RERUM NOVARUM EN
OUADRAGESIMO ANNO.
sr
mfisai
m
miMÉ
I1N
lili
9HÉiL
VT>T7DAG 19 JUNI 1931
DE KON. FAMILIE TE
PARIJS.
HEFA.TEL DER SOCIALE ORDE!
Voor allesHernieuwde beleving
der zedewet.
BEZOEK AAN DE KOLONIALE
TENTOONSTELLING.
V
HULPVERLEENING BIJ RAMPEN..
NEDERLAND EN BELGIE-
ALG. VERGADERING TE UTRECHT.
EEN ANTI-DUMPINGSWET IN
.VOORBEREIDING.
BIJ DEN RAAD VAN STATE.
mi
w~
r ■■•--••v..
GULDENWAARHEDEN, DE ERNSTIGE
OVERWEGING VAN ALLEN WAARD
Een klare visie op de werkelijkheid
Het eerste, wat de pelgrims in Rome aan
komende, reeds op het perron van het sta
tion Termini vernamen, was de verrassen
de tijding: Er komt een nieuwe groote En
cycliek over het herstel der sociale orde,
een vervolg op de Rerum Novarum! De
Paus had het groote nieuws zelf op Zondag
morgen, 10 Juni, aan Zijne Hoogwaardige
Excellentie den Aartsbisschop meegedeeld:
dien eigen ochtend had Hij er Zijne hand-
teekening onder geplaatst. En naar Hij zelf
dezen zendbrief karakteriseerde: hij was een
aanvulling en voortzetting van de Rerum
Novarum, Hij had erin geschreven, wat
Leo XIII. leefde hij thans, evenzoo geschre
ven zou hebben.
En nu wij deze groote Encycliek hebben
kunnen lezen en overwegen, treft het ons,
hoe de Paus het karakter ervan in twee
woorden ten volle had geschetst: aanvul
ling en voortzetting.
Aanvulling allereerst. Naar het in de En
cycliek zelve verluidt: Leo XIII's magistrale
sociaal-economische leer wordt tegen enkele
bezwaren verdedigd, en omtreht eenige pun
ten nog wat nader uitgewerkt.
Voortzetting vervolgens. De Paus stelt
een nauwkeurig onderzoek in naar het te
genwoordig economisch stelsel, spreekt een
oordeel uit over het hedendaagsch socia
lisme, legt den wortel bloot van heel de
tegenwoordige sociale verwarring, en wijst
den eenig mogelijken weg naar een gezond
herstel aan, namelijk de christelijke hervor
ming der zeden.
Ziedaar den eigenlijken inhoud dezer groote
Encycliek, welke nog voorafgegaan wordt
door een opsomming van de vruchten der
Encycliek Rerum Novarum: wat gedaan
werd door de Kerk, wat door de wereldlijke
macht, en wat door de belanghebbenden.
Er ligt dus een nauw verband tusschen
deze beide Encyclieken. Men kan de eene
niet lezen, zonder tevens de andere te raad
plegen. Zij vullen elkander aan. Zij vormen
samen een groot geheel.
Eén groot geheel van rustige, bezonken
wijsheid, van sociaal-economische leering.
van vaderlijke terechtwijzing, scherpe ver
oordeeling, krachtige aanmaning.
Het goede wordt gezien en erkend, ook
waar velen meer geneigd waren alleen het
kwade te zien. De verandering ten goede
welke in deze veertig jaren in het socia
lisme te constateeren valt, wordt onom
wonden erkend, al blijft het als stelsel
en leer veroordeeld. Met vaak zeer scherpe
woorden worden de misstanden in het he
dendaagsch economisch stelsel aangeduid.
Met nadruk wordt gewezen op het groote
verschil, dat op te merken valt in de sociale
toestanden en de economische structuur
der samenleving in 1891 en thans. Krachtig
wordt opgekomen voor de rechten der ar
beiders, allereerst hun recht op een recht
vaardig loon en op medezeggenschap in on
derneming en bedrijf, maar niet minder
sterk wordt hun gewezen op het onrecht,
dat ook zij kunnen begaan, wanneer zij ge
bruik makend van hun door vereeniging
verworven macht, te hooge loonen eischen,
waardoor ondernemingen te niet gaan en
de werkgelegenheid voor andere arbeiders
verminderd wordt. Het individualisme en de
ongebreidelde hebzucht en machtsbegeerte
worden scherp aangeduid als de voornaam
ste oorzaken van de hedendaagsche mis
standen. De taak van den Staat wordt bree
der omschreven, maar tevens ook nauwer
begrensd. Wat noodig is, is het herstel der
sociale orde door bedrijfsorganisatie, door
samenwerking in onderneming en bedrijf
van kapitaal en arbeid. Maar vóór alles is
noodzakelijk de hernieuwde beleving van de
Zedenwet: het economisch leven moet door
den christelijken geest worden bezield, waar
bij de liefde, die band der volmaaktheid,
de voornaamste plaats zal moeten innemen,
ook wanneer aan de rechtvaardigheid vol
daan zou zijn.
Dwalingen worden aangewezen en veroor
deeld, waarheden worden ingescherpt.
Als dwaling wordt aangewezen de mee
ning:
dat de economische en moreele orde zóó
ver uit elkander liggen en zóó vreemd aan
elkander zijn, dat de eerste in geen enkel
opzicht van de laatste afhankelijk is;
dat eigendomsrecht en de gepaste uitoefe
ning daarvan door dezelfde grenzen om
schreven moeten worden;
dat door het misbruik of niet,-gebruik van
zelf. het eigendomsrecht vernietigd wordt of
verloren gaat;
dat het den mensch geoorloofd zou zijn
naar willekeur te beschikken over zijn z.g.
vrije inkomsten, d.w.z. wat hij voor een pas
send levensonderhoud volgens zijn stand
niet noodig heeft;
dat alleen arbeid recht geeft op inkomsten,
en dat een inkomen ongerechtvaardigd is
alleen, omdat het arbeidsloos is;
dat men ter verdediging daarvan zich be
roept op het woord van den Apostel Paulus:
als iemand niet wil werken, moet hij ook niet
eten;
dat de waarde en het loon van den arbeid
gelijk is aan de waarde van hetgeen er door
wordt voortgebracht;
dat alles wat voortgebracht wordt en de
geheele opbrengst daarvan, na. afschrijving
en herstel van kapitaal, rechtens aan de arbei
ders toekomt;
dat de arbeidsovereenkomst in zich reeds
onrechtvaardig is en dat het contract van
maatschap daarvoor in de plaats moet ko
men, al is het beter het looncontract zoover
dat mogelijk is eenigszins te temperen door
het contract van maatschap;
dat alle productiemiddelen aan den staat
moeten komen of gesocialiseerd moeten wor
den.
Afgekeurd wordt:
dat het individueel karakter van het eigen
doinsrecht zoodanig verzwakt wordt, dat
het practisch geheel en al wordt ontnomen;
dat kapitaal of arbeid met voorbijzien
van de werkzaamheid van den ander de op
brengst alleen voor zich zou opeischen,
dit is onrechtvaardig;
dat de eene klasse de andere uitsluit van
deelgenootschap in de winst, dit is in
strijd met de sociale rechtvaardigheid.
Aan sommige waarheden herinnert de
Paus met nadruk. Zoo:
dat economie en zedelijkheid ieder op haar
gebied haar eigen beginsel volgen, maar
dat het economisch handelen onderworpen
is aan de ééne Zedenwet;
dat het eigendomsrecht een natuurrecht is;
dat het eigendomsrecht onderscheiden
moet worden van de uitoefening van dat
recht;
dat de verplichting, welke de eigenaars
hebben, om slechts een behoorlijk gebruik
van hun goederen te maken, niet valt onder
de rechtvaardigheid, maar onder andere
deugden, wier verplichting men niet krach
tens een wet kan afdwingen;
dat altijd zoowel het natuurlijk recht op
privaat bezit als het recht, zijn goederen
door erflating over te dragen, onaangeroerd i
en onaangetast moet blijven, de Staat
kan dit niet afschaffen;
dat de natuur zelf de verdeeling der goe
deren door middel van het privaat eigendom
heeft vastgelegd;
dat het eigendomsrecht een dubbel karak
ter draagt, het z.g. individueele en het
sociale;
dat de noodzakelijke eischen van het so
ciale leven normen stellen voor het eigen
domsrecht zoowel als voor het gebruik en
het behoud ervan;
dat men zeer streng verplicht is, aalmoe
zen te geven;
dat het als een uitstekende beoefening
van de deugd van milddadigheid moet be
schouwd worden, bijzonder in overeenstem
ming met de nooden van den tijd, wanneer
grootere inkomsten besteed worden aan het
scheppen van ruimer winstgevende arbeids
gelegenheid, mits die arbeid dient tot het
voortbrengen van werkelijk nuttige zaken.
dat het absoluut verkeerd is, alleen aan
het kapitaal of alleen aan den arbeid het
resultaat toe te schrijven, dat door hun sa
menwerking werd verkregen;
dat aan den arbeider een loon moet wor
den uitgekeerd, dat voldoende is om hem
en zijn gezin te onderhouden;
dat het een schandelijk misbruik is, dat
moeders, wegens de ontoereikendheid van
het loon van den vader, ertoe gedwongen
worden buitenshuis winstgevenden arbeid te
verrichten;
dat voorts bij de bepaling van het loon
rekening moet worden gehouden met het be
drijf en zijn ondernemers, wijl het onrecht
vaardig is overmatige loonen te eischen, die
het bedrijf niet kan dragen zonder zelf ten
gronde te gaan;
dat wanneer echter een bedrijf minder
winst afwerpt, tengevolge van nalatigheid,
gebrek aan initiatief of het niet voldoende
rekening houden met den technischen en
economischen vooruitgang, dit niet als een
te rechtvaardige reden mag beschouwd wor
den om de loonen der arbeiders te drukken;
dat het in strijd is met de sociale recht
vaardigheid, terwille van eigen voordeel en
met achterstelling van het algemeen wel
zijn de loonen der arbeiders te veel te druk
ken of te verhoogen;
dat de sociale rechtvaardigheid eischt,
dat met gemeenschappelijk overleg in eens
gezindheid voor zoover dit kan, de loonen
zóó geregeld worden, dat zooveel mogelijk
arbeiders werk kunnen krijgen en voldoende
middelen ontvangen voor hun levensonder
houd, waartoe ook de Juiste verhouding
usschen de loonen in landbouw, industrie
enz- bijdraagt;
dat te lage loonen of te hooge loonen de
werkloosheid bevorderen.
Gulden waarheden, de ernstige overweging
van allen waard!
Van het allerhoogste belang is ook in deze
Encycliek de beschrijving en ontleding van
den hedendaagschen economischen en so-
t
cialen toestand. Daarop komen wij in een
afzonderlijk artikel nader terug. Wat de
Paus hier zegt en vaak op zeer scherpe wijze
formuleert, moge tot verheldering leiden en
tot oplossing van meeningsverschillen, welke
vooral op dit stuk in de laatste jaren
bleken te bestaan. Voor ons allen heeft,
wat de Paus te dien aanzien zegt, de hooge
waarde van zijn gezag. Maar de groote hel
derheid van zijn betoog zal het ook moge
lijk maken, dat men niet slechts gehoor
zaam het hoofd buigt, maar ook ten volle
zal zijn overtuigd.
Wat in deze Encycliek bijzonder treft, is
vooreerst de klare visie van den Paus op
de werkelijkheid. Nauwkeurig omschrijft
Hij het hedendaagsche productiestelsel, waar
van hij verklaart, dat het op zich zelf niet
te veroordeelen is. Maar hier legt de Paus
de misstanden bloot, welke hij in dit stelsel
ziet als gevolg van de doorwerking van het
individualisme, van de hebzucht en de
heerschzucht. De ongebreidelde vrije concur
rentie heeft geleid tot concentratie van een
onbegrensde macht en despotische economi
sche overheersching in de handen van weini
gen, die meestal nog niet eens de eigenaars
zijn, maar slechts de bewaarders en beheer
ders van aan hen toevertrouwde goederen,
die zij geheel en al volgens eigen inzicht en
oordeel beheeren. In deze concentratie van
macht en kapitaal bij enkelen ziet de Paus
het karakteristieke kenmerk van de heden
daagsche volkshuishouding. En uit deze con
centratie vloeit drieërlei noodlottig gevolg
voort: de strijd om de overheersching, de
strijd om de opperheerschappij in den Staat,
en de strijd tusschen de Staten onderling,
Door deze doorwerking van den individua-
listischen geest in het economisch leven, is
dit verstard tot een meedoogenloos wreed en
hard systeem.
Wat vervolgens in deze Encycliek bijzonder
treft is. naast een zeer scherpe brandmer
king van de misstanden, de vaderlijke goed
heid waarmee de Paus de dwalenden tege
moet treedt en hen tot terugkeer vermaant.
Zoo deze diep treffende oproep tot de Ka
tholieke arbeiders, die tot het Socialisme zijn
overgegaan, en zoo jammerlijk misleid en
zoo ver van de waarheid en het heil zijn af
geweken:
Met zoo groot mogelijke bezorgdheid noo-
gen Wij hen uit, tot den Moederschoot der
Kerk terug te keeren. O, mochten, zij toch
gewillig het oor leenen aan Onze stem! Moch
ten zij daarheen terugkeeren, vanwaar zij zijn
uitgegaan, namelijk het vaderhuis, en zich
daar opstellen, waar hun eigehlijke plaats is,
d.w.z. in de rangen van hen, die de raadgevin
gen, door Leo uitgevaardigd en door Ons
plechtig hernieuwd, met ijver opvolgen, en
trachten de maatschappij volgens den geest
der Kerk, in een nieuwen opbloei van sociale
rechtvaardigheid en liefde te herstellen. En
zij moeten overtuigd zijn, dat zij, zelfs hier
op aarde, nergens waarachtiger geluk kunnen
vinden dan bij Hem, Die, terwijl Hij rijk was
om ons arm is geworden, opdat wij rijk zon.
den worden door Zijn armoede, D'ie arm ge
weest is en heeft gearbeid van Zijn jeugd af,
Die allen, welke lijden en belast zijn, tot Zich
roept, om hen in de liefde van Zijn Hart
ten volle te verkwikken, Die tenslotte zander
het minste aanzien des persoons, meer zal
opeischen van hen, aan wie meer is gegeven,
en Die een ieder zal vergelden naar zijn wer.
ken.
Een onbeschrijflijke geestdrift laaide
op bij het Nederlandsch
paviljoen
Zooais we in onze courant van gisteren
reeds hebben gameid, heeft onze Koninklijke
Familie bij haar bezoek aan de koloniale ten
toonstelling gistermiddag, vol groote en warme
belangstelling kennis genomen van alles wat
de tentoonstelling te bezichtigen biedt.
Vooral de schitterende vertegenwoordiging
van Indo-China boezemde den hoogen gasten
zichtbaar bewondering in.
De groote secties hadden de attentie om
de aanwezige detachementen hunner kolo
niale verdediging als eere-wacht op te stellen
en waar het weer buitengewooïi meewerkte en
een lichte wolkenlucht de atmosfeer temperde,
gaf op elk punt het aspect een maximum van
schoonheid Voor den grcoten tempel van Ang-
korvat steeg de vorstelijke familie uit en na
een oogenblik het geheel te hebben bewonderd,
liet H.M. zich binnenleiden, doch vond uiter
aard slechts tijd een klein gedeelte te door
kruisen.
Te voet begaf men zicfh daarna naar de
groote mervenipaviiljoens, waairvam diie van Ma
rokko, Algiers en Tunis vluchtig werden be
zocht. Het schouwspel werd telkens weer ver
levendigd door de aanwezigheid van de kleur-
lingentroepen wier muziek zich deed hoaren
en die de honneurs brachten. Vooral in die Indo-
Ohina-paviiljaens hield H.M. zioh belangstel
lend op. Langs de Avenue der vreemde deel
nemingen werden achtereenvolgens het Bel
gische en Italiannisdhe paviljoen bereikt en de
overige paviljoens, waarvoor zich de missio
narissen hadden opgesteld, vergezeld van de
gezanten en de militaire attaché'» en andere
functionarissen. Bij het Belgische paviljoen
drukte H. M. haar spijt uit voor het oogenblik
niiet den tijd te hebben het bezoek te kunnen
brengen, dat het Belgische paviljoen verdient
en bij het Italiaansche paviljoen ton ook slechte
een vluchtige blik in de prachtige hall worden
geworpen.
In het Nederlandsch paviljoen.
Het was reeds tien. minuten voor 'half een
geworden eer de Koninklijke Faimllle voor het
NedierlandBche paviljoen arriveerde.
Van elf uur af had zich hier een groote men-
H. Af. de Koningin verlaat het Elysée, na het feestmaal, Haar door president Dou-
mer aangeboden. In gezelschap van den gouverneur van Parijs inspecteert Zij de
eere'garde, die voor het paleis was opgesteld
protes'tantoche zending, waar graaf de Pour-
tales dominee .Pannder, professor Viennot en
senator Eckhard de Koninklijke familie heb
ben ontvangen en H. M. het gouden boek
heeft geteekend, evenals de prins en de prin-
O, mochten velen naar de roepstem van
dezen liefdevollen Vader ook hun Vader,
wat er ook gebeurd zij, hooren en den weg
naar het Vaderhuis weder vinden!
En dan denken wij ook aan dien ziele
kreet, als de Paus beschrijft, hoe groote
schade in het hedendaagsch productiestelsel
aan de zielen van werkgevers en werknemers
wordt toegebracht, en hij de eersten ver
maant: „Wat baat het den mensch, of hi
door een verstandiger beheer van rijkdom
men al geschikter wordt zelfs om de geheele
wereld te winnen, zoo hij daardoor schade
lijdt aan zijn ziel?" en ten aanzien van de
laatsten, denkende aan de gevaren, waar
aan het fabrieksleven de zielen blootstelt,
dezen noodkreet slaakte: „Zóó wordt de licha
melijke arbeid, die door de goddelijke Voor
zienigheid, ook na den zondeval aan den
mensch was opgelegd tot heil van zijn
lichaam maar ook van zijn ziel, overal ver
anderd in een werktuig ten ondergang:
want de doode stof verlaat het fabrieksge
bouw veredeld, maar de menschen worden
daar bedorven en verliezen er aan waarde".
Zóó is deze Encycliek Quadragesimo Anno
een machtig stuk, rijk aan leering, den weg
wijzend naar een betere toekomst, en dat
ons ontroert tot in het diepst van ons hart.
Moge deze stem van den Vader der Chris
tenheid gehoord worden en tot daden wek
kenl
i- - ,-y
H, M. Koningin Wilhelmina groet de me nigte die haar toejuicht, na het bezoek
het Nederlqndsche paviljoen op de Koloniale Tent o onstelling.
aan
De heer de Fouquieres begroet Prinse
Juliana bij aankomst op het Elysée.
sdhienmenlgte verdrongen dliie voor een flink
deed uiit de leden van die Nedierilandische kolonie
en uilt op bet oogenblik die tentoonitoonatiellillug
bezoekende Hóllanders bestond en den tijd
(hadden weten te karton door het zingen van
valderiauidlsdhe liedieren.
Even voor de komst der Koninklijke Fa
milie werd een onde-dienist Inigeisteil'd en traden
de Bailineasdbe dansers naar buiten oan zich
met bun vaandels op te stellen tier weersizijden
van den hoofdingang om zoo een kleurrijke
©erewacht te vormen. Voor den ingang hadden
ziclh opgesteld de leden van het commissariaat
en de architect de heer Sweedijk om die Konink
lijk© Familie te verwelkomen. D© aankomst
gaf tot een onbeschrijflijk© geestdrift het sein.
Weldra weerklonk het Wilhelmus.
D« Franscfhen betoonden zioh niet minder
enthousiast dan de vaderlon diens en zij wisten
de /hoezeeV soms met het „Viv© la neine" te
overstemmen. Aan den ingang begroette mr.
Focfc, die om zijin rouw, nu voor de eerste maal
de honneurs waarnam, de Koninklijke Familie,
welke daarna het paviljoen werd bimmengedeiid.
H.M. werd door maarschalk Lyautey en mr.
Fock vergezeld, die Prinses door den heer
Swort en d© Prins door den heer Moojen.
In de ginoote receiptiieizoal bevonden zich de
leden van het comité van ontvangst. De zaal
leverde een groot/sèhien aanblik op, aangezien
men een keiur van irissen uiit Holland had doen
'kamen die ln prachtige garven samengevat,
een smaakvolle decoratie vormden. De Ko
ninklijke Familie maakte na de monumentale
hall 'te hebben bewonderd en de groote diora
ma's dn ©ogenschouw te hebben genomen een
korte rond wandeling door de afdeetingen en
liet zich naar dien Mendoet-tempel leaden, in
welks interieur zij zich eenige oogenbldk op
hield. Over het Balineesohe binnenhof be
gaf het gezelschap zich naar buiten, ons ten-
toonstelilinigsgebied verlatend door de gespleten
Balineesdhe poort. Na een korten gelukwenscih
aan hen, die aan het welslagen van ons pavil
joen hebben meegewerkt, werd plaats genomen
in de auto's en de rondrit over de tentoon
stelling voortgezet totdat tegen 1 uur de Spaha's
den stoet weer omsloten en H. M. naar den
uitgang werd geleid, waar Zij aan maarschalk
Lyautey haar groote bewondering uitsprak voor
het girootscihie resultaat, dat met deze tentoon
stelling is bereikt.
Een bezoek aan de Missie-paviljoens
PARIJS, IS Juni. (VAN ONZEN CORRES
PONDENT). Het officieel bezoek van H. M.
aan de Koloniale tentoonstelling, heeft een zeer
bijzonderen indruk gemaakt. De omvang ervan
wes echter oorzaak, dat de Koninklijke stoet
miert overal was te volgen en zoo verzuimden we
te melden, dat na de tempel van Ankor-Vat te
hebben bezocht, de Koninklijke Familie een
kaaoek heeft gebracht aan het paviljoen der
Na afloop van dit bezoek trad do Koninklijke
Familie het paviljoen der Katholieke missie
binnen, waar door de afwezigheid van 'n vooraf
opgesteld program dit bezoek niet voorzien had
kunnen worden door het Fransche comité van
organisatie De Koninklijke familie maakte ook
daa.r een korte rondwandeling en begaf zich
vervolgens te voet naar het paviljoen van
Fransch Weet-Afrika. Waren bij het arriveerea
op die 'tentoonstelling, zoowel H. M. ais de
Prinses met een bloemenhulde verwelkomd,
ook 'bij ihet betreden van het Nederlandsclhe
paviljoen werd aan H. M. de Koningin een
bloemenhulde aangeboden van witte en violet
te orchideeën en aan de prinses een tuil van
witte anjers. Zeer söhoone ©ogenblikken bij
(het bezoek van heden zijn geweest de begroe
ting door de Kambotsja-danseressen in haar
kostbare praalgewaden op dein treden van den
tempel van Anigkor-Vat en door de Anaimatiscbe
ambtenaren eveneens in proaloosituums op deu
drempel. Oak de overige groote paviljoens had
dein dezelfde attentie gehad, de kleurlingen ln
praalgewaden hun opwachting te doen maker,
en zulks gaf in de Marokkaansche afdeellng aan
leiding tot in (bijzonder pittoresk tafereel, toen bij
het bezoek aan de Souks, de inboorlingen zich
op den grond wierpen en wierook en andere
reukwerken afstaken om de souvereinen te (hul
digen.
Een Marokkaansch koopman bood H. M.
plotseling een kopje mokka aan, door H. M.
met vriendelijken lach en eenige minzame
woorden geaccepteerd. In het Belgische pavil
joen beloofde H. M. terug te keeren en dl'
zelfde voornemen gaf zij ook te kennen aan
Prins Du Scalea in het Italiaansche paviljoea.
Trouwens bij het verlaten van de tentoonste'.-
Mng heeft H. M. aan maarschalk Leyotey
verzekerd, dat zooverre haar verplichtingen hst
toelaten, zij voornemens is geheel haar tijd
aan temtoanisbellingritezoek te geven. Er
wordt nu druk gewerkt aan (het groote avond
feest, dat hedenavond met een intiem diner
van 25 couverts door maarschalk Leyauter
wordt 'geopend en onder welk diner de Kam-
vts.ia-'d&neeresseo (haar ritueel© dansen zullen
uitvoeren.
„Het Oranje Kruis" sticht er een
organisatie voor.
Socialistische besprekingen
over een tol-unie.
Onze Brusselsche correspondent meldt ons:
De commissie voor buitenlandsche politiek
van de Belgische Socialistische Arbeiderspartij
heeft te Brussel vergaderd onder voorzitter
schap van Henri Roiin. Besproken werd een
memorandum, opgemaakt door Arthur Wauters
over de kwestie van een Nederlandsch-Belgi-
sche tol-uie.
De commissie besloot dit vraagstuk onver
wijld in al ztjn aspecten te overwegen, en zal
ook de mogelijkheid bespreken om deze voor
genomen tol-unie uit te strekken tot alle lan
den, die bij de douane-overeenkomst van Oslo
aangesloten zijn.
POOLSCHE KALI-INVOER IN
NEDERLAND.
In verband met het feit, dat in de haven van
Delfzijl een schip met Poolsche kali gelost
wordt, meldt trien ons, dat in ons land geduren
de eenigen tijd een strijd wordt gevoerd tegen
de huidige kaliprijzen. Zooals hekend is, hebben
•de landbouworganisaties reeds eenigen tijd ge
leden dringende telegrammen gericht tot de
Vereenigde Kali-Maatschappijen te Berlijn en
Mülhausen, waarin gewezen werd op de hooge
prijzen der kali, welke door de boeren in dezen
tijd van crisis niet meer op te brengen zijn.
De Dultsche en Lotharingsche Kailmaat-
schappij hebben tot dusver aan deze verzoeken
geen gevolg gegeven. Waar de Vereenigde Kali
maatschappijen over een feitelijk monopolie be
schikken, konden de landbouworganisaties er
weinig aan doen.
Wetenschappelijk is echter uitgemaakt, dat
de boeren hun land kunnen bebouwen zonder
elk jaar kali te gebruiken. En het ls te voor
zien, dat in deze voor den landbouwenden stand
zoo moeilijke tijden, vele boeren dit jaar zullen
overslaan met een kali-bestelling.
Thans komt echter de Poolsche kali-export
en dit is in dit stadium der zaak zeer belang
rijk.
De Poolsche kali is weliswaar van lager
gehalte, maar aanmerkelijk goedkooper
Indien men niet tot een compromis kan komen
mag verwacht worden, dat de Poolsche kali het
volgend jaar een belangrijke plaats op de markt
zal innemen.
Dinsdag heeft de Kon. Nationale Bond voor
Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken
,.Het Oranje Kruis" te Utrecht een buitenge
wone algemeene bondsvergadering gehouden,
welke onder leiding stond van den voorzitter,
den heer Abram Muller.
In deze bijeenkomst werd behandeld het
voorstel van het bestuur, om een bedrag van
ten hoogste vijftien duizend gulden beschik
baar te stellen om de uitvoering van een or
ganisatie van de hulpverleening bij rampen,
massale en persoonlijke ongelukken, mogelijk
te kunnen maken. Uit de toelichting bleek, dat
het bestuur van den Algem. Nederl. Wielrij-
dersbond, Toeristenbond voor Nederland, ook
geldelijken steun heeft toegezegd.
De voorzitter zei in zijn openingswoord o.a,
dat het bestuur bij de voorbereiding van dit
voorstel slechts voortgebouwd heeft op de
grondslagen, die gelegd zijn, toen „Het Oranje
Kruis" werd opgericht; dat deze organisatie in
staat is de bedoelde taak te vervullen en dat
deze taak in samenwerking met andere ver-
eenigingen of lichamen uitgevoerd zal worden.
Bij de discussies over het onderhavige voor
stel, werd het o.a. betreurd, dat men niet in
samenwerking met „Het Roode Kruis" had ge
handeld. Hierop werd van bestuurszijde opge
merkt, dat nog pogingen zullen worden ge
daan om met Het Roode Kruis samen te wer
ken; de bedoeling is geenszins om een vijan
delijke houding tegenover deze organisatie aan
te nemen. Evenmin wordt een imitatie beoogt
van wat „Het Roode Kruis" reeds verwezen
lijkt heeft.
,Na eenige verdere discussie diende de heer A.
de Cocq, voorzitter van den R. v. A. te Amers
foort, een motie in, waarin de vergadering als
haar wensch uit zou sprekeri, dat spoedige sa
menwerking met „Het Roode Kruis" worde ver
kregen.
Dr. Brenkman legde aan de vergadering een
amendement op het bestuursvoorstel voor, en
wel er toe strekkende, dat het bestuur voort
zal gaan met érnstige pogingen om alsnog tot
samenwerking met „Het Roode Kruis" te ko
men.
Dit amendement werd met 13 stemmen te
gen, 6 voor en 1 blanco verworpen.
Het bestuursvoorstel werd alleen met de
stem van dr. Brenkman (G. G. G. D. te Am
sterdam) aangenomen, terwijl de motie met al
gemeen© stemmen werd aanvaard.
Uit betrouwbare bron vernemen wij, dat de
Regeering een anti-dumpingswet in gereedheid
heeft gebracht Heit ontwerp van wot dart. de
Regeering de bevoegdheid geeft in evidente
gevallen van dumping afweermaatregelen te
treffen, zou zioh reeds voor het vereiscbte
onderzoek bij den Raad van State bevinden.
Naar ons verder ter ooTe kwam, heeft de
commissie voor economische politiek zich op
drie stemmen na tegen, het wetsontwerp ver
klaard.
Niettegenstaande dit votum heeft Minister
Verschuur toch doorgezet en wil hij zijn vooA
stel aan het oordeel der Volksvertegenwoordi
ging onderwerpen.
WONING AFGEBRAND.
Gisteren is te Bennekom afgebrand de wo
ning van Jansen. Verschillende varkens kwa
men in de vlammen om. Oorzaak onbekend, ver
zekering dekt de schade.
STROOVOORRAAD VERBRAND
Gisterennacht is te Nieuwe Pefcela een stroo-
voonraad van 1.600.000 kilo van de ca.rtonfa-
briiak „De Knoon", iin brand geraakt en door
de vlammen gehoed. ygrteepd,
-
II M. Koningin Wilhelmina legt een kranig
op het graf van den Onbekenden Soldaat,