n
DE KABOUTER-AnnonCES
m
DINSDAG 14 OCTOBER 1930
HET EEUWIGE VRAAGSTUK.
GRUNEWA1B RENBAAN.
DE VKOUW DOOR SIGRID
UND3ET.
SERVETTEN VOUWEN.
/Mil jltfoi 1
f V I I <J
PANIÊTTE.
EN WIT.
WIT EN ZWART.
RECEPTEN
De R 101.
MODEPRAATJE.'
BOUDOIR.
Correspondentie.
/Ford William".
BABY sBOX.
MOEDERS
Correspondentie voor de
jongeren.
BEHANDELING VAN FLUWEEL
Men zou kunnen zeggen, dat de zaak der
Vrouwen niet voornamelijk de gehulde vrouw
en Moeder betreft, maar juist de ongehuwde
vrouwen, zijn net meeste en voor alles op zich
zelve aangewezen, zonder eenige natuurlijke
bescherming.
Echter heb ik mijn meening over de Vrouw,
ten opzichte van het huwelijk zoo uitgebreid
■weergegeven, als tegenhanger van de vrouwen
beweging, welke zoo goed als uitsluitend het
probleem der alleenstaande ongehuwde vrouw
betrof.
De vrouwenrecr-tverdedigers waren in hoofd
zaak en zoo lang met de vraag bezig, hoe bet
mogelijk was de vrouwen te helpen, die door
de ontwikkeling van het grootkapitaal van
huis en haard verdreven waren
Dit probleem der ontwikkeling, de werk
kring der vrouw daarbuiten heeft tot ware
panieken aanleiding gegeven. En zoo lang heeft
men zich bemoeid met de vrouwen, dat men de
vrouwen die in natuurlijke verhoudingen leven
daarbij vergeten heeft.
Het zwakke punt in deze Vrouwenbeweging
wa3, dat we reeds in den aanvang slechts aan
gewin, niet aan verlies wilden deuken.
Iedere positie door de Vrouw ingenomen,
werd als een verovering geboekstaafd, maar
meestal werd vergeten, dat terzelfder tijd een
andere positie verloren ging.
En wanneer Je strijders voor het recht der
vrouw er groot op gingen, dat een harer sekse
den arbeid van een man op zich nam en even
goed als de man haar werk volbracht, vergaten
zij meestal den waren aard van dien arbeid
te verklaren.
Zij vergaten, oat de vrouwen van alle
tijden verstaan hebben den arbeid dei mannen
tijdelijk te vervullen, naast eigen plichten (wan
neer een ramp zulks noodzakelijk eiscate) zelfs
grepen zij in uitersten nood naar de wapenen.
Echter wat wij niet voibarcat hebben, is het
arbeidsveld der mannen geheel opnieuw grond
vesten en verder ontwikkelen.
Wat zou het een verfoeilijke gedachte zijn,
als vrouwen wapenen zouden uitgevonden heb
ben, Om dood en jammer te verspreiden, geluk
kig hebben de vrouwen geen schuld aan de
uitvinding van het buskruit.
Het is karakteristiek dat een tijdschrift voor
eenigen tijd een leerares in landbouwkunde
interviewde en haar als voorgangster eener
nieuwe arbeidscampagne betitelde, aisof dui
zenden vrouwen en weduwen, uit voorbije en
huidige dagen, land, goederen en geld niet
evengoed beheerd hebben, zonder andere eigen
schappen dan hare intelligentie en energie,
omdat de echtgenoot dood of verminkt was
Nominaal hebben de vrouwen toegang tot
dezelfde betrekkingen als de mannen Als men
sommige vrouwen hoort redeneeren, zou men
bijna gelooven, dat zij aannemen dat de meeste
mannen, als ministers, uitvinder ot geniale
Kunstenaar hun bestaan vinden, en niet, dat
toch de meeste mannen machines besturen, die
zij zelf uitgevonden, dat zij enveloppen
plakken, of trambestuurder zijn. Het is in wer
kelijkheid der vrouw wel toegestaan machines
te besturen, enveloppen te plakken of een con
ducteur te zijn, minister, uitvinder, of geniale
artist zijn zij toch niet in zoo groote inate ge
worden.
Ep al is 't niet zeker dat in iedere vrouwelij
ke wagenbestuurder, een goede Moeder verlo
ren is gegaan, zoo staat het vast, dat er een
massa mannelijke conducteurs zijn, die 't in
een andere positie nooit tot iets bijzonders ge
bracht zouden hebben.
Maar iedere vrouw die een goede Moeder is,
Staat hooger dan de meeste Ministers, Immers
zij is onafzetbaar op hare plaats, terwijl zeer
vele ministers ontzet kunnen worden, en door
beter© vervangen. Zelfs voor vrouwen die naast
haar familie levende, bevoegd zijn een voorna
me plaats in de wereld in te nemen, schijnt 't
betreden van het arbeidsterrein der mannen
geen verbetering der mogelijkheden te beduiden.
Er zijn in onze dagen geen vrouwen opge
staan, dis op het geestesleven zulk een invloed
hebben uitgeoefend, als weleer de H. Brigitta,
d© H. Catharina van Siéna of de H. Theresia
in haren tijd.
Zelfs onze tegenwoordige vrouwen gaan in
haar kunstgewrochten geene van allen uit bo
ven d« werken der Engelsche Vrouwen ten tijde
van Jan© Austen, tot 't einde der vorige eeuw.
Het ware dwaasheid de pogingen van haar
die strijden voor de rechten der vrouw, te ver
gelijken met, de strevingen van Mrs. Jelleby,
die ten doel hadden het bevolkingsteveel over te
brengen naar Birrivbaala Cha.
De vele lezers en vrienden van Dickens zul
len zich herinneren, dat in dat lani de men-
schen een nieuw arbeidsveld konden vinden.
Doch zij troffen daar een inboorling ais koning,
die al degenen welke het klimaat doorstonden
tegen brandewijn verkocht.
Toch mogen wij niet ontkennen, dat er in den
loop der tijden, ettelijke vrouwen zijn opge
staan, die getracht hebben de nieuwe arbeids
velden te betreden, en wier ervaringen duide
lijk aan de kolonisten brieven uit Borribaala-
ha herinneren.
Om 'n voorbeeld te geven, kies ik bet dezer
dagen eerst verschenen boek van Aase Kristo-
fersen „Dragsug" als buitengewoon lezens
waard. Dat het als boek op zichzelf, zeer goed
la, blijkt uit dit, dat het de grondfouten in de
verhoudingen der ongehuwde, onbescuermde en
2elfverdienende vrouw bloot legt.
Het gaat hier niet om de huishoudelijke
vraag of de alleenstaande vrouw nog zwaarder
te kampen heeft met de armoede, als andere
menschen, die daarbij nog de vreugde smaken,
hunne natuurlijke neigingen te volgen. Maar
het fundamenteele ongeluk voor een jong meis
je dat op eigen beenen staat, ligt hierin dat
zij zich hoeden moet voor het gevaar door hare
eigen natuurlijke gezonde en grootmoedige in-
stinkten op dwaalwegen te geraken. Ik heb
reeds gezegd, dat ik het voor onmogelijk houd,
bij geslachtsdrift het psychische van den ziels
nood te onderscheiden.
Voor vele vrouwen kan de behoefte, niet al
leen loon, doch ook dank en hulde te oogsten,
kan de behoefte het eigen leven niet als een
Naamlooze vennootschap maar als een werke
lijk nut voor de in hare onmiddelijke nabij
heid levende menschen te beschouwen, werke
lijk tot een smartelijke intensiteit stijgen, wan
neer de behoefte jaar in jaar uit onbevredigd
blijft.
Al blijft men verre van gruwelijke zelfverheer
lijking, en ai verzamelt men alle voorbeelden
die op egoisme duiden, dan nog blijft steeds het
bovenstaande waar, zeer veel vrouwen denken
en voelen aldus, en grijpen naar de vreemdsoor-
tigste en ongelukkigste experimenten om een
hartstocht te doudeu, die slechte door een ge
zonde vereenlging of doelbewuste onthouding
bevrediging kan brengen.
Geen materieele goederen kunnen de onbe
vredigde verlangens, voldoening brengen, dat
kunnen slechts geestelijke waarden.
Zelfs zij en voornamelijk vrouwen, die hare
onvrijwillige kuischheid, niet als een te kort
beschouwen, hebben niet het recht deze kuisch
heid een deugd te noemen, wanneer zij de ge
heime tegenzin in zich bespeuren, zien zoo met
anderen een te gevoelen, waardoor men noodza
kelijk den een of anderen dag zal moeten ont
dekken, zich zelve niet het naast te zijn.
Chastity without charity
lies cha-med in heil
It is as lemd as a lamp
that no light is in
zegt Engelands tweede groote dichter der mid
deleeuwen, Langland. wiens visioen des men
schen leven op aarde onder den hemel Tiers
Alnoman nu nog even actueel is als voor 500
jaren.
Het is in de vergetelheid geraakt, dat kuisch
heid zonder liefde, in uitgebreiden zin van het
woord, als een onaangestoken lamp is en dit
vergeten is de schuld dat de menschen van on
zen tijd, naar verhouding zeer weinig eerbied
voor do kui3chlioid bezitten.
De vrouw die van een middelmatig bevredi
gend huwelijk met een middelmatig bevredi
gend echtgenoot afziet, om zich zelve op het
hooge standpunt te plaatsen gelegen in het ge
loof dat zij met een zeer hoogstaand echtge
noot een zeer hoogstaande moeder zou zijn ge
worden, is een rijker wezen, dan een zeer groot
aantal vrouwen en Moeders die huwen om ge
borgen te zijn.
En de vrouw die haar leven doorbrengt met
kinderen te verzorgen, oude en zieke menschen
te verplegen, die soms van hun door de natuur
aangewezen verzorgers niet geholpen worden,
volbrengt 'n even groote daad als de beste moe
der. Zegt iemand dat zij meer doet, dan durf ik
niet tegenspreken.
Het is waar, menige Moeder kan bare liefde
tot ver buiten haar gezin uitstrekken.
Maar dat een Moeder haar eigen kinderen
het naaste is, daai kan niemand iets tegen in
brengen.
Wat zij voor dezen doet, doet zij voor zich
zelve, wat dezen treft, treft haar eveneens.
Menige onderwijzeres, bijv. doet meer voor
de haar toevertrouwde kinderen, als de moeder
en is meer bereid tot inspanning harer krachten
als de Moeder. En toch is tusschen hare liefde
en die der Moeder een wezenlijk onderscheid
dat niet met graden is af te meten.
Een gevoelig mensch lijdt meer bij den aan
blik van anderer leed, dan dengene die 't getrof
fen heeft, is meer geneigd te helpen als deze
evenmensch zich zelf zou willen helpen.
Menig vreemde vróuw heeft zwaarder' gele
den als zij een vreemd kind gewond zag, dan
deszelfs Moede<\ doch zij zag slechts hoe 't mes
trof, terwijl de Moeder het mes in eigen
vleesch voelde snijden.
De ontwikkeling heeft het bestaan van de
jonge meisjes veel verbeterd, tenminste in zoo
verre, dat het voor haar gemakkelijker is, den
ongehuwden staat te beleven.
Het ongeluk van vroeger tijden, dat het meis
je door omstandigheden tot een willekeurig hu
welijk gedwongen werd, is zoo veranderd, dat
het nu een gevaar biedt, dat de meeste vrouwen
het veel grootere euvel ondervinden tot een on-
vrijwilig celibaat gedwongen te worden.
Het tegendeel dat in ongeoorloofde en on
vruchtbare verhoudingen gelegen is kan niet
anders dan grooter ongeluk brengen.
Juist om dier vrouw wille, kan men dergelij
ke verhoudingen niet dulden. De noodlottige
bijkomstigheid ten opzichte van het alleen
staande meisje, hetgeen ook Aase Kristofersen,
duidelijk naar voren brengt, is dat do mannen
zoo gruwelijk slecht de vrouwen begrijpen....
hetgeen zij zelve eerlijk en openlijk, dikwijls
toegeven, en toegegeveu hebben
Ondanks hare verlangens en idealen over lief
de en schoonheid, avontuur en warmte, komt
het jonge meisje voortdurend in aanraking met
mannen die alle meisjes als vogelvrij verklaard,
als speelbal beschouwen.
Een der voordeelen der conventioneele moraal,
of moraal conventie, in de vaste voorschriften
tot het komen eener nadere kennismaking is:
dat sommige mannen, met zeer weinig orieutee-
ringsidee, als wegwijzer, vreemd tegenover de
jonge meisjes staan.
Dit trekt als een onzichtbaren kring om het
meisje, en de mannen hebben menige versper
ring te veroveren.
De vrouwen echter, waar het haar zelve
en haar neiging tot verandering in de liefde
betreft, zijn ten allen tijde handig genoeg ge
weest, om zich zelve te helpen, hetzij vóór het
huwelijk of zoo zij reeds gehuwd waren.
Aldus Sigrid Undset in Hochland in haar der
de hoofdstuk over die ewige Frauerfrage.
HELLENEN.
Fleur de lys III.
Het vierkante gesteven servet wordt volgens
de diagonaal in tweeën gevouwen. Vouw het
daarna weer in tweeën volgens de stippellijn
E (fig. 2). Vouw daarna het bovenste gedeelte
F (zonder de driehoekige dealen) naar beneden
op G (flg. 3). Plooi het geheel volgens de stip-
dellijntjes van fig. 4. Vouw de plooien en de
bladen wat open en steek het servet in een
glas (fig. 5).
Het kan er koud. zijn oi> de renbaan en
daar dit toch eenc der aangegeven oorden
is om dc nieuwste modesnufjes te prescn-
leerentrokken de mannequins der yroole
modehuizen, dc meest modieusc elegante
pels jasjes aan.
Ners, petit uris, murmel, bisam, in varia
ties en schakeeringen, vroegen in ruime
mate de aandacht.
Ook hier roert zwart en wil in seal en
hermelijn den boventoon.
Dat is een modekleur, of liever een samen
stelling van kleuren, die altijd weer na kortere
tusschenpoozen, door de toonaangevende
modehuizen wordt gelanceerd.
Zwart met een ietsje wit en wit met eën
weinig zwart, 't is altijd mooi, altijd nieuw,
altijd fijn en gedistingueerd.
Waarin zit het geheim van de charme van,
het zwart en wit
Op een der modeshows bespraken wij het
eens met iemand, die op dit gebied wel zaltsr
een beslissende meening ten beste kon geven
Waarom deze kleureu nooit vervelen
„Eb bien, le noir et le blanc, ce ne sont
point des couleurs" Voila. Daar mochten we
het mee doen. Noir c'est noir et Blanc c'est
blanc, daar valt niet in te nuanceeren.
Er bestaat geen licht, geen middenzwart.
zwart is zwart, er bestaat geen licht- of mid
den-wit, wit is wit
Lichtgrijs, donkergrijs, crème of geelachtig
wit, zeker dat bestaat, maar zwart blijft toch
zwart heeton, en tegen grijs zullen we nooit
zwart zeggen, zooals we steen, bloed, agaat,
granaat-rood, dat alles als gewoon rood kun
nen betitelen. We spreken wel van pek-, raven
zwart, nachtzwart, doch dit doet aan de kleur
al3 zoodanig niets af, 't is zwart zonder nuance.
Sneeuwwit, krijtwit, lijkwit, marmerwit, de
betiteling hangt meer af van de omstandighe
den, waarin het wit gezien wordt, dan van de
kleur want wit blijft *wft:
Het hemelsbreed verschil tusschen hemel
blauw en marineblauw, kanariegeel of oranje]
'geel, bestaat niet bij zwart noch hij wit. De
omstandigheden wijzigen debenamingen, en
niet de tint. Maar met dit al, met dit praatje
in ons hoekje, blijven zwart en wit altijd twee
troetelkinderen van vrouw Mode.
Zwart flatteert bijna iedereen, wit vraagt
een frissche gelaatskleur, een helder oos
Het simpel zwarte kostschooljurkje met het
piqué kraagje, kan menig meisje zoo schattig
staan, het kleedt de 15 of 16 jari^p bij serieuzen
kantoorarbeid, het is de kleeding voor de gere
nommeerde gracieuss kamerkatjes. Zwart is
officieel. Het kleedt de jonge vrouwtjes, de
waardige matrone's, den hoogen ouderdom.
Het spreekt zoozeer van rouw en smarte bij
leed en dood, statig en waardig als zij daar heen
gaan, de diverse gestalten in diepen rouw en
sluier. Wie, die geen eerbied en ontzag voelt
bij het zien van die symbolen van dood en ver
gankelijkheid.
Het wit? Schitterendst symbool van onschuld
en reinheid, bij H. Doop, Eerste H. Communie,
H. Huwelijk. Wie ziet niet ontroerend naar de
smettelooze liefde, het summum van smette-
looze reinheid.
Wie ontroert niet bij het zien dier lieve
kleine bruidjes, geheel in 't wit bij processies
en ommegangen of feesten.
Is 't niet 't sprekendst bewijs van onschuld,
zuiverheid, het witte kleed de blanke sluiei)
der Bruid, de sneeuwitte bloesems der myrthe.
Zwart en wit laten zich altijd dragen, dringen
nooit op, schreeuwen nooit in afschuwelijke
dissonant.
Twee contrasten als dag en nacht vormen zij
de schoonste harmonie.
Het zijn de dag en de nacht, de goud schit
terende zonne of de bleek glanzende maan, die
haar verdiepen of des te meer belichten.
Zwart en wit, twee hoedanigheden, die al
tijd nieuw, altijd mooi) altijd gezocht, altijd
du ton zullen blijven.
HELLENEN.
Appelpudding met slagroom.
Garnalenhroodjes: 6 geraspte broodjes, (2
pond garnalen, 3 d.L. melk of l'/2 d.L. melk
en 1% d.L. room, 25 gr. bloem, 30 gr. boter,
peper, zout, peterselie, 1 eidooier.
Bereiding: Wasch de garnalen goed af en
laat ze in een zeef uitlekken. Snijd van de
broodjes het bovenste kapje af, hol ze voor
zichtig uit en besmeer ze met wat boter. Ver
warm roerende de boter en de bloem, voeg er
de melk (en de room) aan toe, laat het sausje
even doorkoken, roer er dan de garnalen, wat
peper, zout en de gehakte peterselie en voor
zichtig de geklopte eidooier door. Vul hiermee
de broodjes, doe er het dekseltje weer op, be
smeer het met wat boter en laat ze in een
matig warmen oven knappend worden.
Appelpudding: 500 gr. zure appelen, L.
water, 100 gr. suiker, 35 gr. gelatine, waarvan
1 blaadje roode. sap van een citroen, citroen
schil.
Bereiding: Snijd de appelen in vieren, wasch
ze en zet ze op, zonder ze te schillen met het
water en de citroenschil. Wrijf ze door een
paardehareu zeef, zoodra ze tot moes gekookt
zijn. Los daarin de gelatine en de suiker op en
voeg het citroensap toe. Doe het mengsel in
een steenen vorm, die met water omgespoeld
is en laat de pudding koud en stijf worden.
Stort ze na bekoeling en garneer haar dar. met
slagroom, waar wat poedersuiker is doorge
klopt.
M. M.
De stormwind giert en loeit
en jaagt de dorre blaren
en werpt ze in de lucht
en d'opgezweepte baren.
De stormwind speelt als dol
en dwarrelt 't al in ,'t ronde
vernielt en breekt en knauwt
en kerft zoo menig wonde.
Daar dreef een trotseh kasteel
langs hemels breede banen
deed van vernuft en macht
genie, victorie, wanen.
't Ontketend element
voort al z'n dolle machten
titanen in het vuur
vol ongetemde krachten.
Wee, wee, bet broos gevaart
hier baten, wil noch weren
verlamt is 's menschen stuur
„de storm" hij zal regeeren.
De storm, wreede despoot
hij duldt geen tegenheden
en buldert, ramt en splijt
endondert naar beneden.
Eén slag, één val, o, God!
de vlammen, bloedig, rooden,
slaan loeiende alom
en.'t menschdom telt z'n dooden.
Parijs, 7 October 1930.
De keuze van een mooien, eieganten mantel,
die tegelijk practisch en makkelijk in het
dragen is, zal over het algemeen niet zoo licht
vallen. De stof moet
voldoende soepel en
toch dik genoeg zijn,
de kleur moet zoo goed
mogelijk harmonieeren
met verschillende robes,
waarbij hij gedragen
wordt, de coupe teu
slotte moet zich aan het
figuur aanpassen, zoo
dat hij zoowel over wol
len als over dunnere
robes gedragen worden
kan.
Gelukkig is er een
buitengewoon rijke keu
ze zoowel aan stoffen
als in tinten. Hoeveel
aardige fantasies ziet
men niet in de mouche-
tés en de boutonnés;
ook de bures en de
diagonalen, zoowel ef
fen als fantasie, komen
in aanmerking, evenals
enkele dikke tweeds in
donkere en aardig ge
mengde tinten.
Hiernaast geven wij
een zeer aantrekkelijk
model weer. De mantel
is van een gechevron-
neerde stof, zooals die
op 't oogenbiik ook erg
gewild is. Het dessin van de stof teekent zich
in donker blauw af op een grijs fond, terwijl
de binnenzijde van de stof blauw is. De keer-
bare stoffen geven gelegenheid tot een sier
lijke garueering, waarvan ook bij dit model
gebruik is gemaakt. Een tweede strook effen
stof garneert den mantel heel elegant rondom.
Een mooie col van grijs astrakan en een hoedje
van blauw vilt voltooien het geheel zeer sier
lijk.
Marijke Breda.
Wel lieve kind wat heb jij je best gedaan.
Doch zooals je wel gelezen zult hebben, was
het niet Auntie's fout, doch van het oruk-
duiveltje dat altijd zoo graag ondeugende stre
ken uithaalt.
Tevens zal je bemerkt hebben, dat 3e het
toch niet heelemaal goed hebt en verwacht ik
een nieuwe inzending van je.
Bij de vermelding kom je bovenaan en hoop
ik maar dat het lot je gunstig is. Als alle in
zendingen goed zijn, moeten wij loten, dat
begrijp je wel. Maar je bent een dapper ding
hoor.
Dag Marijke, veel liefs van Auntie.
Butterfly.
Wat een surprise die Engelsche brief van
jou, is dat heusoh eigen werk? Kind ik sta er
nog van verstomd. Maar op je vraag of dat
moet, .heelemaal niet hoor, want er zijn weei
anderen, die het niet graag doen en heb ik dat
ook nooit gevraagd.
Je moogt mij gerust Engelsche briefjes schrij
ven, doch in de rubriek worden ze in onze eigen
taal beantwoord.
Wil je soms eens je eigen naam en adres
zenden, anders neem ik niets van je op en dan
zou ik je stukje heel graag nog eens ontvan
gen. Maar let er dan op, het papier slechts
aan één zijde beschrijven met een broeden
kantlijn, en zoo duidelijk dat het niet over
geschreven beihoeft te worden.
Andere van harte welkom hoor Cousin.
AUNTIE ELLEN.
Kerstroosje.
Wat in een goed vat zit, verzuurt niet en
zoo mogelijk komt je leuke verhaaltje vandaag
in de rubriek.
Denk dan nog eens aan die zaaaaaalige
vacantia.
Sneeuwklokje.
Arme jij, heb je zóó moeten ploeteren, nu
je zult jJ. Zondag wel gezien hebben, dat alles
een drukfout was.
Nu maar wachten op den uitslag.
Dag Sneeuwklok je.
Lavendel.
Bravo girl, keurig geschreven en in aardig
hutspotje Hoilandscfo Engelsch. Sohitte-rend die
natuur, 't lijkt „La Suisse" wel die hemelhooge
rotsen. Schattig zijn die rotsbloempjes, boe
groeit het daar nog. Leuk dat je alles zoo goed
leest, dat is verstandig van je.
Good Bye MissPitt en veel liefs voor
-allen.
AUNTIE ELLEN.
P. S. Beste meisjes er komen zeer veel op
lossingen in, het belooft een moeilijke keuze
te worden. Waarschijnlijk zullen wij moeten
loten wie de prijzen toekomen.
A. E.
„Smijt dat iou-y aeer!"
„Kan niet".
„Waarom niet?"
«Kaptein gered, hangt aa L"
Je was net op school gekomen. Maar je dacht
niet aan school, je dacht aan „het nieuws".
Je woonde toen nog in Bilthoven en 't was
't mooiste zomerweer dat je maar denken kon.
Je woonde in 'n tamelijk groot huis, maar
naast je was er een veel leuker nog, en je eigen
tuin was ook wel groot, maar die van „Ford
William" toch nog veel grooter.
En 't prettigste was, dat Ford William leeg
stond! 't Maakte 't huis niet leelijker, want
er stonden geen bordjes „te koop of te huur",
en er hingen nog gordijnen voor de ramen.
Je kon door 't gat in de heg naar dien tuin
kruipen, waar niemand je zag en dan droo-
men of. je verbeelden dat je iemand anders
was, of lezen in 'n mooi boek.
En toen gebeurde 't verschrikkelijke!
Of nee, verschrikkelijk was 't niet.
Aan den eenen kant was 't prettig en aan
den andere akelig. En 't gebeurde zoo gauw.
Je was naar Soesterberg gefietst en had
't vliegveld gezien en er gepicnict.
En 's avonds kwam je moe thuis, maar je
was toch niet moe genoeg om niet naar je
eigen hoekje te gaan kijken in den tuin. En
toen zag je 't was bepaald griezelig
„Verkocht!" Maar dat was schandalig! J©
eigen huis en tuin zoo maar verkocht, zon
der dat je er iets van wist!
Och nee, 't was je eigen huis niet.
„Liesbeth, wanneer stierf Floris de Vijfde?"
Je werd geduwd door je buurvrouw. S3 fluis
terde ze. Ja, maar welke eeuw, zo waren
aan het repeteeren, over wie had ze :t? Nou,
Je zou maar zeggen 1296, misschien wais
't wel goed. Warempel, 't was goed.
„Voortaan beter opletten, anders moet je
de klas uit".
O ja, dat zou je wel doen, maar nn nad je
geen tijd.
Waar was je ook weer gebleven? O ja, 't was
je eigen huis niet, nou zou je die saa!a les eens
gebruiken om te bedenken wat voor menscben
er in zouden komen. Kinderen? Ja natuurlijk
voor groote menschen. Dan kwam er natuurlijk
ook 'n meisje van jouw leeftijd, en die zou je
hartsvrienden worden, want die had je nog
steeds niet.
Natuurlijk zou ze aardig zijn en nog natuur
lijker kwam ze bij je op school.
„Liesbeth, wanneer had de slag bij Kort.rljk
plaats?" „1201, zei je, Je werd de klas uitge
stnurd. Je moest naar huis.
Eigenlijk fijn, de nieuwe menschen waren eT
al, je hartsvriendin dus ook.
Je trapte hard. Moeder was op reis voor drie
dagen, ze zou vanavond thuiskomen. Alleen
Henk was tuis, die had al vacantie.
„Wie wonen hiernaast?" ,,'n Oude heer en
dame", zei Henk. Dat was te erg. J© wou gauw
naar je hoekje hollen om 's te huilen over de
verloren hartsvriendin, die je nooit gehad had.
Maar 't hoekje was piet meer van jou „O ver
schrikkelijk" zei ze tegen Henk en liep naar
boven. Op je bed ging je zitten.
Maar toen opeens dacht je: „Die oude heer en
dame kunnen niet door de struiken sn je houdt
je hoekje misschien nog wel. Je was dolblij,
dacht aan geen strafwerk en de klas uitge
stuurd zijn, je had 't Immers verdiend en je
had je hoekje nog!
„KERSTROOSJE"
Klein© vriendjes en vriendinnetjes.
Wat een aardige kalenders zijn er binnen ge
komen. Jullie hebt dapper je best gedaan. Nog
een weekje geduld dan komt de uitslag. Mis
schien komen er nog wel een paar binnen, zoo-'
voel inzendingen als van het kruiswoorden-'
raadsel zijn er nog lang niet.
Dag kleuters.
GRIJS GROOTJE.
P.S. Hier volgt een leuk verhaaltje over
zoo'n kleine kleuter als jullie. Van een echt kin-
derliefhebstertje.
Dag kleuters.
'N SCHAT.
Al heel wat keertjes heb ik van m'n kleine broer
verteld. Z'n leventje is ook zóó vol gewichtige
gebeurtenissen! En bijna al z'n soms wat raar
in eikaar gedraaide, zinnetjes, zijn anecdoten.
Hans noemt 'm daarom „Punch". Bruer is soms
„sehattig-komiek" en 'n andere keer „snoezig-
stout" of zóó diep ongelukkig door z'n klein
kinderverdriet, dat er van die lastige druppel
tjes over z'11 gezicht loopen, die zoo kriebelen
en „tranen" heeten. E11 dan geniet je van 'm
en vertelt natuurlijk aan iedereen die 't hoo-
ren wil over „Broer".
Nu ligt hij in z'n bedje, slaapt misschien
aiWat ging dat makkelijk vanavond!
Juf heeft er anders heel wat moeite mee.
Vanavond was Juf uit en had Broer heelemaal;
geen zin 0111 naar bed te gaan, of Moes moest
'm brengen. Maar Moes gaat altijd 's avonds
nog 'ns naar 'm kijken en nu zou ik 'm een
maal naar bed brengen en Broer mag niet altijd
z'n zin hebben. Broer was aan 't „dwingen".:
Krampachtig hield hij z'n vuistjes achter z'a
rug, z'n lip trilde en 't leek wei of z'n oogen
hoe langer hoe grooter werden, 'k Zei: „zeg.
Broer". Broer streed. Misschien zou er wel Iets
leuks komen, maar 't was toch zeker nog veel
te vroeg om naar bed te gaan! Hij bromde
wat en wilde niet luisteren. Toen pakte ik z'n
krullebol stevig vast, zoodat 'k precies iets in
z'n oor kon fluisteren. Hij lachte ineens, keek
toen weer vreeselijk boos en ging onwillig mee
de kamer uit. We waren misschien vijt minuten
boven toen hij uit alle macht begon te gillen
en te schreeuwen. Even lachte hij er tusschen
door en zei: „toe nu Zus, gauw". Ik holde naar
heneden en riep om de kamerdeur: „hè mams,
nu wil die vervelende jongen weer niet in bed,
komt u 'ns even." 'k Knipoogde tegen Mams
en meteen vloog 'n kleine jongen in zn pyama
de kamer in. „Mammie lekker gefopt", riep
Broer. Mams stond verslagen, daar was-le
warempel al heelemaal uitgekleed, wat 'n come-
diant!
Ja, als 't maar Is om Mams te verraseen
krijg je alles van hem gedaan! Maar toch kon
hij niet laten even op moeders knie te klim
men en nog iets te vertellen van 't mooie
sprookje, dat Juf hem vanmiddag had Verteld
en wat Moes al minstens vijf keer van hem had
moeten hooren. Maar toen zette Moes hem op
de grond en met nog 'n extra koekje omdat hÜ
zoo'n flinke jongen was, dribbelde hij naar
boven.
Een, die niet tot do Katholieke Kerk be
hoort, Dr. W. Ffirstpr, schreef:
„Waarlijk, wat de Onbevlekte Maagd ypor
de menschelijke cultuur beteekent en da
cultuur is toch beteugelen der lagere drift
dat gaat alles te boven, wat de nieuwere tech
niek heeft bereikt in de vermeestering der uit
wendige natuurkrachten".
De oprechte en trouwe devotie tot de On
bevlekte oefent een niet te schatten invloed
uit op 's menschen geest en hart: zij trekt
èn geest èn hart af van het onreine, onedele
en lage: zij heft den geest op boven het vleesch
naar het geestelijke, het edele, het ideale.
In de katacombe der H. Priscilla te Rome
bevindt zich een groote wandbeschildering. Een
godgewijde Maagd ontvangt er den sluier uit
handen van den Bisschop, die heenwiist op een
Mariabeeld, als sprak hij wel dat schoone woord
van den H. Ambrosius: „Hanc imitare filia"!
„Mijne dochter volg deze na!"
Dat moet ook het woord zijn van U Katho
lieke moeders tot uw kinderen: „Volg deze na,
mijne dochter, In haar vindt ge het ideaal der
vrouw!"
Een oprechte devotie tot de Onbevlekt© kan
niet anders den veredelend en verheffend wer
ken op geest en hart van do kinderen!
Wegens plaatsruimte bleef onze .correspon
dentie wederom achterwege.
Heden moge zij volgen en hopen wij dan de
volgende week den uitslag van ons Kruiswoor
denraadsel te geven.
Good bye dearies.
AUNTIE ELLEN.
Daar 's winters veel fluweel gedragen ls, ls
het wel goed om te weten hoe men met deze
stof, die zoo spoedig vlekt en plet moet omgaan.
Vooral ook omdat onze fluweelen kleeding-
stukken, binnenkort moeten opgeborgen worden-
Weinig vrouwen zullen weten, dat zuiver wit
zand zoo'n eenvoudig middel is om fluweel van
goede kwaliteit op te frisschen. Vooral wanneer
liet fluweel van goede kwaliteit is, kan zand
uitstekende diensten verrichten.
Men verwarmt het zand, strooit het op het
kleedingstuk en borstelt het met een schoonen
borstel tegen de vleug in af. Daarna schudt men
het zand er uit ©n borstelt de stof nogmaals
tegen de vleug af. Spiegelfluweel mag natuurlijk
niet tegen de vleug geborsteld worden.
Wanneer het fluweel hier en daar geplet is
kan men bi) zwart fluweel de plekken door middel
van een ui verwijderen. De ui wordt door midden
gesneden en met de vochtige snijvlakte wrijft
men over het geplette gedeelte, bevochtigt d©
stof aan de achterzijde en haalt het over een
heet strijkijzer. Dit kan het best gebeuren, wan
neer een persoon het goed in beide handen neemt
eoi strak houdt, terwijl een ander er met het
warme ijzer overheen gaat.
Is fluweel nat geworden, dan moet men het
niet afwrijven, maar afschudden en ophangen
om op te drogen, daarna met een weinig spiritus
gevochtigden doek afwrijven en vervolgens ge
durende 5 minuten met de keerzijde boven ko
kend water houden, zoodat de heele damp door
de stof trekt. In den nog vochtigen toestand
wordt de stof op een zacht voorwerp gelegd
en met een stijven borstel afgeborsteld.
I ZIJN JUWEELTJES
VAN
RECLAME-KUNST