INCASSO BANK
DE WITTE VLINDER
«»r ssx" r „f t'
§1
Kousen, sokken, Huistioudgoeiieren, enz.
w—
VRIJDAG 3 JULI 1931
RIJKSRIDDER VOM UND
ZUM STEIN.
DE GRONDVESTER VAN HET
PRUISISCHE GEMEENTE
RECHT.
RUMOER IN HET LAGERHUIS.
Afgevaardigde door de zaalwachters
uitgezet.
SIR JOHN SIMON,f
BESLUIT.
BRENGT HET VEEL VERA
DERING TEWEEG
HANDELS- EN SCIIEEPVAARTVER
DRAG MET ZUID-SLAVIE.
KATHOLIEKE BAKKERSPATROONS,
Dumpingspolitiek.
Praetisch Vacant!
schoentje. Div. soorten
Zomerscboentjes in
prijzen van
2.U 3.9i 4.= enz.
0 kunt gerust met vacantie gaan met 'n paar
nieuwe Kaplaars' schoenen. Onze schoenen
zitten van den beginne af werkelijk heerlijk. De
uitstekende pasvorm en de soepele buigzaam
heid van onze leersoorten zijn daar borg voor!
Koop ze nu, thans zijn ze voordeeliger dan ooit!
Zeer apart Wandel
schoentje in diverse
tinten. Werkelijk spot
goedkoop
Prima Heeren Moliere
in zwart en bruin met
genaaide rand. Iets
bijzonders
Reclame aanbieding.
Pasvorm en afweric.
uitstek.! Betere genr.
4.= 5.= 6.= enz.
Hoogstr. 355 Jonkerfransstr. 77
Kruiskade 12 0. Binnenweg 102
Rotterdam
Hoogstraat 52 Schiedam
Gevestigd te AMSTERDAM
KANTOOR SCHIEDAM
TEL. 69070 69071 - TUiNLAAN 80
Volgestort Kapitaal f 30.000.000
Reservef 9.000.000
Voorschot op
CEELEN- EN C0NN0SSEMENTEN
ONGEACCEPTEERD HANDELSPAPIER
Alle Bankzaken. Safe-Deposit.
Zaterdagmiddag 3 uur opent
Rotterdamschedijk 211
Het goedkoopste adres voor:
Wie 1 Gulden besteedt, ontvangt een
heerlijk stuk toiletzeep cadeau.
KINDEREN KRIJGEN EEN AARDIGE VERRASSING!!!
t
Een democratische en vrijheidlievende
aristocraat.
Van onzen Berlijnschen correspondent.)
Ben 29sten Juni 1931, was ex een eeuw ver-
streken, sedert de rijk&rdddier vom und zum
Stein op zijn kasteel Kappenberg, in Westfa-
len den geest gaf. Behalve zijn naaste omgeving
nam niemand in die dagen notitie van de ge
beurtenis, of bet moesten de ontelbare vijan
den zijn, -welke hij in den loop van zijn car
rière gemaakt had en die nu met een zucht
van verlichting zijn Verscheiden in de gazet
ten lazert.
Maar in honderd jaar kan er veel veranderen
en aldus maakt men nu ook veel meer cas van
den dooden rijksridder dan men zulks deed in
de dagen toen zijn lijk nog boven aarde stond
En wat in deze 'belangstelling verrassend, om
niet te zeggen verkwikkelijk, aandoet is de
jj'ver, welken allen daarbij ontwikkelen om
Stein tot een eigen geestverwant te verklaren.
Van de socialisten af tot de nationaaJ-aoeiaiisten
toe, zijn alle sohakeeringen der 'burgerij 't ont
roerend eens over den lof waarop de grondves
ter van 't Pruisisch© gemeenterecht aanspraak
kan maken. Maar jammer genoeg houdt de
eensgezindheid op en vliegen allen elkaar on
derling in de haren over die vraag, bij welke te
genwoordige staatkundige fractie de heer vom
Stein ingedeeld behoort te worden. Men vecht
om zijn geest gelijk gieren om een kadaver en
rukt en plukt eraan, tot die farden er ten
slotte afvliegen.
In dit verband is het wellicht interessanter
na te gaan, wiens geesteskind Stein zelf was
dan zijn loopbaan voet voor voet te volgen en
dat te meer, wijl men op deze wijze nog even
contact krijgt met toestanden, diie nu niet al
leen opgehouden hebben te bestaan en volko-
men vergeten zijn, maar waarvan men zich
ook nog maar moeilijk een voorstelling kan
maken.
De ridder, of de Freiherr vom Stein, gelijk
hij tegenwoordig mestal genoemd wordt, ont
sproot in 1757 uit een oud geslacht van rijks-
rididens. Deze ridders namen in het H. Room-
scfhe Rijk een bijzondere plaats in. Hun bloei
tijd lag in de middeleeuwen, maar toen deze
periode voorbij was, wisten ze zich nog veie
honderden jaren te handhaven, zij het dan al
met groot© moeite en in bestendig gevaar door
nieuw opkomende machten verpletterd te wor
den, gelijk dat ten lange laatste inderdaad ook
geschied is. Maar ook in hun na-periode speel
den zij een rol, omdat zij eigenlijk de laatste
vertegenwoordigers waren van de burgerlijke
rechten en vrijheden tegen het absolutisme,
waaronder Europa een tijd lang verzucht heeft.
De rijfesrid'ders waren z.g. reichsunmittel-
bar, hetgeen bef eek ent, dt zij alleen met den
keizer te maken hadden en onafhankelijk wa
ren van de vorsten in welker gebied hun do
meinen toevallig lagen. Hadden zij Kloos ge
kend, dan zouden zij den zang aangeheven heb
ben „Ik ben een vorst in het diepst van mijn
gedachten" maar eigenlijk hadden zij Kloos
daar heelemoal niet voor noodig, want van hun
vorstelijke waardigheid waren ze tot in het
merg hunner beenderen overtuigd en dus ook
bereid di© stelling eiken dag van de tinnen
en torens hunner vervullende kasteeJon uit te
schreeuwen.
Deze geestesgesteldheid bracht hen natuur
lijk in latenten strijd met de souveredne en re-
geerende vorsten om zich heem. Raakte zulk 'n
vorst in conflict met dan keizer, dan herin
nerde de rijksridder zich, dat alléén de keizer
zijn leenheer was en dies koos hij partij voor
zijn dlrecten heer den eenige dien hij erkende
Raakt© de vorst in conflict met zijn onderda
nen, dan herinnerde de rijtesridder zich weer,
dat de vorst in den kern der zaak zijn doods
vijand was en koos hij de partij van den on
derdaan. Deze laaaste huoding kwam nog duide
lijker tot uitdrukking wel die rijksridder meest
al op het land leefde als een heerefooer, ©n de
boerenstand hem daarom 'bijzonder na aan
het 'hart lag. In t voorbijgaan zij gezegd, dat men
zulk 'n West-Duitschen rijksridder niet met een
transelbischen Jonker moet verwarren. De eer
ste voelde zich één en ondeelbaar met de boe-
T-en te midden van wie hij als patriarch ais een
eerste ondier zijns gelijken leefde. De laatste
echter streefde er altijd naar zich van zijn
menschel ijke omgeving te distantieeren, een
houding, die ook alweer begrijpelijk is, wan
neer men het rassenverschil in heit geding be
trekt. i
Rijksridder vom und zum Stein.
Overigens verschalden bedde categorieën daar-
dat de West-Duitischer veel gecultiveerder was
uit een voel edeler traditie zijn levenssappen
toog dan zulks meer naar het Oosten het geval
was. Bovendien zwaaide de Joonker den scepter
meestal oveT een samenhangend grondbezit
van soms zeer groote uitgestrektheid, terwijl de
gronden van den rijksridder meestal in stokken
en brokken uit elkaar lagen.
Een andere vijand vond de stand der rijks
ridders in den Hof en den z.g. Briefadel.
Duiitschland heeft gelukkig nimmer de ver
plichte residentie van den adel aan het ko
ningshof gekend zooals dat in Frankrijk het
geval was. Daardoor bleven talrijke leidende
geslachten met den gromd verbonden, waaruit
te voortgekomen waren, en bleven ze tegelijk
ooit voor de corruptie en de degeneratie van
een hof k la Ludewijk XV gespaard. Maar vele
jongere zonen vooral ook telgen van families
die later in den adelstand verheven waren,
vonden toch hun weg in het leger, jn de admi
nistratie en vandaar dan als edellakeien aan
'iet hof van hun potentaat. Deze heeren gin
gen natuurlijk door dik en dun met hun vorst
mode, oefenden vaak aanzienlijken invloed uit
en vergaten daarbij geheel en al, wat volgens
het Inzicht dar rijksridders, een der voor
naamste plichten van den adel was. Eu deze
plicht was armen en onderdrukten te steunen
cu geenszins als gangmaker op te treden voor
het absolutisme. Met heit bevorderen van dit
absolutisme groef de adel trouwens zijn eigen
graf en voor zulke domheid voelden de rijks-
ridders niet bijster veel.
In deze wereldbeschouwing is de heer 'Von
Stein opgegroeid en zoo hij de bakens al met
het getij wist te verzetten, dan is hij haar toch
tot zijn dood getrouw gebleven. Vermits hij
echter een vooruitziend man met ongewone be
gaafdheden was, dekte zijn inzicht zich niet
in alle deelen met die van zijn standgenooten
en sloeg hij soms wegen in, welke, gezien het
voorafgaande, verrassing moeten wekken. Zoo
scheen de eerste groote stap zijns levens reeds
lijnrecht in te gaan tegen zijn beginselen. Hier
bij zij echter voorop gezegd, dat Stein de ne
gende van een familie van tien kinderen was
en dat hij financieel dus al met handen en
voeten was gebonden.
Hij bezocht de universiteit van Hannover,
welke toen sterk onder Engelschen invloed
stond en hier ontwikkelde zich nog die affini
teit met Engelsche zeden en gewoonten, welke
de aristocratie van alle landen, voorzooverre ze
tenminste democratisch en vrijheidlievend
voelt, met Engeland pleegt te verbinden. Van
e universiteit ging hij kennis maken met de
voornaamste keizerlijke instellingen, maar de
ucit, welke hij daar inademde, leek hem zoo
fm 6n ?Uf' dat hij aan de mogelijkheid twij-
e o, ei in te kunnen ademen. Deze en een paar
ie,- 6|!6 C.°.as,icieraties brachten hem er toe zich
ti!?en 6h° 'ng te stellen, niet van zijn wet-
van T>r.?f«' P. keizer> maar van den koning
hij In die richtinVV6rontwaardiging wierp
van zich af en besehuldigingen zelfs
dia veel «i, ^kte daarbij het tegenwoor-
In dezen zin liet I
aan de uitwerkingJ pr0gram 7™^
f waarvan men nog tot op den
Duitechland bezig is. Had
,p ge!ïregen, dan waren alle toen
7§ n?pn "ehn0?^61'^ Dnitsche vorsten over
ci7pr natm r-Ur<i| met uitzondering van
den v 11 Ik en van den koning van
Pruisen. Hij begreep, dat één dezer heiden op
perheer in een vereenigd Duitscliland moest
zijn, maar hij kon het niet met zich zelf eens
worden, wie den ren zou winnen. Wijselijk liet
hij de oplossing van deze kwestie maar aan de
toekomst over.
Inmiddels was Stein alles behalve een revo-
lutionnair. Wanneer hij de vorsten weg wilde
jagen, dan was dat volgens hem een gerechte
straf voor hun heulen met de Franschen en
het verraad, dat zij daarmede aan Duitschland
begingen. Voor het overige zat Stein hecht in
het verleden vastgeworteld. Verstard was hij
echter in dat verleden niet. Hij streefde naar
vernieuwing en naar verjonging, maar deze
moesten harmonisch en evenwichtig uit de his
torisch gegeven verhoudingen opbloeien.
Als goed rijksridder was Stein een goed boer
en een goed democraat. Zijn levenswerk heeft
in het uitvieren van deze tendenzen bestaan.
Helaas was het her 'aar korten tijd bescho
ren een leidende rol de Pruisische aangele
genheden te spelen, maar in dien korten tijd
slaagde hij er toch in zijn stempel zóó soliede
op dit koninkrijk te drukken, dat hij heden nog
tot de omstreden figuren uit de geschiedenis
behoort.
Met Gnelsenau en Scharnhorst leidde Stein
den bevrijdingsoorlog tegen Napoleon. Maar de
groote verdiensten van den man bestaan dddr-
In, dat hij, te midden van den druk en de zor
gen, welke zulk een oorlog uit den aard der
zaak meebrengt, de vervulling van zijn groote
idealen niet tot later datum verschoof. Want
het was in die dagen, dat hij de boeren uit den
staat van semi-lijfeigenschap bevrijdde, waarin ze
langzamerhand verzonken waren en dat hij te
gelijk den grondslag legde voor de tegenwoor
dige gemeentelijke inrichting van Pruisen. Dit
laatste deel van zijn taak heeft hij niet ten
einde kunnen voeren, want toen de koning hem
niet meer noodig had, joeg hij hem smadelijk
weg. Graaf Hardenberg nam Steins half vol-
tooide werk over en overwoekerde het met
bureaucratie. Maar de grondslagen waren toch
zóó soliede gelegd, dat ze het tot op den day
van heden uitgehouden hebben en elke Pruis
erkent grif, dat in de Steinsche gemeente-in
richting de kiem ligt van de vrijheid, die hem
echter eerst veel later tot een vrucht zou
rijpen.
Toen Stein als minister zijn boterbriefje thuis
gestuurd kreeg, meende hij lakoniek nog twee
kwesties tot oplosing te moeten brengen, en wel
de ledigheid en den ouderdom. Hij heeft die op
lossing schitterend gevonden, want hij wierp
zich in het edele vak der geschiedkundige vor-
sching en werd de oprichter van de Monumenta
Germaniae historica.
In het Engelsche lagerhuis is het gisteren
tot rumoerige tooneelen gekomen, doordien een
afgevaardigde van den linkervleugel der arbei-
derspartij, dóe weigerde een door hem gebezig'
de uitdrukking in .te trekken, van de zitting
uitgesloten werd, doch toen weigerde de zaa'l
te verlaten. Vier zaalwachters werden ontbo
den, om den recalcitranten afgevaardigde
de zaal uit te zetten, doch verscheidene afge
vaardigden van den linkervleugel der arbeiders
partij verzetten zich tegen de wegvoering, zoo
dat er groote herrie ontstond en de zitting voor
20 minuten geschorst werd.
Het gelukte den zaalwachters ten slotte
den weerstrevende te verwijderen. Aangezien
geweld moest worden gebruikt, blijft de afge
vaardigde voor den verderen duur van de te
genwoordige zitting tot het begin van de vol
gende zitting uitgesloten, waardoor hij 'n verlies
van 100 lijdt, want in dergelijke gevallen
wordt geen vergoeding aan een lid van het par
lement gegeven.
HEVIG NOODWEER IN HONGARIJE.
Naar uit Sceohedin (Hongarije) gemeld
wordt, heeft in de afgeloopen dagen in de om
geving een verwoestende storm gewoed. In het
district werd alles verwoest. Over een opper-
vlakte van 40 K.M. bij 8 A 10 K.M. is de oogst
volkomen verloren gegaan.
Ook de beroemde paprikacultures zijn door
het noodweer vernietigd.
De regeering heeft onmiddellijk maatrege
len genomen om den nood te lenigen.
De buren.
„Juffrouw, moeder laat vragen, of ze je
gramophoon even mag leenen?"
„Zoo kereltje, wil je moeder dansen van
avond?"
„Nee juffrouw, ze wil graag vroeg slapen."
Londen, 29 Jum 1931
(Van onzen Correspondent)
Sir John Simon is een staatsman en reehts-
den voet gevolgd door sir Robert Hutchison,
hebben officieel medegedeeld, dat zij de libe
rale „whip" niet meer wenschen te ontvangen.
Zij behooren tot de aanzienlijkste figuren der
liberale partij.
Sir John Simon en mr. Ernest Brown, op
geleerde van internationale faam; mr. Ernest
Brown heeft, wel-is-waar, nooit een groote open
bare functie bekleed, maar was door de partij
leiders uit de „backbeuchert" uitgekozen om
deel uit te maken van het voornamelijk uil. oud
ministers bestaande comité dat bekend staat
als het liberale „slhadow cabinet"; sir Robert
Hutchison ten slotte is zelf „Chief Whip" ge
weest.
Wie niet langer de „whips" zijner partij
wenscht te ontvangen, onttrekt zich aan de par
tijdiscipline en houdt op lid te zijn van de
parlementaire fractie. Hij wordt een „onafhan
kelijke", niet juist datgene wat wij wel eens
als „wilde" aanduiden, al zal praktisch zijn
positie reeds zeer spoedig hierin ontaarden. De
drie M. P-'s breken de banden met de fractie
niet op grond van principieele politieke over
wegingen: zij verzaken de liberale beginselen
niet, maar zij weigeren langer vereenzelvigd
te worden met de taktiek van de meerderheid
der partij.
In verschillenden vorm hebben zij allen de
zelfde motieven voor hun besluit, gegoten in
hun brief aan den tegenwoordigen Chief Whip,
sir Archibald Sinclair.
„De beloon'ing voor den voortdurenden, tot
eiken prijs verleenden steun en bijstand der
liberalen", schreef s'ir Robert, „was de hoogst
vernederende redevoering van den kanselier
der schatkist (op Woensdag), die onzen leider
en onze partij overlaadde met lioon en minach
ting. Voor een ieder met een vonkje zelf-respect
is deze behandeling ondragelijk".
Mr. Snowden's rede heeft ongetwijfeld den
doorslag gegeven. Men zegt dat zyn eigen col
lega's in h-et kabinet van meening zijn, dat hij.
door zonder no-dzank een zoo aggressieven
toon aan te slaan, een ernstigen misslag begaan
heeft. Zelfs tegenover Engelsche liberalen kan
men niet al te ver gaan. Maar de drie leden,
die zich „onafhankelijk" verklaard hadden,
waren dit feitelijk sinds lang reeds. Zij had
den zich reeds maanden geleden aan de partij
discipline onttrokken. Zij willen thans de
Whips niet meer ontvangen, maar toen zij
die wel ontvingen, stoorden zij zich niet er
aan. Sir John Simon had reeds openlijk aan
gekondigd dat hij, in strijd met de officieele
Uberale taktiek, bij elke Stemming, waarmee
het vertrouwen in de regeering gemoeid was,
in de loby van de tegenstanders van het ka-
binet zou gaan.
Men verwacht, dat nog een aantal liberalen
bet voorbeeld van deze drie mannen zullen
volgen. Maar voor lien allen zij tellen niet
meer dan een goed half dozijn geldt het
zelfde wat wij van sir. John Simon getuigden.
Zij gehoorzaamden de Whips sinds geruimen
tijd niet meer.
Een onmiddellijke uitwerking op de verhou
dingen in het lagerhuis zal de afscheiding van
een" achttal liberalen niet hebben. Of zij tegen
de regeering stemmen terwijl zij formeel deel
uitmaken van de liberale fractie, of dat zij dit
doen terwijl zij., een numeriek onbeduidend
groepje „onafhankelijken" vormen, komt op
hetzelfde neer. De uitwerking, welke hun be
sluit op de verhoudingen in de partij zal heb
ben, valt moeilük te berekenen. Het is mogelijk
dat een aantal leden, die de houding van Lloyd
George tegenover de regeering afkeuren, on
der den indruk zullen komen van de door sir
Johrn en diens mede-afgescheidenen gebezigde
argumenten, maar het is even goed mogelijk
dat de afval van enkelen ten gevolge zal heb
ben dat de loyauteit van de meerderheid der
wankelmoedige liberalen versterkt zal worden.
Het is onzinnig uit het feit, dat sir John een
man van den alloreersten rang is, af te leiden,
dat anderen hem zullen volgen. Men mbet in
aanmerking nemen dat in doder parlement, dus
ook in het Engelsche, de onbenulligste „back
benchers" zichzelf als oneindig veel knapper
beschouwen dan de erkende leiders-
Lastige „kopstukken", zooals sir John Simon,
ziet een partijleider, zooals Lloyd George, niet
zoo heel ongaarne zijn biezen pakken. Door het
uittreden van grootheden van iets minderen
rang, zooals mr. Brown en sir Robert, worden
de kansen op promotie van grootheden van nög
pnnderen rang gunstiger. In alle partijen staan
grootheden van hoogeren rang grootheden van
minder hoogen rang in den weg. Verlaten eeni-
gen van eerstgenoemden, om een of andere re
den de partij, dan hebben die „backbenchers",
die de meeste loyaliteit aan den dag leggen,
ook de meeste kans op bevordering. Anders zou
het liberale gebouw reeds een paar jaren ge
leden geheel in puin gevallen zijn.
Wij kunnen niet inzien, dat sir John Simon
de zaak, waarvoor hij opkomt, een grooten
dienst bewezen heeft. Hij, en de andere af
valligen, hebben door hun heengaan de positie
van de meerderheid in de liberale fractie ver
sterkt. Zij hebben op de fractie-vergaderingen
geen recht van spreken meer. Zij kunnen op
hun mede-liberalen geen directen invloed meer
uitoefenen. Zij hebben de minderheid in de
fractie, die met hen accoord ging, verzwakt.
Wat is sir John Simon, als hoofd van een
groep onafhankelijke liberalen Heel weinig.
Wat ls hij daarentegen persoonlijk Wellicht
de grootste, meest gevreesde en meest geëer
biedigde volkstribuun des lands. Al wat deze
man, als lid der liberale partij, inbracht tegen
de regeering, welke door die partij gesteund
werd, had oen onmetelijken invloed op ruil-
lioenen liberale kiezers. Al wat hij, als onaf
hankelijke tegen de regeering zal inbrengen,
zal langs de massa der kiezers, wier denken
steeds steunt op een bepaalde partij-idee, voor
bijgaan.
Wanneer hij wat velen vermoeden ten
slotte mocht overgaan tot de conservatieven,
dan zal hij waarschijnlijk reeds zeer spoedig
aan invloed verliezen. Mr. Baldwin heeft reeds
te zorgen voor meer groote mannen dan hij ge
bruiken kan, en geen dier groote mannen, die
na jaren van arbeid (of althans van iets, dat er
op lijkt) in de conservatieve- gelederen hoogen
rang bereikt heeft, zal er iets voor voelen een
„overgeloopen" liberaal als pre eminent te er
kennen. In de politiek zijn „bekeerlingen"
steeds populairder om hun afval dan om hun
bekeering.
Als onafhankelijke zal sir John in ieder geval
blijven doen, wat hij sinds maanden reeds ge
daan heeft: iedere poging, om de regeering ten
val te brengen, steunen. In zooverre zal hij met
de conservatieven samenwerken. Maar, tenzij
er wijziging gekomen is in zijn fiscale inzich
ten, zal een toetreden tot de conservatieve partij
uitgesloten zijn.
Een groot man. zooals Winston Churchill,
kon conservatief worden en vrijhandelaar blij
ven het is twijfelachtig of een grooter man,
zooals sir John Simon, dit eveneens doen kan
Maar, hij kan zijn beginselen herzien.
Met grooten praal en luister begeeft koning
Foead van Egypte zich naar 't parlements
gebouw ter opening van de kamer.
Congres te Nijmegen.
Da Ned. R.K. Bond van Brood-, Koek- en
Banketbakkers heeft te Nijmegen zijn congres
gehouden onder voorzitterschap van den' heer
P. Hendrlx uit 's-Hertogenbosch.
Het jaarverslag van den secretaris, den heer
van Oosterum uit Rotterdam, werd vervol
gens goedgekeurd, evenals het verslag van den
penningmeester, den heer Brouwer uit Hil
versum.
Aangenomen werd het voorstel-Nijmegen om
het hoofdbestuur niet met twee leden uit te
i Verschenen is het voorloopig verslag der
i weede Kamer over het wetsontwerp tot goed-
i keuring van het op 28 Mei 1930 te Belgrado
i.usschen Nederland en Zuid-Slavië gesloten
i handels- en soheepvaartverdrag en van het daar
bij behoorende slotprotocol.
Tegenover de voordeelen, welke van het nieu
we handelsverdrag tusschen Nederland en Zuid-
Slavië voor de ontwikkeling van de wederzijd-
sche handelsbetrekkingen worden verwacht,
wezen sommige leden er op, dat de Zuid-Slavi
sche regeering ten behoeve van een speciaal
exportproduct van haar nationale industrie, de
spiritus, een zeer laakbare dumpingspolitiek
volgt.
De Zuid-Slavische spiritusfabrieken ont
vangen n.l. voor iederen H.L. spiritus, welken
zij exporteeren, een premie uit den binnenland-
schen accijns van 4.5 dinars per L., hetgeen
neerkomt op ongeveer 18 per H.L. Wanneer
rnen bedenkt, dat de wereldmarktprijs voor
spiritus op het oogenblik ongeveer ƒ13 be
draagt, dan beteekent de exportpremie, welke
de Zuid-Slavische spiritusfabrieken ontvangen,
circa 140 pet.
De hier aan het woord zijnde leden vroegen,
hoe het te verantwoorden is met een regeering,
die dergelijke middelen gebruikt om de prijzen
van de buitenlandsche producten, waaronder de
Nederlandsche, stelselmatig de onderbieden, een
handelsverdrag te sluiten op den voet van
wederzijdsche meestbegunstlging.
Gevraagd werd, of de regeering niet wil over
wegen ln Belgrado een zelfstandig gezantschap
te vestigen.
DEKKERSWALD
Verschenen is het 24ste jaarverslag (1930)
van het R.K. Sanatorium Dekkerswald van de
Vereeniging R.K. Herstellingsoorden voor long
lijders en zwakke kinderen.
Hij knapte alles op.
Gelezen onder de lijst van faillissementen:
„A. Bvroeger schipper, thans dames
breiden. Op voorstel van het hoofdbestuur
werd nog besloten het aantal hoofdbestuursle
den voor Limburg van een tot twee uit te
breiden.
Bij de bestuursverkiezing werd de heer 3.
Brouwer, te Hilversum, bij enkele candidaat-
stelling herkozen; in de plaats van den heer
Hendrix, die zich niet herkiesbaar stelde, werd
gekozen de heer J. G. )lchholt uit 's-Bosch. In
de vacature-Zonneveld werd gekozen de heer
G. v. d. Post uit Rotterdam, terwijl voor Lim
burg werd gekozen de heer Muller uit Kerk
rad e.
Dé heer Schulte, uit Rotterdam, gaf tij
dens de stemming een beschouwing over de
toepassing der Tarwewet..
Aan de orde was vervolgens de keuze van
een voorzitter uit het hoofdbestuur. Gecandi-
deerd waren de heeren J. v. d. Bergh uit Am
sterdam en G. v. d. Post uit Rotterdam. Bij
herstemming werd de beer v. d. Post gekozen
met 32 tegen 19 stemmen. De nieuwe functiona
ris nam deze benoeming voorloopig voor eea
jaar aan.
Op de inleidingen van den beer S. J. van
Heunen uit Arnhem, over het „Watergehalte
ln het tarwemeel", van den heer J. v. d. Bergh
uit Amsterdam over „Uitbouw van de collec
tieve arbeidsovereenkomst" en den heer Krijgs
man, wethouder van Den Bosch, over de vraag
„Is de interesse voor overneming van bakke
rijen door instellingen van en uit de bakkerij
gegroeid, principieel juist?, werd geen gedach-
tenwissellng gehouden.
De afdeeling Heerlen stelde voor om het
algemeen aanvangsuur van den arbeid in de
bakkerijen, ook in de steden, te bepalen op 5
uur des morgens, ook voor bedrijven met min
der dan zes gezellen.
Het hoofdbestuur prae-advlseerde, dat de
wetgeving hier principieel moet uitgevoerd
worden. Langs den weg der centrale commissie
moet hier iets beters bereikt worden. Deze
commissie zal de kwestie nader onderzoeken,
evenals die van het „vereche broodje".
Besloten werd geen motie te zenden aan het
secretariaat van de Centrale Commissie, maar
een audiëntie aan te vragen bij den minister
van Arbeid.
Het hoofdbestuur zegde aan de afd. Heerlen
toe volle aandacht te zullen schenken aan het
verlangen dat het geoorloofd wordt vanaf 8
uur des morgens versch brood heneden de 100
gram te verkoopen, en te vervoeren.
ft j x M. J. van den Brom. Katen-
Bent U dat drechtschestr. 45a en D. van
Bruggen. Gouwstraat 50b. beiden te Rotterdam,
kunnen in ons Hliaal Oude Binnenweg 102 gratis
voor TIEN GULDEN aan schoenen bekomen.