VAN GBOOTE DA DEN EN GRQQTE PERSONEN. ONZE ELFDE PRIJSVRAAG. T, DONDERDAG IS NOVEMBER 1930 L HET DUURSTE BOEK -2- -nT= w opw 'T D1AMA VAN QUERETARO. NAJAARSVERWEN. Hevig avontuur in een pensionaat* VOOR KNUTSELAARS. LETTERRAADSEL. x x X X X x x X X Lefèbvre en zijji benader! 'IN KUNSTJE MET TWEE KURKEN. ZOEKPRENTJE. JAN. Sir Walter RaleigE em de waarheid I WAT IS DIT Ekbestaan geen spoken Natuurlijk niet." aken? „Wat zal Piet schrikken als ik zoo binnen kom." M „"Wat heb 'k nou aan de pet?" Stop 'ns even je bewondering over deze pracbt-collectie dieren! Vooral die op plaatje VII, is dat geen elegant exemplaar? Zóó'o snoes in den dierentuin en héél het land liep uit! Maar, zooals gevraagd, bew£ór je uitroep, teekens even tot na dit inleidingswoord; Aan elk dezer diertjes is 'n steekje los. Aan sommige méér dan één 9teekje. dat snap ja da delijk al wei. Er zijn er bij, die naar verhou. ding veel te klein of te groot zijn weerge geven. Die bunzing, van plaatje II b.v., heeft 'tl staart van 'n konijnenmoeder aan, zoo'd wit baniertje, waarmede ze haar kroost den weg aangeeft! En dat is het éénige abnormale aan dien bunzing niet, kijk maar eens goed! Wat 'n dommel, wat 'n dommel van onzen teekenaar! Als dat zoo dóórgaat, kan 'k hem aan de jeugd- courant niet meer handhaven en komt hii terecht in de abnormaliteiten-tent van Circu« Schneider of zoo! De bedoeling is nu, dat jullie al die fouten en wanverhoudingen uit de plaatjes opduikelt en naar mij toe zeildt. Je kunt het met 'n brief kaart afdoen; 'n brief is mij liever, dan vertel je meteen nog eens, hoe je het maakt, hoe hot op school of in huis gaat enz. De teekenaars zorgen voor 'n keurige teeke ning in verbnnd met de plaatjes en loten, voor hun moeite, naar twee extra prijzen mee, boven dien naar de vijf andere prijzen die voor alle goede oplossers gelden. We sluiten de brievenbus voor de inzendin gen, 'ns kijken, den 24en November a.s.; er 13 dus tijd zat om 'ns 'n extra-teekenwerkje op te zetten, hé? De oplossing komt in het eerstvo! gend nummer nè di-eö datum en de uitslag wéér 'n week later. Gesnapt? Denkt eraan: er wordt niets naar Rotterdam gestuurd, alles stroomt den Achterhoek in Adres: Jeugdredacteur, „De Kruisberg", Doe- tinchem. En nu hoop ik maar, dat m'n maat „De Vuur toren", en ik het zóó druk krijgen met het nazien en behandèleh van al die post ,dat wa tijd en oogen en handen te kort komen! Het moet nóg gesmeerder loopen dan bij de tiende prijsvraag, daar rekenen we vast op! En nou, allo!, aan den slag! Véél succes! JEUGDREDACTEUR. De bibliotheek van het Vatlcaan bevat een bijbel, met de hand geschreven, van zóó gewel digen omvang, dat het gewicht wordt gesteld op meer dan drie centenaars (1 centenaar Is 100 kg.) Omstreeks het jaar 1512 vereenigden zich de Joodsche Romeinen en andere Israëlie ten om den Paus te bewegen hun het werk, geheel in het Hebreeuwsch gesteld, af te staan. Zij zouden het voor hen zoo waardevolle hand schrift letterlijk tegen goud opwegen, waar mede een bedrag van méér dan een millloen gulden gemoeid was! Zijne Heiligheid, Paus Julius II. ging tenslotte echter niet op het aan bod in en zoo bleef het manuscript voor de V'aticaansche bibliotheek bewaard. Dood van Maximiliaan, keizer van Mexico II (Slot) Terwijl de nacht van den waanzin den geest der jonge keizerin Charlotte meer en meer omsluierde, was de toestand van keizer Maxi miliaan, na het vertrek der Fransche troepen, al moeilijker geworden. De opstandelingen tel den 'n 50.000, 60.000 man sterk leger; daar tegenover kon de vorst slechts 16.000 man stellen! 'n Zeer ongelijke strijd! Het Oosten rijksche oorlogsschip „Dandaló" iag dan ook gereed in een der havens om Maximiliaan naar zijn vaderland terug te voeren; de ge wichtigste papieren en zijn meeste, persoon lijk eigendom, waren al aan boord; toen herin nerden zijn generaals hem aan de plechtige woorden: ,,'n Echte Habsburger verlaat zijn post nooit in de ure des gevaars", en hij bleef om den kogels zijner vijanden het hoofd te bieden. De steden Mexico, Puehla, Vera Cruz en Quetëtaro bleven hem nog trouw. De keizer besloot nu naar de laatste stad te reizen, waar hij midden Februari 1867 aankwam. De bewo ners ontvingen hem met de grootste.blijdschap; in de kathedraal werd een plechtig Te Deum gezongen, alle straten waren versierd. Bij den keizer bevonden zich als voornaamsten: de generaal Miramón, die op vijf-en-twintig jarigen leeftijd al president van Mexico was geweest, "n dapper hart; generaal Mejia (spr.: Mec/t i a, de Spaansche J wordt meest als „ch" gespro ken), 'n Indiaan met 'n geweldigen grooten mond, uiterst moedig en wreed; prins FeUx Zu Salm Salm uit Anholt, de rechterhand van zijn vorst en lang niet voor 'n klein ge ruchtje vervaard; kapitein Lopez, die de Judas van Querétaro zou worden. Den 5en Maart verschenen de eerste troepen van Juarez om de stad. Nog geen twee weken later vond een aanval plaatsr die geheel werd afgeslagen; de keizer stond in een regen van granaten en kogels, en veiloor aan dooden en gewonden zes honderd man. 'n Uitval der be legerde troepen had weliswaar veel succes, maar dit werd niet voldoende uitgebuit. Het geld voor de soLdij der soldaten raakte op; ook de levensmiddelen begonnen schaarsch te wor den. De vijanden, die dit wisten, stuurden nu 'n broodmageren os naar de stad toe, 'n brief tusschen zijn horens; „compliment van Juarez en hier hebben jullie wat te eten, opdat je nog in leven blijven moogt, tot We jullie gevangen kunnen nemen!" De keizerlijken beantwoord den deze beleefdheid met liet sturen van 'n mageren knol, óók met 'n briefje: „Hierbij een paard om ons in te halen, als we jullie gelederen dóór breken!" Gedurende den nacht van 14 op 15 Mei viel de stad door verraad van Lopez, die nog zéér kort te voren de medaille voor dapperheid van Maximiliaan had gekregen, in handen der vijandelijke troepen. De keizer had gemakkelijk kunnen ontsnappen, maar hij wachtte blijk baar liever, of een der tallooze vijandelijke kogels geen medelijden met hem hebben zou. Dit geschiedde evenwel niet en zoo werd hij gevangen genomen, moest zijn sabel afgeven en zich als ondergeschikte laten behandelen. Zijn kamer bevatte slechts 'n veldbed, 'n stoel en 'n tafel, en werd zeer streng bewaakt; dat, was nu het paleis van den „Emperador (keizer) Maximiliano". Na twee maanden strijdens' in Querétaro! Aan slaap viel niet te denken; met opzet werd dag en nacht het gruwelijkst kabaal rond de gevangenis des keizers gemaakt. Den 14en Juni sprak een krijgsraad bet dood vonnis over Maximiliaan X uit; drie stemmen vóór, drie tegen; toen gaf de stem van den jeugdigen voorzitter den doorslag. Uit alle streken van Mexico kwamen verzoeken in om den vorst genade te schenken; ie werden alle afgewezen. De burgers van Querétaro stelden zelfs voor den keizer tegen goud op te wegen, maar ook dit liet de nieuwe regeering koud. Deii 19en Juni ontving de vorst voor het laatst de Heilige Communie van pater Soria. welke ook 'n Heilige Mis voor hem opdroeg; de beide overige ter dood veroordeelde gene raals Miramin en Mejia waren hierbij aan wezig. Er stonden drie rijtuigen gereed, voor elk één; Maximiliaan hield het kruis in de hand, hem dopr den geestelijke geschonken, en bad. Vrouwen stonden weenend langs den weg; deuren en vensters waren toe ten teeken van rouw. Voor den muiii aangekomen, waar de executie zou plaats vinden, stelde de keizer generaal Miramin in het midden, de eere plaats, wegens zijn trouw én verknochtheid; Majia moest geteid worden, hij was ongesteld. 'n Officier, 'n afstammeling van den Pooi- sehen koning Jonan III van Polen, had het commando over zeven soldaten. De keizer gaf elk hunner de hand, alsook 'n goudstuk ter waarde van 48; „kinderen, zoo zei hij, „schiet goed, mikt op het hart". Dan sprak hij met klare, sterke stem de volgende woorden: „Mexicanen, moge mijn bloed bet laatste zijn, dat voor het heil des vaderlands wordt ver goten. Leve de vrijheid! Leve Mexico! Op het punt staande naar God te gaan, ueem ik den troost mee goed te hebben gedaan, zooveel in mijn vermogen stond!" Hij vouwde de handen over de borst de bevelvoerende officier liet zijn sabel néér: zes sghoten knalden, en de keizer viel op zijn rechterzijde, langzaam het woord ;„hombre" („menseh!" Spaansche uitroep) fluisterend. Zijn hoofd was ongehavend; alleen, bij leefde nog. Nu duidde de officier met zijn sabel het hart aan: 'n soldaat schoot; de kleeding van den vorst begon te smeulen Miramin was direct dood: zijn laatste woor den waren: „Leve Mexico! Leve de keizer!" Ditzelfde riep Mejia. De goede burgers van Querétaro vereerden den do-ode ais 'n tnartelaar en trachtten reli- quleën van hem te bemachtigen. Het stoffelijk overschot werd gebalsemd door 'n stelletje „dokters", hetwelk zich daarbij schandelijke laagheden veroorloofde; 'n hond meer of min der, wat kwam er dat op aan! De teruggave en het overbrengen van het stoffelijk overschot naar Europa bracht nog heel wat pennen in beweging en geschiedde niet zonder ernstige moeilijkheden. Het oor logsschip „Novara," waarmede hij óók ge komen was, nam zijn resten 27 Nov. 1SÓ7 In Vera Cruz aan boord. 18 Januari 1868 werd Maximiliaan I in de grafkerk der Capucijnen (Kapuzinergruft) bij zijné voorvaderen In Weenen voor altoos ter ruste gelegd. Prins Felix zu Salm Salm. 13 Nov. 1S67 vrij gelaten, keerde terug naar Duitschlana en streed in den Fransch-Duitschen oorlog als majoor; 18 Aug. 1870 sneuvelde hij in den slag bij Gravelotte aan het hoofd zijner troepen en werd te Anholt begraven. Hij was des keizers trouwste diénaar ge weest. Schilderschoon, zoc zijn de verven van de blèren, die, aan 't sterven, 's najaars, op de boomen staan schouwt de lieve zon ze aan. Groen, wat moei gij heldere vlagen lichts in uwer lenden dragen, dat gij, tanende en ontaard, toch zoo schoone verwen baart Groengij zijl me een eil aanschouioen, als ge, op de aarde wijd ontvouwen, leven biedt aan volk en vee, zegen giet op wald en wee! Groen, gij sterkt mij dan. en vinden doen mij lochtde groene linden; maar, uw bloeloos bont gerief is mij, 's najaars, nog zoo lief. 's Voorjaars zingt het al te prachtig, al te menig, al te machtig groen, te oneindig luide een lied: maar hei groen dat weggaat niet. Ei, hoe orgelt dan, hoe kwedelt, harpt en zingezangt en vedelt mij dat henenstervend neen, henenlevend loofgewoons (GV1DO GEZEEEE.) OPSCHRIJFBOEKJES! Daarvan gaan we deze week een stelletje maken. Makkelijk genoeg! En ook, ze zijn on misbaar! Er valt steeds wel wat te onthouden wat je anders, onder je drukke bezigheden, zoudt vergeten! Heb ik gelijk of niet? Aan het werk dan: Neem '11 kaft van 'n schrift en een paar schoone blaadjes papier. Liefst 'n kaft zonder etiket, want dat etiket maken we veel kunst zinniger zelf. Kaft en blaadjes op grootte snij den, 20 X 16 c.Mals bij fig. A. Vouw ze dub bel om a b. Prik de gaatjes a, b, c, gelijk de bovenste figuur aangeeft. Neem nu een draad boekbindersgaren in een stopnaald en brengt die naald in, in de richting van het pijltje. Eerst door a van binnen naar buiten, dan door c naar binnen over het eind van den draad van binnen been bij b naar bui ten, door a naar binnen, maar zóó. dat de naald en dus ook- de draad, nu boven den eersten draad uitkomt. Trek de beide einden stevig aan en knoop ze vast. Sla den knoop plat. De onderste teekening Iaat zie hoe het gaat, wanneer je in plaats van drie gaatjes, er vyf in prikt. Van boven naar beneden, 1-^-2, 'n woord, dat 'n zeer gewichtig, apostolisch ambt aan duidt. 1 X 3 X 4 5 X X X X X 7 X X X X X X S 9 XXX X X X X X X 10 11 X X X X X X X X X X X 12 13 X X XXX X X X X X X X X 14 15 X XXX X X X X X X 16 17 XXX X 00 i X X X 19 X X X X X X X 20 21 x X X 22 23 X X X 2 24 1: eerste letter van het alfabet, 34; voorzette! 5—7: adellijk heer. 78: Zwit.sersche provincies. 910: andere naam voor Katholieken. 1112: in dit Woud werd Varus verslagen, anno 9. 13—14: geloofsrechters. 1516: ander, deftig woord voor planeet. 1718: doet het, vóór de donderslagen komen. 19—20: versnapering bij thee. 2122: rijke bezitting. 23—24: familie-lid. 2: zacht, In de muziek. Maarschalk Lefèvre, die van eenvoudig sol daat door Napoleon's gunst was opgeklommen tot Hertog van Danzig, kreeg in zijn paleis be zoek van een vriend uit zijn jeugd. Deze kon niet genoeg zijn bewondering te kennen geVen over de pracht en praal, die hij aanschouwde, vooral niet, toen hij de hertogelijke stallen be zocht, waar de edelste paarden stonden. Lefèbvre hoorde hem zwijgend aan, maar zei tenslotte: „Je kunt dit alles van mij cadeau krijgen, als je er voor doen wilt, wat ik er voor heb gedaan. Ga mee naar de binnenplaats en ga daar tegen den muur staan. Ik zal mij dan met een geweer honderd vijftig schreden van je verwijderen en tien schoten op je afvuren. Leef je daarna nog, dan zal al deze luxe voortaan aan jou be- hooren!" De jeugdvriend had heeléhiaal geen lust op dit grootmoedigs voorstel in te gaan! „Kijk", zei Lefèbvre, „je wilt er niets van liooren, maar op mij hebben ze, vóór ik dit alles ver wierf, wel duizend keer geschoten en zelden stond ik op meer dan honderd pas afstand van hun geweren." 'k Zal je eens 'n kunstje iceren met twee kurken, eerst probeer je 't zëlf en daarna kijk je pas naar -'e oplossing. Luister: Neem twee kurken en bona die vast als fig. I aangeeft. Lak nu met 'luim au middel vinger der rechterhand (één aan elk eind) de kurk der linkerhand heet en tegelijk met duim en middelvinger de linkerhand de kurk der rechterband en trek ze van elkaar! Gaat het niet? Probeer het dan nog eensl De aanhouder wint.' De kurken komen kruisgewijs zooals bij fig. It. Maar zóó moet het ook niet. Over dus.. Net zoolang tot je 't goed hebt. 'n Handje helpen? Let dan goed op; 't zit 'm in de houding der handen, als deze samenge bracht worden. Doe het zóó eens: Keer de palm der rechterhand naar binnen toe en die der linkerhand naai buiten, als je de kurken grijpen wilt. Wedden van ja, dat 't nu gaat? 't Is maar 'n wéét! Boer Hannes wil met zijn eend uaar huis! Hij moet op de paden blijven en mag géén hek ken doorgaan Welken weg zou hij kiezen? Oplossing den volgenden keer. 'n Echte, Hollandsche naam, hè? Ga onze geschiedenis maar na otm te zien, hoeveel roemrijke(?) personen zich met dien verheven naam getooid hebben; probeer meteen eens, of je ze plaatsen kunt met hun jaartallen: Jan van Arkel, Jan van Beieren, Jan van Bra bant, Jan van Avenues, Jan Zonder Land, Jan Zonder Vrees, Jan v. d. Does, Jan Evertsen, Jan W. Frisco, Jan v. Galen, Jan Harink, Jan v. d. Heijden, Jan P. Coen, Jan de Lapper, Jan v. Leiden, Jan de Oude, don Jan van Oos tenrijk, Jan Jauregui, Jan van Schaffelaar. Jan Steen, Jan de Witt. Matrozen noem je „Jantjes" of „Janmaat", bij „Oome Jan" most je Je nooit als kind in hn'.a voelen, of ken je éie familie-relatie nog niet? Nu, wat Jantje niet weet, wat Jantje niet ■deert!Wie anders graag den Jan uithangt, maakt allicht óók eens met óóme Jan kennis! Is hij dan weer boven Jan, dan verbreekt hij de kennismaking weer, maar dat hoeft Jan Alleman of Jan Rap en Jan Gap en z'n maat niet te weten. Jan Salie met z'n bieeke wang, is voor de kou geweldig bang, zegt het versje, maar Jan Cordaat, Jan Courage, Jantje Oontantje staan beter aangeschreven. "u Jan Plezier raakt uit de mode; het gaat -er mee als mot Jan Klaassen. Jantje huilt en Jantje lacht! Wie er nog méér weet, en 'n Jantje Recht uit is, mag het melden, mits hij zich niet met 'n Jantje van Leiden ervan af maakt! Anders deelt hij niet mee, zoodra moe der Jan in den Zak kookt! Of is hij liever blod Jan dan doö Jan?? De beroemde Engelschman Sir Walter Raleigh (t 1618) voltooide juist de laatste bladzijden zijner wereldgeschiedenis, toen vlak voor zijn venster 'n paar mannen ruzie kregen, elkaar 'n pak slaag toedienden en scheldend naar huis liepen. Nog geen kwartier later be zocht een vriend Raleigh's woning en zei: „Nöu, ze hebben mekaar hier óók duchtig in de haren gezeten, naar ik hoor! 't Moet er heet naar toe zijn gegaan!" Kort daarop verscheen een oude bekende van den schrijver op het toonoei en zeide: „Wat hoor ik, hebben ze voor je huis iemand het hoofd ingeslagen?" Nog legde Raleigh hem de zaak uit, toen 'n derde binnenkolde: „Goeie genade, wat 'n stroomen bloeds hebben hier gevloeid!" Tenslotte kwam Raleigh's vriend lot aan de'tanden gewapend ademloos aan rennen en riep uit: „Kerel, leef je nog? De heele stad is er vol van, dat hier in de buurt honderden lui gevallen zijn! Ik kom om je te verdedigen!" Raleigh begreep, dat het heel moeilijk moest heeten de waarheid uit over-oude tijden op te diepen, als er al zóó gesold werd met wat onder zijn eigen oogen was gebeurd! Mismoedig greep tij zijn wereldgeschiedenis van tafel en wierp het gansche manuscript in het open haardvuur. in Nu nog twéé in deze serie. Daarna de op. lossingen aan mij zenden over allen vijf. Onder de goede oplossers wordt 'n boek verloot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6