HET INDISCHE LEVEN De Int. Koloniale Tentoon stelling te Parijs WOENSDAG 25 MAART 1931 KARAKTERISTIEKE NEDERLAAG EEN ERNSTIG GEVAAR AFGEWEND .Aê 2« HET LAND DER GELIJKE KANSEN op BEZOEK BIJ OUD-MINISTER WELTER De „doorzichtigheid" van het Europeesche leven in Indië heeft veis nadeelen; daarover moge echter voor heden de mantel der liefde uitgespreid blijven, nu er aanleiding is tot het dankbaar gedenken van een groot voordeel. Dit bestaat hierin, 'dat de gewone „men" veel gemakkelijker en ongedwongener in aanraking komt met de leidende figuren in het openbare leven dan bijvoorbeeld in Nederland. In het moederland zal een eenvoudig burger er niet zoo gauw toe durven komen, een minister eens op te bellen met het verzoek, een praatje te mogen komen maken. Al evenmin zal hij op een goeden dag aangenaam verrast worden met een dergelijke, van den minister zélf uitgaande uitnoodiging. Reeds spoedig na mijn vestiging in Indië, met zijn overstelpende veelheid en verscheidenheid van voor den baar dubbel moeilijke vraagstukken, werd hierin eenig overzicht en eenige ordening gebracht in de groote werkkamer op Tjikini. Tot de grootste verrassingen te begrijpen door hen die weten hoe weinig tijd zelfs de gewone particu. lier in Iudlë beschikbaar heeft voor poëzie hehodrde de toen tegelijk gedane ontdekking, da t op de werktafel van dezen om zijn „fabel achtige kennis van Indië geroemden Edeleer en werker naast bergen „stukken" o die „stukken" in Indië opengeslagen verzen bundels lagen: van Böutens, Leopold, Roland Holst Thans echter, bij de wanhopige drukte van een vertrek uit Indië, was er geen gelegenheid meer voor een laatste bezoek aan liet vendutie- houdende huis. Aan een ontbijttafel van „Hotel De3 Indes" werd op den vooravond van het vertrek uit Indië van den heer Weiter het volgende gesprek opgeteekend: „tl staat niu voor het afscheid, het zware afscheid, dat ieder te dragen krijgt, die weg gaat uit Indië, dat hij met zijn heele hart beeft lief gekregen. Maar is er hij den weemoed ook geen blijdschap Ja, diepe blijdschap en dankbaarheid. Ik voel me dankbaar, dat ik heb mogen meewer ken aan den vooruitgang van Indië, dankbaar in elk opzicht. Als ik er de macht toe bad, zou ik het gaarne en onmiddellijk weer opnieuw doen. Als ik er de macht toe had - ^Er is hoorbare aandoening in de stem. „Hoe lang .heeft U in het hoogste college van het land zitting gehad Vanaf 1 November 1924, met de U bekende onderbreking. „Was voor U de overgang van uwe Indische positie naar het ministerschap in Holland niet bijzonder moeilijk Inderdaad, zeer moeilijk. Ik was volko men onbekend met de politieke verhoudingen in het moederland en daarbij kwam dan nog, dat ik mijn intrede deed onder de zeer ongun stige omstandigheden, waardoor het kabinet- Colijn tot zijn betreurenswaardlgen val kwam. „Verwacht U herstel der coalitie, waarnaar In den alleriaatsten tijd weer zeer duidelijk gestreefd wordt, en zou U dat in het belang van Indië achten Over de kansen op herstel valt bier niet voldoende te oordeelen, maar in het belang van Indië zou het zeker zijn. De gemiddelde koloniale opvatting der rechtse he groepen is de beste waarborg voor een bezonnen ontwik keling van Indië. „Is"naar tlw oordeel-een essentieele wijziging in ke^ koloniaal beleid geboden of gewenscht Hoe ziet U den algemeenen toestand hier -- Wijziging van 't koloniaal beleid is onge twijfeld noch geboden noch gewenscht. De al gemeen© toestand is zeer gunstig, dank zij eenerzijds het verstandig beleid, anderzijds énen daarop mag U gerust eens 'n sterken nadruk leggen dank zij de uitnemende eigen, schappen der bevolking. „Beschouwt U het communisme als een ern stig gevaar voor Indië Het communisme is overal een gevaar. Hier ook Omdat het appelleert aan die ge voelens, waarvoor de groote, oncritische mas sa juist bij uitstek toegankelijk is. Voorspiege lingen als: kijk eens die mooie groote huizen, die spoorwegen, die schepen, die moeten aan jullie komen, enz. enz. gaan er bij de massa in. Communistische propaganda is daarom in elk^gewaad een heel ernstig gevaar: hetzij ze zicli verbergt achter nationalistische leuzen, of achter economische, hetzij ze zich in een religieuse vermomming steekt. Daarom ls streng en onverbiddelijk optreden tegen lederen vorm van deze propaganda een dwingende eisch. Overigens is de Regeering van alles vol komen op de hoogte. „Ducht U gevaar voor de rustige ontwikke ling van de inlandse he meerderheid Ik meen, dat vertrouwen kan en moet worden gesteld in de redelijkheid en het ver antwoordelijkheidsgevoel der tnhee>mse.be be volking en harer leiders. „Moet ook naar uw oordeel niet voortgegaan worden met bestuursoverdraeht aan lagere organen Afwenteling van het centrum naar de peripberié is dringend noodzakelijk, hetzij deze afwenteling geschiedt op de provincies, de regentschappen, de gemeenten of andere auto nome lichamen. De tegenwoordige nog strenge centralisatie kan niet langer gehandhaafd blijven. De eischen die deze allereeTst aan den Landvoogd en verder ook aan de andere orga nen van het centrale gezag stelt, zijn zóó zwaar, dat de- behoorlijke voldoening eraan welhaast onmogelijk is. „Wat houdt u in dit verhand van de positie vac de directeuren van Algemeen Bestuur Het gewicht hunner positie, o.a. tenge volge van hunne aanraking met den Volks raad, is ongetwijfeld toegenomen en zal in de toekomst nog meer toenemen. Hoe zij zich verder ontwikkelen zal, is in een interview natuurlijk moeilijk aan te geven. Maar geen cogenblik mag uit bet opg verloren worden, dat volgens wet en grondwet uitsluitend de Gouverneur-Generaal .verantwoordelijk is. „Do verdere ontwikkeling zal naar uwe in zichten natuurlijk regionaal moeten geschie den r Natuurlijk regionaal. Centraal is niet langer mogelijk. Aan den voorzitter der begrootingscommis- sie stelde ik de vraag, of de malaise den uit bouw zou doen stagneeren. De begrootingscommlssie achtte nu het oogemblik nog niet gekomen om de'bestaande staatsorganen aan te tasten of ondoelmatig te versoberen. Naar haar oordeel moest het staatsapparaat geheel Intact gehouden worden, om bij de eerste opleving weer voort te kunnen werken. Onze Lieve Heer alleen echter weet, hoe de toestand zich verder ontwikkelen zal Oud-minister Weiter. iDa schitterende carrière van den heer Wei ter valt tusschen de jaren 1902 en 1931, de pe riode dus waarin het beginsel, dat het kolo niaal beleid gericht moet zijn op» het welzijn van de inheemsche bevolking, meer en meer uit krachtige daden is gaan blijken. Vandaar mijn Traag naar een vluchtige tchets van de bestuurszorg in deze jaren. „Wat het onderwijs betreft", aldus de heer Welter, „heb ik de periode nog gekend, waarin aan de inheemsche bevolking nog uiterst spo radisch onderwijs werd verstrekt. Niet zelden werden mijn eigen voorstellen om in afgelegen stréken elementaire scholen op te richten, met een glimlach en met medelijdend schouderop halen ontvangen en niet eens in ernstige over weging genomen. Het is de onvergankelijke verdienste van Mr. Fock, dat hij in 1907 als Minister van Koloniën niet zonder moeite heeft doen invoeren systematische krachtige uitbreiding van het elementair onderwijs, dat gesplitst werd in volks- en standaardonder- wijs. „Daarna mocht ik toen getuige zijn van de groote vlucht, die hef volks- en standaard- en Westersch onderwijs nam, weldra gevolgd door den geweldigen opbloei van het Mulo-ouder wijs, de Algemeene Middeltere School en de Hoogero Burgerschool. Totdat we als bekro ning het Hooger Onderwijs kregen. Wie 25 a 30 jaar geleden gezegd zou hebben: Indië zal over eenige decennia drie Hooge Scholen be zitten, zou als een fantast van groote allure zijn aangemerkt. Het is niettemin een feit ge worden!" Op mijn vraag naar den verderen uitbouw van bet onderwijs, dat groote probleem van het heden verklaarde de heer Weiter: „De bijzondere nadruk zal moeten gelegd worden op de ontwikkeling van het elemen tair onderwijs, he.t onderwijs aan de volksmas sa, bestaande in het loeren van de hoofd.be- werkingen met heele getallen en het leeren lezen en schrijven in de landstaal. Anders stuit men bij het brengen van hygiëniscihen, so cialen, econoom sollen vooruitgang steeds op analphabetisone. Dat verlamt dan de beste pogingen. De oplossing van de op dit terrein liggende moeilijkheden, zal gezocht moeten worden in decentralisatie. De tegenwoordige langzame voortgang wordt veroorzaakt door het |eit, dat van de staatsfinanciën geen groo- ter deel voor den onder wijs-uitbouw beschik baar kan worden gesteld. Die zorg zal op de lagere organen moeten worden afgewenteld. Als een verheugend vooruitzicht mag bet daarom worden beschouwd, dat ee% regeling in voorbereiding is, waarbij met ingang van 1 Januari 1932 de zorg voor het volksonderwijs in West-Java aan de regentschappen zal wor den overgedragen. Hierbij zal uiteraard ge dacht moteen worden aan de bijzondere belan gen van liet Missie- on Zendjngsonde.rwijs, waarvoor men roeds naar een formule heeft gezocht". Nadat ik de opmerking had gemaakt, dat deze laatste mededeêling in Missie- en Zen dingskringen als eên groote geruststelling zou worden vernomen, ging de heer Weiter ver dér: „Van zeer groot belang acht ik oök de be vordering van het ambaohtsonderwijs, niet het minst in verband met de verwachte Industri alisatie. Daarop moeten de landskindereu worden voorbereid, opdat zij deel hebben aan de economische voordeel en van die industriali satie. Bedacht moge worden, dat 't succes der bestaande ambachtscursussen onmiskenbaar is. De ervaring heeft bewezen, dat de lands- bevolking grooten aanleg bezit voor technische vaardigheid. De inhenvmsche toekang heeft Zijn 'bruikbaarheid tenvolle getoond. In de suiker industrie verdient hij hooge loonen bijvoor beeld als monteur". Daarop kwam de landbouw ter sprake. „In een agrarisch land", aldus de heer Wei ter, „is de bevordering van den landbouw na tuurlijk een zaak van overwegend belang. Er viel hierin en achterstand in te halen. Hier naar is de laatste jaren getracht. Door weten schappelijke onderzoekingen wordt gepoogd, de productie op te voeren. Op dit terrein liggen groote mogelijkheden. U moet bedenken, dat een verhooging der productie met enkele pro centen dadelijk een vermeerdering met mil- lioenen pikols rijst, liet volksvoedsel, beteekent. Door ziekte-Onderzoek en selectie d-r gewas sen wordt naar deze vermeerdering gestreefd". Natuurlijk vroeg ik belangstellend naar den toestand en de vooruitzichten van de nijver, beid. „Deze is in opkomst. De toeleg moet hier zijn, de inlandsohe bevolking te ontwikkelen, door het geven van raad en steun. Oude in dustrieën moeten tot herleving worden ge bracht, zooals de batik-, de weef- en de vlecht industrie. Dit geschiedt door liet wijzen op en het verschaffen van moderne hulpmiddelen en procédé's, door het geven van modellen enz. De laatste tijd geeft een verrassende uitbrei ding te zien van de weef-industrie met moder. ne toestellen alom in den archipel. Voor de bevordering van de volkswelvaart is'ook de irrigatie van het hoogste gewicht. In den loop s^n mijn langen diensttijd heb ik tallooze woestenijen herschapen zien worden in lachende sawahs, doordat de Westersche tech niek er water wist te brengen. Op dit gebied heeft de uit .het polderland voortgekomen en met water vertrouwde Nederlandsohe inge nieur waarlijk meesterwerk geleverd". Wat denkt U van de Landsbedrijven '„Deze hebben een enormen invloed op de boogt© van het budget. Neemt U alleen al de Banka-tinwinning. Bij een prijs van 100 per quintaal bedraagt de winst toch nog bit na 100 pet.!Onze kostprijs is 56. Dat w tij den huldigen toestand klagen, komt doordat we nog zooveel meer gewend zijn! De kolenmijnen lijden onder de daling van den'wereldprijs, waarop ze met haar productie van 1 mill, ton natuurlijk niet den minsten invloed kunnen uitoefenen Door den ver koop van Japansche kolen uit Mandsjoerije is in Oost-Azië een prijsdaling veroorzaakt, die onze mijnen thans met verlies doet werken. In- tusschen zijn er in de landstnynen zulke groote kapitalen geinvesteerd en sipelen ze econo«*fsch aoo'n groote rol, dat tijdelijke of definitieve sluiting een maatregel is, die ernstig beraad •zou ver eischen De Staatsspoorwegen staan bij ieder die wel eens In Indië gereisd heeft, als zoo voot- treffeljjk bekend, dat daarover niets behoef te zeggen. Wel wil ik nog met groote waardee ring in herinnering brengen, wat het partï euliere element aan de landsontwikkeling heeft bijgedragen. Zijn beteekenis is in de laatste 30 jaren belangrijk toegenomen. Ik denk hierbij aan het werk van Missie en Zen ding, die zich in verschillende gebieden van den arohipel in sterke mate hebben uitgebreid en tot zegen van de bevolking zijn werkzaam geweest, ook in stoffeiyken zin. Verder denk ik a.an de leiders der particuliere bedrijven, die op bet gebied van handel en landbouw een taak vervullen welke steeds meer in beteeke nis is toegenomen en die in doorgaans harmo nische samenwerking met de Iandsorganen krachtig hebben meegewerkt aan den vooruit gang van het land". Intusschen had ons gesprek al heel wat tijd in beslag genomen en moest de heer Weiter bedenken, dat er nog andere gasten wachtten. Zijn peroratie klonk dankbaar, warm en enthousiast: „Wie weten wil, waartoe het Ne- derlaudscho volk in staat is, moet naar Indië gaan. In den loop der jaren heb ik veel vreem delingen van aanzien ontmoet, die veel over de wereld hadden gereisd. Die betuigden mij bij herhaling hun bewondering niet alleen over hetgeen tot stand is gebracht, maar vooral ook over het eigen cachet, dat wij erop hebben ge legd. De Hollander heeft mee naar Indië ge bracht zijn zin voo-r orde, Tégelmaat en accu ratesse. Hij is een geboren administrator. Deze eigenschappen hebben hem in staat gesteld een wereldrijk te stichten met 60 mill, inwoners; het met uiterst geringe middelen te ordenen en te regelen op een wijze die terecht algemeen bewonderd wordt. Voor hen die hier leven en werken, is -het altijd een streeling als ze van Iandgenoofen die hier voor het eerst aanko men, de erkenning vernemen van de ontdek king der groote kwaliteiten van liet eigen volk. Hier kunnen mensohen die kunnen en willen, ziah ontplooien. Wekt U de beste, de beste, zieit U, en goed opgeleide jonge mannen en vrouwen op, deel te komen nemen aan de taak die de historie ons hier heeft toebedeeld: De opbouw van een land als Nede-rlandsch- Indië,, dat met zijn zoo gunstige omstandig heden van ligging, klimaat en natuurlijke ge steldheid en met zijn intelligente en gewil lige bevolking aJle voorwaarden bevat voor een ontwikkeling, waarvan zelfs wij, die dezen opgang hebben meegemaakt, niet kunnen droo- rnon. Schrijf aan üw lezers dat!" En met nog een paar vriendelijke persoon lijke woorden, rende mijn gastheer weg naar die hem wachtten Den volgenden dag had ik te Priok op de prachtige Marnix van St. Aldegonde nog de gelegenheid tot een laatsten handdruk èn tot de waarneming van een afscheid, dat tot een manifestatie werd. Een manifestatie, waarin „heel Indië" 'bekennen wilde: in deze figuur een man te verliezen van onschatbare betee kenis. Zöö druk heb ik het op Priok nog nooit gezien en evenmin heb ik ooit een grooter aantal mannen en vrouwen van allerlei rang en van vönschil'lend ras bijeen gmiien, om hetzij ala officieele, hetzij als particuliere persoon dank te komen betuigen voor liet werk, de toewijding de hulp en den steun de kraebts- en karakierontplooiing, die met dit vertrek hun afsluiting vonden. En waarom zou ik het verzwijgen, dat er in Indië velen zijn, die erop hopen, den heer Weiter spoe dig terug te zien, maar dan als drager van het hoogste gezag. Ik zou geen anderen can- didaat kunnen noemen, die in Indië, dat van Indische belangen toch ook wel eenige notie heeft, meer en vooral ook algemeaner vertrou wen geniet. Vertrouwen, dat zijn grond hoeft in de enorme kennis en ervaring van den afgetreden Vice-Prjoidont, maar ook in die waarborgen voor liefde tot land en volk en krachtige handhaving van het gezag, die men bij den soepelen, ruim denkenden en warm voelenden, maar ook „óngemakkelijkea" heer Weiter verzekerdacht. Indië zou naar de vaste overtuiging ook van Uw correspondent te feliciteeren zijn, wanneer de ongebroken lichamelijke en gees- telijko kracht van den 51-jarigen oud-minister e:i Edeleer op 7 September a.s. opnieuw in ói 3r.it van Indië werd gesteld, maar dan in hoogsten dienst. „onafhankelijken" (Van onzen correspondent.) Londen, 20 Maart 1931. VICKI BAUM VAN PLAGIAAT BESCHULDIGD Uit Parijs wordt gemeld, dat de schrijver C. B. Cochran een proces zal beginnen tegen de bekende Duitsche romanschrijfster Vicki Baum, clie hij ervan beschuldigt bij het schrij ven van haar nieuw tooneelstuk „13 Pariser. platz" plagiaat te hebben gepleegd. Do in trige zou zijn ontleend aan zijn operette „Ever green", die reeds geruimen tijd te Londen gaat. Cochran voegt eraan toe, dat Vicki Baum in December de operette „Evergreen" te Londen zou hebben gezien, terwijl de première van „Pariserplatz 13" in Januari te Berlijn ging. Uit Berlijn wordt gemeld, dat de schrijfster Vicki Baum verklaarde nooit van „Evergreen" te hebben gehoord. Bovendien verstond of las ze bijna geen woord Engelsch, zoodat zij de beschuldiging belachelijk vond. ARNOLD BENNETT. In den toestand van den hekenden Engelschen schrijver, Arnold Bennett, die te Londen ern stig ziek ligt, is een lichte verbetering inge treden. INTERNATIONALE KUNST TENTOONSTELLING TE BRUSSEL, Onze Prusselsche correspondent meldt ons: In het Paleis voor Scboone Kunsten is door de vereeniging „De Levende Kunst" een ten- toonste'tog geopend van 350 schilderijen en beeld': awwerken van Nederlandsche, Belgi sche, 1 ransche en Duitsche kunstenaars. RADIO-TELEGRAMMEN TEGEN VER LAAGD TARIEF VOOR WEST-INDIë. Met ingang van 1 April a..s. kunnen Ia het radiote.iegra;if verkeer via „Holland-radio" met Suriname en Curasao tegen verlaagd tarief nacht en weekeiudtelegrammen gewisseld wor den. Deze telegrammen moeten gesteld zijn in verstaanbare taal, in het Nederlandsch, Fransch, Engtise.i of Duitsch. Voor Curacao (met Aruba, Bonaire en St. Martin) is bovendien Spaansch toegelaten. Het tarief bedraagt voor nachttelegrammen 42 cent per woord, met een minimum van 8.40 (voor 20 woorden en voor weekeindtelegram. men 31ct. per woord met een minimum van 6.30 (,voor 20 woorden). Tegen een toeslag van 50 cent vindt de afle ring plaats als geluktelegram op een luxefor mulier. TELEFOONVERKEER MET Z.-AMERIKA, Het rad ioteleD on verkeer met Zuid-Amerika, dat afgewikkeld wordt via Berlijn, is uitgebreid met Mendoza en Villa Mercedes in de tweede Argemtijnsohe tariefzone en Colon ia Suiza, CoJo. nia Uruguay en Rosario Uruguay in de tweede Uriefzone van Uruguay, T> stembusstrijd in de afdeeling St. George's van het kiesdistrict Westminster is geëindigd met de overwinning van mr. Duff Cooper, den conservatieven candidaat. Op hem werden uit gebracht 17,242 stemmen; op zijn tegenstander, den .,onafhankelijk"-coüservatieven candidaat, sir Ernest Petter 11,532. 1 an de talrijke belangwekkende tusschen. tijdsche verkiezingen, welke de laatste maan den gehouden zijn, is deze de belangwekkend ste geweest. Dat de labourpartij bij elke ver kiezing stemmen verliest, dat de liberalen steeds meer de gunst der kiezers verliezen,en dat de conservatieven winnen wat de beide andere partijen inboeten, hebben de opeen volgende, electorale worstelingen ons voldoende geleerd, en wij hebben dezen niet meer noodig om ons een denkbeeld te vormen van de resul taten, welke onder de tegenwoordige omstan digheden algemeene verkiezingen zouden hebben. In St. George's evenwel hadden de kiezers uitspraak te doen over een probleem dat, of schoon schijnbaar slechts één party betreffend, voor het heele land van het grootste belang was. Wat in werkelijkheid op het spel stond was de politieke moraal. Ook wanneer men tegen deze niet al te hoog op ziet, kan men erkennen, dat er een relatieve politieke mo raal bestaat, welker schending onafzienbare nationale gevaren met zich brengt. Sir Ernest Petter, een verdienstelijk in dustrieel en ingenieur, doch op politiek ge bied een nieuweling, was „onafhankelijk" con servatief candidaat. Hij trad niet op als ryks- vrijhandelscandidaat, hij kwam niet uit als de uitverkorene van Rothennere's United Empire Party, doch als „onafhankelijk" conservatief. Dit beteekencLe, dat hy onafhankelijk was van de officieele conservatieve party; het betee. kende niet dat bij ook in andere opzichten on. athankeHJk was. Hij was de candidaat van lord Beaverbrook en lord Rothermere. Als can didaat was hij volkomen afhankelijk van de „Pers-baronnen", wier d'agWad-organlsatios dienstbaar gemaakt waren aan de bevordering izy'ner candidatuur, en die op verkiezingsverga deringen het hoogste woord voerden. Zij hadden sir Ernest Petter gemaakt tot den „onafhankelijken" conservatieven candidaat, ■om aldus te doen uitkomen, dat hun stryd ge richt was tegen de officieels conservatieve Party, tegen haar leiding, en vooral tegen haar leider, mr. Baldwin. Sir Ernest Petter is een man van eer en een Patriot, tegen wiens oprechtheid en goede trouw niemand eenige verdenking zal koeste ren. Zijn ontevredenheid over het beleid der conservatieve partij wordt gedeeld door vele vooraanstaande leden dier party. Hij is zeker niet de eenige die ervan overtuigd is, dat het in het conservatieve en in het nationale be lang zou zijn indien de party onder een krach tiger, en meer onvervalscht conservatieve leiding kwam te staan. Maar tot nu toe hebben de party-congressen steeds met groote meerderheid van stemmen het onder het Baldwdn-regiem gevolgde beleid goedgekeurd. Elk politiek partijleven wordt onmogelijk, indien de minderheid zich niet aan de meerderheid onderwerpt. Hot beleid der partljohefs berust doorgaans op e-en compromis tusschen de verlangens der meerderheid en der minderheid, en za.l dus de meerderheid meer bevredigen dan de minderheid. Laatst genoemde heeft liet recht onvermoeid actie te voeren in de partij, en een leider, die haar niet voldoet, te bestoken. Maar dit is iets anders dan dat zij de party en het partijbestuur van buitenaf aanvalt, en in bondgenootschap met machten, die vijandig staan.tegenover de partij, een revolutie tot stand poogt te brengen. Dit is partijverraad. Mannen, die aldus handelen kunnen wij vergelijken met onderdanen, die meenen dat in een internationaal geschil hun eigen land in het ongelyk is (hetgeen hun recht is), en die, ais het tot een oorlog komt, den vyand van hun land steunen. „Onafhankeiykcn" vindt men in iedere groote party, en zij befhooren vaak tot de be kwaamste en karaktervolste politici. Maar dan ook alleen wanneer zy werkelijk „onaf hankelijk" zyn. Niet wanneer zy aan den lei band loopen van personen of groepen, die vij andig staan tegenover de party. Sir Ernest Petter was niet de candidaat van eenige partij; hij was niet de vertegenwoordi ger van een wei-omschreven -politieke richting. Hij was de candidaat van twee dagbiadtrusts, die de conservatieve party willen uitmoorden omdat haar leiders geweigerd hebben zich hun politiek te laten voorschrijven door lord Bea verbrook en lord Rothermere. Hy was de can didaat van een persoonlyke vendetta van twee kranteneigenaars tegen den leider der conser. vatieve party. Niemand, zal ontkennen, dat lord Beaver brook en lord Rothermere, als de eigenaars van twee der 'grootste dagbladondernemingen ter wereld, mannen van buitengewone beteeke nis zijn. zy behoerven geen buitengewoon be gaafde of knappe mannen te zijn, maar de be teekenis, die zy ontleenen aan hun door mil- lioenen mensohen gelezen dagbladen, kan nie mand loochenen. Zij oefenen hierdoor direct en indirect een onschatbaren invloed uit op de openbare meening. Lord Beaverbrook en vooral lord Rother mere hadden een doel: hun dagbladen groot en machtig te maken. Dit wettige doel hebben zij bereikt. Toen zij het bereikt hadden, hebben zy hun dagbladen willen maken tot het middel, waardoor zy een dictatorialen invloed konden vestigen over heel bet land en zy'n politiek leven. Wat eenmaal doel geweest was, werd middel ter bereiking van een geheel ander doel. Dit andere doel hebben zy niet bereikt. Wan neer hun candidaat, sir Ernest Petter, gisteren door St. George's naar het lagerhuis gezon den was, dan zou hierdoor de grondslag gelegd zpn voor de vestiging van een politieke dicta, tuur van twee pers-baronnen. Indien mr. Bald win als staatsman geen andere verdienste ge had heeft, dan dit gevaar te voorkomen, dan heeft hy reeds „blen mérité de la patrie". Deze waarbeden worden in het. minst niet ondermijnd door die andere waarheid: dat de conservatieve party en het land in zijn geheel er wel hij zouden varen Indien de geest van Beaverbrook over hen vaardig werd. "r - V N.v.N DE GROOTE WATERWERKEN AAN DEN JORDAAN, onder leiding van ir. Ruthenberg, naderen hun voltooiing; het werk ligt in een schilderachtige omgeving, op het punt, waar de Jordaan met de Jarmuk samenstroomt, ongeveer 15 K.M. ten Zuiden van het meer van Genes areth. HET PAVILJOEN DER MISSIëN DOOR EEN BANDJIR GETEISTERD BUITENZORG, 24 Maart (ANETA) De Margapemgaiwa Mina Oëloe is door een zwaren bandjir geteisterd. De totale schade aan woning, sawaihs enz. wordt geschat op fj 60.000, Metnsdheodeyeiüfl gingen piet jverloren. Een werk van den architect Tournon Onze correspondent te Parijs meldt ons: Men is thans bezig met het opslaan der ten toonstellingsruimte voor de zeer belangryke inzending op de Internationale Koloniale Ten toonstelling, die dezen zomer In het bosch van Vincennes wordt gehouden. Maarschalk Lyau- tey, die de eerste hooge commi'ssanis der ten toonstelling is en die krachtig heeft meege werkt om de missiën uitstekend te doen ver. tegenwoordigen, heeft de plannen van archi tect Toumou goedgekeurd. Tournon is een van de zeer bekwame Fran- sehe architecten, die ziich ook op den modernen kerkbouw hebben toegelegd. Wij waren in do gelegenheid hem naar zijn plannen te vragen en hij toonde ons de teekeningen. Hy zeide dat hij iu de eerste plaats heeft gedacht aan een groote kerkruimte, aangezien het in de bedoe ling ligt gedurende de tentoonstelling in het paviljoen der missiën door verschillende mis sionarissen de mis te doen lezen. Evenwei kon hy er niet aan denken een kerk te houwen, zooals wij die ons voorstellen. Hy wilde de' plaats waar het H. Misoffer wondt opgedragen, geheel overeenkomstig de omstandigheden kie zen, zooals dat voor de misionnarisaen in den regel het geval lis, zoolang niet tot een kerk stichting m overgegaan. Daarom heeft hij liet hoofd paviljoen, dat een groote centrale hal be vat zooclamig ingedeeld dat in de middenruimte een zeer juitgebreide kerkruimte ontstond, ge heel geëncadreerd door de inzendingen der m'i-siën. Het misdc-pavlljocn is'een complex loodsen en daarvan bevindt de grootste zich in net midden, zoodat hij een soort middenschip vormt waarin de geloovigen kunnen plaats nemen, terwijl de achterzijde als een korr- ruimte is uitgebouwd, welke het altaar bevat. Om het ongewoon aspect van doze „kerk" te begry.pen, moot men den w&nsch in aanmerking nemen, dat do Verschillende gebouwen van de tentoonstelling zoo veel mogelijk een uitheem- schen en wel „kolonialen" indruk maken. Daarom is er geen architecturale eenheid en beantwoordt de architectuur ook niet aan een goede opvatting van kerkbouw, blaar de heer Tournon meende dat zulks niet behoeft te be letten, dat het kraktër van religieuse bouw kunst tot uitdrukking komt. Alleen, zoo zei hij, men moet de tijdelijke bestemming en de nevendoel einden niet uit het oog verliezen hy het ontwerp. Aan de hoofdruimte geeft hy dan ook het karakter der bouwwerken van liet Verre Oos ten en dakvorm en dakbedekking (groene pan nen) herinneren aan de Indo-chineesche pa goden. Daardoor wordt een zeer majestueusen opstand verkregen. ,Mdar U kunt wel begrij pen, zei de bouwmeester, dat ik de draken in Oost-Azië heb gelaten! Dat was trouwens niet moeiiyk, want welk een decoratief effect die kronkelende draken ook hebben, onze sera- fynen zyn heel wat indrukwekkender en heb ben sieriyker vlucht". Inderdaad toonde de heer Tournon ons de gelukkige oplossing die hij heeft gevonden, waarbij een opstreveml karakter is uitgedrukt door de om-liooggespreide vleugels der eera- fy'nen, nog wel verguld bovendien. Do uit voering van die figuren geschiedt in het aan Tournon bijzonder dierbare procédé van „ge beeldhouwd beton", waarvoor hij do, hulp van z«n trouwen medewerker Sarabezolles heeft ingeroepen, die onmiddellijk na de te vroege ontkisting van het beton, de nog weeke mate rie bewerkt. Maar de hoofdindruk moet uitgaan van den voorgevel, dlie ook zooveel mogelijk aan Indo- China herinnert, en waarvan de groote por tiek geheel in roodiak is geiiouden en de ver. de-re frontbedekking in blauw en wit lak, als van cbiaieesck porcelein. De motieven voor de decoratie zijn gevonden in een glorificatie van de H. Moedermaagd, wier verguld beeld in een palmets aan den geveltop troont De faiencet- decoraties worden uitgevoerd door de bekende leerlingen van Desvallièreis en Maurice Denis, oud-le©rl,ingen ook van de Ecoie des Beaux Arts, mej. Lorimy en den heer Virat. De Moe der Gods in de palmett© is van den bekwamen beeldhouwer, die reeds zulk een groote reeks heiligenbeelden beeft vervaardigd. De Villiers. Naast de hoofdruimte komt een bijgebouw, waarvoor men met alle stijleenheid gebroken beeft om ook andere gewesten gelegenheid te geven hun bijzonder karakter te toonen. Het iis duidelijk dat Afrika, waar de Fransche Missie zoo vroeg roeds een Uitgebreid arbeids veld vond, en waar de Fransche muissiën zoo bloeiend zijn, daarvoor werd gekozen. Men heeft den moskeevorm van Fransch West- Afrika gevolgd, wat tevens eenvoudiger archi tectuur en een minder omvangrijke decoratie toeliet, hetgeen met het oog op de beschikbare fondsen wenschelijk was. De linkervleugel is van nog eenvoudiger iyn en herinnert aan de oudste tempels van centraal Afrika, zoodat de drie gebouwen te zamen, die het paviljoen vor men, het typische karakter van de drie be- langry'kste rqissie-gebieden uitdrukken, name- lyk de landen van het boeddhisme, die van den Islam, en die van de primitiefste vormen van eerodienst. De 'beschikbare ruimte is zoo groot, en de be langstelling en medewerking o*. van de ver schillende missieorden is zoo enthousiast, dat •men verzekerd kan. zyn te .Versailles een van de belangrijkste missietentoonstellingen t® zien, die tot dusver gehouden zijn. Zooals men weet beeft bet Comité ook de krachtige aan moediging van den H Vader mogen ontvangen- De ligging van bet missiepaviljoen i3 zeer mooi. He is gesitueerd vrywel tegenover den hoofdingang, tusschen dien ingang en het Lac Daumesnil, juist waar de geheele menschen- &troom langs moet. Volkskinderen als ministers en baronnen van het Rijk Onze Londensche correspondent schrytt ons: Mr. Vernon Hartshorn, die mr. J. H. Thomas opgevolgd had als lord privy seal en „minister van werkloosheid", is plotseling gestorven, en mr. Henry Snell is benoemd tot onderstaats secretaris van Indië, en tot peer van het ko- ninkryk verheven. Mr. Hartshorn 'behoorde tot de talrijke mijn werkeraaf ge vaardigden in het lagerhuis, en onder ben, en onder vele anderen, was hy ver reweg de merkwaardigste figuur. Hij was een merkwaardige figuur lang voor hij in 1924 postmasler general werd in het eerste kabinet-Mac Donald. Zijn invloed op de mijnwerkers was buitengewoon groot, en hier aan heeft Engeland in de oorlogsjaren niet wei nig te danken gehad. Door-en-door socialist be schouwde hij den mijn werkers bond als „de voorhoede van het proletariaat" als eenmaal het door hem voorspelde „sociale Armageddon" zou worden gestreden, en „millioenen arbeiders gemeens zaak zouden maken en heel het leger van het kapitalisme tot een Waterloo zouden uitdagen". Maar dit was voor ..hem niet, gelijk voor eenigs andere Engelse He socialisten, een reden om in 1914 gemeénè zaak te maken met den keizer van Duitschland. Tot de mijnwerkera- staking van 1921 speelde hy een rol van den eersten rang In het groote mijnwerkersdispuut, dat culmineerde inden arbeid der Sankey-com- missie; daarna trad hij plotseling af als voor zitter van de mijnwerkers van Zuid-Wales, en als lid van het nationaal bestuur, als protest tegen de pogingen der extremisten om de mijn werkers in communistische richting te sturen. Maar zoo groot was het vertrouwen dat In hém gesteld werd, dat hij nog datzelfde jaar tot heide functies herkozen werd. Toen mr. Mac Donald byna twee jaren gele den het tegenwoordige kabinet vormde, kon hy mr. Hartshorn daarin geen plaats geven, daar deze als labourlid deel uitmaakte van de beroemde Simon-com.missie, welke toen in Indië vertoefde. Eerst na de uitbrenging van het rapport kon mr. Hartshorn in het kahinet op genomen worden. Hij werd lord privy seal, en ofschoon dit ambt een sinecure is, verzekert het den drager een der hoogste maatschappe- lyke posities in het land. Mr. Hartshorn stond in de officieele lyst van precedentie op de ze vende plaats na de prinsen van den bloede. Als „minister van werkloosheid" had hy bovendien een der moetlykste en ondankbaarste functies in het kabinet. Mr. Hartshorn begon zyn loopbaan als mijn- werkersjongen. Mr. Snell, die baron van het koninkrijk ge worden is, heeft heel wat beroepen uitgeoefend, Hij is onderandere tapknecht geweest in een herberg, en ook veerman, zyn ouders waren landarbeiders, en Snell heeft als jongen achter de ploeg gbloopen. Tot zijn 25ste jaar besteed de hij een groot deel van zyn vrijen tyd met hongeriyden. Omstreeks dien tyd werd hy klerk, hetgeen hem juist genoeg opbracht om een cursus te volgen aan de universiteit van Nottingham. Later studeerde liy economie te Londen. Eerst op 45 jarigen leeftyd begaf bij zich in de politiek, en het was niet voor 1922 toen mr. Snell 56 was dat East Woolwich hem naar het lagerhuis zond. 'Mr. John Parkisson is benoemd tot parlemen tair secretaris aan liet departement van trans, port. Hij is 61 jaar oud, en was vroeger weger in een kolenmyn. Mr. Hartshorn, mr. Snell, mr. Parkinson zijn mannen, waarop Engeland trotsch is, niet zoo zeer om hun verdiensten (want onze tijd is zoo rijk aan verdienstelijke menschen dat men Uiervan geen drukte meer maakt) als wsl om dat hun loopbaan getuigt dat in Engeland alle burgers gelijke kansen hebben om tot de hoog ste maatschappelijke en politieke waardighe den op te klimmen, zonder dat zy hiervoor ook maar één man, behoorende tot een meer be voorrechten stand, dank behoeven te zeggen. Engeland heeft zyn erfeiyken adel, maar die adel is voor qen ieder toegankelijk. De mynwer- kersjongeu kan baron worden, zoogoed als 800 jaren geleden de lansknecht baron kon worden. Hy kan minister worden zonder zich eerst ja ren lang de protectie te hebben moeten laten aanleunen van hoogedelmogenden die er een vroom pleiziertje in schiepen het intelligente tappersknechtje vooruit te helpen. Te allen tyde hebben kinderen uit de onder ste maatschappelyke lagen het gebracht tot hooge ambten in den staat, maar leest men hun geschiedenis dan weet men hoe zy byna allen hun verleden en hun klasgenooten heb ben moeten verloochenen, en als het ware „be keerd" werden tot een hoogere klasse. Mr. Hartshorn als lord privy seal, mr. Snell als baron van het ryk, mr. Parkinson als minis ter, biyven wat zy steed9 geweest zyn. Zy stij gen niet uit hun klasse op naar een hoogeren sfeer. Zij stijgen met hun klasse mee omhoog. Het peerschap voor den proletariër ia de triomf van het proletariaat en van den erfellj- kien adel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10