I
FEUILLETON
CAFITOLA.
MANOEUVRES IN DE PEEL
VRIJDAG 2<? PFVTFMBER 1930
„HET NEDERLANDSCHE WEGEN
CONGRES"
DQODELIJK ONGELUK
DE OPENING DER DORDTSCHE
ZEEHAVEN
EEN OVERWINNING DER
BLAUWE PARTIJ
Grootere belangstelling bij de manschappen
Horst, 25 September 1930.
Toen de leider van de manoeuvres, de com
mandant van het> veldleger tegen elf uur einde
van de oefening liet blazen, hadden de blauwe
troepen Horst genomen en drongen de roede
tegenpartij Zuidwaarts, want toen deze in het
midden van zijn stelling dit belangrijke stand
punt kwijt was, moesten de vleugels ook terug.
Had dus de blauwe partij succes, groot mag
het als resultaat van 24 uur strijd niet genoemd
worden, gezien de overwegende sterkte. In de
blauwe partij zat geen gang en er was te wei
nig drang tot voorwaarts gaan.
De roode troepen beschikten maar, zooals we
gisteren schreven, over een regiment infan
terie, terwijl de blauwe partij drie regimenten
sterk was. De lichte brigade, het verkennend
orgaan van de roode partij was echter sterker
dan de geformeerde lichte troepen der blauwen,
De lichte brigade bestond uit een regiment
cavalerie van 800 man, een bataljon wielrijders
op oorlogssterkte, rijdende artillerie, de kolo
niale reserve die op auto's vervoerd werd en
twee pantserwagens.
De opdracht aan de lichte brigade was de
verkennende organen van blauw terug te wer.
pen, waardoor de roode hoofdmacht gelegenheid
zou krijgen een stelling in te richten ten Noor
den van Horst.
In tegenwoordigheid van den Minister van
Defensie nam deze strijd een aanvang.
Gesteund door het vuur der mitrailleurs en
der rijdende artillerie trokken de huzaren over
de Lollebeek en de blauwen moesten den terug
tocht aanvaarden.
Dit voorwaarts rukken, dat we slechts op
enkele punten van het 6 K.M. breede front kon
den aanschouwen gaf ^n beeld, dat de werke
lijkheid zeer nabij kwam.
Intusschen rukte de blauwe hoofdmacht met
een regiment in de voorhoede van Overloon
over Venray Zuidwaarts. Teneinde de infante
rie te beveiligen tegen vijandelijke artillerie
waren bij het station Venray opgesteld de bat
terij van 10 c.M. en de zware houwitsers van
15 c.M. ten Zuiden van Overloon. De veldar
tillerie bestaande uit kanonnen van 7 c.M. rukte
met de infanterie op en wisselde steeds van
«telling.
In dit bedekte terrein was daarvan echter
weinig te zien, alhoewel de belangstelling van
het publiek zeer groot was.
Toen het teruggaan der blauwe lichte troe
pen, mede door het oprukken der blauwe hoofd
macht tot staan was gebracht, mooht verwacht
worden, dat dadelijk de aanval op de roode
lichte brigade zou zijn ingezet, maar hiervan
kwam niet veel. De commandant van Rood
had dan ook volop gelegenheid de lichte bri
gade terug te trekken cn daarmede zijn linker
vleugel te verlengen, tot het dorpje Amerika
in de Peel, waardoor niet slechts een breed
front verkregen werd, maar ook zijn niet aan
geleunde vleugel uitstekend werd beschermd.
Waar ieder nu als het ware wachtte op het
voorwaarts gaan van blauw geschiedde er den
geheelen middag weinig.
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses
Juliana zagen dan ook niet veel beweging en
volstonden met ieder afzonderlijk verschillende
commandoposten, batterijen en troepenafdeelin-
gen te bezoeken. Het groote doel van deze oefe
ningen aan de troepen nu eens beweging te
verschaffen, zoodat buiten den nacht niet uren
en uren op dezelfde plaats moest worden door
gebracht is daardoor niet bereikt.
Toen gisteren de duisternis viel, had rood
zijn stelling loopende van Z. W. naar N. O.
ongeveer een K.M. ten Noorden van den straat
weg HorstAmerika behouden.
De troepen van beide partijen, die ter plaatse
waar ze zich bevonden, hun middagmaal ont
vingen, werden door de troepen-commandanten
zoo goed mogelijk gelegerd. Waar gelegenheid
bestond, werden heele afdeelingen onderge
bracht in groote schuren van boerderijen, z.g.
alarmkwartieren, maar vele anderen moesten
genoegen nemen met een eenvoudig bivak,
vooral in de voorste lijn, waar gezorgd moest
worden voor bewaking. Dit viel niet erg mee,
want tegen middernacht nam ook het mooie
weer een einde. Was op den dag de tempe
ratuur voor dit jaargetijde warm, tegen 12 uur
begon het te regenen en toen dit na 'n paar
uur ophield, was het veel kouder geworden.
Klachten hebben we echter niet gehoord, da
stemming onder de manschappen was best.
Tengevolge van den regen waren allen, die er
niet voor dienst wezen moesten, van het ma
noeuvre-terrein verdwenen en konden nachte
lijke ondernemingen dus ongestoord geschie
den, zonder door belangstellenden verraden te
worden.
Een compagnie roode infanterie werd uitge
zonden om de voorposten rechts en links van
den straatweg HorstVenray te overvallen.
Een pracht-opdracht voor de Limburgers, die
Uitstekende soldaten zijn. Zonder veel gerucht
rukten ze in den nacht op en succes bleef niet
uit, mede als gevolg van de slechte waak
zaamheid der blauwen. In plaats van alle toe
gangen en in het bijzonder de wegen af te
sluiten met mitrailleurs, had de commandant
DE MANOEUVRES„nog nieuws van 't front?"
zijn troep een honderd meter van den weg in
een schuur ondergebracht. De posten werden
direct overrompeld en natuurlijk ook de rus
tende afdeeling en dan ging het voorwaarts,
totdat een batterij van vier kanonnen van 7
c.M. en een sectie infanterie geschut van twee
kanonnen van 6 c.M. genomen was, die zich
bevond bij de Lollehut, het punt waar des
morgens de oefening begonnen was. Het was
alles heel stil gebeurd, zonder dat de blauwen
gelegenheid hadden gehad alarm te maken. De
roode partij had hierdoor dus een groot gat
gemaakt in de beveiligende linie en de weg
naar de rustende hoofdtroepen lag open.
In werkelijkheid zou er natuurlijk geen
sprake van zijn geweest ,dat blauw zich daar
direct van herstellen kon. Met het oog op de
oefening, die toch voortgang moest hebben,
werd door de hulpleiders alleen het feit ge
constateerd, en werd er bepaald, dat de toe
stand zou blijven zooals ze was voor deze ge
slaagde raid.
Bij het aanbreken van den dag was het weer
overal levendigheid. Heel genoeglijk stonden
de soldaten buiten toilet te maken en waar do
mogelijkheid bestond werd de scheiding in het
haar juist getrokken voor den ronden uitkijk-
spiegel van den vrachtauto, die voorbij kwam
en op verzoek even stil hield.
Maar ook nu werd de aanval van blauw
eerst tegen negen uur, dus vrij laat, ingezet.
Wel liet reeds veel eerder het kanon zich
hooren, waardoor de roode linie onder vuur
werd genomen, maar daarbij bleef het.
Toen de avond echter begon kwam er ein
delijk beweging. De vliegtuigen die den vori-
gen dag slechts verkend hadden namen thans
met een escadrille aan de oefeningen deel.
De oefening, die heel wat drukte in de Prei
gebracht had was daarmede geëindigd.
Nabetrachting
Wanneer we de oefening als geheel nog eens
nagaan, dan kan niet anders gezegd worden
dan dat de geest in den troep uitstekend was.
Ook de belangstelling voor de oefening onder
de manschappen was volgens de verklaring
van vele officieren grooter dan vroeger, ter
wijl men over het algemeen beter op de hoogte
was van hetgeen er geschiedde. Dit jaar waren
er voor het eerst aan alle deelnemers kaartjes
uitgereikt, waarop de stand der troepen bij
het begin van de oefening duidelijk was aan
gegeven. Door den fotografpischen dienst waren
deze kaarjtes in drie kleuren gedrukt en iedere
commandant kon dus op eenvoudige wijze den
man precies uitduiden waar hij zich bevond
en waar andere troepen afdeelingen zich op-
bielden. Het doel van de oefening, dat ook
was lagere commandanten en mansehappeu te
oefenen, is slechts voor een klein gedeelte
bereikt, doordat er te weinig beweging was. De
vraag mag dan ook worden gesteld of het geld
aan deze oefening besteed geen grooter rende
ment zou hebben, indien iedere divisie een deel
kreeg en in de gelegenheid werd gesteld in de
nabijheid der garnizoenen, desnoods ook door
samenvoeging van regimenten tot de oorlogs
sterkte bereikt was, enkele dagen meer zoo'n
oefening te houden. De geheele entourage van
een manoeuvre zou dan ontbreken en de hooge-
re troepenleiding zou de thans geboden gele
genheid om bevel te voeren missen, maar wij
meenen dat daarin nog wel te voorzien is op
andere wijze
Voor eenige duizenden soldaten is deze oefe
ning niet anders geweest dan een vervoer
per trein en een marcheeren van het eene punt
naar het andere, zonder dat er van een eigen
lijke oefeningen in ge vechts verband in de com
pagnie of bataljon sprake is geweest. Het
vraagstuk is heel lastig, maar wij meenen, dat
toch altijd oefenen van reserve officieren en
dienstplichtigen in on3 leger met den korten
diensttijd het voornaamste is.
Ten slotte moet worden erkend, dat voor
alles voor zoover dat tenminste was na te
gaan uitstekend gezorg.1 is. In dit opzicht kan
men na zoo'n oefening vertrouwen hebben in
de legerleiding. Ook wat het materiaal aangaat
biedt zoo'n manoeuvre een goede gelegenheid
om te zien, hoe wij op dit gebied vooruitgaan.
Goed geschut, goede wapens en uitstekende ver
bindingsmiddelen.
Wegdekconstructies in de provincie
Zuid-Rolland
DE VERBETERINGEN IN HET WESTLAND
Gisteren heeft de Vereeniging „Het Neder-
landsche Wegencongres" een excursie gemaakt
ter bezichtiging van verschillende in aanlefe
zijnde of voltooide wegdek-constructies in öo
provincie Zuid-Holland.
Eerst ging de tocht door het Westland. Om 9
uur des morgens vertrok het uit ongeveer 200
personen bestaande gezelschap met tonrauto's
van de Maatschappij „Vios" van het Plein te
Den Haag. Langs Laan van Meerdervoort en
Pioenweg werd naar Kijkduin en vandaar naar
Loosduinen gereden. Naar wij vernamen werd
deze omweg gemaakt met het oog op het ver
keersgevaar, dat het negental groote autobus
sen op den smallen Haagweg zou veroorzaken.
Een bewijs, dat het ook in den Haag met de
wegen voor het doorgaand verkeer nog niet ge
heel in orde is.
Over Capave, koud-asphalt, asphaltbeton, teer-
basaltlava, topeka, Schröder-asphalt en Gou-
daliet altemaal met elkaar concurreerende
wegdekconstructies, waarvan pas na verloop
van een grooter aantal jaren de meerdere of
mindere voortreffelijkheid en houdbaarheid
kan blijken, reden de excursisten langs Wate
ringen, Naaldwijk, Honselersdijk, Poeldijk, Mon
ster, 's-Gravenzande, Naaldwijk, de Lier en den
Hoorn naar Delft. Onderweg werd telkens halt
ge-houden om de diverse wegdek-constructies te
bezichtigen.
In Naaldwijk werd het gezelschap door de
„Commissie voor W'estlandsehe belangen"
ontvangen in het ruime Veilingsgebouw.
De burgemeester van Naaldwijk, de heer Th.
Eisen, verwelkomde de excursisten namens de
commissie voor Westlandsche Belangen.
Nadat de voorzitter der vereeniging, ir. J.
J. Stieltjes, den burgemeester had dank gezegd
voor zijn begroeting, werd den aanwezigen een
morgendrank en natuurlijk ook een portie
heerlijke druiven, de roem van het Westland
aangeboden. De joviale gastheeren hadden bo
vendien nog voor 'n aardige attractie gezorgd.
Er werd namelijk voor de bezoekers een imi
tatieveiling georganiseerd, waarbij aan dege
nen, die, terwijl de veilingwijzer draalde, deze
door 'n druk op de knop in de koopersban-
ken op het vooraf opgestelde cijfer deden stil
staan, nog een kistje of mandje druiven mee
naar huis werd gegeven.
Als wij den tocht door het Westland nog
eens nagaan, dan valt het ons op, dat bUna
alle verbeterde wegen in de richting West-
Oost loopen, terwijl het Westland toch zoo
groote behoefte he^Jt aan een goeden weg
naar het Zuiden, naar de havens van Rotter
dam, voor den export naar Engeland. Zijn wij
wel ingelicht, dan hebben de autoriteiten deze
behoefte ook reeds gevoeld en moet het in de
bedoeling liggen hij de komende herziening
van het Rijkswegenplan daarin te voorzien. Dit
zou zeker een groote uitkomst zijn voor het
nijvere Westland.
Nadat de excursisten in de Stadsdoele te
Delft het noenmaal hadden gebruikt, werd on
der leiding van ir. J. de Booy Jr., directeur van
Openbare Werken te Delft, de in aanbouw zijn
de brug over het Provinciaal Kanaal te Delft
bezichtigd.
De weg waarin deze brug wordt aangelegd,
vormt de verbinding van Delft met den groote
nieuwen weg den Haag-Rotterdam.
Over laatstgenoemden weg, werd terugge
reden naar den Haag.
Met een thee in hotel „Boschhek" eindigde
deze interessante excursie.
HET ENGELSCH AAN DE
R. K. UNIVERSITEIT
RUSTOORD VOOR VOLWASSENEN.
De R.-K. Bon-d voor Groote Gezinnen, afdee-
ling Amsterdam, die reeds lang de behoefte
gevoelde aan een Rustoord, waar volwassenen
tegen een matige vergoeding konden worden
ondergebracht tot herstel van krachten en aan
zijn Stichting R.-K. Vacantle- en Rustoord
„St. Antonius" opdracht had gegeven een der
gelijk Rustoord voor te bereiden, kan thans
op resultaat wijzen.
Het R.-K. Vacantie- en Rustoord „St. Anto
nius" is er n.l. in geslaagd met medewerking
van de St. Josephsgezellen-Vereeniging de ex
ploitatie van een Rustoord voor Volwassenen
per 1 October a.s. aan te vangen. Het dezen
zomer door de St. Joseph-Gezellen-Vereeniging
geëxploiteerde Vacantie-oord „De Liebaard",
te Apeldoorn, zal vanaf 1 October tot 1 Juni
voor rustbehoevenden (voorloopig uitsluitend
vrouwelijke) boven de 16 jaar openstaan.
De exploitatie geschiedt door het R.-K. Va
cantie. en Rustoord „St. Antonius", Stichting
van den R.-K. Bond voor Groote Gezinnen,
afd. Amsterdam, terwijl de dagelijksche leiding
berust bij de Eerwaarde Noorsche Zusters.
Aanvragen en nadere inlichtingen bij het
R.-K. Vacantie- en Rustoord „St. Antonius",
Prinsengracht 752.
VERDRONKEN
Te Waarland is het 3-jarig zoontje van den
heer M. Zwagerman in een onbewaakt oogen-
biik bij de ouderlijke woning te water geraakt
en verdronken.
Benoeming van een lector te wachten
Naar men ons mededeelt, is binnenkort de
Qfficieele benoeming te wachten van den heer
W. A. G. Doyle Davidson B. A., tot lector in de
Engelsche taal en letterkunde aan de R.-K.
Universiteit te Nijmegen.
KNAAPJE DOOR DE TRAM VERMORZELD
Gistermiddag heeft op de Koninginnegracht
te 's Gravenhage een ernstig ongeluk plaats
gehad. De tienjarige J. T. uit cle Bankastraat
was daar ter hoogte van de Sumatrastraat aan
het spelen, toen hij, juist op het oogenblik dat
een t-ramwagen van lijn 9 passeerde van achter
een boom vandaan kwam en overreden werd.
Het deerlijk verminkte lijkje is door den ge
neeskundigen dienst naar het ziekenhuis aan
den Zuidwal gebracht.
HET GEHEIM VAN DEN POSTTR031MEL-
DIEFSTAL!
Twee verdachten in am:
DE
ROYALE LEEFWIJZE DIE
ARGWAAN WEKTE
In Maart 1929 heeft in de Sacksen Weimar-
laan te Amsterdam een geheimzinnige diefstal
plaats g-ehad.
Voor het wijk-postkantoor aldaar stond een
postauto, waarvan de chauffour naar binnen
was gegaan om een geldtrommel te halen. Toen
hij weer buiten kwam, was de auto verdwenen.
Hij werd later teruggevonden op het August
Allebéplsin. De safe, die zich binnen In den
auto bevond, was verbroken en een posttrein-
mei met een inhoud van 9900 afkomstig van
het postkantoor in de van Eeghenstraat was
ontvreemd.
Nadat de recherche, langen tijd tevergeefs
naar waardevolle aanwijzingen heeft gezocht,
is zij er eergisteren toe over gegaan twee man
nen te arresteeren tegen wie zij het sterke
vermoeden heeft, dat zij meer van het zaakje
af weten.
Het zijn een chauffeur van de Posterijen
en zijn zwager, een metselaar. Meer kan, de
politie op het oogenblik niet meedeelen.
De „Tel." weet echter nog te melden, dat de
royale leefwijze der beide mannen argwaan
heeft gewekt.
ZIJ ontkennen tot nu toe halsstarrig iets van
het geval af te weten, doch worden in arrest
gehouden.
ZIJN BAKFIETSEN RIJWIELEN?
Of andere voertuigen?
De A.N.W.B. en de K.N.A.C. hebben een
adres gezonden aan den minister van Water
staat naar aanleiding van de uitspraak van
den Hoogen Raad volgens welke een di'iewiëlig
voertuig (carrier of bakfiets) voor wat betreft
da toepassing van art. 66, lid 1, van het Motor
en Rijwielreglement, wordt gelijk gesteld met
een rijwiel. Zij zetten daarin uiteen, welke
bezwaren "die uitspraak oplevert voor wiel
rijders, daar die driewielers hierdoor van de
rijwielpaden mogen en op bepaalde wegen zelfs
moeten gebruik maken. Zij verzoeken in ver
band daarmede den minister het daarheen te
willen leiden, dat die driewielers zoo spoedig
mogelijk zullen worden aangemerkt als andere
voertuigen dan rijwielen.
DOODELIJKE AANRIJDING.
Twee weken hechtenlsstraf
De rechtbank te Breda veroordeelde gisteren
A. C. B. uit Ginniken, die in Maart j.l. met zijn
auto op den rijksweg Breda-Oosterhout drie
arbeiders aanreed, die allen aan de bekomen
verwondingen overleden, tot twee weken hech-
tenisstraf.
De eisch was 5 maanden hechtenis.
DE INBRAAK BIJ DE FIRMA JULLIEN
Geschrokken van het alarmsignaal
Men meldt ons uit Amsterdam:
Nader vernemen wij, dat een der beruchte
inbrekers, een zekere G. is, die onlangs uit
de gevangenis te Scheveningen is ontvlucht,
terwijl de andere inbreker, K. «en der mede
plichtigen was van de groote inbraak bij de
firma Begeer. G. deelde de politie mede, dat
hij nog nimmer zoo geschrokken was als in
den afgeloopeii nacht, toen het alarmsignaal
bij de firma Jullign in werking kwam.
Rondrit va» H. M. door de stad
Bij de officiëele opening van de zeehaven te
Dordrecht, welke gisteren door H. M. de Ko
ningin plaats vond, werd nog het woord ge
voerd door den heer C. J. van Helden voor
zitter der Kamer van Koophandel voor Dor
drecht en Omstreken, die o.m. hulde bracht
aan den heer S. M. Hugo van Gijn, die vele
jaren als lid van de Tweede Kamer de Dordt-
sclie belangen heeft gediend en de verwezenlij
king der havenplanuen zoo beduidend nader
bij bracht. Tevens noemde spr. nog de namen
van de Dordtsche burgemeesters Wichers en
Wytema, die zich voor de havenplannen ver
dienstelijk hebben gemaakt en wier noeste ar
beid thans beëindigd wordt door het in bedrijf
brengen van de haven-outillage.
Spr. besloot zijn toespraak met H. M. de
Koningin eerbiedig dank te brengen voor de
belangstelling voor het Dordtsche haven
bedrijf.
Toen 1-Iare Majesteit de handle in beweging
bracht, waardoor het sein voor de opening
werd gegeven, zetten zich de verschillende
machines in beweging en nam de arbeid in
de haven officieel een aanvang.
Na de openingsplechtigheid stond een rond
rit door de stad op het programma. Hartelijk
toegejuicht door de bevolking ïeed de Konink
lijke familie door de rijk versierde straten. De
rondrit door de stad duurde ongeveer drie
kwartier; na afloop werden thee en verver-
schingen aangeboden in bet Museum van Gijn
aan do Nieuwehaven, waar tevens gelegenheid
was een kleine tentoonstelling te bezichtigen.
Zoodra de Koningin op het Raadhuis was ge
arriveerd en aldaar plaats genomen had onder
een baldakijn, trok de historische optocht,
voorstellende liet bezoek van Prins Frederik
en Prinses Amalia van Solms aan Dordrecht
in 1631 voorbij.
Te kwart over zes vertrok de Koninklijke
familie uit Dordrecht.
Het gala-diner
t
Om half acht had in gebouw Kun -U een
gala-diner plaats, waaraan ongeveer 250 gasten
aanzaten, o.w, Z. K. H. Prins Hendrik.
De burgemeester van Dordrecht bracht een
dronk uit op H. M, de Koningin, op de leden
van het Koninklijk Huis en op de hoofden van
alle Staten, waarvan afgevaardigden aanwezig
waren, Ook bracht spr. een woord van dank aan
Z. IC. H. Prins Hendrik aan Minister Mr. P. J.
Reymer, aan Jhr. Dr. H. A. van Karnebeek en
aan de gasten uit Frankrijk, Zwitserland,
Dultscbland en Engeland.
Minister Reymer bood namens de regeering
de beste wenschen voor de Zeehaven van Dor
drecht aan. Hij gaf de verzekering, dat de
regeering van plan is alles wat in de betreffen
de wet is neergelegd ten uitvoer te brengen.
De begrooting van "Waterstaat, die ingediend
zal worden, zal daarvan het bewijs leveren.
Spr. eindigde met en woord van hulde voor de
activiteit van het gemeentebestuur.
Verder spraken nog wethouder Dicke, Dr.
Fuchs ober-regiering-prhsident van de Pro
vincie Rijnland, mede namens de stad Diissel-
dorf en de Duitsche gasten, wethouder van
Huiden, de Regierungsrat van het Kanten
Basel, Mr. Pary uit Londen, de voorzitter der
Kamer van Koophandel uit Straszburg, de heer
E. Heldring, voorzitter der K. v. K. voor Am
sterdam, de heer II. Stulemeyer, burgemeester
van Schiedam, de heer v. d. Lugt, namens de
K. v. K. te Rotterdam.
Deze zeide, dat de K. van IC. te Rotterdam
diep respect had voor het werk dat met zoo'n
geestdrift hier tot stand is gekomen. Handel
nijverheid en scheepvaart ontwikkelen zich
daar, waar economisch gunstige voorwaarden
worden gevonden. Door de resultaten van het
streven en den arbeid van Dirdreeht en door
den verbeterden vaarweg, benevens door den
aanleg dezer modern geoutilleerde haven zijn
perspectieven geopend, die de hier reeds aan
wezige ontwikkelingsmogelijkheden krachtig
kunnen bevorderen.
Verbetering van verkeerswegen, naar een ha
ven zal haar altijd ook nader binnen de wer
kingsfeer van andere havens brengen; zeker
doet zich het geval voor met de nieuwe Dordt-
sche haven en Rotterdam. Beide in hetzelfde
zeehavengebied tusschen Hoek van Holland en
Dordrecht gelegen.
Een groote toekomst kan voor dat heele ge
bied weggelegd zijn, zoo rijk aan terreinen voor
industrieën, door vaarwegen voor schepen van
allerlei type omsloten. Voor industrialisatie
toch zijn alle factoren aanwezig en van haar
zal veel voor de toekomst der zeehavens in dit
gebied afhangen.
Reeds werd een groot deel van bet nationale
vermogen aan dit gebied vastgelegd, maar niet
temin spreekt de IC. van K. voor Rotterdam, als
haar overtuiging uit, dat verdeeling van eco
nomische krachten over dit ruime gebied voor
geen der deelen verspilling behoeft te zijn, in
dien in onderling verband als één geheel de
verdere ontwikkeling kan plaats grijpen.
Met een dronk gewijd aan de ontwikkeling
van dit heele gebied als een nationaal belang,
waarop door de energie van Dordrecht thans
aller oogen gevestigd zullen zijn, eindigde deze
spreker.
Hierna sprak nog Mr. Dr. W. Frowein, di
recteur van de Staatsmijnen te Heerlen en de
heer P. Haffmans, voorzitter der K. van K.
voor Zuid-Limburg.
Hierna sprak de burgemeester van Dordrecht
te ongeveer half twaalf een slotwoord.
Hiermede was deze glorieuze dag voor Dor
drecht geëindigd.
Heden werd door de genoodigden met liet
s.s. Mecklenburg van de maatschappij 2eeJaud
een boottocht gemaakt door den Dordischen
waterweg naar zee om via den Rotterdamschen
waterweg naar zee weer terug te keeren.
PASTOOR DR. A SMITS
De zeereerw. zeergel. heer dr. Ant. Smits,
Pastoor der St. Aiina-parochie te Breda, heeft
volgens een nader bericht in „Sancta Maria"
om gezondheidsredenen eervol ontslag aange
vraagd uit zijn bediening.
MOTOR TEGEN STILSTAANDEN WAGEN
GEREDEN
Bestuurder en duorijder waren beschonken
Do machinisten IC. en S., beiden afkomstig
uit Roosteren reden met liun motor tusschen
Enschot en Quatre Bras tegen een boerenwagen
op. Beide berijders werden van den motor ge
slingerd. De bestuurder K. kreeg een wonde
aan het been, alsmede een versplinterde knie
schijf; S. liep een hoofdwonde op. Beiden wer
den per auto naar het Ziekenhuis te Tilburg
overgebracht. De laatste kon, na verbonden te
zijn weer vertrekken. IC. wordt nog in het
Ziekenhuis verpleegd. Tegen hem is proces
verbaal opgemaakt. Het zoo goed als nieuwe
motorrijwiel werd vrijwel geheel vernield.
AUTO TEGEN EEN BOOM
De inzittenden zonder letsel
Te Lent bij Nijmegen is gisterenmiddag ter
hoogte van het viaduct de auto van den heer
H. uit Velp met groote vaart tegen een boom
gebotst. De auto werd geheel vernield. De in
zittenden bekwamen wonder boven wonder
geen letsel.
MET EEN BIJL IN DE HAND GEHAKT.
Vrouw G. uit Standaarbuiten had bij-het
hout hakken het ongeluk zich ernstig aan de
hand te wonden, zoodat geneeskundige hulp
moest worden ingeroepen. Do behandelende
geneesheer vreesde voor bloedvergiftiging.
ZIJN VRIEND PER ONGELUK
GESCHOTEN
De heeren M. S. en Sm. waren in de bos-
schen onder het gehucht Westerwijk te Hil-
vareubeek op de patrijzenjacht. Toen de eerste
op een gegeven moment een vogel onder schot
kreeg en aanlegde, kwam Juist zijn vriend
achter een heuvel opduiken, waardoor deze
op een afstand van ongeveer 40 M. het sohot
hagel In het gelaat kreeg. Ziju rechteroog
werd ernstig aangedaan. In allerijl is de getrof-
feno naar het Ziekenhuis te Den Bosch overge
bracht.
BRAND,
Te Klazinga (Fr.) is de woning van A. van
Halen in vlammen opgagaan. Er is niets gered.
Ook verbrandden 2500 K G. hooi. Alles was ver
zekerd.
LIJK HERKEND.
Het dezer dagan dooi' de stoomloodsboot no.
'5 voor gaaits van IJnuiiden opgeviseht en
aldaar aan land gebracht lijkn van 'n onbeken
de dame is thans herkend als te zijn van mej.
T. I. P. te Aerdeuhout (bij Haarlem).
Naar het Engelsch van GRAY NICK
Vertaling van JAO. J. SCHOON
68)
Dat ge u vergist miss, antwoordde Dorfkey,
die haar kalmte herkregen had, met vaste
stem. Dat schilderij daar heeft uw zinnen be
goocheld. Bedenk toon eens, dat die zooge
naamde verschijning een onmogelijkheid is,
daar behalve miss Olara Day en mijn persoon
geen vrouwelijk wezen in dilt huis verblijf
houdt.
Dat is nog de vraag, meende Capitola,
want wat ik met mijn eigen oogen gezien heb,
dat laat i/te mij niet uit het hoofd praten.
Och wat, het was zinsbedrog, niets ancler3
dan zinsbedrog, zeide de oude. Of z.ijt ge mis
schien zoo kinderachtig, om aan spoken te ge.
looven? Al die onnoozele geruchten, dat het
hier in huis spookt, zijn niets dan uitstrooisels
van domme lieden. Nochthans, voegde zij erbij,
verzoek ik u dringend, tegenover miss Day
ervan te zwijgen. Het arme kind zou maar
tang worden, en dat zou er waarlijk niet toa
bijdragen, haar het verblijf in deze eenzaam-
beid, dat haar toch al tegen de borst stuit,
te veraangenamen. Indien u iets aan de ge
moedsrust van miss Clara gelegen ligt, wat ik
wel durf veronderstellen, spreek dan met haar
niet over deze dingen.
Goed, ik zal erover zwijgen, althans nu,
beloofde Capitola nadat zij even had nage-
tfedbt, ea zij wel inzag, dat haar arme vriendin
nog banger zou worden, dan zij thans reeds
was.
Capitola volgde de oude naar de eetzaal,
waar miss Olara reeds met het ontbijt op haar
wachtte. Op Clara's vraag, of zij goed geslapen
had, antwoordde Capitola bevestigend, alhoewel
haar vermoeide oogen en haar 'buitengewone
bleekheid duidelijk genoeg het tegendeel be.
wezen.
Na het ontbijt deed Olara haar nieuwe vrien
din uitgeleide tot aan de binnenplaats, waar
Capitola op haar pony sprong en afscheid nam
met de belofte, haar bezoek spoedig te zullen
hervatten.
Craven was ontzichtbaar gebleven, wat de
twee vriendinnen niets dan aangenaam was,
daar zij nu de laatste minuten van haar hijeen-
zijn, ongehinderd hadden kunnen praten.
Tot zeer spoedig weerzien! riep Clara
haar vriendin na.
Moge ze nooit terugkomen! bromde de
oude Dorkey.
XXX.
HET EEN OF HET ANDER.
Denzelfden dag, twee of drie uur nadat
Capitola „het verborgen huls" verlaten -had,
kwam kolonel Gabriel Lenoir, zooals hij trou
wens reeds had doen weten, uit Washihngton
terug.
Dorkey was de eerste, die hom In den weg
trad, om hem mede te deelen, dat Capitola
Black van Warfieldsihouse daar geweest was
en overnacht had. Het was vergeefsche moeite,
sir, haar at te wijzen, zeide zij. Het jonge
meisje had maling aan al mijn bedenkingen. Zij
bezit een buitengewone hoeveelheid wilskracht
en eigenzinnigheid. Zij stond erop, miss Day
te bezoeken: ik kon het haar niet beletten.
Gabriel Lenoir geraakte zoo ongeveer buiten
zicihzelven van woede. Hij stampte met den
voet op den grond en braakte vreeselijke vea>
wenschingen uit; het meest verbolgen was hij
op zichzelf of juister gezegd, op het grillige
toeval, dat hij juist niu afwezig moest zijn.
Welk een schitterende gelegenheid liet
ik ontsnappen! mompelde hij. Vervloekte tegen
slagen! Als 11c hier geweest was, had ik thans
d'ien luien schurk van een Mac Donald niet
meer noodag gehad, die zijn woord niet houdt!
Dan was zijn hulp overtocdig!
Toen Dorkey hem vertelde wat Capitola haar
van de nachtelijke verschijning gezegd had, en
dat zij een ring vermiste, klom de toorn van
den kolonel tot razernij. Hij gaf de oude hevel,
met niemand in huis erover te sprekenalsdan
begaf hij zich naar zijn kamer, waar hij zich
den geheelen dag opsloot. Tegen den avond liet
hij zijn zoon hij zich komen. Beiden bleven
alleenzij schenen door een belangrijke beraad
slaging in beslag genomen, want miss Clara
werd dien avond aan de theetafel niet door
hen lastig gevallen. Blijde, van h.un hoogst
onaangenaam gezelschap ontslagen te zijn,
ging zij na de thee- direct naar haar kamer
en naar bed.
Een herig rumoer in de kamer boven haar,
wekte haar omstreeks middernacht uit den
slaap. Verschrikt richtte Clara ziah in haar
bed op. Zij luisterdie. Nu drong een luide gil,
een kreet om hulp, uitgestootc-u door een vrouw,
tot haar door. Een tweede gil volgde op dezen,
eersten: dan trad gedurende een oogenblik
een drukkende, akelige stilte in. Spoedig daar.
na vernam Olara het gerucht van voetstappen.
Het leek, of verscheidene personen in de kamer
daar handgemeen waren, een stoel werd om.
geernieten, een ander verschoven. Men scheen
boven te worstelen; iemand te willen over
weldigen. Clara beefde over haar geheele
lichaam. In het volgend oogenblik hoorde zij
boven zich deuren open- en dichtdoen. Dan
vernam zij gestommel, alsof een zwaar lichaam
over de trappen naar beneden gesleept weid.
Zij kon diuiidelij'k onderscheiden, hoe 'het voor
werp, dat men voortsleurde van trede tot trede
bonsde, terwijl tegelijkertijd de voetstappen
van verscheidene personen zwaar en ongelijk
matig als van Heden, die een zwaren last voort
slepen, gehoord werd. Eenige seconden later
vernam zij het openen van de groote huisdeur,
en eindelijk liet ratelen van een rijtuig» dat
zich snel verwijderde»^
Olara's angst was onbeschrijfelijk. Haast op
het punt om krankzinnig te worden, trok zij
de dekens over haar hoofd, om toch maar niets
meer te hooren. Het koude zweet parelde op
haar voorhoofd en zij beefde over al haar leden,
alsof zij de koorts had. Zij twijfelde er geens
zins aan, dat er oen of andere vreeselijke mis
daad, misschien wel een moord in huis gepleegd
was. Wat had anders dat lawaai, dat doffe,
onregelmatige heen en weer loopen in de kamer
boven haar en vooral, die luide hulpkreten te
beteekenen?
Den volgendon morgen voel vroeger dan
anders versoheen de oude Dorkey op haar
kamer. Wel miss, zeide zij, dezen nacht zult
gij wel eng ongerust geweest zijn, niet waar?
Clara's uiterlijk sprak duidelijk genoeg, om
haar van een antwoord te ontslaan.
V weet natuurlijk niet, wat er is voor
gevallen, ging de oude voort. Begrijp eens.
miss, aan wolk gevaar gij gelukkig ontsuapt
Zijt! Het was niets minder dan dat gij, en wij
allen, thans waarschijnlijk vermoord zouden
zijn, hetgeen kolonel Lenoir heeft verijdeld.
Een schurk uit de bende van Mac Donald was
ln het huls geslopen en had zich verborgen.
Toevallig ontdekte de kolonel hem in de kamer
bown u. Hij overmeesterde den gauwdief en
ls nu met hem op weg naar Staunton, om hem
af te leveren aan de gevangenis van dit dis
trict. Doch, voegde Dorkey erbij, ik doe er wel
licht niet goed aan, u, na dat alles, te ver
schrikken. Misschien hebt gij wel niets gehoord.
Ik hoorde ln elk geval een groot lawaai,
stamelde Clara, ook meen ik een vrouwenstem
gehoord te heltben, die om hulp riep.
O, juist, dat was ik zelf, verzekerde
Donkey zeer gevat. De ellendeling wilde mij
worgen, toen ik hem ontdekte.
En ge zeidet zooeven, dat de kolonel beun
ondiakt had!
Ja, stellig. De kolonel kwam erbij, maar
ik was de eerste, die den roover zag. Doch sta
nu, als 'het u belieft, op, miss, mister Craven
zal u alles uitvoerig vertellen, indiieu gij er
belang in stelt, waaraan ik niet twijfel. Het
gevaar ls nu, Goddank, geweken, voegde zij
er huichelachtig aan toe, maar lik huiver nog,
als ik eraan denk, wat voor ons allen daaruit
had kunnen voortvloeien.
Clara keerde zich vol afschuw van het oude
wijf af. Mijn God, dacht zij, in wclik huis,
onder welke mensohen ben ik terecht gekomen?
Er werd een afgrijselijke misdaad gepleegd, d'lt
staat vast. Welke? Dat weet Ik niet! Wie was
bel slachtoffer? O, het zal eenmaal aan het
licht komen, daaraan twijfel ik niet! Zij wil
mijn argwaan afleiden, maar in haar gezicht,
in haar blik, in haar slecht bedachten uitvlucht
ligt klaar en openlijk het bewijs van schuld.
Miss Day kleedde zich vlug aan, om zich,
volgens de ultnoodlging van Dorkey, naar de
eetzaal te begeven. Het jonge meisje besefte
zeer goed, dat zij voorloopig den schijn moest
aannemen, alsof ze aan het verhaal van Dorkey
geloof hechtte, wilde zij zich niet aan het ge
vaar blootstellen, om wellicht als lastige mede
weetster van hetgeen er gebeurd was, zelf ook
uit den weg te worden geruimd.
Craven Lenoir vertelde haar aan het ontbijt
ongeveer hetzelfde verhaal, dat zij reeds van
de oude Dorkey had gehoord.
Het is een gevaarlijke bandiet, die mijn
vadér en ik dezen nacht gevangen hebben,
zeide hij. Wat een geluk, dat wij hem ont
dekten! Wellicht zou hij het er niet bij gelaten
hebben, ons enkel maar te bestelen, want de
kerel was tot aan de tanden gewapend.
En zelfs zijn tanden gebruikte hij ook nog
als wapen, voegde Dorkey eraan toe, zooals
u aan mijn hand kunt zien, waarin de ellende
ling beet, toen hij zich overweldigd zag.
Clara kon zich slechts met de uiterste In
spanning den schijn geren, alsof zij het ver
dichtsel van Craven Lenoir geloofde, die het
gesprek inmiddels handig op andere onder
werpen bracht, en zich zichtbaar alle moele
gaf, om zijn nicht te verstrooien.
Na het ontbijt, verzocht hij haar plotseling,
hem een gesprek onder vier oogen toe te
staan, en zonder eerst haar inwilliging af te
wachten, zond hij de oude Dorkey weg.
Olara, begon hij, wat ik u te zeggen heb,
is eigenlijk slechts een herhaling, van hetgeen
gij reeds zoo vaak uit mijn mond gehoord hebt;
het zijn de drie kleine en toch zoo gewichtige
woorden: Ik bemin u!
En ik sir, riep Clara ten zeerste veront
waardigd uit, ik herhaal u, wat ook gij reeds
weet, dat ik zulke taal niet hooren wij, dat
ik ze niet hooren mag, want mijn hart behoort
een ander.
Uw hart, Clara?...- Welnu, dat zal ik
weten te veroveren, als uw hand mij maar
eerst toebehoort, antwoordde de zoon van den
kolonel met belachelijke beslistheid en zeker
heid.
(Wordt vervolgd).