde mij worgen, toen ik hem ontdekte. En ge zeidet zooeven, dat de kolonel beun ondiakt had! Ja, stellig. De kolonel kwam erbij, maar ik was de eerste, die den roover zag. Doch sta nu, als 'het u belieft, op, miss, mister Craven zal u alles uitvoerig vertellen, indiieu gij er belang in stelt, waaraan ik niet twijfel. Het gevaar ls nu, Goddank, geweken, voegde zij er huichelachtig aan toe, maar lik huiver nog, als ik eraan denk, wat voor ons allen daaruit had kunnen voortvloeien. Clara keerde zich vol afschuw van het oude wijf af. Mijn God, dacht zij, in wclik huis, onder welke mensohen ben ik terecht gekomen? Er werd een afgrijselijke misdaad gepleegd, d'lt staat vast. Welke? Dat weet Ik niet! Wie was bel slachtoffer? O, het zal eenmaal aan het licht komen, daaraan twijfel ik niet! Zij wil mijn argwaan afleiden, maar in haar gezicht, in haar blik, in haar slecht bedachten uitvlucht ligt klaar en openlijk het bewijs van schuld. Miss Day kleedde zich vlug aan, om zich, volgens de ultnoodlging van Dorkey, naar de eetzaal te begeven. Het jonge meisje besefte zeer goed, dat zij voorloopig den schijn moest aannemen, alsof ze aan het verhaal van Dorkey geloof hechtte, wilde zij zich niet aan het ge vaar blootstellen, om wellicht als lastige mede weetster van hetgeen er gebeurd was, zelf ook uit den weg te worden geruimd. Craven Lenoir vertelde haar aan het ontbijt ongeveer hetzelfde verhaal, dat zij reeds van de oude Dorkey had gehoord. Het is een gevaarlijke bandiet, die mijn vadér en ik dezen nacht gevangen hebben, zeide hij. Wat een geluk, dat wij hem ont dekten! Wellicht zou hij het er niet bij gelaten hebben, ons enkel maar te bestelen, want de kerel was tot aan de tanden gewapend. En zelfs zijn tanden gebruikte hij ook nog als wapen, voegde Dorkey eraan toe, zooals u aan mijn hand kunt zien, waarin de ellende ling beet, toen hij zich overweldigd zag. Clara kon zich slechts met de uiterste In spanning den schijn geren, alsof zij het ver dichtsel van Craven Lenoir geloofde, die het gesprek inmiddels handig op andere onder werpen bracht, en zich zichtbaar alle moele gaf, om zijn nicht te verstrooien. Na het ontbijt, verzocht hij haar plotseling, hem een gesprek onder vier oogen toe te staan, en zonder eerst haar inwilliging af te wachten, zond hij de oude Dorkey weg. Olara, begon hij, wat ik u te zeggen heb, is eigenlijk slechts een herhaling, van hetgeen gij reeds zoo vaak uit mijn mond gehoord hebt; het zijn de drie kleine en toch zoo gewichtige woorden: Ik bemin u! En ik sir, riep Clara ten zeerste veront waardigd uit, ik herhaal u, wat ook gij reeds weet, dat ik zulke taal niet hooren wij, dat ik ze niet hooren mag, want mijn hart behoort een ander. Uw hart, Clara?...- Welnu, dat zal ik weten te veroveren, als uw hand mij maar eerst toebehoort, antwoordde de zoon van den kolonel met belachelijke beslistheid en zeker heid. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6