I GRATIS VERZEKERD De Fransche radicalen en het Ministerie de stofzuiger zonder ge vaarvoor Kortsluiting. Miele-Stofzuiqers even goed ais Miele- Waschmsshines en Miele-Wringmachines! öF"tïïd] i De staking der Berlijnsche metaalarbeiders Alle onder stroom staande deelen bevinden, zich binnen, den, isoleerko ker. Buitengewoon groote zuigkracht.. Gering stroomverbruik.Stofreservoir1 uit prima, staalplaat naadloos getrok- ken.Mahonikleurig. Doorzijn degelijke afwerking en zijn sierlijk uiterlijk, een sieraad voor ieder huishouden. Slechts een gyaliteit: De be9te! ZATERDAG 18 OCTOBER 1930 'N CATASTROFALE UITBARSTING m wMi mm m lllllll TACTIEK OP HET CONGRES VAN GRENOBLE. DE CONCENTRATIE DER MIDDEN PARTIJEN. De f prekende hond Prijs: Fl. 105r plattelande GIJ ZIJT DAN EERST K WIT ANTIEN I 1 3 De inzet van den strijd Van onzen correspondent). B e r Uj n, 12 October 1930. De keuze van Loebe tot rijksdagpresident be- teekent een succes voor sportiviteit en gezond verstand en ook een bescheiden succes voor Brüning. Immers, de volkspartij heeft zich bij deze gelegenheid tot haar seniele knoken toe geblameerd en zal nu wel eenige dagen noodig hebben voor zij zoover bijgekomen is, dat zij de regeering weer nieuwe spaken in de wielen kan steken. Dat beteekent natuurlijk eene winst. En dan zijn de socialisten tevreden, het geen, gezien den staat van over-geprikkeldheid waarin deze heeren verkeeren. ook al een winst is. Ze zullen nu tenminste niet om der wille eener futiliteit de regeering hun steun onthou den, bijgeval deze gevraagd mocht worden. Maar tegenover deze kleine succesjes staat de catasrofale uitbarsting van de staking in de wereld der Berlijnsche ijzerindustrie. Deze sta king heeft niet louter economische of sociale, maar ook hoog politieke beteekenïs en in zoo verre is het kabinet er ten nauwste in betrok ken. Deze staking is immers een soort van proef- worsteling tusschen de arbeiders en de regee ring en wel om een der voornaamste punten van het regeeringsprogram. Brüning heeft ver mindering van productiekosten in zijn vaan geschreven en daarbij bedekt gezinspeeld op inkrimping van loonen. De patroons hebben dit punt van zijn program met vervoering aan hun hart gedrukt, maar de arbeiders hebben een goede gelegenheid afgewacht om eens te zien, wie van beide de sterkste is, de regee ring of de arbeiders. ■i~y' Van onzen correspondent KON MEN VROEGER ALLEEN ASPHALTEEREN, wanneer de temperatuur buiten vrij hoog was, thans maakt een nieuwe werkwijze met steekvlammen en verhitte platen het mogelijk, het werk in dezen tijd nog voort te zetten, zooals in de Kinkerstraat te A'darn wordt gedemonstreerd. STAKENDE METAALBEWERKERS vóór het Liebknechthuis te Berlijn Hoe zeer het hier om een krachtproef gaat, waar heel Duitschland in geinteresseerd ia. blijkt wel uit hetgeen de „Vorwarts" over hel geval schrijft: „Zij (de metaalarbeiders) voe ren dezen strijd niet voor zich alléén. Zij voe ren hem ter afweer van den eersten grooten stoot, door de werkgevers ondernomen om tot een algemeene zinking der loonen te geraken". Voor de arbeiders is elke loonsvermindering natuurlijk uitermate ellendig. Maar zij hebben te bedenken, dat het Youngplan geld kost. Zij zijn er door het kabinet-Müller in de eerste plaats verantwoordelijk voor, dat dit noodlot tige plan er op een allerongunstigst oogenblik in denrijksdag door gejakkerd werd. Maar het is niet fair anderen nu voor de betaling te laten opdraaien. De voorgeschiedenis van deze krachtproef dateert al van Juli. In die maand gingen de etaalpatroons tot een grootscheeps overboord zetten van hun leger kantoorpersoneel over, een maatregel, die als een soort verkenningsrit beschouwd kan v,-orden in de gemoederen der werknemers. Deze blijven rustig onder het go- val en daarop gingen de patroons er uit Augustus toe over, zonder opgave van redenen alle overeenkomsten met hun arbeiders per 1 October vervallen te verklaren. De arbeidersorganisaties traden daarover na tuurlijk in voeling met de patroons, maar de zen hielden hun kaarten voorloopig nog in de hand met het doel den uitslag der verkiezin gen eens af te wachten. Daarop deelden zij den 19en September aan de arbeidersvertegenwoordiging mede, dat zij het plan koesterden de loonen met 15 pCt. te verminderen. Eigenlijk zweefde hun een ver mindering van 20 pCt. voor oogen maar om hardheden zooveel mogelijk te vermijden, wil den zij deze uiterste vermindering nog een tijdje in portefeuille houden. De werknemers beantwoordden deze voorstel len met een eisch hunnerzijds de loonen van geschoolde arbeiders van 1.12 Mk. op 1.20 Mk. te verhoogen. En de vrouwenloonen, die te genwoordig 70 pet. van de mannemloonem be dragen, op 85 pot. daarvan te stellen. Hierover werd men het natuurlijk niet eens en daarop deden de arbeiders een voorstel tot algemeene invoering van de 40-urige arbeidsweek met daaraan proportioneel verbonden loonsvermin dering en indienststelling van arbeidloozen. Dit voorstel werd door de patroons om diverse redenen verworpen, maar hierbij bleef de voor naamste reden wel verzwegen en deze ls toch vooral ook voor het buitenland, dat met ver baasde oogen den klimmenden DuHscihen ex port gadesla at,, niet onbelangwekkend. De Duit- eche imidustrieelen zoeken In den laatsten tijd nl. hun kracht ook voor een deel in snelle levering. Zij streven er na elke offerte op de internationale markt door het voordeel van ■eer snelle levering tot zich te trekken. Maar hiertoe ls een soepele bedrijfsinrichting noodig: de mogelijkheid van overwerk op een bepaald moment en voor een bepaald onderdeel, enz. n dit systeem past geen logge arbeidsweek met een aantal overbodige arbeiders en een massa bepalingen, die plaatselijke galvaniseeringen op gewensohte oogenblikken uitsluiten. Zoodat ook dilt voorstel verviel en partijen geen voet nader tot elkaar geraakt waren. Daarop greep toen arbeidsminister Steger- Krald in en wel door benoeming van een soheids- iPeöhtar. Hij liet daarvoor zijn keus op dr. Vol kers, Vortragcnder Rat in den senaat van Bre men vallen on zulks tot groote ontstemming (Ier arbeiders, die op den vroegeren metaal bewerker en arbeidsminister Wisse! gerekend hadden-. Do heer Volkers nam eenigen tijd tot beraad én velde daarop zijn vonnis. De loonen van vrouwen en van de jeugd zouden met 6 pet., die van de andere arbeiders met 8 pet. inge kort worden. De patroons hebben zich bij deze uitspraak neergelegd maar de arbeiders hebben een stem ming georganiseerd om tot staking over te gaan. Aan deze stemming hebben 106.433 der 126.485 Berlijnsche metaalarbeiders welke over 276 bedrijven verdeeld zijn, deelgenomen. Van deze deelnemers spraken 90.599 zich vóór en 15.834 zich tegen de staking uit. Hiermede was ds drie-vierden meerderheid dus gehaald en op grond daarvan proclameerde de arbei dersorganisatie de staking. Om hierbij eenlg effect naar buiten te ma ken werd besloten dat de werknemers gisteren als gewoonlijk aan den arbeid zouden gaan. Maar om klokslag negen zouden allen, met uitzondering van de oorlogsdnvalieden en de lieden boven zestig jaar, hun gereedschappen neerwerpen en de fabrieken verlaten, welke daardoor op ietwat indrukwekkende wijze van het gewone vertier in een doodsohe stilte zou den overwippen. Deze ensceneering is geslaagd en geslaagd is aanvankelijk ook het voornemen de staking rustig te doen verloopen. Maar deze rust heeft niet lang geduurd. In de avonduren werden er bereids allerwegen werkwilligen door sta kers aangevallen en zóó krachtdadig neerge- bokst, dat een klein dozijn met ziekenwagens naar de hospitalen gereden moeat worden. Voorloopig is deze staking nog tot Berlijn en tot wat bokspartijen beperkt. Dat de bewe ging zich over Duitschland en ook over andere bedrijven uit kan breiden ligt voor de hand en don hemel zij er bij voorbaat voor geprezen, wanneer het daarbij tot geen ernstiger dipgen zal komen dan tot twee of drie dozijn knock outs in het etmaal. BERLIJN', 17 October (H. N.). Ds staking in de Berliinsche metaalindustrie heeft zich thans tot alle branches van deze industrie uit gebreid. Volgens een opgaaf van den bond van metaal arbeiders staken thans In totaal ruim 130.000 arbeiders. De bond van Berlijnsche metaalfa- brikanten heeft thans tot het ministerie van arbeid het verzoek gericht, om de scheidsrech terlijke uitspraak bindend te verklaren. Hier door wordt het dus mogelijk, dat de ministers beide partijen tot onderhandelingen oproept. Hij is niet meer OUDHEIDKUNDIGE ONTDEKKINGEN IN HENEGOUWEN. Te Havré bij Bergen in Henegouwen, is een ingestort hunnenbed uit liet tijdperk van de gepolijste steen ontdekt geworden, be staande uit vijftien groote zandsteenblokken, die de overblijfselen zijn van een grafmonu ment, dat vcor een of anderen Druïdischeu hoofdman moet zijn opgericht. Niet ver daar vandaan heeft men aardewerk, schelpen, grint-gereedsahap en dierentanden gevonden. De oudheidkundige, Jean Houzeau de Leliaie, wien men zijn meening over den bouw van het Druïdische monument heeft gevraagd, aar zelde niet om aan deze ontdekkingen een groot belang te hechten. Professor G. Jouret schrijft over deze kwes tie: Op de helling van den heuvel, die een vruchtbaren bodem en rijke ertalagen had, heeft in het tijdperk van de gepolijste steen een waarschijnlijk tamelijk talrijke nederzet ting geleefd, welke zich bezighield met land bouw en steen-industrie. Dit hunnebed mag als een der meest waardevolle schatten van het vóór-historische Henegouwen beschouwd worden en moet goed bewaard blijven". Gemeld wordt, dat de minister van Kunsten en Wetenschappen aan eenige specialisten op het gebied van vóór-historische onderzoekingen zou hebben opgedragen, zich voor de ontdek king van Havré te interesseeren. NEDERLANDSCHE RAADHUIZEN. In het antiquariaat Templum Salomonis der firma Burgersdijk en Niermans te Leiden wordt een tentoonstelling gehouden, betrekking heb bende op de stadhuizen in Nederland. Zij zal tot 18 November geopend blijven. De verzame ling bestaat uit interessante platen, teekenin. gen en boekwerken over Nederlandsche raad huizen van thans en zooals deze vroeger wa ren, o.a. het Koninklijk Paleis te Amsterdam, de raadhuizen van den Haag, Haarlem, Rot terdam, Alkmaar, Delft, Oudewater, Schoon hoven, Utrecht, Middelburg en vete andere plaatsen. HET BEETHOVENHUIS. Mej. Wllhelmine Rau te Mannheim, de eenige nog levende achternicht van Anton Sehindler, een tijdgenoot van Beethoven, heeft alle herinneringen aan Beethoven uit de na latenschap van Sehindler, aan het Beethoven- huis te Eonn afgestaan. Onder deze herinne ringen bevinden zich zeer belangrijke manus cripten. EEN LIJKREDE Langzaam en oveneogen Vele zijn de voorbeelden uit de historie der eeuwen en der volken, waarin groote artisten op nog jeugdigen leeftijd afscheid moesten ne men van dit ondsrmaansche. De voortdurende oefening het onophoudelijke trainen, de nimmer onderbroken inspanning, en (Een weinig verheffing van stem:) het wcekeren met dat talent, waarmede de kunstenaar zich evenzeer onderscheidt van als verheft boven het gewone menschdom, dat alles vergt van zijn krachten vaak zoo veel, dat het lichaam kwijnt en sterft, terwijl de geest nog alle mogelijke perspectieven ziet cn ruimte ter expansie. Weliswaar zullen wij bij dit korte woord, ge sproken aan deze baar, niet den geest van de dierbare doode belichten. (Met dringender droefenis:) Wijden wij veeleer een droeve gedachte aan het noodlot, dat het verscheiden zoo apart karakteriseert, juist van zulk een artist, zoo als Wij daar thans een betreuren (Vijftien seconden stilte.) Niet waar? Dichters zijn -nsterfelijk, om-dat zij het welluidende bruisen in hun dichtaderen kunnen overhevelen in hun vulpen en vermogen het uit te schrijven op het geduldige papier, dat onmiddellijk op deze geïnspireerde daad ge stempeld wordt met het: Scripta manent, het geschrevene blijft. (Mezzo forto De schilders zoeken in den kleurenchaos van het palet de harmonie van verf en vorm, en wanneer zij een doek ter expositie zenden, ^an wanen zij zich meester en der onsterfelijkheid voorbeschikt. Zeker is het, dat daar de moge lijkheid toe open staat en dat een daad van vernietiging noodzakelijk is, om het doek aan flarden en daarmee den naam van den kunste naar uit de registers der grooten te scheuren. (Forto met crescendo.) De beeldhouwers beitelen hun monumenten uit marmer en graniet en daar is een dyna- miefontploffing voor noodig, daar wordt een schot gevergd, om zoo'n standbeeld aan grui zeis en de ster van dezen artist uit het firma ment te schieten. Piano-pianissimo En de musicus, hij die symfonieën in de weelde van zijn eigen gemoed met zich rond draagt, hij heeft zich aan zijn klavier neer te zetten, en neer te schrijven, wat uit hem welt, en. wanneer het mocht zijn, dat de dood hem onder het scheppen van zijn laatste creatie over viel, zoo zal hij reeds onsterfelijk op deze wereld blijven rondwaren, met een „Unvollendete!" (Largo:) Helaas, zulk een lot is niet hem beschoren, ic wien de gave zetelde, weer te geven, hetzij met behulp van een dirigeerstok, hetzij met behulp van zijn vingers (Staccato:) hetzij met zijn menschelijke stem, wat de anderen voor hem geschreven hadden. (Oratorisch:) Hoeveel dichters kunnen hun eigen verzen niet zeggen? Hoeveel dramaturgen hun eigen drama's niet spelen? Hoeveel componisten hun eigen liederen niet zingen? En, vraag ik U, is hij: de declamator, de tooneelspeler, de zan ger minder kunstenaar?? (Adagio.) Ik weet het: de moderne techniek heeft op de gramofoonplaat do kunst ook van deze grooten op den huidigen dag vastgelegd. Maar: voor zoover ik weet (Passionata:) is de menschelijke stem van hem, dien wij hier betreuren, van hem, die de mensche lijke stem wist na te bootsen, zooals niemand van zijn soort en zijn geslacht, is, zeg ik, zijn menschelijke stem niet op de zwarte plaat ver- eeuwigd! (Men snikt.) Dit waarlijk stempelde het leven van den af gestorvene tot een hondenleven. Hoe roerend zoude het wezen, wanneer zijn geluid weer op geroepen kon worden op een „His Master's Voice", de plaat, waarop de hondzooals gij weet luistert aau de hoorn van dit instru ment, de gramofoon. (Troostend.) Ik weet het: den doode is het niet gegaan, zooals velen zijner lotgenooten, hij heeft het niet behoeven te beleven, dat hij, eerst gevierd en bejubeld, langzamerhand afdaalde tot een engagement hij reizende troepen en kermis- circusjes. Hij werd vertroeteld en in hooge eere gehou den in den schoot der familie. Edoch, hij is gestorven Vaz Dias: De sprekende hond, eigendom van dB familie van van Ililst te Arnhem, waarmee in binnen- en buitenland veel succes behaald is, is aan een ongeneeslijk gezwel aan de keel, Zondag overleden. I (Dg Capo.). Va rijs, 15 October 1930. De radicalen hebben te Grenoble hun con gres gehouden en het is opvallend hoe ledig dia bijeenkomst is geweest. Andere jaren is hun congres het voorspel van de heropening van den politieken strijd en wordt er niet min der aandacht aan geschonken dan aan de ka mer zelf. Ontegenzeggelijk heeft ook dit jaar het radicaal congres tot veel beschouwingen in de Fransche pers aanleiding gegeven, doch t heeft de publieke opinie niet kunnen beroeren. Zulks is geheel overeenkomstig den wensch der radicalen, die er alle belang bij hebben hun jongste verleden te doen vergeten. In het bijzonder het bravour congres van Angers, dat zulke verstrekkende gevolgen heeft gehad voor de Fransche binnenlandsche politiek. Het pa rool, geen stof op te jagen, is te Grenoble ge volgd met een discipline, die men in deze la waaierige gemeenschap niet meer gewoon was. De „tendenzen" zijn begraven, het persoonlijk gekibbel werd gesmoord, en met de plechtige verzekering dat men zich slechts om beginse len zou bekommeren en de radicale principes eens flink in het licht zou stellen, heeft men ze weten te verdoezelen. Deze ongewone houding van de radicalen 13 het resultaat van een tactiek. Twee jaren ge leden heeft men een geweldige fout begaan, toen, tengevolge de hesluiten van het congres van Angers, de vijf radicale ministers het mi nisterie hebben verlaten, in de overtuiging dat daarmee aan de Poincaré-Tardieu-politiek den genadeslag zou worden toegebracht. Tot hun verbazing hebben de radicalen moeten onder vinden, dat men het buiten hen kan stellen. Men zal zich herinneren wat aan hun hou ding van toen ten grondslag lag. Ze meenden dat in Frankrijk links nog altijd troef was en dat hun oude opvatting ,,geen vijanden links" nog steeds door de meerderheid van het kie zerscorps en van de kamer werd gedeeld. Hun eiseh, dat geen reclitsche elementen deel zou den mogen uitmaken van de regeering of van de regeeringsmeerderheid, bleek al aanstonds een slag in de lucht. Met niet geringe forfan- terie hebben ze toen hun figuur pogen te red den door te beweren, dat een oppositiekuur den linksehen gosd zou doen, de gelederen weer nauwer aan een zou doen sluiten en den per soonlijken naijver 'zou indammen. In twee opzichten hebben zij buiten den waard gerekend. In de eerste plaats hebben zij niet tijdig genoeg ingezien, dat de drin gende vraagstukken van den dag 'n homogene regeeringsmeerderheid eischen en dat dia meerderheid in de kamer te vinden is buiten de radicalen om. Tardieu onderschattend heb ben zij moeten ervaren dat een nationalisti sche meerderheid de linksche oppositie niet heeft te vreezen. Het gevolg daarvan is ge weest, dat zij zich de befaamde „hefboomen van bet bewind" hebben zien ontgaan en waar da radicalen altijd in een valsche positie hebben geleefd en den schijn hebben geëxploiteerd, hun macht vooral handhavend door middel van de bestuursorganisaties, daar hebben zij moeten ondervinden, dat het hun onmogelijk was te verhinderen, dat een groot aantal ele menten in die bestuursorganisatie, aan hun invloed werd ingetrokken. De meest gevoelige slag is geweest het ver liezen van de Place Beauvau" dat ware bol werk van het radicalisme, door Tardieu zoo stevig bezet. Ze hebben dan ook Ingezien, dat het ministerie van binnenlandsche zaken, met zijn prefectenmacht, tot eiken prijs heroverd most worden. Hun invloed in de gewestelijke besturen, die zulk een directen druk uit kun nen oefenen op de verkiezingen, hangt daar van af. Ds andere groote vergissing is geweest naar den kant der socialisten. Zij hadden gemeend dat met in de oppositie te gaan de kansen op de kartel-politiek werden verhoogd, het kartel natuurlijkerwijs hersteld zou worden. Maar de socialisten die inderdaad alle voordeelen van het kartel poogden binnen te halen, hebben na zijn mislukking hun actie niet stil gelegd en die actie heeft geheel plaats ten koste van de radicalen. Bij de tusschentijdsche verkiezingen aarzelden de socialisten niet om op de gebrui kelijke wijze alles voor zich op te eischen en ze zijn er zelfs bijna in geslaagd de radicalen zoodanig af te brokkelen, dat ze zelf de sterk ste partij van het kartel zouden worden. De socialisten kunnen buiten de radicalen, tot ze kere hoogte, de radicalen kunnen niets bulten de socialisten. Onder die omstandigheden een afwachtende houding aannemen zou gelijk staan met het prijsgeven der verkiezingskansen bij de algemeene verkiezingen van 1932. Die te doen plaats hebben, ondernomen door een regeering die over de Place Beauvau beschikt tegen de radicalen, en met de socialisten als concurren ten inplaats van als kartelgenooten, zou een voudig voor de radicalen beteekencn voor de naaste toekomst buiten het gouvernement te blijven en daardoor hun aanhang te zien ver loopen. Evenwel, de weg, die den voorkeur der radi calen heeft, een kartelherstel, is afgesloten. Zy geven er zich zeer goed rekenschap van, dat onder de huidige omstandigheden een kartel in Frankrijk niet mogelijk is. Hun ecarteering van het bewind is juist het gevolg van het feit dat de groote middenmoot van het parlement, men kan wel zeggen die van de gematigde radi calen, niets willen weten van een samengaan met rood. En waar van den anderen kant de socialistische kamerleden nog steeds niet van de partij kunnen gedaan krijgen dat ze regee- ringsverantwoordelijlcheid aanvaarden, en een uitsluitend radicaal kabinet geen meerderheid kan vinden, daar zouden de radicalen het nim mer buiten de middenmoot kunnen stellen. Onder die omstandigheden was het bewind dus voor de radicalen afgesloten. En afgeslo ten dcor hun eigen schuld, door de straffe be sluiten van Nice en Angers, die een coalitie uitsluiten waaraan ook de rechterzijde deel neemt, door de middenpartijen geaccepteerd en op prijs gesteld. Brandend van verlangen weer in het ministerie opgenomen te worden en in de regeeringsmeerderheid, de eenige weg om weer aan het bewind te komen, zat er dus voor de radicalen niet anders op dan de besluiten van de beide vorige congressen Nice-Angers en Reims ongedaan te maken en het standpunt vari straffe uitsluiting te verlaten. Aan het congres van Grenoble viel de ondankbare taak ten deel dat zaakje te beredderen, zonder dat de partij met haar vroegere besluiten in tegen spraak kwam, zoo althans dat de schijn gered zou worden. De radicalen hebben daarvoor hst concentra tieidee aangegrepen. Zij die de laatste jaren elke concentratie van de middenpartijen hebben doen mislukken, ko men nu niet doodleuk gezicht er mee aandra gen. Of dat politiek wel erg handig ls, mag be twijfeld worden. Immers de onmogelijkheid van een mlddenconcenlraitle is tot drie ,maal toe duidelijk gebleken. Wat de middenpartijen ge meen hebben, is niet voldoende om er een re geeringsmeerderheid op te vormen, wat ze scheidt ls zoo krachtig, dat hst elke poging ten doode doemt. De houding van de radicalen zou dan ook volslagen onbegrijpelijk zijn, zoo za werkelijk de concentratie beoogden. Wat zs op het oogenblik ondernemen, ls een politieke manoeuvre tegen het ministerie-Tardieu om eau crisis uit te lokken waardoor een Briand of een senator de kabinetsformatie zou onder nemen op een rormulB als tijdens den franc- vrede, waardoor eenige radicalen in het minis terie zouden kunnen treden en de Place Beau vau bezetten. Ds socialisten zien dat gespartel zeer goea en vermaken zich er niet weinig over. Ze gaan voort den radicalen terrein te ontnemen en de radicalen durven zich bijna niet te be klagen. Ta Grenoble hebben de radicalen zorg vuldig gezwegen over hun relaties op den lin kerflank en ze moesten dat wel doen omdat elke vriendschapsbetuiging zelfs naar links de gematigde elementen zou verontrusten. Maar ook da „zwenking naar rechts" ls niet duidelijk uitgesproken kunnen worden. De aangenomen dagorde spreekt slechts van het samengaan van alle echte republikeinen, met uitsluiting van alle groepeeringen van rechts, en men heeft de vaagheid zelfs zoo ver moeten drijven, dat de geringste afbakening werd af gewezen. Feitelijk ls te Grenoble niet anders gebeurd dan dat de beletselen werden wegge nomen aan de concentratie, of juister gezegd tegen het intreden van radicalen in n'importe welk kabinet. Maar dit „niets anders" is de totale verloochening van de tactiek van Angers. Evenwel, met zich voor een republlkeinsche concentratie uit te spreken komt de radicale partij niet verder. Is die concentratie werke lijk doel en niet middel, dan zouden zij en bloc de regeertng kunnen steunen. Maar dat juist ligt in het geheel niet in de bedoeling. De be doeling ls Tardieu omver te werpen, niet zoo zeer om Tardieu, at razen ze nog zoo tegen liem, maar om bij de kabinetswijziging eenige portefeuille te kunnen veroveren. Om nu de tegenwoordige regeeringsmeerder heid althans het deel, dat voor een concentra tie is te vinden, bereid te maken de radicalen weer op te nemen, moeten Herriot c.s. de vrees wegnemen die de radicalen hebben gewekt en wel in de eerste plaats op het stuk van defen sie. Wy willen niet zeggen, dat Herriot niet bevreesd is geworden door de alarmeerende berichten, van den overkant van den Rijn ge komen. Maar evenmin dat in zijn plotseling elan voor de landverdediging geen politieke par. tlj-drijfveeren zijn te vinden. Het congres heeft die kwestie in het vage gelaten. Evenwel is die vaagheid op dit en andere punten de ham NielV digheid, maar tevens de zwakke plek van de radicale tactiek. Slaagt hun poging om bij den kamer-terug keer het kabinet te doen vallen, iets wat moge lijk is, waar zulks van tal van omstandigheden buiten de radicalen om afhangt, waarvan er een aantal aanwezig schijnen te zyn, dan krij gen ze de socialisten in den rug en dreigt te vens hun onderlinge verdeeldheid, die te Gre noble gezwegen heeft, weer op te vlammen. We hebben te Grenoble Daladier, Chautemps en Herriot broederlijk vereenigd gezien, terwijl ze elkander elk succes om bet hevigst betwis ten. De moeiiykheden voor de radicale partij om weer portefeuilles te veroveren zijn te Gre noble niet opgelost. Ze beginnen trouwens eerst wanneer de crisis er is. Men herinnert zich nog te goed de wijze, waarop de heeren elkan der in het haar hebben gezeten bij de pogin gen van Clementel, Daladier en Chautemps om een ministerie te vormen De linksche vleugel van de radicalen zal ongetwijfeld in de aan wezigheid van Tardieu in een nieuw ministerie en van vertegenwoordigers van de partij Marin en de Christen-democraten een gelegenheid vin den om de radicale voorlieden te beletten in het ministerie te treden. En een terugkomst van Tardieu is zeker. Het is niet noodig op de dingen vooruit te loopen, maar merkwaardige dingen zijn in het vooruitzicht. Komt de crisis, dan zullen onge twijfeld radicalen in het ministerie treden, doch het zou ons al zeer verwonderen als het op een andere wijze zou geschieden dan bij de Jongste crisis is gebeurd, toen eenige senatoren en mi nister Dumesnil Zich niet aan de partij-disci pline hebben gestoord. Zal de party dan kunnen voortgaan met uitsluiten? Het Is bij de sterke stroomingen in de partij, die zoo diametraal tegenover elkaar staan, eerder denkbaar dat ze zelf in ernstigen crisistoestand zal gaan ver keeren. Evenwel, Tardieu heeft nog steeds de leid sels in handen en het is niet waarschijnlijk, dat hy ze spoedig zal los laten. NEGRO SPIRITUAL SONGS Een ezing van Lou Lichtveld In de Donderdagavond gehouden vergadering van de R.K. Studentenvereenlging „Veritas" te Utrecht, heeft de heer Lou Lichtveld over de geestelijke liederen der N -Amerikaansche negers" gesproken. Achter deze liederen, ald«*s spr„ schuilt dik wijls een voornaam brok geschiedenis. Die ge schiedenis wordt echter op opvallende wijze verzwegen, omdat zij een geschiedenis vormt, die minder vleiend is voor den blanke: de slavernij, de verderfelijke toepassing van de las Cazas' nobel bedoeld initiatief. Hoewel de geïmporteerde negers te zamen honderden verschillende talen spraken, ont stond er onder hen In Amerika een collectieve taal, welke eerstens een samenvatting is van de grondregels der negertalen en vervolgens ge vormd werd door het overnemen van woorden van hun Europeesche meesters. Het is zeer begrijpelijk dat de negers in den beginne allerminst in de stemming waren om te zingen. Het eerst geraakten zij echter hier toe, toen zij contact kregen met iets, dat hen een oogenblik aan de vreeselijke werkelijkheid kon onttrekken, namelijk met den chriatelijken godsdienst. Vooral het oude testament, en in het bijzonder de aan hun toestand gelijke on derdrukking der Joden, heeft den negers tot inspiratie gediend; dit is duidelijk in de onge veer 500 gekende liederen waar te nemen. De liederen bestaan uit een refrein, een couplet, een herhaling, weer een couplet en vervolgens weer eenige keeren het refrein. Alflligs, zoo vertelde de heer Lichtveld ver der, gaven ook de blijdere gedeelten van de Bijbelsche geschiedenis aanleiding tot zingen. De negers zingen de liederen uit echten gods dienstzin, als stukken van een godsdienstoefé- ning en met grooten eerbied. Een voorzanger laat het eerste gedeelte van het lied hooren, ter wijl een koor bij het refrein invalt. Toen de heer Lichtveld een gramofoonplaat ter demonstratie had laten draaien, vestigde hij de aandacht op het eigenaardige jazz-karak- ter van deze muziek; hij wees er echter op, dat zij de voorgeschiedenis is van de jazz, welke de negers dan ook als een verwezenlijking en ontaarding beschouwen. Het sterke rhythme is een overblijfsel van het heidendom. In liedaren betrekking hebbende op bet nieu we testament hoorde men een sentlmenteelen inslag, het gevolg van lateren method lachen in vloed. In het begin /an zijn voordracht had de heer Lichtveld nog gezinspeeld op het veelvuldige wanbegrip, dat over de N.-Amerikaansche ne gens 'heerscht. NUMMERING DER HUIZEN TEN De Minister van Staat, Minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw, heeft de volgende circulaire toegezonden aan de ge meentebesturen: „Ik heb de eer u mede te deelen, dat het bestuur der VereenlgiUg yan Raden van Ar beid mij mededeelt, dat in vele gemeenten ten plattelande de nummering der huizen zeer on duidelijk is aangebracht, doordat de nummers te klein zijn, of op zoodanige plaateen zijn aangebracht, dat zij van den weg af niet zicht baar zijn. Hierdoor wordt het zoeken naar adressen voor verschillende ambtenaren zeer bemoeilijkt cn tijdroovend. Indien hierin verbetering werd aangebracht, zou zulks voor onderscheidene ambtenaren be- teekenen, dat zij minder lang moeten zoeken en zou aldus efficiency bevorderd worden. In verband hiermede is bij dat bestuur de vraag gerezen of het niet mogelijk is, Indien bij gelegenheid van de volkstelling de huls nummering wordt nagegaan en verbeterd, maatregelen te treffen, dat de nummering zoo danig wordt aangebracht, dat dezs vanaf de weg duidelijk zichtbaar is. Ik meen goed te doen, uw aandacht op dit punt te vestigen. Tegen het treffen van de bedoelde maatregelen zal In voorkomende ge vallen, naar ik vertrouw, geen bezwaar be hoeven te bestaan". VOLDOET UW ABONNEMENTSGELD BEWAART UW iiiiiLiiiiiiiiiiiiiiiiim

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10