BIJ
DEN MASSABEKEERDER VAN
NEDERLAND
ZATERDAG 25 APRIL 1931
MAAR EEN MENSCH „KAN NIET ALTIJD WILLEN" WAT
HIJ WEL ZOU „WILLEN WILLEN"
HET SLECHTE VOORBEELD EEN
„HANDICAP"
EUCHARISTISCHE ACTIE IN HET
BISDOM 'S HERTOGENBOSCH
In 1932 een congres te Nijmegen
DE BOLLENVELDEN BLOEIEN.
HET EXTRA ROOD-CONTRACT
IN DE STEENINDUSTRIE
Commissie van onderzoek ingesteld
ONGELUK MET DOODELIJKEN
AFLOOP BIJ ELST.
HET DRAMA TE BEMELEN
VRACHTAUTO TEGEN 'N BOOM
,Er zijn buitengewoon hoogstaande
mannen en vrouwen, die er.
diep van doordrongen zijn,
dat God van hen vraagt,
Katholiek te
worden.
om
VERLOVING EN ANDERE
MOEILIJKHEDEN
Een
,,genade"-proces
II.
Dinsdags na Paschen zou ik bq Pater Hen
driehs komen om hem verder te doen vertellen
over zijn bekeeringswerk.
Het was een van de weinige dagen, dat hij
eenige uren vrij kon maken voor iets dat niet
^;eC™anV°Ud: met dat was
A a ik ondanfe3 het feit, dat
was hem t och08 U1An'sterdal" teruggekomen
in nlaat v b F "°n<ler hSt meS" nam>
In plaats van hem te raden het er liever eens
van te nemen en wat in het heerlijke lentezon-
netje te gaan wandelen.
"Hendr'°hs op Paasch-Zaterdag en
de be.de Paaschdagen te Amsterdam deed,
houdt direct verband met de vraag, die ik als
nummer een op het lijstje had staan, n.l.
iv a'6r' '10e We6t U cp een Seseven moment
welke van de cursisten al klaar zijn om Ka
tholiek te worden en welke er om een of an-
ere reden niet of ndg niet toe kunnen over
gaan om zich te laten doopen
Als ik je deze vraag beantwoord, weet
je meteen, waarom ik je 's winters, als het erg
koud is, maar weer ergernis geef, door achter
in de zaal op den tocht te staan om zelf de
cursisten op mijn lijst aan te teekenen. Het
was moeilijk om je in die omgeving te ant
woorden op je goedgemeende reprimande. Ik
«sta er op om de cursisten steeds zelf aan te
teekenen op de presentielijst, omdat dit mij de
gelegenheid geeft om ongemerkt in contact te
komen met ben.
De eerste keeren zeggen ze me hun naam,
daarna onthoud ik dien al, we knoopen er
een praatje aan vast en na enkele keeren kan
ik uit hun groet hun glimlach, hun vriendelijk
woord, al heel goed hun stemming peilen, zien
of ze zich thuis voelen en zelfs opmaken, of ze
tot het Katholiek geloof zullen overgaan. Ge-
wjt&nlijk komen mijn voorgevoelens omtrent
hun plannen nog al aardig uit.
Als ik ongeveer een tiental lessen van den
vervolgcursus gegeven heb, kondig Ik eenige
„audiëntiedagen" aan en verzoek hun. die mij
graag willen spreken over een of ander, van
die gelegenheid gebruik te willen maken. In
Den Haag vallen die spreekdagen gewoonlijk
op de Kerstdagen; in Amsterdam zat ik op
Paasch-Zaterdag en de beide Paaschdagen 28
uur in de spreekkamer; daar gaan weer 70
van mijn trouwe cursisten over tot ons ge
loof, het gewone percentage van de laatste
jaren.
Om te voorkomen, dat er al te lang gewacht
moet worden, doordat allen gelijk komen, ma
ken we in gemeenschappelijk overleg een lijst
op, zoodat het bezoek gelijk over de verschil
lende dagen verdeeld wordt. De een blijft wat
langer dan we berekenden, een ander weer eens
wat korter, in ieder geval vermijden we toch
een opeenhooping in de wachtkamer.
Degenen, die voor zichzelf al zeker zijn, dat
se tot ons geloof willen overgaan, zijn verplicht
om te komen praten, omdat ik met hen ver
schillende punten onder vier oogen te bespre
ken heb.
Zoo moet ik de gevallen, waarin het gaat om
een protestant gedoopte, onderwerpen aan het
oordeel van Monseigneur, daar Z. H. Excellen
tie beslissen moet of iemand „absoluut"' of „on
der voorwaarden" gedoopt moet worden. Daar
mee hangt ook samen de noodzaak van al of
niet biechten vódr zijn doop. Degenen, die
„onder voorwaarde" gedoopt worden, moeten
de zonden uit hun vorig loven belijden vóór
ik ze doop; terwijl ze na hun doop de absolutie
ontvangen. Bij degenen, die „absoluut" ge
doopt worden is dit overbodig, daar alle zon
den uit hun leven tegelijk met de erfzonde af
gewasschen worden.
Van zeer velen, die zich „protestant" noe
men, komt bij onderzoek vast te staan, dat ze
in het geheel niet gedoopt zijn. Het komt zelfs
voor, dat er onder degenen, die hun „belijde
nis" gedaan hebben, ongedoopten zijn, omdat de
dominéé niet aan die „magische formule''
hechtte. De moeilijkheid, waartegen ik altijd
opzie, is die der huwelijksgevallen.
De een komt met de boodschap, dat hij wel
Katholiek wil worden, maar, ziet U, pater, we
hebben een „modern" huwelijk.
Dan antwoord ik; „O zoo, je hebt dus zeker
10 kinderen!" waarop de conversatie natuur
lijk stop staat en de man, die inziet, dat hij
voor den gek gehouden wordt, verdwijnt.
Een ander wil ook graag Roomsch worden,
maar draagt haar moeilijkheid als volgt voor
Ziet U, pater, als ik nu eens kinderen
kreeg en er was een jongen onder, dan zou die
jongen, als er oorlog kwam, moeten vechten en
kans loopen om doodgeschoten te worden. Dat
idéé zou ik nooit kunnen dragen en daarom,
pater, zou ik nooit kinderen willen hebben."
Praat nu eens tegen deTgelijke opvattingen!
Eon derde kwam vol enthousiasme vertellen,
dat hij Katholiek werd. Op mijn vraag, of hij
getrouwd was, antwoordde hij; „Ja en ik houd
dol veel van mijn vrouw". Daarop vroeg ik, or
zijn vrouw Katholiek was, en zoo niet, of zij
dan toch wist, dat hij van plan was zich te
laten doopen.
Nee Pater, maar dat speelt geen rol, ik
doe het toch.
Ik overtuigde den man er van, dat het zijn
plicht was om zijn vrouw in kennis te stellen
met zijn plannen en dat ik het unfair zou vin
den hem achter haar rug om te doopen.
Hij is heengegaan en schreef me een paar
dagen later
„Eerwaarde Heer Na rijp beraad en over
leg hen ik besloten niet Katholiek te worden,
wamt als ik Roomsch word bedroef ik mijn
vrouw, waar ik zeer veel van houd. Bedroef ik
mijn vrouw, dan breekt mij het hart en daar
het geloof een kwestie van bet hart ia en een
gebroken hart geen handelingen kan stellen,
zoo kan ik niet Roomsch worden."
Ik heb hem terug geschreven
„Edele vriend, je hebt volmaakt gelijk. Hot
gaat met een hart zooals met een melkkan. Is
de kan héél, dan kan je er melk in bewaren;
is de kau in scherven, dan dient zij tot niets
meer."
Zijn dit allemaal gevallen, waarover je la
chen kunt, héél erg is het, wanneer het gaat
om gescheiden protestanten, gedoopt of onge
doopt, die Katholiek willen worden om dan te
trouwen met een Roomschen jongen of een
Roomsth meisje. Het is wanhopig om hun aan
het verstand te brengen, dat dit niet kan, om
dat het huwelijk onontbindbaar is. Met één slag
vernietig je voor zulke mensehen hun toekomst
en dat doet je pijn. Ze kunnen maar niet ge-
looven, dat er een huwelijksbeletsel is.
Pater, ik ben toch nooit voor de Kerk ge
trouwd geweest
Wat een uren heb ik zitten praten, om ze aan
het verstand te brengen, dat „voor de kerk ge
trouwd zijn" allien voor Katholieken inhoudt,
dat men voor een „priester" trouwen moet, doch
voor andere mensehen de term „voor de kerk
getrouwd" beteekent: „in de schatting, in de
waardeering, in de opvatting der Kerk deug
delijk een huwelijk te hebben gesloten".
Zoo zijn alle menschen, die zich tot een blij
vende echtvereeniging hebben verbonden in de
oogen van de Kerk werkelijk getrouwd en het
doet er niet toe, of het heidenen of protestan
ten zijn.
Of de Paus in zoo'n huwelijk dispensatie kan
verleeinen, is hier de kwestie niet. Juist het
feit, dat Z. H. een enkele maal, om zeer ge
gronde redenen, bij dispensatie zoo'n huwelijk
ontbindt", ten gunste van een Sacramenteel
huwelijk, toont aan, dat Z. H. het eerste huwe
lijk wel degelijk als „huwelijk" erkent, want
anders zou er toch niet van „ontbinden" ge
sproken kunnen worden.
En ik dacht, dat een huwelijk nooit „ont
bonden" kon worden
Laat ik beginnen met rast te stellen, dat
de menschen zélf nooit een huwelijk kunnen
ontbinden, doch dat de Kerk, bij monde van
Z. H. den Paus, een „natuurhuwelijk" kan ont
binden ten voordeele van een „sacramenteel
huwelijk".
Dit alles kan een ieder echter in niijn Cate
chismus bij de les over „Het huwelijk" vin
den. Het is me enkele weken terug overkomen,
dat een cursist me na den derden cursusavond
zei
Pater, ik blijf voortaan liever weg, want
ik kan -toch niet Katholiek worden. Toen ik
uw boekje doorbladerde, en de les over „Het
Huwelijk" las, merkte ik, dat ik nooit meer
zal kunnen trouwen als ik Katholiek word en
ik voel me niet in staat om me daartoe te ver
plichten.
Ik was blij, dat die jongen al zoo gauw zelf
tot de ontdekking gekomen was, dat er voor
hem deze groote moeilijkheid bestond, want het
doet me altijd zoo'n leed, als ik degene moet
zijn, dia menschen, nadat ze maandenlang ba
den en streden om de genade des geloofs te
verkrijgen, op het laatste moment de ontgooche
ling moet brengen, dat het beter voor hen is,
om datgene, wat ze hebben leeren waardeeren
en liefhebben, voor altijd vaarwel te zeggen.
Het is zoo enorm zwaar voor jonge menschen
om zich te verplichten tot een altijd ongehuwd
blijven, dat ik zelfs degenen, die er spontaan
toe besluiten om het offer te brengen, verplicht
om er eerst maanden lang rustig over na te
denken.
Juist omdat mijn cursus niet dient om enkel
„voorlichting" te geven, maar in hoofdzaak om
de menschen te brengen tot het ware geloof,
vind ik het zoo jammer, om goedwillenden op
het laatste oogenblik om deze reden te zien
weggaan. Er zijn buitengewoon hoogstaande
mannen en vrouwen, die er zoo diep van dóór
drongen zijn, dat God van hen vraagt om Katho
liek te worden, dat zij het offer weten te bren
gen, ofschoon ze diep doordrongen zijn van de
zwaarte der verplichting, die ze op zich nemen.
Het is ook dikwerf opvallend, dat als een
niet-katholleke jongen of meisje verloofd op
den cutsus G komen en om de een of andere re
den zoo'n verloving tijdens den cursus uitraakt
ze in vele gevallen blijven doorleeren en toch
tot ons geloof overgaan. Toen ik pater Hen-
drichs daarover sprak antwoordde hij me;
In het begin keek ik vreemd op als zoo'n
jongen of meisje, waarvan ik wist dat de ver
loving uit was en daarmede de „voornaamste1
reden van het bezoek aan mijn cursus ver
dwenen, toch geregeld bleef komen. Nu ver
wonder ik me er niet meer over, want allen,
die in den beginne mijn verbazing zagen, ant
woordden me op dezelfde wijze met een;
Maar pater, u dacht toch niet, dat ik om
een ander Katholiek zou worden? Dat zou
toch nooit de reden mogen zijn?"
Hieruit concludeerde ik, dat in de meeste
gevallen bij zoo'n bekeering, omdat ze ver
loofd zijn met een Katholiek, de verloving „een
aanleiding" is om Katholiek te worden en niet
de reden". En dan vraag ik me af, of er door
de Voorzienigheid eigenlijk wel eenvoudiger
aanleiding" gekozen zou kunnen worden om
iemand tot de Katholieke Kerk te brengen dan
het mooiste, wat God in Zijn almacht gescha
pen heeft, n.l. de liefde tusschen man en
vrouw met het doel om elkaar voorgoed toe te
behooren.
50 verschillende onderwerpen van veel voorko
mende Roomsche praktijken alphabetisch staan
aangegeven.
Onder de ,.B" vinden ze bijv. „Blasius-zegen"
onder de „H" „Heilig Hart, devotie van de
Juni-maand, 9 eerste Vrijdagen"; onder de „R"
retiaite, retraitehuis, rozenkrans.
Zij, die zich op mjjn „audiëntiedagen" defi
nitief opgaven om R.-K. te worden, gaan, ge
wapend met zoo'n lijst, naar Zusters of Broe
ders, die hen wekelijks bij zich laten komen
om hen ieder afzonderlijk te onderrichten in
die zaken, die men absoluut moet weten, om
de praktijk van het Roomsch-zijn te kunnen
beleven.
In Den Haag zijn 7 Broeder- en Zuster
kloosters, die mij op deze wijze helpen; in Rot
terdam 6, Amsterdam 9 en Leiden 2. Hoeveel
dank ik dezen personen schuldig ben, kan ieder
begrijpen ,die weet, met hoeveel liefde en
geduld zij de bekeerlingen alles uitleggen, hoe
zij ze eigenlijk leeren „bidden" in den verhe
ven zin des woords van „met God Verkeeren".
Zij zijn het eigenlijk, die ze „echt Roomsch"
maken, wat ik op mijn cursus-avonden zoo van
uit de verte niet doen kan, daartoe wordt een
te groote intimiteit vereischt. Het zou mij na
tuurlijk niet mogelijk zijn om tusschen mijn
cursus-avonden door in 4 verschillende steden
dozijnen menschen ieder afzonderlijk in te wij
den in de praktijk van het Roomsche leven.
Maar ondanks alle „onderwijs" komt het nog
wel voor dat iemand, die dolgraag Katholiek
zou wórden, tóch niet kan overgaan tot ons ge
loof. Het bekeeringswerk is in hoofdzaak een
questie van „genade Gods" en ik heb meer dan
eens meegemaakt, dat iemand den geheelen
cursus had gevolgd en ten slotte zeide: „Het is
prachtig, ik kan er geen speld tusschen krijgen,
maar toch kan ik het niet gelooven.
Als het mannen waren, verhaalde ik ze soms
wat pater de Bruyn, de bekende soldaten-pater
uit Indië, mij in 1882 zeide; „Er was eens een
hooggeplaatst militair, een kolonel, die tot
mij sprak: „Pater, verschillende van mijn jon
gens werden Katholiek bij u, en ook ik zou dat
graag willen, maar ik voel, dat ik niet kan.
Hoe zit dat toch?" Ik heb hem geantwoord:
„k genoux, inon colonel".
Da.hr zit het kernpunt der zaak, de genade
Gods.
Er zijn er, die maar niet kimnen bidden, het
offers, en dat zijn niet alleen de kloosterlin
gen. Zoo ken ik een familie vader, moeder
en de kinderen die iederen dag voor dit
doel ter Communie gaan.
Waarom kunnen er alleen bekeerlingen
lid worden van den Canisiusbond?
Omdat ik dat zoo gewild heb!
Geen dooddoeners, pater! Ik vraag toch
weer verder: Waarom hebt u dat zoo gewild?
Nu dan, er bestond reeds een bond voor
Katholieken, die hetzelfde doel beoogt.
Ik wilde echter de bekeerlingen, voor wie het
een eereplicht is om anderen te helpen 't ware
geloof te vinden, apart vereenigen in een bond,
met de verplichting iederen dag een bepaald,
met aflaten verrijkt, gebed te bidden, terwijl
ook aan de offers, die zij als lid van den Ca
nisiusbond brengen, bijzondere gunsten ver
leend zijn.
Is dit zuiver geestelijke het eenige ver
hand, dat er tusschen uw bekeerlingen be
staat?
Neen, ik laat ze niet los. Ik vereenig ze
van tijd tot tijd in de kapel, waar ze hun eer
ste H. Communie deden, om weer gezamenlijk
tot de Tafel des Heeren te naderen en spreek
ze dan na het Evangelie toe, naar aanleiding
van „het Evangelie van den dag". Dat die
preeken een eigen cachet dragen, ligt aan 't
bijzonder karakter van het auditorium, waar
aan ik mij natuurlijk wil aanpassen.
Jammer genoeg, kan ik deze recollectie-dagen
niet zoo vaak houden als ik zou wenschen, wèl
noodig ik de bekeerlingen van vorige jaren
altijd uit om de eerste H. Communie van een
nieuwe groep bij te wonen. Gelukkig maken
velen van die gelegenheid gebruik om den
ouden geest weer te vernieuwen.
CATY VERBEEK.
Z. K. H. DE PRINS
Op bezoek bij de politiebrandweer te Delft
Gistermiddag heeft Z. K. H. Prins Hendrik
een bezoek gebracht aan de politie-brandweer
te Delft.
In de hal van het bureau van politie werd
de Prins ontvangen door den burgemeester,
mr. G. van Baren.
Onder leiding van den commissaris van poli
's of dat hun trots zou breken. Ik zou te per- I tie, den heer U. van der Zee, werd op de bin-
soonlijk worden als ik hier gevallen ging ver- nenplaats van het bureau van politie door de
halen, maar geloof gerust, dat ik herhaaldelijk
heb meegemaakt, dat mannen en vrouwen me
met tranen in de oogen zeiden: „Pater, ik wou
dat ik kon, maar het is me onmogelijk om te
bidden." Velen eindigden met het toch te doen
en zijn prachtig Katholiek geworden.
Een meisje stond nog voor liet probleem,
twee uren voor haar doopsel.
Ik zond haar naar Zuster Ambrosia te Rot
terdam ik kan den naam noemen, daar de
Zuster ondertusschen overleden is en die
Zuster nam het meisje mee naar de kapel van
„Oud-Walenburg". Zij heeft niets gezegd dan:
„Kind, laten we samen bidden", maar blijkt
daarmee de gevoelige snaar getroffen te heb
ben, want een half uur later fluisterde het
meisje haar toe: „Ik ben klaar".
Een uur later was ze weer by mij en zei
me: ,,'t Is of er een wonder met me ge
beurd is."
Zij is een van mijn allerbeste bekeerlingen,
die op haar beurt weer veel voor andere be
keerlingen gedaan heeft.
Je ziet dus, dat het „niet kunnen bidden"
eigenlijk neerkomt op „niet willen bidden"
maar een mensch „khn niet altijd willen" wat
liij wel zou „willen willen".
Gebeurt het dus nooit; dat iemand, die
graag zou gelooven en ook geregeld en nederig
bidt, töch niet kan gelooven?
Deze vraag is zeer moeilijk te beantwoor-
polltie-agénten, het gebruik vaa het materiaal
gedemonstreerd (motorspuiten, rookmaskers,
reddingszeii, den auto voor het vervoer van ge
kwetsten, enz).
Nadat den Prins een thee was aangeboden
vertrok hij omstreeks half vijf uur naar Den
Haag.
EEN FANTASEERENDE PROPAGANDISTE
Om advertenties te krijgen
Een 35-jarige propagandiste van een jeugd-
weekblad had, om abonnementen af te sluiten,
verteld, dat een gedeelte der abonnementsgel'
den zou worden gebruikt om zwakke kindereu
naar buiten te sturen, voorts vertelde zij on
derwijzeres te zijn. Tenslotte had de directie
kennis genomen van het fantastisch verhaal
Op staauden voet werd de juffrouw ontslagen.
Bij de laatste afrekening eischte de directie
al het door haar ontvangen geld terug, terwijl
de juffrouw haar salaris en provisie wilde af
houden. Door de directie van het weekblad
werd bij de justitie een klacht ingediend en
de Rechtbank te Amsterdam veroordeelde haar
op 11 December j.l. wegens oplichting tot één
maand gevangenisstraf; van de haar eveneens
ten laste gelegde verduistering werd zij vrij
gesproken.
Donderdag diende de zaak in hooger beroep
voor het Amsterdamsche gerechtshof. Do juf
frouw gaf toe, dat zij het fantastische verhaal
had verteld, doch, zoo voerde zij aan „anders
krijg ik de dames niet te spreken". Zij had bij
haar ontslag het geheele bedrag, dat zij ont
vangen had, niet afgegeven, omdat zij salaris
en provisie te vorderen had.
De procureur-generaal mr. Harinxma thoe
Slooten vroeg vernietiging van het vonnis dei-
Rechtbank en verd.'s veroordeeling tot twee
maanden gevangenisstraf wegens oplichting en
verduistering. De vrijspraak van de verduiste
ring achtte spr. in strijd met een arrest van
den Hoogen Raad, dat teruggave van ontvan
gen geld geboden acht, ook al mag daarop
provisie in rekening worden gebracht.
Mr. Heldring de verdediger, pleitte ontslag
van rechtsvervolging voor de oplichting, omdat
niemand benadeeld is.
Voor het tweede feit, dat verduistering,
pleitte spr. vrijspraak.
Arrest 7 Mei.
DE MOORDAANSLAG IN DE
WOUWERMANSTRAAT TE HAARLEM
Teruggewezen naar den rechter-conimissaris
De Haarlemsohe Rechtbank deed Donderdag
uitspraak in de zaak tegen den 24-jari.geu
sohoenmakerakmechit B. v. d. S. die op 22 Ja
nuari in de Wouwermansiraat te Haarlem een
aanslag pleegde op mej. G. Bosnia.
De zaak werd teruggewezen naar den rechter
commissaris.
De officier van justitie had 4 maanden ge
vangenisstraf geëischt en onvoorwaardelijke ter
beschikbaarstelling aan de regeering.
DE ONEERLIJKE VERTEGENWOORDIGER
Naar „St. Janski." meldt heeft Z. H. Exc.
de Bisschop van 's-Hertogenbosch in princiep
goedkeuring verleend aan de plannen van het
Eucharistisch Secretariaat in het Bisdom
's-Hertogenbosch, om n.l. in het jaar 1931 een
Eucharistisdhen Dag te organiseeren in Hel
mond en in het jaar 193# een Eucharistisch
Congres te houden in Nijmegen
i
een waarschijnlijkheid, die grenst aan
zekerheid, kan voorzegd worden, dat de groote
„bollendag" zal vallen op den aanstaanden Zon
dag.
De narcissen staan thans volop In bloei; de
den, omdat ik nu eenmaal niet in de zielen kan I 5®'e velden worden afgewisseld door de hyacin-
zien. Oogenschijnlijk komt het in ieder geval I t^n' t'is nu '5. al'° kleuren en vormen de vel-
Meent u, dat uw 6 avonden over de grond
slagen des geloofs en uw vervolgcursus van 20
lessen over den catechismus voldoende inzicht
in het geloof geven om de cursisten te laten
doopen en vindt u ze dan volkomen paraat om
als Katholiek te leven?
Volstrekt niet, want behalve de geloofs
waarheden moeten ze ook de praktijk van het
Roomsche leven kennen. Zij, di© Doomseh op
gevoed worden, leeren dat als van zelf door
het voorbeeld thuis, maar voor bekeerlingen
vereischt het een heele studie om zich al die
zaken, die wij als „vanzelfsprekend" beschou
wen, eigen te maken.
Ik laat daarom lijsten drukken, waarop vel
wel eens voor. Verder valt het niet uit te ma
ken in hoeverre iemand vrijwillig aan vooroor-
deelen vasthoudt of werkelijk zijn vooroordee-
len niet opgeven kan. Dat weet God alleen.
Wat Ik echter wèl weet Is, dat het bekeerings
werk op een ontzettende wijze gehandicapt
wordt door het slechte voorbeeld, dat Katho
lieken vaak geven aan cursisten, die het bekee-
rings-proces doorworstelen.
U spreekt van „een schuld" van Katho
lieken. Maar waar is deze dan gelegen?
Dat is zeer verschillend. De laatdunken
de, spottende wijze, waarop men soms over de
biecht spreekt; het 's Zondags te laat in de
kerk komen of om futiele redenen de Mis ver
zuimt; de wijze, waarop men het handje licht
met het verbod om op Vrijdag vleesch te ge
bruiken, dit alles geeft een ze'er groote er
gernis.
Maar het meest funest is de verleiding, waar
aan soms meisjes, die den cursus volgen, bloot
staan door intimiteiten, waar ik nu niet ver
der intreden kan. Goddank zijn er ook zeer vele
Katholieken, die den niet-Katholieken cursisten
schitterende voorbeelden geven en daardoor
steunen. Maar zeg mij nu eens, wat te denken
van Katholieken, die een bekeerling, jongen of
meisje, ook na de bekeering niet willen ont
vangen, zooals zij het uitdrukken, „omdat ze
niets te maken willen hebben met „een omge
keerden rok". Is een dergelijke benepen hou
ding niet verschrikkelijk en moet dat weinig
christelijk vertoon niet vernietigend werken op
het bekeeringswerk?
Ik heb zoo'n brave Katholiek wel eens geant
woord: „En waarom heeft Christus dan Zijn
apostelen gezonden, was dat dan ook niet om
„omgekeerde rokken" te maken? En waarvoor
dient dan wel het heele missiewerk, als een be
keering op een dergelijke minderwaardige
wijze gequalificeerd wordt?"
Soms mogen de ouders van de Katholieke
partij wat blij zijn, dat langs de bekeerlinge
of den bekeerling hun kind vaak veel beter
Roomsch wordt, want meer dan eens zijn zulke
kinderen toch niet 18 karaats Rpomsch, anders
zouden ze nooit een gemengde verkeering aan
gaan zonder er zich maar eenigszins om te
bekommeren dat de andere partij niet Katho
liek is. Het komt zelfs voor, dat de niet-Ka-
tholieke partij degene is, die begint te spre
ken over het volgen van een cursus, b.v. door
dat de aandacht gevallen is op een annonce in
de courant. Ik maakte het zelfs wel mee, dat
de Katholieke partij afwijzend stond tegenover
een eventueeie bekeering.
Ik herhaal, de goeden niet Ie na gesproken,
vooral bij verlovingen valt het niet te ontken
nen, dat de Katholieke partij vaak een aller
slechtst voorbeeld stelt en daardoor een ontzet
tende verantwoording op zich laadt, omdat het
genade-proces daardoor zeer geschaad wordt.
Heeft u, om het „genadewerk" krachtig
aan te zetten, niet den Canisiusbond opgericht?
Juist. Waar er in ons land zóóveel aan be
keeringswerk gedaan wordt, begreep ik, dat
het noodig zou zijn om God door offer en ge
bed om genade voor die zoekenden te smeeken.
En wie zijn daar dan nader aan toe dan de be
keerlingen, die zelf ondervonden hebben, dat
alléén Gods genade het ware geloof kan bren
gen en dat de taak van den „bekeerder" slechts
een zeer ondergeschikte Is.
Mgr. Callier en later ook Z. H. de Paus heb
ben dit werk met aflaten verrijkt en er zijn
honderden bekeerlingen, die zich ln dezen
bond vereenigd hebben.
Br zijn ook vele Katholieken, die het in-
landsch missiewerk steunen door hun gebed en
dén tooien. Enkele velden vroege hyacinten,
die vóór de laatste vorst van hun winterdek
waren ontdaan en daardoor eenigszins bevroren
neuzen kregen, zijn zelfs al gestroopt. De
bloemisten deden dit om ziekte in het gewas
te voorkomen. Deze gestroopte hyacinten zijn
echter gering in aantal. De massa zal spoedig
bloeien, waarom Zondag a.s. de groote trek
naar de bollenvelden is te wachten. Vakmen-
schen verwachten, dat dit jaar de bloeitijd drie
weken zal duren, zij gronden deze verwachtin
op het koude weer en de langzame ontwikkeling
der planten. De tulpen moeten trouwens in
bloei komen.
Op het Departement van Arbeid, Handel en
Nijverheid heèft een conferentie plaats gehad
van den Rijksbemiddelaar H. A. van IJssel-
steyn met partijen betrokken by de dreigende
staking aan de steenfabriek Jos van der Loo
te Dieren.
In deze conferentie was ook de commissie
voor het extra-róódèontract vertegenwoordigd.
Het resultaat van de besprekingen is ge
weest, dat door den Rijksbemiddelaar op voor
dracht van de twee partijen een commissie van
hoogstaande personen wordt ingesteld, die zal
onderzoeken of het extra-rood-contract aan
eischen van behoorlijkheid en zedelijkheid vol
doet, en zoo neen, welke wijzigingen in dat
contract gewenscht worden geacht.
De eventueel door deze commissie aan te
wijzen bezwaren zullen door de combinatie
van steenfabrikanten, vormende het extra-
rood-contract, in ernstige overweging worden
genomen en, zoo even mogelijk, worden uitge
schakeld.
Het gestelde ultimatum is in verband hier
mede ingetrokken.
INVOERRECHT OP VLEESCH.
De minister van Financiën brengt ter kennis
van belanghebbenden, dait de Commissie van
deskundigen voor de samenstelling van de
prijscourant ter berekening van. het invoerrecht
op versoh of gekoeld vleeseh in hare vergade
ring van 23 dezer bedoelde prijscourant heeft
vastgesteld ale volgt:
Rund- en kalfsvleesch, versoh of gekoeld,
100 K.G. 85; paard en vleesch, versoh of ge
koeld, 100 K.G. 50.
Gedurende de maand Mei 1931 zal mitsdien
het invoerrecht voor de hierboven bedoelde
vleeschsoorten bedragen 10 pot. van de hier
vóór vermeld© waarden
CONTRdLE VAN WONINGBOUW
CORPORATIES
In de Maart-aflevering van de verslagen en
mededeelingen betreffende de volksgezondheid
ls gepubliceerd het verslag van den directeqr-
generaal, hoofd van de afdeeling volksgezond
heid 1930, betreffende de financieels Controle
van Woningbouw-Corporaties, werkende met
steun uit 's Rijks kas.
Gedurende het verslagjaar werden o.m. de
administraties onderzocht van 60 bouwvereeni-
gingen voor de eerste maal, 49 bouwvereni
gingen, waarvan de administratie reeds eerder
van Rijkswege was gecontroleerd en 20 sana
toria, gezondheids- en vacantiekolonies.
Bovendien werden in verscheidene gevallen,
meest op verzoek van belanghebbenden, balan
sen met exploitatierekeningen opgemaakt, of
advies gegeven ter afwikkeling van financiéele
aangelegenheden.
De contróles, in den loop van het verslag
jaar verricht, hebben geen feiten aan het licht
gebracht, die door hun aantal, of door hun hij
zonder karakter, zouden motiveeren, dat tot
de vroegere wijze van signaleeren werd terug
gekeerd.
In de tekorten op de exploitatie der woning
complexen, die met voorschotten werden ge
bouwd zijn, naar verder uit het verslag blijkt,
bijdragen toegezegd tot een maximum van
256.666.69.
Krachtens het gewijzigde 3e lid van artikel
38' dèr Woningwet zijn voor 47 complexen, bij
dragen in de exploitatie van 2638 woningen tot
een bedrag van 109.381.14. Ten slotte waren
aan het einde van het verslagjaar 280 voor
schotten, waarop was uitbetaald 43.919.149.73,
afgelost.
Van batige saldi, welke de exploitatie van
met Rijkssteun gebouwde middenstandswonin
gen tot het einde van 1929 heeft opgeleverd
is in 's Rijks kas gestort een bedrag van
81.382.01.
Van de ten 'behoeve van den houw van nood
woningen door het Rijk in vorige jaren uit
gekeerde bijdragen werd in 's Rijks kas terug
gestort als aandeel van het Rijk in de batige
saldi der exploitatie van die noodwoningen tot
einde van 1929 2.741.604.92.
Als Rijksaandeel in de opbrengst van nood
woningen, welke werden afgebroken of waar
aan een andere bestemming werd gegeven, met
inbegrip van de voor deze woningen ontvan
gen uitkeeringen wegens brandschade werd in
's Rijks kas gestort tot einde 1929 een som
van 106.852.60.
Op vrije voeten gesteld
Men xaelidit ons uiit Den Haag:
De vertegenwoordiger van een Duitsche fir
ma, die door het opgeven van een gefingeerde
order zijn firma had benadeeld voor een be
drag van 1000, is gisteren uit de politie-be-
waring ontslagen en in afwachting van het
verder onderzoek op vrije voeten gesteld.
De invloed van een aantal borrels en glazen
De 4S-jarige landbouwer F. H. W., te Eist,
moest voor het Gerechtshof, te Arnhem, in hoo
ger beroep terecht staan wegens het veroor
zaken van dood door schuld.
Op 7 April heeft verd. met een Ford een 30-
jarigen wielrijder, S. A. S., aangereden, waar
door S. in een sloot terecht kwam en werd ge
dood.
De Rechtbank te Arnhem veroordeelde ver
dachte bot 6 maanden gevangenisstraf. De Adv.-
Generaal, Mr. Vlsseher, wees in zijn requsi-
toir op den toestand, waarin verd. verkeerde.
Hij was niet dronken, maar zal toch den in
vloed van een aantal borrels en glazen bier
hebben ondervonden. Spr. achtte schuld aan
den dood van het slachtoffer bewezen en eischte
bevestiging van het vonnis der Rechtbank.
LETSEL DOOR SCHULD.
Van den een naar den ander... en toch
veroordeeld
Het Gerechtshof te Arnhem deed uitspraak
in de zaak tegen J. N. H., ingenieur te Eind
hoven, die met zijn auto op den weg tusschen
Tilburg en Breda een meisje op een fiets aan
reed, die een hersenschudding bekwam en ver
der letsel, ten gevolge waarvan ze weken lang
moest verpleegd worden.
De Rechtbank te Breda sprak aanvankelijk
den verdachte vrij, doch de Officier van Ju
stitie kwam toen in hooger beroep. Het Ge
rechtshof te 's-Bosch vernietigde den gegeven
vrijspraak en veroordeelde verdachte tot 300
boete, subs, een maand hechtenis. De veroor
deelde kwam in cassatie. De Hooge Raad ver
wees de zaak naar het Arnhemsche Hof en dit
laatste college veroordeelde thans den ver
dachte opnieuw tot 300 boete of een maand
hechtenis.
ONEERLIJKE POSTBEAMBTE.
OPLEIDING VAN SCHEEPSMACHINISTEN
Commissie van onderzoek ingesteld
De Minister van Onderwijs, K. en W. heeft
ingesteld eeii commissie, aan welke wordt op
gedragen: a. te onderzoeken op welke wijze,
in verband met de eischen van de practijk, de
opleiding van scheêpsmachinisten moet wor
den geregeld, hoe de leerplannen het beste
worden samengesteld en hoelang de verschil
lende vormen van opleiding zullen moeten du
ren; b. omtrent de resultaten van dit onder
zoek aan hem rapport uit te brengen.
In deze commissie, die hare vergaderingen
zal houden te 's-Gravenhage, ter plaatse, door
deix voorzitter aan te wijzen, zijn benoemd:
a. tot lid en voorzitter: ir. G. Hofstede,
inspecteur-generaal van het nijverheidsonder
wijs, te 's-Gravenhage; b. tot lid en ondervoor
zitter M. J. van Alphen de Veer, inspecteur
van het nijverheidsonderwijs, te 's-Gravenha
ge; c. tot leden: L. J. Alta, te Amsterdam,
W. K. L. A. van Bommel te 's-Gravenhage, ir.
A. van Driel te 's-Gravenhage, M. C. Koning
te Vogelenzang, Th. C. W. van Mierlo te Den
Helder, dr. ir. W. J. Muller te Haarlem, J. C.
Piek te Amsterdam, C. Sorgedrager te Vlissin-
gen, L. Veenstra te Rotterdam, J. J, Wessel-
man te Rotterdam; d. tot secretaris: A. P. D.
Meeter, hoofdcommies bij het Departement van
Ouderwijs, K. en \V.
VLIEGTOCHT NED. INDIë—AUSTRALIë-
HOOGERE KOOLPRIJZEN
Mem meldt ons uit Langendijk:
De koolprijzen zijn de eerste week sterk ge
stegen. Voor roode kool wordt tot 2200 per
spoorwagen voor 10.000 K.G. betaald, gele kool
brengt 1000 op en witte 900.
Voor de tuinbouwers is deze opleving van
beteekenis.
BRANDSTICHTING.
De rechtbank te Asen veroordeelde gister A.
S., verpleegde te Veenhuizen, wegens opzette
lijke brandstichting tot 2 jaar gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest.
Correspondentie kan verzonden worden
Blijkens nader van de Indische postadmini
stratie ontvangen bericht stelt de Australische
postdienst thans toch de gelegenheid open om
correspondentie met het retourvliegtuig
AustraliëNed.-Indië te verzenden.
Het 'boven de gewone posten en rechten ver
schuldigde luchtrecht bedraagt: voor lucht
vervoer over den afstand AustraliëNed.
Indië 1 shilling 9 pence en over den afstand
AustraliëNederland 3 shillings 4 pence per
half ounce (14.173 gram).
Hij werd op de proef gesteld en viel door da
mand
Op de lijn Den BoschUtrecht werden meer
malen poststukken vermist. De verdenking viel
op den conducteur der brievenmalen F. R. te
H., te 's-Hertogenbosch en men besloot hem op
de proef te stellen. Daartoe werden bij de post
stukken twee brieven gevoegd, waarin zilver
bons zaten, die men geteekend had. Bij aan
komst te Utrecht bleken de brieven verdwenen,
maar de zilverbons werden gevonden in den
zak van ten H. Deswege stond hij Donderdag
voor de Bossche Rechtbank. De eisch luid
de 8 maanden gevangenisstraf.
Het slachtoffer overleden
In het hospitaal Calvarienberg te Maastricht
is gistermiddag de 34-jarige onderwijzeres die
in een vlaag van verstandsverbijstering zich
in het dorpje Bemelen met benzine overgoot
en zich in brand stak, aan de gevolgen van
haar bekomen verwondingen overleden.
Een ernstig en een licht gewonde
Gisterenmorgen is de vrachtauto van gebrs.
Heine uit Tilburg bij Havelterberg tegern een
boom gereden. Het voorste gedeelte van deo.
auto werd geheel vernield. De chauffeur Diep
straten werd licht gewond, de medepassagier
van Donk ernstig. Laatstgenoemde ls per zie
kenauto uit Meppel vervoerd naar het zieken
huis te Zwolle.
DRIE HUIZEN EEN PROOI DER VLAMMEN
Vrijdagmiddag woedde te Vriezen veen een
hevige brand waarbij drie huizen, bewoond
door de families Lamberts, Dekker, Hopster en
Nijetwilkaar een prooi der vlammen werd.
BOERDERIJ AFGEBRAND
Gisterenmiddag is ouder Reek, bij den Straat,
weg Élst-Nijmegen, de kapitale boerderij van
H. v. R. totaal afgebrand. Niets kon worden
gered. De oorzaak van den brand is onbekend.
De brandweer slaagde erin met groote
moeite de belendende boerderijen te behouden.
KIPPEN DIEFSTALLEN IN DEN
ACHTERHOEK.
DE VORST VAN GELEEN
Verzoek om als advocaat en procureur
te worden ingeschreven
Mr. Leufkens, de vorst vam Geleen, heeft,
naar we vernemen, heit verzoek ingediend, om
te worden ingeschreven als advocaat en pro-
«treur bij dn Hoogen Raad dar NflrUvrianda».
F.en jaar naar de gevangenis
In hooger beroep stond Donderdag voor "I
Arnhemsche Gerechtshof terecht de 31-jarige
los-werkman B. W. R., thans gedetineerd, die
door de Arnhemsche Rechtbank was veroor
deeld terzake kippendiefstallen tot 1 jaar ge
vangenisstraf. Bij drie boeren te Wisch, in den
achterhoek, zou verdachte een aantal kippen
hebben gestolen en terwijl hij er mee onderweg
was, naar een opkooper, heeft een surveillee-
rend wachtmeester hem gesnapt.
De Adv.-Generaal eischte bevestiging van
het ln eersten aanleg gewezen vonnis: 1 jaar
gevangenisstraf.
BRANDSTICHTING.
De Bredasehe rechtbank veroordeelde J. P.
on A. K. te Roosendaal ieder tot twee jaar ge
vangenisstraf, met aftrek van voorarrest, w*v.
gens brandstichting san de Bredasehe haan
aldaar, fie «teofc ym* drie jaax,