VOORZICHTIG ZIJN EN AFWACHTEN AAN den rand van een staatsbankroet I" 5S5JL "r - „Een uitspraak gevraagd, waardoor de rechtsmacht overschreden wordt? VRIJDAG 29 MR! 1931 t KATHOLIEKENDAG EEN LANGE NEUS DE „GENEZING" VAN KANKER. Een fase in het onderzoek, dat dient te worden voortgezet r":- -A- u de bevoegdheid der radio controle-commissie. MENSCHEN EN MEENINGEN ZUSTERS Het Russisch vijfjarenplan kon slechts redding brengen ZIJN HISTORISCHE OORSPRONG. In overeenstemming met de algemeene conjunctuursdaling 1 DE AMBTENAARSSALARISSEN. VERKEERSDAG. Met een kloek woord heelt onV aaitsbis echop uitgesproken wat reeds lang ^®'el overtuiging was: onze Algemeene Ne el landsche Katholiekendagen zijn n'iet wa ze wezen moeten. Dat spralk tot ieder, die de openingsvei Da dering in het Koloniaal Museum bij-woon e, wederom terstond met groote scherpte. En toch waren de kansen zoo mooi. De hoofdstad, die alleen reeds me het grootste gemak heele zalen met Katholieken 7 ,„o thans de uitverkorene, kan vullen, was tnan» En zij waardeerde dit, en met groote ener gie werd de voorbereiding voor den Katho liekendag aangepakt Ën toch bleef de deelneming ver, zeer ver beneden het middelmatige. Onze aartsbisschop heeft gelijk: zóó mag het niet langer. Met groote zorg zal men nog eens moeten nagaan, wat onze Algemeene Katholieken dagen moeten zijn, en hoe wij er dat van moeten maken. Het resultaat kan dikwijls van kleine om standigheden afhangen. Zoo lijkt ons een eenigszins massaal be zoek uitgesloten, indien weken van te voren, zelfs door de leden van de Katholiekenda gen, reeds moet worden uitgemaakt, welke vergaderingen zij wenschen bij te wonen, om tijdig de noodige 'kaarten te kunnen aan vragen. Dat is een 'rem voor een spontaan bezoek, velen hunnen het eenvoudig niet en nog meerderen zoeken het niet. Dit is echter slechts een kleinigheid, een bijkomstige omstandigheid, ofschoon niet van practisch belang ontbloot. Hoofdzaak is dat men scherp opstelt: dat willen wij, en zoo willen wij het bereiken. Hoe minder men gelezen heeft van de nieuwe encycliek, die het vervolg is, de ver klaring en verdieping van „Rerum Nova rum", des te lustiger kan men er over schrijven. Een voorbeeld. Uit „Voorwaarts". „Daarbij is de houding der kerk over het algemeen tegenover het socialisme nog vij andig. In zijn laatste encycliek laat Pius, de tegenwoordige Paus, zich wat voorzichtiger over het socialisme uit, dan eens Leo XIII deed. Pius moet rekening houden met de mogelijkheid, dat het socialisme niet een beetje doorsijpelt, maar eens krachtig door breekt in de wereld der katholieken. En de Kerkvorsten van Rome zien meestal verder dan hun neus, ook al is deze bijzonder lang". Wij meenen te mogen beweren, dat de ge achte schrijver de nieuwe encycliek niet gelezen heeft. Inderdaad staat de Katholieke Kerk, over de protestantsche kerk valt niets te zeggen in dit punt vijandig tegenover het socialisme. Leo XIII heeft dat inderdaad duidelijk genoeg gezegd. Dat geeft de sociaal democratische schrijver toe,' hoewel jaar en dag de propagandisten der sociaaldemocrati sche bonden beweerden, dat een katholiek wel socialist kan zijn. Hier worden ze dus gehangen. Een beetje laat doch: boontje komt om zijen loontje. In de laatste encycliek onderscheidt Paus Pius XI verschillende richtingen in het socialisme; want dat, heeft heel wat water in den wijn gedaan sinds vijfentwintig jaar. De Paus geeft ieder wat hem toekomt en ein digt meteen vonnis uit katholiek oog punt over ieder soort socialisme. Dus Pius XI heeft heelemaal geen rekening gehouden met de mogelijkheid, dat de katholieken alle maal socialist gaan worden. Liet is al een zeer minderwaardig soort van insinuatie, te schrijven, dat de Paus om die vrees, de leer wat gematigd zou hebben. De schrijver kent Rome nog niet, als het gaat over de leer. Zeker zien de Kerkvorsten in Rome verder dan hun neus, zelfs verder dan sociaaldemocratische schrijversneuzen, want ze kennen het katholieke geloof en daarom zien ze duidelijk dat het zijn eigen weg moet gaan. Neen, de geachte schrijver behoeft niet bang te zijn dat men zal blijven beweren, dat. de sociaaldemocratie vijandig is aan alle religie, en dat daarom de christelijke arbei ders er zich verre van moeten houden. Zoo'n redeneering is voor een katholiek een beetje te dom. Een katholiek heeft er letterlijk niets aan of de sociaaldemocratie best ka.n samengaan met de religie van Turken, van Zoeloes, van Zevende Dags adventisten, van Israëlieten en zelfs van protestantsche dominees. Al zou dat goed samengaan, dan zegt dat voor een katho liek nog niets. De ©ene vrohg voor ons u, of de sociaaldemocratie kSh samengaan me het katholieke geloof of de katholieke religie. En dat gaat niet. En daarom zeggen wij, dat alle katholieke arbeiders en ook niet-arbeiders zich er ven e van moeten houden. Willen de heeren er ook bij denken, dat ook katholieken die geen arbeider zijn, evenmin socialist kunnen worden! Het is misschien nuttig. t Een Nederlandsch arts doet in teressante onderzoekingen. Publicaties in verschillende dag bladen, vol snorkende frasen, bewijzen den onderzoeker een slechten dienst. Voor de lezers, die mochten gehoord hebben van de onderzoekingen van dr. Bendien^ te Zeist en vooral ook voor hen, die de artikelen mochten hebben gelezen in het „Dagblad van Rotterdam" en in het „Vaderland", wil ik hier even zoo kort mogelijk en zoo eenvoudig mo- ge1 ijk uiteenzetten welke waarde men heeft te hechten aan de publicaties in dedagbiaden en welke beteekenis de onderzoekingen van dr. Bendien hebben op bet oogenblik en misschien kunnen bebben in de toekomst. Allereerst zij medegedeeld, dat dr. Bendien ziin onderzoekingen beeft openbaar gemaakt in een boekje getiteld: Spezifische Veranderin gen des Blutserums, Bin Beitrag zur serolo- gischen Diagnose von Krebs und Tuberkulose. In bet kort komen zijn onderzoekingen bier- op neer: Wanneer men het hloedserum van den mensch samenbrengt met een mengsel van azijnzuur en natriumvanadaat, hetwelk men in verschillende verhouding, (waarbij het na- trium-vanadaat voortdurend vermindert en het azijnzuur toeneemt) in een aantal buisjes naas elkaar zet, bemerkt men dat bet eiwit van het serum hij een bepaalden zuurgraad neerslaat en bij een veel hoogeren zuurgraad dit neer slaan ophoudt. Dr. Bendien beeft nu waarge nomen, dat bij zieke menschen dit neerslaan eerder begint en speciaal 'bij kanker en tuber culose heeft hij den graad bepaald. Zoodoende is hij in staat reeds in een zeer vroeg stadium de diagnose van deze beide ziekten te stellen. En, om die twee nog te onderscheiden heeft hij een spektroskopische methode uitgewerkt, die hem in staat stelt de ziekte te herkennen, ook wanneer nog geen andere verschijnselen zijn waar te nemen. Zooals men overduidelijk kan lezen schrijft dr. Bendien dus over het maken van een diag nose en hij noemt zijn boekje dan ook een bij drage tot de serologisohe diagnose, van kanker en tuberculose. In zijn conclusies is bij niet minder beschei den. Daar schrijft hij even duidelijk: Prak tische proeven met patiënten, speciaal met kan kerpatiënten, worden genomen; over de resul taten, die ik met mijn methode bereikt heb, zal ik later afzonderlijk .berichten. Er is in 'het boekje van dr. Bendien dus van geen resultaten van behandeling sprake. Ziet men nu daartegenover de Amerlkaan- sche koppen boven de artikelen die van de hand van dr. G. P. in bovengenoemde dagbla den zijn verschenen, dan leest men daar. e genezing van kanker. Verrassende resultaten etc. Verschillende kankerpatiënten genezen. In behandeling 'bij dr. Bendien. Een bekend Lon- densch journalist onderwerpt zich aan een proef voor kankerbestrijding bij een Neder landsch arts. Een nieuwe hoop heeft de we reld vervuld, en meer dergelijke ontboezemin- MEJ. IFIS SEYBEL, algiemean Wjdster van, „Dte Graai" te Amsterdam, Tert™J eiste™1 naar de missie tie Buitenzorg op Java. Het afscheid op hdfc CentmalaKSltia)tioin. onrecht doen. Maar nog om een andere Teden doen deze dagbladartikelen veel kwaad. Zonder reden, zonder grond en zeer zeker ook tegen de be doeling van den onderzoeker worden hier ver. wachtingen gewekt, die niet zullen worden vervuld. Immers, zoodra gesproken wordt van „verschillende gevallen" vah kanker, die door dr. Bendien zouden zijn genezen, komen na tuurlijk van heinde en ver de hopelooze geval, len naar den onderzoeker gestroomd (zooals inmiddels ook reeds is geschied) terwijl nog niet eens een enkel woord gesproken is over de mogelijkheid, hen te kunnen genezen. Niet alleen is het immers mogelijk, dat (indien de methode ook voor sommige, bijvoorbeeld be ginnende gevallen doeltreffend,zou zfln) de vergevorderde gévallen in het geheel met voor behandeling toegankelijk ook de gevallen, die voor een beeld operatieve) methoden nog we! vatbaar gen. Leest men het gebeele hoekje van dr. Ben dien met aandacht door, dan maakt de weten schappelijke wijze, waarop hij zijn onderzoekin gen neerschrijft, een veel voorzichtiger sympa thieker indruk dan de snorkende artikelen van dr. G. P. die meer gelijken op een reclame voor een kwakzalver dan op een referaat van een wetenschappelijke publicatie. En ik meen dan ook dat het niet te veel gezegd is, wanneer ik zulks charletanerie noem. Maar daarenboven leest men in de artikelen niets over de resul taten van een behandeling, die aan den kop met zooveel praal wordt aangekondigd. Een dusdanige methode doet aan de zaak veel kwaad. Want de verstandige en kritische lezer zal terstond denken, dat aan deze ge schiedenis een luchtje van kwakzalverij zit en daarmede den onderzoeker dr. Bendien groot CENTRAAL KATH. INDISCH BUREAU. In September a.s. zal het Centraal Katholiek Indisch Bureau, waartoe verleden jaar reeds ■was besloten, in werking treden, meldit Maria". Aan het hoofd van het bureau zal als directeur worden aangesteld een seculier pries ter. Reeds is in Den Haag een huis daarvoor gehuurd. zijn, zuilen zich misschien tot hun ongeluk van deze behandeling onthouden, resp. zich daaraan onttrekken. „„.u-insren v=,r, Wanneer wij dus aan de ondeizoekingen van dr Bendien den maatstaf aanleggs e. tenschappelijk voor ieder eTaf—de1ÏÏSS - te -««« «- ker niet harder willen loopen darl de ™derwe. ker zelf. I>e proeven zullen dus eer t S ie. nen te worden voortgezet en nauwkeurig en langdurig moeten worden ^controleerd de door dr. Bendien in het vooruitzicht gestelde berichten zullen moeten worden afg acht. Eerst dan zal zich langzamerhand iets duide lijker beginnen af te teekenen, welke perspec tieven deze onderzoekingen openen voor de toekomst, van de kankerbehandeling. Voorshands kunnen wij aannemen, dat wanneer de proeven blijken in alle opzichten juist te zijn de wetenschap hier een waar devol middel heeft om de ziekte vroeg (en dat beteekent gewoonlijk tijdig) te herkennen en om de behandelingsmethoden van anderen op hun resultaten te toetsen. In afwachting daarvan moeten wij groot respect hebben voor het omvangrijke weik van dr Bendien, die een waardige plaats inneemt in de rij der onderzoekers, welke zich op het oogenblik met het kankervraagstuk bezig houden. Slaagt hij erin, datgene te bereiken wat bij in zijn boekje als desideraat stelt (blz. 71) de samenstelling van het hloedserum in een zoodanigen toestand te brengen of te houden, dat het eerst op het normale tijdstip uit vlokt, dan zal wellicht (ook nog niet zeker) de oplos sing van het vraagstuk nabij zijn. Maar men hoede zich voor voorbarigheid en neme liever een voorbeeld aan Sir Arthur Keith den Engelschen hoogleeraar, die naar aanleiding van de opzienbarende publicaties van dr. Thompson dezer dagen zeide: ofschoon de nieuwe vinding reeds veelbelovende resul taten heeft opgeleverd, is zij op het oogenblik nog slechts een belangwekkende fase in het onderzoek, dat dient te worden voortgezet. Dr. HUDDLESTON SLATER. HET JUBILE VAN Mgr. Dr. TH. L. HEYLEN. Een woord van dank van Z. H. E. aan de Katholieken van Nederland. Van Z. H. E. Mgr. dr. Thomas-Ludovicus Heylen, bisschop van Namen mochten wij on derstaand dankwoord ontvangen naar aanlei ding van de attenties, welke Z. H. E. geduren de zijn jubiléfeesten van de zijde van Neder- landsche katholieken heeft ontvangen: „Ik wist dat ik in Nederland vele en trouwe vrienden heb. Ik hield al veel van het Neder - landsche volk nog voor ik te Amsterdam het Internationaal Eucharistisch congres kwam presideeren. Maar het is eerst bij die grootsohe manifestatie, dat ik de Nederlanders volledig heb leeren kennen als groote organisators. Het diep en rotsvast geloof der Nederland- sche katholieken, heeft toen een onuitiwisoh- baren indruk op mij gemaakt. De congres-dagen van Amsterdam en mijn verder verblijf in Nederland behooren tot de schoonste herinneringen uit mijn leven als president der internationale Eucharistische congressen. Het mooie geschenk dat ik vorige week te Namen van de zijde van Nederlandsche katho lieken heb mogen ontvangen, alsmede de vele telegrammen van gelukwensdhen welke mij uiit uw land bebben bereikt, zijn al die herinne ringen weer eens komen verlevendigen en ik heb daar een groote vreugde aan beleefd. Wegens drukke bezigheden in de onmoge lijkheid zijnde aan allen persoonlijk te ant woorden die zich hij mijn juibilé hebben aan gesloten betuig ik langs dezen weg mijn op rechten dank aan de katholieken van Neder land en ook aan hun Pers, voor de genegenheid en de belangstelling welke zij nog steeds voor mij blijven koesteren. Ik van mijn kant zal Nederland en de Neder landsche katholieken evenmin ooit vergeten. God blijve Nederland zegenen, daar bid ik om.'' „Gevleugelde daden V.A.R.A. CONTRA DEN STAAT. Voor den president der Bakolie ^bank is gisteren in kort geding b<an e landsadvocaat mr. Telders dac,vaarding Mr. Telders merkte op, dat de vergezeld gaat van een stuk „GetfeugeM daden", een hoorspel dat door trólecommissie verboden is voorrang in Vara thans een voorziening Hi WOCTttg i vraagt, om de uitzending op 3 Juni tiSen'meer is dit belang niet aanwezig, omdat in (1e T6 Xv^dTnrrTeds" wordt medegedeeld dat de Staat terzelfder zake roedsjegenJ t THOMAS-LUDOVICUS, bisschop van Namen. EEUWFEEST ST. ANTONIUS VAN PADUA Ter gelegenheid van het zevende eeuwfeest van den sterfdag van den H. Antonius van Padua op 13 Juni a.s., zal Mgr. Hopmans in de St Antoniuskerk te Breda een Pontificaal Lof celebreeren. Zondag 14 Juni zal Mgr. een Pontificaal Lof pontificeeren in de kerk der Paters Capucijnen te Breda. (S. Maria.) Tuni voor de rechtbank is gedagvaard. Daar de Invoering van het stuk vóór 9 Juni met belang is en zulk belang in kort geding een bepaald stuk. p-e. Op 20 Januari 1930 heeft de conm1»6 schreven dat zij niet toeliet ^P^^em ovec het radiobeleid en kritiek op andere vereem gingen. Hierbij had de commissie voor oog» de „oefcase" van den minister, volS®n dergelijke uitzendingen als m etrfldm openbare orde moeten worden ^schouwd. In bet onderhavige stuk nu treden verschil lende vogels op, die kritiek oefenen op bet regelingsbeleid inzake de radio en opantoe vereenigingen en daarom heeft de het stuk verboden. Het staat aan de commissie om te beoor- deelen of er grond is voor gevaar voor de openbare orde en daarom is het onjuist, als men den rechter daarover wil laten oordeelen, en zeer zeker in kort geding. Wanneer zou doorgaan wat hier wordt ge vraagd, dan zouden we krijgen een „Doppei- administration", Jbetgeen onjuist is. De commissie beroept zich op de openbare orde waarvoor op dit gebied het toezicht aan haar is opgedragen. Wat is hier nn openbare orde' Pleiter gelooft, dat deze vraag afhangt van het onderwerp, dat wordt uitgezonden. Het radioreglement geeft limitatief den aard der onderwerpen aan en pleiter meent, dat de daardoor bepaalde orde wordt verstoord, wan neer buiten die omschrijving wordt gegaan, bijv. door kritiek op het regeeringsbeleid en op andere vereenigingen. Doch ook wanneer men de openbare orde op dit gebied in ruimeren zin opvat, ook dan wordt deze orde verstoord door uitzendingen als in het schrijven van 20 Januari bedoeld, aangezien bet kwetsen van de gevoelens van anderen in strijd is met de openbare orde. Ten slótte constateert pleiter, dat hier thans een groote juridische vraag aan de orde is, want in dit geding wordt niet meer of minder dan de vrijheid van het woord naar voren ge bracht. Dit moeilijke vraagstuk is volkomen ongeschikt om in kort geding te worden be handeld en daarom hoopt pleiter, dat de pre sident hier geen belang aanwezig zal achten om voor de uitzending van het stuk een on verwijlde voorziening bij voorraad te treffen. Mr. Duys, die daarop aan het woord kwam, was van oordeel, dat de president wel degelijk bevoegd ls om in de onderhavige quaestie een aanvankelijk oordeel te geven. Wanneer de Ja, de meeste menschen hebben zusters, waarmee ze op meer of minder goeden voet verkeeren. Ge hebt er lastige onder, ook heel goed, zelfs, die een tweede moeder voor je worden; een man immers, hoe groot hij ook is, zoekt altijd toch weer een moeder, zelfs in zijn vrouw. Daar bestaan echter nog meer Zusters, met een groote Z, die we ook wel Nonnen noemen .Over die menschelijke wezens wordt natuurlijk verschillend geoordeeld; naar gelang men ze beter kent, goed kent of niet kent. Heel dikwijls treft men bij veel menschen een opvatting aan, welke het best weerge geven wordt in den korten zin: dat het zöo flauwe wezens zijn. Onder flauw wordt dan verstaan: kernachtig, petieterig, vallen over nietigheden, zonder breeden kijk, en op den loop gaan. voor de walharde kanten van het leven. Of er zulke bestaan? Natuurlijk! Zulke vrouwen en zelfs zulke mannen be staan er. Vindt men een grooter percentage van dat soort onder Zusters? We denken van wel: de meestal beperkte omgeving heeft daar wel wat schuld aan. Doch, het toe te passen. de Zusters in t algemeeen dat gaat vol strekt niet op. Het al te zoetelijke bij haar bestaat gewoonlijk slechts in de verbeelding En zelfs hóórt men wel eens klachten over het al te bazige, al te mannelijke. Het metst komen menschenmet Zusters in aanra king tijdens ziekte: dan klaagt men gewoon* lijk niet over te groote flauwigheid of zoe tigheid en staat men te kijken over zooveel flinkheid. Schoolzusters geven somsi meer aan lei ding tot de bovenvermelde opvatting, doch het blijven ook daar uitzonderingen. Slotzus ters vallen meestal buiten het oordeel der meeste menschen. Zeker, ze hebben een an deren kijk op de wereld, op het leven; ze geven zich een andere richting m haar doen en laten en dat wekt bij niet-zoo-ge- steld wel eens een vreemden indruk. Doch stelden wel eens een vreemden indruk. Doch wektheid, een blijde opofferingsgezindheid en een groote getrouwheid in kleine din gen. Wat te hoog uitheft boven het gros der, menschen. iA, Maar ja, menschen blijven zelfs zij. Kfr INT. GESCHIEDKUNDIG CONGRES. Het internationaal geschiedkundig congres, te Boedapest vergaderd, bepaalde Leiden als plaats voor de volgende bijeenkomst (in 1932). Zijn economische nood zakelijkheid. „Noch in de politiek, noch in de zakenwe reld is hartstocht een goede raadgeefster. Daarom behoort men de problemen, die het Russisch Vijfjarenplan stelt, kalm en koel bloedig onder het oog te zien". Zjoo schrijft Henri Rollin in het katholieke tijdschrift „Le Correspondant", ter inleiding van een belangwekkende studie over den huidigen toestand in Rusland. Op het voetspoor van den Franschen schrijver wenschen ook wij den economi- schen toestand van Rusland zonder harts tocht en vooroordeel te beschouwen. En wat bij deze beschouwing het eerst de aandacht trekt, is de groote kracht der oud-Ru s- sisChe tradities in de verwoed anti-traditio neel© Sovjet-Republiek. Immers wie meenen mocht, dat het plan om Rusland agrarisch en industrieel te mo derniseren en op gelijke lijn te brengen met de andere landen van Europa, kersversch en gloednieuw is ontsproten aan het brein van de Bolsjewiki, geeft blijk van een zeer ge brekkige kennis der Russische geschiedenis, Integendeel, alle groote heerschers van het in omvang en bevolking aldoor groeiend Rijk hebben in den loop der eeuwen hun beste krachten aangewend, orfi Rusland op te hef fen uit zijn chronische achterlijkheid op elk gebied. Maar ondanks de herhaalde pogingen van Iwan den Verschrikkelijken, (1547:HéA Peter den Grooten, (1682—1725) en van Ca- tharina II, (1762—1795) herviel het land na een korte poos telkens weer in zijn half- barbaarschen toestand die nauw samenhangt met den volksgeest: een samenstel van Sla vische onwerkzaamheid en oostersche slap heid, nauwelijks bedekt met een dun laagje westelijk beschavingsvernis. In drievoudig opzicht herinnert de poging van het huidig bewind aan die der oude Tsaren: ten eerste in de ontstellend hardhan dige wijze, waarop de hervormingen wor den doorgevoerd; ten tweede in den aan drang, om buitenlandsche ingenieurs, zoo wel landbouwkundigen als technici, met de leiding van den nieuwen koers te belasten; en ten derde in het streven, om den econo- mischen vooruitgang in dienst te stellen van de politiek, die thans zoowel als toentertijd standvastig gericht is en blijft op de uitbrei ding en versteviging der macht van het Rijk. Evenals graaf Witte, de adellijke dictator der autocratie, beriep zich ruim een kwart eeuw later ook Stalin, de plebeïsche alleen- heerscber van het proletariaat, op het voor beeld van Peter den Grooten. En sterker nog dan de almachtige minister van het oude régime, legde de grootmeester van het Bol- schewisme den vollen nadruk op de nijver heid als machtsmiddel. Wat echter aan de oude plannen hun hypermodern karakter geeft, is hun enorme omvang, het driftig tempo en de nietsont ziende wijze, waarop zij worden doorge voerd, zelfs en vooral op het gebied van den landbouw. Want ook de landbouw wordt „geïndus trialiseerd", oim een minder fraai, maar zeer teekenend woord le gebruiken. Aan de technische hoogescholen van Duitschland wordt op het oogenblik van oommissie alleen zou hebben te oordeelen, zou zij alles kunnen vooTsdhrijven. Mr. Telders: Binnen haar bevoegdheid. Mr Duys: Ik heb ook juist gesteld, dat de commissie buiten haar bevoegdheid heeft ge handeld. De Staat zegt nu wel, dat het hier gaat om de openbare orde op radiogebied. Geldt deze beperking echter ook voor de vei ligheid van den Staat of van de goede zeden. Spr. meent gerust te mogen aannemen, dat met veiligheid van den Staat in het radioreglement die veiligheid in den uitgebreidsten zin wordt bedoeld, en waar hiervoor geen beperking geldt, mag ook ten aanzien van de radio aan het be grip „openbare orde" geen beperkte strekking woTden gegeven. Bovendien wordt in het schrijven van de commissie van 20 Januari in het geheel niet gerept van openbare orde. De commissie zegt alleen: ik laat dat en dat niet toe. Doch dit gaat volgens pleiter te ver. En dan moet er toch een ander zijn, die ons veilig stelt voor dergelijke optreden en wie, vraagt pleiter, moet dit anders zijn dan de rechter. Ten slotte merkt pleiter op, dat de vraag of hier een onverwijlde voorziening moet wor den getroffen, niet moet beoordeeld worden naar den inhoud van het stuk, maar de 1 Jant- woording moet gevonden worden in het groote principieële belang, om een eind te maken aan het optreden der commissie buiten haar be voegdheid. De president zal Maandag uitspraak doen. Russische zijde een ijverige propaganda ge voerd, om juist in dezen tijd van malaise en werkloosheid, jonge, pas afgestudeerde in genieurs naar Rusland te lokken. Eerst heeft men schoon schip gemaakt in dit land der „zwarte aarde". De vanouds eigengebouwde boeren werden eenvoudig van hun land gezet, als zij het niet gewillig afstonden aan de staatsorganen, kolchozen en sovchosen, een soort van publiekrechte lijke coöperaties, die men vooral niet moet verwarren met onze gelijknamige organisa ties tot privaatrechtelijke samenwerking bij de productie van bepaalde artikelen, (zuivel, eieren) waarbij ieders eigendomsrecht vol ledig behouden blijft. Dat men zoodoende de boeren tot haveloo- ze proletariërs degradeert, nauwelijks ver schillend van de lijfeigenen uit vroegere tij den, is niet in staat het geweten van Stalin c.s. te verontrusten. Integendeel, het is juist zijn bedoeling het „overtollig" deel der plat telandsbevolking te dwingen tot „productie- ven arbeid" in dienst der groot-industrie. Trouwens Iwan de Verschrikkelijke placht nog veel gruwelijker dwangmiddelen toe te passen. En ook Peter de Groote aarzelde geen oogenblik de destijds inheemsche lan delijke lijfeigenschap over te brengen naar het gebied der nijverheid, als eenig doeltref fend middel, om de Russische traagheid te overwinnen 1). En deze beide oude Tsaren, maar vooral de laatste, motiveerden hun dwangmidde len reeds met een beroep op de economische en militaire noodzakelijkheid. In 1925, toen de invloed van Stalin op de Regeering overheerschend werd, kwam het met den dag duidelijker aan het licht, dat de N.E.P. (Nieuwe Economische Politiek) een vreemdsoortig mengelmoes van Commu nisme en Kapitalisme, van staatsdwang en particulier initiatief, niet bij machte zou zijn de munteenheid op peil te houden. Geen wonder trouwens: Het voor de sta bilisatie onontbeerlijke buitenlandsch cre- diet outbrak volkomen. Bovendien werkte de Russische boer aartsvaderlijk langzaam en uiterst primi tief. En zoodoende bracht de versnippering vin 4b uitgestrekte kroondomeinen en het adellijk grootgrondbezit, waarvan de Bol- schewiki een vermeerdering van de bodem opbrengst hadden gehoopt, niets dan de bit terste teleurstelling. De uitvoer van granen, waardoor Rus land in den Tsarentijd een voordeelige han delsbalans wist te handhaven en in staat werd gesteld de rente van zijn zwaren schuldenlast te voldoen, slonk tot een mi nimum; en in jaren van gedeeltelijke oogst- miislukking, (het onafwendbaar risico van ieder landbouwbedrijf) moest zelfs broodko- ren worden ingevoerd. Zoo zag Stalin het land aan den rand van een tweede en thans onherroepelijk staats bankroet, tenzij met terzijdestelling van de halfslachtige N.E.P., een heel nieuwe koers werd ingeslagen. En er bleef hem geen andere keus, dan den export met alle macht te prikkelen en des noods te forceeren. Dit is zoo waar, dat als morgen aan den dag de Bolschewiki zouden worden verdre ven, de nieuwe Regeering zich voor hetzelf de probleem zou gesteld zien, dat in hoofd zaak niet anders op te lossen zou zijn dan door het herstel van een actieve handelsba lans. En daarom zou de oplossing, zij het met andere middelep, (beroep op buiten landsch crediet, stimuleering van het par ticulier initiatief) toch economisch dezelfde richting uitgaan: met name de bevordering van een overvloedigen graanuitvoer zou op geen regeeringsprogram kunnen noch mo gen ontbreken. Ziedaar dus de oorsprong, de historische lijn en het hoofdmotief van het vijfjaren plan Zijn doel en zijn kans van slagen zul len we nader bespreken in een slotartikel. Mr. L. S. Geen verlaging. De heer Braat had aan den Minister van Financiën gevraagd of deze reeds maatregelen nam om de salarissen hier te lande in overeen stemming te brengen met de algemeene conjunctuursdaling en de daaruit voort vloeiende daling van de prijzen der levens middelen. Minister de Geer antwoordt thans op deze vraag in ontkennenden zin. 1) Deze nauwverholen industrieele dwang, arbeid werd na Peter's dood weer afgeschaft. Maar op het platteland bleef de „hoorigheid" der boeren voortbestaan tot diep in de negen tiende eeuw. Eerst in 1862 maakte een decreet van Tsaar Alexander II een einde aan dezen menschonwaardigen toestand, die thans, zij het in eenigszins gewijzigden vorm, opnieuw is hersteld. INVOERRECHT HARING IN ROEMENIë Volgens een bericht, ingekomen bij de Ka mer van Koophandel en Fabrieken te Vlaar- d'ingen aal hij invoer van haring van elke grootte in Roemenië van toepassing zijn het recht van Lei 250 per 100 K.G., onverschillig het land van 'herkomst (Rusland uitgezonderd) zonder dat gelet zal worden op de bijzondere in het Roemeensch-Noorsche verdrag gestelde voorwaarde, dat de hoeveelheid niet grooter dan 60 stuks per 10 K.G. mag zijn. De Bond van Vrijwillige Verkeersinspec- tiën zal op den Verkeersdag van Zaterdag 6 Juni a.s. ook onder de jeugd propaganda ma ken, opdat de leuze „Veilig Verkeer" tot in de schoollokalen zal doordringen. Er wordt door den bond kosteloos een spe ciaal voor dit doel samengesteld verkeersge- schriftje ter beschikking van gemeente- en schoolbesturen gesteld om dit ter hand te stellen aan het onderwijzend personeel van de hoogste klassen der lagere school met ver zoek op 6 Juni of als op Zaterdag de school gesloten is, den daaraanvoorafgaanden dag aan de hand daarvan een en ander te vertel len of voor te lezen. Reeds zijn duizenden exemplaren voor dit doel aangevraagd. Voor het geval gemeente- of schoolbesturen een desbetreffend verzoek niet mochten hebben ontvangen, kunnen de ge- schriftjes nog worden aangevraagd bij den secretaris, den heer C. J. van Wijngaarden van Rees te Utrecht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5