FEUILLETON
De onbewaakte.
SPORT EN SPEL
No. «jswa; SaT-sa,»
sms. rsAsaass sas-.
n„ mJTfS&SJ
DE DUIVEL IN HET
GLAZEN EI.
DONDERDAG 16 APRIL T9SÏ
'N bepaling, DIE DE aandacht
VAN HET PUBLIEK VERDIENT
ROTTERDAM—LONDEN-LIJN
OUDE GULDENS UIT 'T VERKEER
ONVOORZICHTIG OVER
GESTOKEN
DOOR EEN VRACHTAUTO
OVERREDEN
UITLOTINGEN".
NO K,30T,rfaKS' iSVJjjjU»
281722 ffrü m2^-
583226 SiTlSM SM
nos. elk met frs. 1.000.
MARKTBERICHTEN.
rrXort'l^Tt1, pjatgl komkommers
AVONTURENROMAN.
Beschouwingen en aanvullingen
Het voorschrift, dat verpik* tot
stoppen, doch niet onnoodig
de beweging belemmert,
indien er ruim uit-
uitzicht
Naar aanleiding van de betreurenswaardige
ongevallen, die op onbewaakte overwegenbid
den voorkomen, verschenen in de dagbladen
■wederom beschouwingen, welke wel eenige
aanvulling behoeven, aldus M. G. in „Spoor-
en Tramwezen''.
Zoo wordt ten opzichte van het ongeval
tnsschen Bibergen en Neede berekend, dat bij
een vrij uitzicht als ter plaatse aanwezig is,
van 21 meter van den oveTweg af de bestuur
der bij eene snelheid van 20 K.M. per uur
slechts een tijd van 3.78 sec. tot zijne beschik
king zou hebben om uit te zien en den auto tot
stilstand te brengen.
Tegen deze berekening is niets in te bren
gen; men vergeet evenwel, dat 20 K.M. per
uur de maximum snelheid is, die in het alge
meen bij het naderen van onbewaakte overwe
gen is toegelaten.
Deze snelheid bedroeg voorheen 10 K.M. per
Uur.
Aangevoerd werd toen van de zijde der auto
bestuurders, dat men redelijkerwijze de on
bewaakte overwegen niet met eene zóó gerin
ge snelheid kan naderen terwijl dit bij vele
overwegen met ruim uitzicht ook niet noodig
was waarop de maximum snelheid is ver-
hoogd tot 20 K.M. per uur.
Aan art. II sub 2 van het Algemeen Regle-
ment voor den Dienst op de Spoorwegen, resp.
op de Locaalspoorwegen, werd echter een
nieuwe alinea toegevoegd, luidende:
„De bestuurder van een motorrijtuig, als
bedoeld in art. I, punt I der Motor- en Rij-
wielwet, is verplicht bij het naderen van een
overweg, totdat hij zekerheid verkregen heeft,
dat hij dien overweg zonder gevaar over kan
rijden, met geen grootere snelheid te rijden
dan die toelaat het motorrijtuig nog vóór den
overweg tot stilstand te brengen
Het is wel gewenscht deze bepaling eens on
der de aandacht van het publiek te brengen
opdat men wete, dat men zich hij het niet in
acht nemen van deze overigens voor ver
standige autobestuurders van zelfsprekende
bepaling aan een strafbaar feit schuldig
Hl 3, elk t.
Herhaaldelijk wordt dan ook tegen autobe
stuurders die zich op een overweg bevinden,
wanneer een trein nadert, een vervolging in
gesteld.
Dit voorschrift houdt verband met de kwes
tie van het verplichte stoppen voor onbe
waakte overwegen.
In verschillende landen, o.a. Italië en eenige
staten van de Vereenigde Staten van N.
Amerika, moet men voor eiken onbewaakten
Overweg stoppen, ongeacht of er een trein
nadert of niet en heeft men, indien overtre
ding geconstateerd wordt, onmiddellijk een
vrij 'hooge boete te betalen.
Ben zoodanig wettelijk voorschrift wordt
ook bij ons tan verschillende zijden aanbevo
len.
Gelet op ons eigenaardig vrijheidslievend
volkskarakter, heeft onze Regeering echter
nooit zoover willen gaan, omdat inderdaad
daardoor verstandige en oplettende autobe
stuurders zeer dikwijls onnoodig oponthoud
zouden ondervinden.
De Commissie van onderhoek ï.z. de veilig
heid op openbare niet-afgesloten ovei wegen
heeft dezen maatregel dan ook niet wil
len aanbevelen doch, in verbapd met de verhoo
ging der toe te laten snelheid, de redactie van
het voorschrift voorgesteld, als thans in het
Algemeen Reglement voor den Dienst op de
Spoorwegen (Locaalspoorwegen) is opgenomen,
Dit wettelijk voorschrift houdt onder om
standigheden de verplichting tot stoppen
voor een onbewaakten overweg In, doch belem
mert niet onnoodig de beweging van motor
rijtuigen, indien er een ruim uitzicht is.
De Spoorwegen hebben te zorgen voor een
duidelijke aanduiding der overwegen, hetgeen
op zeer voldoende wijze geschiedt door waav-
scbuwingskruisen, zeer opvallend geschilderde
hekwerken en op een aantal plaatsen door
flikkerlichten.
Daarnaast hebben de Spoorwegen te zor-
CENTRAAL TOONEEL
De Directie van het Centraal-Tooneel (de
Bree en Sluizer) verzoekt ons mede te dee
len, dat zij voor het a.s seizoen by bun gezel
schap hebben geëngageerd: mevrouw Chrispijn-
Mulder, mevrouw Marie Dresselhuis, de hceren
Flor la Roche en Joan Remmelts.
De BELGISCHE KONING hield ter gelegenheid van zijn verjaardag een troepenparade te Brussel; de vorst groet de vaandels
der corporatie
gen voor een voldoend ver uitzicht op den
spoorweg, van den weg kf.
Een afstand van 21 m. uit den overweg is
daarvoor gelet op do bovenaangehaalde bepa
ling, voldoende; in het buitenland wordt ook
niet meer verlangd. In Oostenrijk is de mi
nimum afstand 2, 4 en 6 m, tot de vrije ruim
te van het spoor al naar de belangrijkheid van
den weg.
Het criterium voor de veiligheid op den
overweg ligt in den afstand waarover men den
spoorweg overzien kan; deze moet zoo groot
zijn, dat men den spoorweg nog veilig kan
oversteken, wanneer men den trein nog niet
ziet aankomen.
De afstand waarover men van den weg af
uitzicht op den spoorweg heeft, is van minder
beteekenis omdat de weggebruiker het volko
men in de hand heeft om door de noodige
voorzichtigheid alle gevaar te ontloopen. Wie
niet handelt overeenkomstig het meergenoem
de voorschrift is behalve dat hij kans loopt
op een strafvervolging eenvoudig roekeloos.
Opening van een nieuwen dagelijkschen
bootdienst
VOORNAMELIJK TEN BEHOEVE VAN DE
FRUIT- EN GROENTENEXPORTEURS
IN HET WESTLAND
Indertijd zijn reeds plannen gemaakt voor
het openen van een nieuwe scheepvaartverbin
ding met Londen, voornamelijk ten behoeve
van de fruit- en groenten-exporteurs in het
Westland, waarvoor aanvankelijk Schevenin-
gen als haven was uitgekozen. Om verschillen
de redenen, voornamelijk wel door de aan
wezigheid van een uitgestrekte zandbank voor
de Scheveningsche haven, is dit plan toen niet
doorgegaan.
J. Salomons' Shipping and Forwarding Office,
van wien het denkbeeld was uitgegaan, heeft
toen naar andere mogelijkheden gezocht en de
keus van de haven is daarbij gevallen op
Rotterdam.
Gisteren heeft het eerste schip in dezen
nieuwen dienst, de „NUverdal" de reis aan
vaard.
Des middags1 was er aan boord van dit schip
een officieele bijeenkomst, waarop de heer
Salomons met enkele woorden de Holland
Brittain Line voor geopend heeft verklaard.
Er zal met vier motorschepen gevaren wor
den, de „Nyverdal", de „Maraboe", de „Alba
tros" en de „Adelaar". Deze schepen varen des
avonds te 7 uur af van de laadplaats Beton-
loods aan de Lekhaven en meeren te Londen
aan de Horsverry Wharf bij de Serrey-Docks.
De overtocht zal 1618 uur in beslag nemen.
De vracht zal hoofdzakelijk uit producten
afkomstig uit het Westland bestaan, hetgeen
niet uitsluit dat ook stukgoed aangenomen
wordt. Met verschillende leden van de Rotter-
damsche Vereeniging van Fruit- en Groenten-
handelaren en van de Nederlandsche Vereeni
ging van Groenten-exporteurs te Rotterdam zijn
contracten afgesloten over een tijdsduur van
twee jaar.
UITVOER FIJNE ZADEN
Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt
mede, dat in de maand Maart 1931 aan fijne
zaden werd uitgevoerd: Maanzaad (papaver
zaad): 405.214 K.G. Karwijzaad: 558.439 K.G.
Kanariezaad: 1.176.40S k.G. Bruin mosterd
zaad: 5S.525 *K.G. Geel mosterdzaad: 211-828
K.G.
Circulatie reeds sterk afgenomen
Het Ned. Corr. Bureau voor Dagbladen meldt:
In art. 1 van de wet van 27 November 1919
(Staatsblad no. 786), werd, met Ingang van 1
Januari 1920, het zilvergehalte onzer teekenmun-
ten verlaagd.
In art. 3 van diezelfde wet werd bepaald, dat
de op 1 Januari 1920 in omloop zijnde munten
gangbaar zouden blyven, totdat zy volgens de
by algemeenen maatregel van besutur te stellen
regelen buiten omloop zouden zyn gesteld.
De algemeene maatregel van bestuur van 15
April 1920 (Staatsblad no. 184), stelde de bedoel
de regelen vast. Artikel 1 van dien algemeenen
maatregel bepaalt, dat de munten buiten om
loop worden gesteld op de tydstippen, welke on
derscheidenlijk door den Minister van Financiën
voor Nederland en door den Minister van Kolo
niën voor Indië, Suriname en Curagao worden
vastgesteld. Art. 2 bepaalt, dat na dat tydstip
de munten nog gedurende twee maanden aan
bepaalde kantoren kunnen worden ingewisseld.
Een hedenavond verschynend Koninklyk besluit
heeft dien termijn van twee maanden voor Ne
derland veranderd iq drie maanden.
Eerstdaags is nu een bekendmaking van den
Minister van Financiën te verwachten, waarby
ter uitvoering van bovengenoemden algemeenen
maatregel van bestuur, tegen 1 Juni a.s. voor
Nederland bulten omloop worden gesteld alle
nog in circulatie zynde guldens, welke een vroe
ger jaartal dragen dan 1920. Deze guldens zullen
dus daarna nog tot 1 September a.s. aan bepaalde
kantoren ter inwisseling kunnen worden aange
boden. Reeds sedert geruimen tyd, werden deze
oude guldens, als zy aan de kantoren van de
Nedërlandsche Bank ontvangen werden, niet
weder uitgegeven. Thans is hun circulatie allengs
dermate geslonken, dat mede met het oog op de
behoefte aan voldoende materiaal voor aanmun
ting van nieuwe guldens het oogenblik tot bui
ten in omloopstelling aangebroken is.
UIT DE AARDEWERK-INDUSTRIE
Invoerrecht naar het gewicht
HET EENIGE MIDDEL TEGEN DUMPING
De Kamer van Koophandel voor Maastricht
en Omstreken heeft in haar gisteren gehouden
vergadering de volgende motie aangenomen:
„De Kamer van Koophandel enz. kennis ge
nomen hebbende van het schrijven van den
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid d.d.
27 Maart 1931, betreffende den toestand in de
aardewerk-industrie en de eventueele maatre
gelen tot verbetering;
gehoord de naar aanleiding daarvan in de
vergadering ontwikkelde bespreking, spreekt
als hare meening uit, dat van een anti-dum-
pingwet slechts dan eenig heil voor de Ned.
aardewerkindustrie te verwachten is, indien de
invoer van buitenlandsche producten zal wor
den belast met een invoerrecht naar het ge
wicht zooa-ls in het wetsontwerp tot tijdelijke
verh'ooging van het invoerrecht op nuishou-
delijk aardewerk destijds door de regeering
zelf werd voorgesteld".
Deze motie wordt gezonden aan den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid.
ONDERLINGE HAGELVERZEKERING
L. L. T. B.
Maandag hield bovengenoemde instelling in
het Landbouwhuis te Roermond haar jaarver
gadering.
Uit het jaarverslag bleek dat het aantal af-
deelingen 137 bedraagt. Er werden 4730 polis
sen afgesloten, of 300 meer dan in 1929. Het
verzekerd kapitaal steeg met 68.754 tot
6.398.345.
In 47 afdeelingen werd aan vergoeding uit
betaald 19.312.80. Het reservefonds nam toe
met li.724.50 en bedraagt thans 375.773.49
Dcodelyk ongeluk
Gisterenmiddag te ongeveer twee uur is op
de Ruischerbrug te Groningen de ongeveer
22-jariga H. Wayer, dienstbode te Harkstede,
toen zij vlak voor een auto van dokter A.
wilde passeeren, door den auto gegrepen en
vrijwel op slag gedood. De dokter, die nog
trachtte haar te ontwijken, reed met zijn auto
tegen een boom, tengevolge waarvan hij eenige
lichte verwondingen door glasscherven bekwam
De auto werd vrij ernstig beschadigd.
En onmiddellijk dood
Gisterenmiddag is de 10-jarige H. V. toen
hij fietste in de Getfertstraat te Enschedé door
een met steenen beladen vrachtauto van de
firma S. overreden. De knaap was onmiddellijk
dood.
MET LUCIFERS GESPEELD
Een kapokbergplaats uitgebrand
Gisterenmorgen circa half elf brak brand
uit in de kapokbergplaats, tevens óók werk
plaats van de N.V. de Jong's meubelindustrie
aan de Hoofdstraat te Apeldoorn. Spoedig
was de brandweer met volledig materiaal ter
plaats© en gaf met vier stralen water.
Op de bovenverdieping, waar de brand door
het spelen met lucifers door den 16-jarigen
knecht S. was ontstaan, grepen de vlammen
zoo snel om zich heen, dat de brandweer niet
verhinderen kon, dat de geheeeie bovenverdie
ping uitbrandde, en de daaronder gelegen
werkplaats aanzienlijke watersdhad© leed
Verzekering op beurspolis dekt de schade.
BUITENLANDSCHE VERBINDINGEN
SPOORWEGEN-
In verband met de invoering van den zo
mertijd in België, Frankrijk en Engeland heb
ben eenige wijzigingen in de dienstregeling
der Spoorwegen plaats.
Voor nadere inlichtingen verwijzen we naar
de advertentie in dit nummer.
NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE
Nieuw werk van Daniël Ruyneman
Daniel Ruyneman schreef, hiertoe uitge-
noodigd door de Can+ori dl Firenze" te Flo
rence een koorsonate. Het werk is bereids in
studie genomen en zal in het begin van het
nieuwe seizoen worden uitgevoerd. De Ween-
sche première van dit werk wordt aoor Dr.
Hans Pless voorbereid en die te Parijs door
het Quatuor vocal, opder leiding van Jean
Hazart.
Lodewijk Schelfhout
Voor de Print Rooms van het British Mu
seum te Londen, werden wederom eenige droge-
naald-gravures van Lodewijk Schelfhout aan
gekocht.
Louis Zimmerman te Düssedlorf
Men meldt ons uit Dösseldorf:
De Nederlandsche violist Louis Zimmerman
behaalde hier een groot succes met het spelen
van het vioolconcert van Beethoven. Het orkest
onder leiding van Generalmusikdirector Hans
Weisbach begeleidde den violist voortreffelijk.
Louis Zimmerman kreeg een ware ovatie van
de toehoorders in ontvangst te nemen-
NED. ELFTALSOCHAUX 0—2
Ons team, door het gemis van een
stuwende middenlinie gehandicapt
Na de Engelschc profs en het Praagsche Sparta
heeft de K. N. V. B. Sochaux, het elftal van de
Fransche Peugeotfabrieken, geëngageerd, om een
oefenparty tegen onze uitverkorenen te komen
spelen. Deze methode van oefening valt ongetwij
feld toe te juichen, want op die wyze leert o..s
nationale team zich aan dlv.e.rs® ®peientegfn-
wennen, krygt het gelegenheid van den tegen
stander te leeren en onder verschillende omstan
digheden onderling contact te verkruSell' t
vlSnd%m\f wdeTtsXuhUe Sf ons
eUtaJ toen het eerste half uur de kat^ uit
breenken0°watdne teenstander opbouwde, langzaam
aan begon de opbouwende arbeid en If °e3tt®L™
de aanvallende kracht van toen de
rekening worden gehouden. Wj weten wen
successen in hst veld vooral aan it.
wing welke van de Feyenoord-middenlinie uu
ginen de wedstrijd van Siste.re" fbe^t elftal
wy gelyk hebben gehad. Want dat dit elftal,
zonder de gebroeders Paauwe, als j|®
bevrediging schonk, moet nu hoofdzakelijk
het gemis van stuwkracht toegeschreven worden,
waarby nog komt dat Weber, wiens houterig spel
weinig te beteekenen had, ons van Kol ni
doen vergeten. Ja. van Heel was het g
struikelblok voor den Franschen rechterwmg
zoo zelfs, dat De Jannes en de gebr. Laure
om hun figuur te redden soms minder faire
trucjes probeerden maar ten Donkelaar betee-
kende als spil niet veel en Breitner vond eerst
tegen het einde zyn vorm. "Van de voorlinie dienen
allereerst Wels en van Nellen genoemd. De
Unitasman was werkelyk onverbeterlyk en gu
neer Adam eens niet meer beschikbaar is, behoe
ven wy voor de bezetting van de rechtsbuiten-
plaats geen zorg te hebben. Van Nellen kwam
er na een aarzelend begin heel goed in en speelde
het laatste half uur tegen Wels op. Van het
binnentrio leek het, of de eenige eerste klasser.
Maas, niet bestond. Wat er voor goeds gepres
teerd werd, kwam nog van de twee Rotterdam
mers. Maar vooral de Xerxesman zag zich ge
ducht bewaakt, terwyl eerlykheid shelve dient
toegegeven, dat ons aanvalsquintet weinig geluk
had. Want er werd het slechte voeden door
de middenmoot ten spyt meermalen kranig
geschutterd, doch dan was het óf de lat óf een
hoofd of een been, dat in den weg kwam.
Het z.g. Fransche team was min of meer een
internationaal allegaartje, zoodat er vermoedelyk
meer Engelschen, Spanjaarden en Duitschers
speelden dan Franschen. Hun kracht schuilt in
een verrassend snel open spel en in hun schot
vaardigheid. Men wachtte niet tot voor doel,
maar knalde er op tientallen meters afstand
lustig op los, niet uit een voorzet eerst den bal
goed leggend, maar meestal ineens, zonder dralen.
Aan de wijze, waarop de middenvoor Maschinot
een aanval opzette en liet spel verdeelde, kon
iedere voetballende Nederlander een lesje nemen.
Sochaux vormde overigens een zeer homogene
ploeg en m- i verstond elkaar uitstekend, jammer
dat er eenige temperamentvolle heertjes by waren,
die zich niet wisten te beheerschen. Misschien
werden zy ook wel eenigszins geprikkeld door
de vaak zonderlinge en op partydigheid lykende
beslissingen van scheidsrechter van Moorsel, die
bepaald zyn dag niet had.
De elftallen zagen er als volgt uit i
Ned. elftal: v. d. Meulen (d.); v. Run en Weber
(a.)Breitner, ten Donkelaar en van Heel (m.)
Wels, Vente, Lagendaal, Maas en van Nellen (v.).
Sochaux: Dozes (d.); Wartel en Mattier
Laurent Sr., Eastman en Lehmann (m.)De
Jannes, Laurent Jr., Maschinot, Hillier en Mil
ler (v.).
De eerste tien minuten zyn blykbaar van beide
zyden een terrelnverkennen, waarna de Feugeot-
menschen zich eenigszins inspelen en verscheidene
lange, maar goed gerichte schoten afvuren, waar
mee v. d. Meulen weinig moeite heeft. Wels weert
zich op zyn wing geducht en geen tegenstander,
die hem verhinderen kan scherp voor doel te
plaatsen. Eenmaal weet hy ook, uit een pass van
Vente, op doel te schieten, doch ook hier is de
keeper op zyn qui vive. Snelle Fransche aanvallen
worden byna steeds besloten met een goed schot
of een venynigen kopbal, terwyl aan da andere
zyde Lagendaal eenige schuivers kan geven, die
echter slecht gericht zyn. Langzamerhand gaan
de Franschen een geweldigen druk op v. d. Meulen
c.s. uitoefenen, doch tot scoren komt het niet.
Maschinot staat eens geheel vry op twee meter
afstand voor onzen doelman, doch v. d. Meulen
loopt toe en het schot ketst tegen hem aan. Beide
doelen beleven daarop angstige momenten, maar
wanneer rusten geblazen wordt, is de stand
nog 0—0.
Nauwelyks is de tweede helft een minuut oud
of de Jannes krygt uit het midden den bal toe
gespeeld, zwenkt bliksemsnel naar binnen en doel
punt onhoudbaar (01). Hierdoor geprikkeld
komen de onzen eenigen tyd in de meerderheid,
zonder echter bepaald gevaarlyk te kunnen wor
den. De bezoekers worden fanatieker, zoodat
scheidsrechter van Moorsel het noodig oordeelt
waarschuwingen uit te deelen. Een door van Nel
len genomen hoekschop knalt Wels in liet zynet*
Nu gaat 't er op lyken alsof de gelijkmaker 1*
de lucht zit. Op dlkwyls onbegrypbare wiize ont
komt. het. Fransche doel aan doorboring. Vanneet
van Nellen gehaakt wordt, moet Laurent Sr aio
reeds menige waarschuwing opgeloopon heeft, P
last van den scheidsrechter het veld verlaten.
Weer een prachtvoorzet van Wels. die via Lagen-
daal's hoold op van Nellen's schoen en '.oo m
den doelmond terecht komt. Lozes kon evcn
corner werken. Een ren van M.Uer wordt door
van Run gestuit. Van Nellen gaat steeds beter
soelen. Hii passeert eenige tegenstanders, maar
'mist als hij Lagendaal wil laten schieten, komt
Warte' tusschenbeide. Verschillende uitstekende
schoten van Vente, Lagendaal en van Nellen
vallen te noteeren. In plaats dat er geluk wor
gemaakt komt Sochaux wel wat goedkoop» aan
een tweede doelpunt. Voor een dubieus hands-
"eval van v. Heel wordt een vrye schop toegekend,
die Eastman onhoudbaar inknalt. De laatste
minuten zijn de Hollanders niet van het Fransche
doel weg te slaan, maar onze jongens worden
door pech achtervolgd, zoodat het einde komt
met een geflatteerde 2-0 overwinning voor
Sochaux.
VOETBAL IN ENGELAND
Gisteren werd gespeeld: n n
Eerste divisie: Liverpool—Birmingham Ó-O.
Tweede divisie: Reading-West Bromwich Al'
bllEmdstryd Schotsche beker! Celtic—Mother-
well 42.
OOSTNEDERLAND-WEST-DUITSCHLAND.
Naar wy vernemen, zal de heer Engelbevts op
den dag na den wedstryd Oost-Nederland-West-
ui-nfi WaibA (^0 volgende ncismnd te Ain*
?emSwoVdf gc^èetddlftr°edgen als voorzitter van
he™ comité voor de organisatie van deze wed-
komende ontmoeting zal worden geleid door
den heer Mutters.
PARIJS 1894—1896.
met frs. 2.500, voorts 40 nos. elk met frs. l.uuu
1131 nos. elk a pari.
FONCIèRES 1903.
544884, 578268; verder 130 nos. elk met frs. 1.
FONCIèRES 1909-
9Si25W9è2955 1005631, 1039853, 00 nos. elk met
frs. 500.
COMMUNALES 1922.
Trekking van 7 April 1931.
COMMUNALES 1899.
Trekking van 7 April 1931.
nos elk met frs. 1.000 en 4805 nos. elk a pari,
COMMUNALES 1879.
Trekking van 7 April WM-
No. 379102
S,1ll35Ten^S52deeirme2t7frs. 5-000.. 45 nos.
elk met frs. 1.000.
COMMUNALES 1880.
45 nos. elk met fr3. 1.000.
COMMUNALES 1891-
Trekking van 7 April 1931.
DELFT. 15 April. Vette yarKena WW»
per kg. levend gewicht. Zouters 35-37 ct.
Aanvoer 114 vette varkens.
ROTTERDAM, 15 April. De P^en
erf^Dmstreken, g!°A.
30 ct„ slavellen 9—27 ct., spinazie 20-26 ct„ dun^
sel 8 ct., postelein 33—44 ct.. alles per kg..
(Meikoning) le soort 4.70—8.60, 2e soort
-5.90, alles per 100 krop; prei 3, radus 3.TO
-6.50, seldery 2.20, pieterselie 6, alles per 100
bos; raberber 12-15 ct. per
3.60 per 100 stuks. Aanvoer 383.000 krop sla.
ROTTERDAM, 15 April.
„Vrye Aardbeienveiling Charlois Spinazie f
-26 per 100 kg.; sla 3-6, eende eren
kipeieren 4.40—4.70, alles per 100 stuks
2.604.10, prei 4.705, alles per 100 bos.
RODENRIJS, 15 April. (Coöp. Groenten veiling^
Vereen. Berkel en Rodenrys G. A.) Komkommers
le srt 25, 2e srt 17. bloemkool le srt 18, 2e srt
ƒ13, sla le srt f 4.70—8.40, 2e srt ƒ2.70—4.20 per
100 stuks, spinazie 17.80-22.60, postelein .28—30,
tomaten A ƒ114 per 100 kg., radys 4-4-70, sel
dery 2 per 100 bos, slavellen 0.401.40 pei kist.
vam
HEINRICH TIADEN
GEAUTORISEERDE VERTALING.
12.)
O, zoo spoedig reeds? Weet u ni et of hij
daar aJ iemand voor bestemd heeft?
Ja, dat weet ik, hij heeft reeds iemand.
En haar oogen lichtten vreemd op. Een zeer
geschikt persoon.
Een der krankzinnigen uit de Inrichting?
vroeg Li op opgewonden fluistertoon.
Neen. het zou niet goed zijn, onmiddellyk
met een gek te experimenteeren. Dat is een
bezwaar van mijn kant geweest, en daar heh
ik net zoo lang op gehamerd, totdat óe pro
fessor zich gewonnen heeft gegeven. Denk u
zich maar eens in, hoe gewichtig het is voor
hem en de wetenschap, wanneer een alleszins
bevoegd en betrouwbaar persoon hem mede
deelt, hoe de stralen op de menschelijke hersens
inwerken. Een persovn dus, die deze werking
zelf constateeren kan,
En dat bent U? riep Dr. Li ontsteld.
ja, ja, dat ben ik! zei Zuster Laetitia dwe
pend en yd keek den Chinees met van verruk
king brandende oogen aan.
Toen echter sloot zij plotseling de deur achter
zich dicht.
Dr. Li wilde nog snel zijn hand er tussehen
steken, maar hij was te laat. Langzaam liet
hij de hand zakken, en bleet een paar seconden
met hangend hoofd voor de deur staan.
Hij keerde zich om, en ging bedrukt heen.
Zuster Laetitia schreed geluidloos als een
schaduw door het voorvertrek, en trad onaange
diend en zonder te kloppen zij was de eenige
in huis die dat mocht jn het studeervertrek
van haar meester.
In het midden van het vertrek stond een
groote tafel, waarop allerlei Instrumenten en
werktuigen lagen, waarvan een oningewijde
nooit het doel zou hebben begrepen. Daarnaast
en daaromheen lagen papieren met formules,
berekeningen, cijfers en sommetjes. In een hoek
van deze kamer, die veel van 'n zaaJ weg had,
stond het eigenlijke schrijfbureau. Aan die
schrijftafel vlak bij het venster zat Hamilton.
Hij was in deze enkele weken onbegrijpelijk
veranderd. Men kon het hem aanzien, dat hij
door een gedachte werd verteerd, die al het
andere deed vergeten, ook zü'ch zelf.
Zijn haar was ongelijk gegroeid en slecht ver
zorgd. Het hing in lange vette lokken langs
zijn schedel. Wangen en kin waren met een
stoppelbaard bezet, die hem er uit deel zien,
als een schooier. Zijn oogen waren sterk ont
stoken, en door brandende roode randen om
geven.
De deelen van z'n gezicht die niet met haren
bedekt waren, toonden een aantal zwerende
plekken. De man maakte ook geestelijk den
indruk van een wrak.
Toen Zuster Laetitia geruischloos de kamer
binnentrad, zat Hamilton aan de schrijftafel,
met zijn ellebogen op het tafelblad, gesteund,
het hoofd tussehen de vuisten geklemd, de
oogen strak, gloeiend, gehypnotiseerd, op een
voorwerp gericht, dat voor hem op de tafel lag:
het kristallen ed.
Doch zie, het kristal had iet» van zijn groote
helderheid verloren, en een liiohte barnsteeji-
achtige verkleuring had plaats gevonden. Fijne
strepen liepen als donkere, gele draden door de
glasmassa.
Toen de assistente plotseling naast Hamilton
verscheen, kromp deze ineen, en staarde haar
enkele seconden aan, als had hij met een
spookgestalte te doen.
O, bent u het Zuster! sprak hij mompe
lend en gerust gesteld, maar nog altijd in de
war.
Het is verschrikkelijk! Sedert het radium
in mijn bezit is, heb ik geen rust meer Er zijn
er teveel, die het weten. Ik zit voortdurend in
de rats, dat men mij mijn schat wil onfrooven
Ach, wie zou dat doen? meende de zuster,
met een kalmeerend glimlachje.
Weet u niet wie? Duizenden! Wie weet
hoevelen zich op het oogenblik bezig houden
met de plannen het mü te ontrooven. Ik weet
niet of het alleen die vrees is, die mij zoo ziek
en ongelukkig maakt
Men kan wel zien, dat u overspannen bent,
zei de zuster. U is beslist overwerkt, goede pro
fessor.
Overwerkt, zeker zegt u dat gerust Ik
ben ziek Zuster, o God ik voel me zoo ellendig.
Alles doet me zeer, mijn huid, mijn hoofd mijn
beenen, mijn Moed. Ja, zelfs mijn bloed, op zijn
kringloop door mijn aderen. Het is Iets, dat
me van binnen schijnt op te vreten, een vergif
dat geen mensch kent.
Misschien is het de uitwerking van het
radium, zeii Zuster Laetitia huiverig. Zoo even
heeft Dr. Li mij nog
Hamilton onderbrak haar met een gebaar
van ongeduld.
Dat kan best zijn, en wanneer het zoo is,
neem ik het voor mijn rekening. Ik teeken
iederen dag nauwkeurig alle verschijnselen op,-
die ik aan mij zelf waarneem. Ik weet dat ik
een slachtoffer van de wetenschap en daardoor
onsterfelijk zal worden.
Ik ook, zei de assistente langzaam, en ze
boog dn heilige offerande het hoofd.
Ja, u ook, zei Hamilton hartelijk en hij
reikte haar met vermoeid gebaar zijn hand.
Het is het hoogste, wat een mensch op aarde
doen kan. De hoogste roem, dien men zich
ka.n verwerven.
Als men maar precies wist, wat daarna
komt, zei ze geheimzinnig en huiverig voor de
toekomst terugdeinzend.
Zeg mij voor wie of wat U vrees heeft?
Voor de dingen, die dan wellicht zullen
komen, mompelde zij, voor de gevolgen van
mijn gedachten en mijn daden. Ik ben nooit
een goed mensch geweest.
Een goed mensch? Ach lieve Zuster
Laetitia, dat is een zeer beperkt begrip. Naar
mijn weten, heeft u Immer den oprechten
wensch gehad een goed mensch te zijn.
Maar niet de kracht.
Arm kind, mompelde Hamilton, en hij
greep naar haar hand, als ik u maar helpen kon.
Maar ik ka.ri er voor boeten, door mijn
leven op te offeren, zei ze.
Het was, alsof zij plotseling uit een booeen
droom ontwaakte. Ze keek hem stil en ver
trouwelijk aan. Zij scheen geheel gerustgesteld
met wat nu komen zou.
Hamilton wierp plotseling zyn hoofd in den
nek en keek zijn assistente verschrikt aan.
Bent u dan al zoo overtuigd, dat mijn
proefnemingen u zullen dooden?
Zuster Laetitia wendde langzaam het hoofd
af en zweeg.
Goed, ik ben geen moordenaar! riep Ha
milton norsch. Ik zal niet met u experimen
teeren.
Ja, u zult dat wel! riep de assistente
koortsig. U hebt het mij zelf beloofd, en ik blijf
daar op staan.
Zoo, blijft u daar op staan? zei de profes
sor en hij trachtte haar met zijn oogen en ge
dachten geheel te vatten. Maar het moet
spoedig gebeuren.
Morgen! riep ze, en hot klonk als een
verklaarde jubel.
Nu goed, als u hef dan bepaald wil. mor
gen. Bereid u er zich dan maar op voor.
Ik zal me er op voorbereiden. Een verzoek
zou ik u nog willen doen.
Het is zoo lang ik u ken, het eerste zuster
Laetitia.
Geeft u mij voor vannacht uw radium in
bewaring. Ik weet, dat de angst voor den dief
stal u geen enkelen nacht rustig laat slapen,
en ik wilde, voor dat het experiment zal plaats
vinden weten, dat u door mij een nacht rustig
heeft geslapen.
Dat gaat niet, antwoordde Hamilton ze
nuwachtig. Ik ben een man, en ik kan als het
moet voor mijn schat vechten. Maar U?
Ik zal niet behoeven te vechten. Niemand
weet, dat ik het mee naar boven neem in mijn
kastje! Niemand weet dat n uw sdhat in een
zoo voor het grypen liggende plaats laat be
waren.
Hamilton dacht enkele seconden na. Toen
knikte hij toestemmend.
Wat u zegt, heeft een kern van waarheid,
maar zeg het tegen niemand. En ik ben onbe
schrijflijk moe. Een nachtrust zal me ontzet
tend goed doen. Maar zeg het in Gods naam te
gen niemand!
Ik zeg het tegen niemand, zei ze zacht.
En zeg het zeker niet tegen dr. Li. Ik vind
hem wel een betrouwbaar persoon, maar nie
mand kan in een Chlneezenziel doordringen.
Ik aal zwijgen.
Dienzelfden nacht werd de eerste poging ge
daan, om uit professor Hamilton's brandkast
het radium te stelen.
HOOFDSTUK IX.
In denzelfden nacht ontwaakte Laila op haar
kamer uit een zeldzaimen droom. Een heele rij
ongelukkige jaren was in haar droom van haar
afgevallen. De zon der jeugd omstraalde haar
opnieuw en onbevangenheid zorgeloosheid en
geluk weefden een heerlijken krans van licht
om haar hoofd. Zij wandelde door de tuinen
van het prachtige landgoed barer ouders, en
naast haar liepen Tuan, haar broer, en Psy-lun,
de vriend van haar jeugd, en alle drie zongen
het lied van de witte lotosbloemen aan den hei
ligen vijver van de maangodin.
Uit dezen wonderlijken en lieflijken droom
ontwaakte zij plotseling. Waarom was zij wak
ker geworden? Het was niet langzaam geschied
HaaT ziel tastte niet aarzelend en bevend van
schrik uit de wereld der sprookjes, in de van
iyden zware werkelijkheid terug. Neen, zij
vloog plotseling van de eene wereld in de an
dere.
Hoe was dat gekomen? Had een of ander ge
luid haar gewekt? Ze keek op zonder zich te
bewegen. Zij zag, hoe de witte gordijnen zacht
bewogen voor het raam. Daar bulten stond de
groote melkwitte schijf van de maan aan den
hemel. Zij zag haar immer lachwekkend gezicht
en de glans uit haar oogen verlichtte het ge-
heéle vertrek.
Daar buiten was het stil neen, niet heele-
maal stil. Was zij wederom In slaap gevallen?
Spon zij weer verder aan haar droom?
Want het lied van de witte lotosbloemen aan
den heiligen vijver van de maangodin, dit lied
van haar jeugdZij hoorde 't opnieuw. Een
weeke stem zong het heel dicht bij haar daar
buiten in den tuin voor het venster.
Met een ruk richtte Laila zich op, haar adem
ging sneller. Neen het was geen droom. Het
lied was er werkelijk, het lied van de witte
lotosbloemen. En die het zong, zong het met
den tongval uit baar geliefde China, en met
het zoete dialect van haar geboortestreek.
Ze stond op, liep tastend met vooruitgesto
ken handen, als een slaapwandelaarster, door
hef blauwwitte maanlicht nhar het venster, en
ging tussehen de zware overgordijnen staan.
Wit vloeide het maanlicht over het land
schap. Het bestrooide de boomen met zilver.
En zilver droop ook van het dak. Er was een
ongewone rust in den nacht. En wie als deze
kleine gevangene daar gestaan had, en zich
had laten opnemen in die rust, zou weinig ver
moed hebben, welke smart er binnen de muren
van dit mooie buitenhuis werd geleden.
Toen was de droom plotseling ten einde. Da
stem zweeg, het lied was verstomd. Sidderend
stond de jonge vrouw als een witte spookge
stalte in de zwarte omlysting van het raam.
Haar ziel zocht in de diepte van de nachtelijke
stilte. Niets vernam zij, dan het zacht kabbe
lend geluid van de golven in de -baai. Op den
zandigen oever.
Plotseling brak een krampachtig snikken zich
baan uit haar borst. Zij liep wankelend naar
haar legerstede terug, en woelde haar hoofd
wanhopig in het zijden kussen.
Den volgenden morgen slenterde dr. UL, zoo
als gewoonlijk reeds in de vroegte langzaam
door de gangen der inrichting. Hij kwam ook
aan de groote inrijpoort, trad naar buiten en
keek de straat ©ens af. Als in gedachten ver
zonken deed hij eenige passen op het trottoir.
Toen bleef hij staan keek aandachtig naar het
ijzeren hek, dat uit groote zwarte lansen be
stond. Ze waren alle even netjes beschilderd,
en werden blijkbaar zeer goed onderhouden,
want nergens viel een smetje te bekennen.
Op de zwarte stelen schitterden de bronzen
punten in *t zonlicht. Daarom viel het des tsi
meer op, dat op een van de lansen, en nog wel
ter hoogte van het menscheiyk oog een krijt-
cirkel was getrokken met een kruis er in, dat
den cirkel in vier stukken verdeelde.
(Wordt vervolgd), t