V «IE DINSDAG 21 OCTOBER 1930 EEN MOOIEN NAJAARSDAG TE GRUNEWALD, POPPEN HAD IK HET MAAR GEWETEN. ZELFZUCHTIGE KINDEREN. 1$" ,!r\ Bederft uw kroost niet- yOOR ONZE HUISMOEDERS Prajskroiswoordraadsel. MODEPRAATJES. WAT IEDERE VROUW LEZEN MOET. BOUDOIR. 'r 7 u- a 7 BABYBOX. Kleine Babylboxertjes. De Blauwe Diamant. Hoe dikwijls en in hoe droeve, hopelooze Btemming, hebben wij het bovenstaande Diet hooren zeggen. Menige zucht, menige traan, verkondigt vaak de droeve gevolgen van schuldige onwetend heid. Schuldig, omdat men als een struisvogel den kop in het zand steekt, om naderend gevaar niet te zien. Vele menschen en vooral vrtmwen, oudere meisjes, leven zoo heur eigeu leventje va:i daaglijkscbe sleur, gewoonten, het opgaan in eigen omgeving en zorgen (zeer goed in zich zelve), doch in onzen tijd is het noodig iets ver der te zien, naar buiten uit, verder dan den kring van alledaagsbemoeiïngen en gebeurte nissen. Velen lezen de couranten, ja maar hoe. 't Eerst geboorten-, verlovings-, huwelijks. en overlijdens-annonces. Mode-advertenties, huis- houdnieuwtjes, en soms met waren hartstocht alleen het feuilleton. Er zijn er die zich buitengewoon interessee ren voor het stadsnieuws, eventueels moord en ongeluksrubrieken Andoren Bmullen van kunst en wetenschappen, of vliegen de boek besprekingen en die van theaterstukken en films met gretige oogen door. En dan, ach dan is er zooveel wat zij nog geen oogslag waardig keuren. Politiek, besprekingen van verkiezingen, uit- blagen, enz., enz. Hoogere begrippen in welis waar zwaar en gewichtig uitziende betoogen, maar toch zoo innig mooi, zoo innig leerzaam, wanneer je er maar eenmaal in zijt. 't Zijn juist de voor ons vrouwen het minst aantrekkelijk nitziende lezingen en brochure's die eenmaal geopend ons misschien in begeestering zullen brengen. Laten wij ons toch interesseeren voor alles wat op bovengenoemd gebied voor ons te lezen, te leeren, te ervaren valt. Wat wij vandaag niet begrijpen, zal morgen misschien bij over denken ons ineens duidelijk zijn. Wat heden ons ver boven onze macht en ons begrip gaat, zullen wij weldra door anderen wèl begrijpen en wel in practijk gebracht zien. Vele, zeer vele menschen, hebben ooit met pers en alle krantenwezen gespot. Hun leuze was en is: „Immers, de almanak en de cou rant brengen de leugens in het land." Neen, duizendmaal neen, zeker niet in onzen tijd, waar de goede pers slechts waarheid en klaarheid geeft en niet schroomt zoo noodig het kind bij den waren naam te noemen, en zekere huichelachtige preutsehheid weet te ontmaske ren. Zij, die eertijds de pers minachten of belachelijk maakten, hebben wel degelijk de macht dier pers leeren kennen en vreezen. Had ik maar geweten! Hoevele vrouwen zijn er niet geweest, die toen de rechten haar geschonken werden, om daarvan gebruik te makeu, niet wisten hoe en waarom, omdat zij nooit de moeite wilden ne men, zich op de hoogte te stellen van al wat in het kamp der R. K. Staatspartij werd be zóchten en nagestreefd. Hoevele echtgenooten zijn er, hoevele moe ders zijn er, hoevele vrouwen en meisjes die sidderen van de stormen ontketend door onge loof, zedenbederf en de fataalste aller verblin dingen, het monster „echtbreuk". Helaas nooit hadden ze gedacht dat 't zoover komen zoude, ze sloten de oogen. 't Is zoo erg niet. En nu zouden ze hemel en aarde willen bewegen om deu ren naar verdwazing en ver wildering te stuiten. Maar ze hebben niet gewild, ze hebben niet geleerd de middelen te kennen, en te kiezen op de juiste plaats en 't juiste uur, om het onheil te voorkomen of in zijn weelderigen wasdom en voortwoekeren, als ieder onkruid, te belem meren en uit te roeien. Welaan dan, vrouwen, jong of ouder, wie, Wat, waar, hoe ge ook zijt en God u plaatste ;werkt en houdt nooit op te werken aan uw eigeu ontwikkeling. Neemt 't zaad, door hen die 't weten kun nen, het zaad zoo kwistig gestrooid in predi katies, lezingen, brieven en brochure's en in pouranten toch in u op. Laat uw zielen als een yoorbereide vruchtbare bodem zijn. Zorg toch, dat ge diep en innig doordrongen Zijt van de groote onomstootelijke waarheden des geloofs, dat ge slagvaardig zijt om ongeloof en drogredenen zoo niet te kunnen weerleggen, floch minstens te kunnen weerstaan. Maakt u sterk tegen alies, wat uw heiligste bezit, uwe waardigheid als vrouw en meisje moge aanranden, sterk en wel overtuigd het .Ware te willen, de deugd te kunnen betrachten. Zoekt voorlichting en onderrichting, ga waar twijfel en vreeze u plagen, te rade bij hen, die alle duisternis kunnen belichten, die iedere Iwijfel, iedere vrees ontzenuwen. Dan zult ge nooit behooren tot diegenen, die vertwijfeling en moedeloosheid, in volslagen .verwarring geen weg meer vindend, in het doolhof der hedendaagsche verwildering, in den blinde tastend, klagend moeten roepen en weenen, in 't besef van eigen tekortkoming en schuld: „Had ik maar geweten." HUISMOEDER. In de prilste jeugd zijn nagenoeg alle kin deren zelfzuchtig, omdat het instinct tot zelf behoud in die eerste jaren veel sterker is dan welke andere instincten ook en deze bijna ge heel op den achtergrond plaatst. Zooiang zij niet een tijdje langer op dit oudermaansche heb hen vertoefd, dus ouder geworden zijn, hebben zij in het geheel geen notie van de gevoe lens bij andere menschen en daar. om stellen zij hun eigen gevoelens bo ven alles. Waar dus in het leven der kleuters bet eigen ik zoo'n belangrijke, zoo niet de belangrijk, «ie plaats inneemt, maken de ouders zich dikwijls ern stig ongerust over deze eerste symp tomen van zelf zucht. Toch ten onrechte, want bijna altijd ver dwijnt deze kwade karaktertrek uit zich zelf wanneer het kind ouder wordt. Het werkelijk zelfzuchtige kind echter vormt een geheel ander probleem. Tn den kring van broers en zusters valt het aanstonds op door zijn gedragingen. Wordt het van den beginne daarover niet streng berispt en geregeld onder handen genomen dan zullen de slechte eigenschappen, tegelijk met het op groeien, dieper inwortelen. Het egoïstisch kind zal nooit zijn speelgoed aan makkertjes afstaan, het houdt het voor zich of stopt het weg. liever dan riat een ander er pleizier van hebben zon. Om bal- of andere spelen en onderlinge wed strijden geeft het niets, wanneer het niet haan tje de voorste kan zijn. Altijd wil het baas spe len, zich het beste deel toeeigenen en wanneer het zijn willetje niet kan doordrijven gaat het er op zijn eentje van door. Een wenk door een volwassene gegeven, zal immer tot eigen gemak of genoegen worden ten nutte gemaakt Laat zoo'n egoïst je uit een schaal taartjes kiezen, tien tegen een dat hij het grootste neemt; met een stuk chocolade of andere snoe- oerij zal hij naar et afgelegen plaatsjé gaan om het toch maar alléén te kunnen oppeuzelen. Er moesten ook eens méér liefhebbers ko men! Opmerkelijk is bovendien, dat het zelfzuchtige kind steeds ook dat moet hebben, waarop een ander zijn zinnen heeft gezöt. Dat leidt natuur lijk tot onderling gekrakeel, vandaar dan ook, dat zoo'n knaap of meisje geen welkom vriend je of vriendinnetje meer is in den kring van het kleine volkje. Dikwijls ook zal een zelfzuchtig kind eerst dan een boodschap doen of een kleinen dienst bewijzen, waneer het er voor beloond wordl. betzij met een geldstuk, hetzij met wat snoe perij. Altijd dan zal het vragen: ,,Wat krijg ik als ik het doe?" Inplaats van gaarne en uit liefde te doen wat verlangd wordt. Vele moeders dragen in dit opzicht schuld. Hoe vaak toch moeten we van haar niiet hooren: ..Lieveling, als je voor moes dit of dat dóet, krijg je een cent of een snoepje!"? Zij bederven haar kroost tot in den grond. Van zelfzucht is het kind gemakkelijk te ge nezen, mits tijdig ingegrepen wordt. De ouders behooren er voor te waken, dat. hun kinderen te veel zich zelve vermaken. Zij mogen hen niet onuoodig van speelkameraadjes verwijderd houden, doch behooren hun van meet af te leeren ook anderen te laten „mee doen" en profiteeren van wat zij bezitten. Strikte gehoorzaamheid zal de taak niet wei nig vergemakkelijken, maar vooral mag men een kind nooit aanzetten iets te doen wat feite lijk: ongeoorloofd is en daarna tegenover ande ren zijn daad vergoelijken door te zeggen: „Het geeft toch niets!" Er zijn heel weinig kinderen, die niet zelf zuchtig worden, wanneer zij in alles hun zin .krilgen Men zij dus voorzichtig en waakzaam. In een paar weken kan een kind worden bedorven: jaren zijn er echter noodig om het zijn slechte gewoonten af te leeren. Moeders en huisvrouwen, hoe is 't, i3 er al rust en stilte in den huize, is de z. g. najaars schommeling of hoe die plaag heeten moge al voorhij? 't Is niet meegevallen dit keer, regen en wind, slechte factoren om eens flink te luchten, en alles wat des beds is buiten te brengen, 't Is vroeg en 'n akelig nat najaar geweest en de gevolgen zijn niet te overzien Op een tochtje door Brabant bereikten on3 na de vele klachten over het fruit ook massa's pver de aardappelen. Moeders, ziet toe, wie aardappelen op wil doen, doet het nu, er zal o zoo veel bedorven rijn als het hooge water, dat nu reeds zoo yroeg alomme staat, is weggezakt. Ook uit Drente bereiken ons vele klachten De boer staat er heel slecht voor, alles nat en vochtig. Dat belooft een duren en schralen ginter. Redden wat te redden valt, en kunnen we goede en droge aardappelen bemachtigen, „do It now", zegt de Engelschman. 't Is een troosteloos gezicht, vooral in het Brabantsche, die ondergeloopeti gronden. Daar steken de stallen, boomen en enkele huizen bovenuit. Voorloopig nog maar enkele, maar 't is priest. Nu lacht weer de zon, de hemel zoo blauw, ■ou er dan eindelijk verandering komen? Laten wij het hopen, al steken onze kinde- f«n al flink in 't najaarspak en modderschoe- P a r ij s, 14 October. Meer dan ooit worden op het oogenblik de aardige „toilettes simples", waarvan de lijn zoo jong en frisch blijft, gewaardeerd. Het minste détail in coupe, of versiering is voldoende om aan die toiletten dat cachet te geven, dat hun zulk een bijzondere charme verleent. Vooral voor de ochtenduren en voor sport zijn zij bijna onmisbaar. Een van de meest ge bruikte stoffen voor dit genre modellen is jersey- de-laine, een stof, die, verre van op den achter grond te geraken, zich nog altijd in de alge- Vmeene belangstelling mag verheugen! Men gebruikt deze stof zelfs ook voor de „robes de ville", in het j genre, zooals hiernaast I b I ts weergegerven. Ij jl I De voorkeur gaat uit <-IX- _!lnaar zwart, of kastanje jersey; de lichtere tinten blijven meer gereserveerd voor sportieve modellen. Men ziet ook vele creaties In lieht-blauw in turkoois, of Madonna-nuance. Deze tint is ook gekozen voor het hierboven weer gegeven model, dat men intusschen ook in beige of zwart kan uitvoeren of doen uitvoeren. Dit model vertoont een emplacement op het oorsage, dat van voren met een knoop gegar neerd is; het loopt heel sierlijk over de schou ders door. Beneden aan de mouwen en boven aan den rok keert dit detail met knoopen terug. Een ceintuur van stof,, geheel geplqueerd, geeft aan de taille een licht bloezend effect. Een parade, een défilé van elegante herfstmodellen. Opvallend, zijn de lange met bont gegarneerde mantels, de teruggekeerde handmoffen en de kleine nauwsluitende hoedjes. Het hooge reine voorhoofd viert zijn triomphei:. Mochten wij met den dichter wederom zeggen: Ton front pure et chaste." VAN1ETTE. 't Zonnetje doet zoo goed, vervroolijkt, maakt gezond en sterk. Laat ze waar 't kan en pas geeft, buiten zijn, veel buiten, van iederen mooien dag profiteeren. HUISMOEDER. „Pflicht und Traum". Ein Buch vom Leben der Frau, von Maria Sticoo. Herder, Freiburg i. Br. „Ilandbuch der weiblichen' Ju- gendpflege", von Elisabeth Schnei der. Herder, Freiburg i. Br. „Die Katholische Frau". Ihr Wir- ken für Religion, Kuitur und Volk in Vergangenheit und Gegenwart, von P. Otto, Mors S.M.A. Pau- linus-Druckerel, Trier. „Les puissances morales et sur- naturelles des femm.ee", par Mgr. .1. M. Tissier. Pierre Téqui, Paris; van Rossum, Utrecht De R. K. Vrouwenwereld heeft niet te kla gen over gebrek aan belangstelling. In twee maanden tijds zond de Redactie van dit blad mij vier feministische geschriften ter recensie. Het boek van Maria Sticco is Italiaansch, doch op aansporing van Dr. Rudolf Allers door Anita Buich en Else Hasse in het Duitsch over gezet en de beschrijving van specifiek Italiaan- sche toestanden hier en daar omgewerkt naar Duitsche en meer algemeene zede. De eigen aardige titel Pflicht und Traum wijst op het kenmerkende van Sticoo's geschrift, dat het goed recht erkent van mooie fantasieën en het- droomleven In een wereld van idealen, doch de „labor improbus" de dagelijks terugke.ev.en- de plichtbetrachting als grondslag "erkent van een goed besteed en steeds hooger stijgend vrouwenleven; men leze het vijfde hoofdstuk „die Arbeit". Maar de titels: „Koketterie", „Schönsein", „Illusionen", „lek Werde nie heiraten", blin ken uit van sprankelend vernuft en fijnen humor. Dit laatste hoofdstuk is een dialoog tusschen twee ongetrouwde jongedames over het eigenaardig verschijnsel, dat zoo vaak ook ernstige jonge mannen, bij de keuze tusschen een plichtmeisje, dat sociaal voelt en een vlin der die flirt en ooquetteert, de laatste tot vrouw nemen. Mevrouw Steenhoff, beziel nu eens een der U bekende geletterde jonge dames, om in uw mooi vrouwenblad enkele hoofdstukken van dit glanzend boek te vertalen of er den zin van weer te geven. U zult zien, de lezeressen zullen nog gretiger naar de „Katholieke Vrouw" grij pen dan zij tot nu toe gedaan hebben. Maar vooral zoek ik een vertaalster voor het. boek van Elisabeth Schneider „Handbuch der weiblichen Jugendpflege". Dit werk bevat theo rie en praktijk in den besten zin des woords. Da schrijfster, tevens doctor in de filosofie, heeft haar psychologische kennis in den dienst der vrouwelijke jeugdopvoeding gesteld. Door haar werkzaamheid als secretaresse en later als voorzitster van den bond der Zuid-Duitsche meisjesvereenigingen, heeft zij,- puttend uit haar rijke ondervinding, kostbaar materiaal bijeengebracht voor de praktijk van het ver- eenigingsleven. Tevens heeft zij met een fijn aanvoelend ecleetisme een ongehoord groote literatuur, zoowel' in het theoretisch als practisch gedeel te van het boek, bewerkt. Het meisje in huis, in het beroepsleven, -als moeder en huisvrouw, maar vooral in het bondsleven, wordt treffend uitgebeeld, 't Is zonder twijfel het beste en modernste werk op het gebied der vrouwelijke jeugd vorming. Dit boek moet door alle meis jes en leidsters der vrouwelijke jeugd gelezen worden. De gekleurde titelplaat „Deutsches MSdehen" is een juweel. Zijn genoemde werken speculatieve of prak tische verhandelingen over het meisje en de vrouw, het boek van pater Otto Mors heeft meer een historische waarde, zooals uit den titel blijkt, „ihr Wirken für Religion, Kuitur und Volk in Vergangenheit und Gegenwart"; Met een fijne titelplaat „Maria Mutter der Ca ritas" van Frau Gisela Baur-Nütter versierd, bevat het werk een volledig overzicht van al les. wat de vrouw hij de natuurstammen, hij de cultuurvolkeren van liet heidendom en on der het Christendom tot op dezen tijd heeft geleden, geworsteld, opgebouwd en voltooid. De invloed der vrouw op staat, kerk, kunsten en wetenschappen wordt ons getoond in een reeks vrome en kunstzinnige vrouwen Clotilde. Melania. Monika. Radegunda e.a. die in bonte verscheidenheid langs ons oog voorhij trekken.'En zelfs voor we de vrouwen der Re naissance, der Romantiek en van den tegen- woordigen tijd beschouwen, leaen we enkele bladzijden over „die Fran und der Hexenwahn". Niets is vergetenalles krijgt een trek of toets. Dit boek hoort ter raadpleging thuis op elke bibliotheek. En nu de winter met z'n lezingen en cursussen weer aanbreekt, wensoh ik de dames en heeren, die een feministisch onder werp moeten behandelen, dit rijke werk met aandrang aan te bevelen. Leest met aandacht een der 23 hoofdstukken, en ge hebt stof te over voor een mooie lezing. Vreest niet voor dorre theorie of kille bespiegeling. In een rijke beeldengroep wordt ons aanschouwelijk en zinrijk voorgesteld het doelbewust werken en streven van de beste en de edelste onzer katholieke vrouwen. Na deze Duitsche boeken ontving ik ook het Fransche werk van Mgr, i, M. Tlaeier, bis schop van Clialon, een der vruchtbaarste schrij vers van de tegenwoordige Fransche clergé, die behalve allerlei publicaties op godsdienstig en sociaal gebied, meer dan tien feministische geschriften 't licht deed zien, waarvan vele drie of-vijfmaal moesten herdrukt worden. In negen conferenties, onder den verzamel titel: „Les puissances morales et surnaturelles des femmes" is hier de fijne psycholoog aan 't woord, die al de roerselen der vrouwenziel, a! de teere nuances van het vrouwelijk gevoel, haar indringende intuïtie, maar vooral den warmen gloed van haar zachte en stérke liefde aanvoelt, in soepele, haast dichterlijke volzin nen uitbeeldt, en dat alles zoo hoofsch, zoo gracieus, als alleen een Franschman vermag te doen. In al de eigenschappen of deugden der vrouw haar toewijding, haar geloof, haar smart, haar deugdenleven en offergeest ziet de schrijver la puissance, de macht der vrouw. En met zijn synthetischen speurzin zoekt hij naar den oerbodem, waaruit die macht van de vrouw stamt, groeit en in het schoonste cul mineert: het is de'liefde der vrouw. En hier ontwikkelt de schrijver het mooie denkbeeld van den Engelachitigen Leeraar: God heeft de materie, waaruit Hij de vrouw wilde vormen genomen, „sur le coeur de l'hom- me". Hij heeft haar niet gevormd uit zijn hoofd, omdat zij niet gemaakt is om te heer- schen. Noch uit zijn voeten, omdat zij niet is voortgebracht tot slavernij of verachting. „II Pa prise sur sou coeur", omdat zij gemaakt is om te beminnen en om bemind te worden. Vrouwen en meisjes, leest zelf dit boek. Een symphonie laat zich niet tia-vertellén. Pater 'VAN DEN TEMPEL. 0 1P 1 'e 10 n i d li a m l 0 /6 0 1 h 0 e n 0 e Z r 1 M r e 6 t i e 1 e a r d e z 1 n a e e <P a r k e 8 s e r n u 1 10 h 0 b l 0 Ik z 6 a 1 a b ll 0 V 0 li e i 1 a n e r 19 r 0 e s t e X S Horizontaal. Vertikaal. 1. Volendam 1. Voetganger 2. Ooi. 16. Olie 3. Hoen. 17. Lier 4. E) 18. Lize 5. De 19. Ehrlich 6. Tiel 10. Haas 7. Geziena. 20. Nolens 8. Ark 21. DE MAASBODE 9. Nul 22. Ode 10. Hobo 23. Andree 11. Gala 24. Over 12. Ab ovo 25. Moeder 13. Eilander 26. Zorg 14. Koest 15. Erg Beste nichtjes. Ziehier dan de oplossing van het Kruiswoor denraadsel. Het was moeilijk, doch er is heel wat ingestuurd. Niet zoo'n zondvloed als on ze hooggeachte Heer Jeugdredacteur te ver zwelgen krijgt, maar van onze studeerende en hardwerkende meisjes is er heusch veel deel name geweest. Jammer, dat er slechts 11 absoluut goede op lossingen waren. De meesten hebben betzelfde foutje gemaakt, doch daar het dan slechts een foutje betreft, worden zij eervol vermeid. Het foutje zullen jullie wel in de oplossing vinden. Daar er drie prijzen beschikbaar gesteld zijn. hebben wij lootjes gemaakt, en een klein poezel babyhandje laten trekken. Het resul taat is als volgt: le prijs: Een vulpenhouder, aan Huub van Hagen, Rotterdam. 2e prijs, een leesboek, aan Meizoentje te Roermond. 3e prijs, een schilderij, aan Toos Berding te Rotterdam. Proficiat nichtjes, en ik hoop dat de toege zonden prijsjes naar genoegen mogen zijn en een aansporing tot hernieuwden ijver voor de studie. Verder ontvingen wij goede oplossingen van: L. de K., Geldrop; J. de K., Alkmaar; Riroro te RotterdamBabelutte te RotterdamM, r. d. B. te Amsterdam; Tony H. te Breda. Eervol vermelden wij nog: Mar^ke Soeters te Breda, welke direct na de misstelling het raadsel op een foutje na oploste. Verder: Will W. te Dordt; A. Adr. te Hulst: mevr. L. R. S., Maastricht; P. P. te Den Haag; Jet R. te Any sterdara; M. v. M. te Utrecht; Narcisje te Am sterdam; B. de Br. te Haarlem; J. de Br. te Haarlem; Klavertas te Schiedam; Fietje V. te Leiden; Mien de C. te Rotterdam; J. H. te Haarlem; M. de W. te Den Haag. De rest is helaas heelemaal mis. En nu maar weer flink aan de studie, na een tijd komt er dan weer iets anders. Good bye dearies correspondentie een volgen de keer. Ik kom er niet door, zooveel. Sincerely yours, AUNTIE ELLEN. Dat is maar heel weinig, wat onze kleuters hebben ingezonden, een stuk of zes, en dan sommigen zóó, nu ik zal maar niets zeggen. Twee heel mooie inzendingen zijn er geko men en hebben we maar weer even geloot en is de eerste prijs, „de pop", voor Fientje van H. H. te Hilversum; en de tweede prijs, „de blok kendoos", voor Ina v. d. Voorden, le Middel landstraat 34. Rotterdam^ De prijsjes zullen worden toegezonden. Dag kleintjes, veel pleizier ermee. GRIJS GROOTJE. genoten, zooveel mooie jurkjes, hoedjes ea jasjes bezaten. Maar nu zien zij in, dat daarin toch niet alle levensgeluk en -vreugde bestond, maar in heel andere, hoogere dingen van oneindiger waarde dan een bontjasje, een twosittertje, 'n modehondje. Leert en studeert, waarin liet ook zij, dat gij u bekwamen zult, en dan met Gods hulp en die zijner lieve Moeder zult gij in volbrach ten arbeid, in mooie diploma's, in de straal van geluk in de oogen uwer ouders, meer schoon heid. meer rijkdom, meer levensjubel vinden dan' het zeldzame blauwe edelgesteente in al zijn prisma's en flonkeringen wil beloven. Het is alles schijn, wat de wereld biedt, als de blauwe diamant, die slechts ellende en on heil, dood en verderf bracht aan al degenen die haar bezaten. Spiegelt er u aan, lieve meisjes, en breng do oude beproefde deugd in praktijk, voor Kerstmis zoo hard, zoo serieus mogelijk blok ken. Dan is de tijd na Nieuwjaar als een ver- poozing, voor velen een kinderspel. Wanneer de fundamenten eenmaal gelegd en goed gelegd zijn, vliegt 't huis uit den grond. Iedere steen volgt vanzelf. Zoo ook met de studie. Is 't Kerstrapport allright, geen nood. De ervaring leert 't, dan gaat het verder van een leien dakje. Maar nu gewerkt, nu gevost, om eenmaal de schoonsto steen ter wereld, de steen der wij zen, de uwe te kuiinen noemen. De steen die zoo niet alle, toch vele poorten tot het geluk zal openen; de steen, een talisman voor pret- tigen omgang, prettige conversatie, de steen die vaak, omgezet in klinkende munt, welvaart, vrede en geluk zal brengen, in 't ouderlijk huis niet alleen, maar ook daar waar gij een maal uw knapen, uw meisjes, de wijze lessen zult voorhouden, vervat in de tragische histo rie van het blauwe juweel. AUNTY ELLEN, Ieder heeft wel eens iets gehoord over den blauwen diamant, een diamant zoo wonder schoon dat men zijn leven, zijn eer, zijn ziel er voor ten offer bracht om het juweel in zijn bezit te krijgen. En toch heeft die steen aan ieder die hem ooit bezat niets dan onheil en ongeluk gege ven 't Was geen groote steen, juist van formaat om in een ring te dragen, maar wegens de blauwe tint, die zoo bijzonder was, beliep de waarde verscheidene millioenen. Ongeveer 350 jaar geleden, bracht een Indiër hem naar Venetië, waar een Doge Morosini hem kocht en waar dichters zijn schoonheid bezongen. Maar met dien steen had de Indiër tevens de kiemen van een afschuwelijke ziekte n.l. de builenpest medegevoerd. Te laat ontdekte Morosini zulks, wilde met zijn steen de stad Venetië ontvluchten, doch de ziekte overviel hem en sleepte liem ten grave. De steen verwisselde telkenmale van eige naar, 'en ieder die hem ooit bezat stierf eeu geweldadigen of onnatuurlijlcen dood. De voorlaatste bezitter was een vermogende Spanjaard, die bij Singapore met het stoom schip Seyne schipbreuk leed Door duikers die het wrak onderzochten, werd de steen gevonden en iemand uit Was hington bood den rechtmatigen erfgenaam 'n groote som gelds. Helaas, hij ondernam den overtocht naar Amerika óp den nieuwen damper Titinic. Wij allen kennen den tragischen ondergang van 't schip, wij hebben bijna allen de film vol ver schrikking eveneens aanschouwd. Den 16en April voer het schip in een wonderschooneu sterrenklaren nacht op een ijsberg en werd in de zee verzwolgen en hiermede was de rol der blauwe diamant waarschijnlijk uitgespeeld. Men hoeft niet bijgeloovig te zijn om de tra gische bijkomstigheden juist aan den steen toe te schrijven. Hebzucht deed er al de bezitters naar haken, zooals 't zoo menigmaal gaat in^ 't leven, het bezit is 't einde van het genot. De blauwe diamant die velen zoo noodlottig is geworden, is wel 't beeld van de genoegens en vermakeu eener wereld die alles belooft, die lokt en vleit. Alles, alles heeft men er soms voor over am de wereld te volgen, om alle vermaken geoorloofde en ougeoorloofde, te genieten. Men durft zich zelf, noch veel minder anderen, die ons tot zonde en genot willen verleiden, niets te weigeren De Blauwe Diamant, de levensvreugde, het zingenot, de weelde en verzadiging, zij glinste ren en vonken zoo bedriegelijk, zij hullen ons van verre reeds in een waas, een net van on ontkoombare stralen en sluiers, en wee dege ne die niet met een kloeke hand het net van een scheuren kan, die niet niet een l'orsclien stap zich buiten den lichtkring van ijdele schijnschoone vermaken weet te plaatsen. Daarom jonge meisjes, vroolijk, geestdriftig, uitlaaiend van overmoed, tot u een ernstig woord. Wij weten het wel, gij hebt 't zoo druk, er wordt zooveel van u gevergd, soms 7, ja 11 vakken op een avond. En de boog verslapt wel eens. Op eenmaal 1= 't of alle fut, alle energie, alle vuur' gedoofd ls. Uw blik is dof, de hand speelt lusteloos met 't vulpotlood of pen, de boeken; bah, ze staan u zoo tegen. Waarom altijd leeren, altijd werken, die en die zijn fijn thuis, gaan uit, 's middags en 's avonds, bioscoop, dancing, par tijtjes, een enkel privaat conversatielesje of cursusje. En ge vindt u te kort gedaan. Ge vraagt om ook te gaan dansen, ook daarheen te gaan, waar men kinderen boven de 16 jaar toelaat. O, ge zijt er over in de wolken, dan zal de studie wel beter gaan. Mis, kinderen lief, niet iedere boog spant zich des te feller, na ontspanning, bij de meesten treed een verslapping in, die zeurt en zeurt en blijft aanhouden. Gij frissche, jonge, gestaalde jeugd van 16, 17 en 18 jaar, doet aan sport, tennis en korfbal kamergymnastiek, dans in intiemen huiselij ken kring, maar ach, zoek de blauwe diamant van 't schijngeluk niet in theaters, dancings, samenkomsten, waar uw heldere blik vertroe belt, uw jolige lach verheimelijkt, uw zange rige stem zwaar en grof en dot van het ciga- retten rooken en coktails drinken wordt. 't Is eon blauwe diamant, die paralyseerenri lokt en glanst als 't oog van 'n slang, 't is de blauwe diamant die zoete beelden voortoovert in de blauwe wolkjes der cigaretten, 't is de blauwe diamant die op den bodem van den fijnst geslepen Veneiiaanschen kelk, lokt en aast op uw deugd, uw reinheid en uw eer. Welaan dan, weest niet ontevreden, als u op uw jonge jaren een vermaak ontgaat, een ge noegen ontzegd wordt. Maak het uwe ouders en overheden op Mulo H. B. S., Gym., Lyceum of anderszins niet zwaarder dan het reeds is. Zij gunnen u zoo het beste het mooiste wat er is. Ze zijn ook jong geweest, hebben dezelfde verlangens gekend als gij Zij moesten ook buigen voor ouderlijk gezag. Zij hebben vaak ook gemord en gezien naar hen die zooveel meer mochten, zooveel mee» Er is een pop onder weg van Japan naar den Paus, zoo luidde eenigen tijd terug een ver rassend bericht. Z. H. had een belangrijke gift geschonken voor een nieuwe kerk in een Japansclie stad en nu wilden do kleine in- wonertjes door het sturen van een mooie pop hun dankbaarheid betuigen. En zoo zit het sierlijk gedoste Japanneesje misschien al in een van de oude, waardige zalen van het Vaticaan, stilletjes met zijn scheeve oogjes voor zich uit te staren. Hier gaf een aantal kinderen aan een man van rijper jaren een pop cadeau. In vervlogen tijd was het de gewoonte, dat volgroeide menschen zoo een geschenk aan kinderen gaven, maar op het oogenblik zou men heele maal handelen volgens de eischen des tijds, wanneer men op de receptie van een zilveren jubilaris met een naargeestigen Pierrot op zijn arm verscheen. Men geeft geen klokken meer, geen wandelstokken met zilveren knop of enveloppes met inhoud, maar wie nu uit huldigen gaat, doet goed om, in den eenen pand van zijn jaquet weliswaar nog altijd eeu vochtige speech te steken, maar om .bovendien in den andereu de soepele massa van een galante sierpop te wringen. Wie poppen geeft en poppen heeft, die is „en voque". De dieren hebben allang de menschen ver dréven. Honden en katten, vogels en ren paarden werden sinds lang al met de teederste zorgen omringd. Maar hun rijk gaat óók weer voorbij 1 Een nóg gedweëere majesteit is op den troon verheven: Har© Koninklijke Hoog heid de Pop zit in de keurigste en kleurigste kleedij op het mooiste plekje van de kamer de bewondering af te dwingen. Als de kinderen het vroeger waagden de ver trekken door poppen en poppengoed te ont redderen, dan kwam de moeder met groote oogen aangestoven om hun den weg naar de kinderkamer te wijzen, maar nu hebben de mamatjes zelf hun dodderige popjes. Ze steken ze in prachtige kleertjes, ze knuffelen ze en drukken er in vervoering de rouge hunner lippen op, zonder ook maar een beetje te letten op Dicky, die kwispelstaartend uit jaloersch- heid te blaffen en te huilen staat. Probeert men de gevreesde overbevolking nu weer door een overproductie aan poppen tegen te gaan? Komt men thans ergens op visite, dan moet men eerst eens zijn oogen goed rond laten gaan om een stoel te ontdek ken, waarop geen pop haar slappe beentjes heeft uitgestrekt. Poppen brengen nu de gezelligheid In ontvolkte kamers. Is een pop ook niet een ideaal gezelschap? Een pop kan men zoo mooi maken, als men zelf wil, ze schreeuwt niet, ze zeurt niet, ze blaft niet, ze huilt niet, ze eet niet, ze brutaliseert je niet, zo kost geen schoolgeld en zal geen natte plekken achterlaten op het teere zij. De huizen zijn doodstille museums geworden van poeslieve dametjes en popperige minnaars zonder ruggegraat. En hoevele kunstenaars, die krachtige en machtige houwers konden zijn geweest van stug gesteente, zitten nu kleine lapjes te lijmen en voetjes te vormen van stukjes watten. Alle soorten menschen zijn al als poppen af gebeeld en alle menschelijke eigenschappen reeds voorgesteld in roode jasjes en kralen- oogjes. We lezen in een aardig boekje; Altijd weer ben ik ertoe gekomen, dat Droomdanseres de mooiste is. Zeker is zij mij de liefste, in haar sobere edele mousseline, met haar stille oogen van rechte, lange kraaltjes; om haar rust en devote gebaar. Zij Is zoo beschroomd en tot de diepte gekeerd. Ik heb haar zien bewegen als geen der anderen. Van aardeweelde weet zij niet Wie is het die zoo spreekt? Een verliefde jonkman natuurlijk, die de voortreffelijkheid schetst van de Oorzaak zijner bedwelming. Neen, ge hebt u vergistHet is W. F. Gouwe, die een der poppen van Harry van Tussen broek beschrijft. Men heeft van de poppen menschen gemaakt! Maar men heeft het hier niet bij gelaten. Uit alle macht zit men nu ook van de menschen poppen te maken en van het leven een marionetten-theater of een poppenkast. Is de moderne Industrie geen étalage vol poppen, die dansen op de zenuwachtige vinger beweging van één man? Dwepen we ook niet met die popperige kind vrouwtjes. die hun wenkbrauwen zóó op hun pasgeboren snoetjes weten te zetten, dat de onschuld niet-echt uit hun kralerige vraag- oogjes straalt? En zouden we er nu nog van opkijken, wanneer een werkelijk onschuldige kleuter haar moderne grootmoeder probeerde op te pakken in de veronderstelling, dat het een pop was? M. v. W.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6