BIJ DEN MASSABEKEERDER VAN NEDERLAND ZATERDAG 25 APRIL 1931 MAAR EEN MENSCH „KAN NIET ALTIJD WILLEN" WAT HIJ WEL ZOU „WILLEN WILLEN" HET SLECHTE VOORBEELD EEN „HANDICAP" EUCHARISTISCHE ACTIE IN HET BISDOM 'S HERTOGENBOSCH In 1932 een congres te Nijmegen DE BOLLENVELDEN BLOEIEN. HET EXTRA ROOD-CONTRACT IN DE STEENINDUSTRIE Commissie van onderzoek ingesteld ONGELUK MET DOODELIJKEN AFLOOP BIJ ELST. HET DRAMA TE BEMELEN VRACHTAUTO TEGEN 'N BOOM ,Er zijn buitengewoon hoogstaande mannen en vrouwen, die er. diep van doordrongen zijn, dat God van hen vraagt, Katholiek te worden. om VERLOVING EN ANDERE MOEILIJKHEDEN Een ,,genade"-proces II. Dinsdags na Paschen zou ik bq Pater Hen driehs komen om hem verder te doen vertellen over zijn bekeeringswerk. Het was een van de weinige dagen, dat hij eenige uren vrij kon maken voor iets dat niet ^;eC™anV°Ud: met dat was A a ik ondanfe3 het feit, dat was hem t och08 U1An'sterdal" teruggekomen in nlaat v b F "°n<ler hSt meS" nam> In plaats van hem te raden het er liever eens van te nemen en wat in het heerlijke lentezon- netje te gaan wandelen. "Hendr'°hs op Paasch-Zaterdag en de be.de Paaschdagen te Amsterdam deed, houdt direct verband met de vraag, die ik als nummer een op het lijstje had staan, n.l. iv a'6r' '10e We6t U cp een Seseven moment welke van de cursisten al klaar zijn om Ka tholiek te worden en welke er om een of an- ere reden niet of ndg niet toe kunnen over gaan om zich te laten doopen Als ik je deze vraag beantwoord, weet je meteen, waarom ik je 's winters, als het erg koud is, maar weer ergernis geef, door achter in de zaal op den tocht te staan om zelf de cursisten op mijn lijst aan te teekenen. Het was moeilijk om je in die omgeving te ant woorden op je goedgemeende reprimande. Ik «sta er op om de cursisten steeds zelf aan te teekenen op de presentielijst, omdat dit mij de gelegenheid geeft om ongemerkt in contact te komen met ben. De eerste keeren zeggen ze me hun naam, daarna onthoud ik dien al, we knoopen er een praatje aan vast en na enkele keeren kan ik uit hun groet hun glimlach, hun vriendelijk woord, al heel goed hun stemming peilen, zien of ze zich thuis voelen en zelfs opmaken, of ze tot het Katholiek geloof zullen overgaan. Ge- wjt&nlijk komen mijn voorgevoelens omtrent hun plannen nog al aardig uit. Als ik ongeveer een tiental lessen van den vervolgcursus gegeven heb, kondig Ik eenige „audiëntiedagen" aan en verzoek hun. die mij graag willen spreken over een of ander, van die gelegenheid gebruik te willen maken. In Den Haag vallen die spreekdagen gewoonlijk op de Kerstdagen; in Amsterdam zat ik op Paasch-Zaterdag en de beide Paaschdagen 28 uur in de spreekkamer; daar gaan weer 70 van mijn trouwe cursisten over tot ons ge loof, het gewone percentage van de laatste jaren. Om te voorkomen, dat er al te lang gewacht moet worden, doordat allen gelijk komen, ma ken we in gemeenschappelijk overleg een lijst op, zoodat het bezoek gelijk over de verschil lende dagen verdeeld wordt. De een blijft wat langer dan we berekenden, een ander weer eens wat korter, in ieder geval vermijden we toch een opeenhooping in de wachtkamer. Degenen, die voor zichzelf al zeker zijn, dat se tot ons geloof willen overgaan, zijn verplicht om te komen praten, omdat ik met hen ver schillende punten onder vier oogen te bespre ken heb. Zoo moet ik de gevallen, waarin het gaat om een protestant gedoopte, onderwerpen aan het oordeel van Monseigneur, daar Z. H. Excellen tie beslissen moet of iemand „absoluut"' of „on der voorwaarden" gedoopt moet worden. Daar mee hangt ook samen de noodzaak van al of niet biechten vódr zijn doop. Degenen, die „onder voorwaarde" gedoopt worden, moeten de zonden uit hun vorig loven belijden vóór ik ze doop; terwijl ze na hun doop de absolutie ontvangen. Bij degenen, die „absoluut" ge doopt worden is dit overbodig, daar alle zon den uit hun leven tegelijk met de erfzonde af gewasschen worden. Van zeer velen, die zich „protestant" noe men, komt bij onderzoek vast te staan, dat ze in het geheel niet gedoopt zijn. Het komt zelfs voor, dat er onder degenen, die hun „belijde nis" gedaan hebben, ongedoopten zijn, omdat de dominéé niet aan die „magische formule'' hechtte. De moeilijkheid, waartegen ik altijd opzie, is die der huwelijksgevallen. De een komt met de boodschap, dat hij wel Katholiek wil worden, maar, ziet U, pater, we hebben een „modern" huwelijk. Dan antwoord ik; „O zoo, je hebt dus zeker 10 kinderen!" waarop de conversatie natuur lijk stop staat en de man, die inziet, dat hij voor den gek gehouden wordt, verdwijnt. Een ander wil ook graag Roomsch worden, maar draagt haar moeilijkheid als volgt voor Ziet U, pater, als ik nu eens kinderen kreeg en er was een jongen onder, dan zou die jongen, als er oorlog kwam, moeten vechten en kans loopen om doodgeschoten te worden. Dat idéé zou ik nooit kunnen dragen en daarom, pater, zou ik nooit kinderen willen hebben." Praat nu eens tegen deTgelijke opvattingen! Eon derde kwam vol enthousiasme vertellen, dat hij Katholiek werd. Op mijn vraag, of hij getrouwd was, antwoordde hij; „Ja en ik houd dol veel van mijn vrouw". Daarop vroeg ik, or zijn vrouw Katholiek was, en zoo niet, of zij dan toch wist, dat hij van plan was zich te laten doopen. Nee Pater, maar dat speelt geen rol, ik doe het toch. Ik overtuigde den man er van, dat het zijn plicht was om zijn vrouw in kennis te stellen met zijn plannen en dat ik het unfair zou vin den hem achter haar rug om te doopen. Hij is heengegaan en schreef me een paar dagen later „Eerwaarde Heer Na rijp beraad en over leg hen ik besloten niet Katholiek te worden, wamt als ik Roomsch word bedroef ik mijn vrouw, waar ik zeer veel van houd. Bedroef ik mijn vrouw, dan breekt mij het hart en daar het geloof een kwestie van bet hart ia en een gebroken hart geen handelingen kan stellen, zoo kan ik niet Roomsch worden." Ik heb hem terug geschreven „Edele vriend, je hebt volmaakt gelijk. Hot gaat met een hart zooals met een melkkan. Is de kan héél, dan kan je er melk in bewaren; is de kau in scherven, dan dient zij tot niets meer." Zijn dit allemaal gevallen, waarover je la chen kunt, héél erg is het, wanneer het gaat om gescheiden protestanten, gedoopt of onge doopt, die Katholiek willen worden om dan te trouwen met een Roomschen jongen of een Roomsth meisje. Het is wanhopig om hun aan het verstand te brengen, dat dit niet kan, om dat het huwelijk onontbindbaar is. Met één slag vernietig je voor zulke mensehen hun toekomst en dat doet je pijn. Ze kunnen maar niet ge- looven, dat er een huwelijksbeletsel is. Pater, ik ben toch nooit voor de Kerk ge trouwd geweest Wat een uren heb ik zitten praten, om ze aan het verstand te brengen, dat „voor de kerk ge trouwd zijn" allien voor Katholieken inhoudt, dat men voor een „priester" trouwen moet, doch voor andere mensehen de term „voor de kerk getrouwd" beteekent: „in de schatting, in de waardeering, in de opvatting der Kerk deug delijk een huwelijk te hebben gesloten". Zoo zijn alle menschen, die zich tot een blij vende echtvereeniging hebben verbonden in de oogen van de Kerk werkelijk getrouwd en het doet er niet toe, of het heidenen of protestan ten zijn. Of de Paus in zoo'n huwelijk dispensatie kan verleeinen, is hier de kwestie niet. Juist het feit, dat Z. H. een enkele maal, om zeer ge gronde redenen, bij dispensatie zoo'n huwelijk ontbindt", ten gunste van een Sacramenteel huwelijk, toont aan, dat Z. H. het eerste huwe lijk wel degelijk als „huwelijk" erkent, want anders zou er toch niet van „ontbinden" ge sproken kunnen worden. En ik dacht, dat een huwelijk nooit „ont bonden" kon worden Laat ik beginnen met rast te stellen, dat de menschen zélf nooit een huwelijk kunnen ontbinden, doch dat de Kerk, bij monde van Z. H. den Paus, een „natuurhuwelijk" kan ont binden ten voordeele van een „sacramenteel huwelijk". Dit alles kan een ieder echter in niijn Cate chismus bij de les over „Het huwelijk" vin den. Het is me enkele weken terug overkomen, dat een cursist me na den derden cursusavond zei Pater, ik blijf voortaan liever weg, want ik kan -toch niet Katholiek worden. Toen ik uw boekje doorbladerde, en de les over „Het Huwelijk" las, merkte ik, dat ik nooit meer zal kunnen trouwen als ik Katholiek word en ik voel me niet in staat om me daartoe te ver plichten. Ik was blij, dat die jongen al zoo gauw zelf tot de ontdekking gekomen was, dat er voor hem deze groote moeilijkheid bestond, want het doet me altijd zoo'n leed, als ik degene moet zijn, dia menschen, nadat ze maandenlang ba den en streden om de genade des geloofs te verkrijgen, op het laatste moment de ontgooche ling moet brengen, dat het beter voor hen is, om datgene, wat ze hebben leeren waardeeren en liefhebben, voor altijd vaarwel te zeggen. Het is zoo enorm zwaar voor jonge menschen om zich te verplichten tot een altijd ongehuwd blijven, dat ik zelfs degenen, die er spontaan toe besluiten om het offer te brengen, verplicht om er eerst maanden lang rustig over na te denken. Juist omdat mijn cursus niet dient om enkel „voorlichting" te geven, maar in hoofdzaak om de menschen te brengen tot het ware geloof, vind ik het zoo jammer, om goedwillenden op het laatste oogenblik om deze reden te zien weggaan. Er zijn buitengewoon hoogstaande mannen en vrouwen, die er zoo diep van dóór drongen zijn, dat God van hen vraagt om Katho liek te worden, dat zij het offer weten te bren gen, ofschoon ze diep doordrongen zijn van de zwaarte der verplichting, die ze op zich nemen. Het is ook dikwerf opvallend, dat als een niet-katholleke jongen of meisje verloofd op den cutsus G komen en om de een of andere re den zoo'n verloving tijdens den cursus uitraakt ze in vele gevallen blijven doorleeren en toch tot ons geloof overgaan. Toen ik pater Hen- drichs daarover sprak antwoordde hij me; In het begin keek ik vreemd op als zoo'n jongen of meisje, waarvan ik wist dat de ver loving uit was en daarmede de „voornaamste1 reden van het bezoek aan mijn cursus ver dwenen, toch geregeld bleef komen. Nu ver wonder ik me er niet meer over, want allen, die in den beginne mijn verbazing zagen, ant woordden me op dezelfde wijze met een; Maar pater, u dacht toch niet, dat ik om een ander Katholiek zou worden? Dat zou toch nooit de reden mogen zijn?" Hieruit concludeerde ik, dat in de meeste gevallen bij zoo'n bekeering, omdat ze ver loofd zijn met een Katholiek, de verloving „een aanleiding" is om Katholiek te worden en niet de reden". En dan vraag ik me af, of er door de Voorzienigheid eigenlijk wel eenvoudiger aanleiding" gekozen zou kunnen worden om iemand tot de Katholieke Kerk te brengen dan het mooiste, wat God in Zijn almacht gescha pen heeft, n.l. de liefde tusschen man en vrouw met het doel om elkaar voorgoed toe te behooren. 50 verschillende onderwerpen van veel voorko mende Roomsche praktijken alphabetisch staan aangegeven. Onder de ,.B" vinden ze bijv. „Blasius-zegen" onder de „H" „Heilig Hart, devotie van de Juni-maand, 9 eerste Vrijdagen"; onder de „R" retiaite, retraitehuis, rozenkrans. Zij, die zich op mjjn „audiëntiedagen" defi nitief opgaven om R.-K. te worden, gaan, ge wapend met zoo'n lijst, naar Zusters of Broe ders, die hen wekelijks bij zich laten komen om hen ieder afzonderlijk te onderrichten in die zaken, die men absoluut moet weten, om de praktijk van het Roomsch-zijn te kunnen beleven. In Den Haag zijn 7 Broeder- en Zuster kloosters, die mij op deze wijze helpen; in Rot terdam 6, Amsterdam 9 en Leiden 2. Hoeveel dank ik dezen personen schuldig ben, kan ieder begrijpen ,die weet, met hoeveel liefde en geduld zij de bekeerlingen alles uitleggen, hoe zij ze eigenlijk leeren „bidden" in den verhe ven zin des woords van „met God Verkeeren". Zij zijn het eigenlijk, die ze „echt Roomsch" maken, wat ik op mijn cursus-avonden zoo van uit de verte niet doen kan, daartoe wordt een te groote intimiteit vereischt. Het zou mij na tuurlijk niet mogelijk zijn om tusschen mijn cursus-avonden door in 4 verschillende steden dozijnen menschen ieder afzonderlijk in te wij den in de praktijk van het Roomsche leven. Maar ondanks alle „onderwijs" komt het nog wel voor dat iemand, die dolgraag Katholiek zou wórden, tóch niet kan overgaan tot ons ge loof. Het bekeeringswerk is in hoofdzaak een questie van „genade Gods" en ik heb meer dan eens meegemaakt, dat iemand den geheelen cursus had gevolgd en ten slotte zeide: „Het is prachtig, ik kan er geen speld tusschen krijgen, maar toch kan ik het niet gelooven. Als het mannen waren, verhaalde ik ze soms wat pater de Bruyn, de bekende soldaten-pater uit Indië, mij in 1882 zeide; „Er was eens een hooggeplaatst militair, een kolonel, die tot mij sprak: „Pater, verschillende van mijn jon gens werden Katholiek bij u, en ook ik zou dat graag willen, maar ik voel, dat ik niet kan. Hoe zit dat toch?" Ik heb hem geantwoord: „k genoux, inon colonel". Da.hr zit het kernpunt der zaak, de genade Gods. Er zijn er, die maar niet kimnen bidden, het offers, en dat zijn niet alleen de kloosterlin gen. Zoo ken ik een familie vader, moeder en de kinderen die iederen dag voor dit doel ter Communie gaan. Waarom kunnen er alleen bekeerlingen lid worden van den Canisiusbond? Omdat ik dat zoo gewild heb! Geen dooddoeners, pater! Ik vraag toch weer verder: Waarom hebt u dat zoo gewild? Nu dan, er bestond reeds een bond voor Katholieken, die hetzelfde doel beoogt. Ik wilde echter de bekeerlingen, voor wie het een eereplicht is om anderen te helpen 't ware geloof te vinden, apart vereenigen in een bond, met de verplichting iederen dag een bepaald, met aflaten verrijkt, gebed te bidden, terwijl ook aan de offers, die zij als lid van den Ca nisiusbond brengen, bijzondere gunsten ver leend zijn. Is dit zuiver geestelijke het eenige ver hand, dat er tusschen uw bekeerlingen be staat? Neen, ik laat ze niet los. Ik vereenig ze van tijd tot tijd in de kapel, waar ze hun eer ste H. Communie deden, om weer gezamenlijk tot de Tafel des Heeren te naderen en spreek ze dan na het Evangelie toe, naar aanleiding van „het Evangelie van den dag". Dat die preeken een eigen cachet dragen, ligt aan 't bijzonder karakter van het auditorium, waar aan ik mij natuurlijk wil aanpassen. Jammer genoeg, kan ik deze recollectie-dagen niet zoo vaak houden als ik zou wenschen, wèl noodig ik de bekeerlingen van vorige jaren altijd uit om de eerste H. Communie van een nieuwe groep bij te wonen. Gelukkig maken velen van die gelegenheid gebruik om den ouden geest weer te vernieuwen. CATY VERBEEK. Z. K. H. DE PRINS Op bezoek bij de politiebrandweer te Delft Gistermiddag heeft Z. K. H. Prins Hendrik een bezoek gebracht aan de politie-brandweer te Delft. In de hal van het bureau van politie werd de Prins ontvangen door den burgemeester, mr. G. van Baren. Onder leiding van den commissaris van poli 's of dat hun trots zou breken. Ik zou te per- I tie, den heer U. van der Zee, werd op de bin- soonlijk worden als ik hier gevallen ging ver- nenplaats van het bureau van politie door de halen, maar geloof gerust, dat ik herhaaldelijk heb meegemaakt, dat mannen en vrouwen me met tranen in de oogen zeiden: „Pater, ik wou dat ik kon, maar het is me onmogelijk om te bidden." Velen eindigden met het toch te doen en zijn prachtig Katholiek geworden. Een meisje stond nog voor liet probleem, twee uren voor haar doopsel. Ik zond haar naar Zuster Ambrosia te Rot terdam ik kan den naam noemen, daar de Zuster ondertusschen overleden is en die Zuster nam het meisje mee naar de kapel van „Oud-Walenburg". Zij heeft niets gezegd dan: „Kind, laten we samen bidden", maar blijkt daarmee de gevoelige snaar getroffen te heb ben, want een half uur later fluisterde het meisje haar toe: „Ik ben klaar". Een uur later was ze weer by mij en zei me: ,,'t Is of er een wonder met me ge beurd is." Zij is een van mijn allerbeste bekeerlingen, die op haar beurt weer veel voor andere be keerlingen gedaan heeft. Je ziet dus, dat het „niet kunnen bidden" eigenlijk neerkomt op „niet willen bidden" maar een mensch „khn niet altijd willen" wat liij wel zou „willen willen". Gebeurt het dus nooit; dat iemand, die graag zou gelooven en ook geregeld en nederig bidt, töch niet kan gelooven? Deze vraag is zeer moeilijk te beantwoor- polltie-agénten, het gebruik vaa het materiaal gedemonstreerd (motorspuiten, rookmaskers, reddingszeii, den auto voor het vervoer van ge kwetsten, enz). Nadat den Prins een thee was aangeboden vertrok hij omstreeks half vijf uur naar Den Haag. EEN FANTASEERENDE PROPAGANDISTE Om advertenties te krijgen Een 35-jarige propagandiste van een jeugd- weekblad had, om abonnementen af te sluiten, verteld, dat een gedeelte der abonnementsgel' den zou worden gebruikt om zwakke kindereu naar buiten te sturen, voorts vertelde zij on derwijzeres te zijn. Tenslotte had de directie kennis genomen van het fantastisch verhaal Op staauden voet werd de juffrouw ontslagen. Bij de laatste afrekening eischte de directie al het door haar ontvangen geld terug, terwijl de juffrouw haar salaris en provisie wilde af houden. Door de directie van het weekblad werd bij de justitie een klacht ingediend en de Rechtbank te Amsterdam veroordeelde haar op 11 December j.l. wegens oplichting tot één maand gevangenisstraf; van de haar eveneens ten laste gelegde verduistering werd zij vrij gesproken. Donderdag diende de zaak in hooger beroep voor het Amsterdamsche gerechtshof. Do juf frouw gaf toe, dat zij het fantastische verhaal had verteld, doch, zoo voerde zij aan „anders krijg ik de dames niet te spreken". Zij had bij haar ontslag het geheele bedrag, dat zij ont vangen had, niet afgegeven, omdat zij salaris en provisie te vorderen had. De procureur-generaal mr. Harinxma thoe Slooten vroeg vernietiging van het vonnis dei- Rechtbank en verd.'s veroordeeling tot twee maanden gevangenisstraf wegens oplichting en verduistering. De vrijspraak van de verduiste ring achtte spr. in strijd met een arrest van den Hoogen Raad, dat teruggave van ontvan gen geld geboden acht, ook al mag daarop provisie in rekening worden gebracht. Mr. Heldring de verdediger, pleitte ontslag van rechtsvervolging voor de oplichting, omdat niemand benadeeld is. Voor het tweede feit, dat verduistering, pleitte spr. vrijspraak. Arrest 7 Mei. DE MOORDAANSLAG IN DE WOUWERMANSTRAAT TE HAARLEM Teruggewezen naar den rechter-conimissaris De Haarlemsohe Rechtbank deed Donderdag uitspraak in de zaak tegen den 24-jari.geu sohoenmakerakmechit B. v. d. S. die op 22 Ja nuari in de Wouwermansiraat te Haarlem een aanslag pleegde op mej. G. Bosnia. De zaak werd teruggewezen naar den rechter commissaris. De officier van justitie had 4 maanden ge vangenisstraf geëischt en onvoorwaardelijke ter beschikbaarstelling aan de regeering. DE ONEERLIJKE VERTEGENWOORDIGER Naar „St. Janski." meldt heeft Z. H. Exc. de Bisschop van 's-Hertogenbosch in princiep goedkeuring verleend aan de plannen van het Eucharistisch Secretariaat in het Bisdom 's-Hertogenbosch, om n.l. in het jaar 1931 een Eucharistisdhen Dag te organiseeren in Hel mond en in het jaar 193# een Eucharistisch Congres te houden in Nijmegen i een waarschijnlijkheid, die grenst aan zekerheid, kan voorzegd worden, dat de groote „bollendag" zal vallen op den aanstaanden Zon dag. De narcissen staan thans volop In bloei; de den, omdat ik nu eenmaal niet in de zielen kan I 5®'e velden worden afgewisseld door de hyacin- zien. Oogenschijnlijk komt het in ieder geval I t^n' t'is nu '5. al'° kleuren en vormen de vel- Meent u, dat uw 6 avonden over de grond slagen des geloofs en uw vervolgcursus van 20 lessen over den catechismus voldoende inzicht in het geloof geven om de cursisten te laten doopen en vindt u ze dan volkomen paraat om als Katholiek te leven? Volstrekt niet, want behalve de geloofs waarheden moeten ze ook de praktijk van het Roomsche leven kennen. Zij, di© Doomseh op gevoed worden, leeren dat als van zelf door het voorbeeld thuis, maar voor bekeerlingen vereischt het een heele studie om zich al die zaken, die wij als „vanzelfsprekend" beschou wen, eigen te maken. Ik laat daarom lijsten drukken, waarop vel wel eens voor. Verder valt het niet uit te ma ken in hoeverre iemand vrijwillig aan vooroor- deelen vasthoudt of werkelijk zijn vooroordee- len niet opgeven kan. Dat weet God alleen. Wat Ik echter wèl weet Is, dat het bekeerings werk op een ontzettende wijze gehandicapt wordt door het slechte voorbeeld, dat Katho lieken vaak geven aan cursisten, die het bekee- rings-proces doorworstelen. U spreekt van „een schuld" van Katho lieken. Maar waar is deze dan gelegen? Dat is zeer verschillend. De laatdunken de, spottende wijze, waarop men soms over de biecht spreekt; het 's Zondags te laat in de kerk komen of om futiele redenen de Mis ver zuimt; de wijze, waarop men het handje licht met het verbod om op Vrijdag vleesch te ge bruiken, dit alles geeft een ze'er groote er gernis. Maar het meest funest is de verleiding, waar aan soms meisjes, die den cursus volgen, bloot staan door intimiteiten, waar ik nu niet ver der intreden kan. Goddank zijn er ook zeer vele Katholieken, die den niet-Katholieken cursisten schitterende voorbeelden geven en daardoor steunen. Maar zeg mij nu eens, wat te denken van Katholieken, die een bekeerling, jongen of meisje, ook na de bekeering niet willen ont vangen, zooals zij het uitdrukken, „omdat ze niets te maken willen hebben met „een omge keerden rok". Is een dergelijke benepen hou ding niet verschrikkelijk en moet dat weinig christelijk vertoon niet vernietigend werken op het bekeeringswerk? Ik heb zoo'n brave Katholiek wel eens geant woord: „En waarom heeft Christus dan Zijn apostelen gezonden, was dat dan ook niet om „omgekeerde rokken" te maken? En waarvoor dient dan wel het heele missiewerk, als een be keering op een dergelijke minderwaardige wijze gequalificeerd wordt?" Soms mogen de ouders van de Katholieke partij wat blij zijn, dat langs de bekeerlinge of den bekeerling hun kind vaak veel beter Roomsch wordt, want meer dan eens zijn zulke kinderen toch niet 18 karaats Rpomsch, anders zouden ze nooit een gemengde verkeering aan gaan zonder er zich maar eenigszins om te bekommeren dat de andere partij niet Katho liek is. Het komt zelfs voor, dat de niet-Ka- tholieke partij degene is, die begint te spre ken over het volgen van een cursus, b.v. door dat de aandacht gevallen is op een annonce in de courant. Ik maakte het zelfs wel mee, dat de Katholieke partij afwijzend stond tegenover een eventueeie bekeering. Ik herhaal, de goeden niet Ie na gesproken, vooral bij verlovingen valt het niet te ontken nen, dat de Katholieke partij vaak een aller slechtst voorbeeld stelt en daardoor een ontzet tende verantwoording op zich laadt, omdat het genade-proces daardoor zeer geschaad wordt. Heeft u, om het „genadewerk" krachtig aan te zetten, niet den Canisiusbond opgericht? Juist. Waar er in ons land zóóveel aan be keeringswerk gedaan wordt, begreep ik, dat het noodig zou zijn om God door offer en ge bed om genade voor die zoekenden te smeeken. En wie zijn daar dan nader aan toe dan de be keerlingen, die zelf ondervonden hebben, dat alléén Gods genade het ware geloof kan bren gen en dat de taak van den „bekeerder" slechts een zeer ondergeschikte Is. Mgr. Callier en later ook Z. H. de Paus heb ben dit werk met aflaten verrijkt en er zijn honderden bekeerlingen, die zich ln dezen bond vereenigd hebben. Br zijn ook vele Katholieken, die het in- landsch missiewerk steunen door hun gebed en dén tooien. Enkele velden vroege hyacinten, die vóór de laatste vorst van hun winterdek waren ontdaan en daardoor eenigszins bevroren neuzen kregen, zijn zelfs al gestroopt. De bloemisten deden dit om ziekte in het gewas te voorkomen. Deze gestroopte hyacinten zijn echter gering in aantal. De massa zal spoedig bloeien, waarom Zondag a.s. de groote trek naar de bollenvelden is te wachten. Vakmen- schen verwachten, dat dit jaar de bloeitijd drie weken zal duren, zij gronden deze verwachtin op het koude weer en de langzame ontwikkeling der planten. De tulpen moeten trouwens in bloei komen. Op het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid heèft een conferentie plaats gehad van den Rijksbemiddelaar H. A. van IJssel- steyn met partijen betrokken by de dreigende staking aan de steenfabriek Jos van der Loo te Dieren. In deze conferentie was ook de commissie voor het extra-róódèontract vertegenwoordigd. Het resultaat van de besprekingen is ge weest, dat door den Rijksbemiddelaar op voor dracht van de twee partijen een commissie van hoogstaande personen wordt ingesteld, die zal onderzoeken of het extra-rood-contract aan eischen van behoorlijkheid en zedelijkheid vol doet, en zoo neen, welke wijzigingen in dat contract gewenscht worden geacht. De eventueel door deze commissie aan te wijzen bezwaren zullen door de combinatie van steenfabrikanten, vormende het extra- rood-contract, in ernstige overweging worden genomen en, zoo even mogelijk, worden uitge schakeld. Het gestelde ultimatum is in verband hier mede ingetrokken. INVOERRECHT OP VLEESCH. De minister van Financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dait de Commissie van deskundigen voor de samenstelling van de prijscourant ter berekening van. het invoerrecht op versoh of gekoeld vleeseh in hare vergade ring van 23 dezer bedoelde prijscourant heeft vastgesteld ale volgt: Rund- en kalfsvleesch, versoh of gekoeld, 100 K.G. 85; paard en vleesch, versoh of ge koeld, 100 K.G. 50. Gedurende de maand Mei 1931 zal mitsdien het invoerrecht voor de hierboven bedoelde vleeschsoorten bedragen 10 pot. van de hier vóór vermeld© waarden CONTRdLE VAN WONINGBOUW CORPORATIES In de Maart-aflevering van de verslagen en mededeelingen betreffende de volksgezondheid ls gepubliceerd het verslag van den directeqr- generaal, hoofd van de afdeeling volksgezond heid 1930, betreffende de financieels Controle van Woningbouw-Corporaties, werkende met steun uit 's Rijks kas. Gedurende het verslagjaar werden o.m. de administraties onderzocht van 60 bouwvereeni- gingen voor de eerste maal, 49 bouwvereni gingen, waarvan de administratie reeds eerder van Rijkswege was gecontroleerd en 20 sana toria, gezondheids- en vacantiekolonies. Bovendien werden in verscheidene gevallen, meest op verzoek van belanghebbenden, balan sen met exploitatierekeningen opgemaakt, of advies gegeven ter afwikkeling van financiéele aangelegenheden. De contróles, in den loop van het verslag jaar verricht, hebben geen feiten aan het licht gebracht, die door hun aantal, of door hun hij zonder karakter, zouden motiveeren, dat tot de vroegere wijze van signaleeren werd terug gekeerd. In de tekorten op de exploitatie der woning complexen, die met voorschotten werden ge bouwd zijn, naar verder uit het verslag blijkt, bijdragen toegezegd tot een maximum van 256.666.69. Krachtens het gewijzigde 3e lid van artikel 38' dèr Woningwet zijn voor 47 complexen, bij dragen in de exploitatie van 2638 woningen tot een bedrag van 109.381.14. Ten slotte waren aan het einde van het verslagjaar 280 voor schotten, waarop was uitbetaald 43.919.149.73, afgelost. Van batige saldi, welke de exploitatie van met Rijkssteun gebouwde middenstandswonin gen tot het einde van 1929 heeft opgeleverd is in 's Rijks kas gestort een bedrag van 81.382.01. Van de ten 'behoeve van den houw van nood woningen door het Rijk in vorige jaren uit gekeerde bijdragen werd in 's Rijks kas terug gestort als aandeel van het Rijk in de batige saldi der exploitatie van die noodwoningen tot einde van 1929 2.741.604.92. Als Rijksaandeel in de opbrengst van nood woningen, welke werden afgebroken of waar aan een andere bestemming werd gegeven, met inbegrip van de voor deze woningen ontvan gen uitkeeringen wegens brandschade werd in 's Rijks kas gestort tot einde 1929 een som van 106.852.60. Op vrije voeten gesteld Men xaelidit ons uiit Den Haag: De vertegenwoordiger van een Duitsche fir ma, die door het opgeven van een gefingeerde order zijn firma had benadeeld voor een be drag van 1000, is gisteren uit de politie-be- waring ontslagen en in afwachting van het verder onderzoek op vrije voeten gesteld. De invloed van een aantal borrels en glazen De 4S-jarige landbouwer F. H. W., te Eist, moest voor het Gerechtshof, te Arnhem, in hoo ger beroep terecht staan wegens het veroor zaken van dood door schuld. Op 7 April heeft verd. met een Ford een 30- jarigen wielrijder, S. A. S., aangereden, waar door S. in een sloot terecht kwam en werd ge dood. De Rechtbank te Arnhem veroordeelde ver dachte bot 6 maanden gevangenisstraf. De Adv.- Generaal, Mr. Vlsseher, wees in zijn requsi- toir op den toestand, waarin verd. verkeerde. Hij was niet dronken, maar zal toch den in vloed van een aantal borrels en glazen bier hebben ondervonden. Spr. achtte schuld aan den dood van het slachtoffer bewezen en eischte bevestiging van het vonnis der Rechtbank. LETSEL DOOR SCHULD. Van den een naar den ander... en toch veroordeeld Het Gerechtshof te Arnhem deed uitspraak in de zaak tegen J. N. H., ingenieur te Eind hoven, die met zijn auto op den weg tusschen Tilburg en Breda een meisje op een fiets aan reed, die een hersenschudding bekwam en ver der letsel, ten gevolge waarvan ze weken lang moest verpleegd worden. De Rechtbank te Breda sprak aanvankelijk den verdachte vrij, doch de Officier van Ju stitie kwam toen in hooger beroep. Het Ge rechtshof te 's-Bosch vernietigde den gegeven vrijspraak en veroordeelde verdachte tot 300 boete, subs, een maand hechtenis. De veroor deelde kwam in cassatie. De Hooge Raad ver wees de zaak naar het Arnhemsche Hof en dit laatste college veroordeelde thans den ver dachte opnieuw tot 300 boete of een maand hechtenis. ONEERLIJKE POSTBEAMBTE. OPLEIDING VAN SCHEEPSMACHINISTEN Commissie van onderzoek ingesteld De Minister van Onderwijs, K. en W. heeft ingesteld eeii commissie, aan welke wordt op gedragen: a. te onderzoeken op welke wijze, in verband met de eischen van de practijk, de opleiding van scheêpsmachinisten moet wor den geregeld, hoe de leerplannen het beste worden samengesteld en hoelang de verschil lende vormen van opleiding zullen moeten du ren; b. omtrent de resultaten van dit onder zoek aan hem rapport uit te brengen. In deze commissie, die hare vergaderingen zal houden te 's-Gravenhage, ter plaatse, door deix voorzitter aan te wijzen, zijn benoemd: a. tot lid en voorzitter: ir. G. Hofstede, inspecteur-generaal van het nijverheidsonder wijs, te 's-Gravenhage; b. tot lid en ondervoor zitter M. J. van Alphen de Veer, inspecteur van het nijverheidsonderwijs, te 's-Gravenha ge; c. tot leden: L. J. Alta, te Amsterdam, W. K. L. A. van Bommel te 's-Gravenhage, ir. A. van Driel te 's-Gravenhage, M. C. Koning te Vogelenzang, Th. C. W. van Mierlo te Den Helder, dr. ir. W. J. Muller te Haarlem, J. C. Piek te Amsterdam, C. Sorgedrager te Vlissin- gen, L. Veenstra te Rotterdam, J. J, Wessel- man te Rotterdam; d. tot secretaris: A. P. D. Meeter, hoofdcommies bij het Departement van Ouderwijs, K. en \V. VLIEGTOCHT NED. INDIë—AUSTRALIë- HOOGERE KOOLPRIJZEN Mem meldt ons uit Langendijk: De koolprijzen zijn de eerste week sterk ge stegen. Voor roode kool wordt tot 2200 per spoorwagen voor 10.000 K.G. betaald, gele kool brengt 1000 op en witte 900. Voor de tuinbouwers is deze opleving van beteekenis. BRANDSTICHTING. De rechtbank te Asen veroordeelde gister A. S., verpleegde te Veenhuizen, wegens opzette lijke brandstichting tot 2 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Correspondentie kan verzonden worden Blijkens nader van de Indische postadmini stratie ontvangen bericht stelt de Australische postdienst thans toch de gelegenheid open om correspondentie met het retourvliegtuig AustraliëNed.-Indië te verzenden. Het 'boven de gewone posten en rechten ver schuldigde luchtrecht bedraagt: voor lucht vervoer over den afstand AustraliëNed. Indië 1 shilling 9 pence en over den afstand AustraliëNederland 3 shillings 4 pence per half ounce (14.173 gram). Hij werd op de proef gesteld en viel door da mand Op de lijn Den BoschUtrecht werden meer malen poststukken vermist. De verdenking viel op den conducteur der brievenmalen F. R. te H., te 's-Hertogenbosch en men besloot hem op de proef te stellen. Daartoe werden bij de post stukken twee brieven gevoegd, waarin zilver bons zaten, die men geteekend had. Bij aan komst te Utrecht bleken de brieven verdwenen, maar de zilverbons werden gevonden in den zak van ten H. Deswege stond hij Donderdag voor de Bossche Rechtbank. De eisch luid de 8 maanden gevangenisstraf. Het slachtoffer overleden In het hospitaal Calvarienberg te Maastricht is gistermiddag de 34-jarige onderwijzeres die in een vlaag van verstandsverbijstering zich in het dorpje Bemelen met benzine overgoot en zich in brand stak, aan de gevolgen van haar bekomen verwondingen overleden. Een ernstig en een licht gewonde Gisterenmorgen is de vrachtauto van gebrs. Heine uit Tilburg bij Havelterberg tegern een boom gereden. Het voorste gedeelte van deo. auto werd geheel vernield. De chauffeur Diep straten werd licht gewond, de medepassagier van Donk ernstig. Laatstgenoemde ls per zie kenauto uit Meppel vervoerd naar het zieken huis te Zwolle. DRIE HUIZEN EEN PROOI DER VLAMMEN Vrijdagmiddag woedde te Vriezen veen een hevige brand waarbij drie huizen, bewoond door de families Lamberts, Dekker, Hopster en Nijetwilkaar een prooi der vlammen werd. BOERDERIJ AFGEBRAND Gisterenmiddag is ouder Reek, bij den Straat, weg Élst-Nijmegen, de kapitale boerderij van H. v. R. totaal afgebrand. Niets kon worden gered. De oorzaak van den brand is onbekend. De brandweer slaagde erin met groote moeite de belendende boerderijen te behouden. KIPPEN DIEFSTALLEN IN DEN ACHTERHOEK. DE VORST VAN GELEEN Verzoek om als advocaat en procureur te worden ingeschreven Mr. Leufkens, de vorst vam Geleen, heeft, naar we vernemen, heit verzoek ingediend, om te worden ingeschreven als advocaat en pro- «treur bij dn Hoogen Raad dar NflrUvrianda». F.en jaar naar de gevangenis In hooger beroep stond Donderdag voor "I Arnhemsche Gerechtshof terecht de 31-jarige los-werkman B. W. R., thans gedetineerd, die door de Arnhemsche Rechtbank was veroor deeld terzake kippendiefstallen tot 1 jaar ge vangenisstraf. Bij drie boeren te Wisch, in den achterhoek, zou verdachte een aantal kippen hebben gestolen en terwijl hij er mee onderweg was, naar een opkooper, heeft een surveillee- rend wachtmeester hem gesnapt. De Adv.-Generaal eischte bevestiging van het ln eersten aanleg gewezen vonnis: 1 jaar gevangenisstraf. BRANDSTICHTING. De Bredasehe rechtbank veroordeelde J. P. on A. K. te Roosendaal ieder tot twee jaar ge vangenisstraf, met aftrek van voorarrest, w*v. gens brandstichting san de Bredasehe haan aldaar, fie «teofc ym* drie jaax,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6