H m D. PEDRO CALDERON DE LA ST. ANSGAR-FEESTEN TE HAMBURG ZATERDAG 23 MEI 1931 1681 25 Mei 1931 DE DICHTER VAN DE EUCHARISTIE WE SCHUIVEN NOG. fJhm* VAN NIEVELT, GOUDRIAAN Co'.< STOOMVAART MU. teg Raad, DE NOORD-DUITSCHE EN SCANDINA VISCHE KATHOLIEKEN BIJEEN Nieuw leven in de diaspora (Van onzen bijzonderen correspondent Noord-Duitschland hoort tot de zoogenaamde diasporagebieden ofwel het Noord-Duitsche missiegebied, en daarbij sluiten geografisch en voor een groot gedeelte kerkelijk-historisch de Scandinavische landen aan. Het getal Katho lieken in deze laatste landen is in evenredig heid met den afstand tusschen ben en de ster ker bloeiende kerkprovincies. Vóór elfhonderd jaar werd de Benedictijner- monnik Ansgarius van de Corveyabdij naar het hof van koning Harald in Denemarken gezonden om den bekeerden vorst bij te staan zijn land te kerstenen. De heilige Ansgar werkte successievelijk in Denemarken en Zwe den; van zijn plannen om ook Noorwegen bin nen zijn apostolaat te betrekken, is door de omstandigheden niets kunnen komen. De hei lige monnik heeft een grootschen kijk op de missioneering van het Noorden gehad. Hij be greep, dat hij zonder steunpunt, dicht bij de groote kuituur- en verkeerswegen gelegen, veel minder kon uitrichten zelfs met volledige opoffering van al zijn krachten, dan waaneer hij niet te ver van de Katholieke wereld een natuurlijk centrum voor zijn aotie vesitigde. In den rijksdag bepleitte hij de oprichting van een aartsbisdom in Noord-Duitschland met een zetel te Hamburg. Men kwam aan zijne wenschen tegemoet en benoemde tegelijk Sint Ansgar tot aartsbisschop van Hamburg en Apostolisch Legaat voor. geheel Scandinavië ,Toen de Noormannen eenige jaren later de stad Hamburg verwoestten, werd de aartsbisschop pelijke zetel naar Bremen verplaatst, alsmede het bestuur der Scandinavische missdes Ter herinnering aan hert feit. dat het elf honderd jaar geleden was, sedert de bisschops zetel te Hamburg gesticht werd, hebben de Noord-Duitsche Katholieken grootsche Ansgar- feesten gevierd. Dat dit op zulke wijze mogelijk is, duidt op een toeneming van den bloei der Katholieke Kerk in Noord-Duitschland De deel neming van het overige Duitschland' en van geheel Scandinavië bewijst, dat de missie-actie zich niet enkel gaat bepalen tot geldelijken steun of geestelijken in den vorm van gebed, maar ook in een anderen vorm, waardoor de gemeenschap der heiligen voor de oogen der buitenstaanders In niet-Katholieke landen op zulke heerlijke wijze gedemonstreerd wordt. Tien abten en acht bisschoppen luisterden de Hamburgsche plechtigheden op; ook de Apos tolische Nuntius te Berlijn, Zijne Excellentie mgr. Orsenigo, was overgekomen om het hoogste kerkelijk gezag te vertegenwoordigen. De stad Hamburg, die ik eens door een gids Van een autorondtoer een protestantsche stad hoorde noemen, met een heel klein en nauwe lijks noemenswaardig percentage Katholieken, heeft officieel aan de feesten deelgenomen. De Nuntius werd Zaterdag officieel door den bur gemeester ontvangen en verwelkomd; hem -Wrd alle eer bewezen. De burgemeester achtte het een dankbaarheidsplicht der atad aan de feesten deel te nemen, omdat de heilige Ansgar den naam van Hamburg wijd en zijd heeft be kend gemaakt. Hij begroette den bisschop, mgr. dr. Berning, gevestigd te Osnabrück en diens vertegenwoordiger, den prelaat van Ham burg en bracht in herinnering, wat zij voor een goede verstandhouding onder andersdenken den en den confessioneelen vrede gedaan had den. Dit moge voor sommige ooren bijna als een blaam klinken; deze woorden zijn er niet minder een bewijs van, dat de Katholieke actie in haar tweede periode getreden is. De Katho lieke Kerk groeit tegen de verdrukking in, maar zij bloeit, waar volgens Thomas ieder christelijk leven zich het natuurlijkste ont plooit, in een zekeren welstand. De steun der verschillende autoriteiten heeft machtig tot de verspreiding van het Katholieke geloof bijge dragen en het beteekent een toenadering, een soort geestelijke verovering, door de Kerk bewerkstelligd, wanneer de niet-Katholieke overheid haar als een cultuurfactor, dien men niet ontberen wil en eerbiedigt, verwelkomt. Wat de Kerk hierdoor wint, is onberekenbaar, dat zal de volgende generatie veel beter weten te waardeeren; men vergete niet wat de groote Constantijn voor de Kerk deed, terwijl hij zich toch zelf slechts even vóór zijn dood liet doopen. Het is een goed teeken voor de toekomst, dat in vele landen met gemengde bevolking de Katholieke Kerk gelegenheid gegeven wordt officieel op den voorgrond te treden. Voor ons, Hollanders, is een groote godsdienstige demon stratie, gelijk deze ter eere van Sint Ansgar in het groote Stadion te Hamburg te zien was, niets nieuws, maar voor de Noord-Duitsche Katholieken is het een machtige openbaring der grootheid der Kerk, en van het gewicht van een cultureel en godsdienstig centrum om de missielanden te ondersteunen. Het stadion was met tientallen van duizen den gevuld, toen de H. Mis door Z. Excellentie den Apostoldschen Nuntius van Berlijn, werd opgedragen. De bisschoppen en abten en gees telijken zaten links en rechts van het altaar, Ook da Senaat was vertegenwoordigd en nam officieel deel aan de kerkelijke plechtigheden Na de Hoogmis hield de bisschop van Ham- burg-Osnabrück de preek en schetste de ver diensten van den heiligen Ansgar. Onder den dienst werden Duitsche gezangen gezongen. Voor iemand, die vergelijkende studies maakt, is het interessant te hooren, dat de Duitsche Misgezangen zóó getoonzet zijn, dat de mannen stemmen gemakkelijk domineeren. Men heeft dus met het aantal mannen rekening moeten houden en dezen doen zich dan ook gelden. In Scandinavië is dit niet steeds het geval, daar domineert door de toonhoogte der kerkelijke gezangen en dit heeft zijn oorzaak in de over groots meerderheid der vrouwelijke Katholie ken in de Scandinavische diaspora, de vrouwe lijke stem. Na de plechtige H. Mis werd er in het sta dion processie met het Allerheiligste gehouden. Deputaties van vereenigingen droegen de veel kleurige vlaggen vóór het Allerheiligste uit, vooral de jeugd, en daaronder bijzonder de Gezellenvereenigingen, was zeer goed vertegen woordigd. 's Avonds waren de twee groote zaïlen van het Sagebiel overvol. Het eigenaardige gebouw met galerijen is door een soort brug in twee heel groote ruimten gescheiden. Het podium stond in het midden en de radio deed de rest, zoodat ieder, ongeveer alles zag, maar zeker alles hoorde. Zijne Excellentie de Nuntius sprak in naam van Zijne Heiligheid; de burgemeester en voor zitter van den Senaat van Hamburg namens de oude Ansgarstad; dr. Nuss^ de gezant van Hessen in Berlijn, namens Katholieke lee- TEGEN ZOO'N AANVAL waren zelfs de gas maskers ntet bestand....; een oogenblikje pauze tijdens de vimiaagsche oefeningen van het eerste bataljon pionders bij Woerden ken. Grondtoon was steeds: eenheid en front egen rechts en links radicalisme. De populaire bisschop van Hamburg-Osna- brück, die alle harten schijnt voor zich te hebben ingenomen, dankte den senaat voor de rechtvaardigheid en het vertrouwen, waarmede men de Katholieken heden ten dage tegemoet treedt. Slechts op een rechtvaardigheid en liefde bouwt men een gemeenschap, zelde hij met verheffing van stem, en werd met harte lijk applaus daarbij ondersteund. Even hartelijk was het applaus, toen hij de aanwezigen opriep dezelfde rechtvaardigheid en liefde ook aan andersdenkenden te schenken, die daar toch ook recht op hebben als leden deraelfder staatsgemeenschap. Men voelt als het ware, hoe de soliede onder bouw, welken de Katholieke Kerk onder alles legt, in Duitschland, dat door zoovele stormen geschud is, als een plateau is geworden, waar vele aan elkaar vreemde en van elkaar ver vreemde personen en instituties elkander ont moeten. Dien indruk krijgt men schier overal en de correspondent van heit Noorsche blad „Tilens Tegn", die eenigen tijd in Berlijn vertoefde, vertolkte dit verschijnsel, dat men overal aan voelt, op zijn manier door te spreken van „het zwart dat troef is in Duitschland". Dat is verre van waar. Maar wei is het waar, dat de omstandigheden en toestanden noodgedwon gen naar de Katholieke Kerk aansitreven. De Sint Ansgarsfeesten in het niet-Katholieke Hamburg waren er in hun uiterlijke vormen en innerlijk gehalte het beste bewijs van. Een verzinking, die maar zeer langzaam plaats heeft NIET BEMOEDIGEND OP DE INPOLDERING Onlangs heeft men kunnen lezen, en de lieden, die het nog niet wisten zullen daarbij wei van schrik vervuld geraakt zijn, dat Holland nog altijd bezig is in de zee weg te zinken en dat, wanneer dit proces door gaat, het lieve land met al zijn koeien, zijn mooie steden en zijn zelfgenoegzame inwoners eens onherroepelijk en voor immer kopje onder zal moeten doen in de baren van de Noord-zee. De bitterheid van dit vooruitzicht wor-dt maar matig verzoet door de gedachte, dat we niet alleen, maar in gezelschap, naar den kel der zullen gaan. Want daar is b.v. Duitsch- land, dat ook met de Noord-zee te doen heeft en een paar Friesohe eilanden bezit en deze schijnen ook ten doode opgeschreven te staan. Om ten deze het naadje van de kous te weten hebben de „Preusische Landesanstalt für Gewasserkunde" en het „Reichsamt für Landesaufnahme" de handen in elkaar gesla gen om gezamelijk aan de weet te komen, wat er van den nacht is. Deze inrichtingen zijn er bereids van overtuigd, dat alle bestaande meetinstrumenten, alle peilschalen, enz. onbe trouwbaar zijn en dat men van dezelve niet den gang der wegzinking af kan lezen. Daar- om heen is het gansche bedreigd© gebied met een net van nieuwe meetinrichtingen overspannen. Al het kustland tusschen Ems en Elbemonding heeft men reeds onder handen genomen en momenteel is men bezig met het Sleewijksche gebied tot aan de Deensche gren zen toe. Hierbij is de arbeid zoo verdeeld, dat de Pruisen hun aandacht in het bijzonder aan de kust wijden en de mannen van het Keich zich in de daarachter liggende geestgronden bezig houden. De arbeid van beiden bestaat daarin, huizen dwars door het onrustige en beweeglijke alluvium heen te drijven en wel zoo diep, tot men op het vaste diluvium, dat er onder ligt, stoot. Soms moet men daartoe tot meer dan twintig meter diepte boren maar in gunstiger gevallen komt men er met minder af. Op den kop van deze stangen worden vervolgens zeer gevoelige en nauwkeurige meetinstrumenten geschroefd en aldus krijgt men een samenstel van vaste en betrouwbare punten, met welker hulp het verzakken, het samenkrimpen en uit zetten van het alluvium gemeten kan worden. Hierbij .zijn echter meerdere jaren gemoeid want de verzinking heeft maar zeer langzaam plaats. Zij is echter dóór en hjet verschijnsel' werkt niet bemoedigend op de inpoldering en landontginning. Want waarom zich daarvoor veel moeite te getroosten, wanneer de zeker heid toch bestaat, dat de heele geschiedenis vandaag of morgen opnieuw door de baren verzwolgen zal worden. Wat overigens het net van meetpunten betreft verricht dit nog neven, diensten bij ontwatering, aanleg van wegen, enz Na meer dan twintig eeuwen kan maar één theater vergeleken worden met het Griekschen.l. dat van Calderon. Als in Europa voor de tweede maal na twee millenniën de dramatische vertooning een hoogtepunt van bloei bereikt en een spel ont staan is, dat de massa pakt en stuwt, gedra gen als het is door religie, historie en algemeen erkende maatschappelijke ordening, dan is het centrum verplaatst van het Oosten naar het Westen van de Middellandsche Zee. Hellas is in de cultuurgeschiedenis van Europa het voor- Christelijk centrum van dramatische kunst, Spanje het Christelijke en Katholieke. Te beweren, dat Spanje katholiek is, heeft zijn voor en tegen, is waar en is niet waar. Het leven van een staat in de practijk is nog iets anders dan dat van een persoon. Maar zonder eenig voorbehoud kan men zeggen, dat het drama katholiek was van den glorie-tijd van Spanje. Dat met name de „autos sacramen- tales van Calderón Katholiek zijn, en dat er na meer dan twintig eeuwen maar één theater alles-wel-beschouwd vergeleken kan worden met het Grieksche van Zeus, Noodlot en Skep- sis, datgene namelijk, dat Calderón bouwde: bet spel van God-Christus, verzoening en ge loof. En zooals Hellas is blijven leven boven pui- nen en vernietiging, zoo is ook de toekomst van Spanje verzekerd wat betreft zijn invloed in het geestesleven van heden en de toekomst. Dit geldt vooral het werk van D. Pedro Calderón de la Barca, den tijdgenoot van Von del, van wlen nu op 25 Mei de 250ste sterfdag herdacht wordt, twee jaar na onze Vondelher denking. Calderón zette de traditie voort van Lope de Vega, Waardoor het classicistische drama op den besten tijd der Spaansche lite ratuur geen vat kreeg. Lope de Vega benutte deze bewegingsvrijheid in die mate, dat hij te gen de twee duizend dramatische werken schreef. Was het met dat voorbeeld voor oogen, dat Calderon over zichzelf dichtte: drachtig is mijn hoofd zonder ooit te baren weeën heeft het alle tijden van wassende manen. Want meer dan tweehonderd tooneel werken (ongerekend honderden voor- en tusschenspe- len), waaronder een honderdtwintig drama's en oomedies en een zeventig „autos sacramen- tales" vormen voor onze oogen toch nog altijd een ontzaglijk oeuvre! Het nfet-rekening-houden met sommige eischen, die het classicistische drama stelde, had dit groote voordeel, dat de levende tooneel- traditie kon worden voortgezet en tevens de vernieuwingen mogelijk waren, waardoor het contact met het gehoor te beter kon behouden en bevestigd blijven. Zoo verzekert dan ook Cervantes van de twee duizend tooneelstukken van Lope de Vega: „Alle heeft hij (L. d. V.) ze zien opvoeren, of althans hooren zeggen, dat ze inderdaad opgevoerd waren." Ook van de honderden werken van Calderón zullen er geen of weinige niét gespeeld zijn. Deze be hoefte, en deze vraag naar spelen uit een waar- deerende maatschappij verklaart ook gedeelte lijk de legendarische productie van deze dra maturgen. En beiden trachten, en met succes, de mogelijkheden van het dramatische evene ment uit te buiten. en omstreeks 1640 neemt hij deel aan het on derdrukken van den opstand in Catalonië. In 1651 werd hij ten slotte priester gewijd en als kapelaan aangesteld. Is daarbij het verbod van alle tooneeluitvoeringen, dat Filips de Vierde in 1846 uitvaardigde en dat tot 1649 gold, op eenigerlei wijze van invloed geweest? Of hing deze belangrijke gebeurtenis samen me.t de zware ziekte, die hem in dien tijd trof? We zullen het niet trachten na te gaan, maar leggen wel verband tusschen deze wijding en de verzen, die hij tot de „militante Iglesia" richtte: Strijdende Kerk, betreed steeds zekerder het land, ontvlam de lucht, bezeil de zeeën, vertrouw het roer aan steeds moer stuurlui toe. De lucht ontvlammen met zijn geladen woord, dat deed Calderón stellig! Na zijne priesterwijding begon vooral zijn werkzaamheid als dichter van autos sacramentales, opvoerin gen ter eere, ter overweging en ter beleving van het mysterie van het Brood enden Wijn, het geheim der Eucharistie. De stad Madrid gaf jaarlijks een auto van Calderón en groote sommen gelds werden er aan ten koste gelegd, in den stijl van dia dagen. Costuums, tooneel- apparaat (er kwamen o.a. Italiaansche tooneel- bouwers naar Madrid) enz. vergden in een jaar de som van 50.000 dukaten zig.'zr- PRESIDENT VON HINDENBURG woont aan boord van die „Könlgsberg" ln de omgeving van Kiel een vlootparade bij. P. Calderon de la Barca. Het was nog steeds een groote tijd, waarin Calderón op 17 Januari van het jaar 1600 te Madrid geboren werd. Eerst goed veertig Jaren waren verstreken na den dood van Sint Igna tius en Franciscus Xaverius, geen twintig na dien van Sint Teresia van Jezus, geen tien na den dood van Sint Jan van het Kruis. El Greco leefde nog, Velasquez was een kind in de wieg. Nog een jongen was Calderón, toen Lope de Vega tot priester werd gewijd en de groote Cervantes als goede zestiger lid werd eerst van de „Congregagion de indignos esjlavos del Santisimo Sacramento" en vier jaar* later van de „Venerable Orden Vercera de San Fran cisco''. Deze feitengroepeering teekent beter dan vele woorden den tijd, waarin Calderón groei de en leefde. Het is dan ook of de spanning, gloed en heiligheid van de groote Spaansche apostelen der zestiende eeuw hunnen literai- ren neerslag kregen in de zoovele pure wer ken van den Madrileen, die zich, daar zijn familie stamde uit de hergen, met nadruk ■bergbewoner" noemt. „Montanes soy". Inder daad: zijn drama ls van het hoogland! Na zijne studies in de theologie te Salaman ca, die niet in de eeste plaats ter wille van het priesterschap ondernomen schijnen 1) was hij onder de wapenen ln de Nederlanden om streeks 1625, en zeer waarschijnlijk hangt hier mee samen, dat een van zijn drama's genaamd is: „Het beleg van Breda", een gebeurtenis, die in Spanje bijzonder is ingeslagen, gezien ook het zoo nobele schilderstuk van Velasquez in het Prado te Madrid, dat getiteld is: „De overgave van Breda". Ook in Italië droeg Cal derón den rok des konings Filips den Vierden Het realisme, dat de Spaansche kunst goed deels kenmerkt, is ook niet afwezig van de autos van Calderón. Is mystiek geen realisme bij uitstek? De allegorische voorstelling op de wijze van Calderón maakte verstaanbaar en gaf relief. Zijn abstracties ahstraheeren slechts van bijkomstigheden, en zijn reëel door de diep- schouwende visie van den dichter. „Er bestaat geen moment zonder wonder" is de naam van een zijner sacramentspelen. En tot honderden malen toe maakte hij een spel om de waarheid van het Altaarsacrament. Waardig steeds, rr^r ook vol leven en vindingrijke afwisseling. De waarheid wordt voorgehouden in een ten uiter ste verzorgden vorm, bedekt, maar niettemin zóó onmiddellijk, dat de manier toch nog over eenkomst heeft met den jongen in een arm Spaansch visschersdorp, die op Goeden Vrijdag in de processie op iets als een presenteerblad voor den stoet uitdraagt: drie groote zwarte spijkers en een hamer. Vrijheden veroorloofde Calderón zich. Hij maakte zoo noodlg gebruik van de ideeën en het werk van anderen. Dorst ook deelen van de hymnen „Pangue lingua" en ..Adoro te" tot een Castillaansch lied saam te voegen. Muziek was onmisbaar, en een apotheose. Als de toe schouwer maar geboeid en getroffen werd. En zoo kwam hij ook tot vondsten ais het sublieme spel van pand-verbeuren in „La primer Flor del Carmelo". 2) Op deze en dergelijke wijzen vierde Calderón de geloofsgeheimen in de auto's. In de overige dramatische werken ligt de nadruk zeer vaak op de menschelijke waar digheid, de eer, het eergevoel, „honor". Hoe weinig hij dit opvat als een kastegevoel, blijkt ten duidelijkste uit het bekende werk: „El Alcalde de Zalamea", waar de eenvoudige landman tegenover kapitein en generaal der troepen, die ln Zalamea om inkwartiering komen, zijn rechten en eer als vader, en ge zinshoofd verdedigt met de beroemde woorden: Den koning heeft men goed en bloed te geven, maar de eer is erfdeel der ziel en deze ziel is eigendom van God alleen. Calderón is ln zijn tijd door zijne landgenoo- ten bijzonder gewaardeerd. Hij stierf op 25 Mei 1681 in de stad, waar hij geboren was, Madrid, als een beroemd en geëerd man. Na hem ver viel de kunst, zooals ook hier destijds na Von- del's dood. Bewonderd hebben hem in het bui tenland vooral Goethe en de Duitsche roman tiek. Zoo is hij ook buiten Spanje vertaald en opgevoei d. De invloed, dien hij op onze zeven, tlende-eeuwsche letteren heeft uitgeoefend, was niet groot en minder dan die van Lope de Vega van wien hier al vioeg in de 17e eeuw ver. Aan het jaarverslag van de N. V. Van Nievelt talingen verschenen. Zelfs van Fray Luis de I Goudriaan Co.'s Stoomvaart-Maatschappij over Leon's invloed zijn gemakkelijker sporen aan I 1930 ontleenen wy het volgende: Saldo winst 1930 193.909 (v.j. 660.439)Geen dividend. te wijzen dan van Don Pedro. Vondel, die hem (classiciteit daargelaten) geestelijk zoo na stond, noemt zijn naam geen enkel maal. In lateren tijd en hier te lande heeft Vondel met Calderón vaak broederlijk de planken ge. deeld van het seminarie-tooneel, en heeft Pater J. M. J. Knaapen O. Praem. zich zeer verdienstelijk gemaakt door vertalingen, die met eere genoemd moeten worden, en waarvan een enkele in de groote schouwburgen geklon ken heeft Heeft het nog zin, zoo kan men ten slotte vragen, Calderón te herdenken, behalve dan om te eer en wlen en wat eere toekomt? Valt er een probleem te stellenCalderón en wij? Stellig, maar eerst een ander: Spanje en wij. En een oogenblik Inkeer. Want wie weet, hoeveel niet-katliolieke bui tenlanders ln Spanje zoo niet de beschaving, dan toch den Westerschen vooruitgang verte genwoordigen, en met hoe weinig begrip deze meestentijds staan tegenover het beste van het land, dat wij nog gaarne „het katholieke" moe men; wie nagaat en bevindt, dat de cultui.iele relaties tusschen Nederland en Spanje niet zoo talrijk zijn, maar dan nog bijna geheel De gevolgen van de crisis hebben rwaar op net scheepvaartbedryf gedrukt. In de uitkomsten van onze vennootschap, hoe ongunstig ook, komt soli i <in ,vollG tot uitdrukking, omdat een fwiJ?Si kon worden aangewend voor de afwikkeling van vervoer-contracten, tot stand gekomen vóór de totale ineenstorting der vrachtenmarkt. Het belangrijkste dezer contrac ten, een voor het vervoer van hout van de Witte Zee naar Nederlandsche en naburige havens, werd echter, wegens onvoldoenden aanvoer vaii hout, niet volledig uitgevoerd. Onderhandelingen met de bevrachters ter verkrijging van schade vergoeding hebben geleid tot het afsluiten van een nieuw vervoercontract voor het aanstaande vrachlkoersèn 06 thaDS Afgezien van de reizen, gemaakt ter uitvoering van de bovenvermelde contracten, waren de uit komsten van nagenoeg alle reizen onbevredi gend; in vele gevallen konden de reis-onkosten, waaronder wy afschryving noch interest be- grypen, niet geheel uit de vracht-opbrengst worden bestreden. Niettegenstaande de schepen werden in de vaart gehouden ook by een geraamd verhes, zoolang dit maar bleef beneden de kosten aan het opllggen verbonden, moest toch menig maal tot opleggen worden overgegaan. In doorsnee was uit dez enhoofde gedurende het boekjaar ruim een vyfde der vloot buiten dienst. Aan het einde van het jaar lag zelfs de helft werkloos. Teneinde het verlies te beperken, werd in Juni onze uitgaande dienst naar Brazilië en Santa Fé tydelyk gestaakt. Het aanbod van lading voor dezen dienst was door de economische en politieke verwikkelingen in Brazilië zeer Inge- wowJnD<lgTken,bUiten f6n kar:hOUekCn'k;'i:"S I ^rvSrenVanB?Iiifrncu7raenUe tot Yen ^"g peiï worden onderhouden; wie weet ook, hoe de i, anti-katholieke en stellig anti-clericale gezind- heid van een op den voorgrond tredend deel der Spaansche jeugd zeker niet weinig beïnvloed is door het bezoek van buitenlandsche univer sltelten: die vraagt zich af ook bij een gelegen- gezonken. Onze dienst van Hamburg en Rotterdam naar Uruguay en Argentinië en terug via de voor naamste havens van Brazilië bleef volledig ge handhaafd, ofschoon ook by dezen dienst behalve de gevolgen van de crisis, ook die van ..—O. M IWo,. mjj oen 6e,CSCu- he,v„,!re c°n<™rrentle zich ln ernstige maté déden held als deze, of er niet lets verzuimd is, of was het aTnYodTa! ladinf k^fo^old^ terwyl thuiskomend, hoewel de schepen byna zonder uitzondering met volle lading konden worden geëxpedieerd, de vrachtbesommingen slechts zelden bevredigend waren. Behalve ln bovenvermelde lyndiensten, werden de schepen hoofdzakelyk aangewend ln de hout vaart van de Witte Zee, de graanvaart van La er althans niet iets ter hand genomen kan worden, of er niet meer bewust vanuit het „niet-achterlijke" Noorden, ook voor zoover het katholiek is, naar contact gestreefd moet wor den. Calderón en wij? W-V.MV* vu v*. Iij - I --- - 7 O V U.CS1 V OiXA 1 'J1 We denken aan Nijmegen. Of het niet in de dienen* dt VereTnigSe^ed^S Scheep! vaartmaatschappy. eerste plaats aangewezen is, om vuur van dien haard eener unieke katholieke cultuur uit het hooge land over te dragen en te bewaken in onze paisos bajos. We denken aan heit moderne tooneel en overwegen, op welk een ostentatieve wijze Paul Claudel voor zijn tooneel het patro- naar aanvaard heeft van Calderón de la Barca. We denken vooral aan den invloed ten goede, Ook in de uitkomsten der Commanditaire Ven nootschap Van Nievelt, Goudriaan Co. komt de ongunstige toestand van het scheepvaart bedryf tot uitdrukking. Teneinde aan de behartiging der belangen van Dy onze vennootschap en haar dochter-instellin gen ln vasten dienst werkzame personen een vasteren grondslag te geven, droegen wy uit de reserve ..Belancen nersrvnpoi" oon r.„_ die de ontluikende pogingen van 'landde TheTlevS kunst onder de Nederlandsche katholieken geroepen stichting „Pensioenfonds Nigoco". kunnen ondergaan van een nadere en verdiepte Heth voornemen bestaat aan dit fonds jaarlyks kennisname van den Spaanschen dramaturg. f,it1 drag -to° te voegen, indien de bedryfs- i uitkomsten daartoe ln staat stellen. Aan de reserve „Reperaties en Surveys" werd onttrokken wegens niet op assuradeuren verhaal bare reparatiekosten en kosten van periodieke surveys en vernieuwingen een bedrag DE MAGISTER-GENERAAL DER DOMINICANEN. Men meldt ons uit Rome: De hoogeerwaarde pater M. Gillet Magister- generaal der Dominikanen ls Woensdag van hier afgereisd om na regeling van eenige zaken in Zwitserland en Frankrijk, een visitatiereis te beginnen door België, Holland en Duitschland Op die visitatiereis zal P. Gillet vergezeld wor den door den Nederlandschen pater Magister B. Kuhlmann, assistent en lid van den genera- MOSKOU WERD TQOB KORT GETEISTERD Soar hoog water en Ijsgang; de ijsscihollen SRWdeo int JWPC JEM een qtodennl] ndan kademuur afgesttooten Hoe zoowel het tooneel van Henriëtte Roland Holst als de enthousiaste onderneming in het Stadion op den a.s. tweeden Pinksterdag den geest van Calderón nog het meeat nabij «taan en de pogingen, die bij Amsterdam niet be perkt moeten blijven, hier steun en prikkel kunnen vinden. Calderón is geen pand, dat aan Spanje alleen is toevertrouwd, maar aan alle katholieke or. ganen van cultuur op de eerste plaats, die zorg van zoodat OOO WC 4tu.ZdZ en er aan toegevoegd 211.232 deze reserve thans bedraagt 1.000 000 Sfwoonte volgende, om iets te zeggen met betrekking tot het loopende boekjaar, mogen s: constateeren, dat de vrachtenmarkt geduren- ae de verstreken maanden een minder trooste loos beeld vertoonde dan in het overeenkomstige tydperk van het vorige jaar, waarschynlyk dienen te hebben voor een monument, dat als tengevolge van de sedert eenigen tyd heerschende een kristallen kathedraal omboog rijst, onaan- ,®nd,?e vraag van verscheidene Europeesche tastbaar voor de vlammen van brandstichters, en die slechts in nevels van onachtzaamheid en onbegrip verdwijnen kan. Wat nimmer geschiede! N. G. H. DEEN. 1) Hoe voorzichtig men ook over het alge meen moet zijn met conclusies omtrent den persoon van den dichter uit zijn werk, dit vall met vrij groote zekerheid op te maken uit een passage in heit hoogst.eigenaardige gedicht: „Carta a una dama". Calderón is bij uitstek een lyrisch dichter, maar die lyriek moet voor- Onder de weinige gedichten, die daar los van staan, bevinden zich gedichten, gewijd aan S. al gezocht worden in zijn dramatisch werk. Isidorus Agrlcola, S. Teresia, S. Ignatius, en ook de Carta", die volgens aanwijzingen ln den inhoud moeit dateeren uit den tijd van zijn militairen loopbaan. Het is, naar ik meen, het eenige, waarin Calderón over zleh-zelf spreekt. Het merkwaardige is nu, dat de zeld zame keer dat dit gebeurt, 't geschiedt op eeu scherp-spottende en misprijzende wijze, De carlcatuur, die hij van zlch-zelf maakt, 'betreft niet slechts zijn uiterlijk, maar ook zyn levens loop, zijn ongohuwden staat en zijn dichter schap 2) Simplido, de Eenvoud, knecht op d» hoeve van Nabal (de Aarde) stelt aan Abigail, de vrouw des huizes (S. Maria) voor, een pand spel te spelen, omdat hij haar bedroefd ziet om heft egoïsme van Nabal. Castidad en Liberal!, dad doen mee. Maar ook Luzbel (Satan), Las- oivia en Avaricia. Twee groepen links en rechts van den broer. Men moet de passage lezen om to waardeeren, wat een geest en wat een .tooneel" er in steekt, dat Simpllclo eerwt elk een kleur laat kiezen en ernstig een ver haal over val, verlossing en opstanding begint en voortzet. Maar tegelijk de kleurnamen door zijn verhaal vlecht en onherroepelijk en met vuur telkens weer zijn verheven vertelling on derbreekt voor het spel, en dengene kapittelt en straft, die zijn kleur onopgemerkt liet uit. spreken. Satan valt herhaaldelijk. Maria nooit. De panden zijn veelbeteekenend. En bij elk pand valt de muziek enthousiast In: „die de fouit begaat, betaalt de boete". - V..V.VMW -UUlUUCCiSUUe staten naar graan. Wy hebben in verband hier mede de schepen, een dertiental, welke in Januari oplagen, gaandeweg in de vaart kunnen brengen, en verwachten daarvan een minder onbevredigend resultaat dan het opliggen zou hebben veroorzaakt. Ook de uitkomsten der tot dusverre in de Rotterdam-Zuid Amerika Lijn ge maakte reizen zyn minder ongunstig dan van die gedurende het overeenkomstige tijdvak van het vorige boekjaar gemaakt. Dit is te danken aan de betere thuiskomende vrachten. Als min der gunstige factor in vergelyking met het vorige boekjaar staat hiertegenover, dat thans voor een kleiner deel der vloot emplooi tot hoogere ijj6 &eIdende vrachten verzekerd is. Wy ver meldden reeds, dat een nieuw vervoercontract voor hout van de Witte Zee tot stand kwam. De overeengekomen vracht is voor het grootste gedeelte der te vervoeren hoeveelheid lager dan de vorige contractvracht, doch hooger dan de thans geldende; voor het overige deel ls zij gelyk aan de vorige contractvracht. De hoeveel heid staat slechts weinig ten achter by die van het vorige jaar. Hoe de resultaten van het loopende jaar vergeleken meft die van het ver slagjaar zullen zyn, hangt voornamelylt af van de verdere ontwikkeling van de vrachtenmarkt en van de mate, waarin bezuiniging op de exploitatiekosten mogelyk zal zijn. De winst- en verliesrekening staat debet voor: Onkosten 281.394 (291.248), interest 334.117 (335.135), -afschryving op stoomschepen 1.000.000 (1.060.000), storting ;n de reserve „Reparaties en Surveys" f 211.232 532.282), in de reaer.ve „Belangen personeel' (74.752), nieuwe rekening (585.687) en credit 99.784 Onverdeeld saldo Ao Po. fvn o„687 verzekering eigen risico 70.787 (70.885), uitkeering Van Nievelt, Goudriaan Lo. en andere ondernemingen 206.027 405.264) exploitatie-rekening 1.158.150 (2.293.992). Op de balans komen voor als activa: Stoom schepen 13.500.000 (14,500.000), motorlichter en motorboot 2 (onv.), aandeelen N. V. Ver Ned Scheepvaartmaatschappy 5.000.000 (onv.), aand. 1°™"}- Venn- Van Nievelt, Goudriaan Co. 2.000.000 (onv.), aand. N. V. Kantoorgebouw Scheepvaarthuis 200.000 (onv.), vordering N. V. Kantoorgebouw Scheepvaarthuis 20.232 aand. in diverse ondernemingen 110.252' (268.752), effecten 131.200 (54.400), kassa 9.581 (65.514), debiteuren 195.916 (1.007.632), vooruit betaalde assurantlepremiën 250.204 (211.887), saldo loopende reizen en magazHn 537.180 (440.977) en als passiva: Kapitaal 10.000.000 (onv.), 5 pet. obligatieleening 1927 3.250.000 (3.500.000) reservefonds 1.000 000 (onv.), reserve „Repa raties en Surveys" 1.000.000 (1.250.000), reserve „Verzekering Eigen Risico" 2.000.000 (onv.), reserve „belangen personeel" 500.000 (1.000.000),' crediteuren 1.001.506 (954.231), stichting pensioenfonds Nigoco 518.376 Comm. Venn. Van Nievelt, Goudriaan Co. 234.901 (1.059.246), deposito N. V. Vereenigde Nederlandsche Scheep vaartmaatschappy 2.350.000 (2.400.000), verlies» en winstrekening onverdeeld saldo 99.784 ,(583.687).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10