HET DERDE GEBOD
De Britsche filmindustrie
DINSDAG 30 DECEMBER 1930
DE SABBATISTEN EN EEN WET
VAN 1781
DE INDISCHE POLITIEBUREAUX
DE RAMPSPOED DER
WERKLOOSHEID
TEGEN HET MOEILIJKE
NOTEN-LEZEN
Kultuk. Kuit uk ruft aus dem
Het middel.
Zondagsheiliging en de priteinen
Onze Londensche correspondent schrijft ons:
Sinds in het begin dezer maand een Lon-
densch magistraat ontdekte, dat op grond van
een^ wet van 1781 het openen van bioscopen
op <_ondag onwettig is, zijn er nog tal van an
dere ontdekkingen gedaan. Er zijn oudere wet
ten dan die van 1781, welke nog steeds niet
ingetrokken zijn, en zoo zij in toepassing ge
bracht worden, dan zal de Engelsche Zondag
weer even puritelnsch-sabbatistisch worden als
hij eenige geslachten geleden was.
Zelfs thans is de officieele Zondagsheiliging
in Engeland strenger dan in eenige mij bekende
continentale hoofdstad. In steden als Liver
pool en Manchester is niet één „openbare ver
makelijkheid" des avonds geopend; alle restau-
u.nts, met uitzondering van die der groote
hoteis, zijn gesloten. In Londen worden
s avonds de bioscopen geopend, en tegenwoor
dig zijn ook de voornaamste ropulaire restau
rants voor het publiek toegankelijk, terwijl zoo
wel in den namiddag als In den avond con
certen gegeven worden, maar ieder buiten-
landsch bezoeker, die hier een Zondag in zijn
ééntje doorgebracht heelt, weet hoe bezwaar
lijk het was eenige ontspanning te vinden.
Het schijnt dat, wanneer de oude wetten
strikt toegepast worden, alle bioscoopvoorstel
lingen, alle concerten, alle uitvoeringen op Zon
dag onmogelijk zouden worden gemaakt. De
beroemde Zondagsmarkten zouden onwettig
zijn. Rechter Powell heeft dit Vrijdag nadruk
kelijk verklaard. Het is twijfelachtig of de open.
bare verkeersdiensten zouden mogen functio
neer en.
De Sabbatisten spannen al/hun krachten in
om de oude wetten toegepast te krijgen. Uit
hun midden treden personen op als „public
informers". Zij dienen eischen tot schadeloos
stelling in tegen die lichamen en ondernemin
gen, die de oude wetten op de Zondagsheiliging
overschrijden.
Maar de groote massa, gesteund door de ge
heele pers, wenscht intrekking dier wetten.
Geen der groote kerken heeft, officieel of
'officieus, de Sahattistische beweging eenigen
steun verleend.
Van katholiek standpunt bezien, bestaat er
geen enkele reden tot sympathie met haar
streven. Wij willen dit toelichten door enkele
aspecten van deze zaak te doem uitkomen.
v- -.-- -
ZAL ENGELAND OP DE TWEEDE
PLAATS KOMEN?
De invloed van de geluidsfilm
(Van onzen correspondent
Londen, December 1930.
.film-correspondent" van de „Daily He-
beantwoordt de gestelde vraag bevesti-
TIJDENS EEN BOTSING TÜSSCHEN POLITIE EN DEMONSTRANTEN, na
een protestvergadering van werk loozen in de straten van Santa Cruz (Teneriffe)
dart wart hier als natuurlijk geldt, in een ander
land heel anders kan worden opgevat.
"Wanneer de geestelijkheid sport op Zondag
veroorlooft, dan heeft de staart het recht niet
i sport op godsdienstige gronden te verbieden.
W8tten d® Zondagsheiliging, ge- De staat kan, op grond van zuiver-sociale
maakt door een parlement dat maar een heel
klein deel van het volk vertegenwoordigde,
kwamen niet voort uit godsdienstige over
wegingen, maar uit tirannieken puriteinscken
hoogmoed. De wet van 1781 werd uitgevaar
digd in een der meest beschamende periodes
d>er Engelsche geschiedenis. Zij was de codi-
o ver wegingen, buiten de kerken om een spe
ciale Zondags- of rustdagswert uitvaardigen,
Maar hij kan niet de kerken, welker geestelijk
gezag hij erkent, corrigeeren of overtroeven.
De Anglicaansche^en Katholieke kerken in
Engeland verbieden bioscoopbezoek op Zondag
ficatie van het anti-katholieke en anti-Room- ni0t" Zij' moedl®en bet niet aan de Katholie-
eche fanatisme ,dat zich uitte in het hard- 118 Kerk vooral niet omdat bioscoopbezoek vaak
Eekkige verzet tegen de eerste pogingen om "orzaak is van verontachtzaming van het Lof
den katholieken van dit land eenig recht te maar zij verbieden het niet. Hoogstens ver
doen wedervaren, en in de Gordonrlots, hot wachten zij dat men er geen gewoonte van
groote aniti-paapsche oproer, dat dagenlang I maakt 's Zondags bioscopen te bezoeken. De-
duurde, en ontelbare mensehenlevens kostte. zelfde houding nemen zij aan met betrekking
Engeland.-; aanzien in die dagen was diep- tot alle „ontspanningen". Dat die ontspannin-
gezonken. De Amerikaansche koloniën waren gen „gepast" -moeten 'zijn. spreekt vanzelf,
in opstand; de verhoudingen tot de Europee-
sche mogendheden waren slecht; in hert bin
nenland gisrte het erger dan in Frankrijk, en
het slappe, onbekwame kabinet van. lord North
beging de eene kapitale fout na de andere.
Vrees voor het papisme stak in Engeland steeds
den kop op in tijden van nationale inzinking.
Protestantsche leiders, niet wetend, hoe zij het
volk protestantsch moesten houden, schreven
het bij de wet voor puriteinsch te worden.
In dien geest ontstond die wet op de Zon
dagsheiliging, welke nooit ertoe bijgedragen
maar dit geldt ook voor weekdagen.
De houding der leidende kerken is volkomen
begrijpelijk. Zij wordt niet op de eerste plaats
gedicteerd door opportunistische overwegingen.
De grootste vijand van de Anglicaansche kerk
is, tot ver in de vorige eeuw toe, geweest het
tirannieke en pharizeïsche puritanisme, dat
door zijn hoogmoed en pedanterie ontelbare
protestanten geheel van de kerk vervreemd
heeft, en aan den anderen kant een stuwkracht
geweest is van het Romanisme ln de staatskerk
heeft iemand naar de kerk te do-en gaan, maar Wie iets afweet van de geschiedenis van het
die wel honderd jaren lang duizenden, bij ge- Puriteinsche Engeland, weet ook dat in den
brek aan gepaste ontspanning, naar den her- tijd toen het puritanisme bloeide, de Zondags-
berg gejaagd heeft.
Dat de hedendaagsche sabbattisten het goed
ineenen, nemen wij gaarne aan. Dat de meeste
communisten het goed meenen, nemen wij ook
gaarne aan. Maar dit is niet voldoende om
hertgeen zij verlangen, aannemelijk te maken
Toor de samenleving.
De functie van den hedendaagschen, nomi
Baal Christelijken Engelsehen staat, is niet
religieuse leiding te geven, doch de religieuse
leiding van de door hem erkende kerken te
TOlgen. Doet hij dit niet; wil hij voorgaan
tnplaats van volgen, dan maakt hij inbreuk
pp het geestelijk gezag der kerken.
Niet de burgerlijke, maar de kerkelijke over
heid, stelt vast, hoe de Zondag geheiligd moet
worden. De burgerlijke overheid heeft zich
ertoe te beperken die maatregelen te nemen,
waardoor de burgerlijke Zondagswetten in
overeenstemming zijn met de kerkelijke. Eerst-
genoemde kunnen niet verder gaan dan
laatstgenoemde.
Gaat de staat wèl verder: geeft hij zelf een
Interpretatie aan het derde gebod, dan maakt
hij inbreuk op het gezag der Kerkelijke over
heid. Als zoodanig geldt in Engeland het
Anglicaansch episcopaat, dat bovendien de
meerderheid vertegenwoordigt.
Een wet, waarin de Zondagsheiliging ge
regeld wordt volgens inzichten, die eenmaal
heiliging, met al haar demonstratieve vroom
heid en godsdienstigheid, de heiligheid van de
overige zes dagen der week volkomen opslokte,
en dat nooit Gods Heilige Naam" zoozeer gelas
terd is geworden al3 toen Hij het voorwendsel
was voor de wreede en bloeddorstige vervol
gingen van Cromwell, en voor de no-popery-
beweging van 1730.
De les van Glodok
Een „la-maar-waaien"-systeem
De droevige amokpartij op Glcdok, in Ba
tavia, welke aan 4 menschen het leven kostte,
heeft het „Nieuws" aanleiding gegeven tot het
maken van eenige op- en aanmerkingen. Het
blad komt na zijn beschouwingen tot de con
clusie, dat het op de Indisohe politiebureaux
lang niet alles voor elkaar is, dat er iets ha
pert aan de paraatheid van het politiekorps en
-1 - de wijze van bewaking van de bureaux, die
door do Kerk of de leidende kerken gehuldigd feitelijk bolwerken moeten zijn en geen ge
werden, maar die ver uitgaat hoven de heden- houwtjes, waar men onbelemmerd gewa-
daagoche opvattingen der kerkelijke overheid pend-naar binnen kan kuieren, om de
of overheden, is dus ..obsoleta", verouderd, en zaak uit te moorden.
tute Book verwijderd worden^' Het blad driDSt ten s'otte aan op een snelle
Dit zal waarschijnlijk gebeuren met da wet vau h8t ..la-maarwaaien"-systeem,
van 1781 en ook met cenige soortgelijke zeven mo«e!iik maakt. In Holland
Hondo e- uw.'cho wetten, maar hierover zal ZDU zoolets nlet kunnen Plaats hebben, omdat
eenige tijd heengaan, en deze wordt thans door men daar de arrestanten onmiddellijk alle3 af-
do sabbatic :.<o-he puriteinen benut om, zoo neerat» waarmee zij anderen of zichzelf even-
in ogei ijk, door middel van de verouderde wet '■u®8' nadeel of leed kunnen berokkenen. Daar
do gemeenschap te onderwerpen aan hun op- I 2011 onm<>selijk zijn, dat een of andere kwaad-
V'I.ft iricr in ^.1. r n»! 11 i ma J!.i_i
vattingen. Ofschoon zij maar een heel kleine
mind er heir] vormen, is de gelegenheid cxm, in
overeenstemming met hun tradities, een kwe
zelachtige tirannie uit te oefenen over de
meerderheid, te schoon dan dat zij haar onge
bruikt zouden laten voorbijgaan.
Nodh de AngMcaaneche, noch de Katholieke
Kerk in Engeland nemen, met betrekking toe
de Zondagsheiliging, een standpunt in dat niet
ten volle berekend is op de ontwikkeling der
maatschappelijke verhoudingen. Beide suau
ontspanning toe onder twee voorwaarden: le.
dat zij geen invloed heeft op het kerkbezoek;
2e. dat zij niet het karakter aanneemt van
„slavolijkon arbeid". Dit laatste kan b.v. 'iet
gevul zijn met te ver gevoerde sportieve out
sponning, mot tuinieren en soortgelijke werk
zaamlheden in „eigen huis en hof". Anglicaan-
scflie geestelijken moedigen jongemannen aan
om In sportcostuum in de kerk te komen, op
dat zij na den dienst een uur naar tennis ol
crloketveld kunnen gaan. Zonder die aanmoe-
ginig zouden velen de kerk menigmaal laren
loopen voor het sportterrein. In de Katholieke
kerken ziet men 's zomers tal van jongeman-
men en zelfs niet-jongemannen ln tennis- ol
crtckertpak. Menigeen gaat zoo ter H. Com
munie, lets wart door sommigen misschien als
minder correct beschouwd wordt, maar waarop
toch nooit van bevoegde zijde aanmerking ge
maakt Is. Natuurlijk heef* men in aan-
willige eenvoudigweg klewangs of geweren van
den muur wegneemt, om daarmee zijn tlag te
slaan.
Aan wie de schuld 7 vraagt het blad, en het
antwoordt „De plaatselijke politie-autoritei-
ten waren liet met den huicligen stand van za
ken op de politiebureaux in het geheel niet
eens doch tal van aanvragen voor verbete
ring later, reeds lang op zich wachten het
bouwen van behoorlijke kazernes, de aanbreng
van goede verlichting op afgelegen bureaux en
op kazernes van de veldpolitie, vooral in de
kieinere plaatsen behoorlijke opbergingsruim
te van gevaarlijke wapenen, kortom, het paraat
maken van personeel en behuizing voor onve-r-
hoe-dsche eventualiteiten iaat in heel veel ge
vallen wel wat te wenschen over.
Van de zijde van de politie Is daarop reeds
vaker de aandacht gevestigd (wij mogen althans
do verklaring van de tot oordeelen bevoegde
autoriteiten te dien aanzien niet in twijfel trek
ken), doch de zaak blijft zooals ze sinds jaren
is en de nieuwbouw van de detachementskazer
nes der veldpolitie en van de bureaux ge
schiedt volgens een sinds lang bestaand en ver
ouderd schema, zonder dat men overgaat tot
aanpassing aan toestanden en plaatselijke om
geving.
"Wij hopen van harte, dat deze aangelegenheid
de aandacht van de autoriteiten moge hebben.
meriting te nemen dat sport ln het Engelsche Dergelijke misstanden mogen Inderdaad geen
feveo. een [bijna overheorschende rol epeelt en J| dag blijven voortbestaan 1.'
Hij was te dik bevonden
Voortdurend reusac'itiger
afmetingen
Op het ministerie van arbeid te Londen en
speciaal in de a.fde-eiingon voor werkloozen
steun is gelachen
Dat Is 'n gebeurtenis, die ze daar wel aan de
■balk geschreven zullen hebben, want de zorg
die op de ambtenaren van deze branche rus
wordt met den dag maar zwaarder en drukken
der en niets laait vermoeden, dat er binnen
afzienbaren tijd. een schijnsel van wat -lichteren
dageraad zai s aanbreken.
Het werkloozenprobleem neemt voortdurend
reusachtiger afmetingen aan, het ls een doem
die op alle staten, maar op Albion niet he!
minste drukt; een ramp, die wei zeker de
zeven plagen van Egypte tezamen overtreft.; en
een, waarvan de ellende niet te peilen is, en
waarvan de gevolgen niet zijn te voorzien.
Nog schijnt over hert algemeen het kwaad
zóó'n omvang niet te hebben genomen, dat de
groote steden bet aanschijn krijgen van een
ruïne, van plaatsen, waar de rampspoed mot
de kraaht eener reëele vernietiging ls uitge
broken, waar de vulcanen vuur hebben ge
braakt, of de cyclonen alles ontworteld. Men
kan misschien dit beeld vasthouden en hieraan
vastk-noopen,'dat nóg de vuloanen niet in we-r
king zijn gatreden en dat de stilte nog heerscfot
die den plortselingen wervelwinden voorafgaat.
Nog negeert het moderne en mondaine wereld
stadsverkeer en ■'bedrijf het feit, dat een steeds
groeiend percentage der bevolking gestraft
wordt met den paradox, dat het den menscli
onmogelijk wordt gemaakt de zoete straf van
-het Paradijs te ondergaan: „In het zweet uw.;
aanschijn zult geuw brood verdienen'
Hot gladde glimmende plaveisel, waar toch
nog meer luxe auto's durven zoeven, als bede
laars 'n gebarsten lied durven schreeuwen,
waar de wolkenkrabbers op staan, met vier
kante meters groote ruiten, en marmeren zui
len; het gebaande pad, beschitterd en besche
nen met de bonte, felle lichtreclames van par
fumerieën, cigaretten en oorlogsfilmen, het i.;
maar dun en maskeert, hoe botontoard het.
wegdek ook moge wezen, in een zwakke ver
houding, de donkere, dikke aardlagen, die de
geheimen van vuur en lava bergen.
In de groote industrie-centra van Engeland
gaat deze tirade van het klatergouden hulsel,
waarin bommen en helsche machines verpakt
staan, al niet eens meer op. Daar heeft de
trieste rampspoed der werkloosheid op 't pano
rama der industrie-steden ai heel duidelijk
roestig en rottend Ingevreten op het schijn
schoone beeld
En toch beeft men op de bureaux, waar met
ontstellende cijfers ongebruikte mensehen-
kracht geregistreerd wordt, een moment ge
lachen. Dat kwam door een ontzettend zworen
dikken man, die bij hoog en bij laag beweerde
(hij had met zijn hardnekkige bewering alle
instanties afgeloopen, zoodat hij eindelijk hij
t ministerie van arbeid zelfs verzeild raakte)
dat bij te dik en te zwaar geworden was, om
te werken, en dies op werkloosheidssteuu
meende te mogen rekenen.
Om alle schijn van insinuatie te voorkomen,
zij onmiddellijk medegedeeld, dat van den
kolossalen Ch-esterton hier geen sprake is. Men
schen van wie men zooveel spitsvondigheden
hoort en zooveel zonderlings leest, worden al
gauw overal voor in staat geacht? maar deze
scherpzinnige werkt, ondanks zijn embonpoint
nog te hard, -om de ramp der werkloosheid
met zijn gewicht te verzwaren.
Het was 'n mijnwerker, die op dezen buiten
gewonen grond om steun kwam vragen. Gedu
rende de gedwongen werkloosheid ten gevolge
van de groote mijnwerkenastaking in 192C,
Was hij zoo in gewicht toegenomen, dat de
schacht voor hem te nauw bleek, toen hij weer
aan het werk kon gaan. Andere bezigheid kon
hij niet krijgen en dus bleef er hem niets
anders over, dan op 't loketje va.n 't werkloos
heidsbureau aan te kloppen. Het ministerie
van arbeid beeft medelijden betoond met den
goedmo^igen en nucbteren dikzak en bem in
staat gesteldzijn dikte te handhaven.
zoodat hij de mijngang wel niet meer op zal
kunnen zoeken, dank zij de sanctie van Enge-
lands minister.
JJd
raid''
gend.
Binnen een jaar zal Engeland Duitsöhland
door het kwantum der geproduceerde films
achter zich laten en o-p één na het grootste
film-produceerende land ter wereld worden"
schrijft hij:
De geluidefilm-industrie is een der belang
rijkste takken van Britsche nijverheid gewor
den. Men verwacht dat in 1931 120 films in
de Engelsche studios gemaakt zullen worden,
waarvan de totale kosten 1.350.000 bedragen
zullen. Dit vertegenwoordigt 1.000.000 in
loonen en salarissen, welke (altijd volgens het
blad dat wij clteeren) zoo goed als geheel aan
Britsche mannen en vrouwen: spelers, leiders,
technische deskundigen, electricians, 'timmer-'
lieden en het ontelbare personeel der studios
uitbetaald zullen worden.
Op het oogenblik worden 12 films gemaakt
in de zes leidende studios. Binnen weinige
maanden zal er genoeg ruimte zijn om twintig
films te gelijk te vervaardigen.
Het blad knoopt in een kort hoofdartikel
eenigen commentaar vast aan hetgeen zijn
medewerker schrijft. Het herinnert eraan, dat
zes jaren geleden de Britsche filmindustrie
bijna opgehouden had te bestaan. Zij is her.
leefd, gedeeltelijk dank zij de uit wanhoop
geboren filmwet van 1927, maar vooral door de
energie van hen, die haar thans besturen.
Dezen bekleeden een positie van nationale
verantwoordelijkheid. Zij leeren nog, en wij
mogen hopen dat het hun mogelijk is ons een
intelligente ontspanning te schenken zonder zich
bloot te stellen aan een verbod van den cen
sor of de verveling van het publiek. Indien
de Britsche filmproducenten Amerikaansche
films navolgen, laat hen dan de technische me.
thodes toepassen zonder de twijfelachtige mo
raliteit en de valsche waardeering van het
mensehelijk karakter over te nemen, welke
zooveel van Hollywood's producten kenmerken.
Deze opmerkingen van het blad zijn mis
schien niet zoo doeltreffend als zij wel lijken
Een buiten verhouding groot aantal Ameri
kaansche films van den eersten rang zijn ge.
maakt naar Engelsche scenarios of naar be-
werkingen van Engelsche romans. Een buiten
verhouding groot aantal Amerikaansche film
acteurs en actrices van rang zijn geen Ame
rikanen maar Engelschen. Lang voor men
hopen mocht op een herleving der Britsche
filmindustrie, namen de Engelsche literatuur,
de Engelsche geschiedenis en de Engelsche
speelkunst reeds de eerste plaats in, maar
zij werden geëxploiteerd door Hollywood, dat
het geld en de organisatie bezat, welke En
geland ontbrak.
Ook hetgeen het blad zegt omtrent de oor
zaken van de herleving der film-industrie
oet niet zonder voorbehoud worden aan
vaard. Tot 1927 waren de Amerikaansche en
Duitsche filmindustrieën zwaar beschermd
door het quota stelsel. Het kabinet Baldwin
voerde een iets milder quota-stelsel in, waar
door ook de Britsche filmindustrie weer een
kans kreeg. Hierdoor werd het voor energieke
mannen weer de moeite waard zich aan het
filmbedrijf te wijden, en Elstree begon lang
zamerhand te herleven.
Wij kunnen ons evenwel voorstellen dat het
orgaan der labour-regeering ertegen opziet te
erkennen, dat uitsluitend door bescherming de
Britsche filmindustrie gered is.
Ook hebben wij in aanmerking te nemen
dat, wanneer zij over een jaar een groo-ter
omvang gekregen zal hebben dan de Duitsche
industrie, dit niet alleen het gevolg zal zijn
van haar eigen vooruitgang, maar ook van
den harden achteruitgang der Duitsche in
dustrie, w-elke gedeeltelijk toe te schrijven is
geweest aan den onsolioden financieelen opzet
van vele fiim-produceerende ondernemingen in
Duitschland, en aan het geringe succes der
meeste Duitsche films in de niet onmiddellijk
onder de Duitsche invloedssfeer staande
landen, waardoor een reusachtige export, ge
lijk Hollywood heeft, onmogelijk werd.
Maar de voornaamste oorzaak zoowel van
den opbloei der Britsche als van de aftake
ling der Duitsche filmindustrie is de invoering
der geluidsfilms geweest.
Aanvankelijk had men gedacht, dat Engeland
en Duitschland hieronder in gelijke mate zou
den lijden, en dat de Western Electric erin
slagen zou voorgoed een Amerikaan-sch film
monopolie te vestigen. Maar Engeland heeft
boven Duitschland het onberekenbare voor
deel, dat het met Amerika de taal gemeen
heeft. Een in Engeland opgenomen film be
schikt over hetzelfde onmetelijke taalgebied
als een in Amerika opgenomen film. Duitsche
films daarentegen kunnen slechts opgevoerd
werden in de aangrenzende Duitsche taalgebie
den, en in die weinige kleine landen, waar
hert publiek steeds gewoon geweest is het Duit
sche onvertaald en ongewijzigd in te halen.
Het gevolg hiervan is, dat Engeland als
filmprodueeerend land Duitschland voortdurend
op do hielen zit, maar tevens dat Elstree vol
strekt niet zoo volbloed-Engelsch is als de
Daily Herald" het doet voorkomen. Tal van
Duitschers hebben het zinkende schip veriaten
en beproeven thans hun-geluk in Engeland. Te
Elstree heerscht, vooral in de technische af-
deelingen, een niet-geringe vreemdelingen-
begunstiging. Duitsche producenten en Duit
sche technici weten steeds door te drijven, dat
landgenooten mogen overkomen voor het doen
van werk, dat zeer goed door Engelschen kan
verricht worden. Hierbij spelen ook loon-
kwesties wel eens een rol. Sommige films, die
als Engelsch gepropageerd worden, zijn wel-is.
waar hier vervaardigd, maar zijn in werkelijk
heid half of driekwart Duitsoh.
Een befaamd producent zooals de Duitscher.
Du pont maakt Engelsche films te Els-tree,
welke door haar „opvatting" de Duitsche her
komst van het Engelsche scenario of de Duit
sche regie verraden. Die films behoeven hierom
niet minder goed te zijn, maar Engelsch zijn
ze slechts tot op zekere hoogte. Tegelijkertijd
maakt hij dan een Duitsche replica van de
Engelsche film; en het spreekt vanzelf dat bij
het maken van de oorspronkelijke Engelsche
film steeds rekening gehouden moet worden met
de eischen, die het Duitsche publiek stelt. In
de Duitsche versie worden alle spreekrollen
natuurlijk door Duitschers vervuld. Alleen de
crowd" is Engelsch.
In Nederland is de Atlantic film ln het
Duitsch gegaan. Deze was een Dupont productie
en te Elstree gemaakt eerst In het Engelsch,
en daarna ln het Duitsch. De „Atlantic", die
in Engeland liep, kon slechts onder voorbehoud
Engelsch genoemd worden; die welke in Ne
derland en de Duitsche landen vertoond werd,
-as onder nog grooter voorbehoud Duitsch.
Alleen „insiders'' zouden kunnen berekenen
hoeveel van het geld, dat het publiek aan
entr(5e prijzen betaalt, in de zakken der En
gelsche producenten, spelers en technici en
hoeveel in die der Duitsche terecht komt.
Maar de resultaten van zulk een berekening
zouden waarschijnlijk verrassend zijn, en de
„Daily Herald" wellicht aanleiding geven de
voorstelling, volgens welke „loonen en salaris
sen zoo goed als geheel aan Britsche mannen
en vrouwen uitbetaald worden", grondig te
herzien.
Wij hebben dit willen toelichten zonder hier
om te ontkennen, dat 'n voor Engeland een voor
deel zou zijn, indien Elstree een Europessch
Hollywood werd. Gebeurt dit, dan zal Elstree
uit den aard der zaak geen nationaal, maar
een internationaal centrum worden en de En
gelschen kunnen niet verwachten er onbeperkt
heer en meester te zullen zijn. Maar zij zullen
op zijn minst er tegen dienen te waken, dat
anderen het worden.
En wanneer de „Daily Herald" spreekt van
„een positie van nationale verantwoordelijk.
heid'\ dan gebruikt zij groote woorden. De op
komende Britsche film industrie draagt nog
in zeer onvoldoende mate een nationaal karak
ter, en er zal heel veel moeten veranderen, al
vorens haar 'n taak van nationale verantwoor
delijkheid kan worden toevertrouwd.
Bovendien zal haar, ondanks de oogenblik-
kelijke Engelsch-Duitsche samenwerking, een
groot gevaar'van Fransche zijde blijven drei
gen, indien zij zich laat verstrikken in een op
massaproductie berekend en min of meer ka
rakterloos internationalisme; en de vulgaire
trucs en sentimentaüteiten van sommige vreem
delingen aanvaardt, inplaats van behalve naar
een nationale film -industrie ook naar een na
tionale ittm-kunst te streven De „Atlantic"-
film, waarvoor hier geweldige reclame was ge
maakt, bracht geen nationale kunst. Het ge-
geven ontleend aan de Titanic-ramp van
1912 maakte een fiasco onmogelijk; tech
nisch was het schitterend uitgewerkt door toe
passing van modellen en trucs, welke de kosten
Lot het tiende deel reduceerden, maar voor
zoover een Ijsberg film on-Engelsch kon zijn,
was zij on-Engelsch. De gesprekken, de in- en
uitvallen, de opvattingen waren voor het mee-
rendeel meer Duitsch dan Engelsch.
Than3 zien wij Frankrijk, dat vóór den oorlog
Europa's grootste film-producent was en daar
na nog afgezakt was tot henec'en het peil van
Engeland, met een geluidsfilm komen, zooals
Engeland er nog geen geproduceerd heeft: „Sous
les Toits de Paris". Deze loopt thans in het
Alhambra. De producent is niet. gelijk die van
de „Engelsche" Atlantic film, een Duitsche
Israëliet met een Franschen naam, doch René
Clair, een volbloed Franschman. „Atlantic1
was, evenals de meeste onder soortgelijke om
standigheden geproduceerde „Engelsche" films,
een „mongrel", een bastaard; „sous les Toits
de Paris'' is een rasfilm. Fransch van opvat
ting, Fransch van mentaliteit, Fransch van
voorstelling. Wanneer de Britsche industrie
niet uitkomt met films, die evenzeer van
„vreemde smetten vrij" zijn als deze Fransche
productie, dan zal zij het tegen een opkomende
Fransche industrie moeten afleggen. Er is
meer. „Sous les Toits de Paris" is, als geluids
film, een meesterstuk. René Clair heeft klaar
blijkelijk niet aap Amerikanen en Duitschers
gevraagd: hoe en wat moet ik doen? Hij heeft
zijn eigen weg gevolgd. In bijna alle films
wordt maar raak gekletst, wordt maar raak
geluiden gemaakt, alsof de producenten maar
niet bekomen kunnen van hun verbouwereerd
heid over zoo'n merkwaardige uitvinding. René
Clair heeft met lntijnsche ingetogenheid zoo
wel het spreken als de geluiden-makerij tot
het alleruiterste beperkt; en de alles behalve
gemakkelijke criticus van de „Evening Stan
dard'' getuigt dat dank zij het spel, de regie
en de beperking van den dialoog een Engelsch-
roan, die geen woord Fransch verstaat, de film
in het Fransch zien en volkomen begrijpen
kan.
De kwaliteit van een Engelsche film behoeft
geen duim bij die van een Fransche film achter
te staan. De Engelschman is een beter film
acteur dan de Franschman. Maar een hoofd-
vereischte is dat de films Engelsche rasfilms,
en geen internationalistische mongrels zijn. Ik
heb één of twee Engelsche rasfilms gezien.
Maar zij werden gemaakt inAmerika.
Men denke aan de prachtige Disraeli film
met Georges Aries en de Sherlock Holmes film
met Clive Brook in de hoofdro1. Maar deze zijn
in Holland waarschijnlijk niet gegaan, daar in
ieder geval van de Disraeli film geen Duitsche
editie" gemaakt is.
In dit verband zou ik de aandacht willen
vestigen op Iets dat in landen, waar vele Ameri
kaansche en Engelsche spreekiilms in de Duit
sche opname gezien worden, weinig bekend
is, n.l. dat de oorspronkelijke Engelsche lezing
en de Duitsche bewerking vaak op zeer be
langrijke punten van elkaar afwijken en dat
men dus nooit weet of de „vertaling" wel een
juiste weergeving van het origineel is.
Zoo werd mij door een Duitscher van Elstree
medegedeeld, dat de film „Nichts neues im
Westen'', welke in Duitschland zooveel op
schudding teweeg gebracht heeft, zeer verschilt
van de oorspronkelijke Amerikaansche „AU
quiet on the Western Front". Het is mij niet
bekend of van de Amerikaansche viiegersfilm
Heli's Angels", tegen welker opvoering in En-
land de Duitsche ambassadeur geprotesteerd
heeft, werkelijk een Duitsche replica gemaakt
wordt; wel heeft men mij gezegd dat de ver
anderingen, welke er dan in zouden moeten
worden aangebracht, zoo talrijk zouden zijn,
dat er van het origineel weinig zou overblijven.
Van kleinere films, betrekking hebbend op in
ternationale gebeurtenissen, weet ik dat de
Engelsche en Duitsche lezingen bijna steeds in
meerdere of mindere mate van elkaar verschil
len en dat zoowel door schrappingen als door
toevoegingen de tendenz soms een geheel an
dere wordt.
Het coupeeren van een film is een van de
belangrijkste factoren bij het aanbrengen van
de „finishing touch", en de man die dit doet,
kan van de film bijna maken wat hij wil. Maar
dat de Duitsche lezing vaak heel anders ge
coupeerd wordt dan de Engelsche, heeft tot
gevolg dat het publiek in de Duitsch-sprekende
landen soms heel iets andera te zien en te
hooren krijgt dan dat in Engeland en Amerika
en wel datgene wat het liever ziet en hoort
Een afdoend middel
Algemeene verspreiding van
een nieuwe vinding?
Kamermuziek ls een epidemie geworden,
maar nochtans zoo dat d-e piano ongebruikt en
niet meer aangekeken staat. Werkelijk kan
men vaak verlangen naar den verleden tijd,
dat op den stillen geruchtloozen middag de
jongste des huizes bij de buren het dageiijk-
söh-e uurtje pianostudie moest nomen, of dat
de oudste dochter met horten en stoeten het
nieuwste ,'t „Sous les toits de Paris" tot een
ruïneus einde bracht, of dat de poes over de
toetsen wandelde om nu maar de allergezellig
ste gebruiksaanwijzingen van dit kostbare sa
lonmeubel te releveeren. De londspaeker heeft
deze euvelen vrijwel uit de wereld geholpen,
maar ook het onbetwistbaar goede dat er goed
en huiselijk, al was 't dan niet virtuojeiiji^ ge
musiceerd werd in het g-èzin.
Dat wij die andere, zoo juist genoonde pia-
gen indertijd te verduren hadden, werd mis
schien wel te veel aan een tekort aan talenten
geweten, en weinigen, tenzij wellicht de mach-
telooze s-Iaöhtoffers hebben er aan gedacht, om
het onleesbare muziekschrift de schuld te ge
ven van het feit, dat ook ln het verleden zoo
vele piano's ongebruikt, en alleen maar perio
diek gestemd, in de huiskamers pronkten; van
het feit ook, dat geenszins middelmatige krach
ten, met vlugger vingers dan vlugge oogen, hun
heil ook gezocht hebben bij de mechanische mu
ziek.
Nu heeft een musicus uit Bazel, Otbo Studer,
'n man met eenige renommé, een zwakke po
ging gewaagd, -om h-et pianospel (misschien ook
wel het piano-onderricht) in eere te herstellen
door de wel fenomenale uitvin-ding van een
nieuw notenschrift. Op het eerste gezicht lijkt
het nieuwe notensysteem, dat den welluidenaen
n-aaih van „Neno" draagt, nóg ingewikkelder
dan dat wat wij al eeuwen hebben: twee bal
ken, met vaak 'n hoven- en 'n onderverdieping;
twee sleutels; van 1 tot en miert 6 kruisen en
mollen, om van do herstellingsteekens niet te
praten, en noten, doorluchtige nortem en neger
noten, noten met staande stokken, a's 'n pro
cessie van 't kerk en armbestuur, noten met
staarten en vlaggetjes, als een rondedans van
'n Chinees ballet; wervelwinden van muziek,
geprojecteerd in 'n zwarte bred mn roggedeeg
over 't blanke muziekpapier; noten, »en vlucht
van kleine satertjes, die voortdurend uit den
hand springen; noten; nietige nullen "oor vier
tellen lange klanken; noten, die ln de hersens
eerst een logische en psychologische verwer
king moeten ondergaan, voor ze doo/gestuurd
kunnen worden naar de vingers en vandaar
naar de pianokast.
Het ingewikkelde van het nieuwe systeem
waarvan hier een paar noten zijn afgedrukt, is
evenwel maar oogensohijalijk. Men bemerkt
aanstonds, dat de practische muziekleeraar een
genia-le-n Inval heeft gehad.
Hij heeft de toetsen van het klavier op het
muziekpapier afgeschreven, wat 't verhand tus-
sohen lezen en muzikaal spreken of tea gehoore
brengen aanstonds veel directer maakt. Do
zwarte toetsen van de piano zijn de zwarte lij
nen op hert papiei en de tussflhennilnten ver-
beelden de witte toetsenen waar zooals bij
e en f en b en c twee witte toetsen niet ge
scheiden zijn door een zwarte, daar is 't vol
doende om de noot va.n den hoogsten foon tegen
■de bovenste zwarte lijn en die van don laagsien
toon tegen de onderste zwarte lijn te plaatsen,
om ze makkelijk en vlug van elkander te onder
scheiden.
Zoo vallen ook alle andere keanteekeaen weg:
de kruisen en de mollen en de sleutels. Iedere
noot staat daar waar hij hoort en hij wordt
hooger neergeschreven, als hij hooger noort en.
lager, wanneer hij lager gespeeld moet worden,
'De practijk hoeft reeds uitgewezen, dat eerst-
beginnenden binnen minimum van tijd begre
pen, boe de moeilijkste toonladders gespeeld
moesten worden. Het moeilijke notenlezen kan
dus in de toekomst geen belemmering meer
wezen voor een hernieuwde ambitie in de be
oefening van de kamermuziek.
Ot-to Studer ls vol goeden moed en ervan
overtuigd, dat zijn ,.Nevo"-f)chrift spoedig een
algemeene verbreiding zal genieten. Wij hel
pen 't hem hopen
Een zuinige Schot komt aan lboord, en vraagt
den kapitein. ,,Wat moet ik doen om mij voor
zeeziekte te behoeden?
,,Heb je een Shilling?" vroeg die kapitein.
„Ja", zei de Schot aarzelend, „zooveel heb
ik net nog".
,,Nou dan, neem die Shilling onder de reis
tusschen je tanden".
«W
DE VLAARDINGER STA-IN-DEN-WEG, de tol op den weg VlaardilngenSchiedam 2
met Ingang van 1 Januari a,s. worden opgeheven,
za|