JUNIMAAND - ROZEN-
MAAND.
JUNI-ROZEN.
KALENDER VAN DE
WEEK.
DE NIEUWSTE
PARASOL.
MAATSCHAPPELIJK
WERKEN.
DINSDAG 2 JUNI 1931
MADEIRA-BLOESEM.
OP REIS
MOTTEN - VREUGD.
NUTTIGE WENKEN.
R.
CORRESPONDENTIE.
HET „VERSTELLEN" VAN
KOUSEN.
MODEPRAATJES.
WITTE WRIJFtVAS.
ROODE WRIJFWAS.
ZWARTE WRIJFWAS.
BRUINE WRIJFWAS.
RECEPT VOOR LINOLEUMWAS.
BEWAREN VAN WAS.
Na Mei is de schoonste, de wonderlijkste,
mooiste maand die van Juni.
Zong niet de dichter:
„Goddelijk zijn de Juni-nachten
als 't stervend rood van d'avond
en 't rozen ochtend-gloeien
zachtkens in elkander vloeien."
Nu, van die zalige nachten hebben wij in
ons klimaat de laatste jaren niet veel last ge
had, een paar hitte-golven„voil4 tout"
hoor ik iemand flitsen.
Ach ja, één onaangenaam mensch was er in
de Haarlemmerhout, volgens Hildebrand, en,
helaas, ht) heeft vele nakomelingen.
Van die pessimisten zijn er altijd, een nood
zakelijk kwaad, of misschien tegengif voor de
al te groote optimisten.
Er zijn ook menschen, die nu eenmaal, bij
het eerste grassprietje al, beginnen te steige
ren, die niet te houden zijn, als de beloften
van de lente en daarna de vervulling van den
zomer, hen in extase brengen.
Dan is zoo'n rem wel goed noodig.
Maar het is toch een groot geluk, dat er van
die maniakken bestaan, die verheugd zijn met
een paar mooie dagen, zoele avonden, zonover
goten ochtenden, en die ook anderen weten te
betrekken in hun enthousiasme.
Zonder dit laatste is het leven toch zoo kil,
zoo dor, zoo eentonig en zoo'n dagelijksche
sleur van plichten en plichtjes; je telt alleen
de narigheden en kruisjes, die tot 's menschen
last behooren.
„Een kruis van doornen is 's menschen lot,
een kruis met rozen, een gave van God".
En zoo zullen we in de Junimaand, de rozen-
maand bij uitnemendheid, ons kruis met rozen
versieren, dan voelen we de doorntjes wat
minder.
Juni is tevens de maand, of liever gezegd-
vooral de maand van het H. Hart, van onzen
besten en trouwsten Vriend.
Het is de maand van het H. Hart, het H
Hart dat blaakt en brandt van liefde 'en mede^
doogen voor ons arme, wriemelende aardkrul-
pers, die toch zoo snakken naar wat liefde
wat schoonheid.
Helaas, wij begrijpen het dikwijls zoo ver
keerd, en wij zoeken liefde en geluk, en grijpen
onbedachtzaam als een kind, naar de zoetgeu-
rende lokkende rozen, en bitter vlijmt de smart
door ons heen, de doorn steekt ons in het
vleesch en 't gedroomd geluk is wroeging en
berouw.
Maar daar willen wij nu niet bij stil staan,
laten wij liever denken aan het goede, het
schoone, dat ook voor ons in de Juni-maand is:
de weelde van den rozenbloei.
Laten wij ze toch plukken of koopen, ze
brengen, daar waar 'n Harte van louter liefde
klopt.
Hozen, roods, purperen rozen, die diep don
kere als met kwistig vergoten hartebloed be-
spienkeld, dat zijn de bloemen die wij kiezen,
voor het H. Hart, dat ons zoozeer bemind heeft.
t Zijn vooral de vrouwen met heur krach
tige ziel en heur daadwerkelijke liefde, die de
purperen rozen zullen offeren, het zijn de jonge
meisjes, de schoonste rozen in den aardschen
hof, wier jonge liefdeknoppen mogen opengaan
en bloeien in de schaduw van een Hart, dat
enkel liefde ademt.
Iemand een bloem en zeker een roos aan
bieden, is een stille, welbegrepen hulde.
Bieden wij die hulde, de roos onzer onver
gankelijke liefde, zb iedere knop als een goed
voornemen, iedere frisch ontloken roze een
goede daad, een daad van offerzin, van ver
knochtheid, van vereering.
Gaan wij zoo de Juni-maand in, gelukkig en
verheugd om de schatten, ons omgeven waar
God Zelve zorgt, dat wij in Zijne natuur, de
schoonste, de lieflijkste symbolen in overvloed
kunnen zamelen om ze Hem terug te schenken.
HELLENEN.
Hoe staan ze te pralen, te blozen,
de vorstlijlce geurige rozen,
vorstinnen in Flora's gebied,
wat bloemen ook pronken en stralen,
in kleuren en geur aller talen,
Heur schoonheid betwisten ze niet.
Soms:blank als koelsneeuwige vlokken
mogen zij nooden en lokken,
ons boeien in dankend ontzag
in purper, verterenden toover,
robijnen, in 't teergroene loover,
de Roze, „vorstin van één dag"
Beschouwt ze in al heure weelde,
verfijnd als de Schepper ze teelde
en spaart ze, ach weest niet te wreed,
kneus niet 't fluweel heurer blaren
en breek niet den stengel bij 't garen,
besmeur niet het koninklijk kleed
Bedenk: haar zijn doornen gegeven
tot wapen, als schild in t leven,
om ruivheid, besmetting, geweld,
te weren of pijnlijk te wreken,
die t bloed langs de handen doen leken
van al, wie Heur Eer niet en telt
HELLENEN.
Dé Madeirabloesem is niet genoemd naar het
bekende eiland, is ook geen botanisch wonder,
doch een modenouveauté. Men maakt n.l. den
laatsten tijd meer en meer gebruik van liet
opnieuw op den voorgrond tredende z.g. madei
ra borduurwerk.
DINSDAG 2 JUNI 1931.
Het is al een zeer boos mensch die weldaden
weet te 'ontvangen, maar niet te vergelden.
WOENSDAG, 3 JUNI 1931.
Het leven is voor eenigen een luidruchtigen
roman, voor de meesten echter een bescheiden
novelle.
Bloemen als de hier weergegevene, die in
hoofdzaak voor eenvoudige wande-lkleeding en
trottercostumes bestemd zijn, worden uit wasch.
zijde of zijden piqué in witte of zachte pastel
tinten vervaardigd.
Elk blad van deze gestyleerde bloesem heeft
in 't midden een opening, zoodat de stof van het
kleedingstuk, waarop deze garneering gedragen
wordt, steeds als „fond" dienst doet.
De Madeira bloesem kan men bij eenige han
digheid gemakkelijk zelf maken.
R.
Een bootreisje is heerlijk. Maar men moet,
om prettig te profiteeren, over een goede en
juist gekozen garderobe beschikken.
Deze behoeft niet duur te zijn: het is slechts
zaak te weten, hoe men ze samenstelt.
Allereerst moet men er aan denken, dat
zelfs op dagen van den prachtigste» zonneschijn
dikwijls een koele bries waait. Een goede man.
tel komt dus steeds van pas.
De drie kwarts paletots, welke de mode
brengt, gemaakt uit wollig materiaal in donkere
tinten, als rood en kobaltblauw, leenen zich
voor dit doel uitstekend. Vooral ook omdat ze
over ieder costuum gedragen kunnen worden
en steeds elegant kleeden (2e fig.).
Voorts is voor de bootreis een gebloemd
wasch-zijden robe aanbevelenswaardig. Ze is
niet slechts practisch en decoratief, maar heeft
ook dit voor, dat men bij het aan land gaan niet.
van kleeding behoeft te wisselen.
Ha, daar beginnen ze weer te komen, de
lieve gezellige „beige fanée'' diertjes, volgens
een elegant Frangaisetje.
Brrr. griezelig toch, ze zijn zoo simpel, zoo
dood zien ze er uit, net mummies van vliegen.
Ze voelen zoo onwezenlijk aan... Brrr...
En je doet een kast open en ineens fladdert
er een in je gezicht, en dan is 't jagen en grij
pen en vliegen om het vezelig monster te
dooden.
Waar wij misschien al een groote massa win-
tergoed, pelswerk enz. in kisten en koffers heb
ben opgeborgen, goed verzorgd met napihta-
line of kamferballen, krantenpapier, is er niet
zooveel kans meer dat de lugubere wezens onze
garderobe bederven.
Vooral de diverse tochtdekens in den huize
moeten niet vergeten worden.
Dan gaan we nog eens heel serieus gewapend
met de een of andere spuit als Flitt en derge
lijke het hui-s rond.
Iedere kast een kleine inwijding, vooral in
de hoeken tegen 't plafond op den grond, tegen
de binnenzijde der deur, een sproei van dat
,h,heerlijk?" aroma en, als dan na eenigen tijd
de kast wordt gedaan, kunnen wij eventueele
lijkjes zamelen.
Een licht jersey japonnetje, liefs-t genuan
ceerd, zoodat -het i later nog goede diensten
kan bewijzen, mag niet ontbreken.
Het staat steeds leuk, kan, als men het uit
den koffer heeft genomen, terstond gedragen
worden en kreukt niet, zelfs al heeft men het
urenlang in den ligstoel aangehad.
Heel veel gebruikt worden ook de gebreide
boordjasjes, met allerlei aardige gestreepte des
sins. Ze kunnen met iederen witten of donkeren
rok gecombineerd worden.
Een paar veelkleurige Pullmanmutsen maken
de uitrusting af.
Natuurlijk mag de avondkleeding niet ver
waarloosd worden, vooral niet, omdat zij aan
boord een gewichtige rol verwult. Daartoe leent
zich uitstekend een complet van bont-bedrukt
chiffon. Dit soort stof toch behoort tot de meest
decoratieve en maakt bijzondere garneering
niet noodig. Door enkele smalle randjes pels
krijgt zoo'n toilet al reeds een bijzondere aan
trekkelijkheid. R.
Dood aan ieder ander gedierte, dat des
avonds zich in den lichtkrans der lamp durft
te wagen.
Dood en ver-derf aan ieder exemplaar, dat
zich genoeglijk nestelt in de plooien van gor
dijnen die met die lange lichte avonden, wel
eens niet gesloten worden.
Hoog spel, Mevrouwtje laat niets met rust,
motten beminnen de ongestoorde stilte, hoe
meer ge Uw gordijnen open en dicht trekt, hoe
meer ge in een kast komt, des te geringer is
de kans op de fatale invasie dezer verderfe
lijke wezens.
En garde s.v.p.
HUISMOEDER.
Wanneer gij verkouden zljt, neem U dan (n
acht, zoodat gij deze lastige kwaal niet op
anderen overb/ngt. Bedenk, dat zij gevaar
lijk kan worden en dit altijd Is voor jo:«se
kinderen en ouden van dagen. Hoest en nies
niet ln het rond, maar houd den zakdoek
voor neus en mond en wanpeer gij het
onverwacht moet doen, de linkerhand. Wasch
uw handen dikwijls.
GEZONDHEIDSRAAD.
DONDERDAG 4 JUNI
1^1.
De waarde in hetgeen men geeft, zit niet in
WAT men geeft, maar HOE men geeft.
VRIJDAG, 5 JUNI 1931.
Een welbestede dag, geeft een zo-eten slaap,
een welbesteed leven, een zachten dood.
ZATERDAG 5 JUNI 1931.
Nadenken ls een vruchtbaren bodem die ons
rijkelijk beloont voor de moeite aan zijn be-
boqwing besteed.
ZONDAG 7 JUNI 1931.
Het zwaarste valt het leven aan diegenen,
wien het aanvankelijk te licht werd gemaakt.
MAANDAG 8 JUNI 1931.
Een ideaal is niet een DROOMbeeld
maar een DENKbeeld.
De weder in de mode komende zonnesoher.
men worden, naar den trant van den Bie
dermeiertijd, die, zij het slechts ln details,
nog steeds invloed blijft uitoefenen, onder
ste boven gedragen. De nieuwe zonnescher
men toch hebben geen handgreep, doch een
tot een handvat uitgewerkten knop op de
plaats van de punt van den stok, zoo-dat zij, in
dicht gevouwen toestand, met de smalle zijde
naar boven, doch met de op-ning naar beneden
worde gedragen. Als het scherm geopend is,
komt van boven de decoratieve knop te zien:
een handgreep ontbreekt dus feitelijk zoodra
men van de parasol profiteert.
Denkt erom nooit uw planten in den tuin
te begieten, wanneer de zon erop schijnt. Het
vocht verdampt te snel en de bloemen ver
schroeien. Zoo ook met ruiten wasschen. Doe
ook dit niet wanneer de zon erop schijnt, dit
geeft kringen en vlekken.
Verfplekken op ruiten verwijdert men met
zachte zeep en late deze er een uurtje opzitten
en s-poele ze daarn-a af met schoon water. Co-
cosmatten in keukens hebben zoo gauw een
jusvlek of er wordt thee- koffie of mayonnaise
gemorst.
Een sterke zoutoplossing ls zeer geschikt om
de cocos mede te -borstelen. Een weinig Am
moniak in een emmer water voor het nabor-
stelen haalt de kleuren frlsöh op.
HUISMOEDER
De nieuwste modellen parasols worden zoo
veel mogelijk met het costuum in overeenstem
ming gebracht. Daartoe vervaardigt men ze
vaak uit dezelfde stof.
A-bonné W.' R. te Breda vraagt hoe vet
vlekken te verwijderen zijn uit een bruin crêpe
de Chine japon.
Voor het verwijderen dezer vetvlekken kan
men verschillend® methodes aanwenden. B.v.
men bestrooit de plek met gewone talk z.g.
kindertjes poeder, zelfs Vas-enol komt in aan
merking.
Laat deze poeder er een tijdje opzitten stuift
ze dan weg en bestrooit de vlek net zoo dik
wijls tot alles verdwenen is. Een vlugger me
thode is een vloeipapier op de plek leggen, ex-
met een warm strijkijzer overheen gaan. Dan
smelt het vet en trekt in -het papier. Telkens
een andere plek van het papier nemen tot alles
er uit is.
Zoo deze eenvoudige middelen niet helpen,
kunt u 't met een lauw lux-sopje probeeren en
in 't ergste geval bij de een of andere groote
inrichting laten ontvlekkeh. Niet stoomen, al
leen ontvlekken met vermelding waardoor de
vlek ontstaan is. Probeert U echter eerst de
beide eerste middelen.
HUISMOEDER
Menige -huisvrouw zal wel eens een zuchtje
geslaakt hebben, wanneer de kinderen met een
flink gat op de knie van de kous thuis kwamen.
Alweer een paar kousen naar de maan! Want
zoo'n groote stop is dan toch minder mooi.
Gelukkig is daar een betere methode voor, n 1
een stukje inzetten, waardoor de kous bijna on
zichtbaar hersteld wordt. Wanneer men zoo te
werk wilt gaan, moet er eerst rekening ge
houden worden met het weefsel: is de steek
goed zichtbaar, dan wordt het stukje erin .e-
maasd, anders erin gezoomd. Zijn we in het
bezit van een oude kous van dezelfde kleur
als de gehavende, dan wordt die er voor ver
knipt (voortaan de oude kousen maar niet te
vlug wegdoen!) Hebben we die niet dan wordt
een stukje uit het boord van de te behande-len
kous geknipt, wat door een willekeurig stukje
kan worden vervangen.
Het gat wordt van onderen en boven recht
bijgeknipt, zoodat we een rij steken hebben, ook
de zijkanten worden recht afgeknipt. Vervol
gens worden aan de 4 hoeken nog enkele ste
ken uitgehaald: dit stuk zal de naad vormen.
Het stukje wat er in gezet wordt, moet twee
naden breeder zijn dan het gat in de kous. De
onderkant wordt er aan gemaasd en aan één zij
kant aangenaaid. Het stukje kan nu van boven
op maat gemaakt worden, en daar aangenaaid
worden. Tenslotte wordt de amiere zijkant
vastgenaaid. Aan de achterkant moeten de na
den nu nog afgewerkt worden met een flanel
steek.
TANTE TOET.
ONS DAGELIJKSCH BROOD
Ia het Broodbeeluit is o.m. bepaald, dat
de bereiding, verpakking, bewaring, behande
ling en het vervoer van brood uitsluitend
mogen geschieden op zindelijke wijze, niet
mogen plaats hebben door personen, die
lijden aan zweren, etterende wonden of
huidziekten aan het hoofd, aan de handen en
(of) armen, voor zoover deze personen met
deeg of brood ln aanraking komen. Bij
vervoer van brood op den openbaren weg
moet het brood op deugdelijke wijze beveiligd
4a tegen stof, vuil en insecten.
- <ya^r>TJT)TTWTngCT a an
Doet het niet vreemd aan, wanneer Katho
lieken aan de vrouw, óók de gehuwde, vooral
de gehuwde vrouw uit den z.g.n. gegoeden
stand, en überhaupt de ontwikkelde onder
haar, een plein-pouvoir willen geven om ófwel
buitenshuis, ofwel vóór buitenhuis te werken
en te leven?
Zij, die hier de bespreking van dit gewich
tige onderdeel van het vrouwenvraagstuk en
maatschappelijken arbeid verlangen, gelieven
echter te bedenken, dat èlk punt in een men-
schenbestaan kan bekeken van haast evenveel
kanten als er menschenoogen op aarde zijn.
Dit is geen overbodige opmerking tevoren, ge
zien drie Katholieke dames er alle drie op
gehéél verschillende manier over schijnen te
oordeelen, twee gehuwden, één ongehuwde.
Deze laatste vond de zaak zelfs zoo belangrijk,
dat ze den moed vond bijna de halve, nu wel
algemeen bekende enquête over te pennen, een
enquête, die vaak geheel verkeerd wordt ge
bruikt, soms totaal wordt afgebroken, dan weer
als juist aanvaard, enz. Dus ook al naar aller
lei inzicht. Wanneer u er dus anders over denkt
dan onderstaandsans rancune!
Als inleiding: Er was eensOok het vol
gende begint daarmee, doch is geenszins een
verhaaltje. Het is pure waarheid. Er was een
poos geleden eens een meisje van dién leeftijd,
die alles en allen, óók daden en leefwijze van
eigen ouders kritiseerde. Moeder stierf en het
kind bleek, gezien haar schrijven, totaal troos
teloos, Toch sloot ze dat briefje heel poëtisch,
zoo poëtisch als een meisje van dién leeftijd
dit doet. Ze sloot met het lied van het be
kende zwerverskind:
Schmucklos elnfag war der Sarg,
Der mein Liebstes in sich barg.
Blumen kont' lch ihr nur geben,
Ihr, die mir geschenkt des Laben.
Zij kon de moeder slechts een hand bloemen
meegeven ln het graf, geen enkel gebed, want
vooraf vertelde ze met enkele zinnen, dat moe
der haar wel had „laten" leeren om te bidden,
maar nu ze andere geloovige lui begon te be-
oordeelen, kon ze niet zeggen, „dat het laten
leeren de juiste weg Is geweest om ons, kin
deren, ervan te overtuigen, dat ook moeder-zèlf
wérkelijk bad. Laat ik duidelijker zijn: Dat
moeder-zelf geloofde en leefde naar wat haar
mond söms wel eens, 41s ze tijd voor ons had,
met ons meebad".
Nog steeds is dat meisje aan het woord:
„Als Ja dat dan merkt, ga je twijfelen. Is Rid
den maar conventie? Het wordt van juf en
je ouders van je verlangd en je blijft zoo'n
beetje kerkgaan, enz., maar, of je hart er deel
aan heeft? Wanneer het allemaal waar is, wal
moeder ons door juf „liet leeren en als ik
't nu verkeerd Inzie, dan mag mijn overleden
schat (het is een kind op dweepsters-leeftijd
dat hier spreekt) het me toch niet kwalijk
nemen, dat ik haar nu niets anders (en wel
licht beters) meer kan geven dan wat bloemen.
Werkelijk, ik hield veel van moeder en be
wonder het vele goede, wat ze buitenshuis tot
stand bracht", enz
Hier, lezeressen, weet u meteen, wéér de
fout schuilt, wellicht de grootste fout, die deze
overledene gedurende haar leven kón maken.
Buitenshuis werken, ofwel thuis werken vóór
buitenshuls, met als bijna noodzakelijk gevolg
de verwaarloozing van hen, voor wie ze feite
lijk verplicht was te leven.
Wij, Katholieken, zullen het allen eens zijn,
dat het sociale vraagstuk van onze dagen
soms söms bij uitzonderinghet
werk van een gehuwde vrouw opeisclit. Hier is
vooral bedoeld de gehuwde uit vooraanstaand
milieu. Ofwel b.v. een genie (niet wat daar
voor door de massa soms ten onrechte wordt
gehouden) en dan blijft het nog steeds de vraag,
of zoo'n gehuwd genie niet allereerst 41
41haar plichten voor eigen gezin moet
vervullen, èn of d4t wel absoluut kin saamgaan
met haar arbeid buitenshuis of vóór buitens
huls. Dit vooral zoolang haar kinderen niet
volwassen zijn.
Ook zijn er uitzonderingen als: de huis
vader ziek, langdurig bedlegerig, de armoede zou
hun woning betreden, 41s moeder, b.v. een
gewezen onderwijzeres, boekhoudster, enz. niet
haar vroegeren werkkring hervatte. Ieder zal
zóó'n huisvrouw zelfs prijzen, wanneer zij bij
al haar zorgen en plichten tusschen eigen
muren ook nog beproeft elders het brood voor
de haren te verdienen.
En zoo kan men meer gevallen opsommen.
Maar is het niet héél wijs, dat christelijk
begrip van: vóór alles de gehuwde vrouw in
haar gezin? Waar ze werk genoeg te doen
vindt. Ook wel zij, die voor allerlei over vol
doende hulp beschikt. Of juist zij. In een gezin
met véél dienstbaren is immers vanzelf het
meeste opzicht noodig. De positie in de wereld
van dergelijke lui brengt dit reeds mee, laat
staan van de verhoudingen tusschen personeel
onderling en tegenover de kinderen des huizes.
Daarbij komt, dat het woord bijverdienen of
noodzaak voor een dergelijke gehuwde nimmer
tot excuus hoeft aangevoerd. Integendeel.
De charitas beoefenen zij haar deel buitens
huis. En deze charitas verbiedt haar zelfs
anderen, die wèl noodzaak tot broodverdienen
kennen, dat brood voor den neus wèg te kapen.
De charitas kan zoo'n gehuwde enkele uren
opeischen, maar d4t, mits gehouden in de
juiste maat, gaat zelfs bést saam met opvoeden
en andere huisvrouwelijke plichten.
En toch in het buitenland zijn het juist
eenige van deze categorie gehuwden, die haar
Invloed doen gelden om niet den heelen, maar
den halven werkdag buitenshuls populair te
maken. Een vooraanstaand auteur zegt er zeer
terecht van: Waarvoor doen zij dat feitelijk?
Om nóg ruimer speldegeld of centen voor
pleiziertjes te hebben, terwijl honderden önge-
huwden haken naar alleen maar het nood
zakelijkste te verwerven?
Zal die in Frankrijk wat opgang makende
halve-werkdag-buitenshuis ook hier voorstand
sters krijgen onder de gehuwden? Vooral bij
d# gehuwde vrouw in den burgerstand?
In Frankrijk verschilt men van meening als:
Het beste voor zoo iemand is om in de morgen
uren van huis te gaan. Neen, de middaguren
zegt een ander. En het beste juist is: MORGEN-
NOCH MIDDAGUREN.
Kies de beste condities voor zoo'n geval: Dat
moeder 's morgens voor haar vertrek nog het
opstaan, kerkgaan of ochtendgebed, ook het
dejeuner en den aftocht naar school, kantoor,
enz. van het gezin kan leiden, zeg dat huis-
en slaapkamers gerust kunnen wachten tot
n4 den middag (bedoeld wordt het reinigen
daarvan) en dat mevrouw voor het heengaan
nog de lunch kan klaar zetten. Neem zelfs
aan, dat zij voor d4t tafeluur weer het eerst
kan terug wezen, zoodat de kinderen nooit
zonder haar toezicht thuis zijn (kan dit alles
in werkelijkheid ooit?) Zeg,- dat een vrouw
sterk genoeg is om zoo'n slavenleven vol te
houden, want nu moet n4 den middag 411es
gedaan, Alles, 411es thuis. Doch zal die afge
sloofde huismoeder den moed vinden om hij
41 dezen arbeid (van ook buitenshuis) zich n4
sohooltijd nog zooveel met haar man èn
spruiten te bemoeien, als men redelijker wijs
van een goede moeder moet, kan, mag ver
wachten?
Een Belgische vraagt bedachtzaam: Zou het
wellicht beter zijn in de middaguren van huis
te gaan, voor bijverdienen? In de middaguren
gaat men Immers ook wandelen, enz.
Maar, mevrouw, zou een patroon tevreden
kunnen zijn en blijven over den arbeid van
een vrouw, die 's morgens eerst vliegensvlug
thuis 41 haar bezigheden, óók het koken, de
boodschappen, enz. heeft afgedraafd? De
sterkste onder ons zou op den duur zóó geen
accuraat werk kunnen leveren. Wandelen en
shopping voor pleizier is wat anders dan
waar4chtig werken.
En zou, zoolang de kinderen klein zijn, wel
één moeder verantwoord zijn (de uitzonderin
gen daar gelaten) met zoo eiken dag weer
er een bepaalden tijd uit te trekken? En: de
vrouw in blijde verwachting? Zou 'n patroon
haar maar zoo en zoo lang moeten laten ver
vangen?
O, de arbeidsverzakering
Ze lijkt sommigen dè uitkomst. Ach arme.
Men zou er de gehuwde natuurlijk niet van
kunnen uitsluiten. Doch wat zou zij zeggen,
als men die verzekeringssom mêt den halven
werkdag ook tot de helft reduceert, b.v, voor
haai-, die in gezegenden staat verkeert? Heeft
ze d4n niet juist dubbel behoefte aan een
ruime uitkeering? Of zal men in een dergelijk
geval den patroon, den werkgever willen laten
bijspringen?
Dat is immers onzin, dan neemt MJ liever
öngehuwde krachten, die er overvloedig rond-
loopen.
Een andere, die schrijft over dit alles, wat
betreft het meer intellectueels terrein: Al
hebben jonggetrouwde vrouwtjes en dames-
zöndei'-kinderen veel zoogenaamd vrijen tijd,
zelfs al bezitten ze nog wat de eerste schrijf
ster noemt „une femme de ménage" en kunnen
ze haar intellectueelen arbeid in haar eigen
kamer afdoen,..,. van haar kan gezegd,
wat na een van de eerste artikelen een jonge-
dame opwierp: Zij genieten wat de midden
stand heel typeerend noemt mansverdiensten,
terwijl veel öngehuwden, voor wie het heilig
móéten geldt, dien arbeid éven goed op éigen
kamers zouden kunnen verrichten èn
erdoor geholpen zouden zijn. Soms zelfs ge
holpen uit een zéér benarde positie.
Deze jongedame was een burgemeesters
dochter, moest een sukkelende moeder ver
plegen, jongere zusjes moesten nog studeeren....
en dan rónd komen van een pensioentje, dat
na moeder's dood zelfs ophoudt. Is het won
der dat dit zéér ontwikkelde meisje boven
staand te berde bracht?
Hopelijk is ze thans geholpen, juist door
iemand, die voor haar uit den weg is gegaan,
een héél nobele daad in dezen. Want ook dit
..pijnlijke" deel is toch een deel van het sociale
probleem op vrouwelijk terrein, de gehuwden
zullen dat erkennen.
Om dit alles zouden bedoelde getrouwde
dames met zooveel vrijen tijd dus ook niet
beter zijn gerangschikt onder haar, die vooral
de charitas moeten, kunnen dienen, in dién
vrijen tijd, en dan b.v. op intellectueel gebiedt
Haar verlangens naar dien arbeid worden
aldus tóch bevredigd iets, het zij spontaan
erkend, wat altijd zoekt om bevredigd te
worden.
Grönniger Molleboawne, 't is hier geenszins
een Weet-u-ook-rubriekje toevallig kan ik
je van antwoord dienen bedoelde persoon is
niet verbonden aan de Koninklijke Bibliotheek,
maar aan de particuliere bibliotheek van het
Koninklijk huis, wat heel iets anders is.
MARIE KOOPMANS.
P a r ij s, 26 Mei 1931.
Bedrukte mousselines en bedrukt crêpes vie
ren in deze zomermaanden volop hoogtij, de
eerste voor de meer elegante robes voor den
namiddag en 's avonds, de tweede voor de
petite-robe, bestemd voor de ochtenduren en in.
het algemeen voor allerlei practisch gebruik.
De gedrukte motieven op de mo-usselines en
de georgette-de-so4e zijn
bij voorkeur groote
composities, teekenin-
gen van bloemen en
bladen met talrijke ef
fecten van zwart en wit
en ook samenstellingen
van drie kleuren op een
wit fond. De zachte pas.
teltintem zijn ln dit
genre eveneens erg ge
wild.
Voor de crêpes geeft
men over het algemeen
voorkeur aan kleinel
motieven, eenvoudig
van teekendng en sober
van tint: heel kleine
bloempjes, of miniscule
geometrische dessins,
die het effect soms
■welikeia van tweed of
wol. Ook moesjes, pas
tilles en puntjes blijven
in dit genre graag toe
gepaste motievenmen
vormt er dikwijls des
sins van bloempjes me
de In één enkele tint
op een fond van eeu
andere kleur.
Vermelding verdienen dan ook nog Schotsche
stoffen in zeer gevarieerde tinten, speciaal ech
ter in een kamee-effect; schreeuwende contras
ten worden zooveel mogelijk vermeden.
De bedrukte stoffen warden vaak met effen
stoffen gegarneerddit is dan over het alge
meen de eenige garneering, die men toepast,
speciaal bij de modellen in het praclisehe, een
voudige genre.
Een voorbeeld hiervan vindj men in het hier.
naast weergegeven model. De petite-robe is
uitgevoerd in bedrukt crêpe-de-cbine beige en
kastanje. Ze is aan den hals gegarneerd met
effen beige crêpe-de-chine, waarvan ook de
kleine paramenten gemaakt zijn. De ceintuur is
van beige leer.
Smelt 100 gram witte geschraapte bijenwas
of 50 gram ceresine in een geëmailleerd pan
netje. Neem dan de pan van het vuur en voeg
er 2% d.L. witte terpentijn hij. Het bijvoegen
mag niet gebeuren zoolang de pan in de na
bijheid van vuur is, zijnde zeer gevaarlijk, hij
tocht bijv. De terpentijn kan best even later
bijgevoegd worden, als de was zoo goed als
koud is. Wordt er echter bijenwas gebruikt,
dan kan de terpentijn, bij de ingesmolten was
gestort worden, daar deze er in oplost bij ge
wone kamertemperatuur.
Neem inplaats van witte, roode terpentijn, en
in plaats van witte, gele geschraapte was. Is
de was niet drood genoeg, doe er een paar
korreltjes wasrood bij, die men bij eiken dro
gist verkrijgen kan.
Maak witte wrijfwas en meng er wat zwart
sel door, en d.L. meer terpentijn, anders
wordt de was te dik.
Maak deze als witte wrijfwas, maar neem
gele, geschaafde was, en kleur deze met brui
ne, okergele, notenbruine, eiken of notenbeits.
Kook lVs d.L. water met 100 gram potasch
en 50 gram talk en voeg daarbij 200 gram gele
of witte was. Gebruik vooral zuivere bijenwas.
Laat dit alles nog ongeveer 5 a 10 minuten
koken. Pas bijzxmder op voor overkoken; voeg
er een flesch terpentijn bij. Roer het voor ge
bruik altijd zeer goed om.
Berg was in goed gesloten potjes, bijv. Jam
potjes met schroefdeksel, weg, anders ver
dampt de terpentijn en wordt de was dik en
droog. Hoe kleiner potjes hoe beter.
Is de was toch dik geworden, meng ze dan
met wat terpentijn.
Maak was nooit week op het vuur, doch zet
ze in een hakje met warm water.
Altijd zeer voorzichtig b|j het bereiden van
was omgaan.
HUISMOEDER.