RERUM NOVARUM EN OUADRAGESIMO ANNO. sr mfisai m miMÉ I1N lili 9HÉiL VT>T7DAG 19 JUNI 1931 DE KON. FAMILIE TE PARIJS. HEFA.TEL DER SOCIALE ORDE! Voor allesHernieuwde beleving der zedewet. BEZOEK AAN DE KOLONIALE TENTOONSTELLING. V HULPVERLEENING BIJ RAMPEN.. NEDERLAND EN BELGIE- ALG. VERGADERING TE UTRECHT. EEN ANTI-DUMPINGSWET IN .VOORBEREIDING. BIJ DEN RAAD VAN STATE. mi w~ r ■■•--••v.. GULDENWAARHEDEN, DE ERNSTIGE OVERWEGING VAN ALLEN WAARD Een klare visie op de werkelijkheid Het eerste, wat de pelgrims in Rome aan komende, reeds op het perron van het sta tion Termini vernamen, was de verrassen de tijding: Er komt een nieuwe groote En cycliek over het herstel der sociale orde, een vervolg op de Rerum Novarum! De Paus had het groote nieuws zelf op Zondag morgen, 10 Juni, aan Zijne Hoogwaardige Excellentie den Aartsbisschop meegedeeld: dien eigen ochtend had Hij er Zijne hand- teekening onder geplaatst. En naar Hij zelf dezen zendbrief karakteriseerde: hij was een aanvulling en voortzetting van de Rerum Novarum, Hij had erin geschreven, wat Leo XIII. leefde hij thans, evenzoo geschre ven zou hebben. En nu wij deze groote Encycliek hebben kunnen lezen en overwegen, treft het ons, hoe de Paus het karakter ervan in twee woorden ten volle had geschetst: aanvul ling en voortzetting. Aanvulling allereerst. Naar het in de En cycliek zelve verluidt: Leo XIII's magistrale sociaal-economische leer wordt tegen enkele bezwaren verdedigd, en omtreht eenige pun ten nog wat nader uitgewerkt. Voortzetting vervolgens. De Paus stelt een nauwkeurig onderzoek in naar het te genwoordig economisch stelsel, spreekt een oordeel uit over het hedendaagsch socia lisme, legt den wortel bloot van heel de tegenwoordige sociale verwarring, en wijst den eenig mogelijken weg naar een gezond herstel aan, namelijk de christelijke hervor ming der zeden. Ziedaar den eigenlijken inhoud dezer groote Encycliek, welke nog voorafgegaan wordt door een opsomming van de vruchten der Encycliek Rerum Novarum: wat gedaan werd door de Kerk, wat door de wereldlijke macht, en wat door de belanghebbenden. Er ligt dus een nauw verband tusschen deze beide Encyclieken. Men kan de eene niet lezen, zonder tevens de andere te raad plegen. Zij vullen elkander aan. Zij vormen samen een groot geheel. Eén groot geheel van rustige, bezonken wijsheid, van sociaal-economische leering. van vaderlijke terechtwijzing, scherpe ver oordeeling, krachtige aanmaning. Het goede wordt gezien en erkend, ook waar velen meer geneigd waren alleen het kwade te zien. De verandering ten goede welke in deze veertig jaren in het socia lisme te constateeren valt, wordt onom wonden erkend, al blijft het als stelsel en leer veroordeeld. Met vaak zeer scherpe woorden worden de misstanden in het he dendaagsch economisch stelsel aangeduid. Met nadruk wordt gewezen op het groote verschil, dat op te merken valt in de sociale toestanden en de economische structuur der samenleving in 1891 en thans. Krachtig wordt opgekomen voor de rechten der ar beiders, allereerst hun recht op een recht vaardig loon en op medezeggenschap in on derneming en bedrijf, maar niet minder sterk wordt hun gewezen op het onrecht, dat ook zij kunnen begaan, wanneer zij ge bruik makend van hun door vereeniging verworven macht, te hooge loonen eischen, waardoor ondernemingen te niet gaan en de werkgelegenheid voor andere arbeiders verminderd wordt. Het individualisme en de ongebreidelde hebzucht en machtsbegeerte worden scherp aangeduid als de voornaam ste oorzaken van de hedendaagsche mis standen. De taak van den Staat wordt bree der omschreven, maar tevens ook nauwer begrensd. Wat noodig is, is het herstel der sociale orde door bedrijfsorganisatie, door samenwerking in onderneming en bedrijf van kapitaal en arbeid. Maar vóór alles is noodzakelijk de hernieuwde beleving van de Zedenwet: het economisch leven moet door den christelijken geest worden bezield, waar bij de liefde, die band der volmaaktheid, de voornaamste plaats zal moeten innemen, ook wanneer aan de rechtvaardigheid vol daan zou zijn. Dwalingen worden aangewezen en veroor deeld, waarheden worden ingescherpt. Als dwaling wordt aangewezen de mee ning: dat de economische en moreele orde zóó ver uit elkander liggen en zóó vreemd aan elkander zijn, dat de eerste in geen enkel opzicht van de laatste afhankelijk is; dat eigendomsrecht en de gepaste uitoefe ning daarvan door dezelfde grenzen om schreven moeten worden; dat door het misbruik of niet,-gebruik van zelf. het eigendomsrecht vernietigd wordt of verloren gaat; dat het den mensch geoorloofd zou zijn naar willekeur te beschikken over zijn z.g. vrije inkomsten, d.w.z. wat hij voor een pas send levensonderhoud volgens zijn stand niet noodig heeft; dat alleen arbeid recht geeft op inkomsten, en dat een inkomen ongerechtvaardigd is alleen, omdat het arbeidsloos is; dat men ter verdediging daarvan zich be roept op het woord van den Apostel Paulus: als iemand niet wil werken, moet hij ook niet eten; dat de waarde en het loon van den arbeid gelijk is aan de waarde van hetgeen er door wordt voortgebracht; dat alles wat voortgebracht wordt en de geheele opbrengst daarvan, na. afschrijving en herstel van kapitaal, rechtens aan de arbei ders toekomt; dat de arbeidsovereenkomst in zich reeds onrechtvaardig is en dat het contract van maatschap daarvoor in de plaats moet ko men, al is het beter het looncontract zoover dat mogelijk is eenigszins te temperen door het contract van maatschap; dat alle productiemiddelen aan den staat moeten komen of gesocialiseerd moeten wor den. Afgekeurd wordt: dat het individueel karakter van het eigen doinsrecht zoodanig verzwakt wordt, dat het practisch geheel en al wordt ontnomen; dat kapitaal of arbeid met voorbijzien van de werkzaamheid van den ander de op brengst alleen voor zich zou opeischen, dit is onrechtvaardig; dat de eene klasse de andere uitsluit van deelgenootschap in de winst, dit is in strijd met de sociale rechtvaardigheid. Aan sommige waarheden herinnert de Paus met nadruk. Zoo: dat economie en zedelijkheid ieder op haar gebied haar eigen beginsel volgen, maar dat het economisch handelen onderworpen is aan de ééne Zedenwet; dat het eigendomsrecht een natuurrecht is; dat het eigendomsrecht onderscheiden moet worden van de uitoefening van dat recht; dat de verplichting, welke de eigenaars hebben, om slechts een behoorlijk gebruik van hun goederen te maken, niet valt onder de rechtvaardigheid, maar onder andere deugden, wier verplichting men niet krach tens een wet kan afdwingen; dat altijd zoowel het natuurlijk recht op privaat bezit als het recht, zijn goederen door erflating over te dragen, onaangeroerd i en onaangetast moet blijven, de Staat kan dit niet afschaffen; dat de natuur zelf de verdeeling der goe deren door middel van het privaat eigendom heeft vastgelegd; dat het eigendomsrecht een dubbel karak ter draagt, het z.g. individueele en het sociale; dat de noodzakelijke eischen van het so ciale leven normen stellen voor het eigen domsrecht zoowel als voor het gebruik en het behoud ervan; dat men zeer streng verplicht is, aalmoe zen te geven; dat het als een uitstekende beoefening van de deugd van milddadigheid moet be schouwd worden, bijzonder in overeenstem ming met de nooden van den tijd, wanneer grootere inkomsten besteed worden aan het scheppen van ruimer winstgevende arbeids gelegenheid, mits die arbeid dient tot het voortbrengen van werkelijk nuttige zaken. dat het absoluut verkeerd is, alleen aan het kapitaal of alleen aan den arbeid het resultaat toe te schrijven, dat door hun sa menwerking werd verkregen; dat aan den arbeider een loon moet wor den uitgekeerd, dat voldoende is om hem en zijn gezin te onderhouden; dat het een schandelijk misbruik is, dat moeders, wegens de ontoereikendheid van het loon van den vader, ertoe gedwongen worden buitenshuis winstgevenden arbeid te verrichten; dat voorts bij de bepaling van het loon rekening moet worden gehouden met het be drijf en zijn ondernemers, wijl het onrecht vaardig is overmatige loonen te eischen, die het bedrijf niet kan dragen zonder zelf ten gronde te gaan; dat wanneer echter een bedrijf minder winst afwerpt, tengevolge van nalatigheid, gebrek aan initiatief of het niet voldoende rekening houden met den technischen en economischen vooruitgang, dit niet als een te rechtvaardige reden mag beschouwd wor den om de loonen der arbeiders te drukken; dat het in strijd is met de sociale recht vaardigheid, terwille van eigen voordeel en met achterstelling van het algemeen wel zijn de loonen der arbeiders te veel te druk ken of te verhoogen; dat de sociale rechtvaardigheid eischt, dat met gemeenschappelijk overleg in eens gezindheid voor zoover dit kan, de loonen zóó geregeld worden, dat zooveel mogelijk arbeiders werk kunnen krijgen en voldoende middelen ontvangen voor hun levensonder houd, waartoe ook de Juiste verhouding usschen de loonen in landbouw, industrie enz- bijdraagt; dat te lage loonen of te hooge loonen de werkloosheid bevorderen. Gulden waarheden, de ernstige overweging van allen waard! Van het allerhoogste belang is ook in deze Encycliek de beschrijving en ontleding van den hedendaagschen economischen en so- t cialen toestand. Daarop komen wij in een afzonderlijk artikel nader terug. Wat de Paus hier zegt en vaak op zeer scherpe wijze formuleert, moge tot verheldering leiden en tot oplossing van meeningsverschillen, welke vooral op dit stuk in de laatste jaren bleken te bestaan. Voor ons allen heeft, wat de Paus te dien aanzien zegt, de hooge waarde van zijn gezag. Maar de groote hel derheid van zijn betoog zal het ook moge lijk maken, dat men niet slechts gehoor zaam het hoofd buigt, maar ook ten volle zal zijn overtuigd. Wat in deze Encycliek bijzonder treft, is vooreerst de klare visie van den Paus op de werkelijkheid. Nauwkeurig omschrijft Hij het hedendaagsche productiestelsel, waar van hij verklaart, dat het op zich zelf niet te veroordeelen is. Maar hier legt de Paus de misstanden bloot, welke hij in dit stelsel ziet als gevolg van de doorwerking van het individualisme, van de hebzucht en de heerschzucht. De ongebreidelde vrije concur rentie heeft geleid tot concentratie van een onbegrensde macht en despotische economi sche overheersching in de handen van weini gen, die meestal nog niet eens de eigenaars zijn, maar slechts de bewaarders en beheer ders van aan hen toevertrouwde goederen, die zij geheel en al volgens eigen inzicht en oordeel beheeren. In deze concentratie van macht en kapitaal bij enkelen ziet de Paus het karakteristieke kenmerk van de heden daagsche volkshuishouding. En uit deze con centratie vloeit drieërlei noodlottig gevolg voort: de strijd om de overheersching, de strijd om de opperheerschappij in den Staat, en de strijd tusschen de Staten onderling, Door deze doorwerking van den individua- listischen geest in het economisch leven, is dit verstard tot een meedoogenloos wreed en hard systeem. Wat vervolgens in deze Encycliek bijzonder treft is. naast een zeer scherpe brandmer king van de misstanden, de vaderlijke goed heid waarmee de Paus de dwalenden tege moet treedt en hen tot terugkeer vermaant. Zoo deze diep treffende oproep tot de Ka tholieke arbeiders, die tot het Socialisme zijn overgegaan, en zoo jammerlijk misleid en zoo ver van de waarheid en het heil zijn af geweken: Met zoo groot mogelijke bezorgdheid noo- gen Wij hen uit, tot den Moederschoot der Kerk terug te keeren. O, mochten, zij toch gewillig het oor leenen aan Onze stem! Moch ten zij daarheen terugkeeren, vanwaar zij zijn uitgegaan, namelijk het vaderhuis, en zich daar opstellen, waar hun eigehlijke plaats is, d.w.z. in de rangen van hen, die de raadgevin gen, door Leo uitgevaardigd en door Ons plechtig hernieuwd, met ijver opvolgen, en trachten de maatschappij volgens den geest der Kerk, in een nieuwen opbloei van sociale rechtvaardigheid en liefde te herstellen. En zij moeten overtuigd zijn, dat zij, zelfs hier op aarde, nergens waarachtiger geluk kunnen vinden dan bij Hem, Die, terwijl Hij rijk was om ons arm is geworden, opdat wij rijk zon. den worden door Zijn armoede, D'ie arm ge weest is en heeft gearbeid van Zijn jeugd af, Die allen, welke lijden en belast zijn, tot Zich roept, om hen in de liefde van Zijn Hart ten volle te verkwikken, Die tenslotte zander het minste aanzien des persoons, meer zal opeischen van hen, aan wie meer is gegeven, en Die een ieder zal vergelden naar zijn wer. ken. Een onbeschrijflijke geestdrift laaide op bij het Nederlandsch paviljoen Zooais we in onze courant van gisteren reeds hebben gameid, heeft onze Koninklijke Familie bij haar bezoek aan de koloniale ten toonstelling gistermiddag, vol groote en warme belangstelling kennis genomen van alles wat de tentoonstelling te bezichtigen biedt. Vooral de schitterende vertegenwoordiging van Indo-China boezemde den hoogen gasten zichtbaar bewondering in. De groote secties hadden de attentie om de aanwezige detachementen hunner kolo niale verdediging als eere-wacht op te stellen en waar het weer buitengewooïi meewerkte en een lichte wolkenlucht de atmosfeer temperde, gaf op elk punt het aspect een maximum van schoonheid Voor den grcoten tempel van Ang- korvat steeg de vorstelijke familie uit en na een oogenblik het geheel te hebben bewonderd, liet H.M. zich binnenleiden, doch vond uiter aard slechts tijd een klein gedeelte te door kruisen. Te voet begaf men zicfh daarna naar de groote mervenipaviiljoens, waairvam diie van Ma rokko, Algiers en Tunis vluchtig werden be zocht. Het schouwspel werd telkens weer ver levendigd door de aanwezigheid van de kleur- lingentroepen wier muziek zich deed hoaren en die de honneurs brachten. Vooral in die Indo- Ohina-paviiljaens hield H.M. zioh belangstel lend op. Langs de Avenue der vreemde deel nemingen werden achtereenvolgens het Bel gische en Italiannisdhe paviljoen bereikt en de overige paviljoens, waarvoor zich de missio narissen hadden opgesteld, vergezeld van de gezanten en de militaire attaché'» en andere functionarissen. Bij het Belgische paviljoen drukte H. M. haar spijt uit voor het oogenblik niiet den tijd te hebben het bezoek te kunnen brengen, dat het Belgische paviljoen verdient en bij het Italiaansche paviljoen ton ook slechte een vluchtige blik in de prachtige hall worden geworpen. In het Nederlandsch paviljoen. Het was reeds tien. minuten voor 'half een geworden eer de Koninklijke Faimllle voor het NedierlandBche paviljoen arriveerde. Van elf uur af had zich hier een groote men- H. Af. de Koningin verlaat het Elysée, na het feestmaal, Haar door president Dou- mer aangeboden. In gezelschap van den gouverneur van Parijs inspecteert Zij de eere'garde, die voor het paleis was opgesteld protes'tantoche zending, waar graaf de Pour- tales dominee .Pannder, professor Viennot en senator Eckhard de Koninklijke familie heb ben ontvangen en H. M. het gouden boek heeft geteekend, evenals de prins en de prin- O, mochten velen naar de roepstem van dezen liefdevollen Vader ook hun Vader, wat er ook gebeurd zij, hooren en den weg naar het Vaderhuis weder vinden! En dan denken wij ook aan dien ziele kreet, als de Paus beschrijft, hoe groote schade in het hedendaagsch productiestelsel aan de zielen van werkgevers en werknemers wordt toegebracht, en hij de eersten ver maant: „Wat baat het den mensch, of hi door een verstandiger beheer van rijkdom men al geschikter wordt zelfs om de geheele wereld te winnen, zoo hij daardoor schade lijdt aan zijn ziel?" en ten aanzien van de laatsten, denkende aan de gevaren, waar aan het fabrieksleven de zielen blootstelt, dezen noodkreet slaakte: „Zóó wordt de licha melijke arbeid, die door de goddelijke Voor zienigheid, ook na den zondeval aan den mensch was opgelegd tot heil van zijn lichaam maar ook van zijn ziel, overal ver anderd in een werktuig ten ondergang: want de doode stof verlaat het fabrieksge bouw veredeld, maar de menschen worden daar bedorven en verliezen er aan waarde". Zóó is deze Encycliek Quadragesimo Anno een machtig stuk, rijk aan leering, den weg wijzend naar een betere toekomst, en dat ons ontroert tot in het diepst van ons hart. Moge deze stem van den Vader der Chris tenheid gehoord worden en tot daden wek kenl i- - ,-y H, M. Koningin Wilhelmina groet de me nigte die haar toejuicht, na het bezoek het Nederlqndsche paviljoen op de Koloniale Tent o onstelling. aan De heer de Fouquieres begroet Prinse Juliana bij aankomst op het Elysée. sdhienmenlgte verdrongen dliie voor een flink deed uiit de leden van die Nedierilandische kolonie en uilt op bet oogenblik die tentoonitoonatiellillug bezoekende Hóllanders bestond en den tijd (hadden weten te karton door het zingen van valderiauidlsdhe liedieren. Even voor de komst der Koninklijke Fa milie werd een onde-dienist Inigeisteil'd en traden de Bailineasdbe dansers naar buiten oan zich met bun vaandels op te stellen tier weersizijden van den hoofdingang om zoo een kleurrijke ©erewacht te vormen. Voor den ingang hadden ziclh opgesteld de leden van het commissariaat en de architect de heer Sweedijk om die Konink lijk© Familie te verwelkomen. D© aankomst gaf tot een onbeschrijflijk© geestdrift het sein. Weldra weerklonk het Wilhelmus. D« Franscfhen betoonden zioh niet minder enthousiast dan de vaderlon diens en zij wisten de /hoezeeV soms met het „Viv© la neine" te overstemmen. Aan den ingang begroette mr. Focfc, die om zijin rouw, nu voor de eerste maal de honneurs waarnam, de Koninklijke Familie, welke daarna het paviljoen werd bimmengedeiid. H.M. werd door maarschalk Lyautey en mr. Fock vergezeld, die Prinses door den heer Swort en d© Prins door den heer Moojen. In de ginoote receiptiieizoal bevonden zich de leden van het comité van ontvangst. De zaal leverde een groot/sèhien aanblik op, aangezien men een keiur van irissen uiit Holland had doen 'kamen die ln prachtige garven samengevat, een smaakvolle decoratie vormden. De Ko ninklijke Familie maakte na de monumentale hall 'te hebben bewonderd en de groote diora ma's dn ©ogenschouw te hebben genomen een korte rond wandeling door de afdeetingen en liet zich naar dien Mendoet-tempel leaden, in welks interieur zij zich eenige oogenbldk op hield. Over het Balineesohe binnenhof be gaf het gezelschap zich naar buiten, ons ten- toonstelilinigsgebied verlatend door de gespleten Balineesdhe poort. Na een korten gelukwenscih aan hen, die aan het welslagen van ons pavil joen hebben meegewerkt, werd plaats genomen in de auto's en de rondrit over de tentoon stelling voortgezet totdat tegen 1 uur de Spaha's den stoet weer omsloten en H. M. naar den uitgang werd geleid, waar Zij aan maarschalk Lyautey haar groote bewondering uitsprak voor het girootscihie resultaat, dat met deze tentoon stelling is bereikt. Een bezoek aan de Missie-paviljoens PARIJS, IS Juni. (VAN ONZEN CORRES PONDENT). Het officieel bezoek van H. M. aan de Koloniale tentoonstelling, heeft een zeer bijzonderen indruk gemaakt. De omvang ervan wes echter oorzaak, dat de Koninklijke stoet miert overal was te volgen en zoo verzuimden we te melden, dat na de tempel van Ankor-Vat te hebben bezocht, de Koninklijke Familie een kaaoek heeft gebracht aan het paviljoen der Na afloop van dit bezoek trad do Koninklijke Familie het paviljoen der Katholieke missie binnen, waar door de afwezigheid van 'n vooraf opgesteld program dit bezoek niet voorzien had kunnen worden door het Fransche comité van organisatie De Koninklijke familie maakte ook daa.r een korte rondwandeling en begaf zich vervolgens te voet naar het paviljoen van Fransch Weet-Afrika. Waren bij het arriveerea op die 'tentoonstelling, zoowel H. M. ais de Prinses met een bloemenhulde verwelkomd, ook 'bij ihet betreden van het Nederlandsclhe paviljoen werd aan H. M. de Koningin een bloemenhulde aangeboden van witte en violet te orchideeën en aan de prinses een tuil van witte anjers. Zeer söhoone ©ogenblikken bij (het bezoek van heden zijn geweest de begroe ting door de Kambotsja-danseressen in haar kostbare praalgewaden op dein treden van den tempel van Anigkor-Vat en door de Anaimatiscbe ambtenaren eveneens in proaloosituums op deu drempel. Oak de overige groote paviljoens had dein dezelfde attentie gehad, de kleurlingen ln praalgewaden hun opwachting te doen maker, en zulks gaf in de Marokkaansche afdeellng aan leiding tot in (bijzonder pittoresk tafereel, toen bij het bezoek aan de Souks, de inboorlingen zich op den grond wierpen en wierook en andere reukwerken afstaken om de souvereinen te (hul digen. Een Marokkaansch koopman bood H. M. plotseling een kopje mokka aan, door H. M. met vriendelijken lach en eenige minzame woorden geaccepteerd. In het Belgische pavil joen beloofde H. M. terug te keeren en dl' zelfde voornemen gaf zij ook te kennen aan Prins Du Scalea in het Italiaansche paviljoea. Trouwens bij het verlaten van de tentoonste'.- Mng heeft H. M. aan maarschalk Leyotey verzekerd, dat zooverre haar verplichtingen hst toelaten, zij voornemens is geheel haar tijd aan temtoanisbellingritezoek te geven. Er wordt nu druk gewerkt aan (het groote avond feest, dat hedenavond met een intiem diner van 25 couverts door maarschalk Leyauter wordt 'geopend en onder welk diner de Kam- vts.ia-'d&neeresseo (haar ritueel© dansen zullen uitvoeren. „Het Oranje Kruis" sticht er een organisatie voor. Socialistische besprekingen over een tol-unie. Onze Brusselsche correspondent meldt ons: De commissie voor buitenlandsche politiek van de Belgische Socialistische Arbeiderspartij heeft te Brussel vergaderd onder voorzitter schap van Henri Roiin. Besproken werd een memorandum, opgemaakt door Arthur Wauters over de kwestie van een Nederlandsch-Belgi- sche tol-uie. De commissie besloot dit vraagstuk onver wijld in al ztjn aspecten te overwegen, en zal ook de mogelijkheid bespreken om deze voor genomen tol-unie uit te strekken tot alle lan den, die bij de douane-overeenkomst van Oslo aangesloten zijn. POOLSCHE KALI-INVOER IN NEDERLAND. In verband met het feit, dat in de haven van Delfzijl een schip met Poolsche kali gelost wordt, meldt trien ons, dat in ons land geduren de eenigen tijd een strijd wordt gevoerd tegen de huidige kaliprijzen. Zooals hekend is, hebben •de landbouworganisaties reeds eenigen tijd ge leden dringende telegrammen gericht tot de Vereenigde Kali-Maatschappijen te Berlijn en Mülhausen, waarin gewezen werd op de hooge prijzen der kali, welke door de boeren in dezen tijd van crisis niet meer op te brengen zijn. De Dultsche en Lotharingsche Kailmaat- schappij hebben tot dusver aan deze verzoeken geen gevolg gegeven. Waar de Vereenigde Kali maatschappijen over een feitelijk monopolie be schikken, konden de landbouworganisaties er weinig aan doen. Wetenschappelijk is echter uitgemaakt, dat de boeren hun land kunnen bebouwen zonder elk jaar kali te gebruiken. En het ls te voor zien, dat in deze voor den landbouwenden stand zoo moeilijke tijden, vele boeren dit jaar zullen overslaan met een kali-bestelling. Thans komt echter de Poolsche kali-export en dit is in dit stadium der zaak zeer belang rijk. De Poolsche kali is weliswaar van lager gehalte, maar aanmerkelijk goedkooper Indien men niet tot een compromis kan komen mag verwacht worden, dat de Poolsche kali het volgend jaar een belangrijke plaats op de markt zal innemen. Dinsdag heeft de Kon. Nationale Bond voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken ,.Het Oranje Kruis" te Utrecht een buitenge wone algemeene bondsvergadering gehouden, welke onder leiding stond van den voorzitter, den heer Abram Muller. In deze bijeenkomst werd behandeld het voorstel van het bestuur, om een bedrag van ten hoogste vijftien duizend gulden beschik baar te stellen om de uitvoering van een or ganisatie van de hulpverleening bij rampen, massale en persoonlijke ongelukken, mogelijk te kunnen maken. Uit de toelichting bleek, dat het bestuur van den Algem. Nederl. Wielrij- dersbond, Toeristenbond voor Nederland, ook geldelijken steun heeft toegezegd. De voorzitter zei in zijn openingswoord o.a, dat het bestuur bij de voorbereiding van dit voorstel slechts voortgebouwd heeft op de grondslagen, die gelegd zijn, toen „Het Oranje Kruis" werd opgericht; dat deze organisatie in staat is de bedoelde taak te vervullen en dat deze taak in samenwerking met andere ver- eenigingen of lichamen uitgevoerd zal worden. Bij de discussies over het onderhavige voor stel, werd het o.a. betreurd, dat men niet in samenwerking met „Het Roode Kruis" had ge handeld. Hierop werd van bestuurszijde opge merkt, dat nog pogingen zullen worden ge daan om met Het Roode Kruis samen te wer ken; de bedoeling is geenszins om een vijan delijke houding tegenover deze organisatie aan te nemen. Evenmin wordt een imitatie beoogt van wat „Het Roode Kruis" reeds verwezen lijkt heeft. ,Na eenige verdere discussie diende de heer A. de Cocq, voorzitter van den R. v. A. te Amers foort, een motie in, waarin de vergadering als haar wensch uit zou sprekeri, dat spoedige sa menwerking met „Het Roode Kruis" worde ver kregen. Dr. Brenkman legde aan de vergadering een amendement op het bestuursvoorstel voor, en wel er toe strekkende, dat het bestuur voort zal gaan met érnstige pogingen om alsnog tot samenwerking met „Het Roode Kruis" te ko men. Dit amendement werd met 13 stemmen te gen, 6 voor en 1 blanco verworpen. Het bestuursvoorstel werd alleen met de stem van dr. Brenkman (G. G. G. D. te Am sterdam) aangenomen, terwijl de motie met al gemeen© stemmen werd aanvaard. Uit betrouwbare bron vernemen wij, dat de Regeering een anti-dumpingswet in gereedheid heeft gebracht Heit ontwerp van wot dart. de Regeering de bevoegdheid geeft in evidente gevallen van dumping afweermaatregelen te treffen, zou zioh reeds voor het vereiscbte onderzoek bij den Raad van State bevinden. Naar ons verder ter ooTe kwam, heeft de commissie voor economische politiek zich op drie stemmen na tegen, het wetsontwerp ver klaard. Niettegenstaande dit votum heeft Minister Verschuur toch doorgezet en wil hij zijn vooA stel aan het oordeel der Volksvertegenwoordi ging onderwerpen. WONING AFGEBRAND. Gisteren is te Bennekom afgebrand de wo ning van Jansen. Verschillende varkens kwa men in de vlammen om. Oorzaak onbekend, ver zekering dekt de schade. STROOVOORRAAD VERBRAND Gisterennacht is te Nieuwe Pefcela een stroo- voonraad van 1.600.000 kilo van de ca.rtonfa- briiak „De Knoon", iin brand geraakt en door de vlammen gehoed. ygrteepd, - II M. Koningin Wilhelmina legt een kranig op het graf van den Onbekenden Soldaat,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5