fi NACHTMIS VAN KLEINEN JAAP. is B8BMB21- ■Él- ■M WOENSDAG i: DECEMBER 19S& o-' TE BETHLEHEM IS GEBOREN Hm i .t rblJÊI&p BEtShk N n_y i"L EEN KERSTVERHAAL. m&m Uil v - C Ji sfólA MLjêêm 1 W&m g Igv - I - - -f* ÜP Wm «'-v,. wÊÊÊÊmz hbi§||| mËÊÊmmJv - - <"6? - ;ekowng EN BE EIKEN. EVEN OPLETTEN! VOOR KNUTSELAARS. BE HANBTEEKENING VAN SHAKESPEARE. WILIS BIT? Oplossing van den vorigen rebus. Oplossing vorige legpuzzle. c-OW-gt een. Schip tjfieldZe-n oomc sHlic. KenfrodH Ca-t bockstel ooit Comet onsial scTujMXJtn, Uni 1tla.tLa,'hou>t dat xotZci3/> liét Itemfkd ons tikt föit nffheL rftuvti dett MOltC-Cn, So O te is ens fktsanl. dfl odes tttoedex, fleileyhèt irt. ee-nxt-evitt Cjhclov-d moe-Is Ca sijTt! jDdi/tevt. c/eèrtc tènC- Me urCLlCrC' eet -v-dCaieri-Cflïi U-I'-e-v-c lièttile.lccjri' CCt- Jti-oCcriCHecke.'tJCyns. '?fpa,-cc(LlCjoi-e.s mocciex. C/ef/eykei ére een-tctvcty&t CjheloMrt mods ïu, sijtv, t/-ciurccnZe/co-n-iken-nc, //eiCicJilcialse&n,s/ueyt^, fier* greykelen. arcesclujdCjke-lcv-el -moe-iltd sj 'Tttaiia. .(yoZes -mocZ.ex, Cft-ocTit iccLxl ~d/oe êf u-lof s0 ItxdïToot, Street tod-et. ntoni/ TCrt, Casn- qlceert. m.oe.Uc 7*1 tsef. U ejK'te e e ttoooesvélielttiiJCtn. sort iirtn'fiifil I M.-t' Bethlehem, ivaar het Goddelijk Kerstkindje werd geboren. Eigenlijk zijn er twee plaatsen, die Bethlehem heeten, zooals wij een Velp kennen in Brabant en een bij Arnhem, 'n Alphen aan den Rijn, maar óók een aan de Maas! Om nu niet in de war te raken, noemde de Heilige Mattheus er nog den stam bij, Bethlehem Juda, en dus niet: Bethlehem Zabulon! Nu wist iedereen precies, waar Jesus werd geboren! Ook wel werd ge zegd: Bethlehem Efratha, en dat beteekent dan zooveel als: het vruchtbare Bethlehem! Beth lehem zelf wil zeggen: „Broodhuis'*. De groote koning David werd er geboren, weidde aan de grasrijke beemden in den om trek zijn kudden en werd er gezalfd, 'n Klein plaatsje, maar 'n beroemd plaatsje, heerlijk ge legen te midden van vijgen-, olijven-, perziken- granaatappel- en peren-boomgaarden. In de lente geurt er de amandelboom met zijn schoon ste bloesempracht, de wilde haver treft men overal aan en de nijvere bijen zoemen hun lied rond de bloemenweelde der omgeving Hier is Palestina het dichtst bewoondde moderne auto's, die Jeruzalem door de Jaffapoort heb ben verlaten, suizen langs de vrouwen heen, welke nog steeds, als in de oudheid, op het hoofd alles beuren wat ze te torsen hebben, tot zelfs manden met glaswerk toe! Bethlehem, met z'n ruim zeven duizend inwoners, maakt 'n heel wat netteren en zindelijker indruk dan wel andere plaatsen in het H Land, er wordt gewerkt en aangepakt en niet zoo schandelijk gebedeld en om aalmoezen bakschich! ge schooid als b.v. te Jeruzalem. Er wonen maar heel weinig Mohammedanen en de Israëlieten liggen er heelemaal uit hetgeen wel gedaan zal zijn om allerhand twist en krakeel te voor komen. De menschen houden zich veel bezig met het vervaardigen van „souvenirs van Beth lehem", zij beelden op paarlemoerschelpen van soms een halven meter in omtrek de heilige geschiedenis af zóódanig, dat ze, tegen het licht gehouden, een verrassend-mooien indruk maakt. Dat is, natuurlijk, voor ons het voornaamste van „Beth-Lahm'' niet. Ons hart wordt het meest geboeid door de prachtige Geboorte-kerk, misschien de oudste kerk ter wereld, versierd met 'n dubbele rij zuilen aan weerszijden en gebouwd boven de grot, waar O. L. Heer werd geboren. Hier Is de wieg van het Christendom! Hier ook de armzalige kamer van den Hei ligen Hieronymus, welke de laatste dertig ja ren van zijn leven in Bethlehem wilde door brengen, waar hij den Bijbel vertaalde in het Latijn (de „Vulgate". Golgotha en Bethlehem de heiligste plaatsen op aarde. H EBROK. Vroeger was hier, in een nabij een herberg gelegen spelonk of grot, de stalgeiegenheid, de eenige van héél het dorpje Daar het loge ment Chftn geheel bezet was met gasten, namen Sint Jozef en de Heilige Maagd hier toevlucht tot die spelonk, lager gelegen dan de begane grond, met allerlei krochten en holen en schuilhoeken. Dddr werd het Jesus':ind ge boren, in een betrekkelijk gioote, maar lage ruimte tijdens den nacht „schooner dan de dagen" door Vondel genoemd, toen de herders, verbaasd, op de velden het „Gloria in Excelsis'' beluisterden en de gouden cithers der Engelen koren. Aan het einde der kerk daalt men een trap af en staat bij de door vijftien zilveren lam pen verlichte geboortekrocht. In het midden, op den vloer, een zilveren ster, met veertien stralen, en het inschrift: „Hic de virgine Maria Jesus Christus natus est". (Hier is. uit de Maagd Maria, Jesus Christus geboren.) „Sur la minuit cette nuit'e La douce Vierge eut son enfant, Sa robe n'était pas fourrêe Pour l'envelopper chaudement," gelijk 'n Fransch Kerstliedje zingt. (Te middernacht baarde de teedere Maagd helir Kindeke; haar gewaad was niet met bont gevoerd om Het er warm in te wikkelen.) In 1847 werd de ster door de Grieken ge kaapt, het Latijn stond hun heelemaal niets aan, maar de Fransche gezant kwam tusschen- beide en de Sultan deed het onrecht herstellen Den 5en April 1873 gebeurde nog heel iets ergers: honderden gewapende Grieksch Katho lieken bestormden de geboortegrot, takelden de vijf biddende paters Franciscanen geducht toe, sloegen altaren, lampen en kandelaars aan gruizels! De Mohammedanen moesten deze wei nig zachtzinnige Christenen tot bedaren bren gen! Nu houdt de Engelsche politie een oogje in 't zeil. Overigens staat de Heilige Maagd Sitti Mirjam ook bij Turken en Armenen in hooge eere. De geboorte-grot heeft den vorm van 'n recht hoek, 12 bij 3 M., totaal branden er 63 lampen in héél de ruimte. Aan een „stal" zooals wij dien kennen, herinnert deze eerbiedwaardige plaats al heel weinig. Ook tegenwoordig nog dienen holen of spelonken naast woonhuizen tot verblijfplaatsen voor het vee in Palestina. De verzuimen óók niet de kapel der kribbe te bezoeken, gelegen in den tegenovergestelden hoek. Uit dien trogvormigen bak aten de os en de ezel en den herders werd meegedeeld, dat ze het Kindje Jesus in de kribbe zouden vinden. Deze is thans van marmer, want de houten van vroeger werd onder paus Sixtus V naar Rome gebracht (1486) waar zij wordt bewaard in de „Santa Maria maggiore". Deze kerk, door Paus Liberius 360 gesticht, is nog de bewaarster dezer kostbare reliquie in de „confessio'' van het hoogaltaar, dat rijk versierd is met de uitgelezenste soorten mar mer. Aan den vooravond van Kerstmis wordt het kleiood naar de sacristie gedragen, op Kerst ochtend plechtig naar het hoogaltaar. Achter glas ziet men eenige langwerpige stukken hout, welke, ineen gevoegd, eigenlijk 'n wieg samen stellen, zooals die ook thans nog In het Oosten wordt gebruikt. Na de vespers draagt de aarts priester-kardinaal in plechtige ommegang de reliek naar de „confessio" ender het hoog altaar terug. Buiten Kerstmis mag men haar vereeren, wanneer tijdig om permissie wordt gevraagd in de sacristie. De kapel der heilige Onnoozele kinderen, dichtbij de Geboortegrot, genoemd naar de kleinen, welke hier door hun moeders waren verborgen, maar toch niet zóó goed, of het moordend zwaard der soldaten wist hen nog te achterhalen. Ook wijst men u de plaats, waar Sint Jozef vermaand werd naar Egypte te vluchten. Het veld, waarboven de Engelen ver schenen, ligt 'n twintig 'minuten verder af, naar het Zuid-Oosten. Keizer Augustus tijdens de geboorte des Heeren in een weelderig paleis, op den Latijn- schen heuvel, 'n Romeinsch geschiedschrijver. Tacitus, die maar héél terloops van „de gehate sects'' genoemd naar haar „Stichter Christus, door Pontius Pilatus, procurator van Judea, ter dood gebracht" 'n paar regeltjes te boek stelde! En toch, de stal van Bethiehem heeft het verwaten Rijk des keizers overwonnen, en héél het Romeinscha imperium, waarbij vergeleken het rijk van Alexander den Grooten maar 'n provincie scheen! God heeft geen dreunende dingen noodig om Zijn H. Wil door te zetten In de wereld, met 'n kribbe en 'n kruis, 'n verachten Man van Smarten en wat schamele visBchers brengt Hij héél de aarde aan zijn voeten. Dat is de groote les van Bethlehem in Juda. Gloria in excelsis Deo! 'n Zalig Kerstfeest!! „Vertel nog eens, Nelly, hoe mooi de Nacht mis is Toe, vertel het nog eens Kleine Jaap vroeg het, 's avonds vóór Kerst mis, aan z'n zusje. Z'n ouders waren net thuis van het land en werkten nog wat in den stal. De vlammen van het open haardvuur ded-m zijn gezichie rose schijnen en lichtend, zijn wilde haar als van goud. Nelleke breide aan 'n kous. De waterketel neuriede als 'n wijsje van geluk en de kool sputterde gezellig ergens in n pan. „Toe nou, vertel het eens, Nelly „D'r zijn zooveel kaarsen als in den hemel en er wordt heel mooi gezongen Je ziet het Kindje Jesus in de kribbe op het stroo, en Sint Jozef met zijn schaaf en Maria in een hemelsblauwen mantelen den osen den ezelen de Drie Koningen Caspar, Melchior en Balthasar met hun lange baarden en de herdertjesook komen de Engeltjes aangevlogen en brengen allemaal sterretjes aan Jesus, die flonkerende vogeltjes van den Kerst nacht „Ik wil óók naar de Nachtmis", opperde het kind. „Daar ben jij nog veel te kleine peuter voof Later, als je groot ben"zei z'n moeder, die de koe gemolkenhad. „En ik wil toch", zeurde Jaap, met saam- geknepen wenkbrauwen. „Maar lieve schat, het sneeuwt 1-uiten en do kerk is ver Als je heel zoet bent en lekker slaapt, dan hoor je de Nachtmis in de witte kapel van je bedje, hè ,,Ik wil tóch!" hield Jaap vol en hij balde zijn vuistjes. „Wie heeft hier wat te willen liet 'n zware stem zich hooren Van vader. Jaap hield zich wijselijk koest. Er zat niets anders op dan ge hoorzamen. Ze gingen eten. Jaap had heelemaal geen trek Hij zei haast niets en dacht na „Nelleke, breng jij je broertje naar bed, ja Klein Jaap deed zijn gebedje Z'n zusje dekte hem toe en sloot de kil-witte gordijnen rond Hij werd bang. Bang voor de witte stilte, bang voor de boomen, die. héénstaken door de wollige sluiers en die op spoken leken. Z'n hartje kromp ineen van schrik. Hij begon te schreien en snikte door zijn tranen heen „Moeder, moeder Het had opgehouden te sneeuwen. Nu zag hij pas het spitse torentje van de kerk en haar vensters, die als gouden oogen in den nac" t keken. Ook zag hij nu al dat schoone in zijn verbeelding terug, en dat gaf hem weer wat moed. Daarginder waren de engeltjes, dóór was de hemel immers Regelrecht koos hij zijn weg naar de stralende ramen, dwars door de weiden. Hij tuimelde door een greppel, botste tegen een verbogen boom stomp, heel valscli met sneeuw bedekt en ver loor óók het andere klompje. Hinkeldepink ging hij tóch verder, verder op het gouden licht aan, dat wenkte en lokte, de sporen van zijn voetjes in de sneeuw reiden zich aaneen als de kralen van moeder's rozenkrans. Wat was de kerk nu opeens veel grooter dan straks Luister, hij hoorde ze zingen „De herdertjes lagen bij nachte De verstijfde handen naar voren gestrekt, de oogen wijdopen van verlangen, gedreven door de schoonheid van de mooie dingen, die hij nu gauw zien zou, kwam hij in den tui der dooden rond het kerkgebouw. Het groote, spitse boog venster glom als van klinkklaar goud. Daar, daar was de zaal vol met engelen. V éér zongen de stemmen „En scharen van engeltjes loven En zingen ter heilige stêe Aan God zij de glorie hier boven, Den menschen op aarde zij vrêe". Kleine Jaap strompelde met de weinige kracht, die zijn afgetobde lijfje hem nog liet, in de richting van deze nooit geziene heerlijk- beid. Eensklaps, verrassend-snel, viel hij neer aan den voet van 'n boompje, waar de koster de takjes van afsneed voor Palm Paschen hij viel met de oogen toe en sliep dadelijk in, glim lachend om het ruischen der engelenmuziek, die hij nu duidelijk hoorde. De stemmen zongen blUt A V- fa zijn ledikantje. Ze zei hem wel te rusten, maar kreeg geen antwoord. Het kind sliep niet in. De oogen groot-open, lag het aan niets anders te denken dan aén de Nachtmis, die wel op den hemel leek. Beneden, in de keuken, hoorde hij ziju ouders heen en weer loopen. Nelly dreunde 'n paar liedjes op. Toen dacht hij, dat ze chocola gingen drinken en werd nóg bedroefder. Even later kwam zijn moeder naar zijn bedje. Zij schoof de krakende gordijnen uiteen, boog zich over hem heen, gaf 'm héél even 'n zoen. Japie verroerde zich niet en deed net, of hij al sliep. Dan hoorde hij het sluiten van deureh Stilte, overal. Hij glipte zijn bedje uit. Tastend zocht hij naar z'n kleertjes. Dat was 'n heele toer. Z'n borstrokkie, door moeder zelf gebreid, kon hij niet vinden. Z'n kieltje deed-ie achterste voren aan, maar de knoopen kon hij niet dicht kfijgen Eén kous was zeker ergens op visite de andere kreeg hij na veel moeite aan, met het hieltje naar boven Jammer, want nu kon hij met dien voet haast niet in zijn klompje komen de andere, bloote voet ging veel makkelijker. Voor zichtig kloste hij naar beneden in de keuken was het licht door het afschijnsel van de sneeuw laag buiten, 'n Koe loeide of .Jij heel veel verdriet In haar leven had gehad. De geit, speelsch, kwam zijn handje likken „Mè, mè, blijf bij ons, kleine baas, wat moet je beginnen in al dat weer scheen het stomme dier te zeggen De grendel knarste stroef terug de deur klink zat zóó hoog, dat hij op z'n teenen moest gaan staan om er bij te kunnen. Dan stond hij buiten in de blinkende, glinsterende sneeuw- stilte. IN Alles wit. De weg, de struiken, 'de huizen. De sneeuwvlokken stoeiden met elkaar in de lucht als schooljongens, die met vacantie gaan. De kleine dreumes zonk tot aan zijn enkels in de witte wade er kwamen klossen onder zijn klompjes en de sneeuw overstoof zijn blonde haar en zijn ijle schoudertjes. Maar ddar voelde hij niets van, hij zag alléén, aan het eindpunt van zijn tocht, het Kindje Jesus en Zijn zoete Moeder en de Drie Koningen en de engeltjes, met de vogeltjes van den nacht in hun handen. Hij liep alsmaar voort, maar niet zoo vlug meer als bij het begin in zijn vingers leken wel naalden te prikken, zijn neus deed zeer en zijn ooren ook, de speelsche sneeuwvlokken dartel den in zijn nek, maakten zijn kieltje en zijn frisch-witte nemdje heelemaal nat. Hij struikel de over 'n steen en raakte 'n klompje kwijt. Waar whs dat gekke ding nou Hij zocht en zocht, z'n knietjes maakten grappige kuiltjes, die dadelijk weer gevuld werdenwat zou vader mopperen, als-ie het nou eens niet terug vond...... Het Kindje Jesus zag hij niet meer en ook de Heilige Maagd niet, niets zag hij meer van de Engeltjes of van de heilige Ko ningen met hun lange baarden. „Vrees niet" laat hij vriend'lijk zich hooren Toen begon ook het teere, zachte neerdwar- relen van de stoeiende vlokken weer. Zij bedekten o zoo voorzichtig, als wilden zij niet storen, het veege lijfje met hun wollen sluiers.... En zóó hoorde kleine Jaap de Nachtmis in de witte kapel (vrij naar het Fransch van Jules Lemaitre). 'Ui, i ICor.ing L-aev, ijk XIV van Frankrijk hield er van zoo nu en dan, op mooie zomerdagen, een ritje te maken door het bosch van Fon- tainebleau. Eens, toen de hertog van Antin hem daarbij vergezelde, zinspeelde Zijne Ma jesteit er op, dat 'n groep van ongeveer hon derd geweldige eiken hem eenigermate het uitzicht belemmerde. De hertog liet nu in het geheim eiken sram, vlak bij de wortols bijna dóór-zagen, zoodat de boom nog nèt precies niet omviel. Toen nu de vorst wederom naar Fontaiuebieau reed, kregen twee honderd ar beiders last zich in de struiken te verbergen. Het duurde niet lang, of Lodewljk XIV mop perde „Hè. daar slaan die vervloekte eiken nóg. nu heb ik wéér geen ultziebt!" „Sire!" zeide Antln, „het kost U maar één woord en zij liggen direct geveld „Nou, hoe eerder, hoe liever!" verzuchtte de Zonnekoning. De Hertog floot en in 'n ommezien lag héél het verwenschte bosch tegen de vlakte. Het wonder was rap opgelost, toen men de arbei ders zag met hun touwen en de reeds geno men maatregelen bewerkte, 'n Genadige blik beloonde den Hertog voor het vervullen der koninklijke wenschen 't Gaat over de twaalfde prijsvraag, waaraan héél druk wordt meegedaan. D'r is een drukfout-duveltje in geslopen, niet ln de vraag, want die is gefotografeerd, maar in het bijschrift. Er staat: d-e O. Accoobd, van Putten, maar verder lezen we: „Stelt die a nu óók 'n nul voor?" Dat ls fout 't Moet niet zijn de a van Aart, maar de d vaD Dirk. Lees dus óók verder voor die a e.v.p 'n d. 't Gaat alléén om het bijschrift dus! Van de week verwacht ik nu nog 'n paar honderd oplossingen. 't Is gauw Kerstfeest. Hoe jullie daarover denken weet ik niet zoo heel precies, er zijn er misschien, wel bij, die weer hunkeren naar school, maar Ik voor mij vind het rond de Kerstdagen o zoo gezellig! 'n Boom en 'n krib betje, de tooverlichtjes, waarvan je altijd weer verbaasd staat hoe dié uit zoo'n grauwen staaf kunnen spetteren, de mistletoe, de hulst met de rooie bessen en dan.... hier en daar 'n schemerlampje. Kerstfeest en licht, dat hoort bij elkaar en op de plaats, waar het Kind je Jesus werd geboren, branden dan ook altoos 'n vijftien zilveren lampjes. Die na te bootsen zou voor ons wat dl te hoog in de papieren loopen en daarom doen wij het maar 'n beetje soberder af. Op de werk-teekening staat één zijde geteekend van 'n vierzijdig kapje, zooals die zijn moet. Er komen er zoo vier. Van de tweede zijdé gaf ik alleen den omtrek: de bodem zit aan de eerste zijde bevestigd. De breede randen zijn 1 cM, de andere ]/2 c.M. Om de zijden goed tegen elkaar te krijgen, breng je hoek a c b over. Van e met willekeu rige passer-opening den boog a b d trekken, a b d in den passer nemen en van b op den Woog afzette^, zoodat je d krijgt. Trek dan de lijn C D 12 c.M. cirkel A B om. Neem C B in je passer en zet dit stuk van D op den boog, zoodat je C krijgt. Op dezelfde wijze teeken je den voet (fig. II) Ik gebruikte grijs karton. Snijdt de stukjes uit langs de dikke Ujnen, de stippellijnen zijn ritslijnen. Let op de vaste plakstrookjes. Breng rood papier aan de ach ter de uitgespaarde vakjes. Van den voet toekende ik ook de helft. Hier teekenen jullie dus ook vier zijden. 'n Amerikaan, uit Chicago, bood per ad ver- tentie 240.000 voor 'n handteekening van Shakespeare, den onsterfelijken Engelschen dichter 1600). Véél antwoorden kreeg hij niet 'n oude En gelsche dame had er een, maar die wou er niet van scheiden. Men kent eigenlijk maar vijf echte handteekeningen van den beroemden Engelschman en wel één „William Shakespeare", onder een do cument van 10 Maart 1612, regelend den ver- koop van 'n hoekje grond in Londen dit stuk berust in de GuildhalLbibllotheek, aldaar één van 11 Maart 1612, onder 'n hypotheek drie in het testament des dichters, van 25 Maart 1615. Dit bestaat uit drie bladzijden, alle drie onderteekend, maar de eerste twee zijn bijna geheel verbleekt. Er staat zoowel „Shakespere" als „Shake speare" en daarom heeft men wel eens ge meend, dat deze handteekeningen valsch wa ren, maar onze voorouders waren nu eenmaal niet zoo akelig precies bij het neerschrijven hunner namen als wij Denk maar eens aan De Ruyter, die zelf 'n aantal varianten op zijn eigen naam veroorzaakte, waarover zelfs uit gebreide studies zijn geschreven NO. 4 Deze serie, ontleend aan de Vaderlandsche Geschiedenis, is compleet met no. 5, dat heel gauw wordt afgedrukt. Daarna verwacht ik de oplossingen van alle vijf, met het oog op de hieraan verbonden ver. loting. Door den moed te laten vallen, laat men den last niet vallen, maar verliest men de kracht om hem te dragen. iU66en O (r, JC-iltSlt enjy tot. hooge. roer. zonder uw lieve kind. heerlijke. 6. gelaat. 7. golf. 8. prachtige. 9. armoedige.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10