n DE KABOUTER-AnnonCES m DINSDAG 14 OCTOBER 1930 HET EEUWIGE VRAAGSTUK. GRUNEWA1B RENBAAN. DE VKOUW DOOR SIGRID UND3ET. SERVETTEN VOUWEN. /Mil jltfoi 1 f V I I <J PANIÊTTE. EN WIT. WIT EN ZWART. RECEPTEN De R 101. MODEPRAATJE.' BOUDOIR. Correspondentie. /Ford William". BABY sBOX. MOEDERS Correspondentie voor de jongeren. BEHANDELING VAN FLUWEEL Men zou kunnen zeggen, dat de zaak der Vrouwen niet voornamelijk de gehulde vrouw en Moeder betreft, maar juist de ongehuwde vrouwen, zijn net meeste en voor alles op zich zelve aangewezen, zonder eenige natuurlijke bescherming. Echter heb ik mijn meening over de Vrouw, ten opzichte van het huwelijk zoo uitgebreid ■weergegeven, als tegenhanger van de vrouwen beweging, welke zoo goed als uitsluitend het probleem der alleenstaande ongehuwde vrouw betrof. De vrouwenrecr-tverdedigers waren in hoofd zaak en zoo lang met de vraag bezig, hoe bet mogelijk was de vrouwen te helpen, die door de ontwikkeling van het grootkapitaal van huis en haard verdreven waren Dit probleem der ontwikkeling, de werk kring der vrouw daarbuiten heeft tot ware panieken aanleiding gegeven. En zoo lang heeft men zich bemoeid met de vrouwen, dat men de vrouwen die in natuurlijke verhoudingen leven daarbij vergeten heeft. Het zwakke punt in deze Vrouwenbeweging wa3, dat we reeds in den aanvang slechts aan gewin, niet aan verlies wilden deuken. Iedere positie door de Vrouw ingenomen, werd als een verovering geboekstaafd, maar meestal werd vergeten, dat terzelfder tijd een andere positie verloren ging. En wanneer Je strijders voor het recht der vrouw er groot op gingen, dat een harer sekse den arbeid van een man op zich nam en even goed als de man haar werk volbracht, vergaten zij meestal den waren aard van dien arbeid te verklaren. Zij vergaten, oat de vrouwen van alle tijden verstaan hebben den arbeid dei mannen tijdelijk te vervullen, naast eigen plichten (wan neer een ramp zulks noodzakelijk eiscate) zelfs grepen zij in uitersten nood naar de wapenen. Echter wat wij niet voibarcat hebben, is het arbeidsveld der mannen geheel opnieuw grond vesten en verder ontwikkelen. Wat zou het een verfoeilijke gedachte zijn, als vrouwen wapenen zouden uitgevonden heb ben, Om dood en jammer te verspreiden, geluk kig hebben de vrouwen geen schuld aan de uitvinding van het buskruit. Het is karakteristiek dat een tijdschrift voor eenigen tijd een leerares in landbouwkunde interviewde en haar als voorgangster eener nieuwe arbeidscampagne betitelde, aisof dui zenden vrouwen en weduwen, uit voorbije en huidige dagen, land, goederen en geld niet evengoed beheerd hebben, zonder andere eigen schappen dan hare intelligentie en energie, omdat de echtgenoot dood of verminkt was Nominaal hebben de vrouwen toegang tot dezelfde betrekkingen als de mannen Als men sommige vrouwen hoort redeneeren, zou men bijna gelooven, dat zij aannemen dat de meeste mannen, als ministers, uitvinder ot geniale Kunstenaar hun bestaan vinden, en niet, dat toch de meeste mannen machines besturen, die zij zelf uitgevonden, dat zij enveloppen plakken, of trambestuurder zijn. Het is in wer kelijkheid der vrouw wel toegestaan machines te besturen, enveloppen te plakken of een con ducteur te zijn, minister, uitvinder, of geniale artist zijn zij toch niet in zoo groote inate ge worden. Ep al is 't niet zeker dat in iedere vrouwelij ke wagenbestuurder, een goede Moeder verlo ren is gegaan, zoo staat het vast, dat er een massa mannelijke conducteurs zijn, die 't in een andere positie nooit tot iets bijzonders ge bracht zouden hebben. Maar iedere vrouw die een goede Moeder is, Staat hooger dan de meeste Ministers, Immers zij is onafzetbaar op hare plaats, terwijl zeer vele ministers ontzet kunnen worden, en door beter© vervangen. Zelfs voor vrouwen die naast haar familie levende, bevoegd zijn een voorna me plaats in de wereld in te nemen, schijnt 't betreden van het arbeidsterrein der mannen geen verbetering der mogelijkheden te beduiden. Er zijn in onze dagen geen vrouwen opge staan, dis op het geestesleven zulk een invloed hebben uitgeoefend, als weleer de H. Brigitta, d© H. Catharina van Siéna of de H. Theresia in haren tijd. Zelfs onze tegenwoordige vrouwen gaan in haar kunstgewrochten geene van allen uit bo ven d« werken der Engelsche Vrouwen ten tijde van Jan© Austen, tot 't einde der vorige eeuw. Het ware dwaasheid de pogingen van haar die strijden voor de rechten der vrouw, te ver gelijken met, de strevingen van Mrs. Jelleby, die ten doel hadden het bevolkingsteveel over te brengen naar Birrivbaala Cha. De vele lezers en vrienden van Dickens zul len zich herinneren, dat in dat lani de men- schen een nieuw arbeidsveld konden vinden. Doch zij troffen daar een inboorling ais koning, die al degenen welke het klimaat doorstonden tegen brandewijn verkocht. Toch mogen wij niet ontkennen, dat er in den loop der tijden, ettelijke vrouwen zijn opge staan, die getracht hebben de nieuwe arbeids velden te betreden, en wier ervaringen duide lijk aan de kolonisten brieven uit Borribaala- ha herinneren. Om 'n voorbeeld te geven, kies ik bet dezer dagen eerst verschenen boek van Aase Kristo- fersen „Dragsug" als buitengewoon lezens waard. Dat het als boek op zichzelf, zeer goed la, blijkt uit dit, dat het de grondfouten in de verhoudingen der ongehuwde, onbescuermde en 2elfverdienende vrouw bloot legt. Het gaat hier niet om de huishoudelijke vraag of de alleenstaande vrouw nog zwaarder te kampen heeft met de armoede, als andere menschen, die daarbij nog de vreugde smaken, hunne natuurlijke neigingen te volgen. Maar het fundamenteele ongeluk voor een jong meis je dat op eigen beenen staat, ligt hierin dat zij zich hoeden moet voor het gevaar door hare eigen natuurlijke gezonde en grootmoedige in- stinkten op dwaalwegen te geraken. Ik heb reeds gezegd, dat ik het voor onmogelijk houd, bij geslachtsdrift het psychische van den ziels nood te onderscheiden. Voor vele vrouwen kan de behoefte, niet al leen loon, doch ook dank en hulde te oogsten, kan de behoefte het eigen leven niet als een Naamlooze vennootschap maar als een werke lijk nut voor de in hare onmiddelijke nabij heid levende menschen te beschouwen, werke lijk tot een smartelijke intensiteit stijgen, wan neer de behoefte jaar in jaar uit onbevredigd blijft. Al blijft men verre van gruwelijke zelfverheer lijking, en ai verzamelt men alle voorbeelden die op egoisme duiden, dan nog blijft steeds het bovenstaande waar, zeer veel vrouwen denken en voelen aldus, en grijpen naar de vreemdsoor- tigste en ongelukkigste experimenten om een hartstocht te doudeu, die slechte door een ge zonde vereenlging of doelbewuste onthouding bevrediging kan brengen. Geen materieele goederen kunnen de onbe vredigde verlangens, voldoening brengen, dat kunnen slechts geestelijke waarden. Zelfs zij en voornamelijk vrouwen, die hare onvrijwillige kuischheid, niet als een te kort beschouwen, hebben niet het recht deze kuisch heid een deugd te noemen, wanneer zij de ge heime tegenzin in zich bespeuren, zien zoo met anderen een te gevoelen, waardoor men noodza kelijk den een of anderen dag zal moeten ont dekken, zich zelve niet het naast te zijn. Chastity without charity lies cha-med in heil It is as lemd as a lamp that no light is in zegt Engelands tweede groote dichter der mid deleeuwen, Langland. wiens visioen des men schen leven op aarde onder den hemel Tiers Alnoman nu nog even actueel is als voor 500 jaren. Het is in de vergetelheid geraakt, dat kuisch heid zonder liefde, in uitgebreiden zin van het woord, als een onaangestoken lamp is en dit vergeten is de schuld dat de menschen van on zen tijd, naar verhouding zeer weinig eerbied voor do kui3chlioid bezitten. De vrouw die van een middelmatig bevredi gend huwelijk met een middelmatig bevredi gend echtgenoot afziet, om zich zelve op het hooge standpunt te plaatsen gelegen in het ge loof dat zij met een zeer hoogstaand echtge noot een zeer hoogstaande moeder zou zijn ge worden, is een rijker wezen, dan een zeer groot aantal vrouwen en Moeders die huwen om ge borgen te zijn. En de vrouw die haar leven doorbrengt met kinderen te verzorgen, oude en zieke menschen te verplegen, die soms van hun door de natuur aangewezen verzorgers niet geholpen worden, volbrengt 'n even groote daad als de beste moe der. Zegt iemand dat zij meer doet, dan durf ik niet tegenspreken. Het is waar, menige Moeder kan bare liefde tot ver buiten haar gezin uitstrekken. Maar dat een Moeder haar eigen kinderen het naaste is, daai kan niemand iets tegen in brengen. Wat zij voor dezen doet, doet zij voor zich zelve, wat dezen treft, treft haar eveneens. Menige onderwijzeres, bijv. doet meer voor de haar toevertrouwde kinderen, als de moeder en is meer bereid tot inspanning harer krachten als de Moeder. En toch is tusschen hare liefde en die der Moeder een wezenlijk onderscheid dat niet met graden is af te meten. Een gevoelig mensch lijdt meer bij den aan blik van anderer leed, dan dengene die 't getrof fen heeft, is meer geneigd te helpen als deze evenmensch zich zelf zou willen helpen. Menig vreemde vróuw heeft zwaarder' gele den als zij een vreemd kind gewond zag, dan deszelfs Moede<\ doch zij zag slechts hoe 't mes trof, terwijl de Moeder het mes in eigen vleesch voelde snijden. De ontwikkeling heeft het bestaan van de jonge meisjes veel verbeterd, tenminste in zoo verre, dat het voor haar gemakkelijker is, den ongehuwden staat te beleven. Het ongeluk van vroeger tijden, dat het meis je door omstandigheden tot een willekeurig hu welijk gedwongen werd, is zoo veranderd, dat het nu een gevaar biedt, dat de meeste vrouwen het veel grootere euvel ondervinden tot een on- vrijwilig celibaat gedwongen te worden. Het tegendeel dat in ongeoorloofde en on vruchtbare verhoudingen gelegen is kan niet anders dan grooter ongeluk brengen. Juist om dier vrouw wille, kan men dergelij ke verhoudingen niet dulden. De noodlottige bijkomstigheid ten opzichte van het alleen staande meisje, hetgeen ook Aase Kristofersen, duidelijk naar voren brengt, is dat do mannen zoo gruwelijk slecht de vrouwen begrijpen.... hetgeen zij zelve eerlijk en openlijk, dikwijls toegeven, en toegegeveu hebben Ondanks hare verlangens en idealen over lief de en schoonheid, avontuur en warmte, komt het jonge meisje voortdurend in aanraking met mannen die alle meisjes als vogelvrij verklaard, als speelbal beschouwen. Een der voordeelen der conventioneele moraal, of moraal conventie, in de vaste voorschriften tot het komen eener nadere kennismaking is: dat sommige mannen, met zeer weinig orieutee- ringsidee, als wegwijzer, vreemd tegenover de jonge meisjes staan. Dit trekt als een onzichtbaren kring om het meisje, en de mannen hebben menige versper ring te veroveren. De vrouwen echter, waar het haar zelve en haar neiging tot verandering in de liefde betreft, zijn ten allen tijde handig genoeg ge weest, om zich zelve te helpen, hetzij vóór het huwelijk of zoo zij reeds gehuwd waren. Aldus Sigrid Undset in Hochland in haar der de hoofdstuk over die ewige Frauerfrage. HELLENEN. Fleur de lys III. Het vierkante gesteven servet wordt volgens de diagonaal in tweeën gevouwen. Vouw het daarna weer in tweeën volgens de stippellijn E (fig. 2). Vouw daarna het bovenste gedeelte F (zonder de driehoekige dealen) naar beneden op G (flg. 3). Plooi het geheel volgens de stip- dellijntjes van fig. 4. Vouw de plooien en de bladen wat open en steek het servet in een glas (fig. 5). Het kan er koud. zijn oi> de renbaan en daar dit toch eenc der aangegeven oorden is om dc nieuwste modesnufjes te prescn- leerentrokken de mannequins der yroole modehuizen, dc meest modieusc elegante pels jasjes aan. Ners, petit uris, murmel, bisam, in varia ties en schakeeringen, vroegen in ruime mate de aandacht. Ook hier roert zwart en wil in seal en hermelijn den boventoon. Dat is een modekleur, of liever een samen stelling van kleuren, die altijd weer na kortere tusschenpoozen, door de toonaangevende modehuizen wordt gelanceerd. Zwart met een ietsje wit en wit met eën weinig zwart, 't is altijd mooi, altijd nieuw, altijd fijn en gedistingueerd. Waarin zit het geheim van de charme van, het zwart en wit Op een der modeshows bespraken wij het eens met iemand, die op dit gebied wel zaltsr een beslissende meening ten beste kon geven Waarom deze kleureu nooit vervelen „Eb bien, le noir et le blanc, ce ne sont point des couleurs" Voila. Daar mochten we het mee doen. Noir c'est noir et Blanc c'est blanc, daar valt niet in te nuanceeren. Er bestaat geen licht, geen middenzwart. zwart is zwart, er bestaat geen licht- of mid den-wit, wit is wit Lichtgrijs, donkergrijs, crème of geelachtig wit, zeker dat bestaat, maar zwart blijft toch zwart heeton, en tegen grijs zullen we nooit zwart zeggen, zooals we steen, bloed, agaat, granaat-rood, dat alles als gewoon rood kun nen betitelen. We spreken wel van pek-, raven zwart, nachtzwart, doch dit doet aan de kleur al3 zoodanig niets af, 't is zwart zonder nuance. Sneeuwwit, krijtwit, lijkwit, marmerwit, de betiteling hangt meer af van de omstandighe den, waarin het wit gezien wordt, dan van de kleur want wit blijft *wft: Het hemelsbreed verschil tusschen hemel blauw en marineblauw, kanariegeel of oranje] 'geel, bestaat niet bij zwart noch hij wit. De omstandigheden wijzigen debenamingen, en niet de tint. Maar met dit al, met dit praatje in ons hoekje, blijven zwart en wit altijd twee troetelkinderen van vrouw Mode. Zwart flatteert bijna iedereen, wit vraagt een frissche gelaatskleur, een helder oos Het simpel zwarte kostschooljurkje met het piqué kraagje, kan menig meisje zoo schattig staan, het kleedt de 15 of 16 jari^p bij serieuzen kantoorarbeid, het is de kleeding voor de gere nommeerde gracieuss kamerkatjes. Zwart is officieel. Het kleedt de jonge vrouwtjes, de waardige matrone's, den hoogen ouderdom. Het spreekt zoozeer van rouw en smarte bij leed en dood, statig en waardig als zij daar heen gaan, de diverse gestalten in diepen rouw en sluier. Wie, die geen eerbied en ontzag voelt bij het zien van die symbolen van dood en ver gankelijkheid. Het wit? Schitterendst symbool van onschuld en reinheid, bij H. Doop, Eerste H. Communie, H. Huwelijk. Wie ziet niet ontroerend naar de smettelooze liefde, het summum van smette- looze reinheid. Wie ontroert niet bij het zien dier lieve kleine bruidjes, geheel in 't wit bij processies en ommegangen of feesten. Is 't niet 't sprekendst bewijs van onschuld, zuiverheid, het witte kleed de blanke sluiei) der Bruid, de sneeuwitte bloesems der myrthe. Zwart en wit laten zich altijd dragen, dringen nooit op, schreeuwen nooit in afschuwelijke dissonant. Twee contrasten als dag en nacht vormen zij de schoonste harmonie. Het zijn de dag en de nacht, de goud schit terende zonne of de bleek glanzende maan, die haar verdiepen of des te meer belichten. Zwart en wit, twee hoedanigheden, die al tijd nieuw, altijd mooi) altijd gezocht, altijd du ton zullen blijven. HELLENEN. Appelpudding met slagroom. Garnalenhroodjes: 6 geraspte broodjes, (2 pond garnalen, 3 d.L. melk of l'/2 d.L. melk en 1% d.L. room, 25 gr. bloem, 30 gr. boter, peper, zout, peterselie, 1 eidooier. Bereiding: Wasch de garnalen goed af en laat ze in een zeef uitlekken. Snijd van de broodjes het bovenste kapje af, hol ze voor zichtig uit en besmeer ze met wat boter. Ver warm roerende de boter en de bloem, voeg er de melk (en de room) aan toe, laat het sausje even doorkoken, roer er dan de garnalen, wat peper, zout en de gehakte peterselie en voor zichtig de geklopte eidooier door. Vul hiermee de broodjes, doe er het dekseltje weer op, be smeer het met wat boter en laat ze in een matig warmen oven knappend worden. Appelpudding: 500 gr. zure appelen, L. water, 100 gr. suiker, 35 gr. gelatine, waarvan 1 blaadje roode. sap van een citroen, citroen schil. Bereiding: Snijd de appelen in vieren, wasch ze en zet ze op, zonder ze te schillen met het water en de citroenschil. Wrijf ze door een paardehareu zeef, zoodra ze tot moes gekookt zijn. Los daarin de gelatine en de suiker op en voeg het citroensap toe. Doe het mengsel in een steenen vorm, die met water omgespoeld is en laat de pudding koud en stijf worden. Stort ze na bekoeling en garneer haar dar. met slagroom, waar wat poedersuiker is doorge klopt. M. M. De stormwind giert en loeit en jaagt de dorre blaren en werpt ze in de lucht en d'opgezweepte baren. De stormwind speelt als dol en dwarrelt 't al in ,'t ronde vernielt en breekt en knauwt en kerft zoo menig wonde. Daar dreef een trotseh kasteel langs hemels breede banen deed van vernuft en macht genie, victorie, wanen. 't Ontketend element voort al z'n dolle machten titanen in het vuur vol ongetemde krachten. Wee, wee, bet broos gevaart hier baten, wil noch weren verlamt is 's menschen stuur „de storm" hij zal regeeren. De storm, wreede despoot hij duldt geen tegenheden en buldert, ramt en splijt endondert naar beneden. Eén slag, één val, o, God! de vlammen, bloedig, rooden, slaan loeiende alom en.'t menschdom telt z'n dooden. Parijs, 7 October 1930. De keuze van een mooien, eieganten mantel, die tegelijk practisch en makkelijk in het dragen is, zal over het algemeen niet zoo licht vallen. De stof moet voldoende soepel en toch dik genoeg zijn, de kleur moet zoo goed mogelijk harmonieeren met verschillende robes, waarbij hij gedragen wordt, de coupe teu slotte moet zich aan het figuur aanpassen, zoo dat hij zoowel over wol len als over dunnere robes gedragen worden kan. Gelukkig is er een buitengewoon rijke keu ze zoowel aan stoffen als in tinten. Hoeveel aardige fantasies ziet men niet in de mouche- tés en de boutonnés; ook de bures en de diagonalen, zoowel ef fen als fantasie, komen in aanmerking, evenals enkele dikke tweeds in donkere en aardig ge mengde tinten. Hiernaast geven wij een zeer aantrekkelijk model weer. De mantel is van een gechevron- neerde stof, zooals die op 't oogenbiik ook erg gewild is. Het dessin van de stof teekent zich in donker blauw af op een grijs fond, terwijl de binnenzijde van de stof blauw is. De keer- bare stoffen geven gelegenheid tot een sier lijke garueering, waarvan ook bij dit model gebruik is gemaakt. Een tweede strook effen stof garneert den mantel heel elegant rondom. Een mooie col van grijs astrakan en een hoedje van blauw vilt voltooien het geheel zeer sier lijk. Marijke Breda. Wel lieve kind wat heb jij je best gedaan. Doch zooals je wel gelezen zult hebben, was het niet Auntie's fout, doch van het oruk- duiveltje dat altijd zoo graag ondeugende stre ken uithaalt. Tevens zal je bemerkt hebben, dat 3e het toch niet heelemaal goed hebt en verwacht ik een nieuwe inzending van je. Bij de vermelding kom je bovenaan en hoop ik maar dat het lot je gunstig is. Als alle in zendingen goed zijn, moeten wij loten, dat begrijp je wel. Maar je bent een dapper ding hoor. Dag Marijke, veel liefs van Auntie. Butterfly. Wat een surprise die Engelsche brief van jou, is dat heusoh eigen werk? Kind ik sta er nog van verstomd. Maar op je vraag of dat moet, .heelemaal niet hoor, want er zijn weei anderen, die het niet graag doen en heb ik dat ook nooit gevraagd. Je moogt mij gerust Engelsche briefjes schrij ven, doch in de rubriek worden ze in onze eigen taal beantwoord. Wil je soms eens je eigen naam en adres zenden, anders neem ik niets van je op en dan zou ik je stukje heel graag nog eens ontvan gen. Maar let er dan op, het papier slechts aan één zijde beschrijven met een broeden kantlijn, en zoo duidelijk dat het niet over geschreven beihoeft te worden. Andere van harte welkom hoor Cousin. AUNTIE ELLEN. Kerstroosje. Wat in een goed vat zit, verzuurt niet en zoo mogelijk komt je leuke verhaaltje vandaag in de rubriek. Denk dan nog eens aan die zaaaaaalige vacantia. Sneeuwklokje. Arme jij, heb je zóó moeten ploeteren, nu je zult jJ. Zondag wel gezien hebben, dat alles een drukfout was. Nu maar wachten op den uitslag. Dag Sneeuwklok je. Lavendel. Bravo girl, keurig geschreven en in aardig hutspotje Hoilandscfo Engelsch. Sohitte-rend die natuur, 't lijkt „La Suisse" wel die hemelhooge rotsen. Schattig zijn die rotsbloempjes, boe groeit het daar nog. Leuk dat je alles zoo goed leest, dat is verstandig van je. Good Bye MissPitt en veel liefs voor -allen. AUNTIE ELLEN. P. S. Beste meisjes er komen zeer veel op lossingen in, het belooft een moeilijke keuze te worden. Waarschijnlijk zullen wij moeten loten wie de prijzen toekomen. A. E. „Smijt dat iou-y aeer!" „Kan niet". „Waarom niet?" «Kaptein gered, hangt aa L" Je was net op school gekomen. Maar je dacht niet aan school, je dacht aan „het nieuws". Je woonde toen nog in Bilthoven en 't was 't mooiste zomerweer dat je maar denken kon. Je woonde in 'n tamelijk groot huis, maar naast je was er een veel leuker nog, en je eigen tuin was ook wel groot, maar die van „Ford William" toch nog veel grooter. En 't prettigste was, dat Ford William leeg stond! 't Maakte 't huis niet leelijker, want er stonden geen bordjes „te koop of te huur", en er hingen nog gordijnen voor de ramen. Je kon door 't gat in de heg naar dien tuin kruipen, waar niemand je zag en dan droo- men of. je verbeelden dat je iemand anders was, of lezen in 'n mooi boek. En toen gebeurde 't verschrikkelijke! Of nee, verschrikkelijk was 't niet. Aan den eenen kant was 't prettig en aan den andere akelig. En 't gebeurde zoo gauw. Je was naar Soesterberg gefietst en had 't vliegveld gezien en er gepicnict. En 's avonds kwam je moe thuis, maar je was toch niet moe genoeg om niet naar je eigen hoekje te gaan kijken in den tuin. En toen zag je 't was bepaald griezelig „Verkocht!" Maar dat was schandalig! J© eigen huis en tuin zoo maar verkocht, zon der dat je er iets van wist! Och nee, 't was je eigen huis niet. „Liesbeth, wanneer stierf Floris de Vijfde?" Je werd geduwd door je buurvrouw. S3 fluis terde ze. Ja, maar welke eeuw, zo waren aan het repeteeren, over wie had ze :t? Nou, Je zou maar zeggen 1296, misschien wais 't wel goed. Warempel, 't was goed. „Voortaan beter opletten, anders moet je de klas uit". O ja, dat zou je wel doen, maar nn nad je geen tijd. Waar was je ook weer gebleven? O ja, 't was je eigen huis niet, nou zou je die saa!a les eens gebruiken om te bedenken wat voor menscben er in zouden komen. Kinderen? Ja natuurlijk voor groote menschen. Dan kwam er natuurlijk ook 'n meisje van jouw leeftijd, en die zou je hartsvrienden worden, want die had je nog steeds niet. Natuurlijk zou ze aardig zijn en nog natuur lijker kwam ze bij je op school. „Liesbeth, wanneer had de slag bij Kort.rljk plaats?" „1201, zei je, Je werd de klas uitge stnurd. Je moest naar huis. Eigenlijk fijn, de nieuwe menschen waren eT al, je hartsvriendin dus ook. Je trapte hard. Moeder was op reis voor drie dagen, ze zou vanavond thuiskomen. Alleen Henk was tuis, die had al vacantie. „Wie wonen hiernaast?" ,,'n Oude heer en dame", zei Henk. Dat was te erg. J© wou gauw naar je hoekje hollen om 's te huilen over de verloren hartsvriendin, die je nooit gehad had. Maar 't hoekje was piet meer van jou „O ver schrikkelijk" zei ze tegen Henk en liep naar boven. Op je bed ging je zitten. Maar toen opeens dacht je: „Die oude heer en dame kunnen niet door de struiken sn je houdt je hoekje misschien nog wel. Je was dolblij, dacht aan geen strafwerk en de klas uitge stuurd zijn, je had 't Immers verdiend en je had je hoekje nog! „KERSTROOSJE" Klein© vriendjes en vriendinnetjes. Wat een aardige kalenders zijn er binnen ge komen. Jullie hebt dapper je best gedaan. Nog een weekje geduld dan komt de uitslag. Mis schien komen er nog wel een paar binnen, zoo-' voel inzendingen als van het kruiswoorden-' raadsel zijn er nog lang niet. Dag kleuters. GRIJS GROOTJE. P.S. Hier volgt een leuk verhaaltje over zoo'n kleine kleuter als jullie. Van een echt kin- derliefhebstertje. Dag kleuters. 'N SCHAT. Al heel wat keertjes heb ik van m'n kleine broer verteld. Z'n leventje is ook zóó vol gewichtige gebeurtenissen! En bijna al z'n soms wat raar in eikaar gedraaide, zinnetjes, zijn anecdoten. Hans noemt 'm daarom „Punch". Bruer is soms „sehattig-komiek" en 'n andere keer „snoezig- stout" of zóó diep ongelukkig door z'n klein kinderverdriet, dat er van die lastige druppel tjes over z'11 gezicht loopen, die zoo kriebelen en „tranen" heeten. E11 dan geniet je van 'm en vertelt natuurlijk aan iedereen die 't hoo- ren wil over „Broer". Nu ligt hij in z'n bedje, slaapt misschien aiWat ging dat makkelijk vanavond! Juf heeft er anders heel wat moeite mee. Vanavond was Juf uit en had Broer heelemaal; geen zin 0111 naar bed te gaan, of Moes moest 'm brengen. Maar Moes gaat altijd 's avonds nog 'ns naar 'm kijken en nu zou ik 'm een maal naar bed brengen en Broer mag niet altijd z'n zin hebben. Broer was aan 't „dwingen".: Krampachtig hield hij z'n vuistjes achter z'a rug, z'n lip trilde en 't leek wei of z'n oogen hoe langer hoe grooter werden, 'k Zei: „zeg. Broer". Broer streed. Misschien zou er wel Iets leuks komen, maar 't was toch zeker nog veel te vroeg om naar bed te gaan! Hij bromde wat en wilde niet luisteren. Toen pakte ik z'n krullebol stevig vast, zoodat 'k precies iets in z'n oor kon fluisteren. Hij lachte ineens, keek toen weer vreeselijk boos en ging onwillig mee de kamer uit. We waren misschien vijt minuten boven toen hij uit alle macht begon te gillen en te schreeuwen. Even lachte hij er tusschen door en zei: „toe nu Zus, gauw". Ik holde naar heneden en riep om de kamerdeur: „hè mams, nu wil die vervelende jongen weer niet in bed, komt u 'ns even." 'k Knipoogde tegen Mams en meteen vloog 'n kleine jongen in zn pyama de kamer in. „Mammie lekker gefopt", riep Broer. Mams stond verslagen, daar was-le warempel al heelemaal uitgekleed, wat 'n come- diant! Ja, als 't maar Is om Mams te verraseen krijg je alles van hem gedaan! Maar toch kon hij niet laten even op moeders knie te klim men en nog iets te vertellen van 't mooie sprookje, dat Juf hem vanmiddag had Verteld en wat Moes al minstens vijf keer van hem had moeten hooren. Maar toen zette Moes hem op de grond en met nog 'n extra koekje omdat hÜ zoo'n flinke jongen was, dribbelde hij naar boven. Een, die niet tot do Katholieke Kerk be hoort, Dr. W. Ffirstpr, schreef: „Waarlijk, wat de Onbevlekte Maagd ypor de menschelijke cultuur beteekent en da cultuur is toch beteugelen der lagere drift dat gaat alles te boven, wat de nieuwere tech niek heeft bereikt in de vermeestering der uit wendige natuurkrachten". De oprechte en trouwe devotie tot de On bevlekte oefent een niet te schatten invloed uit op 's menschen geest en hart: zij trekt èn geest èn hart af van het onreine, onedele en lage: zij heft den geest op boven het vleesch naar het geestelijke, het edele, het ideale. In de katacombe der H. Priscilla te Rome bevindt zich een groote wandbeschildering. Een godgewijde Maagd ontvangt er den sluier uit handen van den Bisschop, die heenwiist op een Mariabeeld, als sprak hij wel dat schoone woord van den H. Ambrosius: „Hanc imitare filia"! „Mijne dochter volg deze na!" Dat moet ook het woord zijn van U Katho lieke moeders tot uw kinderen: „Volg deze na, mijne dochter, In haar vindt ge het ideaal der vrouw!" Een oprechte devotie tot de Onbevlekt© kan niet anders den veredelend en verheffend wer ken op geest en hart van do kinderen! Wegens plaatsruimte bleef onze .correspon dentie wederom achterwege. Heden moge zij volgen en hopen wij dan de volgende week den uitslag van ons Kruiswoor denraadsel te geven. Good bye dearies. AUNTIE ELLEN. Daar 's winters veel fluweel gedragen ls, ls het wel goed om te weten hoe men met deze stof, die zoo spoedig vlekt en plet moet omgaan. Vooral ook omdat onze fluweelen kleeding- stukken, binnenkort moeten opgeborgen worden- Weinig vrouwen zullen weten, dat zuiver wit zand zoo'n eenvoudig middel is om fluweel van goede kwaliteit op te frisschen. Vooral wanneer liet fluweel van goede kwaliteit is, kan zand uitstekende diensten verrichten. Men verwarmt het zand, strooit het op het kleedingstuk en borstelt het met een schoonen borstel tegen de vleug in af. Daarna schudt men het zand er uit ©n borstelt de stof nogmaals tegen de vleug af. Spiegelfluweel mag natuurlijk niet tegen de vleug geborsteld worden. Wanneer het fluweel hier en daar geplet is kan men bi) zwart fluweel de plekken door middel van een ui verwijderen. De ui wordt door midden gesneden en met de vochtige snijvlakte wrijft men over het geplette gedeelte, bevochtigt d© stof aan de achterzijde en haalt het over een heet strijkijzer. Dit kan het best gebeuren, wan neer een persoon het goed in beide handen neemt eoi strak houdt, terwijl een ander er met het warme ijzer overheen gaat. Is fluweel nat geworden, dan moet men het niet afwrijven, maar afschudden en ophangen om op te drogen, daarna met een weinig spiritus gevochtigden doek afwrijven en vervolgens ge durende 5 minuten met de keerzijde boven ko kend water houden, zoodat de heele damp door de stof trekt. In den nog vochtigen toestand wordt de stof op een zacht voorwerp gelegd en met een stijven borstel afgeborsteld. I ZIJN JUWEELTJES VAN RECLAME-KUNST

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6