VOORZICHTIG ZIJN
EN AFWACHTEN
AAN den rand van een staatsbankroet
I" 5S5JL "r -
„Een uitspraak gevraagd,
waardoor de rechtsmacht
overschreden wordt?
VRIJDAG 29 MR! 1931
t KATHOLIEKENDAG
EEN LANGE NEUS
DE „GENEZING" VAN KANKER.
Een fase in het onderzoek, dat
dient te worden voortgezet
r":- -A- u
de bevoegdheid der radio
controle-commissie.
MENSCHEN EN MEENINGEN
ZUSTERS
Het Russisch vijfjarenplan kon slechts redding brengen
ZIJN HISTORISCHE OORSPRONG.
In overeenstemming met de
algemeene conjunctuursdaling 1
DE AMBTENAARSSALARISSEN.
VERKEERSDAG.
Met een kloek woord heelt onV aaitsbis
echop uitgesproken wat reeds lang ^®'el
overtuiging was: onze Algemeene Ne el
landsche Katholiekendagen zijn n'iet wa ze
wezen moeten.
Dat spralk tot ieder, die de openingsvei Da
dering in het Koloniaal Museum bij-woon e,
wederom terstond met groote scherpte.
En toch waren de kansen zoo mooi.
De hoofdstad, die alleen reeds me het
grootste gemak heele zalen met Katholieken
7 ,„o thans de uitverkorene,
kan vullen, was tnan»
En zij waardeerde dit, en met groote ener
gie werd de voorbereiding voor den Katho
liekendag aangepakt
Ën toch bleef de deelneming ver, zeer ver
beneden het middelmatige.
Onze aartsbisschop heeft gelijk: zóó mag
het niet langer.
Met groote zorg zal men nog eens moeten
nagaan, wat onze Algemeene Katholieken
dagen moeten zijn, en hoe wij er dat van
moeten maken.
Het resultaat kan dikwijls van kleine om
standigheden afhangen.
Zoo lijkt ons een eenigszins massaal be
zoek uitgesloten, indien weken van te voren,
zelfs door de leden van de Katholiekenda
gen, reeds moet worden uitgemaakt, welke
vergaderingen zij wenschen bij te wonen,
om tijdig de noodige 'kaarten te kunnen aan
vragen.
Dat is een 'rem voor een spontaan bezoek,
velen hunnen het eenvoudig niet en nog
meerderen zoeken het niet.
Dit is echter slechts een kleinigheid, een
bijkomstige omstandigheid, ofschoon niet
van practisch belang ontbloot.
Hoofdzaak is dat men scherp opstelt: dat
willen wij, en zoo willen wij het bereiken.
Hoe minder men gelezen heeft van de
nieuwe encycliek, die het vervolg is, de ver
klaring en verdieping van „Rerum Nova
rum", des te lustiger kan men er over
schrijven.
Een voorbeeld.
Uit „Voorwaarts".
„Daarbij is de houding der kerk over het
algemeen tegenover het socialisme nog vij
andig. In zijn laatste encycliek laat Pius, de
tegenwoordige Paus, zich wat voorzichtiger
over het socialisme uit, dan eens Leo XIII
deed. Pius moet rekening houden met de
mogelijkheid, dat het socialisme niet een
beetje doorsijpelt, maar eens krachtig door
breekt in de wereld der katholieken. En de
Kerkvorsten van Rome zien meestal verder
dan hun neus, ook al is deze bijzonder
lang".
Wij meenen te mogen beweren, dat de ge
achte schrijver de nieuwe encycliek niet
gelezen heeft.
Inderdaad staat de Katholieke Kerk,
over de protestantsche kerk valt niets te
zeggen in dit punt vijandig tegenover het
socialisme. Leo XIII heeft dat inderdaad
duidelijk genoeg gezegd. Dat geeft de sociaal
democratische schrijver toe,' hoewel jaar en
dag de propagandisten der sociaaldemocrati
sche bonden beweerden, dat een katholiek
wel socialist kan zijn. Hier worden ze dus
gehangen. Een beetje laat doch: boontje
komt om zijen loontje.
In de laatste encycliek onderscheidt Paus
Pius XI verschillende richtingen in het
socialisme; want dat, heeft heel wat water in
den wijn gedaan sinds vijfentwintig jaar. De
Paus geeft ieder wat hem toekomt en ein
digt meteen vonnis uit katholiek oog
punt over ieder soort socialisme. Dus Pius
XI heeft heelemaal geen rekening gehouden
met de mogelijkheid, dat de katholieken alle
maal socialist gaan worden.
Liet is al een zeer minderwaardig soort
van insinuatie, te schrijven, dat de Paus om
die vrees, de leer wat gematigd zou hebben.
De schrijver kent Rome nog niet, als het
gaat over de leer. Zeker zien de Kerkvorsten
in Rome verder dan hun neus, zelfs verder
dan sociaaldemocratische schrijversneuzen,
want ze kennen het katholieke geloof en
daarom zien ze duidelijk dat het zijn eigen
weg moet gaan.
Neen, de geachte schrijver behoeft niet
bang te zijn dat men zal blijven beweren,
dat. de sociaaldemocratie vijandig is aan alle
religie, en dat daarom de christelijke arbei
ders er zich verre van moeten houden.
Zoo'n redeneering is voor een katholiek
een beetje te dom. Een katholiek heeft er
letterlijk niets aan of de sociaaldemocratie
best ka.n samengaan met de religie van
Turken, van Zoeloes, van Zevende Dags
adventisten, van Israëlieten en zelfs van
protestantsche dominees. Al zou dat goed
samengaan, dan zegt dat voor een katho
liek nog niets. De ©ene vrohg voor ons u, of
de sociaaldemocratie kSh samengaan me
het katholieke geloof of de katholieke religie.
En dat gaat niet.
En daarom zeggen wij, dat alle katholieke
arbeiders en ook niet-arbeiders zich er ven e
van moeten houden. Willen de heeren er ook
bij denken, dat ook katholieken die geen
arbeider zijn, evenmin socialist kunnen
worden!
Het is misschien nuttig.
t
Een Nederlandsch arts doet in
teressante onderzoekingen.
Publicaties in verschillende dag
bladen, vol snorkende frasen,
bewijzen den onderzoeker een
slechten dienst.
Voor de lezers, die mochten gehoord hebben
van de onderzoekingen van dr. Bendien^ te
Zeist en vooral ook voor hen, die de artikelen
mochten hebben gelezen in het „Dagblad van
Rotterdam" en in het „Vaderland", wil ik hier
even zoo kort mogelijk en zoo eenvoudig mo-
ge1 ijk uiteenzetten welke waarde men heeft te
hechten aan de publicaties in dedagbiaden en
welke beteekenis de onderzoekingen van dr.
Bendien hebben op bet oogenblik en misschien
kunnen bebben in de toekomst.
Allereerst zij medegedeeld, dat dr. Bendien
ziin onderzoekingen beeft openbaar gemaakt in
een boekje getiteld: Spezifische Veranderin
gen des Blutserums, Bin Beitrag zur serolo-
gischen Diagnose von Krebs und Tuberkulose.
In bet kort komen zijn onderzoekingen bier-
op neer: Wanneer men het hloedserum van den
mensch samenbrengt met een mengsel van
azijnzuur en natriumvanadaat, hetwelk men in
verschillende verhouding, (waarbij het na-
trium-vanadaat voortdurend vermindert en het
azijnzuur toeneemt) in een aantal buisjes naas
elkaar zet, bemerkt men dat bet eiwit van het
serum hij een bepaalden zuurgraad neerslaat
en bij een veel hoogeren zuurgraad dit neer
slaan ophoudt. Dr. Bendien beeft nu waarge
nomen, dat bij zieke menschen dit neerslaan
eerder begint en speciaal 'bij kanker en tuber
culose heeft hij den graad bepaald. Zoodoende
is hij in staat reeds in een zeer vroeg stadium
de diagnose van deze beide ziekten te stellen.
En, om die twee nog te onderscheiden heeft hij
een spektroskopische methode uitgewerkt, die
hem in staat stelt de ziekte te herkennen, ook
wanneer nog geen andere verschijnselen zijn
waar te nemen.
Zooals men overduidelijk kan lezen schrijft
dr. Bendien dus over het maken van een diag
nose en hij noemt zijn boekje dan ook een bij
drage tot de serologisohe diagnose, van kanker
en tuberculose.
In zijn conclusies is bij niet minder beschei
den. Daar schrijft hij even duidelijk: Prak
tische proeven met patiënten, speciaal met kan
kerpatiënten, worden genomen; over de resul
taten, die ik met mijn methode bereikt heb,
zal ik later afzonderlijk .berichten.
Er is in 'het boekje van dr. Bendien dus van
geen resultaten van behandeling sprake.
Ziet men nu daartegenover de Amerlkaan-
sche koppen boven de artikelen die van de
hand van dr. G. P. in bovengenoemde dagbla
den zijn verschenen, dan leest men daar. e
genezing van kanker. Verrassende resultaten
etc. Verschillende kankerpatiënten genezen. In
behandeling 'bij dr. Bendien. Een bekend Lon-
densch journalist onderwerpt zich aan een
proef voor kankerbestrijding bij een Neder
landsch arts. Een nieuwe hoop heeft de we
reld vervuld, en meer dergelijke ontboezemin-
MEJ. IFIS SEYBEL, algiemean Wjdster van, „Dte Graai" te Amsterdam, Tert™J eiste™1
naar de missie tie Buitenzorg op Java. Het afscheid op hdfc CentmalaKSltia)tioin.
onrecht doen.
Maar nog om een andere Teden doen deze
dagbladartikelen veel kwaad. Zonder reden,
zonder grond en zeer zeker ook tegen de be
doeling van den onderzoeker worden hier ver.
wachtingen gewekt, die niet zullen worden
vervuld. Immers, zoodra gesproken wordt van
„verschillende gevallen" vah kanker, die door
dr. Bendien zouden zijn genezen, komen na
tuurlijk van heinde en ver de hopelooze geval,
len naar den onderzoeker gestroomd (zooals
inmiddels ook reeds is geschied) terwijl nog
niet eens een enkel woord gesproken is over
de mogelijkheid, hen te kunnen genezen. Niet
alleen is het immers mogelijk, dat (indien de
methode ook voor sommige, bijvoorbeeld be
ginnende gevallen doeltreffend,zou zfln) de
vergevorderde gévallen in het geheel met voor
behandeling toegankelijk
ook de gevallen, die voor een
beeld operatieve) methoden nog
we! vatbaar
gen.
Leest men het gebeele hoekje van dr. Ben
dien met aandacht door, dan maakt de weten
schappelijke wijze, waarop hij zijn onderzoekin
gen neerschrijft, een veel voorzichtiger sympa
thieker indruk dan de snorkende artikelen van
dr. G. P. die meer gelijken op een reclame voor
een kwakzalver dan op een referaat van een
wetenschappelijke publicatie. En ik meen dan
ook dat het niet te veel gezegd is, wanneer ik
zulks charletanerie noem. Maar daarenboven
leest men in de artikelen niets over de resul
taten van een behandeling, die aan den kop
met zooveel praal wordt aangekondigd.
Een dusdanige methode doet aan de zaak
veel kwaad. Want de verstandige en kritische
lezer zal terstond denken, dat aan deze ge
schiedenis een luchtje van kwakzalverij zit en
daarmede den onderzoeker dr. Bendien groot
CENTRAAL KATH. INDISCH BUREAU.
In September a.s. zal het Centraal Katholiek
Indisch Bureau, waartoe verleden jaar reeds
■was besloten, in werking treden, meldit
Maria". Aan het hoofd van het bureau zal als
directeur worden aangesteld een seculier pries
ter. Reeds is in Den Haag een huis daarvoor
gehuurd.
zijn, zuilen zich misschien tot hun ongeluk
van deze behandeling onthouden, resp. zich
daaraan onttrekken. „„.u-insren v=,r,
Wanneer wij dus aan de ondeizoekingen van
dr Bendien den maatstaf aanleggs e.
tenschappelijk voor ieder
eTaf—de1ÏÏSS - te -««« «-
ker niet harder willen loopen darl de ™derwe.
ker zelf. I>e proeven zullen dus eer t S ie.
nen te worden voortgezet en nauwkeurig en
langdurig moeten worden ^controleerd de
door dr. Bendien in het vooruitzicht gestelde
berichten zullen moeten worden afg acht.
Eerst dan zal zich langzamerhand iets duide
lijker beginnen af te teekenen, welke perspec
tieven deze onderzoekingen openen voor de
toekomst, van de kankerbehandeling.
Voorshands kunnen wij aannemen, dat
wanneer de proeven blijken in alle opzichten
juist te zijn de wetenschap hier een waar
devol middel heeft om de ziekte vroeg (en dat
beteekent gewoonlijk tijdig) te herkennen en
om de behandelingsmethoden van anderen op
hun resultaten te toetsen.
In afwachting daarvan moeten wij groot
respect hebben voor het omvangrijke weik van
dr Bendien, die een waardige plaats inneemt
in de rij der onderzoekers, welke zich op het
oogenblik met het kankervraagstuk bezig
houden. Slaagt hij erin, datgene te bereiken
wat bij in zijn boekje als desideraat stelt (blz.
71) de samenstelling van het hloedserum in een
zoodanigen toestand te brengen of te houden,
dat het eerst op het normale tijdstip uit vlokt,
dan zal wellicht (ook nog niet zeker) de oplos
sing van het vraagstuk nabij zijn.
Maar men hoede zich voor voorbarigheid en
neme liever een voorbeeld aan Sir Arthur
Keith den Engelschen hoogleeraar, die naar
aanleiding van de opzienbarende publicaties
van dr. Thompson dezer dagen zeide: ofschoon
de nieuwe vinding reeds veelbelovende resul
taten heeft opgeleverd, is zij op het oogenblik
nog slechts een belangwekkende fase in het
onderzoek, dat dient te worden voortgezet.
Dr. HUDDLESTON SLATER.
HET JUBILE VAN Mgr. Dr. TH. L.
HEYLEN.
Een woord van dank van Z. H. E. aan
de Katholieken van Nederland.
Van Z. H. E. Mgr. dr. Thomas-Ludovicus
Heylen, bisschop van Namen mochten wij on
derstaand dankwoord ontvangen naar aanlei
ding van de attenties, welke Z. H. E. geduren
de zijn jubiléfeesten van de zijde van Neder-
landsche katholieken heeft ontvangen:
„Ik wist dat ik in Nederland vele en trouwe
vrienden heb. Ik hield al veel van het Neder -
landsche volk nog voor ik te Amsterdam het
Internationaal Eucharistisch congres kwam
presideeren. Maar het is eerst bij die grootsohe
manifestatie, dat ik de Nederlanders volledig
heb leeren kennen als groote organisators.
Het diep en rotsvast geloof der Nederland-
sche katholieken, heeft toen een onuitiwisoh-
baren indruk op mij gemaakt.
De congres-dagen van Amsterdam en mijn
verder verblijf in Nederland behooren tot de
schoonste herinneringen uit mijn leven als
president der internationale Eucharistische
congressen.
Het mooie geschenk dat ik vorige week te
Namen van de zijde van Nederlandsche katho
lieken heb mogen ontvangen, alsmede de vele
telegrammen van gelukwensdhen welke mij uiit
uw land bebben bereikt, zijn al die herinne
ringen weer eens komen verlevendigen en ik
heb daar een groote vreugde aan beleefd.
Wegens drukke bezigheden in de onmoge
lijkheid zijnde aan allen persoonlijk te ant
woorden die zich hij mijn juibilé hebben aan
gesloten betuig ik langs dezen weg mijn op
rechten dank aan de katholieken van Neder
land en ook aan hun Pers, voor de genegenheid
en de belangstelling welke zij nog steeds voor
mij blijven koesteren.
Ik van mijn kant zal Nederland en de Neder
landsche katholieken evenmin ooit vergeten.
God blijve Nederland zegenen, daar bid ik
om.''
„Gevleugelde daden
V.A.R.A. CONTRA DEN STAAT.
Voor den president der Bakolie ^bank
is gisteren in kort geding b<an e
landsadvocaat mr. Telders dac,vaarding
Mr. Telders merkte op, dat de
vergezeld gaat van een stuk „GetfeugeM
daden", een hoorspel dat door
trólecommissie verboden is voorrang in
Vara thans een voorziening Hi WOCTttg i
vraagt, om de uitzending op 3 Juni
tiSen'meer is dit belang niet aanwezig, omdat
in (1e
T6 Xv^dTnrrTeds" wordt medegedeeld
dat de Staat terzelfder zake roedsjegenJ
t THOMAS-LUDOVICUS,
bisschop van Namen.
EEUWFEEST ST. ANTONIUS VAN PADUA
Ter gelegenheid van het zevende eeuwfeest
van den sterfdag van den H. Antonius van
Padua op 13 Juni a.s., zal Mgr. Hopmans in
de St Antoniuskerk te Breda een Pontificaal
Lof celebreeren.
Zondag 14 Juni zal Mgr. een Pontificaal Lof
pontificeeren in de kerk der Paters Capucijnen
te Breda.
(S. Maria.)
Tuni voor de rechtbank is gedagvaard. Daar
de Invoering van het stuk vóór 9 Juni met
belang is en zulk belang in kort geding
een bepaald stuk. p-e.
Op 20 Januari 1930 heeft de conm1»6
schreven dat zij niet toeliet ^P^^em ovec
het radiobeleid en kritiek op andere vereem
gingen. Hierbij had de commissie voor oog»
de „oefcase" van den minister, volS®n
dergelijke uitzendingen als m etrfldm
openbare orde moeten worden ^schouwd.
In bet onderhavige stuk nu treden verschil
lende vogels op, die kritiek oefenen op bet
regelingsbeleid inzake de radio en opantoe
vereenigingen en daarom heeft de
het stuk verboden.
Het staat aan de commissie om te beoor-
deelen of er grond is voor gevaar voor de
openbare orde en daarom is het onjuist, als
men den rechter daarover wil laten oordeelen,
en zeer zeker in kort geding.
Wanneer zou doorgaan wat hier wordt ge
vraagd, dan zouden we krijgen een „Doppei-
administration", Jbetgeen onjuist is.
De commissie beroept zich op de openbare
orde waarvoor op dit gebied het toezicht aan
haar is opgedragen. Wat is hier nn openbare
orde' Pleiter gelooft, dat deze vraag afhangt
van het onderwerp, dat wordt uitgezonden. Het
radioreglement geeft limitatief den aard der
onderwerpen aan en pleiter meent, dat de
daardoor bepaalde orde wordt verstoord, wan
neer buiten die omschrijving wordt gegaan,
bijv. door kritiek op het regeeringsbeleid en op
andere vereenigingen.
Doch ook wanneer men de openbare orde op
dit gebied in ruimeren zin opvat, ook dan
wordt deze orde verstoord door uitzendingen
als in het schrijven van 20 Januari bedoeld,
aangezien bet kwetsen van de gevoelens van
anderen in strijd is met de openbare orde.
Ten slótte constateert pleiter, dat hier thans
een groote juridische vraag aan de orde is,
want in dit geding wordt niet meer of minder
dan de vrijheid van het woord naar voren ge
bracht. Dit moeilijke vraagstuk is volkomen
ongeschikt om in kort geding te worden be
handeld en daarom hoopt pleiter, dat de pre
sident hier geen belang aanwezig zal achten
om voor de uitzending van het stuk een on
verwijlde voorziening bij voorraad te treffen.
Mr. Duys, die daarop aan het woord kwam,
was van oordeel, dat de president wel degelijk
bevoegd ls om in de onderhavige quaestie een
aanvankelijk oordeel te geven. Wanneer de
Ja, de meeste menschen hebben zusters,
waarmee ze op meer of minder goeden voet
verkeeren. Ge hebt er lastige onder, ook heel
goed, zelfs, die een tweede moeder voor je
worden; een man immers, hoe groot hij ook
is, zoekt altijd toch weer een moeder, zelfs
in zijn vrouw.
Daar bestaan echter nog meer Zusters,
met een groote Z, die we ook wel Nonnen
noemen .Over die menschelijke wezens
wordt natuurlijk verschillend geoordeeld;
naar gelang men ze beter kent, goed kent
of niet kent.
Heel dikwijls treft men bij veel menschen
een opvatting aan, welke het best weerge
geven wordt in den korten zin: dat het zöo
flauwe wezens zijn. Onder flauw wordt dan
verstaan: kernachtig, petieterig, vallen over
nietigheden, zonder breeden kijk, en op den
loop gaan. voor de walharde kanten van
het leven.
Of er zulke bestaan? Natuurlijk!
Zulke vrouwen en zelfs zulke mannen be
staan er.
Vindt men een grooter percentage van dat
soort onder Zusters? We denken van wel:
de meestal beperkte omgeving heeft daar
wel wat schuld aan. Doch, het toe te passen.
de Zusters in t algemeeen dat gaat vol
strekt niet op. Het al te zoetelijke bij haar
bestaat gewoonlijk slechts in de verbeelding
En zelfs hóórt men wel eens klachten over
het al te bazige, al te mannelijke. Het metst
komen menschenmet Zusters in aanra
king tijdens ziekte: dan klaagt men gewoon*
lijk niet over te groote flauwigheid of zoe
tigheid en staat men te kijken over zooveel
flinkheid.
Schoolzusters geven somsi meer aan lei
ding tot de bovenvermelde opvatting, doch
het blijven ook daar uitzonderingen. Slotzus
ters vallen meestal buiten het oordeel der
meeste menschen. Zeker, ze hebben een an
deren kijk op de wereld, op het leven; ze
geven zich een andere richting m haar
doen en laten en dat wekt bij niet-zoo-ge-
steld wel eens een vreemden indruk. Doch
stelden wel eens een vreemden indruk. Doch
wektheid, een blijde opofferingsgezindheid
en een groote getrouwheid in kleine din
gen.
Wat te hoog uitheft boven het gros der,
menschen. iA,
Maar ja, menschen blijven zelfs zij. Kfr
INT. GESCHIEDKUNDIG CONGRES.
Het internationaal geschiedkundig congres,
te Boedapest vergaderd, bepaalde Leiden als
plaats voor de volgende bijeenkomst (in 1932).
Zijn economische nood
zakelijkheid.
„Noch in de politiek, noch in de zakenwe
reld is hartstocht een goede raadgeefster.
Daarom behoort men de problemen, die het
Russisch Vijfjarenplan stelt, kalm en koel
bloedig onder het oog te zien".
Zjoo schrijft Henri Rollin in het katholieke
tijdschrift „Le Correspondant", ter inleiding
van een belangwekkende studie over den
huidigen toestand in Rusland.
Op het voetspoor van den Franschen
schrijver wenschen ook wij den economi-
schen toestand van Rusland zonder harts
tocht en vooroordeel te beschouwen. En wat
bij deze beschouwing het eerst de aandacht
trekt, is de groote kracht der oud-Ru s-
sisChe tradities in de verwoed anti-traditio
neel© Sovjet-Republiek.
Immers wie meenen mocht, dat het plan
om Rusland agrarisch en industrieel te mo
derniseren en op gelijke lijn te brengen met
de andere landen van Europa, kersversch en
gloednieuw is ontsproten aan het brein van
de Bolsjewiki, geeft blijk van een zeer ge
brekkige kennis der Russische geschiedenis,
Integendeel, alle groote heerschers van het
in omvang en bevolking aldoor groeiend Rijk
hebben in den loop der eeuwen hun beste
krachten aangewend, orfi Rusland op te hef
fen uit zijn chronische achterlijkheid op elk
gebied.
Maar ondanks de herhaalde pogingen van
Iwan den Verschrikkelijken, (1547:HéA
Peter den Grooten, (1682—1725) en van Ca-
tharina II, (1762—1795) herviel het land na
een korte poos telkens weer in zijn half-
barbaarschen toestand die nauw samenhangt
met den volksgeest: een samenstel van Sla
vische onwerkzaamheid en oostersche slap
heid, nauwelijks bedekt met een dun laagje
westelijk beschavingsvernis.
In drievoudig opzicht herinnert de poging
van het huidig bewind aan die der oude
Tsaren: ten eerste in de ontstellend hardhan
dige wijze, waarop de hervormingen wor
den doorgevoerd; ten tweede in den aan
drang, om buitenlandsche ingenieurs, zoo
wel landbouwkundigen als technici, met de
leiding van den nieuwen koers te belasten;
en ten derde in het streven, om den econo-
mischen vooruitgang in dienst te stellen van
de politiek, die thans zoowel als toentertijd
standvastig gericht is en blijft op de uitbrei
ding en versteviging der macht van het Rijk.
Evenals graaf Witte, de adellijke dictator
der autocratie, beriep zich ruim een kwart
eeuw later ook Stalin, de plebeïsche alleen-
heerscber van het proletariaat, op het voor
beeld van Peter den Grooten. En sterker nog
dan de almachtige minister van het oude
régime, legde de grootmeester van het Bol-
schewisme den vollen nadruk op de nijver
heid als machtsmiddel.
Wat echter aan de oude plannen hun
hypermodern karakter geeft, is hun enorme
omvang, het driftig tempo en de nietsont
ziende wijze, waarop zij worden doorge
voerd, zelfs en vooral op het gebied van den
landbouw.
Want ook de landbouw wordt „geïndus
trialiseerd", oim een minder fraai, maar zeer
teekenend woord le gebruiken.
Aan de technische hoogescholen van
Duitschland wordt op het oogenblik van
oommissie alleen zou hebben te oordeelen, zou
zij alles kunnen vooTsdhrijven.
Mr. Telders: Binnen haar bevoegdheid.
Mr Duys: Ik heb ook juist gesteld, dat de
commissie buiten haar bevoegdheid heeft ge
handeld. De Staat zegt nu wel, dat het hier
gaat om de openbare orde op radiogebied.
Geldt deze beperking echter ook voor de vei
ligheid van den Staat of van de goede zeden.
Spr. meent gerust te mogen aannemen, dat met
veiligheid van den Staat in het radioreglement
die veiligheid in den uitgebreidsten zin wordt
bedoeld, en waar hiervoor geen beperking geldt,
mag ook ten aanzien van de radio aan het be
grip „openbare orde" geen beperkte strekking
woTden gegeven.
Bovendien wordt in het schrijven van de
commissie van 20 Januari in het geheel niet
gerept van openbare orde. De commissie zegt
alleen: ik laat dat en dat niet toe.
Doch dit gaat volgens pleiter te ver. En dan
moet er toch een ander zijn, die ons veilig
stelt voor dergelijke optreden en wie, vraagt
pleiter, moet dit anders zijn dan de rechter.
Ten slotte merkt pleiter op, dat de vraag
of hier een onverwijlde voorziening moet wor
den getroffen, niet moet beoordeeld worden
naar den inhoud van het stuk, maar de 1 Jant-
woording moet gevonden worden in het groote
principieële belang, om een eind te maken aan
het optreden der commissie buiten haar be
voegdheid.
De president zal Maandag uitspraak doen.
Russische zijde een ijverige propaganda ge
voerd, om juist in dezen tijd van malaise en
werkloosheid, jonge, pas afgestudeerde in
genieurs naar Rusland te lokken.
Eerst heeft men schoon schip gemaakt in
dit land der „zwarte aarde". De vanouds
eigengebouwde boeren werden eenvoudig
van hun land gezet, als zij het niet gewillig
afstonden aan de staatsorganen, kolchozen
en sovchosen, een soort van publiekrechte
lijke coöperaties, die men vooral niet moet
verwarren met onze gelijknamige organisa
ties tot privaatrechtelijke samenwerking bij
de productie van bepaalde artikelen, (zuivel,
eieren) waarbij ieders eigendomsrecht vol
ledig behouden blijft.
Dat men zoodoende de boeren tot haveloo-
ze proletariërs degradeert, nauwelijks ver
schillend van de lijfeigenen uit vroegere tij
den, is niet in staat het geweten van Stalin
c.s. te verontrusten. Integendeel, het is juist
zijn bedoeling het „overtollig" deel der plat
telandsbevolking te dwingen tot „productie-
ven arbeid" in dienst der groot-industrie.
Trouwens Iwan de Verschrikkelijke placht
nog veel gruwelijker dwangmiddelen toe te
passen. En ook Peter de Groote aarzelde
geen oogenblik de destijds inheemsche lan
delijke lijfeigenschap over te brengen naar
het gebied der nijverheid, als eenig doeltref
fend middel, om de Russische traagheid te
overwinnen 1).
En deze beide oude Tsaren, maar vooral
de laatste, motiveerden hun dwangmidde
len reeds met een beroep op de economische
en militaire noodzakelijkheid.
In 1925, toen de invloed van Stalin op de
Regeering overheerschend werd, kwam het
met den dag duidelijker aan het licht, dat
de N.E.P. (Nieuwe Economische Politiek)
een vreemdsoortig mengelmoes van Commu
nisme en Kapitalisme, van staatsdwang en
particulier initiatief, niet bij machte zou
zijn de munteenheid op peil te houden.
Geen wonder trouwens: Het voor de sta
bilisatie onontbeerlijke buitenlandsch cre-
diet outbrak volkomen.
Bovendien werkte de Russische boer
aartsvaderlijk langzaam en uiterst primi
tief. En zoodoende bracht de versnippering
vin 4b uitgestrekte kroondomeinen en het
adellijk grootgrondbezit, waarvan de Bol-
schewiki een vermeerdering van de bodem
opbrengst hadden gehoopt, niets dan de bit
terste teleurstelling.
De uitvoer van granen, waardoor Rus
land in den Tsarentijd een voordeelige han
delsbalans wist te handhaven en in staat
werd gesteld de rente van zijn zwaren
schuldenlast te voldoen, slonk tot een mi
nimum; en in jaren van gedeeltelijke oogst-
miislukking, (het onafwendbaar risico van
ieder landbouwbedrijf) moest zelfs broodko-
ren worden ingevoerd.
Zoo zag Stalin het land aan den rand van
een tweede en thans onherroepelijk staats
bankroet, tenzij met terzijdestelling van de
halfslachtige N.E.P., een heel nieuwe koers
werd ingeslagen.
En er bleef hem geen andere keus, dan den
export met alle macht te prikkelen en des
noods te forceeren.
Dit is zoo waar, dat als morgen aan den
dag de Bolschewiki zouden worden verdre
ven, de nieuwe Regeering zich voor hetzelf
de probleem zou gesteld zien, dat in hoofd
zaak niet anders op te lossen zou zijn dan
door het herstel van een actieve handelsba
lans. En daarom zou de oplossing, zij het
met andere middelep, (beroep op buiten
landsch crediet, stimuleering van het par
ticulier initiatief) toch economisch dezelfde
richting uitgaan: met name de bevordering
van een overvloedigen graanuitvoer zou op
geen regeeringsprogram kunnen noch mo
gen ontbreken.
Ziedaar dus de oorsprong, de historische
lijn en het hoofdmotief van het vijfjaren
plan Zijn doel en zijn kans van slagen zul
len we nader bespreken in een slotartikel.
Mr. L. S.
Geen verlaging.
De heer Braat had aan den Minister van
Financiën gevraagd of deze reeds maatregelen
nam om de salarissen hier te lande in overeen
stemming te brengen met de algemeene
conjunctuursdaling en de daaruit voort
vloeiende daling van de prijzen der levens
middelen.
Minister de Geer antwoordt thans op deze
vraag in ontkennenden zin.
1) Deze nauwverholen industrieele dwang,
arbeid werd na Peter's dood weer afgeschaft.
Maar op het platteland bleef de „hoorigheid"
der boeren voortbestaan tot diep in de negen
tiende eeuw. Eerst in 1862 maakte een decreet
van Tsaar Alexander II een einde aan dezen
menschonwaardigen toestand, die thans, zij
het in eenigszins gewijzigden vorm, opnieuw
is hersteld.
INVOERRECHT HARING IN ROEMENIë
Volgens een bericht, ingekomen bij de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken te Vlaar-
d'ingen aal hij invoer van haring van elke
grootte in Roemenië van toepassing zijn het
recht van Lei 250 per 100 K.G., onverschillig
het land van 'herkomst (Rusland uitgezonderd)
zonder dat gelet zal worden op de bijzondere
in het Roemeensch-Noorsche verdrag gestelde
voorwaarde, dat de hoeveelheid niet grooter
dan 60 stuks per 10 K.G. mag zijn.
De Bond van Vrijwillige Verkeersinspec-
tiën zal op den Verkeersdag van Zaterdag 6
Juni a.s. ook onder de jeugd propaganda ma
ken, opdat de leuze „Veilig Verkeer" tot in de
schoollokalen zal doordringen.
Er wordt door den bond kosteloos een spe
ciaal voor dit doel samengesteld verkeersge-
schriftje ter beschikking van gemeente- en
schoolbesturen gesteld om dit ter hand te
stellen aan het onderwijzend personeel van de
hoogste klassen der lagere school met ver
zoek op 6 Juni of als op Zaterdag de school
gesloten is, den daaraanvoorafgaanden dag
aan de hand daarvan een en ander te vertel
len of voor te lezen.
Reeds zijn duizenden exemplaren voor dit
doel aangevraagd. Voor het geval gemeente- of
schoolbesturen een desbetreffend verzoek niet
mochten hebben ontvangen, kunnen de ge-
schriftjes nog worden aangevraagd bij den
secretaris, den heer C. J. van Wijngaarden
van Rees te Utrecht.