HET PAASCHCONGRES DER S. D. A. P.
VERSCHRIKKELIJK
DRAMA
WOENSDAG 8 APRIL 1931
V DE EERSTE BLADZIJDE
De dwaasheid van een
overspannen democratie
MENSCHEN EN MEENINGEN
nieuwe apostolisch dele-
gaat in oost-indie
MAATREGELEN TEGEN DE
LINKSCHEN
HET MILITAIRE VRAAGSTUK
VERLAGING DER SALARISSEN
VAN DE INDISCHE AMBTE
NAREN
TWINTIG JAREN GEëlSCHT
EEN BEETJE RUZIE
AFSCHUWELIJKE MOORD IN
ONZE OOST
De daders hebben bekend
We komen weet in den tijd der ver
kiezingen.
Dan kunnen verrscnillende menschen de
gelegenheid niet voorbij laten gaan, om hun
mond te houden en den dop op de vulpen te
laten. Toch zouden ze door dit wel te doen
de maatschappij een grooten dienst bewijzen
ook aan zichzelf.
Want bij zulke gelegenheden komen ze voor
den dag in zoon Havelooze en zoo'n ouder
wets che plunje, dat men zou gdan denken
dat het nog carnaval is. Toch is Paschen
voorbij.
En dat de vastentijd hen wat sterk heeft
aangegrepen, gelooven we niet.
De afdeeling Rotterdam van de liberale
Staatspartij en den Vrijheidsbond hebben in
deze lentedagen een vlugschrift het licht
doen zien en druk verspreid. Op den omslag
staat, dat het een overdruk is uit de N.R.C
van een half jaar geleden.
Het geschrift heeft tot titel: „liet socia
lisme in de praktijk".
We zijn er aan begonnen, en hopen het
door te kunnen worstelen.
De eerste bladzijde schrikt een niet-liberaal
mensch al dadelijk af.
Wat voor taal is dat toch! En wat een
verwarring!
Aldus begint het: „Niettegenstaande door
ieder terzake kundige wordt erkend, dat d
grondslagen van het oorspronkelijk socialis
me van Marx in het algemeen niet meer
gehandhaafd kunnen worden, is in vele op
zichten oms Staats- en maatschappelijk leven
van sociale beginselen langzamerhand door
trokken, véél meer dan men zoo oppervlak
kig wel zou denken".
Bij zoo'n inleiding houdt men onwille
keurig zijn hoofd vast. Wat nu? Wat staat
daar nu eigenlijk?
Wij meenen, dat het volgende bedoeld
worctt: Marx is de vader van het socialisme
De beginselen van dat Marxistische socialis
me hebben tegenwoordig de meesten over
boord geworpen. Die kan men op den dag
van vandaag niet meer houden: ze werden
al lang weerlegd; hoe geleerd ze er ook uit
zagen, ze bleken wetenschappelijk voos te
zijn.
Ieder, die eenigszins op de hoogte is, geeft
dat toe. Hoewel dat nu zoo is, dus: hoewel
de beginselen van Marx voor oud-roest te
koop liggen op de wetenschappelijke Zater-
dagsche markt, moeten we toch toegeven,
dat ons Staats- en maatschappelijk leven
„langzamerhand" doortrokken is van sociale
beginselen.
Met andere woorden: de beginselen gooit
leder weg, maar met de practij.k zitten wij
opgescheept. Ja, veel meer dan men „opper
vlakkig" zou denken. Hier moeten we al
dadelijk op onze achterste beenen gaan staan.
De schrijver uit de N. R. C. smokkelt hier
doodgewoon het woord „sociale" beginselen
binnen met de beteekenis van „socialisti
sche" beginselen. Andres begrijpen wij geen
snars van dien zin.
Dat mag geleerd staan, niet oppervlakkig,
en erg.liberaal aandoen, we moeten van
zulke handigheidjes niets hebben.
Sociaal en socialistisch beteekent1 op geen
stukken na hetzelfde. Daar bestaan tal" van
sociale beginselen, sociale personen en sociale
instellingen die met „socialistisch" niets aan
de pet hebben.
Socialistisch is de bepaalde vorm van
i.sociaal", die door Marx en zijn navolgers
Voor goed en ideaal wordt versleten.
Maar wij, katholieken, o.a. hebben de pre
tentie ook nog al sociaal te zijn; in dit jubel
jaar van „Rerum Novarum" moest een sehrij
ver, zelfs in een liberaal grootblad, een
keetje blijk geven, iets te weten van stroo-
dingen en strevingen, en dit mogen we toch
Nvel aannemen als geheid-waar: dat „Rerum
No arumwel sociale beginselen verkondigt
maar geen socialistische.
NatuUr]jj,k kan men bij de socialisten op
vattingen aantreffen, die men ook aantreft
kij de katholieken en zelfs bij de liberalen:
zooals bijv. da.t een mensch een mensch-
waardig loon moet krijgen voor zijn werk;
d°ch is het daarom dan socialistisch? Korn
nu toch!
De liberale schrijver zucht, dat ons Staats-
en maatschappelijk leven „langzamerhand"
van sociale beginselen doortrokken is.
Inderdaad: langzamerhand. De liberalen
als partij hebben dat tegen gehouden, zoo_
veel ze konden en wij mogen nu getuigen
dat de liberale Staats- en maatschappij-
gedachte langzamerhand teekenen begint ta
vertoonen, dat de sociale beginselen, niet de
socialistische, daar aan 't doortrekken gaan.
Doch het gaat langzaam.
v»lgens ons veel te langzaam.
Wat doet die man met die brochure in de
En had do N. B. C. niets beters te
leveren?
Een Nederlander?
Men meldt ons uit Rome d (p dezsr
Den tweeden Mei a.s. zal Mgr. Giardini, die
i°6 apostolisch delegaat was in Japan,
te Napels aankomen.
Daar Mgr. Mooney, die aposto!isc]l delegaat
was in Oost-Indië, in zijn pj^tg benoemd is,
is laatstgenoemde delegatuur vacant.
Hier wordt beweerd, dat de H Vader tot
delegaat van Oost-Indië benoemd' beeft den
tegenwoordigen generaal der Passionisten,
Pater Leo van het H. Hart, den Nederlander,
Petrus Kterkels.
DR. C. DE BOER
Meer respect voor dikke woorden
dan voor behoorlijk inzicht?"
Arnhem, 5 April 1931.
In onze beschouwing van gisteren hebben wij
nog kunnen melden, dat de resolutie van het
■bestuur der S.D.A.P. tegen den linkervleugel
werd aangenomen met 838 stemmen vóór, 493
tegen en 204 bamoo. De bekende revolutiomnaire
vak vereen igingsman, de heer Edo Fimmen,
bad de resolutie fel bestreden. Hij noemde
haar het gevolg van een rel tegen den linker,
vleugel, en beet bet partijbestuur toe: „Wij
zijn naïevelingen, omdat wij gelooven in het
■socialisme, dat jullie ons verkondigd hebt,
toen ge zelf jong waart".
Ir. Albarda qualificeerde de linksche oppo
sitie als een opposition quand mêmehaar
leider Schmidt was in 't partijbestuur altijd
o-pposant. De leider der S.D.A.P. erkende, dat
er in de partij groote verschillen -bestaan tus
schen richtingen en generaties (het Katho
lieke Eerste Kamerlid de Bruyn hèd dus ge
lijk, toen hij dit eenige weken geleden aan
den heer Mendels zei!) maar men diende
elkaar te begrijpen. De critiek op buitenland-
eche' partijgenoot-en, die regeeren, noemde de
ih-eer Albarda belachelijk. Hij wilde niet hèt
Woed der linkschen zien, maar betoogde, aan
•de hand van een rede, welke Edo Fimmen op
24 April 1929 -te Oslo voor de Noorsche, niet
hij de soc. internationale aangesloten arbel
derspartij hield, -dat wel degelijk een plan was
beraamd om een nieuwe internationale op te
irichten. Deze rede sloeg in: zij teekende Fim
men als den half-communist, die den linker
vleugel op sleeptouw nam en de heeren
Sohmidt en Oldenbroek konden dezen laatsten
indruk, niet wegnemen. Ook Fimmen zelf
•slaagde hierin niet: de meerderheid van het
•congres was 't eens met den heer de Zeeuw,
die Fimmen „ontmaskerd" achtte, als den het
■communisme wel genegen auctor intellectua
lis der linksche oppositie.
Het partijbestuur dreef de stemming door
over zijn resolutie ondanks het feit, dat ver
schillende afgevaardigden niet wilden stem.
men, wijl de zaak niet in hun afdeelingen be
sproken was. Dit maakte de stemming zeker
onzuiver, maar wie de cijfers beziet, bemerkt
ito-ch, dat de invloed van den linkervleugel niet
ta onderschatten is. Dit bleek trouwens wel
uit het ostentatief applaus waarmee een deel
der congressisten telkens de linksche sprekers
begroette.
Eén opmerking .moet ons in dit verhand
van het hart. Er was meer dan één soc.-demo-
craat, die met zekere voldaanheid onze aan
dacht vroeg voor de ruime gelegenheid van
„het vrije woord". Ongetwijfeld geeft het Con
gres een indruk van die vrijheid. Maar men
moet dit niet overschatten. Het partij-bestuur
(rantsoeneert den spreektijd doodbedaard tot
5 minuten (men deed dit Zaterdagavond en
ook Zondag)het laat in stemming komen wat
•en zooals het wil, ondanks protesten en het
voert massa's voorstellen rustig maar zeker
van de agenda af. Natuurlijk, dit kan niet
anders, wil men niet blijven congresseeren 1
Maar de vrijheid wordt zoo toch aardig be
perkt, vooral als men bedenkt, dat het heusch
•niet de gewichtigste -dingen zijn, waarmee men
hét Congres uren afmat zoo b.v. allerlei
opmerkingen over de soc-dem. pers, die elke
journalist vrij belachelijk vindt en zeer
voorname kwesties elimineert. Daar komt bij,
dat meer dan één spreker zijn hart luchtend,
•vraagstukken entameert, die hij niet aan kan
en waarop van de bestuurstafel met een enkel
woord wordt gerepliceerd. De discussies op de
vergaderingen van de Kath. Staatspartij lijken
ons in 't algemeen op booger peil te staan, al
is voorzitter mgr. Nolens veel strenger wat
•den spreektijd betreft. Maandag schoot de lei
ding trouwens een oogenhlik wel heel erg
tekort op het -socialistisch Congres.
Wat de aangenomen resolutie tegen de
linksche oppositie betreft, de toekomst moet
•leeren, hoe het bestuur der S.D.A.P. deze zal
uitvoeren tegen de vrij sterk georganiseerde
'groep.
EEN ZONDAGMORGEN VOL DITJES EN
DATJES
Nieuwe hoogleeraar te Leiden
Bij Kon. besl. is benoemd tot gewoon hoog-
Veraar in de faculteit der letteren en wijsbe-
«■■eerte aan de Rijksuniversiteit te Lei-den, om
heerwijs te geven in de Romaans-obe taal en
letterkunde, dr. C. de Boer, lector aan dis uni
versiteit.
Optreden van jongelui, en heetgebakerden
De Zondagmorgen werd zoek gebracht met
opmerkingen van afgevaardigden over ditjes
en datjes. Zoo wilde mevr. Wibaut de vrijheid
voor den buiten-gezinsarbeid van de gehuwde
vrouw integraal gehandhaafd zien, ondanks de
bezwaren, waarvan de heer H. Polak zich tot
tolk heeft gemaakt. De heer Wibaut zelf ful
mineerde nog eens tegen de wet op de finan-
cieele verhouding van 1929 en een afgevaardig
de uit Heerlen, die applaus verwierf voor zijn
lofprijzing van 's heeren Drops welbekende in
discretie, scheen vooral bezwaren te hebben
tegen de actie van het apologetische blad
„Overal". De man moest bekennen, dat de
socialisten er nooit in werden genoemd, maar
de S. D. a. p. had er toch last van. Hij zou
gaarne zien, dat het zeggenschap der Katho
lieken buiten Limburg kunstmatig even gering
werd gemaakt, als het voor de socialisten in
Limburg is. Het was een der dwaasheden, welke
het bestuur de moeite van beantwoording niet
waard achtte.
De heer Ankersmit, hoofdredacteur van „Het
Volk", vendedigde zijn blad en kondigde ge
westelijke bladen aan voor Friesland, Gronin
gen, Overijssel, Drenthe en Den Haag. Daar
na zou men met het Zuiden beginnen. Het ver
baasde ons. dat deze bekwame journalist voor
de zooveelste maal het dwaze praatje verkocht
an „een Katholieken politicus", die vrijheid
zou hebben geëischt voor zich zelf op grond
van eigen beginsel, maar krachtens datzelfde
beginsel die vrijheid aan anderen zou weigeren.
De heer Ankersmit diende toch te weten, dat
deze aan Louis Veuillot toegeschreven bewe
ring, een leugenachtige legende is. De beleggers
in de S. D. A. P. kregen intusschen de ver
heugende mededeeling, dat „Hot Volk" binnen
afzienbaren tijd een uitgebreide financieel© ru
briek zal krijgen. Men zal verstandige men
schen wel niet willen wijsmaken, dat dit alleen
ter theoretische scholing in de geheimen van
het kapitalisme is 1 De verkiezng ,van den
hoofdredacteur van „Het Volk" was zoo vlot
gegaan, dat niemand in onz? omgeving er iets
van had bemerkt. Trouwens, de heer Vleming
deelde mee, dat ook nog nooit een balans van
de N.V, de Arbeiderspers was gepubliceerd.
Het zijn kleinigheden, als men wil, maar zij
teekenen de dwaasheid van een overspannen
democratie. De honderden menschen, die hier
bijeen waren, zijn niet in staat balansen te le
zen en het is onzin hen te laten oordeelen over
de al- of niet-geschiktheid van een hoofdre
dacteur. Het maakt een belachelijken indruk,
wanneer een jongeman in een sporthemd, dat
blijkbaar zijn radicalisme symboliseert, de Ka
merfractie ter verantwoording roept over wet
ten, waarvan hij den tekst blijkbaar niet zag.
Toevallig wais 't dezelfde afgevaardigde, die
Maandagmiddag den heer Albarda zoo dwaas In
terrumpeerde, dat deze zei: „Och, doe u nu uw
best eerst eens andermans gedachtegang te vol
gen". Jawel, de meesten hébben nu eenmaal
geen klaren gedachtengang. Dat is geen ver
wijt men kan niet verwachten, dat een hard
werkende arbeider allerlei ingewikkelde pro
blemen beheerscht en uiteenzet maar dan is
'took dwaasheid de suggestie te wekken, als
konden zij 't wel. Het is de vernietiging van
gezonde democratie, wanneer de eerste de beste
als gelijkwaardige debatteert met den leider
van de op een na grootste Kamerfractie. Trou
wens, wij hoorden een man als professor Bon-
ger heel wat ongezouten opmerkingen brommen
over jongelui, die optraden met een air als
borg geen kwestie voor hen ook maar één
moeilijkheid. Het vrije woord is mooi en het
recht op critiek is gezond, mits beide op reëele
wijze worden gepractiseerd. Anders zijn het
uitstekende middelen tot destructie in handen
van heetgebakerde menschen, die blijkbaar
worden afgevaardigd door afdeelingen met
meer respect voor dikke woorden dan behoor
lijk inzicht. De dwaze redeneeringen, welke wij
in deze Oongres-zittingen hoorden, waren zóó
legio, dat men werkelijk nog respect moet heb
ben voor de leiders, die deze redeloosheid met
wat tactiek en ervaring wisten te beheerschen.
Laat ons er bij voegen, dat de oudere partijge-
nooten trouwens uitnemend de kunst verstaan
door teekens van goed- of afkeuring de leiding
te helpen op kritieke momenten. Het valt den
buitenstaander op, en, als hij zin heeft voor
orde en tucht, kan hij zich daarin alleen maar
verheugen.
Botsing tusschen, de elementen
DE STRIJD IN DE PARTIJ DUURT VOORT
Het bestuur der S.D.A.P. had het Congres een
resolutie voorgesteld, waarvan de strekking
was het oude standpunt te handhaven en waar
van de aangevochten passage luidde: „Het
Gongres der S.D.A.P. blijft rekening houden
met de mogelijkheid, dat onder bepaalde om
standigheden een mobilisatie van beperkten
omvang, op den voet van een veiligheidswacht,
ook door de Partij onvermijdelijk kan worden
geacht ter bescherming tegen gevaren, waaraan
een oorlog buiten onze grenzen, de bevolking
van ons land bloot stelt, of ter voldoening der
volkenbondsverpMcihitingen".
Van den beginne af was het duidelijk, dat
vooral deze passage in ihet brandpunt der dis.
cussie zou staan. Niet minder dan veertien
pagina's van den beschrijvingsbrief waxen in.
genomen door maar even een veertigtal verder
gaande voorstellen. Deze vonden hun uitdruk
king in een resolutie der oppositie, bevattende
het besiluiit „dat de S.D.A.P. elke verantwoor
delijkheid voor de militairistische politiek der
Nederlandsehe bourgeoisie onvaarwaardelijk ©n
onder alle omstandigheden afwijst en derhalve,
handhavend den eisch van nationale ontwape
ning, iu tegenstelling met de door hiet in 1928
gehouden congres aangenomen resolutie, elke
mobilisatie verwerpt en bestrijdt".
Tusschen deze twee opvattingen ging oogen-
schijnlijk de strijd; in waarheid was het de
totsing tusschen de revolutionnaire en evolu-
t'ionnaire elementen in de partij en de eerste
stonden hier zooveel sterker omdat zij zich kon
den beroemen op het valsohe sentiment, dat de
•z.g.n. vredesresoluties van Rome en Den Haag
voortbrachten en ook de anti- weermacht-poli
tiek der S.D.A.P. bepaalde.
Zondagmiddag om half vijf begon de dis
cussie, die voortduurde tot Maandagmiddag en
wederom een nieuwe fase was in den strijd
tusschen rechts en links, die ook Zaterdag was
gevoerd.
Voor ir. Albarda is de oorlog een ramp, die
met behulp van den Volkenbond en de "vredelie
vende volksgroepen kan worden tegengehou
den. Het oorlogsgevaar is er, maar de leider
der S.D.A.P. acht het niet acuut en, zooals mr.
van Wijnbergen het voor den microfoon bepleit
heeft, achtte ook ir. Albarda noodig den druk
der publieke opinie op de a.s. conferentie tot
beperking deT bewapening, waarbij alle klassen
belang hebben, niet alleen de arbeidersklasse.
De heer Albarda erkende, dat nationale ontwa
pening den wereldvrede niet verzekert, maar
bij verdedigde weer de stelling, da.t bert hebben
van een leger een prikkel tot oorlog voeren is
en hij herinnerde aan ophitsing gedurende de
mobilisatie. Dacht de leider der S. D. A. P.
toen misschien aan bet bekende artikel van den
beer Vliegen? De heer Albarda parafraseerde
nog eens de bekende verklaring in de Kamer
maar gedetailleerd zeggen, hos een eventueele
sabotage zou worden gevoerd, kon noch wilde
hij. Evenmin kon hij het standpunt aanvaarden
van de oppositie, welke zich tegen elke mobili
satie verziet. De leider der S. D. A. P. aan
vaardt de mogelijkhetd van ©en gedeeltelijke
mobilisatie: dat doet ook de soc. dem. Kamer
fractie. Zij moet dit doen omdat, zou er weer
een oorlog in. W. Europa komen, de Volkenbond
uit elkaav zou liggen en automatisch het oude
volkenrecht herrijzen, dat Nederland weer
neutraliteitspiichten zal opleggen en handha
ving der onzijdigheid (op dit punt verschilt de
S.D.A.P. duis met den leider der vrijz. demo
craten).
De heer Albarda denkt aan mobilisatie als
ons land had in 1859 en 1870 en verzekerde,
dat de Nederlandsehe generale staf 't instituut
der gedeeltelijke mobilisatie® nog kent. Zoo'n
mobilisatie zou noodig kunnen zijn o-m die
bevolking der overvallen zuidelijke provinciën
het uitwijken naar het noorden gemakkelijker
te maken, vijandelijke troepen te interneeren,
smokkelhandel te onderdrukken.
Over sabotage-maatregelen wilde de heer
Albarda zich niet uitlaten. Ze zijn er niet. Want
openbaarde men ze, dan nam de regeering na
tuurlijk dadelijk tegenmaatregelen en hield
men ze geheim, dan maakte men van de
S.D.A.P. een bende samenzweerders.
Wel kondigde ir. Albarda aan. dat de soc.
dem, fractie zou pogen te verkrijgen: le wijzi
ging van art. 187 van de grondwet, zoodat
over de mobilisatie beslist zal worden door het
parlement, 2e een wet, dat ook mobilisatie van
den vrij willigen landstorm niet dan na parle
mentaire goedkeuring zou kunnen geschieden
en 3e een verbod van het bestaan van alle
korpsen, die de wet niet kent.
De rede van den heer Albarda, die een drin
gend beroep op bet Congres had gedaan de
partij-resolutie te aanvaarden, bevredigde den
linkervleugel niet. De heer Fimmen meende,
dat de bevolking beschermen beteekende: oor
log. „Zorg dan, dat je leger zoo sterk mogelijk
is". Hij wil de „sociaal-patriotten" tot inter
nationalisten maken en verklaarde landver
raad volgens burgerlijke begrippen voegde
de spreker er slim genoeg bij te verkiezen
boven verraad aan het internationalisme.
Voorzitter Oudegeest constateerde, dat de
door Fimmen gevraagde algemeene staking om
een oorlog te beletten door het I.V.V., en met
name door Fimmen zelf, niet mogelijk was ge
acht. Inderdaad maakte de revolutionnaire vak-
vereenigingsbestuurder geen sterken indruk.
Maar na hem waren er nog talrijke debaters.
Met handopsteken nam 't congres toen een
voorstel aan om de heeren Fimmen en Albarda
te laten verder debatteeren met uitsluiting van
alle anderen. De voorzitter beging toen eerst
de fout, dat hij na aanneming van dit voorstel
van orde. het woord over de orde gaf aan den
linkschen leider Schmidt, die door een deel met
applaus en door een ander deel met gejoel
werd ontvangen. Er ontstond toen een helsch
kabaal, veroorzaakt door degenen, die Schmidt
niet wilden laten spreken. Dit gebeurde toen
ook niet, maar de voorzitter maakte daarop
nog een veel grovere fout door den heer
Schmidt in plaats van Edo Fimmen verder te
laten debatteeren tegen ir, Albarda. Dezen
kwam dus in de positie te staan, dat hij een
nieuwen tegenstander kreeg met nieuwe argu
menten. Nadat de leider der S.D.A.P. het be
toog van den heer Fimmen had bestreden als
anarcho-communistisch en onaannemelijk voor
de partij, betoogde de partij-bestuurder Schmidt
o.a.: Gij zijt al op den illegalen weg, want gij
verwerpt de landsverdediging, welke de Grond
wet voorschrijft en gij moet onze oppositie niet
veroordeelen, want gij verheerlijkt de oppositie
in de Belgische socialistische partij, die ook
ontwapening eischt in tegenstelling met haar
leiders". De heer Schmidt, die alle resoluties
bloedig ernstig neemt, en alleen gelooft in de
socialistische internationale, wil de meest ex
tremistische politiek en natuurlijk oogstte dit
radicalisme weer veel succes.
Ir. Albarda probeerde 's middags uit alle
macht het Congres te overreden „eigen weg,
geteekend met de stift van eigen beginselen"
te gaan. Hij slaagde hierin, maar in hoeverre?
Dit is niet te zeggen, want ondanks protest,
werd over de resolutie van het partijbestuur
met handen opsteken gestemd.
En deze resolutie kwam de oppositie door
een wijziging nog wel in zooverre tegemoet,
dat men in haar de verklaring opnam, dat „voor
zoover mogelijk, maatregelen (zouden worden
voorbereid) tot uitvoering van de resoluties
van Rome, Den Haag en Hamburg, welke het
tot plicht der (soc.) internationale arbeiders
beweging hebben verklaard met alle haar ten
dienste staande middelen te trachten het uit
breken van den oorlog te voorkomen". Dit
amendement werd echter tot nul gereduceerd
door ir. Albarda's uitdrukkelijke toelichting,
dat hiermee niets aan het standpunt van het
partijbestuur veranderde 1
Niet voor niemendal zei de voorzitter in zijn
slotwoord, dat de gevoerde discussies wel had
den bewezen, dat betere relaties tusschen be
stuur en afdeelingen noodig waren om hetere
voorlichting te doen verkrijgen over beginsel
en kritiek der partij.
Practisch was het Congres met deze discus
sie, even over drie, geëindigd. Voor de werk;
loosheidsresolutie was er maar matige belang
stelling en dat de heer Kleerekoper voortaan
in den partijraad, inplaats van in het partijbe
stuur zal zetelen, interesseerde ook maar wei
nigen.
Het Gongres is geëindigd, maar tenzij het
parijbestuur krasse maatregelen neemt tegen
de stelselmatige, georganiseerde oppositie van
links, duurt de strijd in de partij voort. Ofwel
links behaalt de zege en radicaliseert weer voor
een tijd de sociaal-democratische beweging, of
wel er komt binnen een afzienbaren tijd een
tweede Deventer. Tot dusver beheerscht het
evolutionnair element de partij. Maar het ver
loop van het Congres bewees, hoeveel moeite
de linkervleugel veroorzaakt en hoever zijn in
vloed reikt, vooral onder de jongeren Het pe
nibele is, dat de heer Schmidt gelijk had, toen
hij Zaterdagavond zei: „Als men ons er uit
"werkt, zullen er toch weer nieuwe opposanten
opstaan." Dit is het gevolg van het -tweeslachtig
karakter der partij, die reformistisch wil zijn
in de practijk, maar revolutionnair blijft in sen
timent en theorie. Voor den ernstigen toeschou
wer blijft de S. D. A. P. politiek gesproken een
onbetrouwbaar element.
Het congres, dat o.m. werd bijgewoond door
den heer Longuet, een klein-zoon van Marx en
lid der Fransche socialistische partij, heeft als
leden van het dagelijksch bestuur herkozen de
heeren F. M. Wibaut, E. Boekman en J. W.
Matthijssen.
Algemeene protesten
ALLEN TOT ORGANISATIE OPGEROEPEN
BATAVIA, 6 April. (ANETA).
Drie duizend ambtenaren woonden gisteren
avond een protestvergadering bij in den Die
rentuin tegen de salarisverlaging. Ook tal
rijke autoriteiten en leden van den Volksraad
waren aanwezig. Het woord werd gevoerd
door de heeren Kriens namens de associatie
van academici, van Loon, die namens den
Kath. onderwijzersbond salarisvermindering, in
welken vorm ook afwees en Reens, leider van
het V.V.L. Aangenomen werd een motie,
waarin geprotesteerd wordt tegen elke ver
mindering der positie en men zich stellig
voorneemt zich met alle wettig geoorloofde
middelen daartegen te verzetten. De motie
■roept alle ambtenaren op om zich zoo sterk
•mogelijk te organiseeren, teneinde door ge
zamenlijk krachtig optreden de uitvoering van
leze en andere voor land en ambtenaren fnui
kende maatregelen te voorkomen.
Deze motie is telegrafisch ter kennis van
den Minister van Koloniën gebracht.
De Indische bediende zou liever
gedood willen worden dan in
de gevangenis gezet
UIT BE SUIKERINDUSTRIE
Te Zevenbergen
WEER E'EN MASSA-ONTSLAG
AANGEZEGD
Daar het nu vast staat, dat de Coöp. Beetwor
telsuikerfabriek te Zevenbergen in het a.s.
seizoen niet zal deelnemen aan de campagne,
is per 1 Juni a.s. het grootste deel van het per
soneel ontslag aangezegd. Dit ontslag omvat
het gebeele kantoorpersoneel en het vaste per
soneel pp de gorrea, totaal ongeveer 90 man,
„In een zeer geprikkelden toestand
zoodat hij eigenlijk niet wist, wat
hij deed en de gevolgen niet
kon overzien?"
Den 30sten Januari jl. vertrok de heer Soe-
parwi die pas zijn doctoraal examen in de vee
artsenijkunde met gunstig gevolg afgelegd had,
om half negen 's morgens uit zijn woning aan
de Koppellaan te Bilthoven naar Utrecht, om
daarin 's middags te ongeveer drie uur weer
te keeren. De heer Soeparwi kwam toen tot
de verschrikkelijke ontdekking, dat zijn inland-
sche bediende Sono, mevrouw Soeparwi en
haar beide zoontjes met messteken had ver
moord en zich zelf had getracht te dooden door
middel van gas.
Voor den rechter-commissaris heeft., zooals
hekend, de bediende zijn misdrijf erkend.
Dinsdagmiddag had Sono, een 20-jarige jon
geman, zich voor de rechtbank te Utrecht e
verantwoorden. Als tolk fungeerde tijdens de
zitting de heer Mas Prijohortomo, lector in liet
Javaansch, terwijl de raadsman van den ver
dachte, mr. v. d. Bregghen te Zeist was.
Het eerst werden de deskundigen door den
president, mr. J. E. v. d. Meuien, gehoord^
Prof. dr. J. M. Baart de la Faille, die de drie
lijken had geschouwd, bevestigde zijn verkla-
ringen in het rapport gedaan, dat de slacht
offers tengevolge van diepe sneden in den ha s
het leven hadden verloren en er geen afwij
kingen waren gevonden, die op een natuui ij
ken dood zouden wijzen.
Dr. Scholten, een psychiater met 22 jaren
praktijk in Indië, zei, dat de verdachte wel
toerekeningsvatbaar is maar in een zeer ge-
prikkelden toestand verkeerde, omdat een be
lofte, hem gedaan, niet nagekomen was, zoodat
hij eigenlijk niet wist wat hij deed en de ge
volgen niet kon overzien. Dit geldt volgens den
deskundige, voor eiken inlander onder derge
lijke omstandigheden. Het is een typisch in-
landsche daad.
De Officier van Justitie wees erop, dat de
inlander toch tegen hooger geplaatsten opziet.
Hierop gaf dr. Sch. ten antwoord, dat de
vrouw bij den inlander in minder hoog aan
zien staat.
Verdediger: f)e emotie moet dus zoo sterk
geweest zijn, dat hij er geen weerstand aan
kon bieden.
Desk.: Ja.
De verdediger vroeg verder of ook het dooden
van de kinderen uit één en denzelfden drang
voort was gekomen,. Ook hierop antwoordde de
deskundige bevestigend.
Hierna trad als getuige de heer Soeparwi, de
zoo smartelijk beroofde echtgenoot en vader,
naar voren. Deze verhaalde van zijn ontdek
king in zijn huis aan de Koppellaan.
Pres.: Is aan Sono beloofd, dat hij mee
naar Indië zou gaan, en daar vee-manjoer zou
worden.
Get.: Ja, en daarom moest hij Hollandsch
leeren. Verdachte heeft ook oefeningen in deze
taal gemaakt. Over het algemeen was Sono
een goede jongen, gewillig en gehoorzaam. Al
leen de laatste drie dagen stiller.
De'heer Soeparwi vertelde dan, dat de be
diende zijn vrouw vroeg om Hollandsch te
spreken. Dat deze toen met ruwe woorden zou
hebben geweigerd, achtte hij onwaarschijnlijk.
Verder verklaarde heer S., dat Sono een kopje
had gebroken en hij hem toen gezegd had, dat
hij voorzichtig met het gehuurde tafelgerei
moest zijn.
Daarna vertelde de 25-jarige groentenhande-
laar v. G„ dat hij 's ochtends om pl.m. half
10 aan het huis aanbelde, door mevrouw werd
opengedaan en nog even met de kinderen speel
de. Een knecht van een wasscherij deelde ech
ter mede, dat toen hij ongeveer om 10 uur
aanbelde, niet werd opengedaan en derhalve
weer wegging. De vischhandelaar C. H., be
weerde, dat hij ongeveer om kwart voor elf
visch kwam brengen, en door het raam Sono
op den grond zag liggen, doch hier geen ern
stige vermoedens om kreeg.
Voorts werden gehoord een controleur van
de Spoorwegen, die met den heer Soeparwi het
huis binnenging, na de achterkeukendeur in
getrapt te hebben; hij vond de slaapkamerdeur
op slot en de twee knippen op de voordeur;
verder beschreef de getuige de bekende ontdek
king. Ook de heer Smit te Bilthoven gaf weer,
Wat hij in de kamers aantrof, en hierop ver
telde de politiebeambte Muilman zijn ervarin
gen: in den linkerbroekzak van Sono vond hij
den sleutel van de slaapkamer, waarin de drie
lijken lagen, aan het bed bevestigd: een strop
van touw, aan den binnenkant van de voor
deur een bloedvlek, en bij den bediende een
mes op den grond.
Een assistent van het Pathologisch instituut
die den dader onderzocht had, zei, dat hij op
hem geen spoor heeft gevonden, dat duiden kon
op een sexueele handeling vóór de daad.
De 20-jarige meubelbewerker, die sinds één
jaar bevriend was met Sono, getuigde, dat deze
gemakkelijk met de Nederlandsehe jongens om
ging en heel goed over de familie Soeparwi
sprak. Op 29 Januari had Sono echter tegen de
moeder van den vriend gezegd, dat mijnheer
erg boos was en hij niet uit mocht, als me
vrouw alleen was; want het slot van de deur
was stuk.
Van tijd tot tijd vroeg de president via
den tolk aan de verdachte, of hij het met deze
wijze van voorstellen eens was, soms beves
tigde Sono deze, soms echter zei hij het zich
niet precies te kunnen herinneren.
Na het getuigenverhoor stelde de president
den verdachte allerlei vragen. In zijn antwoord
hierop zei Sono o.a., dat hij ook de kinderen
doodde, omdat hij zijn verstand kwijt was ge
raakt: hij had niet alle drie personen willen
vermoorden.
De president wees op de verklaring van den
verdachte voor den rechter-commissaris, dat hij
dit laatste wel in den zin had gehad.
De verdachte zei verder zich eerst met het
mes van kant te hebben willen maken, doch,
toen dit te bot bleek, nam hij de gasslang te
baat. Voorts zei hij, dat hij na het vernemen
van de Merapi-ramp zeer geschokt was en in
verhand hiermede steeds aan zijn moeder dacht
en van haar droomde. Hij kon daardoor zijn
werk niet zoo goed meer doen en kreeg daarom
standjes.
Op verzoek van den verdediger werden hierna
twee brieven, die Sono in het Huis van Be
waring had geschreven, te voorschijn gehaald,
één van 15 Februari aan een familielid, en één
Hollandsche, gedateerd 28 Februari, aan zijn
vriend Kees. De verdachte gaf toe. in de brie
ven de waarheid te hebben verteld; ook in
deze brieven werd de misdaad bekend.
In zijn requisitoir rei mr. Fablus, de officier
van Justitie o.a, dat hij groot* deernis had
JVe kunnen het ook noemen een verschit
van meening; anderen noemen het de taktieli
van een linkervleugel in de parti}. In iedet
geval: ze zitten niet in één schuitje.
We bedoelen de leidende sociaaldemocraten
in deze lage landen cn de jongsocialisten,
de. links-socialisten of hoe U de volgelingen
van de heeren Schmidt cn De Kadt ook no«-t
men wilt.
Dit feit staat vast. Dit is noodig voor veri
leden en toekomst. Ook in de katholieke
Staatspartij bestaan verschillen; geen ver
schillen van beginsel; wel van toepassing in
de praktijk, van tempo.
Meer van socialen aard, zooals laatst
iemand zei. Die verschillen komen altijd met
reuzeletters in de socialistische bladen. Jaar
en dag is er getamboerd op dezelfde groote
trom: de katholieke Staatspartij is een on-:
ding, een monster, want die houdt menschen
bij elkaar, die het niet in alles precies eens
zijn met elkander. Met die redeneering voor
oogen zouden wij nu moeten besluiten: in de
S. D. A. P. leven groote en ernstige geschil
len: zoo groot, dat de Voorzitter gedreigd
heeft, heel ernstige maatregelen te moeten
nemen, m.a.w. de heeren er uit te zetten.
Wat voor een partij moet dan de S.D.A.P,
wel zijn, dat ze al die verschillen maar aan
elkaar lijmt?!
Die linksche heeren bedreigen de eenheid
der partij; zij storen zich aan geen hoofd
bestuurlijke wenken; derhalve moet er scherp
worden opgetreden.
Dat het er wel een beetje brult, bewijst d4
stemming over de motie: het meerendeeI
gaat met de leiding mee, een flinke minder-
hcid komt er tegen op en ook nog een res
pectabel getal laat alles blauw-blauw.
Wc willen maar zeggen, dat volgens de
opvatting der verantwoordelijke leiders de
toestand niet zoo onverdeeld gunstig ge
noemd moet worden.
Het zijn de jongeren en de intellectueelen
in de partij, die vooral op hun achterste
beenen schijnen te staan.
We wachten af, wanneer de sociaaldemo
cratische bladen weer eens komen met be
richten .over de scheuren in de Katholieke
Staatspartij.
met den heer Soeparwi. Verder vestigde hij de
aandacht op de goede behandeling, die de
bediende bij de fam. Soeparwi ondervond. De
verdachte heeft taaloefeningen gemaakt en uit
den laatsten brief blijkt, dat hij het Neder-
landsch vrijwel geheel machtig is. Mr. Fabius
vond, dat de psychiater niet van juist stand
punt is uitgegaan; dit blijkt wel uit de wijze,
waarop de moord is geschied. De officier con-
stateerde doodslag, driemaal gepleegd. Om
voorbedachte rade aan te nemen, is geen aan
leiding aanwezig, maar van één ongeoorloofd
wilsbesluit is geen sprake. Mr. Fablus eischte
twintig jaar gevangenisstraf, in Nederland door
te brengen.
De verdediger, mr. v. d. Bregghen, die hier
op zijn pleidooil aanving, was het met den Of
ficier eens, waar deze zei, dat er geen aan ei-
ding was om voorbedachte rade aan te nemen.
Er is echter wel één aanleiding in tegenover
gestelde richting: Sono heeft na den dood van
mevrouw Soeparwi de voordeur gesloten; als
het nu waar was, dat hij In kalm overleg zijn
plan had gesmeed, dan had hij zich er éérst
van overtuigd, dat de voordeur gesloten was.
De man zal wegens doodslag veroordeeld moe
ten worden. Pleiter wees er op, dat de dader
nu na zijn misdrijf begrijpt, dat hij zich zelf
niet was en zijn bewustzijn van goed en kwaad
afwezig was. Men moet zich de positie van een
inlander in Nederland voorstellen. Het is waar,
dat hij met Nederlanders sprak, maar als een
inlander bezwaren heeft, dan uit hij die niet
tegenover Europeanen, en de inlandsche familie
was te hoog geplaatst. Een inlander Is fijn be
snaard. Is hij van meening, onrechtvaardig be
handeld te zijn, dan gaat hij heen. Maar dit
was hier niet het geval. Hij was er immers
fel op, om Nederlandsch te leeren, mevrouw
Soeparwi kwam hem hierin niet tegemoet en de
heer Soeparwi sprak in het Javaansch. De toe
zegging, zoo meende Sono, moest ingewilligd
worden. De heer Soeparwi heeft zelf erkend,
dat Sono in Indië naar een haantje als dorp-
schrijver had gesolliciteerd, maar afgewezen
was, omdat hij geen Nederlandsch kende. Ook
zei de heer S., dat zijn vrouw hem alles ver
telde, maar het is best mogelijk, dat mevrouw
bij een geschil met den bediende tegenover
haar man het zwijgen bewaarde. PI. verzocht
de rechtbank hij het bepalen van de straf, op
het deskundigenrapport te letten, en niet op
het feit, dat Sono den dood vraagt en zich nu
thuis voelt in de gevangenis.
Toen de president den dader vroeg, of hij
hier nog iets aan toe te voegen had, antwoord
de hij, dat hij liever gedood dan in de gevan
genis gezet werd.
Uitspraak over 14 dagen.
Te Tjisajong, regentschap TasikmaJaja, heeft
er in kampong Pangwedoesan desa Tjalingtlng
een afschuwelijke moord plaats gehad. De ver.
slagen© genaamd AdTapi alias Sa/tjaddrama
stond bekend als een echte boef en was afkom
stig van kampong Sanding meldt het A. J. D.
Dezer dagen was hij er op uit om in kampong
Pangwedoesan zijn slag te slaan en kwam In
huis bij een zekeren Atmadiredja. Terwijl hij
aldaar bezig was zijn buit in te pakken, werd
de bewoner wakker, die den boef greep; doch
deze Witst zich los te rukken. Op het ge
schreeuw van Atmadiredja liep de kampongbe
volking te bo ip en werd de boef op genoemd
erf overmand en doodgeknuppeld. In dienself
den nacht werd Adrapï door de daders begra
ven. Kort daarna kreeg de assistent-wedan®
van Tjisajong van het gebeurde kennis, waarop
het lijk werd begraven, waarbij bleek dat hij
verscheiden© golokhouwen had opgeloopen. De
daders, een 36-t.al kampongbewoners, zijn be
reids opgespoord en hebben bekend de daad te
hebben gepleegd.
Adrapi bleek een beruchte boef te zijn, d'ie
enkel van diefstal en inbraak leefde.
BLOEMBOLLENTEELT IN LIMBURGS
Uit Venlo wordt -bericht, dat in Noord-Lim
burg onder deskundige leiding een uitgebreide
proef aal worden genomen met de teelt vatff
bloembollen.