fes NS' Sïfe fe te» hi Hï CONTRASTEERENDE GARNITUREN. KINDERWEELD E S N «A1 MALAISE EN CRISIS. VOOR DE HUIS VROUWEN. EENIGE RIJST PUDDINGEN. Vu* Ua °Nscb •N Cie PARIJSCHE MODE- PRAATJES. V? «iS VS DINSDAG 3 MAART 1931 .VEERTIG GRADEN EN NOG MEER. CHARLOTTE RUSSE. RIZ-GLACé CITROENRIJST te ëev °Wan RIZ-GLACé NAPOLITAINE. RIZ-CONDé EENVOUDIG WIJSHEID VAN ALLEDAAGS DINGEN :C«l RIZ-CONDé. U6 d< RIZ A L'IMPéRA TRICE. 1 y Sr, h? h N i OORSPRONKELIJKE SCHETS NAAR HET LEVEN. HELLENEN. *1.) s .te Va v Wat zijt. wij mensehen toch grappige wezens, wij zijn vaak Paljassen, die lachen, als t harte is gebroken. Want wie laat zich in onzen tijd nu nog gaan. wie uit zich nog? Ja leed uitzeggen, een ander alles, alles k'ageri wat je plaagt, hindert en de levens vreugde beneemt, wel neen wie doet dat nog Sluit men liever alle leed in zich zeiven op, tot t zich ophoopt en aanzwelt, ons als vermorzelt order zijn zwaarte, terwijl wij lachend daarheen gaan, misschien wat cynisch, onverschillig? Liever erin stikker, dan 't. anderen klagen! Hoe zou dat komen? Is 't trots? Veelal Is 't omdat men waande troost en verlich ting te vinden en slechts kilheid en ver veling bespeurde? Is t teleurstelling in anderer medegevoel, zoo vaak ondervonden, dat we maar zwij gend de schouders ophalen: „ze begrijpen het toch niet, laat ik m'n mond maar hou den". Is het de wilskracht van een beproefde ziel, die zich zelf wil helpen, die alleen wil worstelen en alleen wil overwinnen? Wij weten 's menschen innigste, geheime drijf veer niet, no cl. kenneD wij ieders motieven en gedachten. Maar dezer dagen ontmoet men vele lie den, die, als ge maar een woord over kwade tijden, economische crisis enz. durft kikken, met een oolijk gezicht de revers van mantel of jasje omkeeren en dan ziet ge een knoop of schildje: „Spreek mij niet van crisis of malaise. De zaken gaan goed Dan staat ge paf, dan lacht ge eens harte lijk en gaat Lichtelijk beschaamd en mis schien wat moediger en levensblijder ver der. Of hadt gij zelve een bezwaarde ziel, die zoo gaarne haar gevoelens eens getoetst had aan die van anderen, en was die spreuk als een kille afwijzing, als een ontnuchte ring en koudwaterstraal op uw warme, volle hart Zijn wij nu zulke groote comedianten, op 's werelds schouwtconeel geworden, dat wij alles camoufleeren, alles onder een masker van „alles goed" willen verstoppen? Is het dan in alles en voor iedereen een „lm Westen nichts Neues" geworden Strekken wij evenals Paul de handen naar het kleine vlindertje, vol zonnegoud op de vlerkjes, het symbool van lieflijken vrede, om niet met geweld van wapenen maar dcor een koud stukje metaal of glas teruggestootcn te worden in den somberen loopgraaf van eigen zorg, leed en angsten, „lm Westen nichts Neues". „Spreek mi, niet van de crisis, de zaken gaan goed"! Niets bijzon Iers is er meer in deze wereld, alle3 gaat langs banen van geleidelijkheid alles gaat prachtig, geen geld tekort, geen spanning, hoop noch vrees, niets te wachten niets te verlangen. Wij leven indolent, ma chinaal, of liever, zooals een groot schrijver eenmaal zeide: „Wij leven niet, wij worden geleefd". Dientengevolge: „lm Westen nichts Neues". Bah, wat een hopeloóze, cynische levens beschouwing, wanneer dit in deze nieuwe camouflage van zorg en strijd, die er wel degelijk zijn, vervat is. Maar mogen wij wel het slechtste den ken? En louter negatie van 's levens tobben en strijden erin zien? Welueen, menigeen zal zulk een schildje dragen misschien omdat hij of zij tenmin ste in familie- of vriendenkring eens her ademen wil, en de longen vol versche vrije lucht vullen en sterken tot grooter krachts inspanning. Is het de geest van Michiel de Ruyter en andere koene Nederlanders, die den vlag in top, onversaagd de gevaren ter zee en te land wisten te ontgaan. Is het misschien weer niet echt iets typisch Hollardsch Wil het niet zeggen, laat dat gezeur, ge pieker, gejeremieer, daar kom je niet ver der mede. Of je er al over praat, 't helpt niet, je be derft je humeur, verknoeit je tijd, en tijd ia geld. Vondel zou zeggen: „de weerhaan van *t geluk kan lichtelijk verkeeren". In den tijd, dat ju staat te oreeren, over de crisis hadt je misschien de mooiste kans gehad tot verbetering en redding. „Cheer up" menschdom, met al je gebazel maak je alles nog zwarter dan het al is, 't is al erg ge noeg. Kijk naar boven, zie naar de lucht, waar rooskleurige wolkjes misschien zwarte ver jagen, zie omhoog, waar Eén troont, die 't Al in Zijn hand heeft en die eerder den blijmoedigen strijder zal bijstaan dan den zwartgahigen kniesoor, die bij de pakken neerzit. Laten wij het daarmaar op houden, en wie knoop noch schildje drage, griffe het dan maar in z n hart: „Wij gaan moedig voorwaarts, wij gelooven in beter, wij zullen overwinnen .Laten we niet al te materia listisch worden, als jve allen wat minder- eischend, minder genotzuchtig, minder ge compliceerd waren, hoeveel beter zou alles gaan. Zorg, maar laat God mede zorgen 1 Dit wordt zoo zeer vergeten in onze dagen. Alleen van zoo n speldje of schildje kan geen voldoende bezieling uitgaan. Dhhr is meer voor noodig Zeker het kan een goede bedoelde, maar zwakke poging zijn van een jong nieuw, baanzoekend optimisme en als zoodanig bestaanswaardig cn niet af te keuren. Maar wij, Katholieke vrouwen en meisjes vooral, kunnen ook zonder speld en schild, draagster zijn van, een heerlijk, koeste rend vertrouwen in- het betere dat komen zal. Verheffen wij daaglijks het hart ten hooge, wij dio misschien meer en langer gelegen heid daartoe vinden dan zij die voor ons de „struggle for life" te voeren hebben. Bidden wij om kracht, steun, blijmoedig heid voor hen en ons zeiven, terdege door drongen van de gulden spreuk: Wanneer de dagen beginnen te lengen, en 't daglicht, behoudens de sneeuwbuien, mist en regen, ons heel wat vroeger de oogen prikkelt, wanneer de zon grootmoedig, nu en dan ma jestueus ter kimme rijst, dan is de gevreesde en toch geliefde ure daar. Dan komt over de meeste schutsengelen van het „home, sweet home" een soort koorts, eerst een lichte verhooging, die stijgt en stijgt naarmate de zon feller schijnt en net licht al heller wordt. Wanneer echter mevrouwtje het geluk of het ongeluk heeft, (dit hangt van de individueele opvatting af) een spinneweb, of genoeglijk in gesponnen vlindertje te ontdekken, dan Vliegt het kwik omhoog. Heeft de heer des huizes, die nooit ziet, hoe zeer er gewerkt, geboend, gewreven, gepoetst is, het ongeluk een spinrag te bemerken, en zulks, o onvoorzichtige, mede te deelen; o wee, dan volgt hoogspanning bij vrouwlief, mis schien explosie bij de uitvoerende personeele macht. Dat is olie in het vuur werpen, en de ther mometer rijst als een springvloed onrustbarend veertig graden en meer. Fonkelend speuren huismoeder's oogen rond, zelfs de stem ver raadt zekere gejaagdheid, als zij de mededee- ling aan huisgenooten en personeel wenscht te doen: dat zij morgen opnieuw beginnen het huis te keeren en te kuischen. „Schoonmaken, schoonmaken, jullie poetsen toch altijd", zegt dan menig huisvader, die anders nooit iets bemerkt, maar het woord al leen werpt z'n schaduwen, en de atmosfeer is fel geladen. „Natuurlijk, manlief, maar dat begrijp jij zoo niet", sust meewarig de koortslijdende huisvrouw. De echtgenoot, zich zijn tekort volkomen bewust, zwijgt en berust in het on vermijdelijke en klaagt z'n nood in de extra postjes van het kasboek. Maar de vrouw des huizes triomfeert in de koorts-fantasieën, die haar teisteren, het bruischt en gist door de aderen, de vingers tin telen om aan te vangen. In kleinere gezinnen korter, in ruimere be huizing duurt het proces wat langer en is vaak heviger aan complicaties onderworpen. Daar wilden we het dan nu eens knusjes over hebben niet onze geachte en vereerde huisvrouwen en vrouwtjes. Zoo gaarne geven wij een goeden raad, meestal aan eigen erva ring getoetst. Het is volkomen waar, 't huis, of de flat, beneden- of bovenwoning, moeten altijd net en schoon zijn. Zeker; rommel, vuil, mag nooit te vinden zijn, en er wordt altijd gewerjet, is men bene den klaar, begint 't boven opnieuw. Accoord, maar toch de z.g. schoonmaak-in- fectie treedt het felst op in de voorjaars dagen. Het onbarmhartig daglicht, dat juist in die gure dagen, niets spaart of verschaduwt, laat zooveel zien, dat een extra opknappertje noo dig heeft, maar de kachel staat er nog! De kachel, het zwarte monster, de vijand van de schoonmaak. En al heeft men soms alleen gas of electri- sche verwarming, of een centrale als ware dochteren van Eva, zijn wij nu eenmaal op dit punt uiterst vasthoudend; en, al glimt het heele huis als een spiegel, al gebruiken wij ka pitalen aan zeep en was, wij vinden het niet schoon genoeg, zoolang de vuurhaard brandt. Maar toch, hooggeachte lezeressen, is er geen beter tijd denkbaar dan de tijd van de groote vasten, om onzen jaarlijkschen grooten poets te houden? (Voor 5 personen.) el&ti»4 yt L. slagroom, 2 eiwitten, 10 gr- 100 gr. zachte puddingbiscuits, quin, 50 gr. suiker, eenige geconfijte vi eij Bereiding: Voor dezen pudding is nJ0 t zgn. charlottevorm, d. i. een blikken vol een gladden platten bodem en loodrec i j. srzoi 200 gr. rijst, 225 gr. suiker, sap van 3 citroe- boven gaanden wand. Een niet te koog" nen, schil van 1 citroen. ken bus of een steelpannetje met rechtoP Nog steeds geven de dames voorkeur aan donkere tinten voor haar namiddag toilet ten. Men streeft er echter naar die tinten door middel van een lichte garneering op te vroolijken. Het zijn meestal garniturenbestaande uit een kraagje en polsjes van uitgezochte kwa liteit, die het eenvoudigste model op een hooger plan brengen. Zijden piqué wordt het meest er voor gebruikt, dan volgen crêpe-de-chine en crêpe-georgette. Er zijn ook werkelijk fijne garnituren, die onder den naam lingerie-garnituren bekend staan. Op de zwarte robes, die thans nog favo riet zijn, straks wellicht niet meer omdat de mode andere donkere tinten als kastan jebruin en donkerrood en zelfs lichte kleu ren op den voorgrond brengen zal, ziet men het liefst een tegenstelling met witte garnituren. Het turkooisblauw heeft zijn succeslijd gehad: nu komen ook bleek groen en ka nariegeel naar voren. Rose blijft evenwel klassiek en gracieus. Garncering eischt bescheidenheid: 'n en kel detail kan voldoende zijn om 'n robe er veel vroolijker te doen uitzien. Voorbeel den daarvan zijn de hierboven afgebeelde silhouetten. In 't midden van de kleine groep ziet men een eenvoudig, doch charmant toilet van bruine marocain, bescheiden gegarneerd met een klein wit zijden piqué kraagje. De bijpassende handschoenen met kappen ac centueeren het gezochte contrast. De stof wordt nog immer bewerkt: van daar de zeer effectvolle versiering van schouders en ellebogen door de fijne opna den. De opnaden rond de taille vervangen den ceintuur. Het elegant zwart crêpe-satin toilette der zittende dame (fig. 4) is minutieus bewerkt met dubbele festons: de mouwen zijn bo vendien gegarneerd met een bleek groen crêpe-georgette kapje, dat juistboven de elleboog eindigt, 'n Klein plat kraagje ver volmaakt het geheel. Figuur 1 is een voorbeeld van onregelma tigheid, die bij het samenstellen van cos tumes in vele gevallen betracht wordt. Het kleed van groene crêpe-de-chine ivcrd ontworpen met diagonale uitsnijdin gen en een hals in denzelfden geest: dus ook scheef. Dat men zelfs op lichte robes garnituren aanbrengt blijkt hieruit, dat dit toilet crêpe- georgette manchetten rijk is. Deze en het kraagje, dat weer uitstekend harmonieert met de strooien capeline, zijn bleelcer van kleur dan de groene robe stof. R. Het is nu immers de tijd van boete, verster ving, zelfverloochening enz. 't Is thans de tijd, dat wij dagelijks meer en meer naar lente en zon verlangen. Maar ach, het duurt zoo lang, en wat kost het wachten meer dan werken en arbeiden. Daarom, benut deze veertig lange en kalme dagen, ,door geen feestjes of partijtjes ver stoord. t Is tevens zulk een prachtkans om offer tjes te brengen. Dat weten wij allen, dat menig stil offer in deze dagen vanons gevergd woi dt, van krachtsinspanning, zelfoverwinning, doorzet tingsvermogen, .geduld,, tegenvallers en andere. Heusch, voor de kachel behoeft ge het niet te laten, dan kunt ge tot Mei wachten, en ge vergt Jn die misschien mooie warme dagen, den meest afmattenden arbeid van uwe onderlioo- rigen. Iedereen zal genieten van Gods heerlijke gave van lente en zonneschijn, gij moogt bin nen puffen en ploeteren. Al hebt ge er nu nog geen zin in, komaan, het is de tijd van boete en zelfoverwinning. Hoe menig vrouwtje schreef vroeger zich zelve in de Vasten de onthouding van suiker in thee en koffie, koekjes, bonbons, gebakjes voor. En nu? Heeft de betrachting der slanke lijn niet meerdere en zwaardere offers gevraagd? Wij zijn er nu bijna allen zoo aa.i gewend, dat wij nu uit pure boetvaardigheid suiker en snoepjes zouden moeten gebruiken. Zóó veranderen de tijden. Dus, huismoeders, aangepakt, en als de Paaschweek daar is en de lieve jeugd juicht om de vacantie, dan kunt ge vrij medejubelen, mede-genieten van lucht en zon; dan is alle hoofdbreken en uitrekenen van dit hier, dat daar, schoon© gordijnen en kleedjes zus en zoo, voorbU. Daarom, breekt met den ouden sleur, laat die zwarte Piet maar snorren, later wordt er toch weer een extra beurt gegeven. De schoonmaak-baeil tart alle koortsweren- de middelen. HUISMOEDER. aQgs Bereiding: Kook de lijst met de citroenschil (jen wand is hiervoor ook te gebruikt'0, Hr en 3 x zooveel water op de gewone manier heel jn dezen vorm de biscuits, tegen den vji gaar (de korrels worden nog wat harder door 't met den bollen kant naar buiten en s citroensap). Voeg vervolgens citroensap en dat, wanneer men den vorm omkeert, suiker toe en doe de massa over in een stee- voering van koekjes er niet uitvalt, nen pudding rorm, die met water is omge spoeld. Laat den pudding koud worden en pre- 1 en los ze in een beetje kokend water °P- senteer er een vanillesaus bij. hierbij de suiker en als het wat bekoeld Deze pudding kan ook als vla gegeven wor- marasquin. Doe 't nu bij den stijfgesloë611 den. De rijst moet dan met 4 x zooveel water room en de stijfgeslagen eiwitten en v gaar gekookt worden. Wanneer suiker en ci troensap toegevoegd zijn wordt de vla in een vlaschaaltje gedaan en geheet bedekt met vanillevla. Deze vla kan desverkiezend ge garneerd worden met stijfgeklopt eiwit. aa op J er den vorm mee. Laat den pudding stbf1, 0 en keer hem (zijn de biscuits iets grooter de roommassa, snijd deze dan op die hooë- f en Strik een smal lintje om den puddinz e3^, ïir neer de bovenzijde van den room met de fijte vruchtjes. 100 gr. rijst, 4 d.L. water, 3 sinaasappelen, Vi citroen, 100 gr. suiker, 3 bladen gelatine- slagroom. Bereiding: Kook de rijst gaar met het water, voeg dan de suiker toe, het sap van 2 sinaas appelen en de halve citroen, en de geweekte gelatine. Laat den pudding wat bekoelen en doe hem dan over in een rijstrand, die met koud water omgespoeld is. Stort hem na volkomen bekoeling, garneer den bovenkant met plakjes sinaasappel en vul de binnenste opening met geslagen room. 1 L. melk, 200 gr. rijst, 60 gr. suiker, citroen, schil, 14 L. water, 150 gr. abrikozen, 50 gr. suiker. Bereiding: Breng de melk aan den kook met het citroenschilletje, strooi er roerende de rijst in en laat de rijstebrij verder zonder roeren op een zacht vuur gaar worden (neem 1 Hoo: maai «ch. Si g zo la Sezet Setp ge Gasoventjes zijn heerlijk, maar er lastig ding: je kunt ze zoo moeilijk r™ zander het deurtje open te maken en d> mislukt menig gebak. Want als een cake ju» "«de, 'a-w gaat rijzen en er komt een koude lucbtst^ naar binnen, dan is het mis met uw Weet u wat u doen moet? Leg een spi*50", j onder uw oven. op het tafeltje. Dan ,t precies coutrojeeren hoe groot of kl®*®^ gasvlammen zijn, en u kunt de pitjes rei zond-er de ovendeur open te doen. te: Een anti-motten middeltje. Vermeng notemuskaat, kruidnagel en kaneel (van één ons) en maakt er een goed gelijke P°vjt van. Naai deze In mousselinen zakjes eu - f die tusschen uw kleeren weg. De zakje8 tegen aanbranden een pan met dikken bodem, gpreMe,n een aangenamen geur en verjareü motten, m Een bekend middel om de onaangename Iu jjOD' spoel de pan met koud water om of smeer haar in met boter). Roer er dan de suiker door. Vul een steenen puddingvorm, die met koud I weg te nemen van bet water, waarin ^7 water omgespoeld is met lagen van deze rijste- bloemkool of een andere groente gekookt brij, afgewisseld met lagen abrikozen, die eerst is er een korst brood in mee te koken. j geweekt en daarna in het water met de suiker dat brood wordt dan een papje, dat zich zijn gaar gekookt. De eerste en de laatste laag de groente vermengt. Om dit te voorkop moet uit rijst bestaan, Wrijf de overgebleven abrikozen door een ch' Mi' moet u het brood in zoo'n gazen zakje bi3" jjj „QQIJU.waarin erwten verpakt zijn bij verkoop-^ paardeharen zeef, vermeng ze met het vochl kunt die zakjes dic.it knoopen; gebruik en bind het met wat aangemengd aardappel meel. Presenteer dit er als saus bij. Vv L. melk, 50 gr. rijst, 80 gr. suiker, 2 eiwit ten, L. room, 20 gr. gelatine (10 blaadjes), I *4 d.L., marasquin, stokje vanille, 150 gr. gedroogde abrikozen of 1 klein blikje abriko- zen op water. b# Bereiding: Trek het vanillestokje af in de I vóór u gaat slapen, op uw eksteroog. Als a f geen touwtje voor, want dat zou de een vlezen smaak geven. Op deze wijze het brood bijeen en de nare lucht verd^'3 toch. Die zakjes kunnen verscheidene W3 dienst doen. Is er iets, dat den menschen onaangena'1^, uren bezorgt dan examens en likdoorns? Te» het eerste bestaat helaas géén middeltje; het laatste wel: week een stukje witteW0 in een eierdopje vol azijn en bind dit ds Ta vev, lS6Ü: ka: hls- Op melk, kook hierin de rijst gaar. Week de ge latine In koud water en los ze In weinig kokend water op. Voeg dit bij de rijst en ver meng haar na wat bekoeld te zijn met de stijf- geslagenroom en de stijfgeslagen eiwitten. Roer er de marasquin door en leg ze laag om laag met de abrikozen in een omgespoelden pudding- J vorm. Maak een saus van het abrikozennat en wat fijngewreven abrikozen. y7 h. melk, 50 gr. rijst, 80 gr. suiker, 2 eiwitten, (4 L. room, 20 gr. gelatine, d.L. marasquin, y3 stokje vanille, 100 gr. geconfijte vruchten. Bereiding: Maak op dezelfde wijze als voor Riz-Condé is beschreven, de rijstebrij. Leg deze laag om laag met dé geconfijte vruchten, die klein gesneden zijn en geweekt hebben In de j marasquin, in een omgespoelden vorm. Hierbij wordt geen saus gegeven. M. M. een weeklang volhoudt en lederen avond dan wordt de likdoorn geleidelijk met w0lj, .v en al uitgetrokken 13 de eksteroog erg h3 Ito 'Ha nekklg, dan moet de kuur misschien Iets ger volgehouden worden, maar hardnekkig 1 niet: geen enkele likdoorn is tegen de az'|!„ broodbehandeliing bestand. Het is natuur^ nog beter als het papje er ook overdag OP 1 werkt, doch dat is -nogal lastig, behalve 'ft'3 neer u een oude slof of een pantoffel dra! kun t. f. dl %-h „Ni PARIJS, 24 Februari 193*' Aan Gode's zegen Is alles gelegen. „Kinderweelde 1" hoe triomfantelijk straalde het Marianne tegen, dat gulden woord op marokijnen band De titel van een boek, het liefste geschenk, dat zij eens op een blijden moederdag kreeg. Zonnig goud lichtten altoos de letters, maar vandaag waren ze als een stekende, hinderlijke schijn, die de oogen pijnigde. .Kinderweelde"moest nu juist daar Marianne's aandacht op vallen? Bitter neep ze de fijne lippen tezamen: Kinderweelde, schamperde het, half-lach half- snik, en ze rende de kamer uit, vloog naar boven, waar de jongste, een schattig meisje van nauw anderhalf jaar, sluimerde in 't zacht en warme bedje op moeder's kamer. O, ze kon 't niet langer dragen, ze viel voor over op het ledikantje en snikte, eerst ge dempt, al luider en luider, en de snikken krampten op uit het diepst van haar hart; ze hadden zoo lang gemarteld, tot ze niet meer te houden waren. Marianne wilde ze wel versmoren, ze beet in haar zakdoek, en begroef het gelaat In de dekens, tevergeefs. Alle ergernis, woede, gekrenkte trots en ver twijfeling overstelpten haar. „Kinderweelde", stootte ze uit in een half- woesten lach, als een vloek Had zij 't juist weer niet gehoord, zij de ,mère poêle", zij de vronw met de eeuwige baby, z(j, die altijd thuis en zorgend thuis was, zij, die bijna nergens kwam, die niet alle nieuwe boeken van opstandigheid en verzet tegen tradities kon lezen, omdat ze geen tijd had. of te moe was Zij. die geen rekening hield met de slanke lijn, die eenvoudig zeide: Ik kan geen honger lijden, ik moet me goed houden voor m'n kindje, en de grooteren kunnen mij ook niet missen. Twaalf kinderen had zij gekregen en zij bloeiden als rozen, gelukkig In de sfeer van moeders zorg en blij met elkander. Ze waren zoo lang tevreden en gelukkig geweest, op gaande in elkander: Marianne en haar brave, werkzame man, hoofd en lelde? van een groot bedrijf. Altijd de eerste op t.é zaak, het laatste naar huis. En in hun „home" had immer het wiegske de eereplaats Ze dachten niet verder, een enkele maal be zochten zij de gezelschappen kort en vluchtig. Toch, het werd steeds moeilijker voor de moeder, al dat kleine grut vroeg zooveel zorg, allen zoo kort op elkaar, en ach, wij weten, wie kan de moeder vervangen. Misschien namen zo het wat zwaar, maar wie onzer heeft niet dien tijd ooit gehad, dat je thuis en de baby's geheel in beslag namen? Vroolijk, fier en grootscli op haar bloeiend gezin ging Marianne verder. Echter op een maal, onmerkbaar kwamen er oogenblikken, dat haar lach verstomde, dat ze prikkelbaar werd, dat heur oog somber stond, en wreevel zich afteekende op heur gelaat. Hoe dat kon? O, de hemel moge ze straffen, die ellendige wezens, die met honing van mede lijden op de lippen, en jaloersch venijn in het hart die moeders weten te beklagen in 't ge zicht, ze sympathie betuigen en achter den rug ze als „kippenmoedertjes" en nog fraaier be titelen. Ze kunnen het zoo vriendelijk zeggen: „Och, och, wat zie jij er uit, ik heb je in lang niet gezien, 't is ook vreeselijk zoo'n gezin, en dat daar nu maar geen einde aan komt. Altijd maar baby's, altijd in de kleintjes En je man, hoe vindt die dat wel? Ben je nog niet ge permanent? Dat was echt iets voor jou, altijd klaar 1 En Marianne zuchtte: waar 34 uur te vinden om je te laten permanenten, met een zuigelingetje thuis, kleuters van 2V2 en 4 jaar, die toch zoo van moeder afhangen. „Zeg, je moest eens wat meer aan de slanke lijn gaan doen, en wat poeder gebruiken. Neen, je ziet er uit als je eigen Grootje 1" En dan ratelt de lieve bezoekster een serie namen van watertjes en poedertjes af, dat Marianne ervan duizelt. Ofwel ze beschrijft de dancings, tea's, shop pings, enz. die zij dagelijks geniet. Oogen- schijnlijk stil en berustend, luistert Marianne, en in haar moe hoofd ontkiemen gedachten van: ik zou ook wel eens willen, en waarom ben ik niet elegant, gracieus als zij? En 't kwaad woekert voort, en ontevreden heid, ja twijfel grijpt de arme aan, tot ze er prikkelbaar en nerveus van wordt. Heeft ze het ongeluk, dat een der jongsten wat zwak of teer lijkt, och, lieve hemel, dan begint het spel pas 1 „Natuurlijk", schuifelt het lieve slangetje, „hoe kan het ook anders, veel te kort op elkaar, die schapen krijgen niet wat hun toekomt 't Moeten wel water en melkschepseltjes zijn". Pang, alweer zoo'n doodsteek in moeder's hart. Of: „wij hebben toch zooveel bezoek, die en die, ik begr(ip niet, bij jou komen ze nooit". O, bartel ooze, gewetenlooze schepsels, als ge eens wist, welk een duivelswerk ge verricht hebt. Weet ge wel, hoe uw woorden een storm van twijfel en wanhoop in dat tot nu toe onbe wogen hart hebben opgeroepen. Weet ge, hoe dat vrouwenhart, tot nu toe tevreden over zich zelf en heel haar omgeving, ineens allerlei tekort In zich ontdekt. Hoe vrees en schrik over eigen uiterlijk en kleeding haar verscheuren. Weet ge wel, hoe ze voor het eerst sinds langen tijd zich zelf critiscli en aandachtig in den spiegel beziet. O, uw conversatie bracht haar geen blos op het gelaat, geen vonk In het oog. geen ver- jongenden lach om de lippen. Angstig, vreemd staan de oogen, bleek en strak de wangen, en de mond met stuk ge beten lippen stoot een kreet, een aanklacht vol verbittering uit: „en dat noemen ze kinder weelde". Arme Marianne, gij die meendet uw plicht, uw sclioonsten plicht te doen, gij, die uw lief de, uw leven, voor man en kinderen hebt ge geven, gij denkt: ben ik dan alleen goed om kinderen te krijgen? Huissloof, onbetaalde kindermeid, kan mijn man nog wel iets-anders in mij zien? En 't was toch uit liefde en toch voor hem ook En ze snikt het uit opnieuw en de tranen stroomen, wild onophoudelijk. Laat ze weenen, en telkens en telkens komen andere gedachten, als zoovele booze geesten, martelend en verscheurend dat arme hart, dat altijd zichzelf niet telde, slechts om anderen dacht. 't Is juist de twijfel, die zoo foltert: deed ik teveel, is 't mijn plicht niet meer in de wereld te zijn? Moet ik dan mijn kinderen, m(|n kleintjes steeds aan vreemden overlaten? Heel een reeks van huwelijksjaren vol plichtsbetrachting, trouw en liefde, liggen in puin, drukken haar neer, verpletteren haar in smart en tranen. Ween uit, ween uit Marianne, het zal u ver lichten. Reeds al te lang hebt gij de steken onder water, het zoogenaamde medelijden, den spot lach, het cynisme der moderne jeugd geduld. Gij lijdt thans, maar zij zullen later lijden, en misschien eenmaal bidden en smeeken om datgene wat zij Inu versmaden. Gods molen maalt langzaammaar fijn Marianne, op de knieën, moe en uitgeput van 't schreien, bespeurt niet hoe een klein, tenger lichaampje zich rekt en strekt en twee oogjes zich openen. „Ach, Marianne, wat hebt ge gemist 1" Die stralende blik van herkenning, die lach om dat zoete mondje, die poezele armpjes, die zich naar u strekken. En dan: „mammie, zoete mammie". Marianne, is dat niet de vleugelslag van Gods Engel 1 Kunt ge nog schreien, moet ge het hoofd niet heffen, en uw kleinen schat toelachen en liefkoozen? 't Is wel een droefgeestige lach, een lach vol tranen, maar o, ge omvat het kleine rickaampje, ge drukt bet aan uw hart, ge ver bergt uw moede hoofd In de krullen van uw kleinood. Marianne, zljt ge moeder of zijt ge het niet? fluistert uw goede engel. Moeder, o dat zijt ge, maar dan zijt ge ook groot, boven alle wereld- sche ijdelheid groot in Gods oogen. Marianne, moeder zijn is schepper zijn, vorstin en heerscheresse, levendraagster en levengeefster, voedster, opvoedster, enkel hart en enkel liefde. Marianne, sta op, gij hebt uw Gethsemanie doorgemaakt en overwonnen. O, vree3 niet dat uw edelaardig echtgenoot, u minder liefhebben zal. Hij zal het misschien niet zoo uiten, een man demonstreert nu eenmaal niet zoo zeer zijn innigste gevoelens, maar o„ als ge eens wist, hoezeer hij u vereert, als zijn schutsengel, en die van zijn huls, gij de moeder zijner kinderen. Het zün uw groote kinderen, die eenmaal uw plichtsbetrachting zullen navolgen, die gezin nen zullen stichten, als het uwe, wier Ideaal j het wezen zal, te doen als moeder deed. Wees trotsck, rechtmatig trotscn op uw kinderweelde. Wil men een aardig idee voor een costuu'^ dat ter vervanging gedragen worden kan v3 den warmen wintermantel, die nu zoo l8'1® zaam aan uitgediend raakt, zonder dat men 18 tusschen in een al te luchtig lente-toilet valt dan verwijzen w naar 't hiernaast gegeven model. Het is een taiUeü met een jaquette v3° middelmatige lengt13' uitgevoerd in velour»' of laken en voor koude dagen, die nog wachten zijn, met. ''v3 bont gegarneerd. kan van zulk costuum nog lang P18't zier hebben. En wensc3 men het ook in lente nog gerulmen tü fl0p ui' of t« te dragen, dan kan ff het combineeren wol, velours-de-laine, heel soepel laken. hoedje van fluweel ff o«4 Dachten zij toch eens na al die „belang stellende", „welmeenende" zielen, die het leven van vele waarlijk goede moeders, vergallen en bederven, zoo niet erger nog. Bedenken zij wel ooit welke heldinnen die vrouwen zijn, hoe zij telkens en telkens op nieuw, de consequentie van het moederschap aanvaarden? Kinderloos zijn is een leed, een onbegrijpe lijk leed voor sommigen, maar voor echte waarachtige vrouwen een 'looden last. Kinderweelde is een Gods begenadiging, al moge gansch een genotzuchtige, egoïstische wereld haar bespotten en trachten te ver nietigen. De wereld kent veel Marianne's, die wel eens een woofd van opbeuring noodig hebben, waar alles om haar heen naar luxe, ijdelheid en zingenot zonder gevolgen joelt en hunkert. Zij deze schets naar het waarachtig leven een smaad voor al wie haar durven beleedigen, maar tevens %en lauwer om de slapen van iedere kinderrijke moeder. HELLENEN. (Nadruk verboden). dan vervanger word68 door een hoedje v®0 zwart vilt. Wenscht men costuum als een naff'3' dag-toilet, in het roe®r elegante genre dus, d3® kieze men hij voorkei een zwarte stof, waa.C mede men nog altU0 een heel distinct heel gewaardeerd cacb«* bereikt. Velours-anglais valt in dit geva speciaal aan te bevelen. Als bont moet een vooral niet te zwaar, bontsoort gebruikt worden, hermelijn, °l konijn. Door zulk een combinatie wordt het sierlijk effect van het geheel aanmerkelÜj^ verhoogd. Op het hierboven weergegeven mod® Is uit het bont een petit col gevormd; ook d® sluiting ls er van gemaakt, waarmede de c° gesloten kan worden, evenals de kleine p&ra' menten. Het geheel wordt vervolledigd door blouse van wit crêpe-satin, of georgette. In o"9 geval wordt bij het costuum een eenvoudig hoedje gedragen van velours. ARBEID ADELT I Moeder: „Jan, weet je ook waar je vad®r naar toe is? Is-ie naar z'n werk gegaan?" Jan: „Nee, moeder, hij liep wèl in de str*®*» maar hij ging niét naar z'n werk!" Moeder: „Hoe weet je dat zoo preelw?" Jamt „Wel, h]j liep sop hardt l" ■4 t te

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6