WIL FRANKRIJK HELPEN? I - DONDERDAG 16 JULI 193Ï fa - JEAN LOUIS FORAIN "f. DE GROOTE TEEKENAAR. 6 RUMOER TE LIVERPOOL. HET INTERN. SOCIALISTEN-CONGRES TE WEENEN. DE SPOORWEGEN-AANLEG IN DUITSCHLAND. De schuld van de catastrophe ligt hij Duitschland zelf. Duiisch- land kan zich van alle internationale hulp verzekeren indien het zelf tot bezinning komt zoowel op politiek als economisch gebied. GEEN „SCHADENFREUDE' BIJ DE COMMUNISTEN. PLUIMVEEDAG V. P. Z. H. EXAMEN-PUZZLE. dienst. Als goed katholiek gestorven" Van onzen correspondent) P a r s, 12 Juli 1931. Do oude generatie treft wel slag op slag. Na BourdeMe thans Forain Enkele weken had men zijn werk. in de „Echo de Paris'' ge mist, dodh slechts weinigen kenden den ernst van zijn ziekte, die In het heg-in der vorige week zoodanig in hevigheid toenam dat zijn toestand begrepen werd. „In twee of drie dagenhad hij tegen zijn zoon gezegd, zult ge het hootd van de familie zijn. Je weet wat ik van je verwacht. Wat mij betreft, ik wil dat men in dein steen op mijn graf te Ohasnay-Roquenoourt onder mijn naam alleen de worden zal beitelen: „Als goed katholiek gestorven"." Forain was in zijn leven zeer 'bemind om zijn grooten levensernst, dien men niet dadelijk zou erkennen als men alleen denkt aan het arbeids veld, dat deize schitterende teekenaar in zijn jeugd heeft gevonden. Van den caricaturisten arbeid aan de „Vie Parisienne'' en de „Rire" tot den moralisten-arbeid, die Forain onder de „Coupole" van het Institut de France, en aan het hoofd van de ,Société Nationale des Beuax- Arts" heeft gebracht; ligt inderdaad een lange weg. Ook in jaren. Want deze zeer begenadigde kunstenaar heeft meer dan een halve eeuw mogen werken, en zijn leven is een stuk van de Parijsche historie geweest, van die, welke na de catastrophe van '7071 aanving. Deze typische Parijzenaar was een „provin ciaal". Forain was in Reims geboren, uit 't krap gezin van een klein slotenmaker*je. Parijs heeft hem niet dadelijk met open armen ont vangen. Integendeel, hij heeft er de nooddruft gekend en in het zolderkamertje op Montmar- tre heeft 'hij langen tijd slechts het armzalig artistenfoestaan geleid van een hulpeloos on bekende, die het oogeniblifc heeft af te wach ten van de toevallige erkenning van zijn gaven. Maar het is de moralist die in hem schuilde, geweest, die 'hem behoed heeft op een zeer glib berig pad, dat met den men&ch ook den kunste naar kan doen verongelukken. Voor enkele francs en zonder eenige Zekerheid voor den volgenden dag, maakte hij krabbels voor de kleine revues en lichte blaadjes en schilderde hij kleine doeken met tafereelen van music- hall en café-concert, die aan voorbijkomende Uitgaanders wel zijn kwijt te raken. De ontdekking kwam, en niet eens door zijn talent, maar door de waardigheid waarmee hjj zijn armoe droeg door Degas opgemerkt, die daarom eens zijn werk wilde zien om te weten wat hij met den armen kerel zou kunnen beginnen. Degas was getroffen door de juistheid van teekening bij Forain, door een wel bitteren ernst die in zijn visie der dingen was gelegen, door een wrange ironie, die van een persoon lijkheid was, naast Gavamie, die nog den toon aangaf. Degas heeft toen den joingen kun stenaar een tijdlang gevolgd en met zijn raad geving 'bijgestaan. Hij heeft hem naar den kunsthandel gezonden, die toen minder ge vaarlijk voor het talent was dan tegenwoor dig. Forain bereikte zijn bonne auibaine'' met den verkoop van enkele doeken, die inplaats van de drie of vijf fraucs die (hij voor zijn teeke- ningen kreeg, hem een twee of drie honderd francs in de hand legden. Zijn eerste zorg was een mooi, gloednieuw pak, want hij begreep de techniek van het baanbreken! Hij werkte nacht en dag en wist de kleine exposities bij een te krijgen, waarvoor hij de zeer langzaam verworven relaties wist te spannen bij de dag bladen. En waar Montunartre toen.juist het brandpunt van het artistenleven begon te worden, werd hij weldra opgenomen in den etrooim. Bruant had toen op de Boulevard de Glrc'hy juist zijn cabaret geopend; Salis zijn „Chat Noir" geïnstalleerd in de rpe Victor Massê, Jules Jouy beproefde het „levenslied''. Wll- lette en Fau gingen de jonge artisten vóór met zich in de onstuimige beweging te werpen. Caran dAehe wist reeds vreemdeling en bou- levardier naar den nieuwen Parnasus te trek ken. Het naturalisme in de literatuur en op de planken van het Tehéatre Libre heeft Fo rain toen ongetwijfeld aangegrepen, maar de faubourg was voor den stevenden jongen ar tiest geen doei, eerder een doorgang. Toch wa ren zijn illustraties en vignetten voor hem een te ernstige arbeid dan dat zij tot zijn oeuvre sieehts een voorbereiding zouden blijken. Ze zijn van een zuiverheid van lijn die aan de Japansche prentkunst doet denken. Het oeuvre van dien tijd vertolkt vooral zijn afschuw en zijn toorn. Wat nog rakelings aan het obscene kan ontkomen, blijkt gered door een moraliteit die de zonde niet anders dan lee- lijk voor kan stellen. In 't „Journal Amusant" is hij dan ook niet „amusant'' en in zijn eer ste groote series „l'Amour Paris", „Au tri bunal'', ,A l'Opéra", is zijn hekeling van den zelfkant der samenleving vsta een brandenden ernst. Hij is dat gebied ontvlucht, zoodra het hem mogelijk was. De „Figaro" komt de eer toe, Forain naar voren te hebben gehaald als journalistiek illustrator, wat hem tot den roem heeft gebracht. De lidhte scherpe lijn van zijn debuut wordt daar de forscihe, zwarte streek. Hij is niet alleen waarnemer als Ga- varnie maar voor alles geeselaar, Idoeher toe gerust in zijn moreels appreciatie. Hij behoudt de litho voor zijn liefhebberij, de scherpe lijn hanteerend daar waar hij strijden wil. Zijn etsen worden voor bet beste, het meest waardevolle van zijn oeuvre gehouden en het is dan ook in die minder onder de pressie van het moment gegrifte beelden, dat hij zijn vol komen uitdrukking kan bereiken. In de latere periode van de „Figaro", sinds den tijd dat de „Echo de Paris" hem had kunnen bemachti gen, is hot een Christelijk getuigenis, dat uit zijn werk gaat spreken en beschouwt hij het leven naar zijn bevrijdende overtuiging. De menscihheid. die hij eerst slechts aanschouwde op de kronkelpaden van het wreede schijnver maak, ziet hij telkens voor een breeder deel en hij bepaalt zich niet meer tot hen die zonder hoop leven. Er is een leering in hoe Forain de Bohème heeft willen ontvluchten zeker niet om de Bohème zelf, maar in de hunkering naar den zekeren grondslag, zonder welken hij elk bouw sel wrak wist. Zijn sober leven helpt hem tij dens het succes. Zijn sarcasme maakt plaats voor de klacht en in zijn klacht is er het mee lijden dat troost brengt. Er is in de periode van 't naturalisme veel tnet bet woord „mensohenliefde" geschermd, dodh de ware is juist in Forain's werk als het resultaat van een langen lèvenweg gaan do- mineeren. De mensohenliefde die niet alleen door de afschuw van de maatschappij kon blij ken, maar door de prediking van de Hoop de aahrijnendsite schilderingen van een balsem doordrong. .- i Balsem te brengen, dat verlangen is niet alleen in den artiest maar ook in den mensch blijven groeien en toen voor Forain het succes kiwam en daardoor de welstand, heeft dat nimmer de afgunst zijner kameraden kun nen wekken. Zelfs niet dat hij zich ging „ran geeren". Terwijl in Forain de behoefte ont waakte en gevoed werd naar de levensbestem ming, die in de familie is gelegen, zijn anderen de bohème niet ontkomen en daardoor even min de misère. WlUette, zijn typische rivaal is arm gestorven, in bittere ellende zelfs, Fo rain heeft zijn oogen gesloten in een interieur dat hij zelf deed optrekken zijn mooie parti culier hotel in de rue Spontini, museum van smaak. Hij heeft de hoogste eerbewijzen ont vangen waarop een artist kan hopen. Maar daar is nog geen artiest gevonden, die Forain voor een arrivist zou durven houden. En zijn bescheidenheid werd des te gemakkelijker er kend, waar hij over de meest verschrikkelijke wapens beschikte om te domineeren: een Charme in den omgang die elke vijandigheid smoorde, een. woord dat tot alle treffers in staat was. Want zijn geestig woord, wreed- scherp maar nooit onrechtvaardig, ridiculi- seerend wat geen meelijden, vernietigend wat geen verdediging verdient, was meer dan ver maard, bijna legendarisch. Trouwens de on derschriften bij zijn teekeningeu waren daar steeds een bewijs van. Zijn vrienl Monard heeft het doodenmaster afgenomen. Geiaatsafdruk met over de trek ken den vrede, dien hij gezocht heeft. En zijn vrienden en bewonderaars, die in de kerk van St. Honorë d' Eylau zich om zijn baar zullen verdringen, zullen die trekken als een dierbare herinnering aan den grooten kunstenaar in den geest bewaren. Bij gelegenheid van de orangisten manifestatie. LONDEN, 14 Juli. (R. O.) Op verschillende punten van Liverpo:! hebben zich gisterenavond incidenten voorgedaan, naar aanleiding van den optocht van 20.000 orangisten, die van hun jaarlij ksche manifestatie te Southport terug kwamen. Duizenden menschen hadden zich, om de manifestanten af te wachten, opgesteld bui ten het Lime Street station en langs de wegen, die door de politie te voet en te paard waren afgezet. De optocht vertrok van het station onder toejuichingen van geestverwanten en ge schreeuw van tegenstanders. Herhaaldelijk werd gepoogd, den optocht in de war te sturen, het ergst hij het station, waar de tegenstanders de overhand kregen. Toeschouwers begonnen met steenen te gooien; de betoogers beantwoor den het bombardement. Omstreeks 50 menschen werden wegens lichte kwetsuren in de hospita len verbonden. In een gedeelte van de stad werden groote vuren aangestoken, ondanks alle toezicht van die politie. Daarin werden ibeeltenisfjen van Willem van Oranje verbrand. De orangisten verbrandden op hun beurt katholieke afbeel dingen. Kort voor middernacht was alles weer rustig. De Belgische soc.-dem. en de ontwapenings kwestie. BRUSSEL, 15 Juli. (B. T. A.) De algemeene bestuursraad van de Belgische arbeiderspartij ging heden de punten na van de agenda van het internationale socialistencongres te Weenen. Vandervelde bracht rapport uit over den strijd voor de ontwapening en tegen de oorlogsgeva ren. Hij sprak zich c-aarbij uit voor een onder controle gestelde gelijktijdige en algemeene ontwapening en bepleitte uitvoerig een inter nationale actie tegen den oorlog. Hubin en Pierard verdedigden een thesis, volgens welke de socialistische arbeidersinter- nationale een krachtdadige actie moet organi- seeren in geval van oorlog. Na te hebben vastgesteld, dat een land een anderen staat beeft aangevallen, moet het pro letariaat van dat land daartegen in opstand ko men en in andere landen een economische boycot van het betreffende land organiseeren. Na eenige opwerpingen van den kant van Vandervelde, werd de thesis vrijwel eenstemmig aangenomen. Zij zal op het congres te Weenen worden be handeld, nadat zij tevoren aan de voornaamste delegaties der Europeesche mogendheden zal zijn voorgelegd. Beperking in verband met den financieelen toestand. BERLIJN, 15 Juli (W.B.) De Pruisische re. geering diende een wetsontwerp in, waarbij voor den,ver-deren bouw en het onderhoud van kleinere spoorlijnen anderhalf millioen beschik, baar wordt gesteld. In het geheel wordt zestien millioen noodig geaoht, maar, in verband met dien moeilijken financieelen toestand Ss 't echter slechts moge lijk geweest, 1V2 millioen voor het baanfonds ter bescnikking te stellen. Met dit bedrag zul len in hoofdzaak lijnen worden vernieuwd, waarbij men in de eerste plaats zorgen wil voor het Oosten van het land en het voorkomen van het stilleggen van beslist noodige lijnen- Van onzen correspondent). P a r ij s 14 Juli 1931. De ontwikkeling der Duitsche gebeurtenis sen heeft te Parijs in geen enkel opzicht de nervositeit gewekt, die uit Londen en New-York wordt gemeld en zoo men verbaasd is. dan be treft die verbazing louter en alleen de gemak kelijkheid, waarmee Duitschland zich aan de paniekstemming overgeeft. Men beschouwt hier dan ook den toestand voor Duitschland bij lange pa zoo hopeloos niet als aan gene zijde van den Rijn het geval is en wanneer hier zelfs oen duidelijk waarneembaar optimisme valt waar te nemen, dan ligt de verklaring daarvan dat Frankrijk nog niet vergeten is, dat het nu pre cies vijf jaren geleden in dezelfde katastrophale moeilijkheden verkeerde, als Duitschland nu en dat de analogieën zoo typisch zijn, dat gerust kan worden gezegd dat dezelfde oorzaken aan den rampspoedigen toestand ten grondslag liggen. Evenwel heeft Frankrijk in de Julidagen niet over het buitenland gejeremieerd, maar zich klaar voor den geest gesteld, dat de wrange vruchten van een gevaarlijk beleid werden ge plukt van een riskante leeningpolitiek en van een overdreven staatshuishouding, waardoor het niet meer vrijelijk over zijn eigen beurs kon beschikken doch een geweldige massa on middellijk opvorderbare schulden do portemon- naie konden leeghalen, en het land naar het failliet dreigen. Men heeft toen zich zelfs niets wijs gemaakt, niet anderen de schuld gegeven en ook niet alleen op zijn gelukkig gesternte vertrouwd, maar scherp onderzocht wat er aan de hand was. Vandaar dat toen het hachelijk moment was aangebroken, feitelijk het geluk kig moment, waarop de politiek voor de econo mie heeft te zwichten, de mannen gereed ston den, die "het land zouden kunnen redden en koel van hoofd genoeg waren om te weten wat hun te doen stond. Een klassieke vertrouwens. crisis. Men heeft hier te Parijs ook ten aanzien van de Duitsche financieele débacle steeds gewei gerd ze anders dan van den technischen kant te bekijken, omdat men er geen enkel oogen- blik iets anders dan de klassieke crisis van ver trouwen in heeft kunnen zien. Een vertrou wenscrisis, die men heeft zien aankomen ook zonder de zoo volkomen in den wind geslagen indrukwekkende waarschuwingen waarmee Parker Gilbert Indertijd zijn taak heeft neer gelegd. Vandaal- dan ook dat men hier de zaak nuch ter blijft bekijken en zich ook niet aan de op winding stoort, die Frankrijk in de schuld vraag zoekt te betrekken, waar men meent, dat de zeer opgehitste wereldopinie spoedig genoeg zal kunnen ervaren, dat Frankrijks houding bij de Duitsche katastrophe heilzamer voor Duitsehlands genezing zal zijn, dan de koorts, die in Duitschland zelf blijft aangewakkerd. Ook hier erkent men dat de redding Jigt in „Pa rijs", maar niet in „Parijs 1931", doch in „Pa rijs 1926", in het voorbeeld, toen gegeven. Wan neer dan ook Brüning geen haast schijnt te maken om naar Parijs te gaan, dan verwondert men zich daar hier niet zoo bijzonder over, om dat men heel goed begrijpt, dat Brüning wel weet, wat hij er te hooren zal krijgen, terwijl men de politiek te zeer gebonden acht, om an ders dan onder den druk der gebeurtenissen, de kardinale fout in de politiek van Berlijn te erkennen. Intusschen heeft Parijs de niet ge ringe voldoening te kunnen bemerken, dat de Fransclie wijze van zien van de mogelijke Duitsche redding, wordt gedeeld door de Bank voor Internationale Betalingen, zooals Dr. Lu ther heeft kunnen ervaren. Te Parijs meent men dan ook niet anders dan een afwachtende houding te kunnen aannemen en de evenementen nauwlettend te volgen. Die evenementen zijn allerminst van een aard om het vertrouwen te doen terugkeeren. De wijze, waarop Berlijn de Danat onder haar contróle heeft genomen, heeft hier niet weinig ontstel tenis gebracht, daar in, het kader der politieke gevolgen, die uit de katastrophe kunnen ont staan, een dergelijk staatssocialistisch ingrijpen van geweldige strekking kan'zijn. Ook ziet men nog niets gebeuren dat er op wijst dat te Ber lijn als het eerste noodzakelijke wordt ingezien het Danaïdenvat een bodem te geven. De wei geringen van Amerika, het afwachten van Ba zel, Londen en Parijs, kunnen niet in haar voortduren worden gestuit, zoolang de overtui ging bestaat, dat alle hulp in een bodemloozen put wordt geworpen. Men begrijpt dan ook niet goed, dat Dr. Luther zooveel kostbaren tijd laat verliezen met zijn pogingen voor de buiten- landsche hulp, wier mogelijkheid slechts te Ber lijn kan worden opgeroepen, en die van het oogenblik af verzekerd is, dat Duitschland be reid blijkt zich zelf te helpen en daardoor het vertrouwen te herstellen. Evenwel ziet men heel goed in, dat Berlijn daarbij geen gemakkelijke taak zal hebben, om dat de geesten, die men zelf oproept, moeilijk te bezweren zijn. De noodstand is niet gekarakteriseerd door de terugneming der buitenlandsche eredieten alleen, maar ook door de vlucht der Duitsche kapitalen naar het buitenland. Wel Is die ka- pitaalvlucht natuurlijk een gevolg van de cre- dietopzeggingen uit den vreemde, maar niet daarvan alleen. Want dan had de Hoover- tusschenkomst en 100 millioen dollar crediet aan de Reichsbank verstrekt, voor veel langer tijd kalmeerend kunnen werken, dan de weinige dagen, gedurende welke ze bijdroegen om de opvragingen wat te vertragen. De kapitaal- vlucht is voor een veel grooter deel het gevolg dat bij een groot deel van Duitschland de over tuiging helder genoeg voor den geest stond, dat men met de leen-maar-raak-politiek aan den grond is geraakt. Want hoewel het op een on juistheid dreigt uit te loopen als men de zaken te simplistisch voorstelt, toch mag gezegd, dat het velen duidelijk is geworden, dat de econo mie van het land langzamerhand in den toe stand is geraakt van een optimist, die al te gemakkelijk geld kan vinden en de notie van het moeilijk teruggeven verliest, zoodat hij op een gegeven oogenblik voor de realiteit wordt gesteld, dat een leening een schuld is, met een vervaldag, die eenmaal aanbreekt, en onafwijs baar, zoo hij zijn geldschieter heeft weten te ontstemmen. De crisis komt niet onverwacht Het temporairkarakter van het crediet waar op de Duitsche economie voor een overdreven groot deel dreef, is Duitschland niet helder ge noeg voor den geest blijven staan, terwijl het aan waarschuwingen niet heeft ontbroken. Want het laatste wat gezegd kan worden, is, dat deze crisis onverwacht is ingetreden. De crisis heeft reeds aangeklopt in het begin van 1929, toen gevreesd kon worden, dat het Young-plan niet zou worden aanvaard. Ook toen begreep het buitenland, dat aan Duitschland bepaalde liqui daties zouden worden gevraagd eu het heeft toen genoeg gespannen. Maar het aanvaarden van het Young-plan heeft toen de verontruste geldschieters gekalmeerd. Opnieuw trad een ernstige crisis van ver trouwen in, toen in den vorigen herfst de Duitsche algemeene verkiezingen een voor het buitenland niet bijzonder geruststellenden uit slag gaven. Het langzamerhand intredend be sef van de momenteels onmogelijkheid van de realiseering der extremistische successen heeft toen de regeering in het bijzonder in staat ge steld de angst te bezweren en de crisiswind is gaan liggen na enkele bange weken. Bij dezen derden stormloop zijn de. omstandig heden veel gunstiger voor een katastrophe en dat had tot grootere voorzichtigheid moeten aansporen. De gunstige crisiscondities zijn na melijk thans zoowel van economische en van politieke als van finantieele orde. De lawaaie rige manifestaties van Stahlhelm en nationa listen hebben nu dezelfde uitwerking gehad als het Hitleriaansch verkiezingssucces bij de algemeene verkiezingen en het is vrij zeker, dat de mollige wijze, waarop de dirigeerende klassen in Duitschland op de nationaal-socialis- tische agitatie heeft gereageerd, minstens zoo veel bezorgdheid heeft gewekt als de agitatie zelf. Ook economisch is de toestand zeer ver zwaard, doordat de zwaardere eischen aan de staatshuishouding gesteld, geen compensatie in het verschiet hebben door een daadwerkelijke bezuinigingspolitiek. En nu zou het de dingen van den smallen kant beschouwen moeten wor den genoemd, om te beweren dat als Parijs zegt dat de schuld van de katastrophe bij Duitschland zelf ligt, slechts Schadenfreude spreekt bij den eeuwigen antagonist. „Die Schadenfreude" is niet aanwezig, even min als het verlangen om van Duitschland's noodstand politiek te proflteeren. Inderdaad strekken do conditie-s waarvan de vreemde hulp zich wel zal moeten omringen, bijzonderlijk Frankrijk ten goede, doordat zij bepaalde Fran- sche ongerustheden zouden wegnemen, of ver minderen, maar zulks sluit niet uit dat de Franscho raadgevingen in Duitschland's eigen belang worden gegeven, en vóór een politiek een technisch karakter hebben, en door Parijs met wegdenking van alle eigenbelang als de onafwijsbare voorwaarden van Duitschland's financieel herst'el worden beschouwd. Men beeft hier van stonde af het opwerpen van de 'Anscliluss als een f-out beschouwd die zich tegen Duitschland zelf zou keerèn, men heeft hier steeds het een waanzin beschouwd dat Duitschland bij zijn precaire financiën kruisers ging bouwen Ook Frankrijk heeft het recht een £0,000 ton te vernieuwen, maar,men weet met welk een voorzichtigheid het zijn bouwplan heeft omringd. Maar nu is het aan de waarheid verschuldigd te zeggen, dat noch de kruiser- houw, noch de Anschluss een voor Duitschland gunstige Franeche interventie zullen tegeu- houden. Men heeft dat wel gezien bij de behan deling van den Hoovervcorsiag, bij welken de stand van de Fransche staatsfinanciën inder daad geen blind toehappen toeliet, en waarbij de zaken zich toch geschikt hebben en zonder de publieke opinie al te zeer te ontstemmen. En waarbij de weerstand der Fransohe dirigee rende kringen in de eerste plaats gebaseerd is geweest op de onvoldoendheid van den Hoover- voorslag, welke ontoereikendheid thans wel duidelijk naar voren gaat treden. Trouwens in Frankrijk geeft men zich van de gevolgen van den Duitschen toestand heel wat beter rekenschap dan men wel zou denken. Het is hier dat men zich afvraagt wat gebeu ren moet als de banken haar normale 'taak niet kunnen hervatten, als de staat zijn ambtena ren, do patroons bun werklieden met een pro blematieke chèque inplaats van met klinkende munt zullen moeten uitbetalen. Om nog niet eens te spreken van de mogelijkheden tot ex. tremistisohe beroeringen. Men is trouwens niet zoo naief om te denken dat het hier niet zal regenen als het bij den buurman blijft stort buien. Is de bereidheid tot helpen omomstootelijk, men wil dat zij een positief resultaat heeft. En daarom ziet men hier de hulp alleen, in een ingrijpen van langen adem. Politiek, door Ber. lijn voor de noodzakelijkheid tie stellen weer stand te bieden aan alle extremistisch drijven, zoowel in revolutionuairen als in nationalisti- schen zin. Niet langer verontrusten door de agitatie jegens het „Diktat", dat op het oogen blik niet aangetast zou kunnen worden zonder Europa in een noodlottige nieuwe crisis te wer- pan. Technisch, door de Duitsche economie uit haar stoutmoedigheden te redden. Door het klassieke middel van veel moeilijker crediet- versohaffing en het vastleggen der eredieten op korten termijn en een effectieve bezuimi. gingspolitiek. Is Duitschland daartoe bereid dam verzekert het zich van alle internationale hulp die het noodig heeft en Frankrijk sohijnt niet van plan te zijn daarbij achter aan te komeu. TV"*-- - A Max Hölz c.s. te Moskou. De bekende Duitsche communist Max Hölz,, bevindt zich te Moskou, waar hij tot medewer ker aan de Duitsche afdeeling van de com munistische internationale is benoemd. Boven dien ia Max Hölz in de leiding van de inter nationale arbeiders hulp opgenomen. In Moskou wonen ongeveer dertig Duitsche communisten, die uit Duitschland naar Rus land gevlucht zijn, omdat zij of aan een achter volging bloot stonden of uit de gevangenis ge vlucht zijn. Naar een ander bericht uit Moskou meldt, is, in de stad Eriwan in den Kaukasus, de com munist Jarnach id es door een onbekende op straat doodgeschoten. Het slachtoffer behoor de tot de leiders van de oollectiveerlngsbewei. ging in Armenia. Dezer dagen heeft de kardinaal Staatssecretaris Pacelli den sarcofaag voor Kardinaal Merry del Val in de Vaticaansche grotten ingewijd ivijlen Officieele ontvangst Inleidingen Uitstapjes De Vereeniiging van Pluimveehouders in Zuid- Holland (V.P.Z.H.) heeft gisteren te Gouda haar jaarlijkschen pluimveedag gehouden, dit maal aangeboden door de Pluimvee- en Kouij- nenfokvereeniging „Gouda en Omstreken". Officieele ontvangst De congressisten en hun dames zijn dra mor gens 10 uur door Gouda's gemeentebestuur ten staidhuize officieel ontvangen. Bij de begroeting waren tegenwoordig burgemeester E. G. Gaar- landt, wethouder J. a. Donker, secretaris G. J. J. Pot, de directeur vian het Marktwezen, de heer J. P. Anemaet en eenige raadsleden. In een hartelijke speech heeft de burgemees ter de gasten verwelkomd. Hij verklaarde het aangenaam te vinden, dat voor dien Pluimvee dag 1931 Gouda werd aangewezen, omdat deze stiad liet centrum is van een uitgestrekt pluim- veeleeltgebied. De pluimveeteelt heeft groote economische waard® gekregen nu de uitvoer van eieren zoo'n geweldigen omvang heeft bereikt. Naarmate die economisch® waarde steeg, be steedde het gemeentesttuur zorg aan haar markt. Alles werd gedaan om het dein ver- koopers en koopers op de Goudsclie markt zoo veel mogelijk naar den zin te mialkea en moeiten noch kosten zijn gespaard om de kansen op afzet te vergrooten. In het afgeloopen jaar be droeg de aanvoer van eieren op de markt der gemeente 4.218.000 stuks, op de markt der Ooop. Znid-Hollandsche Eierveiling werden er ruim 2% millioen aangevoerd. Spreker zei de de goede verstandhouding tusschen de vereeni- ging en de gemeente op hoogen prijs te stellen en uitte tenslotte den wensch, dat; de congres sisten prettige herinneringen aan hun bezoek aan Gouda zouden medeneinen. De voorzitter der V. P. Z. H., de heer J. de Bok, bracht het gemeentebestuur dank voor de hartelijke ontvangst en dan burgemeester voor zijn sympaihieake woorden. Gouda is gaar ne als plaats van samenkomst aanvaard, om dat hier het hart der vereeniging klopt. Er is bovendien goede gelegenheid om te vergade ren, terwijl de stad voorts veel aangenaams biedt. Met zijn besté wenschen voor Gouda, haar vriendelijken burgemeester en de inge zetenen besloot de heer de Bok. Na het gebruiken van koffie met de traditio neel® siroopwafeltjes zijn de heeren naar Ons Genoegen gegaan, waar de vergadering plaats had; de diames werden in de gelegenheid ge steld het bedrijf der Koninklijke Wasscherij Daalmans Co. te bezichtigen. Bijeenkomst in ,,Ons Genoegen" De bijeenkomst in Ons Genoegen werd ge opend door den voorzitter dfer V.P.Z.H., die dank betuigde aan de commissie van voorbe reiding voor de keurige wijze, waarop zij zich van haar taak heeft gekweten. Hij gaf hierna het woord aan dr. B. J. C. te Hennepe voor diens beschouwing over „Pluimveeziekten". De inleider zeide allereerst, dat men een ziekte om deze te kunnen bestrijden, eerst moet kennen. Het terrein der pluimveeziekten is zoo groot, dat onmogelijk alle ziekten in kort bestek zijn te bespreken. In ons land te men vroeger dan In andere landen begonnen om de pluimveeziekten doeltreffend te bestrij den. Spreker stelt zich op het standpunt der wetenschappelijke bestrijdingsmet.hodeu. De basis van het systeem is onderkenning der ziek ten. Men kan bij de rijks serum inrichting te Rotterdam gratis laten onderzoeken. Ondoel matig voer verzwakt de dieren dikwijls, waar door zij zeer vatbaar worden voor besmette lijke ziekten. Een dier moet reeds ieds man- keeren, voordat besmetting er vat op krijgt, In de practijk ziet men dikwijls, dat de hand ge licht wordlt met allerlei belangrijke voorschrif ten, ten aanzien van voeding en huisvesting, met als gevolg, groote vatbaarheid voor be smetting. Uit een grafiek liet dr. t® Hennepe blijken, dat d© sterfte onder kippen in de meeste gevallen gevolg is van ziekten aan de legorganen. Ook ingewandsziekten leveren een groot percentage van de sterfte. Bestrijding van de besmettelijke pluimvee ziekten is ook van groot belang voor de hy giëne van den menscik, Sedert men de tubercu losebestrijding ouder het pluimvee ter hand genomen heeft, zijn 36 gevallen bekend gewor den, waarin tuberculose van kippen op men schen is overgebracht. Dr. te Hennep® besprak vervolgens de coc- cldi'OafiS en de Klein'sche ziekte. Spreker gelooft dat ook de verlammingsziekte tot de besmette lijke ziekten behoort. De smetstof is evenwel nog niet gevonden. Het een® jaar komt deze ziekte alleen voor in hokken, het andere jaar is soms een geheel bedrijf aangetast. In tegen stelling tot de volwassen klippen, is de sterfte onder kuikens meestal een gevolg van besmette lijke ziekten. De pullorum kan bestreden wor den door bloedonderzoek bij klippen. Spreker beschouwt dit middel echter als niet geheel betrouwbaar. Er schuilt' een fout in de reactie, maar men is bezig deze methode te verbete ren. Met, de tegenwoordige methode heeft men echter toch wel bevredigende resultaten be reikt. Om de pluimveeziekten daadwerkelijk te bestrijden heeft men deskundigen noodig, yooral in ons land, dat op export is aangewezen, Leeken-hiüp moet men afwijzen. Men hoede zich voor kwakzalverij. Aan het einde vam zijn voordracht Illustreerde dr. te Hennepe het gespreten© met lichtboalden Na de lunch sprak de heer B. van Asperen- Vervenne over „De toepassing van de electrioi teit in het pluimvee bedrijf". Spreker behan delde op de eerste plaats de kunstmoeders, broedmachines ein broedcentrales. In de laatste jaren wordt hierbij de electrioiteit meer en meer toegepast. Voorts neemt steeds to® de eleafcrische verlichting der bokten, welk® een belangrijke ver hedging der eierproductie ver oorzaakt. Een groote fiajötor, welke de toepas sing van electriciteit bevordert, zijn de lage tarieven. Een zeer technische uiteenzetting gaf d<o heer van Aspereu-Vervenne over de inrichting en werking van broedmachines en kunstmoeders. De resultaten der eiectrische machines zijn zeer bevredigend. Spreker zei de er van overtuigd te zijn, dat de electrioiteit in diienst vn het piuim. veebedrijf een groote toekomst heeft. Met een woord van. oprechten diaink aan de béide inleiders heeft de .heer de Bok de ver gadering hierna gesloten. Bezoek aan St. Janskerk pen Elfhoeven De gasten hebben de middaguren benut met ecu bezoek aan de Sint Janskerk ter bezichti ging van de ramen, en het reonetaltie-oord „Eli'hoevem" aan de Plassen. Door het bijzonder slechte weder konden do boottochtjes ni®t plaats hebben; in het theehuis heeft mem zich echter uitstekend kunnen amuseeren. Met een gomeenschappelijken maaltijd in Ons Genoegen is de welgeslaagde dag beëindigd. Aan tafel heerschte een gezellige stemming, 'waartoe de vroolijke muziek van een Jaszhand in niet geringe mate bijdroeg. Onder den titel; „Het belangrijkste artikel van vandaag" schrijft „Hamer" een stukje in het „Katholieke Schoolblad", waarvan wij 't eerste gedeelte overnemen. Aan eenige nadere belichting gevoelen wij eerlijk gezegd, wel be hoefte. Zoo op het eerste gezicht lijkt het een gekke toestand. Maar vooral bij examens en examenregelingen geldt zeer vaak; Alles weten is alles begrijpen. „Hamer" schrijft dan aldus: In 1931 dit jaar zijn voor Hoofdakte afgwezen: bij (resp. 5) vakken, zij die 1. voor enig van 'n 1 hebben. 2. voor Ned. taal en Opvoedkunde 'n 5 of lager cijfer samen niet hoger dan 8. 3. voor Ned. en Opvoedkunde 'n 5 of lager cijfer samen niet hóger dan 9 en TnTotaai minder dan 39 (resp. 32) punten hebben. 4. voor twee vakken 'u 5 of lager cijfer samen niet hoger dan 8 en in totaal min der dan 37 (reap. 30) punten hebben. 5. voor twee vakken 'n 5 of lager cijfer samen niet hoger dan 9 en in totaal min der dan 35 (reap. 29 punten hebben. van de hier bedoelde 2 vakken mag het éne Ned. of Opvoedk. zijn. Bij 1. is kandidaat met wiskunde altijd af gewezen, dus ook als hij voor de overige vak ken gelijk (of ver boven) de anderen staat. Dus enkel om wiskunde kan hij afgewezen worden. Bij 3. Kandidaten met en zonder dezelfde punten voor de 5 gemeenschappelijke vakkeu, samen 32. Kandidaat zonder wiskunde geslaagd, van ganser harte proficiat. Als kandidaat met wiskunde dan bovendien nog voldoende (6) voor wiskunde haalt, wordt hij afgewezen. Zijn kennis is wel gelijk met ge slaagde zonder wiskunde, doch hij heeft vol doende maar een slordig zesje voor wisk. en da's niet genoeg. Hij moet voor wis kunde minstens zeven halen om overigens ge lijk te staan met hen, die door (school) eksa- men zijn vrijgesteld. (Al zonden die dan ook voor het onderwijzers-eksamen een twee voor dat vak gehaald hebben). Bij 4. weer precies dezelfde zwaardere ver antwoording voor eksaminandi met wiskunde als bij punt 3. plus: de heel grote kans, dat één van de twee vakken waarvoor 'n 5 of lager cijfer behaald wordt, wiskunde zelf is. Had Hij dan geen wiskunde, dan was hij bij overigens elk totaal aantal punten (mits geen I erbij) geslaagd. Ben zeer grote onbillikheid dus. Bij 5. hetzelfde als bij punt 3, doch hier moet voor wiskunde minstens 6 gehaald wor den en blijft Weer de heel grote kans van het tweede geval onder punt 4, als wiskunde één van de twee bedoelde vakken is. Een enkel voorbeeld iedereen kan uit de normen zelf massa's zoeken Zonder wiskunde haalt iemand voor 4 vak ken 'n 6 en voor 1 vak 'n 2. Slaagt met totaal 26 punten. Met wiskunde haalt iemand voor hetzelfde •vak 'n 2, nee laten we zeggen 'n 3 (dan kent hij van dat slechte vak zeker zooveel ais die geslaagde) en voor wiskunde 'n 5 (bijna vol doende). Voor de overige vakken haalt hij heel hoge punten. In totaal 36, dus 10 punten méér dan die geslaagde zonder wisk. en toch wordt hij afgewezen. Wat de normen betreft, waardoor beslist wordt of iemand afgewezen wordt, staat iemand die vrijgesteld is er reeds huizenhoog beter voor. FONDS TER AANMOEDIGING EN ONDER STEUNING VAN DEN GEWAPENDEN De 116e jaarlijkeche Algemeen® vergadering van bet Fonds ter aarunoediigiing en ondersteu ning van den Gewapenden Dienst in d® Neder landen is dezer dagen te Amsterdam gehouden. Het daarin uitgebrachte verslag bevat o.a. d® volgende mededeelingen: De inkomsten oyer 1930 bedroegen f 72.136.49. Aan 738 deelgwechtigden keerde het fonds 35.626 62 J-a uit aan gratificatiën en 8.235.91 aan toelagen, voortspruitende uiit de rente van bet geschenk van wijlen Z. M. den Koning. In het Koninklijk Militair Invalidenhuis te Leiden werden verpleegd, tegen afstand, van hun pensioen en gratificatie, 2 deelgeirechtig- den van het fonds, alsmede 42 oud-mUltairen (niet deel gerechtigden van het fonds) tegen afstand van hiun. pensioen. De uitgaven ten behoeve van de Stichting beliepen 15.306.03.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10