WAT STANDS- EN VAKORGANISATIE BETEEKENT iPMUSli >22 O ONS DAGELIJKSCH BROOD DE AARDVERSCHUIVING DINSDAG A NOVEMBER 1930 V VAN BLOEDJES EN TERREUR Medezeggenschap en ontwikkeling Roo ker, Uw kee^- IfcM v9 MENSCHEN EN MEENINGEN BENOEMINGEN SOCIALE STUDIEDAGEN I HET MAAL- EN MENGGEBOD ZAALAFDRIJVING. VIJF LIJKEN GEBORGEN De Centrale Bond van Transportarbei ders de moderne of sociaal-democratische hond beeft, naar we vernemen, een aan tal communisten in Rotterdam, Utrecht en Schiedam buiten de deur gezet. Men meende terecht of ten onrechte daar blijven wij buiitcndat die leden den goeden gang van zaken tegen hielden, liet was desorganiseerend. De heeren, die nog in dien bond blijven, schrijven: „dat de arbeiders in staat moe ten zijn, den strijd met succes te voeren te gen het kapitalisme en de beschermers de zer rotte toestanden, de reformisten". En de socia al-democratische pers zegt: 5,"Wie zoo spreekt en schrijft, behoort in on- i ze gelederen niet thuis". De communisten schreeuwen nu over „terreur". Wat wij denken van die geschiedenis? Dat iedere vereeniging, iedere boml hot volste recht heeft en zelfs den plicht van zelfbehoud, om leden, die zich niet willen schikken naar de wetten en voorschriften van die vereeniging, buiiteu 1e zetten. Als een vereeniging daartoe geen recht en plicht zou hebben, zou ze zich zelf maar moeten opdoeken. Dat heeft met terreur niets, letterlijk niets uit te staan. En het argument, dat men aan haalt, tegen de communisten, dat in hun Partij een kadaver-discipline zonder weer ga gevraagd wordt, en zij dus niets kunnen heggen tegen een andere partij, die discipli ne eischt en ook toepast, gaat volkomen op. Maar dan ook niet van twee walletjes eten! Als iemand niet van terreur kan spre ken, wanneer hij uit een vereeniging gezet wordt, wijl hij de verplichtingen niet na komt omdat die persoon van een andeion kant wel discipline aanneemt, dan kunnen de sociaal-democraten, de modernen, of hoe ze zich ook noemen, evenmin van terreur praten en schrijven, als een niet sociaal-democratische vereeniging datzelfde doet ten opzicht van sociaal-demoraitem 0f< modernen, wijl die niert-sodaal-demoeratisdhe vereeniging zulke leden als tegenwerkers van haar beginselen beschouwt. Misschien wil die pel's he.t groote woord terreur", dat zoo dikwijls dooi- haar ge bruikt wordt tegenover katholieke maatre gelen, in de rommelkast van onoprechte, on waardige en on-eerlijke uitdrukkingen' op bergen. Ook katholieken zeggen van hen „wie zoo spreekt en schiijft, behoort niet in onze geleden!" En wij kunnen het geroep en gejammer van hen, die toch zoo goed-katholiek zim en door de terreur van geestelijken niet meer de H.H. Sacramenten mogen ontvan gen, beantwoorden met de -woorden van "het sociaal-democratisch blad: „Nu huilen de arme bloedjes". .En ook dit: „Zjjn die heeren nu werkelijk zoo onbenullig, te denken, dat onze bewe ging hen zal helpen af te breken, wat met groote offers is opgebouwd." '•Dan moet er toch een kronkel in hun hersenen zitten". Precies. In het Bisdom Haarlem Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft ebuoemd tot kapelaan te Helder (H.H. Petnis en Paulus): fr. G. Verhaar O.F.M.; S assenhei m: «f. Velthuyse; Dordrecht (H. Antonius van Padua): W. Nijssen; Noordwijk: G. Heems kerk, die kapelaan was te Helder (H.H. Petros Paulus). PROF. SMIJERS NAAR ROME. Een vcreerende opdracht van de Regeering Naar het „Nwbl. v. h. Zuiden" meldt, zal de ®eereerw. hooggeleerde heer prof. A. Smijers, buitengewoon hoogleeraar aan de Universiteit te Utrecht zich de volgende week voor een stu diereis naar Rome begeven- Prof. Smijers is n.l. door de Nederlandsche regeerlng belast met een onderzoek vau de te U-ome zich bevindende handschriften van com ponisten der Nederlandsche school uit de vijl ende en zestiende eeuw. Prof. Smijers zal ter bitvoering van deze vereerende opdracht tot kot einde van dit jaar te Rome vertoeven. EM. PASTOOR J. M. C. EYCKEN Naar wij vernemen is de zeereerw. heer J. k C. Eycken, rustend pastoor van Afferden en kans verblijvende in het liefdegesticht te As- b' gisteren voorzien van de H.H. Sacramen. 11 der Stervenden. R.K. UNIVERSITEIT. Gistermorgen werd in de Augustinuskerk 0 Nijmegen een plechtige H. Mis van Requiem opgedragen voor de overleden overheden, do. oenten, studenten, beambten en weldoeners der R.K Universiteit. De H. Mis werd gecele- breerd door prof. dr. W. Muider S.J.. geassis teerd door twee priester-studenten, terwijl het parochiaal koor de gezangen uitvoerde. De professoren en verdere docenten der Uni versiteit, de senaat en moderator van het Nij meegse!^, studentenkorps en zeer vele studen ten woonden de plechtigheid bij. generaal-majoor c. DE BRUYN t" TJIMAHI, 3 November. (ANETA.) Alhier is overleden de gep. generaal-majoor C. de Bruyn, laatstelijk chef van het wapen der genie bij bet Ned.-Indische leger. S. TEIXEIRA DE MATTOS f. SALATIGA, 3 November. (ANETA.) Alhier is overleden de heer S. Teixeira de Mattos, ge lezen superiütendant der Soesmans Onderne mingen. DEN KLASSENSTRIJD DOOR DE ■SOLID A RITEITSG EDA CHTE OVERWINNEN GEORGES MONTENEZ Da bekende Belgische graveur Georges Mon- tenez is na een pijnlijke en langdurige ziekte Pvorledea. Den arbeider op een of andere manier bezit bezorgen Zaterdagmiddag beeft, de heer H. Brouwer uit Utrecht op de sociale studiedagen, welke in het retraitehuis „St. Gerardus Majella" te Seppe werden gehouden, een uiteenzetting gege ven van de begrippen stands- en vakorganisatie. De lieer Brouwer vestigde er de aandacht op, dat de standsorganisatie der werklieden tot taak heeft, rechtstreeks of onrechtstreeks alle belangen van den arbeidersstand te behartigen, voor zoover dit niet aan andere organisaties, waarin verschillende standen of groepen ver een igd zijn, moet worden overgelaten. De standsorganisatie moet dus zoo mogelijk alle arbeiders omvatten en er op gericht zijn,,,de be langen der arbeiders, welke zij allen gemeen hebben, te behartigen, zoowel op godsdienstig- zedelijk, maatscbappelijk-economiscli als poli- tiek-staatkundig terrein. Zij zal om haar veel omvattende taak te kunnen vervullen, op de eerste plaats een leerschool moeten zijn, waar in en waardoor een in alle opzichten in kennis en beschaving hoog staande arbeidersstand ge vormd kan worden. Dit doel, zoo werd nader uiteengezet, wordt nagestreefd op den grondslag van het bisschop pelijk communiqué van 1916 en de beginselver klaring van. het R. IC Werkliedenverbond. Met nadruk wees de inleider er op, dat de godsdienstig-zedelijke taak de voornaamste is, dat daardoor een aanvulling wordt gegeven van den priesterlijken arbeid en dat, om van de standgenooten aldus betere menschen te ma ken, het noodzakelijk is, eerst zelf eenvoudige en goede katholieken të zijn. Zooveel mogelijk -moest, volgens spr., de standsorganisatie paro chiaal worden doorgevoerd. Het is een oud en beproefd systeem, om de arbeiders eerst voor de standsorganisatie te winnen en hen dan in do verschillende vak bonden onder te brengen. Verder stelde de heer Brouwer vast, dat de vakorganisatie zich strikt beperkt tot het be hartigen van die speciale belangen, welke aan de verschillende vakken en bedrijven eigen zijn. heer iïenri Hermans uit den Haag, die „de De tweede spreker van dezen dag was de standsorganisatie en hare instellingen behan delde. Hij gaf op vier vragen antwoord: le. Wat verstaan we on der standsorganisa- tie? 2e. Welk© bij zondere beteeleenis heeft zij voor dezen tijd? 3e. Welke taak heeft zij? 4e Op welke inzichten steunt haar organisatie methode. Het antwoord op de eerste vraag luidt: de groote ge meenschap van allo katholiek vereenigdo arbeiders. Ten op zichte van de tweede vraag, zei de heer Hermans, dat hu in de toe komst nog een grootere belangstelling voor de standsorganisatie verwacht nu de vakorgani satie aan beteekenis gaat verliezen naarmate de hedrijfsraden aan bevoegdheid winnen. De taak, welke de standsorganisatie heeft, ligt, zoo beantwoordde cle heer Hermans zijn derde vraag, op cultureel, sociaal en economisch gebied. Zij wil dus eerstens volksontwikKellng geven. In dit verband, zei de inleider, is het gevaar niet denkbeeldig te achten, dat alles wat met zoo veel moeite verkregen is, weer verloren gaat en steeds minder menschen naar voren komen om eenmaal in de schoenen te staan van hen, die thans de leiding vormen. Er kan b.v. ook van medezeggenschap geen sprake zijn, wanneer er geen arbeiders zijn, dio de zaak onder de knie hebben. Daarvoor is ontwik keling noodig en hier heeft de standsorgani satie te zorgen. Tot nu toe zijn de bestuurders te eenzijdig, n.l. alleen sociaal ontwikkeld, voortaan moeten zij ook economische scholing ontvangen. Wat haar sociale taak betreft, zei de inleider o.a., dat de standsorganisatie den klassenstrijd door de solidariteitsgedachte wil overwinnen. Op economisch terrein streeft zii naar een christelijke consumentenmoraal en betere eigendomsverhoudingen. Wij moeten den arbei ders op een of andere manier bezit bezorgen. Het bezit is thans nog veel slechter dan vroeger geregeld. Hoe kunnen de meeste aandeelhou ders, die toch verantwoordelijk zijn voor hun bezit; controleeren. of dit niet op onrechtvaar dige wUze wordt besteed? De heer Hermans be pleitte de vorming van het klein bezit met persoonlijke aansprakelijkheid. Met betrekking tot de consumentenmoraal zei de inleider o.a. dat er thans te veel scha delijke en schandelijke zaken worden voort gebracht. Wanneer er niet zooveel overbodige rommel werd geproduceerd, kon de arbeider een woning met vijf of zes kamers hebben, met badkamer en eigen bibliotheek. Ten slotte toonde de heer Hermans het nut aan van het parochiaal, plaatselijk, diocesaan, nationaal en internationaal organisatiesysteeiu. Des avonds werd er gelegenheid gegeven tot een vrije bespreking over de sociale wetgeving. de ZORG voor den JONGE WERKMAN Een der moeilijkste vraagstukken niet alleen mooie woorden Op den derden dag heeft de Weleerw. rector Mommersteeg uit Nijmegen een inleiding ge houden over „den jongen werkman". VolgeEs rector Mommersteeg is liet vraag stuk van den jongen werkman een van de brandendste van onzen tijd is. HU vroeg zich af, of er wel één groep van jongeren bestaat waarvoor het zoo moeilijk is goed te blü'ven als voor den jongen arbeider. De uitwendige gevaren voor zUn geestelijk heil ziet de inleider in de eerste plaats in r |n orif-n. rlnn. Pas op! Neem Wybert. Ter be scherming der slijmvliezen en ter zuivering* van den adem. Zoo rookt U veilig" en aangenaam. In orisfin. doo/rn a ?5. 15 en 65 ft* den arbeid zelf, vervolgens in de arbeklsom. geving en ten derde in den vrijen tüd. Er zijn ook gevaren die voortkomen uit ziju innerlijke gesteldheid, namelijk zijn gebrek aan voorbereiding lot 't arbeidsleven en zijn gemis aan bescherming legen de zedelijke gevaren. In verband hiermee achtte de inleider liet gew-enscht, dat de zorg voor den jongen ar beider reeds begint op een tijdstip, dat hij nog geen jonge werkman is dus: een voorberei ding in de laatste klasse der lagere school en in het huisgezin. Wü moeten, aldus spreker een zelfstandigen menscli van den jongen werkman maken en een persoonlijkheid die opgewassen is tegen haar nieuwe omgeving. Daarvoor is een afzon- derlUke organisatie noodzakelijk, waarin zoo wel aan zijn katholiciteit als aan zUn jeugd en zqn werkmanschap de volle aandacht wordt geschonken. Vooral de zelfwerkzaamheid moet worden bevorderd; derhalve niet alleen mooie woorden tegen hem spreken maar ook hem in zicht geven en leeren denken vooreerst in en over de weldaden Gods, verder hijvoorbeeld in en over de voordeden van het sociale le ven, de sociale organisatie, de staatkundige indeeling van het land, de Kerk, zijn eigen nooden. Hem moet ook het oordeel des onder scheids worden bijgebracht. De inleider vindt echter deze zelf-activiteit niet voldoende, doch de jongens dienen ook zelf-activiteit naar buiten te leeren, bijvoor beeld een actie tegen de verspreiding van vuile lectuur op de fabriek, en voor het bidden voor en na het schaften. Rector Mommersteeg hij sprak als direc teur van den R. K. Jonge Werkman in het Bossche bisdom hechtte de grootste waarde aan liet vormen van goede leiders. DE GODSDIENSTIGE VEREENIGINGEN Een vraagstuk van geestelijken en lichamelijken nood NOODZAKELIJK 18 EEN ALGEMEENS BEKEERING TOT GOD De tweede spreker van dezen Zondag was do Weleerw. rector Bots uit Amsterdam. Zijn on derwerp was: de standsorganisatie en de gods dienstige vereenigingen. Spreker wees ei- op, dat de katholieke ar beidersbeweging van katholieke zijde het verwijt heeft gekregen, dat zij den socialistischen kant uitgaat, omdat zij erkende dat de stof felijke omstandigheden grooten invloed op den meiisch hebben. Het socialisme leert echter heel wat anders, namelijk dat de mensch slechts het voortbrengsel is van stoffelüke omstandig heden; liet erkent geen onsterfelijke ziel en daarom is zijn sociale actie louter materialis tisch. WU weten, dat wij er met stoffelijke actie alleen niet komen, want het sociale probleem is nog veel meer een vraagstuk van geeste lijken, dan van lichamelijken nood. Immers de huidige sociale wanorde komt voort uit de onttroning van God in het persoonlijk en maat. schappelijk leven. Zoowel het socialisme als het communisme wil nu de maatschappij met liaat hervormen. Rector Bots vestigde toch de aandacht op een kentering in het socialisme: den godsdienst te erkennen in het maatschappelijke leven. Noodzakelijk is een algeheel© bekeering tot God. Maar daarom hebben wü een geestelijke roeping: een algemeen leekenapostolaat van mannen van diep godsdienstig leven. Nu leert de geschiedenis der Kerk, dat liet streven naar godsdienstige verdieping altijd samengaat met bloeiende godsdienstige ver eenigingen. Het ideaal is thans dus: alle ka tholieke georganiseerden in een godsdienstige vereeniging. In aansluiting hierop wekte de Weleerw. pater v. d. HeUden C.s.s.R. de deelnemers op tot het volgen van een retraite. DE JONGE ARBEIDSTER Zich zoo goed mogelijk op het ideaal voorbereiden GEESTELIJKE EN LICHAMELIJKE GEVAREN Als derde inleider trad de aalmoezenier van den arbeid, de zeereerw. heer A. v. d. Maden op, en wel over „de jonge arbeidster". In liet begin van zijn voordracht stelde de aalmoezenier in het licht, dat de eerste eu voornaamste taak van de jonge arbeidster blijft, zich zoo goed mogelijk voor te bereiden voor haar ideaal, liaar toekomstige taak van echtge- noote en moeder. Daarom is het dwaas in haar allereerst een arbeidster te zien en een lid van de stands, of vakorganisatie. Niet alleen in de familie, maar ook in de or ganisatie moet steun worden gegeven aan dat, wat met. het. doel, haar voor haar toekomstige taak voor te bereiden, gedaan wordt. Bij de plaatsing van een dochter op een fabriek, moet ook niet eerst op de finaneieeie voordeelen worden gelet. De zeereerw. heer v. d. Maden wees er op, dat de arbeider geen stoffelijke en daarom geen sociale minderwaardigheid meer wil en geen blind werktuig meer wil zijn, maar invloed wil uitoefenen. Hooghartige opvattingen hebben de liefde voor den arbeidersstand vernietigd. Het is vooral de jongste arbeidster, die deze liefde weer in zich moet aankweeken, om dan haren stand op hooger peil te brengen, godsdienstig- zedelijk, cultureel, sociaal en ook economisch. Verder schetste de inleider de gevaren, die de jeugdige arbeidster bedriegen, geestelijke en lichamelijke gevaren. Te dien opzichte her innerde hij ook aan wat rector Mommersteeg over den jongen werkman heeft gezegd. De gevaren, die de jonge arbeidster bedriegen, vormen gevaren voor den geheelen arbeiders stand. Ook zei de aalmoezenier, dat de jonge vrouw, door de plaats van den man in de fabriek in te nemen, tegen haar eigen belang handelt, om dat dan ook eenmaal haar man voor een an dere jonge vrouw zal moeten wijken. De inleider kwam tot de conclusie, dat de meisjes een eigen organisatie behoeven, en het beste middel dm baar wéér door mannen te laten vervangen bestaat, in het streven naar een hooger loonpeil van de meisjes. een GROEPJE DEELNEMERS aan de studiedagen van den Bredaschen Diocesa- nen Werkliedenbond, gehouden in het retraitehuis te Seppe SAMENWERKING DER VERSCHILLENDE STANDEN Leven in een schoonen, maar kritieken tijd SAMENWERKING NOODIG Hierna behandelde de zeereerw. hooggel. heer prof. Heezemans, uit Haaren, het onder werp de standsorganisatie en organisatie der andere standen. De hoogleeraar begon met te herinneren aan het woord van Breda's bisschop, die zei, dat het een dure plicht van alle Katholieken is, om le handen ineen te liaan, om onversaagd m eendrachtig op- te 'rekken ter verdedi ging van Kerk en maatschappij, van ons voorvaderlijk erfdeel;, van de reinheid van zeden, tot verdieping an het Godsdienstig even. Wij leven in een choonen tijd, maar in een kritieken. Eener- :ijds kennen we in alle standen prachtkerel», doch er is ook reden om bezorgd te zijn voor het geloof en geluk van ons volk. Het zijn de organisaties, waar van thans het lot van het volk afhankelijk is. Er is echter samenwerking noodig. In dit verband wees prof. Heezemans op het nut van commissies van samenwerking tusschen de standen. Voorts herinnerde bij er aan, dat alle organisaties haar statuten beginnen met als eerste doelstelling de „behartiging der gods dienstige en zedelijke belangen". Waarom mar- cheeren zij dan steeds naast elkaar op De noodzakelijkheid van dat samengaan bc- oordeele men in het licht van de momenteel heerschende toestanden en gevaren en der ge- heele volkshuishouding. Voor deze samenwerking pleiten de gevaren van communistische en kapitalistische zijden, vervolgens de dreigende moreele verwording en ook het beroep, dat twee Ministers in de Tweede Kamer hebben gedaan op het geheele volk, om gezamelijk op te treden tegen den ontstellenden tijdgeest van vandaag. Terloops zei prof. Heezemans, dat hij eiken arbeider het recht ontzegt om tegen het kapitalisme te ageeren, wanneer hij door zijn bioscoop-bezoek het „plezier-kapitalisme" aanwakkert. Het samengaan der verschillende staudsor- ganisaties volgt ook uit het Christelijk be ginsel van naastenliefde en broederlijkheid en eveneens uit de groote wensclielijkheid dat ook wij, Katholieken, méér stelling tegen den klas senstrijd nemen. Op de verschillende inleidingen volgden nog vruchtbare besprekingen. R. K. BOND VAN SPOOR- EN TRAMWEG PERSONEEL „ST. RAPHAEL" Vergadering van den raad van afgevaardigden Maandagmiddag vergaderde in „Bellevne" te Amsterdam de Bond van afgevaardigden van den Ned. R.K. Bond van Spoor- en Tramweg personeel „St. Raphael" onder leiding van den heer Eellemous. Aan het begin der bijeenkomst overhandigde de heer Lub het geld, dat als feestgave, ter ge legenheid van het zilveren bestaansfeest van de afdeeling Amsterdam, bestemd was voor het mgr. Mutsaersoord, aan den voorzitter, van deze stichting. De voorzitter bracht daarop openlijk hulde aan de pioniers, de bestuursleden en de leden van de afdeeling Amsterdam, die hunne afdee ling hebben gemaakt tot een van de beste en sterkste van het geheele land. Verder constateerde de voorzitter met vol doening, dat in vele afdeelingen een opgewekt vereenigingsieven heerscht. In overeenstem ming daarmede is de stijging van het ledental van den hond, dat thans 13260 bedraagt. De begrooting voor 1931 sluitend met een te kort van 111.44S, werd door den penning meester den heer F. Nivard, toegelicht en na enkele discussies aangenomen. Herkozen werden vervolgens de aftredende bestuursleden, de heeren H. Donné te Venlo, M. de Kunder te Haelen, F. Nivard te Rotterdam, H. F. Timmermans le Utrecht en W. de Waal te Rotterdam, terwijl de heeren H. G. Kempe- naers te Amsterdam en D. Ileltzel te Roermond respectievelijk werden benoemd tot lid en plaatsvervangend lid van de controle-commis sie. BOOTTREIN N.V. STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND". Het Agentschap der N.V. Stoomvaart-Mij „Nederland", de firma Kuyper, van Dam Smeer te Rotterdam, meldt, dat de boottrein van het s.s. „Jolian de Wifct", lietwelke 7 Nov. a.s. te Genua zal aankomen, Zaterdagmorgen, 8 November te 10.01 a.an het Maasstation te Rotterdam zal arriveeren. Aankomst te 's-Gra- venhage S.S. te 9.50 uur. Een onderhoud met Mr. H. van Haastert, secretaris van den Kath. Ned. Boeren- en Titindersbond II. Er is gezegd, dat dit maal- en menggebod voornamelijk de rijke kleiboeren zal helpen, maar dat de kleine boer ér geen voordeel van heeft, merkten we op. Ten eerste moet ik zeggen, aldus mr. van Haastert dat klei-boeren ook menschen zijn en ten tweede, dat die algemeene rijkdom, dien men bij deze categorie aanwezig acht, een legende is. Juist de kleiboeren zitten op het oogenblik liet diepst in den put en hun vermo gen, voor zoover ze dit (onbezwaard) hebben, holt achteruit. Inderdaad zal deze maatregel vooral den akkerbouw op de klei ten goede komen, maar men moet niet vergeten, dat de land- en tuinbouw een sterk samenhangend onverbrekelijk geheel vormt. Crisis in een on derdeel breidt zich betrekkelijk snel als een olievlek uit over liet geheele bedrijf. Slaagt men er niet in den akkerbouw weer loonend te maken, dan gaan de akkerbouwers hun land groen maken en zich op veeteelt toeleg gen of ze gaan over tot tuinbouw en dan komt immers ook al spoedig in de veehouderij de klad en de tuinbouw is vriiwel nu al topzwaar. Versterking van een verzwakt onderdeel komt dus den geheelen land- en tuinbouw ten goede. Zóó moet men de kwestie bezien. U hebt ook wel gelezen, dat tegenstanders van het maal- en menggebod andere middelen aan de hand hebben gedaan, zooais de heffing van een accijns op meel, waarvan de opbrengst zou worden uitgekeerd aan de tarwe-producen- ten, een téfeltpremie voor de tarwebouwers en zoo meer. Wat denkt n daarvan? Ik denk er dit van: wil men de tarwe- producenten helpen, dan moet men hun een loonenden afzet van hun product verzekeren en dat is alleen mogelijk door de vraag naar inlandsche tarwe te vergrooten. Een teeltpre mie ook een uitkeering uit de opbrengst van een tarwe-accijns, komt daar ten slotte op neer geeft geen zekerheid van een looneude productie, .zoolang de vraag naar inlandsche tarwe gelijk blijft. Een maal- en menggebod vergroot juist wel de vraag en omdat de vraag vergroot wordt, zal de prijs stUgen en de tarwe- producent dus meer dan thans ontvangen. En daar gaat het toch maar om. Daarenboven kan het maal- en menggebod ook een eventueele uit breiding van den tarwebouw opvangen, wan neer de Regeering maar zorgt, dat er een mi nimum- en een maximum-percentage in de re geling wordt opgenomen. Breidt de tarwecul- tuur zich dus het volgend jaar ten gunste der prijsverbetering eenigszins uit, dan kan de Re geering het percentage inlandseh graan, dat moet vermalen resp. vermengd worden, ook eenigszins vergrooten. Als ik 't goed begrijp, is de toestand nu zóó, dat de Nederlandsche tarwebouwer geen tarwe meer telen kan tegen den thans geiden den wereldmarktprijs. Het maal- en mengge bod moet hem brengen een prijs, uitgaande bo ven dien wereldmarktprijs. Verschilt de prijs der inlandsche tarwe veel van den wereld marktprijs? Als u hierover cijfers wilt hebben, kunt u ze kriigen. U zoudt dan bijv. naast elkan der kunnen zetten de noteeringen van inland sche tarwe op de Groninger beurs en de Rot- terdam8che noteering van Hard Winter No. 2 (loco Rotterdam). Dan krijgt u het volgende: 1925 1926 1927 1928 1929 Groningen 13.53 1409 13.25 11.57 10.66 Rotterdam 17.20 15.90 14.74 13.47% 12.25 De jongslse noteering is Groningen (21 Oct.) voor witte tarwe 6.25—7.25 en voor roode tarwe 6.006.25 en Rotterdam (20 Oct.) 7.25.. Zooals u ziet is er een nog al aanmer kelijk verschil. Overigens moet ik u doen op merken, dat bet verschil in prijs op zicli zelf betrekkelijk weinig zegt. Het gaat maar over de vraag of een bepaalde pr(js voldoende is om de cultuur loonend te maken. Het is best mo gelijk, dat een bepaalde prijs in een bepaald land voldoende is, terwijl diezelfde prijs bijv. in Nederland niet voldoende is, omdat de grondprijzen, de arbeidsloouen, de lasten, enz. er zwaarder drukken op den land- en tuin bouw. Als daar nog bij komt, dat dumpings praktijken als bijv. die van Rusland den prijs zwaar naar beneden duwen, dan begi'Upt u, dat het onmogelijk is voor onze la-webouwers om het hoofd boven water te houden. Wat er ge beuren zal, als de 22 schepen met Russische tarwe, die stoomende zijn, zooals men zegt, naar Rotterdam, omdat België en Frankrijk dit graan weigeren te ontvangen, hier werke lijk toegelaten worden, durf ik niet te zeggen. Het is mij onbegrijpelijk hoe onze Regeering dit alles maar toelaat, terwijl toch daarenbo ven wel vast staat, dat dit graan van de arme Russische boeren is afgedwongen en dat de Russische bevolking maar een poover beetje broodgraan op broodkaarten ontvangt. Ik zeg ronduit: 't is een schande! Ik heb nu, geloof ik, wel geuoeg vragen gesteld Ja, maar ik ben nog niet klaar! Nu u toch hier zijt, wil ik ook ongevraagd nog wel graag iets zeggen. Weet u wat mij zoo wonderlijk voorkomt en wat onze boeren en tuinders zoo kregelig maakt? In den oorlogstijd was het treffen van maatregelen de eenvoudigste zaak der wereld: een enkele conferentie (soms niet eens!) met belanghebbenden en er kwam een deereet: grenzen dicht of grenzen open. aard appelprijs zus en aardappelprijs zoo, verplich ting aan de boeren om dit te doen of dat na te laten, om een prijs van zoo en zooveel te ac cepteeren voor hun graan, boter, vleesch, peul vruchten, enz. enz. De „buitengewone tijdsom standigheden' dat was toen da geijkte uit drukking eischten een snel en gedecideerd optreden en ingrijpen. Ik ontken niet., dat 't zoo móest. Men kon niet eindeloos delibereeren en confereeren: er moest gehandeld worden bic et nunc. Op 't oogenblik zijn er weer „bui tengewone tijdsomstandigheden": nu zitten de boeren gruwelijk in de knel. Men zou zeggen, dat ook nu de „Senaat" niet moet blijven „be raadslagen" als men „Saguntum" van den on dergang wil redden. Maar neen! er wordt ge confereerd en gedelibereerd en geconsulteerd en wat al niet meer tot in den treure. Zoo b.v. met dit maal- en menggebod: alles bemoeit er zich mee tot zelfs de kantoorbedienden van de meel-importkantoren toe. Als de Regeering zich kon opwerken tot een snelheid van han delen, een tiende van die, welke zij in den oor logstijd wist le ontwikkelen, dan waren we al lang waar we wezen moeten. Laat de Regeering Een der groote misdaden der maatschap pij. Volgens sommigen schijnt dat nog er ger dan een ander soort afdrijving, die wij moord noemen' Onder dat woord wordt verslaan: het niet verhuren van een lokaliteit aan een veree niging, met wier doel men niet kan, noch mag sympathiseeren; in een acuten vorm: het iemand opmerkzaam maken, dat liij zijn lokaliteit verhuurd heeft aan een ver eeniging, die hij in geweten kan, noch mag steunen. Een praktisch voorbeeldVeronderstel, dat. sociaal-democraten een propaganda- vergadering willen houden voor hun partij. dat ze daarvoor een lokaliteit gehuurd hebben van een katholiekWordt die man bijv. door een katholiek geestelijke er attent op gemaakt, dat hij in het openbaar iris doet wat hem als katholiek ongeoorloofd ■is, dat hij dus zooiels moet ongedaan maken of natuurlijk verantwoordelijkheid op zich neemt voor die medewerking aan zulke propaganda, en dat hij zich dus open lijk aan ergernis schuldig maakten luistert nu die katholiek naar die vermaning, welke voor hem een gewetenskwestie uit maakt, dan zegt men van sociaal-demo- cralischen kant wordt de misdaad van zaalafdrijving gepleegd en roepen ze van terreur enz. Zij weten, dat het een katholiek in ge weten verboden is de sociaal-democrati sche beginselen aan te hangen, of die partij le steunen. Dus ook verboden, mee te helpen in de propaganda voor die vereeniging. Zijn lo kaliteit daartoe verhuren, behoort zeker tot medewerking en is daarom ongeoorloofd. Dat een katholiek priester een katholiek wijst op de plichten, die hij als katholiek heeft, is niet alleen zijn goed recht, doch zijn plicht. Dal die katholiek op zijn besluit terug komt, ter wille van dat gewetenis niets dan een zeer eerlijke stap op den goe den weg. Wanneer die katholiek dan toch doorgaat, dus openlijk zijn medewerking verleent tot ietswat in geweten verboden is, geeft hij ergernis en moet dus, zoolang hij dien slap niet goedgemaakt heeftook als katholiek de straf daarvoor dragen. Wij vinden zooiets niets anders dan vol komen juist, al is liet ook niet prettig voor hen, die er de nadeelen van ondervinden. zich voor gezegd houden wat het Kamerlid van Vuuren onlangs zoo ter snede in „De R. K. Boerenstand schreef: „men bescbouwe niet treuzelen als synoniem van bedachtzaamheid". En dan ten slotte ook nog dit. Ik heb het ook op de onlangs in den Bosch gehouden groote vergadering van boeren en tuinders .ge zegd: wat de zieke land- en tuinbouw noodig heeft, is niet ieder halfjaar een kinine-pil, maar een weloverdacht plan van therapie, dus een stel in elkaar grijpende, elkaar aanvullende en steunende maatregelen. Ik kan dit niet genoeg herhalen, want ik vrees met groote vreeze, dat anders het weerstandsvermogen van den boe ren- en tuindersstand zóózeer zal verzwakken, dat die spaarzaam en met al te groote tusschen- poozen toegediende geneesmiddeltjes hun ef fect zullen missen. Dankbaar voor de gevraagd en ook voor de ongevraagd verstrekte inlichtingen verlieten we mr. van Haastert, die, ofschoon hij in dezen crisistijd, nu vergaderingen en conferenties niet van de lucht zijn, overbezet is, toch met zooveel geduid en uitvoerigheid op al onze vragen had geantwoord. Gevolg van regenval Niet veel hoop meer, dat er nog vermisten zullen worden aangetroffen SOEKABOEMI, 1 November. (ANETA) Om trent de aardverschuiving, welke tengevolge van de hevige regens van den laatstèn tijd in het Soekaboemische plaats vond, valt nog het volgende te melden Nabij fle onderneming Klapanoengal, circa 20 K.M. van Soekaboemi, heeft tengevolge van de zware regens gisterenmiddag circa zes uur een groote aardschuiving plaats gehad, waar door twaalf pondonks bedolven werden. 25 per sonen werden vermist. Hedenmorgen werden reeds de lijken van vijf hunner opgehaald. De resident en andere bestuursambtenaren bega ven zich onmiddellijk derwaarts, teneinde de noodige maatregelen te treffen. SOEKABOEMI, 1 November. (ANETA) Twee pondonk-complexen van de onderneming Djaja- negara, district Tjitoeroeg, afdeeling soekaboe mi, gouvernement West-Java, zijn door de aard schuiving getroffen. Totaal zijn zestien pondoks bedolven en afgespoeld in de daarlangs stroo- mende rivier, de Tjibodas, welke nog nimmer zulk een hoogen waterstand bereikte. De 25 bedolven personen waren acht mannen, acht vrouwen en negen kinderen. Tot dusver werden aangetroffen een man en een kind, die half bedolven waren. Zij werden onmiddellijk uitgegraven en naar het hospitaal gebracht. Voorts werden een man en een vrouw dood gevonden, terwijl gerapporteerd werd, dat het lijk van een man gisterenavond half twaalf is aangespoeld bij de desa Kalideres, district Pela- boean Ratoe. Van de zes pondok-complexen werden de twee laagst gelegene getroffen. Alle pondoks waren elf jaar geleden gebouwd en er was nog nimmer iets mee voorgekomen, doch tegen de jongste regens bleken zij niet bestand. De administrateur van de onderneming rap porteerde dat vanaf Donderdagavond 7 uur tot Vrijdagochtend half zes 173 millimeter regen is gevallen, waardoor ook op verschillende andere plaatsen der onderneming aardschui- vingen plaats hadden. In verband met den hoogert waterstand wordt gevreesd, dat alle getroffen pondoks zijn afge dreven. zoodat er weinig hoop bestaat, dat ter plaatse nog vermisten zullen worden aangetrof fen. De vermisten zijn ongetwijfeld meegesleurd door den stroom.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5