DE ABDIJ VAN AFFLIGHEM
m
Me „Mier"
i
(KABOUTER]
KL^nc.Anncntt
Een der interessantste verschijningen
A. v.d. ZEE ZOON
V
Dames- en Heerenkleeding
De Missietentoonstelling in
de Vaticaanstad
i
goed Verkoopster
BAKHUIS'
bontmantels en Bontwarken
ALGEMEENE WINKELWEEK.
OPVALLEND
ZATERDAG 25 OCTOBER 193Ö
EEN GROOTSCH VERLEDEN EN EEN BERUSTEND HEDEN T
HISTORISCHE HERINNERINGEN
ALS IN EEN GROOT WARENHUIS
EEN DER GEHEIMEN VAN 'N GEHEIMZINNIG LAND
GEVRAAGD
Luxe Verhuur
Ruime stalling
Buitenhavenweg 178 - Tal. E8470
DAB- EN NACHTDIENST
Vlaardingerstraat 6,
FABRIKAAT
VW'-S,.
7.BAKHUDOL5AFABRIEKEM-OL5T
Oude Kerkhof 10\ 1013'
102 en 104,
Oude Kerkhof 7,
Bagijnhof 4,
Jacobastraat 2,
GROOTE MARKT 23-<
Het merk onzer zeer Oude Benever
N.V. JANSEN VTOUTERLOOD's
GEM. BETALING!
KIPPENHOKKEN
„DE STER"
IN PARAPLUIES
IK KOOP
VIOOLLESSEN.
J. H. v. d. KAADEN,
BANKETBAKKERS.
R. K. JONGEN,
VRIJWILLIGER.
„DE STER"
JAN JANSE
I
i
(Van onzen Brusselschen correspondent.)
Enkele maanden geleden werden in de St.
Pieterskerk te Leuven de lichamen van gewe
zen hertogen van Brabant opgegraven, op
welke wetenschappelijke overwegingen eener-
zijds op anatomische en andere bewijsstukken,
aangevoerd door prof. dr. Ch. Nelis en ander
zijds op historische gegevens, bijeengebracht
door prof. dr. Leo van der Essen, de geraam
ten werden geïdentificeerd.
Thans houdt men zich in de wetenschappe
lijke wereld van België bezig met nieuwe ont
dekkingen, die in dit verhand werden gedaan
en die tot kader hebben den tuin (waar vroe
ger de abbatiale kerk stond) van de bekende
benedictijner-abdij van Afflighem. Te zijner
tijd hebben wij in een bericht deze historische
vondsten gemeld, ons voornemende ter plaatse
zelf meerdere gegevens in te winnen.
Aan dit voornemen hebben wij thans ge
volg gegeven. Wij moeten hier echter aan toe
voegen, dat wij vooral naar Afflighem zijn ge
gaan, om te beantwoorden aan een herhaalde
lijk gedane nitnoodlging, om de abdij eens te
bezoeken.
Samen met den te Brussel wonenden beken
den Nederlandschen bibliofiel, den heer Nij-
kerk, zijn wij dan door de schilderachtige Bra-
bantsche landschappen gereden naar de plaats,
waar eens een der machtigste abdijen van
België heeft gestaan, die in den loop der tij
den veel van haar vroegeren roem en groot
heid heeft verloren en nu nog maar de schim
meer is, van wat zij veel jaren geleden is ge
weest.
Wij werden er met echt benedlctijnsche har
telijkheid ontvangen door den hoogeerwaarden
abt, mgr. van Schepdael, door den prior en
dooT Dom Albertus van Roy, een bekende fi
guur uit de liturgische beweging.
Het duurde natuurlijk niet lang, of ons
werd onder het drinken van een heerlijk
glas cider, door de paters zelf gebrouwd uit
appeltjes gegroeid boven de graven van illustre
mn >-W 1 sjit J
y-4
lllplllil
DE KELK VAN DEN H. BERNARDÜS, die in
de abdij van Afflighem bewaard wordt
personen, waaronder koningin Aleidis van
Engeland de geschiedenis verteld der abdij,
die niet alleen op religieus gebied ontzettend
veel heeft gepresteerd, maar die ook een be
langrijke rol heeflt gespeeld in het politiek en
het wetenschappelijk leren van België.
Er lag weemoed in de stemmen der vertel
lers, als zij het hadden over de vergane groot
heid van hun convent, berusting als zij over
het heden spraken en hoop, wanneer hun blik
ken in de toekomst schouwden. Typisch was,
dat in de psyohe, ja zelfs in de fysionomie
van elk der drie monniken voor ons, deze drie
verschillende sentimenteels phasen ziek weer
spiegelden. De abt kwam ons voor te zijn de
voortzetter van tradities, die eeuwen lang op
deze heilige plaats hebben bestaan. Aan zijn
diplomatie is nu de taak toevertrouwd, om het
verleden zooveel mogelijk in het heden te
doen herleven en een toekomst voor te berei
den, die den grootschen perioden van vroeger
weer eere zal aandoen. Het heden werd ge
symboliseerd door de stoere figuur van den
prior, man uit één stuk, die in het gewone
leven, dank zij zijn forschen lichaamsbouw,
een worstelaar in een kermistent had kunnen
zijn, maar die veel hooger heeft gemikt, door
strijder te worden in den dienst van God.
Klare, positieve geest, levende encyclopaedie
van de geschiedenis der abdijmaar tevens ook
een man, die met beide voeten in de werke
lijkheid van het oogenblik staat en met vaste
hand helpt handhaven wat is, om anderen het
voorbereiden van nieuwe grootheid te helpen
vergemakkelijken. Hij snuift royaal en als hij
lacht, Is het alsof daar ergens een klok aan
het galmen gaat. Tot de construeerende ele
menten voor de toekomst behoort Dom Van
Roy, lange, abstracte verschijning, wiens ge
dachten altijd geconcentreerd schijnen te zijn
op dingen, die nog komen moeten.
Dit waren onze zegslieden en wij vernamen
van hen, dat de geschiedenis van Afflighem
hebben meegemaakt. De eerste dezer historio
grafen leefde in de eerste helft van de twaalfde
eeuw; hij schreef het boek „Fundatio seu
exordium monasteril Sanctl Petri Hafflige-
mensis", dat door een anonymus tot in 1518
werd voortgezet. Dan kwam van der Meeren
of Amerius, die in 1556 is overleden en belang
rijke annalen heeft nagelaten. Van een ander
kroniekschrijver, Phalesius 1638) is be
kend het werk „Monasterii sanctorum Petri
et Pauli Affligemsls chronicon". Dan is er
nog een „Historia Affligemensis" van Odon
Cambier. Doch de voornaamste kroniekschrij
ver van Afflighem is Beda Regaus geweest,
laatste proost der abdij, die een standaard-
Werk schreef onder den titel „Annales et acta
archicenobii Haffligemensis". Nog dient ver
meld te worden een boek „Notre Dame d'Af-
flighem" dat in 1848 werd uitgegeven en dat
als auteur had niemand minder dan Dom Pi-
tra, de® bekenden benedictijnermonnik van
Solesmes, die door Plus IX tot het kardinalaat
werd verheven.
Uit al die boeken blijkt, dat de oorsprong
dar abdij van Afflighem vermoedelijk van het
jaar 1083 dateert. Dat was het tijdstip waarop
de feodale adel trachtte op alle gebied te do-
DE HOOFDINGANG VAN DE ABDIJ VAN
AFFLIGHEM, in welker tuinen opgravingen
plaats hadden
mineeren. Dikwijls geschiedde dit door ge
welddaden, maar het gebeurde niet zelden, dat
na jaren deze misdaden gevolgd werden door
milde gestes en soms heldhaftige verneder!®
gen. Een dergelijk feit lag ten grondslag aan
het ontstaan der abdij van Afflighem: In
de Sint Pietersabdij van Gent, waar de
heilige Bavo had geleefd, verbleef een
monnik van edele afkomst, Wederik, die
van Paus Gregorius VII opdracht kreeg in
Vlaanderen en in Brabant het geloof te ver
kondigen. Hij slaagde er in, zes ridders, onder
wie Geerard de Zwarte, een der grootste vech
tersbazen van de streek, te bekeeren. Ten
einde boete te doen voor hun zonden, vestigden
zij zich in een onherbergzaam oord tusschen
Brussel en Aalst, waar doorgaans bandieten
in hinderlaag lagen, om kooplieden en reizi
gers aan te vallen en te bestelen. Zij richtten
op de plaats Afflighem een kerkje op en een
schuilplaats voor armen en bedevaarders. Kor
ten tijd daarna sloten Geerard de Witte en
Henrard, die alle twee een moord hadden be
gaan en door wroeging werden gekweld, zich
bij de zes bekeerlingen aan. Dat was, in 1083,
de oorsprong van de beroemde abdij die, vol
gens het woord van de Montalembert, die rijk
ste, de drukste en de populairste abdij van
België en van de Nederlanden is geworden.
Op hun verzoek, om volgens den regel van
den heiligen Benedictus te mogen leven, zond
de bisschop van Kamerijk twee monniken van
Anchin als instructeurs naar Afflighem; later
kwam daar ook de beroemde Fulgentius, die
uit het klooster van Verdun was verbannen,
omdat hij de vrijheid van de katholieke kerk
had verdedigd tegen de partij van keizer Hen
drik IV. Het was deze Fulgentius, die de eer
ste abt van Afflighem werd. Dat was de heroï
sche periode. Ridder Heribrand-kwam met zijn
paard en zijn banier voor de kloosterpoort en
smeekte den abt, hem te willen aannemen
„als eeuwige slaaf van God en van den heili
gen Petrus". Een ander edelman vroeg als een
groote gunst, om de ezels te mogen leiden, die
de zakken graan naar den molen brachten en
om 's avonds de schoenen van de monniken te
mogen poetsen.
Fulgentius besloot, dat een deel der inkom
sten van de abdij aan de armen zou worden
afgestaan.
Alvorens Godfried van Bouillon en zijn
broer Baudewijn in 1066 voor de kruistochten
vertrokken, kwamen zij in de abdij van Affli
ghem hu® wapens laten zegenen. Hun moeder,
de gelukzalige Ida, schonk een groot deel van
haar rijkdommen aan het convent.
LUCHTPOST MET DE DORN1EU
VLIEGBOOT DO X.
De Dornler vliegboot D.O. X zal vermoede
lijk begin November a.s. een vlucht naar Ame
rika uitvoeren. De gelegenheid wordt openge
steld om in Nederland ter post bezorgde niet-
aangeteekende briefkaarten en brieven bene
den 20 gram voor elke gewenschte bestemming
met de vliegboot te doen vervoeren.
Op de stukken moet het volledig adres van
den afzender vermeld worden, een luchtpost
etiket worden geplakt en de aanwijzing „mit
Flugschiff Do X nach Amerika" gesteld wor
den. Het luchtrecht, dat verschuldigd is hoven
het gewone port, bedraagt voor briefkaarten
2.20 en voor brieven 3.30 per stuk (te vol
doen door middel van Nederiandsche frankeer
zegels en/of luchtpostzegels). Het gewone post
moet uitsluitend met Nederiandsche frankeer
zegels worden verantwoord.
De correspondentie moet zoo tijdig gepost wor
den, dat uiterlijk 30 October a.s. Friedrichshafen
word-t bereikt. Aldaar zullen de stukken van
'n afdruk van den dagteekeningstempel en van
een hijzonderen stempel „Eerste Ubehseeflug
Europa-Amerika des Flugschiffs Do X" wor
den voorzien.
Wat Italië aan de Missie
geeft
De groote jubileum-gave
aan den Paus
(Van een Romeinschcn medewerker.)
DE INZENDING DER 1NDNÜSTRIEELEN
EN ZAKENMENSCHEN van Bologna op de
Italiaansche missie-tentoonstelling
Rome, 17 October 1930.
Zoo langzamerhand begint Rome dan weer
te lijken op Italië's volkrijke hoofdstad, die
volgens de laatste officieele opgaven al een
klein millioen inwoners moet hebben; de Stad
wordt weer bevolkt, het leven zit er weer in,
en ook begint men al meer en meer de ver
schillende seminaristen en college-studenten te
zien, die door hun kleurige en volgens colleges
onderscheiden kleeding tot het typische stads
schoon van de eeuwige stad behooren.
In de eigenlijke zomermaanden is ilotne
leeg, maar sinds eenige dagen is het leven in
de hoofdstad weer begonnen; de koning en
Mussolini hebben een congres geopend ter eere
van het 25-jarig bestaan van het Internatio
naal Instituut voor Landbouw; er is een in
ternationaal congres tot het behoud van kunst
voorwerpen bezig, en tevens heeft Zijne
Majesteit dezer dagen een plechtige Vergilius
herdenking op het Capitool gepresideerd. En
tegelijk met al die plechtigheden in de stad
Rome, heeft de Paus, den 4en October in de
Citta del Vaticano een Missietentoonstelling
geopend. Van het bijzondere van deze tentoon
stelling, die eigenlijk een jubileumgeschenk
is voor Z.H. den Paus van de Italiaansche in-
dustrieelen en zakenmenschen. hadden we van
meerdere zijden al zóóveel lof gehoord, dat we
ook op een dag eens langs de Zwitsersche
Wachten door de Porta Sant'Anna de Vaticaan
stad zijn binnengestapt om de tentoonstelling
te bezoeken.
Het tentoonsteilingspaviljoen, dat door de
zorgen van het gouvernement van de Vaticaan
stad expres voor deze gelegenheid is gebouwd,
staat op het open stuk grond, dat langs de
straat ligt, die van de Porta Sant'Anna naar
het Belvédère-plein loopt. Het is een eenvou
dig grijs gebouw, bestaande uit twee zalen,
die door een gang verbonden zijn. Een breede
houten trap voert van de straat naar den in
gang; en als we die breede houten trap op
gaan, moeten we langs de monsterende oogen
van een gendarm, die van onder zijn kepi en
van boven zijn martiaal opgedraaide snor door,
iederen bezoeker van top tot teen opnemen.
Zoo komt men dan in de eerste zaal van de
tentoonstelling; hierin geven de verschillende
missie-orden en congregaties, die Italiaansche
leden hebben door foto's, geographische kaar
ten en statistieken een overzicht van hun
werk.
Het meest sprekend is hier de stand van de
zusters van het Petrus-Claver-liefdewerk voor
de Afrikaansche missies, zij exposeeren «hier
in de 60 verschillende talen van Afrika, hij-
bels, catechism useen, spraakkunsten en derge
lijke, die alle door hen zelf gedrukt zijn en
uitgegeven worden. Verder is in deze zaal een
fceele wand ingenomen door het liefdewerk tot
voortplanting des Geloofs, de H. Kindsheid en
door het Sint Petrus liefdewerk. Behalve de
vele Italiaansche tijdschriften en brochuurtjes,
door deze liefdewerken uitgegeven, vindt men
er eenige exemplaren van ons Hollandsche
tijdschrift „Het Missiewerk", en „Vlugschrif
ten van het Sint Petrus liefdewerk". Onder do
statistieken, die ook hier te vinden zijn, trof
fen ons in 't bijzonder volgende cijfers, die
over het heele missiewerk een overzicht geven:
In de Missielanden bezit de kerk 692 hospita
len met 283.505 zieken; 81 melaatseheninrich-
tingen met 14.060 melaatschen; 299 gestichten
met 11.341 ouden van dagen; 1528 weeshuizen
met 81.240 weezen; 29264 lagere scholen met
1.299.551 leerlingen; 1117 middelbare scholen
niet 178.444 leerlingen; 156 kweekscholen met
8032 leerlingen; 386 ambachtscholen met
29.348 leerlingen en 5 universiteiten met 1107
studenten.
Vanuit deze zaal gaat men dan door een
korte gang naar de eigenlijke tentoonstelling,
die bestaat uit al de geschenken, die de Ita
liaansche industrieelen en zakenmenschen ter
eere van den Paus aan de missies hebben ge
geven. In deze gang ziet men de voorposten
van de geschenken al staan; n.I. 26 ploegen van
verschillend model, die wegens den al te grooten
toevloed der geschenken in de eigenlijke zaai
geen plaats meer vinden konden.
De eerste indruk van de tentoonstelling is
die van een groot warenhuis, alles is er te vin
den, alles wat voor bet dagelijksch gebruik in
de missie noodig of nuttig zijn kan, is er
vertegenwoordigd. Daarbij zijn alle geschen
ken tentoongesteld volgens de streken, waaruit
zij komen, zoodat alles' In een schilderachtige
mengeling door elkaar staat, wat da groote
verscheidenheid nog beter doet uitkomen; ook
zijn de namen der vrijgevige firma's slecht3
op onopvallende en zeer bescheiden wijze hij
de geschenken geplaatst.
Zoodra men zijn rondwandeling in de zaal
begint, ziet men kluwen wol, pull-overs, kin
derpakjes, bretels, tandenborstels, kerkboeken,
parapiuies en parasols, eenige rollen linoleum,
waarbij de gever het nuttig vond, om er toch
even bij te vermelden, dat linoleum werkelijk
de meest economische en hygiënische vloerbe
dekking is, vliegenvangers en andere chemi
sche producten tot verdelging van insecten.
Een paar harmoniums, die bestemd zullen
zijn, om eens ergens in een arm houten missie-
kerkje de plechtigheden op te luisteren; een
dynamomotor, een Fiat vrachtauto en eenige
kisten van ,,een onfeilbaar natuurlijk werkend
middel tegen maagpijn". Ook de wijnhandela
ren hebben zich niet onbetuigd gelaten: fles-
schen Vermouth, Chianti, Barbera, en soorten
gezondheidswijn zijn er goed vertegenwoordigd.
Kisten „hoogfijne" spaghetti, macaroni, zeep
poeder, kinderpistooltjes, schoolbanken en
schoolbehoeften, ,,zeer zachte kinderzeep",
waarmee de negermama's bun kleinen schoon
gaan wasschen, aan alles is gedacht. Verder
een groot radiotoestel met loudspeaker, een
groote collectie koek en biscuits, potten jam,
een bad, een troep Italiaansche speelgoedsol
daatjes, gekleed in de verschillende uniformen
der Italiaansche infanteristen, dragonders en
scherpschutters; het ligt alles met zorg ten
toongesteld, als een sprekend bewijs, dat Italië
voelt, wat men in de missie noodig heeft, en
dat het er ook iets voor over heeft.
Zelfs een paar mooie kerkklokken zijn niet
vergeten, een prachtige reproductie van de
Madonna van Sint Lucas; heiligenbeelden,
prentjes; een serie foto's van den H. Vader
een serie platen, die geschonken zijn door de
Italiaansche vereeniging voor toerisme, conser
ven en blikgroenten.
De mooiste stand is echter, wat het comité
gekocht heeft, voor het geld, dat het van de
verschillende Italiaansche banken cadeau ge
kregen had; reiskoffers, fietsen, trapnaaima-
chlnes, kompassen, horloges, jachtgeweren,
timmergereedschap en keukengereedschap.
Naar men ons vertelde, dateert het plan al
van November 1927, toen eenige Romeinsche
industrieelen en zakenmenschen een brief
s.uurden aan den president van het Centraal
comité voor het Priesterjubilé van Zijne Hei.
ligheid, waarin men voorstelde, onder de Ita
liaansche zakenmenschen een gezamenlijk
huldeblijk voor het Priesterjubilé van den
Paus te organiseeren. Het plan vond grooten
bijval en aanstonds werd opgericht het Natio
naal Comité van Italiaansche industrieelen en
zakenmenschen vijor de Katholieke missies.
Zoo heeft heel Italië meegewerkt, om deze
tentoonstelling van geschenken een groot suc
ces te doen worden. De H. Vader zelf bekende
bij de plechtige opening van de tentoonstelling,
den 4en October, dat Hij er zelf, gezien de
Slechte tijdsomstandigheden en den beperkten
tijd van voorbereiding, er niet zoo'n schitte
rend succes van had verwacht.
DUITSCHLANDS STEENKOOL-INDUSTRIE
Door de prijsverlaging wordt M. 200
millioen per jaar bespaard.
Het Institut fiir Konjunkturforsobung houdt
zich bezig met de gevolgen der kolenprijs-
verlaging voor de kostprijsberekening in de
Industrie. Voor de totale Duitsche industrie
wordt het kolenverbruik op ca. 3 pet. van de
bruto-productie geraamd.
Op deze basis berekend, zal een verlaging
van den steenkolenprijs met 6 pet. een be
sparing aan uitgaven voor de industrie met
zioh brengen van 100 millioen mark en voor
huishoudelijk gebruik van ca. 90—100 millioen
mark, betgeen in totaal op een bedrag van
ca. 200 millioen mark uitkomt.
HIJ EN Z'N OUDE KAT
FRANSCHE KUNSTZIJDE-INDUSTRIE.
Uitbreiding der Union des Textiles
Chimiques.
Het vorig jaar Juni werd onder den naam
„Union des Textiles Chimiques" een gemeen
schappelijke verkooporganisatie van de beide
Fransche kunstzijdefabrieken Soc. des Textiles
Chimiques du Nord ©t de l'Est'" en de Soc.
des Textiles Chimiques du Centre opgericht.
Bij deze ondernemingen zijn, zooals bekend, de
Etabiissements Kuhlmann geïnteresseerd.
Thans is ook de Soieries de Straszbourg tot
deze verkooporganisatie toegetreden. Do drie
aangesloten fabrieken beschikken elk over een
productie van 2000 tot 3000 k.g. viscose zijde.
-WK*'
':-Vvs?
TSJITSERIN
KROONPRINS FREDERIK VAN DENE
MARKEN EN KROONPRINS OLAF VAN
NOORWEGEN treffen elkaar als gasten
in Nordseeland
Tsjitserin, de voormalige Russische volks
commissaris voor buitenlandsche zaken, is wel
één der interessantste verschijningen geweest,
die de diplomatie
van dezen tijd
heeft opgeleverd.
Hij, de man, die
een half wereld
deel door de dool-
/dioven van de in
ternationale poli
tiek moest leiden,
was 'n stille, een
zelvige inensch
die maar 't liefst
rustig in een
hoekje van zijn
kamer zat en
'n kinderachtigen
schrik koesterde
voor het vreemde
en onbekende en
dus ook voor on
bekende menschen. Hij is thans volkscommis
saris af en kuurt nu, om zijn geschokte ge
zondheid te herstellen, wat in de sovjettermi
nologie beduidt, dat men hem het bosch heeft
ingestuurd, oftewel de laan uit.
Stalin, de machtige, heeft hem niet meer
noodig. Tsjitserin was de bolschewistische
minister van Buitenlandsche Zaken. Maar dit
ministerie ofwel volkscommissariaat bestaat
eigenlijk niet meer. Het is een filiaal van de
communistische internationale geworden en
een soort instrument van de Gepoe. En het
wegloopen van de ambtenaren van dit filiaal
zegt wel eenigszins, welk een sfeer er heerscht.
De diplomatieke vertegenwoordigers en de
handelsagenten van de sovjets zijn niets anders
dan beulsknechten en spionnen. Het gevdl
Koetjepof zegt hier al genoeg.
Toen Tsjitserin volkscommissaris van Buiten
landsche Zaken was, kon hij met recht „the
right man in the right place" worden genoemd.
Lenin, die hem had uitgekozen, koos den meest
geschikte. En dit, ofschoon Tsjitserin onder de
tsaristische regeering slechts een ondergeschikt
regeeringsambtenaar was geweest.
S. Dmitrijewskij beschrijft hem in „Der Quer-
schnitt" als een menscbenscbuw man. Indien
Lenin niet had geleefd, zou niemand ooit van
tsjitserin hebben gehoord. Geen sterveling zag
in den kleinen, polltieken intrigant een figuur
van beteekenls.
Maar de scherpziende Lenin hield er reke
ning mede, dat Tsjitserin handig en van adel
lijke afkomst was en daardoor relaties bezat,
die het aan vooraanstaande menschen arme
bolschewisme hard noodig zou hebben. En
bovendien was Tsjitserin een man, die als was
viel te kneden. Tsjitserin werd evenals Krassin
op den voorgrond geschoven, omdat hij zich
in een internationaal milieu thuis zou voelen.
Hij was de tegenvoeter van den waren bolsche-
wist, een bourgeois van top tot teen, die als
boischewist nog graag met een sinds lang
opgeheven ridderorde van Boechara pronkte,
maar Lenin kon hem gebruiken.
Tsjitserin was IJdel, maar geen streber en
de zaak, die hij diende, heeft hij zonder eenige
bijbedoeling gediend, misschien wel, wijl hij
te zwak van karakter was, om zich op den
voorgrond te plaatsen. Toen men hem begon
tegen te werken, jammerde liij als een kind
en hield zich ziek. En hij heeft zich zonder
tegenstribbelen af laten danken, heel blij ten
slotte, dat hij van alles af was.
Tsjitserin had een hekel aan conferenties
en een nog grooteren hekel aan debatten.
Lieden uit zijn omgeving verzekeren zonder
uitzondering, dat hij mensehenscbuw is.
Niemand werd in zijn intimiteit toegelaten dan
een oude kat. Die kat was zijn eenige gezellin.
Ze zei nooit onaangename dingen en liet zich
wegschoppen, als haar heer en meester slecht
gehumeurd was.
Zelfs de beide ambtenaren van bet volks
commissariaat vonden geen genade in Tsjitse-
rin's oogen. Hij converseerde liet liefst met
hen door middel van kleine, op velletjes
sigarettenpapier geschreven briefjes. Iederen
dag ging een pak van zulke briefjes z'n werk
kamer uit. Die briefjes bevatten meestal
slechts enkele woorden, een vraag, een aan
merking of ©en klacht. Soms stond er evenwel
een volledig politiek verdrag op
Hooge ambtenaren confereerden aldus met
den volkscommissaris en het gebeurde, dat ze
Tsjitserin in geen weken spraken. Die bleef
zooveel mogelijk in zijn kabinet, waar hij,
ijsbeerend op uitgeloopen pantoffels, zijn té
voeren politiek overdacht.
Tsjitserin werkte vooral 's nachts en
's nachts kwam hij wel eens los, als de harde
noodzakelijkheid hem naar een diplomatieke
soirée had gedreven. Zijn trouwe kat zou zich
daar de eerste uren niet onprettiger hebben
kunnen voelen, maar als Tsjitserin door den
wijn loskwam, toonde hij een interessant
causeur te zijn, die de lastigste vraagstukken
op sublieme wijze wist op te lossen. Hij was
tevens een groot poseur en een gewiekst
comediant.
Tsjitserin is het geweest, di© de wereld
eenige Jaren lang heeft doen geiooven, dat het
bolschewistische monster zich wel zou laten
temmen. Hij zaaide handig tweedracht tusschen
de groote mogendheden en intrigeerde in
China, in Perzië, in Afghanistan, in Klein-
Azië, in Arabië en in Mongolië en Indo-China.
Toen men hem niet meer noodig had, heeft
men hem aan den dijk gezet. De sovjets willen
de wereldrevolutie en daarvoor kunnen ze
r
TSJITSEIHN'S KAT
Tsjitserin niet gebruiken. Hij Is te zwak, te
zonderling.
Het is ook zonderling: een stille, eenzelvige
man, die zich samen met zijn kat het meest
op z'n gemak voelt, graag boeken leest en
wegvlucht, als hij een kenni3 op straat
ontmoet.
Hoe deze man jarenlang Rusland's buiten
landsche politiek kon maken, is één, der ge
heimen van het geheimzinnige Rusland.
(-).
in luxe zaak een
boven 18 jaar. Brieven met volle
dige opgaaf onder no. 8040S bureau
Nieuwe Schied. Crt„ Koemarkt 4.
7l77iS lo
De Notaris H. B. E. BLAISSE, te
Schiedam, zal op Vrüdagen 7 en 14
November 1930, b(J veiling en af
slag, telkens des v.m. 11 uur, in
het Gebouw van den Ned.R. IC.
Volksbond, te Schiedam, in het
openbaar verlcoopen:
I. Een WINKEL- en WOONHUIS
en erf, te Schiedam,
groot 85 c.A. Vrij van huur.
II—V. Vier WONINGEN en erve,
8039S 26
te Schiedam,
samen groot 87 c.A. Elk verhuurd
voor 2.25 per week.
VI. Een WINKEL- en WOONHUIS,
open plaats en erve, te Schiedam,
hoek Bagijnhof,
groot 65 c.A. Verhuurd voor 7.
per week.
VII. Een WONING en erve, te
Schiedam,
groot 48 c.A. Verhuurd voor 3.10
per week.
VIII. Een WOONHUIS en erf en
open grond, te Schiedam,
groot 36 c.A. Verhuurd voor ƒ2.15
per week.
Aanvaarding en betaling der koop
penningen 15 December 1930.
Bezichtiging als gewoon.
Inlichtingen en toegangsbewijzen
ten kantore van voornoemden No
taris, Dam 8, albjer, 8Q38S
Alléén GROOTE MARKT 23
OPROEP tot deelname aan de ALGEMEENE WINKELWEEK aan
alle winkeliers van Schiedam.
Men kan zich voor deelname nog aanmelden tot 10 November as bij
onderstaande adressen:
W. BERGIJK, Hoogstraat 190; G. SCHAEFFER, Broersveld 15-
A. M. DE GROOT, Singel 140; G. H. MAST, Groeneiaan 65; MagazUn
„De Gunst", St. Liduianastrlaat 31 en b(j het Secretariaat A. M.
PAPENHUIZEN, Singel 30.
Men leze vooral het in dit no. voorlc. artikel over de Algem. Winkelweek.
8042S 22
6 renela fo.50
10 regels 11.00
15 regels 11.50
2I754S
„KLAVEREN AAS"
Wettig gt-deponeerd
Distilleerderij en Likeurstokerij - SCHIEDAM
Ben. fabriekspr., Buffetten, Ameu
blementen, Karp., Dekens, Matr.,
Divans, Tafels, Schilderijen, Spieg-,
Linnenk., enz. Simonstraat 44. nabtj
Schiekade. 1994 5
bedekt met Etemit golfplaten z(jn
goedkoop, zindelijk, duurzaam en
geen luis. Makkerstr. 8, Tel. 68435.
797S
SlijterijGrossierderij
Jenever-Citroen 2.40 p. liter. Jan
Janse, Heerenpad no. 13, Telefoon
68874. 813g
laag zijn de prijzen gedurende de
UITVERKOOP. Haast U!
Spiegels, Schilderstukken, Lijsten
op maat, Portretltjsten, Schilderijen,
Etsen, Platen, Spionrpiegels, enz.
enz. in ruime keuze. Let op alléén
b« fa.
A. BERG, Weste Wagenstraat 29,
Tel. 15633 (Geen hoekhuis).
Dameshoeden en Bontkragen, vindt
U een groote sorteering tegen bij
zonder voordeelige prijzen, b(j J. J.
van Oycn, Hoogstraat 36.
812S
nu voortaan mijn ieder, gummihak
ken en zolen b(j M. H. Ramaker,
L. Kerkstraat 3. Daar Iaat ik mijn
schoenen pok maken. ,8053
Degeiyk onderricht volgens practi-
sche, vlugge methode. Indien ge-
wenscht ook te Schiedam bij leer-
ling aan huis. Uiterst matige
condities.
Allard Piersonstraat 26a, R'dam.
Einde Sectie Tramlijn 4.
goede familie, biedt zich aan als
leerling-
Br. no. 803S bureau van dit blad,
Koemarkt 4.
Slijterij—Grossierderij
Brandewijn 2.45 p. liter. Moutwijn
2.60 p. liter, Cognac oude jenever
2.75 p. liter.
Heerenpad no. 13, Telef. 68874.
8143