HET PAASCHCONGRES DER S. D. A. P. VERSCHRIKKELIJK DRAMA WOENSDAG 8 APRIL 1931 V DE EERSTE BLADZIJDE De dwaasheid van een overspannen democratie MENSCHEN EN MEENINGEN nieuwe apostolisch dele- gaat in oost-indie MAATREGELEN TEGEN DE LINKSCHEN HET MILITAIRE VRAAGSTUK VERLAGING DER SALARISSEN VAN DE INDISCHE AMBTE NAREN TWINTIG JAREN GEëlSCHT EEN BEETJE RUZIE AFSCHUWELIJKE MOORD IN ONZE OOST De daders hebben bekend We komen weet in den tijd der ver kiezingen. Dan kunnen verrscnillende menschen de gelegenheid niet voorbij laten gaan, om hun mond te houden en den dop op de vulpen te laten. Toch zouden ze door dit wel te doen de maatschappij een grooten dienst bewijzen ook aan zichzelf. Want bij zulke gelegenheden komen ze voor den dag in zoon Havelooze en zoo'n ouder wets che plunje, dat men zou gdan denken dat het nog carnaval is. Toch is Paschen voorbij. En dat de vastentijd hen wat sterk heeft aangegrepen, gelooven we niet. De afdeeling Rotterdam van de liberale Staatspartij en den Vrijheidsbond hebben in deze lentedagen een vlugschrift het licht doen zien en druk verspreid. Op den omslag staat, dat het een overdruk is uit de N.R.C van een half jaar geleden. Het geschrift heeft tot titel: „liet socia lisme in de praktijk". We zijn er aan begonnen, en hopen het door te kunnen worstelen. De eerste bladzijde schrikt een niet-liberaal mensch al dadelijk af. Wat voor taal is dat toch! En wat een verwarring! Aldus begint het: „Niettegenstaande door ieder terzake kundige wordt erkend, dat d grondslagen van het oorspronkelijk socialis me van Marx in het algemeen niet meer gehandhaafd kunnen worden, is in vele op zichten oms Staats- en maatschappelijk leven van sociale beginselen langzamerhand door trokken, véél meer dan men zoo oppervlak kig wel zou denken". Bij zoo'n inleiding houdt men onwille keurig zijn hoofd vast. Wat nu? Wat staat daar nu eigenlijk? Wij meenen, dat het volgende bedoeld worctt: Marx is de vader van het socialisme De beginselen van dat Marxistische socialis me hebben tegenwoordig de meesten over boord geworpen. Die kan men op den dag van vandaag niet meer houden: ze werden al lang weerlegd; hoe geleerd ze er ook uit zagen, ze bleken wetenschappelijk voos te zijn. Ieder, die eenigszins op de hoogte is, geeft dat toe. Hoewel dat nu zoo is, dus: hoewel de beginselen van Marx voor oud-roest te koop liggen op de wetenschappelijke Zater- dagsche markt, moeten we toch toegeven, dat ons Staats- en maatschappelijk leven „langzamerhand" doortrokken is van sociale beginselen. Met andere woorden: de beginselen gooit leder weg, maar met de practij.k zitten wij opgescheept. Ja, veel meer dan men „opper vlakkig" zou denken. Hier moeten we al dadelijk op onze achterste beenen gaan staan. De schrijver uit de N. R. C. smokkelt hier doodgewoon het woord „sociale" beginselen binnen met de beteekenis van „socialisti sche" beginselen. Andres begrijpen wij geen snars van dien zin. Dat mag geleerd staan, niet oppervlakkig, en erg.liberaal aandoen, we moeten van zulke handigheidjes niets hebben. Sociaal en socialistisch beteekent1 op geen stukken na hetzelfde. Daar bestaan tal" van sociale beginselen, sociale personen en sociale instellingen die met „socialistisch" niets aan de pet hebben. Socialistisch is de bepaalde vorm van i.sociaal", die door Marx en zijn navolgers Voor goed en ideaal wordt versleten. Maar wij, katholieken, o.a. hebben de pre tentie ook nog al sociaal te zijn; in dit jubel jaar van „Rerum Novarum" moest een sehrij ver, zelfs in een liberaal grootblad, een keetje blijk geven, iets te weten van stroo- dingen en strevingen, en dit mogen we toch Nvel aannemen als geheid-waar: dat „Rerum No arumwel sociale beginselen verkondigt maar geen socialistische. NatuUr]jj,k kan men bij de socialisten op vattingen aantreffen, die men ook aantreft kij de katholieken en zelfs bij de liberalen: zooals bijv. da.t een mensch een mensch- waardig loon moet krijgen voor zijn werk; d°ch is het daarom dan socialistisch? Korn nu toch! De liberale schrijver zucht, dat ons Staats- en maatschappelijk leven „langzamerhand" van sociale beginselen doortrokken is. Inderdaad: langzamerhand. De liberalen als partij hebben dat tegen gehouden, zoo_ veel ze konden en wij mogen nu getuigen dat de liberale Staats- en maatschappij- gedachte langzamerhand teekenen begint ta vertoonen, dat de sociale beginselen, niet de socialistische, daar aan 't doortrekken gaan. Doch het gaat langzaam. v»lgens ons veel te langzaam. Wat doet die man met die brochure in de En had do N. B. C. niets beters te leveren? Een Nederlander? Men meldt ons uit Rome d (p dezsr Den tweeden Mei a.s. zal Mgr. Giardini, die i°6 apostolisch delegaat was in Japan, te Napels aankomen. Daar Mgr. Mooney, die aposto!isc]l delegaat was in Oost-Indië, in zijn pj^tg benoemd is, is laatstgenoemde delegatuur vacant. Hier wordt beweerd, dat de H Vader tot delegaat van Oost-Indië benoemd' beeft den tegenwoordigen generaal der Passionisten, Pater Leo van het H. Hart, den Nederlander, Petrus Kterkels. DR. C. DE BOER Meer respect voor dikke woorden dan voor behoorlijk inzicht?" Arnhem, 5 April 1931. In onze beschouwing van gisteren hebben wij nog kunnen melden, dat de resolutie van het ■bestuur der S.D.A.P. tegen den linkervleugel werd aangenomen met 838 stemmen vóór, 493 tegen en 204 bamoo. De bekende revolutiomnaire vak vereen igingsman, de heer Edo Fimmen, bad de resolutie fel bestreden. Hij noemde haar het gevolg van een rel tegen den linker, vleugel, en beet bet partijbestuur toe: „Wij zijn naïevelingen, omdat wij gelooven in het ■socialisme, dat jullie ons verkondigd hebt, toen ge zelf jong waart". Ir. Albarda qualificeerde de linksche oppo sitie als een opposition quand mêmehaar leider Schmidt was in 't partijbestuur altijd o-pposant. De leider der S.D.A.P. erkende, dat er in de partij groote verschillen -bestaan tus schen richtingen en generaties (het Katho lieke Eerste Kamerlid de Bruyn hèd dus ge lijk, toen hij dit eenige weken geleden aan den heer Mendels zei!) maar men diende elkaar te begrijpen. De critiek op buitenland- eche' partijgenoot-en, die regeeren, noemde de ih-eer Albarda belachelijk. Hij wilde niet hèt Woed der linkschen zien, maar betoogde, aan •de hand van een rede, welke Edo Fimmen op 24 April 1929 -te Oslo voor de Noorsche, niet hij de soc. internationale aangesloten arbel derspartij hield, -dat wel degelijk een plan was beraamd om een nieuwe internationale op te irichten. Deze rede sloeg in: zij teekende Fim men als den half-communist, die den linker vleugel op sleeptouw nam en de heeren Sohmidt en Oldenbroek konden dezen laatsten indruk, niet wegnemen. Ook Fimmen zelf •slaagde hierin niet: de meerderheid van het •congres was 't eens met den heer de Zeeuw, die Fimmen „ontmaskerd" achtte, als den het ■communisme wel genegen auctor intellectua lis der linksche oppositie. Het partijbestuur dreef de stemming door over zijn resolutie ondanks het feit, dat ver schillende afgevaardigden niet wilden stem. men, wijl de zaak niet in hun afdeelingen be sproken was. Dit maakte de stemming zeker onzuiver, maar wie de cijfers beziet, bemerkt ito-ch, dat de invloed van den linkervleugel niet ta onderschatten is. Dit bleek trouwens wel uit het ostentatief applaus waarmee een deel der congressisten telkens de linksche sprekers begroette. Eén opmerking .moet ons in dit verhand van het hart. Er was meer dan één soc.-demo- craat, die met zekere voldaanheid onze aan dacht vroeg voor de ruime gelegenheid van „het vrije woord". Ongetwijfeld geeft het Con gres een indruk van die vrijheid. Maar men moet dit niet overschatten. Het partij-bestuur (rantsoeneert den spreektijd doodbedaard tot 5 minuten (men deed dit Zaterdagavond en ook Zondag)het laat in stemming komen wat •en zooals het wil, ondanks protesten en het voert massa's voorstellen rustig maar zeker van de agenda af. Natuurlijk, dit kan niet anders, wil men niet blijven congresseeren 1 Maar de vrijheid wordt zoo toch aardig be perkt, vooral als men bedenkt, dat het heusch •niet de gewichtigste -dingen zijn, waarmee men hét Congres uren afmat zoo b.v. allerlei opmerkingen over de soc-dem. pers, die elke journalist vrij belachelijk vindt en zeer voorname kwesties elimineert. Daar komt bij, dat meer dan één spreker zijn hart luchtend, •vraagstukken entameert, die hij niet aan kan en waarop van de bestuurstafel met een enkel woord wordt gerepliceerd. De discussies op de vergaderingen van de Kath. Staatspartij lijken ons in 't algemeen op booger peil te staan, al is voorzitter mgr. Nolens veel strenger wat •den spreektijd betreft. Maandag schoot de lei ding trouwens een oogenhlik wel heel erg tekort op het -socialistisch Congres. Wat de aangenomen resolutie tegen de linksche oppositie betreft, de toekomst moet •leeren, hoe het bestuur der S.D.A.P. deze zal uitvoeren tegen de vrij sterk georganiseerde 'groep. EEN ZONDAGMORGEN VOL DITJES EN DATJES Nieuwe hoogleeraar te Leiden Bij Kon. besl. is benoemd tot gewoon hoog- Veraar in de faculteit der letteren en wijsbe- «■■eerte aan de Rijksuniversiteit te Lei-den, om heerwijs te geven in de Romaans-obe taal en letterkunde, dr. C. de Boer, lector aan dis uni versiteit. Optreden van jongelui, en heetgebakerden De Zondagmorgen werd zoek gebracht met opmerkingen van afgevaardigden over ditjes en datjes. Zoo wilde mevr. Wibaut de vrijheid voor den buiten-gezinsarbeid van de gehuwde vrouw integraal gehandhaafd zien, ondanks de bezwaren, waarvan de heer H. Polak zich tot tolk heeft gemaakt. De heer Wibaut zelf ful mineerde nog eens tegen de wet op de finan- cieele verhouding van 1929 en een afgevaardig de uit Heerlen, die applaus verwierf voor zijn lofprijzing van 's heeren Drops welbekende in discretie, scheen vooral bezwaren te hebben tegen de actie van het apologetische blad „Overal". De man moest bekennen, dat de socialisten er nooit in werden genoemd, maar de S. D. a. p. had er toch last van. Hij zou gaarne zien, dat het zeggenschap der Katho lieken buiten Limburg kunstmatig even gering werd gemaakt, als het voor de socialisten in Limburg is. Het was een der dwaasheden, welke het bestuur de moeite van beantwoording niet waard achtte. De heer Ankersmit, hoofdredacteur van „Het Volk", vendedigde zijn blad en kondigde ge westelijke bladen aan voor Friesland, Gronin gen, Overijssel, Drenthe en Den Haag. Daar na zou men met het Zuiden beginnen. Het ver baasde ons. dat deze bekwame journalist voor de zooveelste maal het dwaze praatje verkocht an „een Katholieken politicus", die vrijheid zou hebben geëischt voor zich zelf op grond van eigen beginsel, maar krachtens datzelfde beginsel die vrijheid aan anderen zou weigeren. De heer Ankersmit diende toch te weten, dat deze aan Louis Veuillot toegeschreven bewe ring, een leugenachtige legende is. De beleggers in de S. D. A. P. kregen intusschen de ver heugende mededeeling, dat „Hot Volk" binnen afzienbaren tijd een uitgebreide financieel© ru briek zal krijgen. Men zal verstandige men schen wel niet willen wijsmaken, dat dit alleen ter theoretische scholing in de geheimen van het kapitalisme is 1 De verkiezng ,van den hoofdredacteur van „Het Volk" was zoo vlot gegaan, dat niemand in onz? omgeving er iets van had bemerkt. Trouwens, de heer Vleming deelde mee, dat ook nog nooit een balans van de N.V, de Arbeiderspers was gepubliceerd. Het zijn kleinigheden, als men wil, maar zij teekenen de dwaasheid van een overspannen democratie. De honderden menschen, die hier bijeen waren, zijn niet in staat balansen te le zen en het is onzin hen te laten oordeelen over de al- of niet-geschiktheid van een hoofdre dacteur. Het maakt een belachelijken indruk, wanneer een jongeman in een sporthemd, dat blijkbaar zijn radicalisme symboliseert, de Ka merfractie ter verantwoording roept over wet ten, waarvan hij den tekst blijkbaar niet zag. Toevallig wais 't dezelfde afgevaardigde, die Maandagmiddag den heer Albarda zoo dwaas In terrumpeerde, dat deze zei: „Och, doe u nu uw best eerst eens andermans gedachtegang te vol gen". Jawel, de meesten hébben nu eenmaal geen klaren gedachtengang. Dat is geen ver wijt men kan niet verwachten, dat een hard werkende arbeider allerlei ingewikkelde pro blemen beheerscht en uiteenzet maar dan is 'took dwaasheid de suggestie te wekken, als konden zij 't wel. Het is de vernietiging van gezonde democratie, wanneer de eerste de beste als gelijkwaardige debatteert met den leider van de op een na grootste Kamerfractie. Trou wens, wij hoorden een man als professor Bon- ger heel wat ongezouten opmerkingen brommen over jongelui, die optraden met een air als borg geen kwestie voor hen ook maar één moeilijkheid. Het vrije woord is mooi en het recht op critiek is gezond, mits beide op reëele wijze worden gepractiseerd. Anders zijn het uitstekende middelen tot destructie in handen van heetgebakerde menschen, die blijkbaar worden afgevaardigd door afdeelingen met meer respect voor dikke woorden dan behoor lijk inzicht. De dwaze redeneeringen, welke wij in deze Oongres-zittingen hoorden, waren zóó legio, dat men werkelijk nog respect moet heb ben voor de leiders, die deze redeloosheid met wat tactiek en ervaring wisten te beheerschen. Laat ons er bij voegen, dat de oudere partijge- nooten trouwens uitnemend de kunst verstaan door teekens van goed- of afkeuring de leiding te helpen op kritieke momenten. Het valt den buitenstaander op, en, als hij zin heeft voor orde en tucht, kan hij zich daarin alleen maar verheugen. Botsing tusschen, de elementen DE STRIJD IN DE PARTIJ DUURT VOORT Het bestuur der S.D.A.P. had het Congres een resolutie voorgesteld, waarvan de strekking was het oude standpunt te handhaven en waar van de aangevochten passage luidde: „Het Gongres der S.D.A.P. blijft rekening houden met de mogelijkheid, dat onder bepaalde om standigheden een mobilisatie van beperkten omvang, op den voet van een veiligheidswacht, ook door de Partij onvermijdelijk kan worden geacht ter bescherming tegen gevaren, waaraan een oorlog buiten onze grenzen, de bevolking van ons land bloot stelt, of ter voldoening der volkenbondsverpMcihitingen". Van den beginne af was het duidelijk, dat vooral deze passage in ihet brandpunt der dis. cussie zou staan. Niet minder dan veertien pagina's van den beschrijvingsbrief waxen in. genomen door maar even een veertigtal verder gaande voorstellen. Deze vonden hun uitdruk king in een resolutie der oppositie, bevattende het besiluiit „dat de S.D.A.P. elke verantwoor delijkheid voor de militairistische politiek der Nederlandsehe bourgeoisie onvaarwaardelijk ©n onder alle omstandigheden afwijst en derhalve, handhavend den eisch van nationale ontwape ning, iu tegenstelling met de door hiet in 1928 gehouden congres aangenomen resolutie, elke mobilisatie verwerpt en bestrijdt". Tusschen deze twee opvattingen ging oogen- schijnlijk de strijd; in waarheid was het de totsing tusschen de revolutionnaire en evolu- t'ionnaire elementen in de partij en de eerste stonden hier zooveel sterker omdat zij zich kon den beroemen op het valsohe sentiment, dat de •z.g.n. vredesresoluties van Rome en Den Haag voortbrachten en ook de anti- weermacht-poli tiek der S.D.A.P. bepaalde. Zondagmiddag om half vijf begon de dis cussie, die voortduurde tot Maandagmiddag en wederom een nieuwe fase was in den strijd tusschen rechts en links, die ook Zaterdag was gevoerd. Voor ir. Albarda is de oorlog een ramp, die met behulp van den Volkenbond en de "vredelie vende volksgroepen kan worden tegengehou den. Het oorlogsgevaar is er, maar de leider der S.D.A.P. acht het niet acuut en, zooals mr. van Wijnbergen het voor den microfoon bepleit heeft, achtte ook ir. Albarda noodig den druk der publieke opinie op de a.s. conferentie tot beperking deT bewapening, waarbij alle klassen belang hebben, niet alleen de arbeidersklasse. De heer Albarda erkende, dat nationale ontwa pening den wereldvrede niet verzekert, maar bij verdedigde weer de stelling, da.t bert hebben van een leger een prikkel tot oorlog voeren is en hij herinnerde aan ophitsing gedurende de mobilisatie. Dacht de leider der S. D. A. P. toen misschien aan bet bekende artikel van den beer Vliegen? De heer Albarda parafraseerde nog eens de bekende verklaring in de Kamer maar gedetailleerd zeggen, hos een eventueele sabotage zou worden gevoerd, kon noch wilde hij. Evenmin kon hij het standpunt aanvaarden van de oppositie, welke zich tegen elke mobili satie verziet. De leider der S. D. A. P. aan vaardt de mogelijkhetd van ©en gedeeltelijke mobilisatie: dat doet ook de soc. dem. Kamer fractie. Zij moet dit doen omdat, zou er weer een oorlog in. W. Europa komen, de Volkenbond uit elkaav zou liggen en automatisch het oude volkenrecht herrijzen, dat Nederland weer neutraliteitspiichten zal opleggen en handha ving der onzijdigheid (op dit punt verschilt de S.D.A.P. duis met den leider der vrijz. demo craten). De heer Albarda denkt aan mobilisatie als ons land had in 1859 en 1870 en verzekerde, dat de Nederlandsehe generale staf 't instituut der gedeeltelijke mobilisatie® nog kent. Zoo'n mobilisatie zou noodig kunnen zijn o-m die bevolking der overvallen zuidelijke provinciën het uitwijken naar het noorden gemakkelijker te maken, vijandelijke troepen te interneeren, smokkelhandel te onderdrukken. Over sabotage-maatregelen wilde de heer Albarda zich niet uitlaten. Ze zijn er niet. Want openbaarde men ze, dan nam de regeering na tuurlijk dadelijk tegenmaatregelen en hield men ze geheim, dan maakte men van de S.D.A.P. een bende samenzweerders. Wel kondigde ir. Albarda aan. dat de soc. dem, fractie zou pogen te verkrijgen: le wijzi ging van art. 187 van de grondwet, zoodat over de mobilisatie beslist zal worden door het parlement, 2e een wet, dat ook mobilisatie van den vrij willigen landstorm niet dan na parle mentaire goedkeuring zou kunnen geschieden en 3e een verbod van het bestaan van alle korpsen, die de wet niet kent. De rede van den heer Albarda, die een drin gend beroep op bet Congres had gedaan de partij-resolutie te aanvaarden, bevredigde den linkervleugel niet. De heer Fimmen meende, dat de bevolking beschermen beteekende: oor log. „Zorg dan, dat je leger zoo sterk mogelijk is". Hij wil de „sociaal-patriotten" tot inter nationalisten maken en verklaarde landver raad volgens burgerlijke begrippen voegde de spreker er slim genoeg bij te verkiezen boven verraad aan het internationalisme. Voorzitter Oudegeest constateerde, dat de door Fimmen gevraagde algemeene staking om een oorlog te beletten door het I.V.V., en met name door Fimmen zelf, niet mogelijk was ge acht. Inderdaad maakte de revolutionnaire vak- vereenigingsbestuurder geen sterken indruk. Maar na hem waren er nog talrijke debaters. Met handopsteken nam 't congres toen een voorstel aan om de heeren Fimmen en Albarda te laten verder debatteeren met uitsluiting van alle anderen. De voorzitter beging toen eerst de fout, dat hij na aanneming van dit voorstel van orde. het woord over de orde gaf aan den linkschen leider Schmidt, die door een deel met applaus en door een ander deel met gejoel werd ontvangen. Er ontstond toen een helsch kabaal, veroorzaakt door degenen, die Schmidt niet wilden laten spreken. Dit gebeurde toen ook niet, maar de voorzitter maakte daarop nog een veel grovere fout door den heer Schmidt in plaats van Edo Fimmen verder te laten debatteeren tegen ir, Albarda. Dezen kwam dus in de positie te staan, dat hij een nieuwen tegenstander kreeg met nieuwe argu menten. Nadat de leider der S.D.A.P. het be toog van den heer Fimmen had bestreden als anarcho-communistisch en onaannemelijk voor de partij, betoogde de partij-bestuurder Schmidt o.a.: Gij zijt al op den illegalen weg, want gij verwerpt de landsverdediging, welke de Grond wet voorschrijft en gij moet onze oppositie niet veroordeelen, want gij verheerlijkt de oppositie in de Belgische socialistische partij, die ook ontwapening eischt in tegenstelling met haar leiders". De heer Schmidt, die alle resoluties bloedig ernstig neemt, en alleen gelooft in de socialistische internationale, wil de meest ex tremistische politiek en natuurlijk oogstte dit radicalisme weer veel succes. Ir. Albarda probeerde 's middags uit alle macht het Congres te overreden „eigen weg, geteekend met de stift van eigen beginselen" te gaan. Hij slaagde hierin, maar in hoeverre? Dit is niet te zeggen, want ondanks protest, werd over de resolutie van het partijbestuur met handen opsteken gestemd. En deze resolutie kwam de oppositie door een wijziging nog wel in zooverre tegemoet, dat men in haar de verklaring opnam, dat „voor zoover mogelijk, maatregelen (zouden worden voorbereid) tot uitvoering van de resoluties van Rome, Den Haag en Hamburg, welke het tot plicht der (soc.) internationale arbeiders beweging hebben verklaard met alle haar ten dienste staande middelen te trachten het uit breken van den oorlog te voorkomen". Dit amendement werd echter tot nul gereduceerd door ir. Albarda's uitdrukkelijke toelichting, dat hiermee niets aan het standpunt van het partijbestuur veranderde 1 Niet voor niemendal zei de voorzitter in zijn slotwoord, dat de gevoerde discussies wel had den bewezen, dat betere relaties tusschen be stuur en afdeelingen noodig waren om hetere voorlichting te doen verkrijgen over beginsel en kritiek der partij. Practisch was het Congres met deze discus sie, even over drie, geëindigd. Voor de werk; loosheidsresolutie was er maar matige belang stelling en dat de heer Kleerekoper voortaan in den partijraad, inplaats van in het partijbe stuur zal zetelen, interesseerde ook maar wei nigen. Het Gongres is geëindigd, maar tenzij het parijbestuur krasse maatregelen neemt tegen de stelselmatige, georganiseerde oppositie van links, duurt de strijd in de partij voort. Ofwel links behaalt de zege en radicaliseert weer voor een tijd de sociaal-democratische beweging, of wel er komt binnen een afzienbaren tijd een tweede Deventer. Tot dusver beheerscht het evolutionnair element de partij. Maar het ver loop van het Congres bewees, hoeveel moeite de linkervleugel veroorzaakt en hoever zijn in vloed reikt, vooral onder de jongeren Het pe nibele is, dat de heer Schmidt gelijk had, toen hij Zaterdagavond zei: „Als men ons er uit "werkt, zullen er toch weer nieuwe opposanten opstaan." Dit is het gevolg van het -tweeslachtig karakter der partij, die reformistisch wil zijn in de practijk, maar revolutionnair blijft in sen timent en theorie. Voor den ernstigen toeschou wer blijft de S. D. A. P. politiek gesproken een onbetrouwbaar element. Het congres, dat o.m. werd bijgewoond door den heer Longuet, een klein-zoon van Marx en lid der Fransche socialistische partij, heeft als leden van het dagelijksch bestuur herkozen de heeren F. M. Wibaut, E. Boekman en J. W. Matthijssen. Algemeene protesten ALLEN TOT ORGANISATIE OPGEROEPEN BATAVIA, 6 April. (ANETA). Drie duizend ambtenaren woonden gisteren avond een protestvergadering bij in den Die rentuin tegen de salarisverlaging. Ook tal rijke autoriteiten en leden van den Volksraad waren aanwezig. Het woord werd gevoerd door de heeren Kriens namens de associatie van academici, van Loon, die namens den Kath. onderwijzersbond salarisvermindering, in welken vorm ook afwees en Reens, leider van het V.V.L. Aangenomen werd een motie, waarin geprotesteerd wordt tegen elke ver mindering der positie en men zich stellig voorneemt zich met alle wettig geoorloofde middelen daartegen te verzetten. De motie ■roept alle ambtenaren op om zich zoo sterk •mogelijk te organiseeren, teneinde door ge zamenlijk krachtig optreden de uitvoering van leze en andere voor land en ambtenaren fnui kende maatregelen te voorkomen. Deze motie is telegrafisch ter kennis van den Minister van Koloniën gebracht. De Indische bediende zou liever gedood willen worden dan in de gevangenis gezet UIT BE SUIKERINDUSTRIE Te Zevenbergen WEER E'EN MASSA-ONTSLAG AANGEZEGD Daar het nu vast staat, dat de Coöp. Beetwor telsuikerfabriek te Zevenbergen in het a.s. seizoen niet zal deelnemen aan de campagne, is per 1 Juni a.s. het grootste deel van het per soneel ontslag aangezegd. Dit ontslag omvat het gebeele kantoorpersoneel en het vaste per soneel pp de gorrea, totaal ongeveer 90 man, „In een zeer geprikkelden toestand zoodat hij eigenlijk niet wist, wat hij deed en de gevolgen niet kon overzien?" Den 30sten Januari jl. vertrok de heer Soe- parwi die pas zijn doctoraal examen in de vee artsenijkunde met gunstig gevolg afgelegd had, om half negen 's morgens uit zijn woning aan de Koppellaan te Bilthoven naar Utrecht, om daarin 's middags te ongeveer drie uur weer te keeren. De heer Soeparwi kwam toen tot de verschrikkelijke ontdekking, dat zijn inland- sche bediende Sono, mevrouw Soeparwi en haar beide zoontjes met messteken had ver moord en zich zelf had getracht te dooden door middel van gas. Voor den rechter-commissaris heeft., zooals hekend, de bediende zijn misdrijf erkend. Dinsdagmiddag had Sono, een 20-jarige jon geman, zich voor de rechtbank te Utrecht e verantwoorden. Als tolk fungeerde tijdens de zitting de heer Mas Prijohortomo, lector in liet Javaansch, terwijl de raadsman van den ver dachte, mr. v. d. Bregghen te Zeist was. Het eerst werden de deskundigen door den president, mr. J. E. v. d. Meuien, gehoord^ Prof. dr. J. M. Baart de la Faille, die de drie lijken had geschouwd, bevestigde zijn verkla- ringen in het rapport gedaan, dat de slacht offers tengevolge van diepe sneden in den ha s het leven hadden verloren en er geen afwij kingen waren gevonden, die op een natuui ij ken dood zouden wijzen. Dr. Scholten, een psychiater met 22 jaren praktijk in Indië, zei, dat de verdachte wel toerekeningsvatbaar is maar in een zeer ge- prikkelden toestand verkeerde, omdat een be lofte, hem gedaan, niet nagekomen was, zoodat hij eigenlijk niet wist wat hij deed en de ge volgen niet kon overzien. Dit geldt volgens den deskundige, voor eiken inlander onder derge lijke omstandigheden. Het is een typisch in- landsche daad. De Officier van Justitie wees erop, dat de inlander toch tegen hooger geplaatsten opziet. Hierop gaf dr. Sch. ten antwoord, dat de vrouw bij den inlander in minder hoog aan zien staat. Verdediger: f)e emotie moet dus zoo sterk geweest zijn, dat hij er geen weerstand aan kon bieden. Desk.: Ja. De verdediger vroeg verder of ook het dooden van de kinderen uit één en denzelfden drang voort was gekomen,. Ook hierop antwoordde de deskundige bevestigend. Hierna trad als getuige de heer Soeparwi, de zoo smartelijk beroofde echtgenoot en vader, naar voren. Deze verhaalde van zijn ontdek king in zijn huis aan de Koppellaan. Pres.: Is aan Sono beloofd, dat hij mee naar Indië zou gaan, en daar vee-manjoer zou worden. Get.: Ja, en daarom moest hij Hollandsch leeren. Verdachte heeft ook oefeningen in deze taal gemaakt. Over het algemeen was Sono een goede jongen, gewillig en gehoorzaam. Al leen de laatste drie dagen stiller. De'heer Soeparwi vertelde dan, dat de be diende zijn vrouw vroeg om Hollandsch te spreken. Dat deze toen met ruwe woorden zou hebben geweigerd, achtte hij onwaarschijnlijk. Verder verklaarde heer S., dat Sono een kopje had gebroken en hij hem toen gezegd had, dat hij voorzichtig met het gehuurde tafelgerei moest zijn. Daarna vertelde de 25-jarige groentenhande- laar v. G„ dat hij 's ochtends om pl.m. half 10 aan het huis aanbelde, door mevrouw werd opengedaan en nog even met de kinderen speel de. Een knecht van een wasscherij deelde ech ter mede, dat toen hij ongeveer om 10 uur aanbelde, niet werd opengedaan en derhalve weer wegging. De vischhandelaar C. H., be weerde, dat hij ongeveer om kwart voor elf visch kwam brengen, en door het raam Sono op den grond zag liggen, doch hier geen ern stige vermoedens om kreeg. Voorts werden gehoord een controleur van de Spoorwegen, die met den heer Soeparwi het huis binnenging, na de achterkeukendeur in getrapt te hebben; hij vond de slaapkamerdeur op slot en de twee knippen op de voordeur; verder beschreef de getuige de bekende ontdek king. Ook de heer Smit te Bilthoven gaf weer, Wat hij in de kamers aantrof, en hierop ver telde de politiebeambte Muilman zijn ervarin gen: in den linkerbroekzak van Sono vond hij den sleutel van de slaapkamer, waarin de drie lijken lagen, aan het bed bevestigd: een strop van touw, aan den binnenkant van de voor deur een bloedvlek, en bij den bediende een mes op den grond. Een assistent van het Pathologisch instituut die den dader onderzocht had, zei, dat hij op hem geen spoor heeft gevonden, dat duiden kon op een sexueele handeling vóór de daad. De 20-jarige meubelbewerker, die sinds één jaar bevriend was met Sono, getuigde, dat deze gemakkelijk met de Nederlandsehe jongens om ging en heel goed over de familie Soeparwi sprak. Op 29 Januari had Sono echter tegen de moeder van den vriend gezegd, dat mijnheer erg boos was en hij niet uit mocht, als me vrouw alleen was; want het slot van de deur was stuk. Van tijd tot tijd vroeg de president via den tolk aan de verdachte, of hij het met deze wijze van voorstellen eens was, soms beves tigde Sono deze, soms echter zei hij het zich niet precies te kunnen herinneren. Na het getuigenverhoor stelde de president den verdachte allerlei vragen. In zijn antwoord hierop zei Sono o.a., dat hij ook de kinderen doodde, omdat hij zijn verstand kwijt was ge raakt: hij had niet alle drie personen willen vermoorden. De president wees op de verklaring van den verdachte voor den rechter-commissaris, dat hij dit laatste wel in den zin had gehad. De verdachte zei verder zich eerst met het mes van kant te hebben willen maken, doch, toen dit te bot bleek, nam hij de gasslang te baat. Voorts zei hij, dat hij na het vernemen van de Merapi-ramp zeer geschokt was en in verhand hiermede steeds aan zijn moeder dacht en van haar droomde. Hij kon daardoor zijn werk niet zoo goed meer doen en kreeg daarom standjes. Op verzoek van den verdediger werden hierna twee brieven, die Sono in het Huis van Be waring had geschreven, te voorschijn gehaald, één van 15 Februari aan een familielid, en één Hollandsche, gedateerd 28 Februari, aan zijn vriend Kees. De verdachte gaf toe. in de brie ven de waarheid te hebben verteld; ook in deze brieven werd de misdaad bekend. In zijn requisitoir rei mr. Fablus, de officier van Justitie o.a, dat hij groot* deernis had JVe kunnen het ook noemen een verschit van meening; anderen noemen het de taktieli van een linkervleugel in de parti}. In iedet geval: ze zitten niet in één schuitje. We bedoelen de leidende sociaaldemocraten in deze lage landen cn de jongsocialisten, de. links-socialisten of hoe U de volgelingen van de heeren Schmidt cn De Kadt ook no«-t men wilt. Dit feit staat vast. Dit is noodig voor veri leden en toekomst. Ook in de katholieke Staatspartij bestaan verschillen; geen ver schillen van beginsel; wel van toepassing in de praktijk, van tempo. Meer van socialen aard, zooals laatst iemand zei. Die verschillen komen altijd met reuzeletters in de socialistische bladen. Jaar en dag is er getamboerd op dezelfde groote trom: de katholieke Staatspartij is een on-: ding, een monster, want die houdt menschen bij elkaar, die het niet in alles precies eens zijn met elkander. Met die redeneering voor oogen zouden wij nu moeten besluiten: in de S. D. A. P. leven groote en ernstige geschil len: zoo groot, dat de Voorzitter gedreigd heeft, heel ernstige maatregelen te moeten nemen, m.a.w. de heeren er uit te zetten. Wat voor een partij moet dan de S.D.A.P, wel zijn, dat ze al die verschillen maar aan elkaar lijmt?! Die linksche heeren bedreigen de eenheid der partij; zij storen zich aan geen hoofd bestuurlijke wenken; derhalve moet er scherp worden opgetreden. Dat het er wel een beetje brult, bewijst d4 stemming over de motie: het meerendeeI gaat met de leiding mee, een flinke minder- hcid komt er tegen op en ook nog een res pectabel getal laat alles blauw-blauw. Wc willen maar zeggen, dat volgens de opvatting der verantwoordelijke leiders de toestand niet zoo onverdeeld gunstig ge noemd moet worden. Het zijn de jongeren en de intellectueelen in de partij, die vooral op hun achterste beenen schijnen te staan. We wachten af, wanneer de sociaaldemo cratische bladen weer eens komen met be richten .over de scheuren in de Katholieke Staatspartij. met den heer Soeparwi. Verder vestigde hij de aandacht op de goede behandeling, die de bediende bij de fam. Soeparwi ondervond. De verdachte heeft taaloefeningen gemaakt en uit den laatsten brief blijkt, dat hij het Neder- landsch vrijwel geheel machtig is. Mr. Fabius vond, dat de psychiater niet van juist stand punt is uitgegaan; dit blijkt wel uit de wijze, waarop de moord is geschied. De officier con- stateerde doodslag, driemaal gepleegd. Om voorbedachte rade aan te nemen, is geen aan leiding aanwezig, maar van één ongeoorloofd wilsbesluit is geen sprake. Mr. Fablus eischte twintig jaar gevangenisstraf, in Nederland door te brengen. De verdediger, mr. v. d. Bregghen, die hier op zijn pleidooil aanving, was het met den Of ficier eens, waar deze zei, dat er geen aan ei- ding was om voorbedachte rade aan te nemen. Er is echter wel één aanleiding in tegenover gestelde richting: Sono heeft na den dood van mevrouw Soeparwi de voordeur gesloten; als het nu waar was, dat hij In kalm overleg zijn plan had gesmeed, dan had hij zich er éérst van overtuigd, dat de voordeur gesloten was. De man zal wegens doodslag veroordeeld moe ten worden. Pleiter wees er op, dat de dader nu na zijn misdrijf begrijpt, dat hij zich zelf niet was en zijn bewustzijn van goed en kwaad afwezig was. Men moet zich de positie van een inlander in Nederland voorstellen. Het is waar, dat hij met Nederlanders sprak, maar als een inlander bezwaren heeft, dan uit hij die niet tegenover Europeanen, en de inlandsche familie was te hoog geplaatst. Een inlander Is fijn be snaard. Is hij van meening, onrechtvaardig be handeld te zijn, dan gaat hij heen. Maar dit was hier niet het geval. Hij was er immers fel op, om Nederlandsch te leeren, mevrouw Soeparwi kwam hem hierin niet tegemoet en de heer Soeparwi sprak in het Javaansch. De toe zegging, zoo meende Sono, moest ingewilligd worden. De heer Soeparwi heeft zelf erkend, dat Sono in Indië naar een haantje als dorp- schrijver had gesolliciteerd, maar afgewezen was, omdat hij geen Nederlandsch kende. Ook zei de heer S., dat zijn vrouw hem alles ver telde, maar het is best mogelijk, dat mevrouw bij een geschil met den bediende tegenover haar man het zwijgen bewaarde. PI. verzocht de rechtbank hij het bepalen van de straf, op het deskundigenrapport te letten, en niet op het feit, dat Sono den dood vraagt en zich nu thuis voelt in de gevangenis. Toen de president den dader vroeg, of hij hier nog iets aan toe te voegen had, antwoord de hij, dat hij liever gedood dan in de gevan genis gezet werd. Uitspraak over 14 dagen. Te Tjisajong, regentschap TasikmaJaja, heeft er in kampong Pangwedoesan desa Tjalingtlng een afschuwelijke moord plaats gehad. De ver. slagen© genaamd AdTapi alias Sa/tjaddrama stond bekend als een echte boef en was afkom stig van kampong Sanding meldt het A. J. D. Dezer dagen was hij er op uit om in kampong Pangwedoesan zijn slag te slaan en kwam In huis bij een zekeren Atmadiredja. Terwijl hij aldaar bezig was zijn buit in te pakken, werd de bewoner wakker, die den boef greep; doch deze Witst zich los te rukken. Op het ge schreeuw van Atmadiredja liep de kampongbe volking te bo ip en werd de boef op genoemd erf overmand en doodgeknuppeld. In dienself den nacht werd Adrapï door de daders begra ven. Kort daarna kreeg de assistent-wedan® van Tjisajong van het gebeurde kennis, waarop het lijk werd begraven, waarbij bleek dat hij verscheiden© golokhouwen had opgeloopen. De daders, een 36-t.al kampongbewoners, zijn be reids opgespoord en hebben bekend de daad te hebben gepleegd. Adrapi bleek een beruchte boef te zijn, d'ie enkel van diefstal en inbraak leefde. BLOEMBOLLENTEELT IN LIMBURGS Uit Venlo wordt -bericht, dat in Noord-Lim burg onder deskundige leiding een uitgebreide proef aal worden genomen met de teelt vatff bloembollen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5