H
m
D. PEDRO CALDERON DE LA
ST. ANSGAR-FEESTEN
TE HAMBURG
ZATERDAG 23 MEI 1931
1681 25 Mei 1931
DE DICHTER VAN DE EUCHARISTIE
WE SCHUIVEN NOG.
fJhm*
VAN NIEVELT, GOUDRIAAN Co'.<
STOOMVAART MU.
teg Raad,
DE NOORD-DUITSCHE EN SCANDINA
VISCHE KATHOLIEKEN BIJEEN
Nieuw leven in de diaspora
(Van onzen bijzonderen correspondent
Noord-Duitschland hoort tot de zoogenaamde
diasporagebieden ofwel het Noord-Duitsche
missiegebied, en daarbij sluiten geografisch en
voor een groot gedeelte kerkelijk-historisch de
Scandinavische landen aan. Het getal Katho
lieken in deze laatste landen is in evenredig
heid met den afstand tusschen ben en de ster
ker bloeiende kerkprovincies.
Vóór elfhonderd jaar werd de Benedictijner-
monnik Ansgarius van de Corveyabdij naar
het hof van koning Harald in Denemarken
gezonden om den bekeerden vorst bij te staan
zijn land te kerstenen. De heilige Ansgar
werkte successievelijk in Denemarken en Zwe
den; van zijn plannen om ook Noorwegen bin
nen zijn apostolaat te betrekken, is door de
omstandigheden niets kunnen komen. De hei
lige monnik heeft een grootschen kijk op de
missioneering van het Noorden gehad. Hij be
greep, dat hij zonder steunpunt, dicht bij de
groote kuituur- en verkeerswegen gelegen, veel
minder kon uitrichten zelfs met volledige
opoffering van al zijn krachten, dan waaneer
hij niet te ver van de Katholieke wereld een
natuurlijk centrum voor zijn aotie vesitigde.
In den rijksdag bepleitte hij de oprichting
van een aartsbisdom in Noord-Duitschland met
een zetel te Hamburg. Men kwam aan zijne
wenschen tegemoet en benoemde tegelijk Sint
Ansgar tot aartsbisschop van Hamburg en
Apostolisch Legaat voor. geheel Scandinavië
,Toen de Noormannen eenige jaren later de stad
Hamburg verwoestten, werd de aartsbisschop
pelijke zetel naar Bremen verplaatst, alsmede
het bestuur der Scandinavische missdes
Ter herinnering aan hert feit. dat het elf
honderd jaar geleden was, sedert de bisschops
zetel te Hamburg gesticht werd, hebben de
Noord-Duitsche Katholieken grootsche Ansgar-
feesten gevierd. Dat dit op zulke wijze mogelijk
is, duidt op een toeneming van den bloei der
Katholieke Kerk in Noord-Duitschland De deel
neming van het overige Duitschland' en van
geheel Scandinavië bewijst, dat de missie-actie
zich niet enkel gaat bepalen tot geldelijken
steun of geestelijken in den vorm van gebed,
maar ook in een anderen vorm, waardoor de
gemeenschap der heiligen voor de oogen der
buitenstaanders In niet-Katholieke landen op
zulke heerlijke wijze gedemonstreerd wordt.
Tien abten en acht bisschoppen luisterden de
Hamburgsche plechtigheden op; ook de Apos
tolische Nuntius te Berlijn, Zijne Excellentie
mgr. Orsenigo, was overgekomen om het
hoogste kerkelijk gezag te vertegenwoordigen.
De stad Hamburg, die ik eens door een gids
Van een autorondtoer een protestantsche stad
hoorde noemen, met een heel klein en nauwe
lijks noemenswaardig percentage Katholieken,
heeft officieel aan de feesten deelgenomen. De
Nuntius werd Zaterdag officieel door den bur
gemeester ontvangen en verwelkomd; hem
-Wrd alle eer bewezen. De burgemeester achtte
het een dankbaarheidsplicht der atad aan de
feesten deel te nemen, omdat de heilige Ansgar
den naam van Hamburg wijd en zijd heeft be
kend gemaakt. Hij begroette den bisschop,
mgr. dr. Berning, gevestigd te Osnabrück en
diens vertegenwoordiger, den prelaat van Ham
burg en bracht in herinnering, wat zij voor
een goede verstandhouding onder andersdenken
den en den confessioneelen vrede gedaan had
den. Dit moge voor sommige ooren bijna als
een blaam klinken; deze woorden zijn er niet
minder een bewijs van, dat de Katholieke actie
in haar tweede periode getreden is. De Katho
lieke Kerk groeit tegen de verdrukking in,
maar zij bloeit, waar volgens Thomas ieder
christelijk leven zich het natuurlijkste ont
plooit, in een zekeren welstand. De steun der
verschillende autoriteiten heeft machtig tot de
verspreiding van het Katholieke geloof bijge
dragen en het beteekent een toenadering, een
soort geestelijke verovering, door de Kerk
bewerkstelligd, wanneer de niet-Katholieke
overheid haar als een cultuurfactor, dien men
niet ontberen wil en eerbiedigt, verwelkomt.
Wat de Kerk hierdoor wint, is onberekenbaar,
dat zal de volgende generatie veel beter weten
te waardeeren; men vergete niet wat de groote
Constantijn voor de Kerk deed, terwijl hij zich
toch zelf slechts even vóór zijn dood liet
doopen.
Het is een goed teeken voor de toekomst,
dat in vele landen met gemengde bevolking de
Katholieke Kerk gelegenheid gegeven wordt
officieel op den voorgrond te treden. Voor ons,
Hollanders, is een groote godsdienstige demon
stratie, gelijk deze ter eere van Sint Ansgar
in het groote Stadion te Hamburg te zien was,
niets nieuws, maar voor de Noord-Duitsche
Katholieken is het een machtige openbaring
der grootheid der Kerk, en van het gewicht
van een cultureel en godsdienstig centrum om
de missielanden te ondersteunen.
Het stadion was met tientallen van duizen
den gevuld, toen de H. Mis door Z. Excellentie
den Apostoldschen Nuntius van Berlijn, werd
opgedragen. De bisschoppen en abten en gees
telijken zaten links en rechts van het altaar,
Ook da Senaat was vertegenwoordigd en nam
officieel deel aan de kerkelijke plechtigheden
Na de Hoogmis hield de bisschop van Ham-
burg-Osnabrück de preek en schetste de ver
diensten van den heiligen Ansgar. Onder den
dienst werden Duitsche gezangen gezongen.
Voor iemand, die vergelijkende studies maakt,
is het interessant te hooren, dat de Duitsche
Misgezangen zóó getoonzet zijn, dat de mannen
stemmen gemakkelijk domineeren. Men heeft
dus met het aantal mannen rekening moeten
houden en dezen doen zich dan ook gelden. In
Scandinavië is dit niet steeds het geval, daar
domineert door de toonhoogte der kerkelijke
gezangen en dit heeft zijn oorzaak in de over
groots meerderheid der vrouwelijke Katholie
ken in de Scandinavische diaspora, de vrouwe
lijke stem.
Na de plechtige H. Mis werd er in het sta
dion processie met het Allerheiligste gehouden.
Deputaties van vereenigingen droegen de veel
kleurige vlaggen vóór het Allerheiligste uit,
vooral de jeugd, en daaronder bijzonder de
Gezellenvereenigingen, was zeer goed vertegen
woordigd.
's Avonds waren de twee groote zaïlen van
het Sagebiel overvol. Het eigenaardige gebouw
met galerijen is door een soort brug in twee
heel groote ruimten gescheiden. Het podium
stond in het midden en de radio deed de
rest, zoodat ieder, ongeveer alles zag, maar
zeker alles hoorde.
Zijne Excellentie de Nuntius sprak in naam
van Zijne Heiligheid; de burgemeester en voor
zitter van den Senaat van Hamburg namens
de oude Ansgarstad; dr. Nuss^ de gezant van
Hessen in Berlijn, namens Katholieke lee-
TEGEN ZOO'N AANVAL waren zelfs de gas
maskers ntet bestand....; een oogenblikje
pauze tijdens de vimiaagsche oefeningen van
het eerste bataljon pionders bij Woerden
ken. Grondtoon was steeds: eenheid en front
egen rechts en links radicalisme.
De populaire bisschop van Hamburg-Osna-
brück, die alle harten schijnt voor zich te
hebben ingenomen, dankte den senaat voor de
rechtvaardigheid en het vertrouwen, waarmede
men de Katholieken heden ten dage tegemoet
treedt. Slechts op een rechtvaardigheid en
liefde bouwt men een gemeenschap, zelde hij
met verheffing van stem, en werd met harte
lijk applaus daarbij ondersteund. Even hartelijk
was het applaus, toen hij de aanwezigen opriep
dezelfde rechtvaardigheid en liefde ook aan
andersdenkenden te schenken, die daar toch
ook recht op hebben als leden deraelfder
staatsgemeenschap.
Men voelt als het ware, hoe de soliede onder
bouw, welken de Katholieke Kerk onder alles
legt, in Duitschland, dat door zoovele stormen
geschud is, als een plateau is geworden, waar
vele aan elkaar vreemde en van elkaar ver
vreemde personen en instituties elkander ont
moeten.
Dien indruk krijgt men schier overal en de
correspondent van heit Noorsche blad „Tilens
Tegn", die eenigen tijd in Berlijn vertoefde,
vertolkte dit verschijnsel, dat men overal aan
voelt, op zijn manier door te spreken van
„het zwart dat troef is in Duitschland". Dat
is verre van waar. Maar wei is het waar, dat
de omstandigheden en toestanden noodgedwon
gen naar de Katholieke Kerk aansitreven. De
Sint Ansgarsfeesten in het niet-Katholieke
Hamburg waren er in hun uiterlijke vormen
en innerlijk gehalte het beste bewijs van.
Een verzinking, die maar zeer
langzaam plaats heeft
NIET BEMOEDIGEND OP DE
INPOLDERING
Onlangs heeft men kunnen lezen, en de
lieden, die het nog niet wisten zullen daarbij
wei van schrik vervuld geraakt zijn, dat
Holland nog altijd bezig is in de zee weg te
zinken en dat, wanneer dit proces door gaat,
het lieve land met al zijn koeien, zijn mooie
steden en zijn zelfgenoegzame inwoners eens
onherroepelijk en voor immer kopje onder
zal moeten doen in de baren van de Noord-zee.
De bitterheid van dit vooruitzicht wor-dt
maar matig verzoet door de gedachte, dat we
niet alleen, maar in gezelschap, naar den kel
der zullen gaan. Want daar is b.v. Duitsch-
land, dat ook met de Noord-zee te doen heeft
en een paar Friesohe eilanden bezit en deze
schijnen ook ten doode opgeschreven te staan.
Om ten deze het naadje van de kous te
weten hebben de „Preusische Landesanstalt
für Gewasserkunde" en het „Reichsamt für
Landesaufnahme" de handen in elkaar gesla
gen om gezamelijk aan de weet te komen, wat
er van den nacht is. Deze inrichtingen zijn
er bereids van overtuigd, dat alle bestaande
meetinstrumenten, alle peilschalen, enz. onbe
trouwbaar zijn en dat men van dezelve niet
den gang der wegzinking af kan lezen. Daar-
om heen is het gansche bedreigd© gebied
met een net van nieuwe meetinrichtingen
overspannen. Al het kustland tusschen Ems
en Elbemonding heeft men reeds onder handen
genomen en momenteel is men bezig met het
Sleewijksche gebied tot aan de Deensche gren
zen toe. Hierbij is de arbeid zoo verdeeld, dat
de Pruisen hun aandacht in het bijzonder aan
de kust wijden en de mannen van het Keich
zich in de daarachter liggende geestgronden
bezig houden.
De arbeid van beiden bestaat daarin, huizen
dwars door het onrustige en beweeglijke
alluvium heen te drijven en wel zoo diep, tot
men op het vaste diluvium, dat er onder ligt,
stoot. Soms moet men daartoe tot meer dan
twintig meter diepte boren maar in gunstiger
gevallen komt men er met minder af. Op den
kop van deze stangen worden vervolgens zeer
gevoelige en nauwkeurige meetinstrumenten
geschroefd en aldus krijgt men een samenstel
van vaste en betrouwbare punten, met welker
hulp het verzakken, het samenkrimpen en uit
zetten van het alluvium gemeten kan worden.
Hierbij .zijn echter meerdere jaren gemoeid
want de verzinking heeft maar zeer langzaam
plaats. Zij is echter dóór en hjet verschijnsel'
werkt niet bemoedigend op de inpoldering en
landontginning. Want waarom zich daarvoor
veel moeite te getroosten, wanneer de zeker
heid toch bestaat, dat de heele geschiedenis
vandaag of morgen opnieuw door de baren
verzwolgen zal worden. Wat overigens het net
van meetpunten betreft verricht dit nog neven,
diensten bij ontwatering, aanleg van wegen,
enz
Na meer dan twintig eeuwen kan maar
één theater vergeleken worden met
het Griekschen.l. dat van
Calderon.
Als in Europa voor de tweede maal na twee
millenniën de dramatische vertooning een
hoogtepunt van bloei bereikt en een spel ont
staan is, dat de massa pakt en stuwt, gedra
gen als het is door religie, historie en algemeen
erkende maatschappelijke ordening, dan is het
centrum verplaatst van het Oosten naar het
Westen van de Middellandsche Zee. Hellas is
in de cultuurgeschiedenis van Europa het voor-
Christelijk centrum van dramatische kunst,
Spanje het Christelijke en Katholieke.
Te beweren, dat Spanje katholiek is, heeft
zijn voor en tegen, is waar en is niet waar.
Het leven van een staat in de practijk is nog
iets anders dan dat van een persoon. Maar
zonder eenig voorbehoud kan men zeggen, dat
het drama katholiek was van den glorie-tijd
van Spanje. Dat met name de „autos sacramen-
tales van Calderón Katholiek zijn, en dat er
na meer dan twintig eeuwen maar één theater
alles-wel-beschouwd vergeleken kan worden
met het Grieksche van Zeus, Noodlot en Skep-
sis, datgene namelijk, dat Calderón bouwde:
bet spel van God-Christus, verzoening en ge
loof.
En zooals Hellas is blijven leven boven pui-
nen en vernietiging, zoo is ook de toekomst
van Spanje verzekerd wat betreft zijn invloed
in het geestesleven van heden en de toekomst.
Dit geldt vooral het werk van D. Pedro
Calderón de la Barca, den tijdgenoot van Von
del, van wlen nu op 25 Mei de 250ste sterfdag
herdacht wordt, twee jaar na onze Vondelher
denking. Calderón zette de traditie voort van
Lope de Vega, Waardoor het classicistische
drama op den besten tijd der Spaansche lite
ratuur geen vat kreeg. Lope de Vega benutte
deze bewegingsvrijheid in die mate, dat hij te
gen de twee duizend dramatische werken
schreef. Was het met dat voorbeeld voor oogen,
dat Calderon over zichzelf dichtte:
drachtig is mijn hoofd
zonder ooit te baren
weeën heeft het alle
tijden van wassende manen.
Want meer dan tweehonderd tooneel werken
(ongerekend honderden voor- en tusschenspe-
len), waaronder een honderdtwintig drama's
en oomedies en een zeventig „autos sacramen-
tales" vormen voor onze oogen toch nog altijd
een ontzaglijk oeuvre!
Het nfet-rekening-houden met sommige
eischen, die het classicistische drama stelde,
had dit groote voordeel, dat de levende tooneel-
traditie kon worden voortgezet en tevens de
vernieuwingen mogelijk waren, waardoor het
contact met het gehoor te beter kon behouden
en bevestigd blijven. Zoo verzekert dan ook
Cervantes van de twee duizend tooneelstukken
van Lope de Vega: „Alle heeft hij (L. d. V.)
ze zien opvoeren, of althans hooren zeggen,
dat ze inderdaad opgevoerd waren." Ook van
de honderden werken van Calderón zullen er
geen of weinige niét gespeeld zijn. Deze be
hoefte, en deze vraag naar spelen uit een waar-
deerende maatschappij verklaart ook gedeelte
lijk de legendarische productie van deze dra
maturgen. En beiden trachten, en met succes,
de mogelijkheden van het dramatische evene
ment uit te buiten.
en omstreeks 1640 neemt hij deel aan het on
derdrukken van den opstand in Catalonië. In
1651 werd hij ten slotte priester gewijd en als
kapelaan aangesteld. Is daarbij het verbod
van alle tooneeluitvoeringen, dat Filips de
Vierde in 1846 uitvaardigde en dat tot 1649
gold, op eenigerlei wijze van invloed geweest?
Of hing deze belangrijke gebeurtenis samen
me.t de zware ziekte, die hem in dien tijd trof?
We zullen het niet trachten na te gaan, maar
leggen wel verband tusschen deze wijding en
de verzen, die hij tot de „militante Iglesia"
richtte:
Strijdende Kerk, betreed steeds zekerder
het land, ontvlam de lucht, bezeil de zeeën,
vertrouw het roer aan steeds moer stuurlui toe.
De lucht ontvlammen met zijn geladen
woord, dat deed Calderón stellig! Na zijne
priesterwijding begon vooral zijn werkzaamheid
als dichter van autos sacramentales, opvoerin
gen ter eere, ter overweging en ter beleving
van het mysterie van het Brood enden Wijn, het
geheim der Eucharistie. De stad Madrid gaf
jaarlijks een auto van Calderón en groote
sommen gelds werden er aan ten koste gelegd,
in den stijl van dia dagen. Costuums, tooneel-
apparaat (er kwamen o.a. Italiaansche tooneel-
bouwers naar Madrid) enz. vergden in een jaar
de som van 50.000 dukaten
zig.'zr-
PRESIDENT VON HINDENBURG woont aan boord van die „Könlgsberg" ln de omgeving
van Kiel een vlootparade bij.
P. Calderon de la Barca.
Het was nog steeds een groote tijd, waarin
Calderón op 17 Januari van het jaar 1600 te
Madrid geboren werd. Eerst goed veertig Jaren
waren verstreken na den dood van Sint Igna
tius en Franciscus Xaverius, geen twintig na
dien van Sint Teresia van Jezus, geen tien na
den dood van Sint Jan van het Kruis. El Greco
leefde nog, Velasquez was een kind in de wieg.
Nog een jongen was Calderón, toen Lope de
Vega tot priester werd gewijd en de groote
Cervantes als goede zestiger lid werd eerst
van de „Congregagion de indignos esjlavos
del Santisimo Sacramento" en vier jaar* later
van de „Venerable Orden Vercera de San Fran
cisco''.
Deze feitengroepeering teekent beter dan
vele woorden den tijd, waarin Calderón groei
de en leefde. Het is dan ook of de spanning,
gloed en heiligheid van de groote Spaansche
apostelen der zestiende eeuw hunnen literai-
ren neerslag kregen in de zoovele pure wer
ken van den Madrileen, die zich, daar zijn
familie stamde uit de hergen, met nadruk
■bergbewoner" noemt. „Montanes soy". Inder
daad: zijn drama ls van het hoogland!
Na zijne studies in de theologie te Salaman
ca, die niet in de eeste plaats ter wille van
het priesterschap ondernomen schijnen 1) was
hij onder de wapenen ln de Nederlanden om
streeks 1625, en zeer waarschijnlijk hangt hier
mee samen, dat een van zijn drama's genaamd
is: „Het beleg van Breda", een gebeurtenis,
die in Spanje bijzonder is ingeslagen, gezien
ook het zoo nobele schilderstuk van Velasquez
in het Prado te Madrid, dat getiteld is: „De
overgave van Breda". Ook in Italië droeg Cal
derón den rok des konings Filips den Vierden
Het realisme, dat de Spaansche kunst goed
deels kenmerkt, is ook niet afwezig van de
autos van Calderón. Is mystiek geen realisme
bij uitstek? De allegorische voorstelling op de
wijze van Calderón maakte verstaanbaar en
gaf relief. Zijn abstracties ahstraheeren slechts
van bijkomstigheden, en zijn reëel door de diep-
schouwende visie van den dichter. „Er bestaat
geen moment zonder wonder" is de naam van
een zijner sacramentspelen. En tot honderden
malen toe maakte hij een spel om de waarheid
van het Altaarsacrament. Waardig steeds, rr^r
ook vol leven en vindingrijke afwisseling. De
waarheid wordt voorgehouden in een ten uiter
ste verzorgden vorm, bedekt, maar niettemin
zóó onmiddellijk, dat de manier toch nog over
eenkomst heeft met den jongen in een arm
Spaansch visschersdorp, die op Goeden Vrijdag
in de processie op iets als een presenteerblad
voor den stoet uitdraagt: drie groote zwarte
spijkers en een hamer.
Vrijheden veroorloofde Calderón zich. Hij
maakte zoo noodlg gebruik van de ideeën en
het werk van anderen. Dorst ook deelen van
de hymnen „Pangue lingua" en ..Adoro te" tot
een Castillaansch lied saam te voegen. Muziek
was onmisbaar, en een apotheose. Als de toe
schouwer maar geboeid en getroffen werd. En
zoo kwam hij ook tot vondsten ais het sublieme
spel van pand-verbeuren in „La primer Flor
del Carmelo". 2) Op deze en dergelijke wijzen
vierde Calderón de geloofsgeheimen in de
auto's. In de overige dramatische werken ligt
de nadruk zeer vaak op de menschelijke waar
digheid, de eer, het eergevoel, „honor". Hoe
weinig hij dit opvat als een kastegevoel, blijkt
ten duidelijkste uit het bekende werk: „El
Alcalde de Zalamea", waar de eenvoudige
landman tegenover kapitein en generaal der
troepen, die ln Zalamea om inkwartiering
komen, zijn rechten en eer als vader, en ge
zinshoofd verdedigt met de beroemde woorden:
Den koning heeft men goed
en bloed te geven, maar de eer
is erfdeel der ziel en deze ziel
is eigendom van God alleen.
Calderón is ln zijn tijd door zijne landgenoo-
ten bijzonder gewaardeerd. Hij stierf op 25 Mei
1681 in de stad, waar hij geboren was, Madrid,
als een beroemd en geëerd man. Na hem ver
viel de kunst, zooals ook hier destijds na Von-
del's dood. Bewonderd hebben hem in het bui
tenland vooral Goethe en de Duitsche roman
tiek. Zoo is hij ook buiten Spanje vertaald en
opgevoei d. De invloed, dien hij op onze zeven,
tlende-eeuwsche letteren heeft uitgeoefend, was
niet groot en minder dan die van Lope de Vega
van wien hier al vioeg in de 17e eeuw ver. Aan het jaarverslag van de N. V. Van Nievelt
talingen verschenen. Zelfs van Fray Luis de I Goudriaan Co.'s Stoomvaart-Maatschappij over
Leon's invloed zijn gemakkelijker sporen aan I 1930 ontleenen wy het volgende:
Saldo winst 1930 193.909 (v.j.
660.439)Geen dividend.
te wijzen dan van Don Pedro. Vondel, die hem
(classiciteit daargelaten) geestelijk zoo na
stond, noemt zijn naam geen enkel maal.
In lateren tijd en hier te lande heeft Vondel
met Calderón vaak broederlijk de planken ge.
deeld van het seminarie-tooneel, en heeft
Pater J. M. J. Knaapen O. Praem. zich zeer
verdienstelijk gemaakt door vertalingen, die
met eere genoemd moeten worden, en waarvan
een enkele in de groote schouwburgen geklon
ken heeft
Heeft het nog zin, zoo kan men ten slotte
vragen, Calderón te herdenken, behalve dan om
te eer en wlen en wat eere toekomt? Valt er een
probleem te stellenCalderón en wij? Stellig,
maar eerst een ander: Spanje en wij. En een
oogenblik Inkeer.
Want wie weet, hoeveel niet-katliolieke bui
tenlanders ln Spanje zoo niet de beschaving,
dan toch den Westerschen vooruitgang verte
genwoordigen, en met hoe weinig begrip deze
meestentijds staan tegenover het beste van het
land, dat wij nog gaarne „het katholieke" moe
men; wie nagaat en bevindt, dat de cultui.iele
relaties tusschen Nederland en Spanje niet
zoo talrijk zijn, maar dan nog bijna geheel
De gevolgen van de crisis hebben rwaar op
net scheepvaartbedryf gedrukt. In de uitkomsten
van onze vennootschap, hoe ongunstig ook, komt
soli i <in ,vollG tot uitdrukking, omdat een
fwiJ?Si kon worden aangewend voor de
afwikkeling van vervoer-contracten, tot stand
gekomen vóór de totale ineenstorting der
vrachtenmarkt. Het belangrijkste dezer contrac
ten, een voor het vervoer van hout van de Witte
Zee naar Nederlandsche en naburige havens,
werd echter, wegens onvoldoenden aanvoer vaii
hout, niet volledig uitgevoerd. Onderhandelingen
met de bevrachters ter verkrijging van schade
vergoeding hebben geleid tot het afsluiten van
een nieuw vervoercontract voor het aanstaande
vrachlkoersèn 06 thaDS
Afgezien van de reizen, gemaakt ter uitvoering
van de bovenvermelde contracten, waren de uit
komsten van nagenoeg alle reizen onbevredi
gend; in vele gevallen konden de reis-onkosten,
waaronder wy afschryving noch interest be-
grypen, niet geheel uit de vracht-opbrengst
worden bestreden. Niettegenstaande de schepen
werden in de vaart gehouden ook by een geraamd
verhes, zoolang dit maar bleef beneden de kosten
aan het opllggen verbonden, moest toch menig
maal tot opleggen worden overgegaan. In
doorsnee was uit dez enhoofde gedurende het
boekjaar ruim een vyfde der vloot buiten dienst.
Aan het einde van het jaar lag zelfs de helft
werkloos.
Teneinde het verlies te beperken, werd in Juni
onze uitgaande dienst naar Brazilië en Santa
Fé tydelyk gestaakt. Het aanbod van lading
voor dezen dienst was door de economische en
politieke verwikkelingen in Brazilië zeer Inge-
wowJnD<lgTken,bUiten f6n kar:hOUekCn'k;'i:"S I ^rvSrenVanB?Iiifrncu7raenUe tot Yen ^"g peiï
worden onderhouden; wie weet ook, hoe de i,
anti-katholieke en stellig anti-clericale gezind-
heid van een op den voorgrond tredend deel der
Spaansche jeugd zeker niet weinig beïnvloed
is door het bezoek van buitenlandsche univer
sltelten: die vraagt zich af ook bij een gelegen-
gezonken.
Onze dienst van Hamburg en Rotterdam naar
Uruguay en Argentinië en terug via de voor
naamste havens van Brazilië bleef volledig ge
handhaafd, ofschoon ook by dezen dienst
behalve de gevolgen van de crisis, ook die van
..—O. M IWo,. mjj oen 6e,CSCu- he,v„,!re c°n<™rrentle zich ln ernstige maté déden
held als deze, of er niet lets verzuimd is, of was het aTnYodTa! ladinf k^fo^old^
terwyl thuiskomend, hoewel de schepen byna
zonder uitzondering met volle lading konden
worden geëxpedieerd, de vrachtbesommingen
slechts zelden bevredigend waren.
Behalve ln bovenvermelde lyndiensten, werden
de schepen hoofdzakelyk aangewend ln de hout
vaart van de Witte Zee, de graanvaart van La
er althans niet iets ter hand genomen kan
worden, of er niet meer bewust vanuit het
„niet-achterlijke" Noorden, ook voor zoover het
katholiek is, naar contact gestreefd moet wor
den.
Calderón en wij?
W-V.MV* vu v*. Iij - I --- - 7 O V U.CS1 V OiXA 1 'J1
We denken aan Nijmegen. Of het niet in de dienen* dt VereTnigSe^ed^S Scheep!
vaartmaatschappy.
eerste plaats aangewezen is, om vuur van dien
haard eener unieke katholieke cultuur uit het
hooge land over te dragen en te bewaken in
onze paisos bajos. We denken aan heit moderne
tooneel en overwegen, op welk een ostentatieve
wijze Paul Claudel voor zijn tooneel het patro-
naar aanvaard heeft van Calderón de la Barca.
We denken vooral aan den invloed ten goede,
Ook in de uitkomsten der Commanditaire Ven
nootschap Van Nievelt, Goudriaan Co. komt
de ongunstige toestand van het scheepvaart
bedryf tot uitdrukking.
Teneinde aan de behartiging der belangen van
Dy onze vennootschap en haar dochter-instellin
gen ln vasten dienst werkzame personen een
vasteren grondslag te geven, droegen wy uit de
reserve ..Belancen nersrvnpoi" oon r.„_
die de ontluikende pogingen van 'landde TheTlevS
kunst onder de Nederlandsche katholieken geroepen stichting „Pensioenfonds Nigoco".
kunnen ondergaan van een nadere en verdiepte Heth voornemen bestaat aan dit fonds jaarlyks
kennisname van den Spaanschen dramaturg. f,it1 drag -to° te voegen, indien de bedryfs-
i uitkomsten daartoe ln staat stellen.
Aan de reserve „Reperaties en Surveys" werd
onttrokken wegens niet op assuradeuren verhaal
bare reparatiekosten en kosten van periodieke
surveys en vernieuwingen een bedrag
DE MAGISTER-GENERAAL DER
DOMINICANEN.
Men meldt ons uit Rome:
De hoogeerwaarde pater M. Gillet Magister-
generaal der Dominikanen ls Woensdag van
hier afgereisd om na regeling van eenige zaken
in Zwitserland en Frankrijk, een visitatiereis te
beginnen door België, Holland en Duitschland
Op die visitatiereis zal P. Gillet vergezeld wor
den door den Nederlandschen pater Magister
B. Kuhlmann, assistent en lid van den genera-
MOSKOU WERD TQOB KORT GETEISTERD Soar hoog water en Ijsgang; de ijsscihollen
SRWdeo int JWPC JEM een qtodennl] ndan kademuur afgesttooten
Hoe zoowel het tooneel van Henriëtte Roland
Holst als de enthousiaste onderneming in het
Stadion op den a.s. tweeden Pinksterdag den
geest van Calderón nog het meeat nabij «taan
en de pogingen, die bij Amsterdam niet be
perkt moeten blijven, hier steun en prikkel
kunnen vinden.
Calderón is geen pand, dat aan Spanje alleen
is toevertrouwd, maar aan alle katholieke or.
ganen van cultuur op de eerste plaats, die zorg
van
zoodat
OOO WC
4tu.ZdZ en er aan toegevoegd 211.232
deze reserve thans bedraagt 1.000 000
Sfwoonte volgende, om iets te zeggen
met betrekking tot het loopende boekjaar, mogen
s: constateeren, dat de vrachtenmarkt geduren-
ae de verstreken maanden een minder trooste
loos beeld vertoonde dan in het overeenkomstige
tydperk van het vorige jaar, waarschynlyk
dienen te hebben voor een monument, dat als tengevolge van de sedert eenigen tyd heerschende
een kristallen kathedraal omboog rijst, onaan- ,®nd,?e vraag van verscheidene Europeesche
tastbaar voor de vlammen van brandstichters,
en die slechts in nevels van onachtzaamheid en
onbegrip verdwijnen kan.
Wat nimmer geschiede!
N. G. H. DEEN.
1) Hoe voorzichtig men ook over het alge
meen moet zijn met conclusies omtrent den
persoon van den dichter uit zijn werk, dit vall
met vrij groote zekerheid op te maken uit een
passage in heit hoogst.eigenaardige gedicht:
„Carta a una dama". Calderón is bij uitstek
een lyrisch dichter, maar die lyriek moet voor-
Onder de weinige gedichten, die daar los van
staan, bevinden zich gedichten, gewijd aan S.
al gezocht worden in zijn dramatisch werk.
Isidorus Agrlcola, S. Teresia, S. Ignatius, en
ook de Carta", die volgens aanwijzingen ln
den inhoud moeit dateeren uit den tijd van
zijn militairen loopbaan. Het is, naar ik meen,
het eenige, waarin Calderón over zleh-zelf
spreekt. Het merkwaardige is nu, dat de zeld
zame keer dat dit gebeurt, 't geschiedt op eeu
scherp-spottende en misprijzende wijze, De
carlcatuur, die hij van zlch-zelf maakt, 'betreft
niet slechts zijn uiterlijk, maar ook zyn levens
loop, zijn ongohuwden staat en zijn dichter
schap
2) Simplido, de Eenvoud, knecht op d»
hoeve van Nabal (de Aarde) stelt aan Abigail,
de vrouw des huizes (S. Maria) voor, een pand
spel te spelen, omdat hij haar bedroefd ziet om
heft egoïsme van Nabal. Castidad en Liberal!,
dad doen mee. Maar ook Luzbel (Satan), Las-
oivia en Avaricia. Twee groepen links en
rechts van den broer. Men moet de passage
lezen om to waardeeren, wat een geest en wat
een .tooneel" er in steekt, dat Simpllclo eerwt
elk een kleur laat kiezen en ernstig een ver
haal over val, verlossing en opstanding begint
en voortzet. Maar tegelijk de kleurnamen door
zijn verhaal vlecht en onherroepelijk en met
vuur telkens weer zijn verheven vertelling on
derbreekt voor het spel, en dengene kapittelt
en straft, die zijn kleur onopgemerkt liet uit.
spreken. Satan valt herhaaldelijk. Maria nooit.
De panden zijn veelbeteekenend. En bij elk
pand valt de muziek enthousiast In: „die de
fouit begaat, betaalt de boete".
- V..V.VMW -UUlUUCCiSUUe
staten naar graan. Wy hebben in verband hier
mede de schepen, een dertiental, welke in
Januari oplagen, gaandeweg in de vaart kunnen
brengen, en verwachten daarvan een minder
onbevredigend resultaat dan het opliggen zou
hebben veroorzaakt. Ook de uitkomsten der tot
dusverre in de Rotterdam-Zuid Amerika Lijn ge
maakte reizen zyn minder ongunstig dan van
die gedurende het overeenkomstige tijdvak van
het vorige boekjaar gemaakt. Dit is te danken
aan de betere thuiskomende vrachten. Als min
der gunstige factor in vergelyking met het vorige
boekjaar staat hiertegenover, dat thans voor
een kleiner deel der vloot emplooi tot hoogere
ijj6 &eIdende vrachten verzekerd is. Wy ver
meldden reeds, dat een nieuw vervoercontract
voor hout van de Witte Zee tot stand kwam.
De overeengekomen vracht is voor het grootste
gedeelte der te vervoeren hoeveelheid lager dan
de vorige contractvracht, doch hooger dan de
thans geldende; voor het overige deel ls zij
gelyk aan de vorige contractvracht. De hoeveel
heid staat slechts weinig ten achter by die van
het vorige jaar. Hoe de resultaten van het
loopende jaar vergeleken meft die van het ver
slagjaar zullen zyn, hangt voornamelylt af van
de verdere ontwikkeling van de vrachtenmarkt
en van de mate, waarin bezuiniging op de
exploitatiekosten mogelyk zal zijn.
De winst- en verliesrekening staat debet
voor: Onkosten 281.394 (291.248), interest
334.117 (335.135), -afschryving op stoomschepen
1.000.000 (1.060.000), storting ;n de reserve
„Reparaties en Surveys" f 211.232 532.282),
in de reaer.ve „Belangen personeel'
(74.752), nieuwe rekening
(585.687) en
credit
99.784
Onverdeeld saldo Ao Po.
fvn o„687 verzekering eigen risico 70.787
(70.885), uitkeering Van Nievelt, Goudriaan
Lo. en andere ondernemingen 206.027 405.264)
exploitatie-rekening 1.158.150 (2.293.992).
Op de balans komen voor als activa: Stoom
schepen 13.500.000 (14,500.000), motorlichter en
motorboot 2 (onv.), aandeelen N. V. Ver Ned
Scheepvaartmaatschappy 5.000.000 (onv.), aand.
1°™"}- Venn- Van Nievelt, Goudriaan Co.
2.000.000 (onv.), aand. N. V. Kantoorgebouw
Scheepvaarthuis 200.000 (onv.), vordering N. V.
Kantoorgebouw Scheepvaarthuis 20.232
aand. in diverse ondernemingen 110.252'
(268.752), effecten 131.200 (54.400), kassa 9.581
(65.514), debiteuren 195.916 (1.007.632), vooruit
betaalde assurantlepremiën 250.204 (211.887),
saldo loopende reizen en magazHn 537.180
(440.977) en als
passiva: Kapitaal 10.000.000 (onv.), 5 pet.
obligatieleening 1927 3.250.000 (3.500.000)
reservefonds 1.000 000 (onv.), reserve „Repa
raties en Surveys" 1.000.000 (1.250.000), reserve
„Verzekering Eigen Risico" 2.000.000 (onv.),
reserve „belangen personeel" 500.000 (1.000.000),'
crediteuren 1.001.506 (954.231), stichting
pensioenfonds Nigoco 518.376 Comm. Venn.
Van Nievelt, Goudriaan Co. 234.901 (1.059.246),
deposito N. V. Vereenigde Nederlandsche Scheep
vaartmaatschappy 2.350.000 (2.400.000), verlies»
en winstrekening onverdeeld saldo 99.784
,(583.687).