WIL FRANKRIJK HELPEN?
I
-
DONDERDAG 16 JULI 193Ï
fa -
JEAN LOUIS FORAIN "f.
DE GROOTE TEEKENAAR.
6
RUMOER TE LIVERPOOL.
HET INTERN. SOCIALISTEN-CONGRES
TE WEENEN.
DE SPOORWEGEN-AANLEG IN
DUITSCHLAND.
De schuld van de catastrophe ligt hij Duitschland zelf. Duiisch-
land kan zich van alle internationale hulp verzekeren
indien het zelf tot bezinning komt zoowel op
politiek als economisch gebied.
GEEN „SCHADENFREUDE'
BIJ DE COMMUNISTEN.
PLUIMVEEDAG V. P. Z. H.
EXAMEN-PUZZLE.
dienst.
Als goed katholiek gestorven"
Van onzen correspondent)
P a r s, 12 Juli 1931.
Do oude generatie treft wel slag op slag. Na
BourdeMe thans Forain Enkele weken
had men zijn werk. in de „Echo de Paris'' ge
mist, dodh slechts weinigen kenden den ernst
van zijn ziekte, die In het heg-in der vorige
week zoodanig in hevigheid toenam dat zijn
toestand begrepen werd. „In twee of drie
dagenhad hij tegen zijn zoon gezegd,
zult ge het hootd van de familie zijn. Je weet
wat ik van je verwacht. Wat mij betreft, ik
wil dat men in dein steen op mijn graf te
Ohasnay-Roquenoourt onder mijn naam alleen
de worden zal beitelen: „Als goed katholiek
gestorven"."
Forain was in zijn leven zeer 'bemind om zijn
grooten levensernst, dien men niet dadelijk zou
erkennen als men alleen denkt aan het arbeids
veld, dat deize schitterende teekenaar in zijn
jeugd heeft gevonden. Van den caricaturisten
arbeid aan de „Vie Parisienne'' en de „Rire"
tot den moralisten-arbeid, die Forain onder de
„Coupole" van het Institut de France, en aan
het hoofd van de ,Société Nationale des Beuax-
Arts" heeft gebracht; ligt inderdaad een lange
weg. Ook in jaren. Want deze zeer begenadigde
kunstenaar heeft meer dan een halve eeuw
mogen werken, en zijn leven is een stuk van
de Parijsche historie geweest, van die, welke
na de catastrophe van '7071 aanving.
Deze typische Parijzenaar was een „provin
ciaal". Forain was in Reims geboren, uit 't krap
gezin van een klein slotenmaker*je. Parijs
heeft hem niet dadelijk met open armen ont
vangen. Integendeel, hij heeft er de nooddruft
gekend en in het zolderkamertje op Montmar-
tre heeft 'hij langen tijd slechts het armzalig
artistenfoestaan geleid van een hulpeloos on
bekende, die het oogeniblifc heeft af te wach
ten van de toevallige erkenning van zijn gaven.
Maar het is de moralist die in hem schuilde,
geweest, die 'hem behoed heeft op een zeer glib
berig pad, dat met den men&ch ook den kunste
naar kan doen verongelukken. Voor enkele
francs en zonder eenige Zekerheid voor den
volgenden dag, maakte hij krabbels voor de
kleine revues en lichte blaadjes en schilderde
hij kleine doeken met tafereelen van music-
hall en café-concert, die aan voorbijkomende
Uitgaanders wel zijn kwijt te raken.
De ontdekking kwam, en niet eens door
zijn talent, maar door de waardigheid waarmee
hjj zijn armoe droeg door Degas opgemerkt,
die daarom eens zijn werk wilde zien om te
weten wat hij met den armen kerel zou kunnen
beginnen.
Degas was getroffen door de juistheid van
teekening bij Forain, door een wel bitteren
ernst die in zijn visie der dingen was gelegen,
door een wrange ironie, die van een persoon
lijkheid was, naast Gavamie, die nog den toon
aangaf. Degas heeft toen den joingen kun
stenaar een tijdlang gevolgd en met zijn raad
geving 'bijgestaan. Hij heeft hem naar den
kunsthandel gezonden, die toen minder ge
vaarlijk voor het talent was dan tegenwoor
dig.
Forain bereikte zijn bonne auibaine'' met den
verkoop van enkele doeken, die inplaats van
de drie of vijf fraucs die (hij voor zijn teeke-
ningen kreeg, hem een twee of drie honderd
francs in de hand legden. Zijn eerste zorg was
een mooi, gloednieuw pak, want hij begreep
de techniek van het baanbreken! Hij werkte
nacht en dag en wist de kleine exposities bij
een te krijgen, waarvoor hij de zeer langzaam
verworven relaties wist te spannen bij de dag
bladen. En waar Montunartre toen.juist het
brandpunt van het artistenleven begon te
worden, werd hij weldra opgenomen in den
etrooim.
Bruant had toen op de Boulevard de Glrc'hy
juist zijn cabaret geopend; Salis zijn „Chat
Noir" geïnstalleerd in de rpe Victor Massê,
Jules Jouy beproefde het „levenslied''. Wll-
lette en Fau gingen de jonge artisten vóór met
zich in de onstuimige beweging te werpen.
Caran dAehe wist reeds vreemdeling en bou-
levardier naar den nieuwen Parnasus te trek
ken. Het naturalisme in de literatuur en op
de planken van het Tehéatre Libre heeft Fo
rain toen ongetwijfeld aangegrepen, maar de
faubourg was voor den stevenden jongen ar
tiest geen doei, eerder een doorgang. Toch wa
ren zijn illustraties en vignetten voor hem een
te ernstige arbeid dan dat zij tot zijn oeuvre
sieehts een voorbereiding zouden blijken. Ze
zijn van een zuiverheid van lijn die aan de
Japansche prentkunst doet denken.
Het oeuvre van dien tijd vertolkt vooral zijn
afschuw en zijn toorn. Wat nog rakelings aan
het obscene kan ontkomen, blijkt gered door
een moraliteit die de zonde niet anders dan lee-
lijk voor kan stellen. In 't „Journal Amusant"
is hij dan ook niet „amusant'' en in zijn eer
ste groote series „l'Amour Paris", „Au tri
bunal'', ,A l'Opéra", is zijn hekeling van den
zelfkant der samenleving vsta een brandenden
ernst.
Hij is dat gebied ontvlucht, zoodra het
hem mogelijk was. De „Figaro" komt de eer
toe, Forain naar voren te hebben gehaald als
journalistiek illustrator, wat hem tot den
roem heeft gebracht. De lidhte scherpe lijn van
zijn debuut wordt daar de forscihe, zwarte
streek. Hij is niet alleen waarnemer als Ga-
varnie maar voor alles geeselaar, Idoeher toe
gerust in zijn moreels appreciatie. Hij behoudt
de litho voor zijn liefhebberij, de scherpe lijn
hanteerend daar waar hij strijden wil.
Zijn etsen worden voor bet beste, het meest
waardevolle van zijn oeuvre gehouden en het
is dan ook in die minder onder de pressie van
het moment gegrifte beelden, dat hij zijn vol
komen uitdrukking kan bereiken. In de latere
periode van de „Figaro", sinds den tijd dat de
„Echo de Paris" hem had kunnen bemachti
gen, is hot een Christelijk getuigenis, dat uit
zijn werk gaat spreken en beschouwt hij het
leven naar zijn bevrijdende overtuiging. De
menscihheid. die hij eerst slechts aanschouwde
op de kronkelpaden van het wreede schijnver
maak, ziet hij telkens voor een breeder deel
en hij bepaalt zich niet meer tot hen die zonder
hoop leven.
Er is een leering in hoe Forain de Bohème
heeft willen ontvluchten zeker niet om de
Bohème zelf, maar in de hunkering naar den
zekeren grondslag, zonder welken hij elk bouw
sel wrak wist. Zijn sober leven helpt hem tij
dens het succes. Zijn sarcasme maakt plaats
voor de klacht en in zijn klacht is er het mee
lijden dat troost brengt.
Er is in de periode van 't naturalisme veel
tnet bet woord „mensohenliefde" geschermd,
dodh de ware is juist in Forain's werk als het
resultaat van een langen lèvenweg gaan do-
mineeren. De mensohenliefde die niet alleen
door de afschuw van de maatschappij kon blij
ken, maar door de prediking van de Hoop de
aahrijnendsite schilderingen van een balsem
doordrong.
.- i
Balsem te brengen, dat verlangen is niet
alleen in den artiest maar ook in den mensch
blijven groeien en toen voor Forain het
succes kiwam en daardoor de welstand, heeft
dat nimmer de afgunst zijner kameraden kun
nen wekken. Zelfs niet dat hij zich ging „ran
geeren". Terwijl in Forain de behoefte ont
waakte en gevoed werd naar de levensbestem
ming, die in de familie is gelegen, zijn anderen
de bohème niet ontkomen en daardoor even
min de misère. WlUette, zijn typische rivaal
is arm gestorven, in bittere ellende zelfs, Fo
rain heeft zijn oogen gesloten in een interieur
dat hij zelf deed optrekken zijn mooie parti
culier hotel in de rue Spontini, museum van
smaak. Hij heeft de hoogste eerbewijzen ont
vangen waarop een artist kan hopen. Maar
daar is nog geen artiest gevonden, die Forain
voor een arrivist zou durven houden. En zijn
bescheidenheid werd des te gemakkelijker er
kend, waar hij over de meest verschrikkelijke
wapens beschikte om te domineeren: een
Charme in den omgang die elke vijandigheid
smoorde, een. woord dat tot alle treffers in
staat was. Want zijn geestig woord, wreed-
scherp maar nooit onrechtvaardig, ridiculi-
seerend wat geen meelijden, vernietigend wat
geen verdediging verdient, was meer dan ver
maard, bijna legendarisch. Trouwens de on
derschriften bij zijn teekeningeu waren daar
steeds een bewijs van.
Zijn vrienl Monard heeft het doodenmaster
afgenomen. Geiaatsafdruk met over de trek
ken den vrede, dien hij gezocht heeft. En zijn
vrienden en bewonderaars, die in de kerk van
St. Honorë d' Eylau zich om zijn baar zullen
verdringen, zullen die trekken als een dierbare
herinnering aan den grooten kunstenaar in
den geest bewaren.
Bij gelegenheid van de orangisten
manifestatie.
LONDEN, 14 Juli. (R. O.) Op verschillende
punten van Liverpo:! hebben zich gisterenavond
incidenten voorgedaan, naar aanleiding van
den optocht van 20.000 orangisten, die van hun
jaarlij ksche manifestatie te Southport terug
kwamen. Duizenden menschen hadden zich, om
de manifestanten af te wachten, opgesteld bui
ten het Lime Street station en langs de wegen,
die door de politie te voet en te paard waren
afgezet.
De optocht vertrok van het station onder
toejuichingen van geestverwanten en ge
schreeuw van tegenstanders. Herhaaldelijk
werd gepoogd, den optocht in de war te sturen,
het ergst hij het station, waar de tegenstanders
de overhand kregen. Toeschouwers begonnen
met steenen te gooien; de betoogers beantwoor
den het bombardement. Omstreeks 50 menschen
werden wegens lichte kwetsuren in de hospita
len verbonden.
In een gedeelte van de stad werden groote
vuren aangestoken, ondanks alle toezicht van
die politie. Daarin werden ibeeltenisfjen van
Willem van Oranje verbrand. De orangisten
verbrandden op hun beurt katholieke afbeel
dingen.
Kort voor middernacht was alles weer rustig.
De Belgische soc.-dem. en de ontwapenings
kwestie.
BRUSSEL, 15 Juli. (B. T. A.) De algemeene
bestuursraad van de Belgische arbeiderspartij
ging heden de punten na van de agenda van het
internationale socialistencongres te Weenen.
Vandervelde bracht rapport uit over den strijd
voor de ontwapening en tegen de oorlogsgeva
ren. Hij sprak zich c-aarbij uit voor een onder
controle gestelde gelijktijdige en algemeene
ontwapening en bepleitte uitvoerig een inter
nationale actie tegen den oorlog.
Hubin en Pierard verdedigden een thesis,
volgens welke de socialistische arbeidersinter-
nationale een krachtdadige actie moet organi-
seeren in geval van oorlog.
Na te hebben vastgesteld, dat een land een
anderen staat beeft aangevallen, moet het pro
letariaat van dat land daartegen in opstand ko
men en in andere landen een economische
boycot van het betreffende land organiseeren.
Na eenige opwerpingen van den kant van
Vandervelde, werd de thesis vrijwel eenstemmig
aangenomen.
Zij zal op het congres te Weenen worden be
handeld, nadat zij tevoren aan de voornaamste
delegaties der Europeesche mogendheden zal
zijn voorgelegd.
Beperking in verband met den financieelen
toestand.
BERLIJN, 15 Juli (W.B.) De Pruisische re.
geering diende een wetsontwerp in, waarbij
voor den,ver-deren bouw en het onderhoud van
kleinere spoorlijnen anderhalf millioen beschik,
baar wordt gesteld.
In het geheel wordt zestien millioen noodig
geaoht, maar, in verband met dien moeilijken
financieelen toestand Ss 't echter slechts moge
lijk geweest, 1V2 millioen voor het baanfonds
ter bescnikking te stellen. Met dit bedrag zul
len in hoofdzaak lijnen worden vernieuwd,
waarbij men in de eerste plaats zorgen wil voor
het Oosten van het land en het voorkomen
van het stilleggen van beslist noodige lijnen-
Van onzen correspondent).
P a r ij s 14 Juli 1931.
De ontwikkeling der Duitsche gebeurtenis
sen heeft te Parijs in geen enkel opzicht de
nervositeit gewekt, die uit Londen en New-York
wordt gemeld en zoo men verbaasd is. dan be
treft die verbazing louter en alleen de gemak
kelijkheid, waarmee Duitschland zich aan de
paniekstemming overgeeft. Men beschouwt hier
dan ook den toestand voor Duitschland bij lange
pa zoo hopeloos niet als aan gene zijde van den
Rijn het geval is en wanneer hier zelfs oen
duidelijk waarneembaar optimisme valt waar
te nemen, dan ligt de verklaring daarvan dat
Frankrijk nog niet vergeten is, dat het nu pre
cies vijf jaren geleden in dezelfde katastrophale
moeilijkheden verkeerde, als Duitschland nu en
dat de analogieën zoo typisch zijn, dat gerust
kan worden gezegd dat dezelfde oorzaken aan
den rampspoedigen toestand ten grondslag
liggen.
Evenwel heeft Frankrijk in de Julidagen
niet over het buitenland gejeremieerd, maar
zich klaar voor den geest gesteld, dat de wrange
vruchten van een gevaarlijk beleid werden ge
plukt van een riskante leeningpolitiek en van
een overdreven staatshuishouding, waardoor
het niet meer vrijelijk over zijn eigen beurs
kon beschikken doch een geweldige massa on
middellijk opvorderbare schulden do portemon-
naie konden leeghalen, en het land naar het
failliet dreigen. Men heeft toen zich zelfs niets
wijs gemaakt, niet anderen de schuld gegeven
en ook niet alleen op zijn gelukkig gesternte
vertrouwd, maar scherp onderzocht wat er aan
de hand was. Vandaar dat toen het hachelijk
moment was aangebroken, feitelijk het geluk
kig moment, waarop de politiek voor de econo
mie heeft te zwichten, de mannen gereed ston
den, die "het land zouden kunnen redden en
koel van hoofd genoeg waren om te weten wat
hun te doen stond.
Een klassieke vertrouwens.
crisis.
Men heeft hier te Parijs ook ten aanzien van
de Duitsche financieele débacle steeds gewei
gerd ze anders dan van den technischen kant
te bekijken, omdat men er geen enkel oogen-
blik iets anders dan de klassieke crisis van ver
trouwen in heeft kunnen zien. Een vertrou
wenscrisis, die men heeft zien aankomen ook
zonder de zoo volkomen in den wind geslagen
indrukwekkende waarschuwingen waarmee
Parker Gilbert Indertijd zijn taak heeft neer
gelegd.
Vandaal- dan ook dat men hier de zaak nuch
ter blijft bekijken en zich ook niet aan de op
winding stoort, die Frankrijk in de schuld
vraag zoekt te betrekken, waar men meent, dat
de zeer opgehitste wereldopinie spoedig genoeg
zal kunnen ervaren, dat Frankrijks houding bij
de Duitsche katastrophe heilzamer voor
Duitsehlands genezing zal zijn, dan de koorts,
die in Duitschland zelf blijft aangewakkerd.
Ook hier erkent men dat de redding Jigt in „Pa
rijs", maar niet in „Parijs 1931", doch in „Pa
rijs 1926", in het voorbeeld, toen gegeven. Wan
neer dan ook Brüning geen haast schijnt te
maken om naar Parijs te gaan, dan verwondert
men zich daar hier niet zoo bijzonder over, om
dat men heel goed begrijpt, dat Brüning wel
weet, wat hij er te hooren zal krijgen, terwijl
men de politiek te zeer gebonden acht, om an
ders dan onder den druk der gebeurtenissen, de
kardinale fout in de politiek van Berlijn te
erkennen. Intusschen heeft Parijs de niet ge
ringe voldoening te kunnen bemerken, dat de
Fransclie wijze van zien van de mogelijke
Duitsche redding, wordt gedeeld door de Bank
voor Internationale Betalingen, zooals Dr. Lu
ther heeft kunnen ervaren.
Te Parijs meent men dan ook niet anders dan
een afwachtende houding te kunnen aannemen
en de evenementen nauwlettend te volgen. Die
evenementen zijn allerminst van een aard om
het vertrouwen te doen terugkeeren. De wijze,
waarop Berlijn de Danat onder haar contróle
heeft genomen, heeft hier niet weinig ontstel
tenis gebracht, daar in, het kader der politieke
gevolgen, die uit de katastrophe kunnen ont
staan, een dergelijk staatssocialistisch ingrijpen
van geweldige strekking kan'zijn. Ook ziet men
nog niets gebeuren dat er op wijst dat te Ber
lijn als het eerste noodzakelijke wordt ingezien
het Danaïdenvat een bodem te geven. De wei
geringen van Amerika, het afwachten van Ba
zel, Londen en Parijs, kunnen niet in haar
voortduren worden gestuit, zoolang de overtui
ging bestaat, dat alle hulp in een bodemloozen
put wordt geworpen. Men begrijpt dan ook niet
goed, dat Dr. Luther zooveel kostbaren tijd laat
verliezen met zijn pogingen voor de buiten-
landsche hulp, wier mogelijkheid slechts te Ber
lijn kan worden opgeroepen, en die van het
oogenblik af verzekerd is, dat Duitschland be
reid blijkt zich zelf te helpen en daardoor het
vertrouwen te herstellen.
Evenwel ziet men heel goed in, dat Berlijn
daarbij geen gemakkelijke taak zal hebben, om
dat de geesten, die men zelf oproept, moeilijk
te bezweren zijn.
De noodstand is niet gekarakteriseerd door
de terugneming der buitenlandsche eredieten
alleen, maar ook door de vlucht der Duitsche
kapitalen naar het buitenland. Wel Is die ka-
pitaalvlucht natuurlijk een gevolg van de cre-
dietopzeggingen uit den vreemde, maar niet
daarvan alleen. Want dan had de Hoover-
tusschenkomst en 100 millioen dollar crediet
aan de Reichsbank verstrekt, voor veel langer
tijd kalmeerend kunnen werken, dan de weinige
dagen, gedurende welke ze bijdroegen om de
opvragingen wat te vertragen. De kapitaal-
vlucht is voor een veel grooter deel het gevolg
dat bij een groot deel van Duitschland de over
tuiging helder genoeg voor den geest stond, dat
men met de leen-maar-raak-politiek aan den
grond is geraakt. Want hoewel het op een on
juistheid dreigt uit te loopen als men de zaken
te simplistisch voorstelt, toch mag gezegd, dat
het velen duidelijk is geworden, dat de econo
mie van het land langzamerhand in den toe
stand is geraakt van een optimist, die al te
gemakkelijk geld kan vinden en de notie van
het moeilijk teruggeven verliest, zoodat hij op
een gegeven oogenblik voor de realiteit wordt
gesteld, dat een leening een schuld is, met een
vervaldag, die eenmaal aanbreekt, en onafwijs
baar, zoo hij zijn geldschieter heeft weten te
ontstemmen.
De crisis komt niet onverwacht
Het temporairkarakter van het crediet waar
op de Duitsche economie voor een overdreven
groot deel dreef, is Duitschland niet helder ge
noeg voor den geest blijven staan, terwijl het
aan waarschuwingen niet heeft ontbroken. Want
het laatste wat gezegd kan worden, is, dat deze
crisis onverwacht is ingetreden. De crisis heeft
reeds aangeklopt in het begin van 1929, toen
gevreesd kon worden, dat het Young-plan niet
zou worden aanvaard. Ook toen begreep het
buitenland, dat aan Duitschland bepaalde liqui
daties zouden worden gevraagd eu het heeft
toen genoeg gespannen. Maar het aanvaarden
van het Young-plan heeft toen de verontruste
geldschieters gekalmeerd.
Opnieuw trad een ernstige crisis van ver
trouwen in, toen in den vorigen herfst de
Duitsche algemeene verkiezingen een voor het
buitenland niet bijzonder geruststellenden uit
slag gaven. Het langzamerhand intredend be
sef van de momenteels onmogelijkheid van de
realiseering der extremistische successen heeft
toen de regeering in het bijzonder in staat ge
steld de angst te bezweren en de crisiswind
is gaan liggen na enkele bange weken.
Bij dezen derden stormloop zijn de. omstandig
heden veel gunstiger voor een katastrophe en
dat had tot grootere voorzichtigheid moeten
aansporen. De gunstige crisiscondities zijn na
melijk thans zoowel van economische en van
politieke als van finantieele orde. De lawaaie
rige manifestaties van Stahlhelm en nationa
listen hebben nu dezelfde uitwerking gehad
als het Hitleriaansch verkiezingssucces bij de
algemeene verkiezingen en het is vrij zeker,
dat de mollige wijze, waarop de dirigeerende
klassen in Duitschland op de nationaal-socialis-
tische agitatie heeft gereageerd, minstens zoo
veel bezorgdheid heeft gewekt als de agitatie
zelf. Ook economisch is de toestand zeer ver
zwaard, doordat de zwaardere eischen aan de
staatshuishouding gesteld, geen compensatie in
het verschiet hebben door een daadwerkelijke
bezuinigingspolitiek. En nu zou het de dingen
van den smallen kant beschouwen moeten wor
den genoemd, om te beweren dat als Parijs
zegt dat de schuld van de katastrophe bij
Duitschland zelf ligt, slechts Schadenfreude
spreekt bij den eeuwigen antagonist.
„Die Schadenfreude" is niet aanwezig, even
min als het verlangen om van Duitschland's
noodstand politiek te proflteeren. Inderdaad
strekken do conditie-s waarvan de vreemde hulp
zich wel zal moeten omringen, bijzonderlijk
Frankrijk ten goede, doordat zij bepaalde Fran-
sche ongerustheden zouden wegnemen, of ver
minderen, maar zulks sluit niet uit dat de
Franscho raadgevingen in Duitschland's eigen
belang worden gegeven, en vóór een politiek
een technisch karakter hebben, en door Parijs
met wegdenking van alle eigenbelang als de
onafwijsbare voorwaarden van Duitschland's
financieel herst'el worden beschouwd. Men
beeft hier van stonde af het opwerpen van de
'Anscliluss als een f-out beschouwd die zich
tegen Duitschland zelf zou keerèn, men heeft
hier steeds het een waanzin beschouwd dat
Duitschland bij zijn precaire financiën kruisers
ging bouwen Ook Frankrijk heeft het recht een
£0,000 ton te vernieuwen, maar,men weet met
welk een voorzichtigheid het zijn bouwplan
heeft omringd. Maar nu is het aan de waarheid
verschuldigd te zeggen, dat noch de kruiser-
houw, noch de Anschluss een voor Duitschland
gunstige Franeche interventie zullen tegeu-
houden. Men heeft dat wel gezien bij de behan
deling van den Hoovervcorsiag, bij welken de
stand van de Fransche staatsfinanciën inder
daad geen blind toehappen toeliet, en waarbij
de zaken zich toch geschikt hebben en zonder
de publieke opinie al te zeer te ontstemmen.
En waarbij de weerstand der Fransohe dirigee
rende kringen in de eerste plaats gebaseerd is
geweest op de onvoldoendheid van den Hoover-
voorslag, welke ontoereikendheid thans wel
duidelijk naar voren gaat treden.
Trouwens in Frankrijk geeft men zich van
de gevolgen van den Duitschen toestand heel
wat beter rekenschap dan men wel zou denken.
Het is hier dat men zich afvraagt wat gebeu
ren moet als de banken haar normale 'taak niet
kunnen hervatten, als de staat zijn ambtena
ren, do patroons bun werklieden met een pro
blematieke chèque inplaats van met klinkende
munt zullen moeten uitbetalen. Om nog niet
eens te spreken van de mogelijkheden tot ex.
tremistisohe beroeringen. Men is trouwens niet
zoo naief om te denken dat het hier niet zal
regenen als het bij den buurman blijft stort
buien.
Is de bereidheid tot helpen omomstootelijk,
men wil dat zij een positief resultaat heeft. En
daarom ziet men hier de hulp alleen, in een
ingrijpen van langen adem. Politiek, door Ber.
lijn voor de noodzakelijkheid tie stellen weer
stand te bieden aan alle extremistisch drijven,
zoowel in revolutionuairen als in nationalisti-
schen zin. Niet langer verontrusten door de
agitatie jegens het „Diktat", dat op het oogen
blik niet aangetast zou kunnen worden zonder
Europa in een noodlottige nieuwe crisis te wer-
pan. Technisch, door de Duitsche economie uit
haar stoutmoedigheden te redden. Door het
klassieke middel van veel moeilijker crediet-
versohaffing en het vastleggen der eredieten
op korten termijn en een effectieve bezuimi.
gingspolitiek.
Is Duitschland daartoe bereid dam verzekert
het zich van alle internationale hulp die het
noodig heeft en Frankrijk sohijnt niet van plan
te zijn daarbij achter aan te komeu.
TV"*-- - A
Max Hölz c.s. te Moskou.
De bekende Duitsche communist Max Hölz,,
bevindt zich te Moskou, waar hij tot medewer
ker aan de Duitsche afdeeling van de com
munistische internationale is benoemd. Boven
dien ia Max Hölz in de leiding van de inter
nationale arbeiders hulp opgenomen.
In Moskou wonen ongeveer dertig Duitsche
communisten, die uit Duitschland naar Rus
land gevlucht zijn, omdat zij of aan een achter
volging bloot stonden of uit de gevangenis ge
vlucht zijn.
Naar een ander bericht uit Moskou meldt,
is, in de stad Eriwan in den Kaukasus, de com
munist Jarnach id es door een onbekende op
straat doodgeschoten. Het slachtoffer behoor
de tot de leiders van de oollectiveerlngsbewei.
ging in Armenia.
Dezer dagen heeft de kardinaal Staatssecretaris Pacelli den sarcofaag voor
Kardinaal Merry del Val in de Vaticaansche grotten ingewijd
ivijlen
Officieele ontvangst Inleidingen
Uitstapjes
De Vereeniiging van Pluimveehouders in Zuid-
Holland (V.P.Z.H.) heeft gisteren te Gouda
haar jaarlijkschen pluimveedag gehouden, dit
maal aangeboden door de Pluimvee- en Kouij-
nenfokvereeniging „Gouda en Omstreken".
Officieele ontvangst
De congressisten en hun dames zijn dra mor
gens 10 uur door Gouda's gemeentebestuur ten
staidhuize officieel ontvangen. Bij de begroeting
waren tegenwoordig burgemeester E. G. Gaar-
landt, wethouder J. a. Donker, secretaris G.
J. J. Pot, de directeur vian het Marktwezen, de
heer J. P. Anemaet en eenige raadsleden.
In een hartelijke speech heeft de burgemees
ter de gasten verwelkomd. Hij verklaarde het
aangenaam te vinden, dat voor dien Pluimvee
dag 1931 Gouda werd aangewezen, omdat deze
stiad liet centrum is van een uitgestrekt pluim-
veeleeltgebied. De pluimveeteelt heeft groote
economische waard® gekregen nu de uitvoer van
eieren zoo'n geweldigen omvang heeft bereikt.
Naarmate die economisch® waarde steeg, be
steedde het gemeentesttuur zorg aan haar
markt. Alles werd gedaan om het dein ver-
koopers en koopers op de Goudsclie markt zoo
veel mogelijk naar den zin te mialkea en moeiten
noch kosten zijn gespaard om de kansen op
afzet te vergrooten. In het afgeloopen jaar be
droeg de aanvoer van eieren op de markt der
gemeente 4.218.000 stuks, op de markt der
Ooop. Znid-Hollandsche Eierveiling werden er
ruim 2% millioen aangevoerd. Spreker zei de
de goede verstandhouding tusschen de vereeni-
ging en de gemeente op hoogen prijs te stellen
en uitte tenslotte den wensch, dat; de congres
sisten prettige herinneringen aan hun bezoek
aan Gouda zouden medeneinen.
De voorzitter der V. P. Z. H., de heer J. de
Bok, bracht het gemeentebestuur dank voor
de hartelijke ontvangst en dan burgemeester
voor zijn sympaihieake woorden. Gouda is gaar
ne als plaats van samenkomst aanvaard, om
dat hier het hart der vereeniging klopt. Er
is bovendien goede gelegenheid om te vergade
ren, terwijl de stad voorts veel aangenaams
biedt. Met zijn besté wenschen voor Gouda,
haar vriendelijken burgemeester en de inge
zetenen besloot de heer de Bok.
Na het gebruiken van koffie met de traditio
neel® siroopwafeltjes zijn de heeren naar Ons
Genoegen gegaan, waar de vergadering plaats
had; de diames werden in de gelegenheid ge
steld het bedrijf der Koninklijke Wasscherij
Daalmans Co. te bezichtigen.
Bijeenkomst in ,,Ons Genoegen"
De bijeenkomst in Ons Genoegen werd ge
opend door den voorzitter dfer V.P.Z.H., die
dank betuigde aan de commissie van voorbe
reiding voor de keurige wijze, waarop zij zich
van haar taak heeft gekweten. Hij gaf hierna
het woord aan dr. B. J. C. te Hennepe voor
diens beschouwing over „Pluimveeziekten".
De inleider zeide allereerst, dat men een
ziekte om deze te kunnen bestrijden, eerst
moet kennen. Het terrein der pluimveeziekten
is zoo groot, dat onmogelijk alle ziekten in
kort bestek zijn te bespreken. In ons land te
men vroeger dan In andere landen begonnen
om de pluimveeziekten doeltreffend te bestrij
den. Spreker stelt zich op het standpunt der
wetenschappelijke bestrijdingsmet.hodeu. De
basis van het systeem is onderkenning der ziek
ten. Men kan bij de rijks serum inrichting te
Rotterdam gratis laten onderzoeken. Ondoel
matig voer verzwakt de dieren dikwijls, waar
door zij zeer vatbaar worden voor besmette
lijke ziekten. Een dier moet reeds ieds man-
keeren, voordat besmetting er vat op krijgt, In
de practijk ziet men dikwijls, dat de hand ge
licht wordlt met allerlei belangrijke voorschrif
ten, ten aanzien van voeding en huisvesting,
met als gevolg, groote vatbaarheid voor be
smetting. Uit een grafiek liet dr. t® Hennepe
blijken, dat d© sterfte onder kippen in de
meeste gevallen gevolg is van ziekten aan de
legorganen. Ook ingewandsziekten leveren een
groot percentage van de sterfte.
Bestrijding van de besmettelijke pluimvee
ziekten is ook van groot belang voor de hy
giëne van den menscik, Sedert men de tubercu
losebestrijding ouder het pluimvee ter hand
genomen heeft, zijn 36 gevallen bekend gewor
den, waarin tuberculose van kippen op men
schen is overgebracht.
Dr. te Hennep® besprak vervolgens de coc-
cldi'OafiS en de Klein'sche ziekte. Spreker gelooft
dat ook de verlammingsziekte tot de besmette
lijke ziekten behoort. De smetstof is evenwel
nog niet gevonden. Het een® jaar komt deze
ziekte alleen voor in hokken, het andere jaar
is soms een geheel bedrijf aangetast. In tegen
stelling tot de volwassen klippen, is de sterfte
onder kuikens meestal een gevolg van besmette
lijke ziekten. De pullorum kan bestreden wor
den door bloedonderzoek bij klippen. Spreker
beschouwt dit middel echter als niet geheel
betrouwbaar. Er schuilt' een fout in de reactie,
maar men is bezig deze methode te verbete
ren. Met, de tegenwoordige methode heeft men
echter toch wel bevredigende resultaten be
reikt. Om de pluimveeziekten daadwerkelijk te
bestrijden heeft men deskundigen noodig, yooral
in ons land, dat op export is aangewezen,
Leeken-hiüp moet men afwijzen. Men hoede
zich voor kwakzalverij.
Aan het einde vam zijn voordracht Illustreerde
dr. te Hennepe het gespreten© met lichtboalden
Na de lunch sprak de heer B. van Asperen-
Vervenne over „De toepassing van de electrioi
teit in het pluimvee bedrijf". Spreker behan
delde op de eerste plaats de kunstmoeders,
broedmachines ein broedcentrales. In de laatste
jaren wordt hierbij de electrioiteit meer en
meer toegepast. Voorts neemt steeds to® de
eleafcrische verlichting der bokten, welk® een
belangrijke ver hedging der eierproductie ver
oorzaakt. Een groote fiajötor, welke de toepas
sing van electriciteit bevordert, zijn de lage
tarieven.
Een zeer technische uiteenzetting gaf d<o heer
van Aspereu-Vervenne over de inrichting en
werking van broedmachines en kunstmoeders.
De resultaten der eiectrische machines zijn zeer
bevredigend. Spreker zei de er van overtuigd te
zijn, dat de electrioiteit in diienst vn het piuim.
veebedrijf een groote toekomst heeft.
Met een woord van. oprechten diaink aan de
béide inleiders heeft de .heer de Bok de ver
gadering hierna gesloten.
Bezoek aan St. Janskerk pen Elfhoeven
De gasten hebben de middaguren benut met
ecu bezoek aan de Sint Janskerk ter bezichti
ging van de ramen, en het reonetaltie-oord
„Eli'hoevem" aan de Plassen. Door het bijzonder
slechte weder konden do boottochtjes ni®t
plaats hebben; in het theehuis heeft mem zich
echter uitstekend kunnen amuseeren.
Met een gomeenschappelijken maaltijd in Ons
Genoegen is de welgeslaagde dag beëindigd.
Aan tafel heerschte een gezellige stemming,
'waartoe de vroolijke muziek van een Jaszhand
in niet geringe mate bijdroeg.
Onder den titel; „Het belangrijkste artikel
van vandaag" schrijft „Hamer" een stukje
in het „Katholieke Schoolblad", waarvan wij
't eerste gedeelte overnemen. Aan eenige nadere
belichting gevoelen wij eerlijk gezegd, wel be
hoefte. Zoo op het eerste gezicht lijkt het een
gekke toestand. Maar vooral bij examens en
examenregelingen geldt zeer vaak; Alles
weten is alles begrijpen.
„Hamer" schrijft dan aldus:
In 1931 dit jaar zijn voor Hoofdakte
afgwezen: bij (resp. 5) vakken, zij die
1. voor enig van 'n 1 hebben.
2. voor Ned. taal en Opvoedkunde 'n 5 of
lager cijfer samen niet hoger dan 8.
3. voor Ned. en Opvoedkunde 'n 5 of lager
cijfer samen niet hóger dan 9 en TnTotaai
minder dan 39 (resp. 32) punten hebben.
4. voor twee vakken 'u 5 of lager cijfer
samen niet hoger dan 8 en in totaal min
der dan 37 (reap. 30) punten hebben.
5. voor twee vakken 'n 5 of lager cijfer
samen niet hoger dan 9 en in totaal min
der dan 35 (reap. 29 punten hebben.
van de hier bedoelde 2 vakken mag
het éne Ned. of Opvoedk. zijn.
Bij 1. is kandidaat met wiskunde altijd af
gewezen, dus ook als hij voor de overige vak
ken gelijk (of ver boven) de anderen staat. Dus
enkel om wiskunde kan hij afgewezen worden.
Bij 3. Kandidaten met en zonder dezelfde
punten voor de 5 gemeenschappelijke vakkeu,
samen 32. Kandidaat zonder wiskunde geslaagd,
van ganser harte proficiat.
Als kandidaat met wiskunde dan bovendien
nog voldoende (6) voor wiskunde haalt, wordt
hij afgewezen. Zijn kennis is wel gelijk met ge
slaagde zonder wiskunde, doch hij heeft vol
doende maar een slordig zesje voor
wisk. en da's niet genoeg. Hij moet voor wis
kunde minstens zeven halen om overigens ge
lijk te staan met hen, die door (school) eksa-
men zijn vrijgesteld. (Al zonden die dan ook
voor het onderwijzers-eksamen een twee voor
dat vak gehaald hebben).
Bij 4. weer precies dezelfde zwaardere ver
antwoording voor eksaminandi met wiskunde
als bij punt 3. plus: de heel grote kans, dat
één van de twee vakken waarvoor 'n 5 of
lager cijfer behaald wordt, wiskunde zelf is.
Had Hij dan geen wiskunde, dan was hij bij
overigens elk totaal aantal punten (mits geen
I erbij) geslaagd.
Ben zeer grote onbillikheid dus.
Bij 5. hetzelfde als bij punt 3, doch hier
moet voor wiskunde minstens 6 gehaald wor
den en blijft Weer de heel grote kans van het
tweede geval onder punt 4, als wiskunde één
van de twee bedoelde vakken is.
Een enkel voorbeeld iedereen kan uit de
normen zelf massa's zoeken
Zonder wiskunde haalt iemand voor 4 vak
ken 'n 6 en voor 1 vak 'n 2. Slaagt met totaal
26 punten.
Met wiskunde haalt iemand voor hetzelfde
•vak 'n 2, nee laten we zeggen 'n 3 (dan kent
hij van dat slechte vak zeker zooveel ais die
geslaagde) en voor wiskunde 'n 5 (bijna vol
doende). Voor de overige vakken haalt hij heel
hoge punten. In totaal 36, dus 10 punten méér
dan die geslaagde zonder wisk. en toch wordt
hij afgewezen.
Wat de normen betreft, waardoor beslist
wordt of iemand afgewezen wordt, staat
iemand die vrijgesteld is er reeds huizenhoog
beter voor.
FONDS TER AANMOEDIGING EN ONDER
STEUNING VAN DEN GEWAPENDEN
De 116e jaarlijkeche Algemeen® vergadering
van bet Fonds ter aarunoediigiing en ondersteu
ning van den Gewapenden Dienst in d® Neder
landen is dezer dagen te Amsterdam gehouden.
Het daarin uitgebrachte verslag bevat o.a. d®
volgende mededeelingen:
De inkomsten oyer 1930 bedroegen f 72.136.49.
Aan 738 deelgwechtigden keerde het fonds
35.626 62 J-a uit aan gratificatiën en 8.235.91
aan toelagen, voortspruitende uiit de rente van
bet geschenk van wijlen Z. M. den Koning.
In het Koninklijk Militair Invalidenhuis te
Leiden werden verpleegd, tegen afstand, van
hun pensioen en gratificatie, 2 deelgeirechtig-
den van het fonds, alsmede 42 oud-mUltairen
(niet deel gerechtigden van het fonds) tegen
afstand van hiun. pensioen.
De uitgaven ten behoeve van de Stichting
beliepen 15.306.03.