DE ABDIJ VAN AFFLIGHEM m Me „Mier" i (KABOUTER] KL^nc.Anncntt Een der interessantste verschijningen A. v.d. ZEE ZOON V Dames- en Heerenkleeding De Missietentoonstelling in de Vaticaanstad i goed Verkoopster BAKHUIS' bontmantels en Bontwarken ALGEMEENE WINKELWEEK. OPVALLEND ZATERDAG 25 OCTOBER 193Ö EEN GROOTSCH VERLEDEN EN EEN BERUSTEND HEDEN T HISTORISCHE HERINNERINGEN ALS IN EEN GROOT WARENHUIS EEN DER GEHEIMEN VAN 'N GEHEIMZINNIG LAND GEVRAAGD Luxe Verhuur Ruime stalling Buitenhavenweg 178 - Tal. E8470 DAB- EN NACHTDIENST Vlaardingerstraat 6, FABRIKAAT VW'-S,. 7.BAKHUDOL5AFABRIEKEM-OL5T Oude Kerkhof 10\ 1013' 102 en 104, Oude Kerkhof 7, Bagijnhof 4, Jacobastraat 2, GROOTE MARKT 23-< Het merk onzer zeer Oude Benever N.V. JANSEN VTOUTERLOOD's GEM. BETALING! KIPPENHOKKEN „DE STER" IN PARAPLUIES IK KOOP VIOOLLESSEN. J. H. v. d. KAADEN, BANKETBAKKERS. R. K. JONGEN, VRIJWILLIGER. „DE STER" JAN JANSE I i (Van onzen Brusselschen correspondent.) Enkele maanden geleden werden in de St. Pieterskerk te Leuven de lichamen van gewe zen hertogen van Brabant opgegraven, op welke wetenschappelijke overwegingen eener- zijds op anatomische en andere bewijsstukken, aangevoerd door prof. dr. Ch. Nelis en ander zijds op historische gegevens, bijeengebracht door prof. dr. Leo van der Essen, de geraam ten werden geïdentificeerd. Thans houdt men zich in de wetenschappe lijke wereld van België bezig met nieuwe ont dekkingen, die in dit verhand werden gedaan en die tot kader hebben den tuin (waar vroe ger de abbatiale kerk stond) van de bekende benedictijner-abdij van Afflighem. Te zijner tijd hebben wij in een bericht deze historische vondsten gemeld, ons voornemende ter plaatse zelf meerdere gegevens in te winnen. Aan dit voornemen hebben wij thans ge volg gegeven. Wij moeten hier echter aan toe voegen, dat wij vooral naar Afflighem zijn ge gaan, om te beantwoorden aan een herhaalde lijk gedane nitnoodlging, om de abdij eens te bezoeken. Samen met den te Brussel wonenden beken den Nederlandschen bibliofiel, den heer Nij- kerk, zijn wij dan door de schilderachtige Bra- bantsche landschappen gereden naar de plaats, waar eens een der machtigste abdijen van België heeft gestaan, die in den loop der tij den veel van haar vroegeren roem en groot heid heeft verloren en nu nog maar de schim meer is, van wat zij veel jaren geleden is ge weest. Wij werden er met echt benedlctijnsche har telijkheid ontvangen door den hoogeerwaarden abt, mgr. van Schepdael, door den prior en dooT Dom Albertus van Roy, een bekende fi guur uit de liturgische beweging. Het duurde natuurlijk niet lang, of ons werd onder het drinken van een heerlijk glas cider, door de paters zelf gebrouwd uit appeltjes gegroeid boven de graven van illustre mn >-W 1 sjit J y-4 lllplllil DE KELK VAN DEN H. BERNARDÜS, die in de abdij van Afflighem bewaard wordt personen, waaronder koningin Aleidis van Engeland de geschiedenis verteld der abdij, die niet alleen op religieus gebied ontzettend veel heeft gepresteerd, maar die ook een be langrijke rol heeflt gespeeld in het politiek en het wetenschappelijk leren van België. Er lag weemoed in de stemmen der vertel lers, als zij het hadden over de vergane groot heid van hun convent, berusting als zij over het heden spraken en hoop, wanneer hun blik ken in de toekomst schouwden. Typisch was, dat in de psyohe, ja zelfs in de fysionomie van elk der drie monniken voor ons, deze drie verschillende sentimenteels phasen ziek weer spiegelden. De abt kwam ons voor te zijn de voortzetter van tradities, die eeuwen lang op deze heilige plaats hebben bestaan. Aan zijn diplomatie is nu de taak toevertrouwd, om het verleden zooveel mogelijk in het heden te doen herleven en een toekomst voor te berei den, die den grootschen perioden van vroeger weer eere zal aandoen. Het heden werd ge symboliseerd door de stoere figuur van den prior, man uit één stuk, die in het gewone leven, dank zij zijn forschen lichaamsbouw, een worstelaar in een kermistent had kunnen zijn, maar die veel hooger heeft gemikt, door strijder te worden in den dienst van God. Klare, positieve geest, levende encyclopaedie van de geschiedenis der abdijmaar tevens ook een man, die met beide voeten in de werke lijkheid van het oogenblik staat en met vaste hand helpt handhaven wat is, om anderen het voorbereiden van nieuwe grootheid te helpen vergemakkelijken. Hij snuift royaal en als hij lacht, Is het alsof daar ergens een klok aan het galmen gaat. Tot de construeerende ele menten voor de toekomst behoort Dom Van Roy, lange, abstracte verschijning, wiens ge dachten altijd geconcentreerd schijnen te zijn op dingen, die nog komen moeten. Dit waren onze zegslieden en wij vernamen van hen, dat de geschiedenis van Afflighem hebben meegemaakt. De eerste dezer historio grafen leefde in de eerste helft van de twaalfde eeuw; hij schreef het boek „Fundatio seu exordium monasteril Sanctl Petri Hafflige- mensis", dat door een anonymus tot in 1518 werd voortgezet. Dan kwam van der Meeren of Amerius, die in 1556 is overleden en belang rijke annalen heeft nagelaten. Van een ander kroniekschrijver, Phalesius 1638) is be kend het werk „Monasterii sanctorum Petri et Pauli Affligemsls chronicon". Dan is er nog een „Historia Affligemensis" van Odon Cambier. Doch de voornaamste kroniekschrij ver van Afflighem is Beda Regaus geweest, laatste proost der abdij, die een standaard- Werk schreef onder den titel „Annales et acta archicenobii Haffligemensis". Nog dient ver meld te worden een boek „Notre Dame d'Af- flighem" dat in 1848 werd uitgegeven en dat als auteur had niemand minder dan Dom Pi- tra, de® bekenden benedictijnermonnik van Solesmes, die door Plus IX tot het kardinalaat werd verheven. Uit al die boeken blijkt, dat de oorsprong dar abdij van Afflighem vermoedelijk van het jaar 1083 dateert. Dat was het tijdstip waarop de feodale adel trachtte op alle gebied te do- DE HOOFDINGANG VAN DE ABDIJ VAN AFFLIGHEM, in welker tuinen opgravingen plaats hadden mineeren. Dikwijls geschiedde dit door ge welddaden, maar het gebeurde niet zelden, dat na jaren deze misdaden gevolgd werden door milde gestes en soms heldhaftige verneder!® gen. Een dergelijk feit lag ten grondslag aan het ontstaan der abdij van Afflighem: In de Sint Pietersabdij van Gent, waar de heilige Bavo had geleefd, verbleef een monnik van edele afkomst, Wederik, die van Paus Gregorius VII opdracht kreeg in Vlaanderen en in Brabant het geloof te ver kondigen. Hij slaagde er in, zes ridders, onder wie Geerard de Zwarte, een der grootste vech tersbazen van de streek, te bekeeren. Ten einde boete te doen voor hun zonden, vestigden zij zich in een onherbergzaam oord tusschen Brussel en Aalst, waar doorgaans bandieten in hinderlaag lagen, om kooplieden en reizi gers aan te vallen en te bestelen. Zij richtten op de plaats Afflighem een kerkje op en een schuilplaats voor armen en bedevaarders. Kor ten tijd daarna sloten Geerard de Witte en Henrard, die alle twee een moord hadden be gaan en door wroeging werden gekweld, zich bij de zes bekeerlingen aan. Dat was, in 1083, de oorsprong van de beroemde abdij die, vol gens het woord van de Montalembert, die rijk ste, de drukste en de populairste abdij van België en van de Nederlanden is geworden. Op hun verzoek, om volgens den regel van den heiligen Benedictus te mogen leven, zond de bisschop van Kamerijk twee monniken van Anchin als instructeurs naar Afflighem; later kwam daar ook de beroemde Fulgentius, die uit het klooster van Verdun was verbannen, omdat hij de vrijheid van de katholieke kerk had verdedigd tegen de partij van keizer Hen drik IV. Het was deze Fulgentius, die de eer ste abt van Afflighem werd. Dat was de heroï sche periode. Ridder Heribrand-kwam met zijn paard en zijn banier voor de kloosterpoort en smeekte den abt, hem te willen aannemen „als eeuwige slaaf van God en van den heili gen Petrus". Een ander edelman vroeg als een groote gunst, om de ezels te mogen leiden, die de zakken graan naar den molen brachten en om 's avonds de schoenen van de monniken te mogen poetsen. Fulgentius besloot, dat een deel der inkom sten van de abdij aan de armen zou worden afgestaan. Alvorens Godfried van Bouillon en zijn broer Baudewijn in 1066 voor de kruistochten vertrokken, kwamen zij in de abdij van Affli ghem hu® wapens laten zegenen. Hun moeder, de gelukzalige Ida, schonk een groot deel van haar rijkdommen aan het convent. LUCHTPOST MET DE DORN1EU VLIEGBOOT DO X. De Dornler vliegboot D.O. X zal vermoede lijk begin November a.s. een vlucht naar Ame rika uitvoeren. De gelegenheid wordt openge steld om in Nederland ter post bezorgde niet- aangeteekende briefkaarten en brieven bene den 20 gram voor elke gewenschte bestemming met de vliegboot te doen vervoeren. Op de stukken moet het volledig adres van den afzender vermeld worden, een luchtpost etiket worden geplakt en de aanwijzing „mit Flugschiff Do X nach Amerika" gesteld wor den. Het luchtrecht, dat verschuldigd is hoven het gewone port, bedraagt voor briefkaarten 2.20 en voor brieven 3.30 per stuk (te vol doen door middel van Nederiandsche frankeer zegels en/of luchtpostzegels). Het gewone post moet uitsluitend met Nederiandsche frankeer zegels worden verantwoord. De correspondentie moet zoo tijdig gepost wor den, dat uiterlijk 30 October a.s. Friedrichshafen word-t bereikt. Aldaar zullen de stukken van 'n afdruk van den dagteekeningstempel en van een hijzonderen stempel „Eerste Ubehseeflug Europa-Amerika des Flugschiffs Do X" wor den voorzien. Wat Italië aan de Missie geeft De groote jubileum-gave aan den Paus (Van een Romeinschcn medewerker.) DE INZENDING DER 1NDNÜSTRIEELEN EN ZAKENMENSCHEN van Bologna op de Italiaansche missie-tentoonstelling Rome, 17 October 1930. Zoo langzamerhand begint Rome dan weer te lijken op Italië's volkrijke hoofdstad, die volgens de laatste officieele opgaven al een klein millioen inwoners moet hebben; de Stad wordt weer bevolkt, het leven zit er weer in, en ook begint men al meer en meer de ver schillende seminaristen en college-studenten te zien, die door hun kleurige en volgens colleges onderscheiden kleeding tot het typische stads schoon van de eeuwige stad behooren. In de eigenlijke zomermaanden is ilotne leeg, maar sinds eenige dagen is het leven in de hoofdstad weer begonnen; de koning en Mussolini hebben een congres geopend ter eere van het 25-jarig bestaan van het Internatio naal Instituut voor Landbouw; er is een in ternationaal congres tot het behoud van kunst voorwerpen bezig, en tevens heeft Zijne Majesteit dezer dagen een plechtige Vergilius herdenking op het Capitool gepresideerd. En tegelijk met al die plechtigheden in de stad Rome, heeft de Paus, den 4en October in de Citta del Vaticano een Missietentoonstelling geopend. Van het bijzondere van deze tentoon stelling, die eigenlijk een jubileumgeschenk is voor Z.H. den Paus van de Italiaansche in- dustrieelen en zakenmenschen. hadden we van meerdere zijden al zóóveel lof gehoord, dat we ook op een dag eens langs de Zwitsersche Wachten door de Porta Sant'Anna de Vaticaan stad zijn binnengestapt om de tentoonstelling te bezoeken. Het tentoonsteilingspaviljoen, dat door de zorgen van het gouvernement van de Vaticaan stad expres voor deze gelegenheid is gebouwd, staat op het open stuk grond, dat langs de straat ligt, die van de Porta Sant'Anna naar het Belvédère-plein loopt. Het is een eenvou dig grijs gebouw, bestaande uit twee zalen, die door een gang verbonden zijn. Een breede houten trap voert van de straat naar den in gang; en als we die breede houten trap op gaan, moeten we langs de monsterende oogen van een gendarm, die van onder zijn kepi en van boven zijn martiaal opgedraaide snor door, iederen bezoeker van top tot teen opnemen. Zoo komt men dan in de eerste zaal van de tentoonstelling; hierin geven de verschillende missie-orden en congregaties, die Italiaansche leden hebben door foto's, geographische kaar ten en statistieken een overzicht van hun werk. Het meest sprekend is hier de stand van de zusters van het Petrus-Claver-liefdewerk voor de Afrikaansche missies, zij exposeeren «hier in de 60 verschillende talen van Afrika, hij- bels, catechism useen, spraakkunsten en derge lijke, die alle door hen zelf gedrukt zijn en uitgegeven worden. Verder is in deze zaal een fceele wand ingenomen door het liefdewerk tot voortplanting des Geloofs, de H. Kindsheid en door het Sint Petrus liefdewerk. Behalve de vele Italiaansche tijdschriften en brochuurtjes, door deze liefdewerken uitgegeven, vindt men er eenige exemplaren van ons Hollandsche tijdschrift „Het Missiewerk", en „Vlugschrif ten van het Sint Petrus liefdewerk". Onder do statistieken, die ook hier te vinden zijn, trof fen ons in 't bijzonder volgende cijfers, die over het heele missiewerk een overzicht geven: In de Missielanden bezit de kerk 692 hospita len met 283.505 zieken; 81 melaatseheninrich- tingen met 14.060 melaatschen; 299 gestichten met 11.341 ouden van dagen; 1528 weeshuizen met 81.240 weezen; 29264 lagere scholen met 1.299.551 leerlingen; 1117 middelbare scholen niet 178.444 leerlingen; 156 kweekscholen met 8032 leerlingen; 386 ambachtscholen met 29.348 leerlingen en 5 universiteiten met 1107 studenten. Vanuit deze zaal gaat men dan door een korte gang naar de eigenlijke tentoonstelling, die bestaat uit al de geschenken, die de Ita liaansche industrieelen en zakenmenschen ter eere van den Paus aan de missies hebben ge geven. In deze gang ziet men de voorposten van de geschenken al staan; n.I. 26 ploegen van verschillend model, die wegens den al te grooten toevloed der geschenken in de eigenlijke zaai geen plaats meer vinden konden. De eerste indruk van de tentoonstelling is die van een groot warenhuis, alles is er te vin den, alles wat voor bet dagelijksch gebruik in de missie noodig of nuttig zijn kan, is er vertegenwoordigd. Daarbij zijn alle geschen ken tentoongesteld volgens de streken, waaruit zij komen, zoodat alles' In een schilderachtige mengeling door elkaar staat, wat da groote verscheidenheid nog beter doet uitkomen; ook zijn de namen der vrijgevige firma's slecht3 op onopvallende en zeer bescheiden wijze hij de geschenken geplaatst. Zoodra men zijn rondwandeling in de zaal begint, ziet men kluwen wol, pull-overs, kin derpakjes, bretels, tandenborstels, kerkboeken, parapiuies en parasols, eenige rollen linoleum, waarbij de gever het nuttig vond, om er toch even bij te vermelden, dat linoleum werkelijk de meest economische en hygiënische vloerbe dekking is, vliegenvangers en andere chemi sche producten tot verdelging van insecten. Een paar harmoniums, die bestemd zullen zijn, om eens ergens in een arm houten missie- kerkje de plechtigheden op te luisteren; een dynamomotor, een Fiat vrachtauto en eenige kisten van ,,een onfeilbaar natuurlijk werkend middel tegen maagpijn". Ook de wijnhandela ren hebben zich niet onbetuigd gelaten: fles- schen Vermouth, Chianti, Barbera, en soorten gezondheidswijn zijn er goed vertegenwoordigd. Kisten „hoogfijne" spaghetti, macaroni, zeep poeder, kinderpistooltjes, schoolbanken en schoolbehoeften, ,,zeer zachte kinderzeep", waarmee de negermama's bun kleinen schoon gaan wasschen, aan alles is gedacht. Verder een groot radiotoestel met loudspeaker, een groote collectie koek en biscuits, potten jam, een bad, een troep Italiaansche speelgoedsol daatjes, gekleed in de verschillende uniformen der Italiaansche infanteristen, dragonders en scherpschutters; het ligt alles met zorg ten toongesteld, als een sprekend bewijs, dat Italië voelt, wat men in de missie noodig heeft, en dat het er ook iets voor over heeft. Zelfs een paar mooie kerkklokken zijn niet vergeten, een prachtige reproductie van de Madonna van Sint Lucas; heiligenbeelden, prentjes; een serie foto's van den H. Vader een serie platen, die geschonken zijn door de Italiaansche vereeniging voor toerisme, conser ven en blikgroenten. De mooiste stand is echter, wat het comité gekocht heeft, voor het geld, dat het van de verschillende Italiaansche banken cadeau ge kregen had; reiskoffers, fietsen, trapnaaima- chlnes, kompassen, horloges, jachtgeweren, timmergereedschap en keukengereedschap. Naar men ons vertelde, dateert het plan al van November 1927, toen eenige Romeinsche industrieelen en zakenmenschen een brief s.uurden aan den president van het Centraal comité voor het Priesterjubilé van Zijne Hei. ligheid, waarin men voorstelde, onder de Ita liaansche zakenmenschen een gezamenlijk huldeblijk voor het Priesterjubilé van den Paus te organiseeren. Het plan vond grooten bijval en aanstonds werd opgericht het Natio naal Comité van Italiaansche industrieelen en zakenmenschen vijor de Katholieke missies. Zoo heeft heel Italië meegewerkt, om deze tentoonstelling van geschenken een groot suc ces te doen worden. De H. Vader zelf bekende bij de plechtige opening van de tentoonstelling, den 4en October, dat Hij er zelf, gezien de Slechte tijdsomstandigheden en den beperkten tijd van voorbereiding, er niet zoo'n schitte rend succes van had verwacht. DUITSCHLANDS STEENKOOL-INDUSTRIE Door de prijsverlaging wordt M. 200 millioen per jaar bespaard. Het Institut fiir Konjunkturforsobung houdt zich bezig met de gevolgen der kolenprijs- verlaging voor de kostprijsberekening in de Industrie. Voor de totale Duitsche industrie wordt het kolenverbruik op ca. 3 pet. van de bruto-productie geraamd. Op deze basis berekend, zal een verlaging van den steenkolenprijs met 6 pet. een be sparing aan uitgaven voor de industrie met zioh brengen van 100 millioen mark en voor huishoudelijk gebruik van ca. 90—100 millioen mark, betgeen in totaal op een bedrag van ca. 200 millioen mark uitkomt. HIJ EN Z'N OUDE KAT FRANSCHE KUNSTZIJDE-INDUSTRIE. Uitbreiding der Union des Textiles Chimiques. Het vorig jaar Juni werd onder den naam „Union des Textiles Chimiques" een gemeen schappelijke verkooporganisatie van de beide Fransche kunstzijdefabrieken Soc. des Textiles Chimiques du Nord ©t de l'Est'" en de Soc. des Textiles Chimiques du Centre opgericht. Bij deze ondernemingen zijn, zooals bekend, de Etabiissements Kuhlmann geïnteresseerd. Thans is ook de Soieries de Straszbourg tot deze verkooporganisatie toegetreden. Do drie aangesloten fabrieken beschikken elk over een productie van 2000 tot 3000 k.g. viscose zijde. -WK*' ':-Vvs? TSJITSERIN KROONPRINS FREDERIK VAN DENE MARKEN EN KROONPRINS OLAF VAN NOORWEGEN treffen elkaar als gasten in Nordseeland Tsjitserin, de voormalige Russische volks commissaris voor buitenlandsche zaken, is wel één der interessantste verschijningen geweest, die de diplomatie van dezen tijd heeft opgeleverd. Hij, de man, die een half wereld deel door de dool- /dioven van de in ternationale poli tiek moest leiden, was 'n stille, een zelvige inensch die maar 't liefst rustig in een hoekje van zijn kamer zat en 'n kinderachtigen schrik koesterde voor het vreemde en onbekende en dus ook voor on bekende menschen. Hij is thans volkscommis saris af en kuurt nu, om zijn geschokte ge zondheid te herstellen, wat in de sovjettermi nologie beduidt, dat men hem het bosch heeft ingestuurd, oftewel de laan uit. Stalin, de machtige, heeft hem niet meer noodig. Tsjitserin was de bolschewistische minister van Buitenlandsche Zaken. Maar dit ministerie ofwel volkscommissariaat bestaat eigenlijk niet meer. Het is een filiaal van de communistische internationale geworden en een soort instrument van de Gepoe. En het wegloopen van de ambtenaren van dit filiaal zegt wel eenigszins, welk een sfeer er heerscht. De diplomatieke vertegenwoordigers en de handelsagenten van de sovjets zijn niets anders dan beulsknechten en spionnen. Het gevdl Koetjepof zegt hier al genoeg. Toen Tsjitserin volkscommissaris van Buiten landsche Zaken was, kon hij met recht „the right man in the right place" worden genoemd. Lenin, die hem had uitgekozen, koos den meest geschikte. En dit, ofschoon Tsjitserin onder de tsaristische regeering slechts een ondergeschikt regeeringsambtenaar was geweest. S. Dmitrijewskij beschrijft hem in „Der Quer- schnitt" als een menscbenscbuw man. Indien Lenin niet had geleefd, zou niemand ooit van tsjitserin hebben gehoord. Geen sterveling zag in den kleinen, polltieken intrigant een figuur van beteekenls. Maar de scherpziende Lenin hield er reke ning mede, dat Tsjitserin handig en van adel lijke afkomst was en daardoor relaties bezat, die het aan vooraanstaande menschen arme bolschewisme hard noodig zou hebben. En bovendien was Tsjitserin een man, die als was viel te kneden. Tsjitserin werd evenals Krassin op den voorgrond geschoven, omdat hij zich in een internationaal milieu thuis zou voelen. Hij was de tegenvoeter van den waren bolsche- wist, een bourgeois van top tot teen, die als boischewist nog graag met een sinds lang opgeheven ridderorde van Boechara pronkte, maar Lenin kon hem gebruiken. Tsjitserin was IJdel, maar geen streber en de zaak, die hij diende, heeft hij zonder eenige bijbedoeling gediend, misschien wel, wijl hij te zwak van karakter was, om zich op den voorgrond te plaatsen. Toen men hem begon tegen te werken, jammerde liij als een kind en hield zich ziek. En hij heeft zich zonder tegenstribbelen af laten danken, heel blij ten slotte, dat hij van alles af was. Tsjitserin had een hekel aan conferenties en een nog grooteren hekel aan debatten. Lieden uit zijn omgeving verzekeren zonder uitzondering, dat hij mensehenscbuw is. Niemand werd in zijn intimiteit toegelaten dan een oude kat. Die kat was zijn eenige gezellin. Ze zei nooit onaangename dingen en liet zich wegschoppen, als haar heer en meester slecht gehumeurd was. Zelfs de beide ambtenaren van bet volks commissariaat vonden geen genade in Tsjitse- rin's oogen. Hij converseerde liet liefst met hen door middel van kleine, op velletjes sigarettenpapier geschreven briefjes. Iederen dag ging een pak van zulke briefjes z'n werk kamer uit. Die briefjes bevatten meestal slechts enkele woorden, een vraag, een aan merking of ©en klacht. Soms stond er evenwel een volledig politiek verdrag op Hooge ambtenaren confereerden aldus met den volkscommissaris en het gebeurde, dat ze Tsjitserin in geen weken spraken. Die bleef zooveel mogelijk in zijn kabinet, waar hij, ijsbeerend op uitgeloopen pantoffels, zijn té voeren politiek overdacht. Tsjitserin werkte vooral 's nachts en 's nachts kwam hij wel eens los, als de harde noodzakelijkheid hem naar een diplomatieke soirée had gedreven. Zijn trouwe kat zou zich daar de eerste uren niet onprettiger hebben kunnen voelen, maar als Tsjitserin door den wijn loskwam, toonde hij een interessant causeur te zijn, die de lastigste vraagstukken op sublieme wijze wist op te lossen. Hij was tevens een groot poseur en een gewiekst comediant. Tsjitserin is het geweest, di© de wereld eenige Jaren lang heeft doen geiooven, dat het bolschewistische monster zich wel zou laten temmen. Hij zaaide handig tweedracht tusschen de groote mogendheden en intrigeerde in China, in Perzië, in Afghanistan, in Klein- Azië, in Arabië en in Mongolië en Indo-China. Toen men hem niet meer noodig had, heeft men hem aan den dijk gezet. De sovjets willen de wereldrevolutie en daarvoor kunnen ze r TSJITSEIHN'S KAT Tsjitserin niet gebruiken. Hij Is te zwak, te zonderling. Het is ook zonderling: een stille, eenzelvige man, die zich samen met zijn kat het meest op z'n gemak voelt, graag boeken leest en wegvlucht, als hij een kenni3 op straat ontmoet. Hoe deze man jarenlang Rusland's buiten landsche politiek kon maken, is één, der ge heimen van het geheimzinnige Rusland. (-). in luxe zaak een boven 18 jaar. Brieven met volle dige opgaaf onder no. 8040S bureau Nieuwe Schied. Crt„ Koemarkt 4. 7l77iS lo De Notaris H. B. E. BLAISSE, te Schiedam, zal op Vrüdagen 7 en 14 November 1930, b(J veiling en af slag, telkens des v.m. 11 uur, in het Gebouw van den Ned.R. IC. Volksbond, te Schiedam, in het openbaar verlcoopen: I. Een WINKEL- en WOONHUIS en erf, te Schiedam, groot 85 c.A. Vrij van huur. II—V. Vier WONINGEN en erve, 8039S 26 te Schiedam, samen groot 87 c.A. Elk verhuurd voor 2.25 per week. VI. Een WINKEL- en WOONHUIS, open plaats en erve, te Schiedam, hoek Bagijnhof, groot 65 c.A. Verhuurd voor 7. per week. VII. Een WONING en erve, te Schiedam, groot 48 c.A. Verhuurd voor 3.10 per week. VIII. Een WOONHUIS en erf en open grond, te Schiedam, groot 36 c.A. Verhuurd voor ƒ2.15 per week. Aanvaarding en betaling der koop penningen 15 December 1930. Bezichtiging als gewoon. Inlichtingen en toegangsbewijzen ten kantore van voornoemden No taris, Dam 8, albjer, 8Q38S Alléén GROOTE MARKT 23 OPROEP tot deelname aan de ALGEMEENE WINKELWEEK aan alle winkeliers van Schiedam. Men kan zich voor deelname nog aanmelden tot 10 November as bij onderstaande adressen: W. BERGIJK, Hoogstraat 190; G. SCHAEFFER, Broersveld 15- A. M. DE GROOT, Singel 140; G. H. MAST, Groeneiaan 65; MagazUn „De Gunst", St. Liduianastrlaat 31 en b(j het Secretariaat A. M. PAPENHUIZEN, Singel 30. Men leze vooral het in dit no. voorlc. artikel over de Algem. Winkelweek. 8042S 22 6 renela fo.50 10 regels 11.00 15 regels 11.50 2I754S „KLAVEREN AAS" Wettig gt-deponeerd Distilleerderij en Likeurstokerij - SCHIEDAM Ben. fabriekspr., Buffetten, Ameu blementen, Karp., Dekens, Matr., Divans, Tafels, Schilderijen, Spieg-, Linnenk., enz. Simonstraat 44. nabtj Schiekade. 1994 5 bedekt met Etemit golfplaten z(jn goedkoop, zindelijk, duurzaam en geen luis. Makkerstr. 8, Tel. 68435. 797S SlijterijGrossierderij Jenever-Citroen 2.40 p. liter. Jan Janse, Heerenpad no. 13, Telefoon 68874. 813g laag zijn de prijzen gedurende de UITVERKOOP. Haast U! Spiegels, Schilderstukken, Lijsten op maat, Portretltjsten, Schilderijen, Etsen, Platen, Spionrpiegels, enz. enz. in ruime keuze. Let op alléén b« fa. A. BERG, Weste Wagenstraat 29, Tel. 15633 (Geen hoekhuis). Dameshoeden en Bontkragen, vindt U een groote sorteering tegen bij zonder voordeelige prijzen, b(j J. J. van Oycn, Hoogstraat 36. 812S nu voortaan mijn ieder, gummihak ken en zolen b(j M. H. Ramaker, L. Kerkstraat 3. Daar Iaat ik mijn schoenen pok maken. ,8053 Degeiyk onderricht volgens practi- sche, vlugge methode. Indien ge- wenscht ook te Schiedam bij leer- ling aan huis. Uiterst matige condities. Allard Piersonstraat 26a, R'dam. Einde Sectie Tramlijn 4. goede familie, biedt zich aan als leerling- Br. no. 803S bureau van dit blad, Koemarkt 4. Slijterij—Grossierderij Brandewijn 2.45 p. liter. Moutwijn 2.60 p. liter, Cognac oude jenever 2.75 p. liter. Heerenpad no. 13, Telef. 68874. 8143

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10