JUNIMAAND - ROZEN- MAAND. JUNI-ROZEN. KALENDER VAN DE WEEK. DE NIEUWSTE PARASOL. MAATSCHAPPELIJK WERKEN. DINSDAG 2 JUNI 1931 MADEIRA-BLOESEM. OP REIS MOTTEN - VREUGD. NUTTIGE WENKEN. R. CORRESPONDENTIE. HET „VERSTELLEN" VAN KOUSEN. MODEPRAATJES. WITTE WRIJFtVAS. ROODE WRIJFWAS. ZWARTE WRIJFWAS. BRUINE WRIJFWAS. RECEPT VOOR LINOLEUMWAS. BEWAREN VAN WAS. Na Mei is de schoonste, de wonderlijkste, mooiste maand die van Juni. Zong niet de dichter: „Goddelijk zijn de Juni-nachten als 't stervend rood van d'avond en 't rozen ochtend-gloeien zachtkens in elkander vloeien." Nu, van die zalige nachten hebben wij in ons klimaat de laatste jaren niet veel last ge had, een paar hitte-golven„voil4 tout" hoor ik iemand flitsen. Ach ja, één onaangenaam mensch was er in de Haarlemmerhout, volgens Hildebrand, en, helaas, ht) heeft vele nakomelingen. Van die pessimisten zijn er altijd, een nood zakelijk kwaad, of misschien tegengif voor de al te groote optimisten. Er zijn ook menschen, die nu eenmaal, bij het eerste grassprietje al, beginnen te steige ren, die niet te houden zijn, als de beloften van de lente en daarna de vervulling van den zomer, hen in extase brengen. Dan is zoo'n rem wel goed noodig. Maar het is toch een groot geluk, dat er van die maniakken bestaan, die verheugd zijn met een paar mooie dagen, zoele avonden, zonover goten ochtenden, en die ook anderen weten te betrekken in hun enthousiasme. Zonder dit laatste is het leven toch zoo kil, zoo dor, zoo eentonig en zoo'n dagelijksche sleur van plichten en plichtjes; je telt alleen de narigheden en kruisjes, die tot 's menschen last behooren. „Een kruis van doornen is 's menschen lot, een kruis met rozen, een gave van God". En zoo zullen we in de Junimaand, de rozen- maand bij uitnemendheid, ons kruis met rozen versieren, dan voelen we de doorntjes wat minder. Juni is tevens de maand, of liever gezegd- vooral de maand van het H. Hart, van onzen besten en trouwsten Vriend. Het is de maand van het H. Hart, het H Hart dat blaakt en brandt van liefde 'en mede^ doogen voor ons arme, wriemelende aardkrul- pers, die toch zoo snakken naar wat liefde wat schoonheid. Helaas, wij begrijpen het dikwijls zoo ver keerd, en wij zoeken liefde en geluk, en grijpen onbedachtzaam als een kind, naar de zoetgeu- rende lokkende rozen, en bitter vlijmt de smart door ons heen, de doorn steekt ons in het vleesch en 't gedroomd geluk is wroeging en berouw. Maar daar willen wij nu niet bij stil staan, laten wij liever denken aan het goede, het schoone, dat ook voor ons in de Juni-maand is: de weelde van den rozenbloei. Laten wij ze toch plukken of koopen, ze brengen, daar waar 'n Harte van louter liefde klopt. Hozen, roods, purperen rozen, die diep don kere als met kwistig vergoten hartebloed be- spienkeld, dat zijn de bloemen die wij kiezen, voor het H. Hart, dat ons zoozeer bemind heeft. t Zijn vooral de vrouwen met heur krach tige ziel en heur daadwerkelijke liefde, die de purperen rozen zullen offeren, het zijn de jonge meisjes, de schoonste rozen in den aardschen hof, wier jonge liefdeknoppen mogen opengaan en bloeien in de schaduw van een Hart, dat enkel liefde ademt. Iemand een bloem en zeker een roos aan bieden, is een stille, welbegrepen hulde. Bieden wij die hulde, de roos onzer onver gankelijke liefde, zb iedere knop als een goed voornemen, iedere frisch ontloken roze een goede daad, een daad van offerzin, van ver knochtheid, van vereering. Gaan wij zoo de Juni-maand in, gelukkig en verheugd om de schatten, ons omgeven waar God Zelve zorgt, dat wij in Zijne natuur, de schoonste, de lieflijkste symbolen in overvloed kunnen zamelen om ze Hem terug te schenken. HELLENEN. Hoe staan ze te pralen, te blozen, de vorstlijlce geurige rozen, vorstinnen in Flora's gebied, wat bloemen ook pronken en stralen, in kleuren en geur aller talen, Heur schoonheid betwisten ze niet. Soms:blank als koelsneeuwige vlokken mogen zij nooden en lokken, ons boeien in dankend ontzag in purper, verterenden toover, robijnen, in 't teergroene loover, de Roze, „vorstin van één dag" Beschouwt ze in al heure weelde, verfijnd als de Schepper ze teelde en spaart ze, ach weest niet te wreed, kneus niet 't fluweel heurer blaren en breek niet den stengel bij 't garen, besmeur niet het koninklijk kleed Bedenk: haar zijn doornen gegeven tot wapen, als schild in t leven, om ruivheid, besmetting, geweld, te weren of pijnlijk te wreken, die t bloed langs de handen doen leken van al, wie Heur Eer niet en telt HELLENEN. Dé Madeirabloesem is niet genoemd naar het bekende eiland, is ook geen botanisch wonder, doch een modenouveauté. Men maakt n.l. den laatsten tijd meer en meer gebruik van liet opnieuw op den voorgrond tredende z.g. madei ra borduurwerk. DINSDAG 2 JUNI 1931. Het is al een zeer boos mensch die weldaden weet te 'ontvangen, maar niet te vergelden. WOENSDAG, 3 JUNI 1931. Het leven is voor eenigen een luidruchtigen roman, voor de meesten echter een bescheiden novelle. Bloemen als de hier weergegevene, die in hoofdzaak voor eenvoudige wande-lkleeding en trottercostumes bestemd zijn, worden uit wasch. zijde of zijden piqué in witte of zachte pastel tinten vervaardigd. Elk blad van deze gestyleerde bloesem heeft in 't midden een opening, zoodat de stof van het kleedingstuk, waarop deze garneering gedragen wordt, steeds als „fond" dienst doet. De Madeira bloesem kan men bij eenige han digheid gemakkelijk zelf maken. R. Een bootreisje is heerlijk. Maar men moet, om prettig te profiteeren, over een goede en juist gekozen garderobe beschikken. Deze behoeft niet duur te zijn: het is slechts zaak te weten, hoe men ze samenstelt. Allereerst moet men er aan denken, dat zelfs op dagen van den prachtigste» zonneschijn dikwijls een koele bries waait. Een goede man. tel komt dus steeds van pas. De drie kwarts paletots, welke de mode brengt, gemaakt uit wollig materiaal in donkere tinten, als rood en kobaltblauw, leenen zich voor dit doel uitstekend. Vooral ook omdat ze over ieder costuum gedragen kunnen worden en steeds elegant kleeden (2e fig.). Voorts is voor de bootreis een gebloemd wasch-zijden robe aanbevelenswaardig. Ze is niet slechts practisch en decoratief, maar heeft ook dit voor, dat men bij het aan land gaan niet. van kleeding behoeft te wisselen. Ha, daar beginnen ze weer te komen, de lieve gezellige „beige fanée'' diertjes, volgens een elegant Frangaisetje. Brrr. griezelig toch, ze zijn zoo simpel, zoo dood zien ze er uit, net mummies van vliegen. Ze voelen zoo onwezenlijk aan... Brrr... En je doet een kast open en ineens fladdert er een in je gezicht, en dan is 't jagen en grij pen en vliegen om het vezelig monster te dooden. Waar wij misschien al een groote massa win- tergoed, pelswerk enz. in kisten en koffers heb ben opgeborgen, goed verzorgd met napihta- line of kamferballen, krantenpapier, is er niet zooveel kans meer dat de lugubere wezens onze garderobe bederven. Vooral de diverse tochtdekens in den huize moeten niet vergeten worden. Dan gaan we nog eens heel serieus gewapend met de een of andere spuit als Flitt en derge lijke het hui-s rond. Iedere kast een kleine inwijding, vooral in de hoeken tegen 't plafond op den grond, tegen de binnenzijde der deur, een sproei van dat ,h,heerlijk?" aroma en, als dan na eenigen tijd de kast wordt gedaan, kunnen wij eventueele lijkjes zamelen. Een licht jersey japonnetje, liefs-t genuan ceerd, zoodat -het i later nog goede diensten kan bewijzen, mag niet ontbreken. Het staat steeds leuk, kan, als men het uit den koffer heeft genomen, terstond gedragen worden en kreukt niet, zelfs al heeft men het urenlang in den ligstoel aangehad. Heel veel gebruikt worden ook de gebreide boordjasjes, met allerlei aardige gestreepte des sins. Ze kunnen met iederen witten of donkeren rok gecombineerd worden. Een paar veelkleurige Pullmanmutsen maken de uitrusting af. Natuurlijk mag de avondkleeding niet ver waarloosd worden, vooral niet, omdat zij aan boord een gewichtige rol verwult. Daartoe leent zich uitstekend een complet van bont-bedrukt chiffon. Dit soort stof toch behoort tot de meest decoratieve en maakt bijzondere garneering niet noodig. Door enkele smalle randjes pels krijgt zoo'n toilet al reeds een bijzondere aan trekkelijkheid. R. Dood aan ieder ander gedierte, dat des avonds zich in den lichtkrans der lamp durft te wagen. Dood en ver-derf aan ieder exemplaar, dat zich genoeglijk nestelt in de plooien van gor dijnen die met die lange lichte avonden, wel eens niet gesloten worden. Hoog spel, Mevrouwtje laat niets met rust, motten beminnen de ongestoorde stilte, hoe meer ge Uw gordijnen open en dicht trekt, hoe meer ge in een kast komt, des te geringer is de kans op de fatale invasie dezer verderfe lijke wezens. En garde s.v.p. HUISMOEDER. Wanneer gij verkouden zljt, neem U dan (n acht, zoodat gij deze lastige kwaal niet op anderen overb/ngt. Bedenk, dat zij gevaar lijk kan worden en dit altijd Is voor jo:«se kinderen en ouden van dagen. Hoest en nies niet ln het rond, maar houd den zakdoek voor neus en mond en wanpeer gij het onverwacht moet doen, de linkerhand. Wasch uw handen dikwijls. GEZONDHEIDSRAAD. DONDERDAG 4 JUNI 1^1. De waarde in hetgeen men geeft, zit niet in WAT men geeft, maar HOE men geeft. VRIJDAG, 5 JUNI 1931. Een welbestede dag, geeft een zo-eten slaap, een welbesteed leven, een zachten dood. ZATERDAG 5 JUNI 1931. Nadenken ls een vruchtbaren bodem die ons rijkelijk beloont voor de moeite aan zijn be- boqwing besteed. ZONDAG 7 JUNI 1931. Het zwaarste valt het leven aan diegenen, wien het aanvankelijk te licht werd gemaakt. MAANDAG 8 JUNI 1931. Een ideaal is niet een DROOMbeeld maar een DENKbeeld. De weder in de mode komende zonnesoher. men worden, naar den trant van den Bie dermeiertijd, die, zij het slechts ln details, nog steeds invloed blijft uitoefenen, onder ste boven gedragen. De nieuwe zonnescher men toch hebben geen handgreep, doch een tot een handvat uitgewerkten knop op de plaats van de punt van den stok, zoo-dat zij, in dicht gevouwen toestand, met de smalle zijde naar boven, doch met de op-ning naar beneden worde gedragen. Als het scherm geopend is, komt van boven de decoratieve knop te zien: een handgreep ontbreekt dus feitelijk zoodra men van de parasol profiteert. Denkt erom nooit uw planten in den tuin te begieten, wanneer de zon erop schijnt. Het vocht verdampt te snel en de bloemen ver schroeien. Zoo ook met ruiten wasschen. Doe ook dit niet wanneer de zon erop schijnt, dit geeft kringen en vlekken. Verfplekken op ruiten verwijdert men met zachte zeep en late deze er een uurtje opzitten en s-poele ze daarn-a af met schoon water. Co- cosmatten in keukens hebben zoo gauw een jusvlek of er wordt thee- koffie of mayonnaise gemorst. Een sterke zoutoplossing ls zeer geschikt om de cocos mede te -borstelen. Een weinig Am moniak in een emmer water voor het nabor- stelen haalt de kleuren frlsöh op. HUISMOEDER De nieuwste modellen parasols worden zoo veel mogelijk met het costuum in overeenstem ming gebracht. Daartoe vervaardigt men ze vaak uit dezelfde stof. A-bonné W.' R. te Breda vraagt hoe vet vlekken te verwijderen zijn uit een bruin crêpe de Chine japon. Voor het verwijderen dezer vetvlekken kan men verschillend® methodes aanwenden. B.v. men bestrooit de plek met gewone talk z.g. kindertjes poeder, zelfs Vas-enol komt in aan merking. Laat deze poeder er een tijdje opzitten stuift ze dan weg en bestrooit de vlek net zoo dik wijls tot alles verdwenen is. Een vlugger me thode is een vloeipapier op de plek leggen, ex- met een warm strijkijzer overheen gaan. Dan smelt het vet en trekt in -het papier. Telkens een andere plek van het papier nemen tot alles er uit is. Zoo deze eenvoudige middelen niet helpen, kunt u 't met een lauw lux-sopje probeeren en in 't ergste geval bij de een of andere groote inrichting laten ontvlekkeh. Niet stoomen, al leen ontvlekken met vermelding waardoor de vlek ontstaan is. Probeert U echter eerst de beide eerste middelen. HUISMOEDER Menige -huisvrouw zal wel eens een zuchtje geslaakt hebben, wanneer de kinderen met een flink gat op de knie van de kous thuis kwamen. Alweer een paar kousen naar de maan! Want zoo'n groote stop is dan toch minder mooi. Gelukkig is daar een betere methode voor, n 1 een stukje inzetten, waardoor de kous bijna on zichtbaar hersteld wordt. Wanneer men zoo te werk wilt gaan, moet er eerst rekening ge houden worden met het weefsel: is de steek goed zichtbaar, dan wordt het stukje erin .e- maasd, anders erin gezoomd. Zijn we in het bezit van een oude kous van dezelfde kleur als de gehavende, dan wordt die er voor ver knipt (voortaan de oude kousen maar niet te vlug wegdoen!) Hebben we die niet dan wordt een stukje uit het boord van de te behande-len kous geknipt, wat door een willekeurig stukje kan worden vervangen. Het gat wordt van onderen en boven recht bijgeknipt, zoodat we een rij steken hebben, ook de zijkanten worden recht afgeknipt. Vervol gens worden aan de 4 hoeken nog enkele ste ken uitgehaald: dit stuk zal de naad vormen. Het stukje wat er in gezet wordt, moet twee naden breeder zijn dan het gat in de kous. De onderkant wordt er aan gemaasd en aan één zij kant aangenaaid. Het stukje kan nu van boven op maat gemaakt worden, en daar aangenaaid worden. Tenslotte wordt de amiere zijkant vastgenaaid. Aan de achterkant moeten de na den nu nog afgewerkt worden met een flanel steek. TANTE TOET. ONS DAGELIJKSCH BROOD Ia het Broodbeeluit is o.m. bepaald, dat de bereiding, verpakking, bewaring, behande ling en het vervoer van brood uitsluitend mogen geschieden op zindelijke wijze, niet mogen plaats hebben door personen, die lijden aan zweren, etterende wonden of huidziekten aan het hoofd, aan de handen en (of) armen, voor zoover deze personen met deeg of brood ln aanraking komen. Bij vervoer van brood op den openbaren weg moet het brood op deugdelijke wijze beveiligd 4a tegen stof, vuil en insecten. - <ya^r>TJT)TTWTngCT a an Doet het niet vreemd aan, wanneer Katho lieken aan de vrouw, óók de gehuwde, vooral de gehuwde vrouw uit den z.g.n. gegoeden stand, en überhaupt de ontwikkelde onder haar, een plein-pouvoir willen geven om ófwel buitenshuis, ofwel vóór buitenhuis te werken en te leven? Zij, die hier de bespreking van dit gewich tige onderdeel van het vrouwenvraagstuk en maatschappelijken arbeid verlangen, gelieven echter te bedenken, dat èlk punt in een men- schenbestaan kan bekeken van haast evenveel kanten als er menschenoogen op aarde zijn. Dit is geen overbodige opmerking tevoren, ge zien drie Katholieke dames er alle drie op gehéél verschillende manier over schijnen te oordeelen, twee gehuwden, één ongehuwde. Deze laatste vond de zaak zelfs zoo belangrijk, dat ze den moed vond bijna de halve, nu wel algemeen bekende enquête over te pennen, een enquête, die vaak geheel verkeerd wordt ge bruikt, soms totaal wordt afgebroken, dan weer als juist aanvaard, enz. Dus ook al naar aller lei inzicht. Wanneer u er dus anders over denkt dan onderstaandsans rancune! Als inleiding: Er was eensOok het vol gende begint daarmee, doch is geenszins een verhaaltje. Het is pure waarheid. Er was een poos geleden eens een meisje van dién leeftijd, die alles en allen, óók daden en leefwijze van eigen ouders kritiseerde. Moeder stierf en het kind bleek, gezien haar schrijven, totaal troos teloos, Toch sloot ze dat briefje heel poëtisch, zoo poëtisch als een meisje van dién leeftijd dit doet. Ze sloot met het lied van het be kende zwerverskind: Schmucklos elnfag war der Sarg, Der mein Liebstes in sich barg. Blumen kont' lch ihr nur geben, Ihr, die mir geschenkt des Laben. Zij kon de moeder slechts een hand bloemen meegeven ln het graf, geen enkel gebed, want vooraf vertelde ze met enkele zinnen, dat moe der haar wel had „laten" leeren om te bidden, maar nu ze andere geloovige lui begon te be- oordeelen, kon ze niet zeggen, „dat het laten leeren de juiste weg Is geweest om ons, kin deren, ervan te overtuigen, dat ook moeder-zèlf wérkelijk bad. Laat ik duidelijker zijn: Dat moeder-zelf geloofde en leefde naar wat haar mond söms wel eens, 41s ze tijd voor ons had, met ons meebad". Nog steeds is dat meisje aan het woord: „Als Ja dat dan merkt, ga je twijfelen. Is Rid den maar conventie? Het wordt van juf en je ouders van je verlangd en je blijft zoo'n beetje kerkgaan, enz., maar, of je hart er deel aan heeft? Wanneer het allemaal waar is, wal moeder ons door juf „liet leeren en als ik 't nu verkeerd Inzie, dan mag mijn overleden schat (het is een kind op dweepsters-leeftijd dat hier spreekt) het me toch niet kwalijk nemen, dat ik haar nu niets anders (en wel licht beters) meer kan geven dan wat bloemen. Werkelijk, ik hield veel van moeder en be wonder het vele goede, wat ze buitenshuis tot stand bracht", enz Hier, lezeressen, weet u meteen, wéér de fout schuilt, wellicht de grootste fout, die deze overledene gedurende haar leven kón maken. Buitenshuis werken, ofwel thuis werken vóór buitenshuls, met als bijna noodzakelijk gevolg de verwaarloozing van hen, voor wie ze feite lijk verplicht was te leven. Wij, Katholieken, zullen het allen eens zijn, dat het sociale vraagstuk van onze dagen soms söms bij uitzonderinghet werk van een gehuwde vrouw opeisclit. Hier is vooral bedoeld de gehuwde uit vooraanstaand milieu. Ofwel b.v. een genie (niet wat daar voor door de massa soms ten onrechte wordt gehouden) en dan blijft het nog steeds de vraag, of zoo'n gehuwd genie niet allereerst 41 41haar plichten voor eigen gezin moet vervullen, èn of d4t wel absoluut kin saamgaan met haar arbeid buitenshuis of vóór buitens huls. Dit vooral zoolang haar kinderen niet volwassen zijn. Ook zijn er uitzonderingen als: de huis vader ziek, langdurig bedlegerig, de armoede zou hun woning betreden, 41s moeder, b.v. een gewezen onderwijzeres, boekhoudster, enz. niet haar vroegeren werkkring hervatte. Ieder zal zóó'n huisvrouw zelfs prijzen, wanneer zij bij al haar zorgen en plichten tusschen eigen muren ook nog beproeft elders het brood voor de haren te verdienen. En zoo kan men meer gevallen opsommen. Maar is het niet héél wijs, dat christelijk begrip van: vóór alles de gehuwde vrouw in haar gezin? Waar ze werk genoeg te doen vindt. Ook wel zij, die voor allerlei over vol doende hulp beschikt. Of juist zij. In een gezin met véél dienstbaren is immers vanzelf het meeste opzicht noodig. De positie in de wereld van dergelijke lui brengt dit reeds mee, laat staan van de verhoudingen tusschen personeel onderling en tegenover de kinderen des huizes. Daarbij komt, dat het woord bijverdienen of noodzaak voor een dergelijke gehuwde nimmer tot excuus hoeft aangevoerd. Integendeel. De charitas beoefenen zij haar deel buitens huis. En deze charitas verbiedt haar zelfs anderen, die wèl noodzaak tot broodverdienen kennen, dat brood voor den neus wèg te kapen. De charitas kan zoo'n gehuwde enkele uren opeischen, maar d4t, mits gehouden in de juiste maat, gaat zelfs bést saam met opvoeden en andere huisvrouwelijke plichten. En toch in het buitenland zijn het juist eenige van deze categorie gehuwden, die haar Invloed doen gelden om niet den heelen, maar den halven werkdag buitenshuls populair te maken. Een vooraanstaand auteur zegt er zeer terecht van: Waarvoor doen zij dat feitelijk? Om nóg ruimer speldegeld of centen voor pleiziertjes te hebben, terwijl honderden önge- huwden haken naar alleen maar het nood zakelijkste te verwerven? Zal die in Frankrijk wat opgang makende halve-werkdag-buitenshuis ook hier voorstand sters krijgen onder de gehuwden? Vooral bij d# gehuwde vrouw in den burgerstand? In Frankrijk verschilt men van meening als: Het beste voor zoo iemand is om in de morgen uren van huis te gaan. Neen, de middaguren zegt een ander. En het beste juist is: MORGEN- NOCH MIDDAGUREN. Kies de beste condities voor zoo'n geval: Dat moeder 's morgens voor haar vertrek nog het opstaan, kerkgaan of ochtendgebed, ook het dejeuner en den aftocht naar school, kantoor, enz. van het gezin kan leiden, zeg dat huis- en slaapkamers gerust kunnen wachten tot n4 den middag (bedoeld wordt het reinigen daarvan) en dat mevrouw voor het heengaan nog de lunch kan klaar zetten. Neem zelfs aan, dat zij voor d4t tafeluur weer het eerst kan terug wezen, zoodat de kinderen nooit zonder haar toezicht thuis zijn (kan dit alles in werkelijkheid ooit?) Zeg,- dat een vrouw sterk genoeg is om zoo'n slavenleven vol te houden, want nu moet n4 den middag 411es gedaan, Alles, 411es thuis. Doch zal die afge sloofde huismoeder den moed vinden om hij 41 dezen arbeid (van ook buitenshuis) zich n4 sohooltijd nog zooveel met haar man èn spruiten te bemoeien, als men redelijker wijs van een goede moeder moet, kan, mag ver wachten? Een Belgische vraagt bedachtzaam: Zou het wellicht beter zijn in de middaguren van huis te gaan, voor bijverdienen? In de middaguren gaat men Immers ook wandelen, enz. Maar, mevrouw, zou een patroon tevreden kunnen zijn en blijven over den arbeid van een vrouw, die 's morgens eerst vliegensvlug thuis 41 haar bezigheden, óók het koken, de boodschappen, enz. heeft afgedraafd? De sterkste onder ons zou op den duur zóó geen accuraat werk kunnen leveren. Wandelen en shopping voor pleizier is wat anders dan waar4chtig werken. En zou, zoolang de kinderen klein zijn, wel één moeder verantwoord zijn (de uitzonderin gen daar gelaten) met zoo eiken dag weer er een bepaalden tijd uit te trekken? En: de vrouw in blijde verwachting? Zou 'n patroon haar maar zoo en zoo lang moeten laten ver vangen? O, de arbeidsverzakering Ze lijkt sommigen dè uitkomst. Ach arme. Men zou er de gehuwde natuurlijk niet van kunnen uitsluiten. Doch wat zou zij zeggen, als men die verzekeringssom mêt den halven werkdag ook tot de helft reduceert, b.v, voor haai-, die in gezegenden staat verkeert? Heeft ze d4n niet juist dubbel behoefte aan een ruime uitkeering? Of zal men in een dergelijk geval den patroon, den werkgever willen laten bijspringen? Dat is immers onzin, dan neemt MJ liever öngehuwde krachten, die er overvloedig rond- loopen. Een andere, die schrijft over dit alles, wat betreft het meer intellectueels terrein: Al hebben jonggetrouwde vrouwtjes en dames- zöndei'-kinderen veel zoogenaamd vrijen tijd, zelfs al bezitten ze nog wat de eerste schrijf ster noemt „une femme de ménage" en kunnen ze haar intellectueelen arbeid in haar eigen kamer afdoen,..,. van haar kan gezegd, wat na een van de eerste artikelen een jonge- dame opwierp: Zij genieten wat de midden stand heel typeerend noemt mansverdiensten, terwijl veel öngehuwden, voor wie het heilig móéten geldt, dien arbeid éven goed op éigen kamers zouden kunnen verrichten èn erdoor geholpen zouden zijn. Soms zelfs ge holpen uit een zéér benarde positie. Deze jongedame was een burgemeesters dochter, moest een sukkelende moeder ver plegen, jongere zusjes moesten nog studeeren.... en dan rónd komen van een pensioentje, dat na moeder's dood zelfs ophoudt. Is het won der dat dit zéér ontwikkelde meisje boven staand te berde bracht? Hopelijk is ze thans geholpen, juist door iemand, die voor haar uit den weg is gegaan, een héél nobele daad in dezen. Want ook dit ..pijnlijke" deel is toch een deel van het sociale probleem op vrouwelijk terrein, de gehuwden zullen dat erkennen. Om dit alles zouden bedoelde getrouwde dames met zooveel vrijen tijd dus ook niet beter zijn gerangschikt onder haar, die vooral de charitas moeten, kunnen dienen, in dién vrijen tijd, en dan b.v. op intellectueel gebiedt Haar verlangens naar dien arbeid worden aldus tóch bevredigd iets, het zij spontaan erkend, wat altijd zoekt om bevredigd te worden. Grönniger Molleboawne, 't is hier geenszins een Weet-u-ook-rubriekje toevallig kan ik je van antwoord dienen bedoelde persoon is niet verbonden aan de Koninklijke Bibliotheek, maar aan de particuliere bibliotheek van het Koninklijk huis, wat heel iets anders is. MARIE KOOPMANS. P a r ij s, 26 Mei 1931. Bedrukte mousselines en bedrukt crêpes vie ren in deze zomermaanden volop hoogtij, de eerste voor de meer elegante robes voor den namiddag en 's avonds, de tweede voor de petite-robe, bestemd voor de ochtenduren en in. het algemeen voor allerlei practisch gebruik. De gedrukte motieven op de mo-usselines en de georgette-de-so4e zijn bij voorkeur groote composities, teekenin- gen van bloemen en bladen met talrijke ef fecten van zwart en wit en ook samenstellingen van drie kleuren op een wit fond. De zachte pas. teltintem zijn ln dit genre eveneens erg ge wild. Voor de crêpes geeft men over het algemeen voorkeur aan kleinel motieven, eenvoudig van teekendng en sober van tint: heel kleine bloempjes, of miniscule geometrische dessins, die het effect soms ■welikeia van tweed of wol. Ook moesjes, pas tilles en puntjes blijven in dit genre graag toe gepaste motievenmen vormt er dikwijls des sins van bloempjes me de In één enkele tint op een fond van eeu andere kleur. Vermelding verdienen dan ook nog Schotsche stoffen in zeer gevarieerde tinten, speciaal ech ter in een kamee-effect; schreeuwende contras ten worden zooveel mogelijk vermeden. De bedrukte stoffen warden vaak met effen stoffen gegarneerddit is dan over het alge meen de eenige garneering, die men toepast, speciaal bij de modellen in het praclisehe, een voudige genre. Een voorbeeld hiervan vindj men in het hier. naast weergegeven model. De petite-robe is uitgevoerd in bedrukt crêpe-de-cbine beige en kastanje. Ze is aan den hals gegarneerd met effen beige crêpe-de-chine, waarvan ook de kleine paramenten gemaakt zijn. De ceintuur is van beige leer. Smelt 100 gram witte geschraapte bijenwas of 50 gram ceresine in een geëmailleerd pan netje. Neem dan de pan van het vuur en voeg er 2% d.L. witte terpentijn hij. Het bijvoegen mag niet gebeuren zoolang de pan in de na bijheid van vuur is, zijnde zeer gevaarlijk, hij tocht bijv. De terpentijn kan best even later bijgevoegd worden, als de was zoo goed als koud is. Wordt er echter bijenwas gebruikt, dan kan de terpentijn, bij de ingesmolten was gestort worden, daar deze er in oplost bij ge wone kamertemperatuur. Neem inplaats van witte, roode terpentijn, en in plaats van witte, gele geschraapte was. Is de was niet drood genoeg, doe er een paar korreltjes wasrood bij, die men bij eiken dro gist verkrijgen kan. Maak witte wrijfwas en meng er wat zwart sel door, en d.L. meer terpentijn, anders wordt de was te dik. Maak deze als witte wrijfwas, maar neem gele, geschaafde was, en kleur deze met brui ne, okergele, notenbruine, eiken of notenbeits. Kook lVs d.L. water met 100 gram potasch en 50 gram talk en voeg daarbij 200 gram gele of witte was. Gebruik vooral zuivere bijenwas. Laat dit alles nog ongeveer 5 a 10 minuten koken. Pas bijzxmder op voor overkoken; voeg er een flesch terpentijn bij. Roer het voor ge bruik altijd zeer goed om. Berg was in goed gesloten potjes, bijv. Jam potjes met schroefdeksel, weg, anders ver dampt de terpentijn en wordt de was dik en droog. Hoe kleiner potjes hoe beter. Is de was toch dik geworden, meng ze dan met wat terpentijn. Maak was nooit week op het vuur, doch zet ze in een hakje met warm water. Altijd zeer voorzichtig b|j het bereiden van was omgaan. HUISMOEDER.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6