a K t JE MOET MAAR GELUK HEBBEN D1EV£NTR0TS EEN EI- EN DOODKIST GESCHIEDENIS AMULETTEN WESTERSCH OF CH1NEESCH Nog zoqt kwaad niet WOENSD AG 29 JTJLÏ JSSÏ »»lf j«fc Toen Slem beft te pakken had gekregen van de blauwzwarte oogen van Molly Kevvei, liet hij de dievenbende in den steek. De vrienden van de bende plachten op hu-eken van straten te staan, druk in de weer met nagelvijltjes en pennemesjes en pratend ln 'n taal. welke hoogstens 200 woorden rijk was. In die oogen van den niets-vermoedenden voor bijganger leken zij zoo een gezelschap niets nutten van wie geen kwaad te duchten scneen. Maar 's nachts in de stille buurten der stad en soms overdag in de drukke winkelstraten, waren de leden van de bende geen straathoek- ornameniten meer, doch actieve werkers, wier eenig streven was den burger zooveel en zoo vlug mogelijk te scheiden van zijn bezittingen. Si-em beloofde Molly ziin leven te zullen ver beteren. Siam was de slimste, de sterkste, de moedigste en do fortuinlijkste volgeling van de bende. Daarom speet heit den dieven, dat hij wegging. Maar zij waren getuigen van zijn overgang tot het betere levenzonder protest. Want onder dieven wordt het niet onmannelijk noch oneerlijk geacht ais een „jongen" iets doet, wat zijn vrouw of meisje hem gevraagd heeft te doen. Schei utt met janken, had d.e dief gezegd toen Molly hem op een avondonder tranen gesmeekt had een beter beroep te kiezen, ik zal de jongens vaarwel zeggen. Jij mot 'mij samen en dan kan ik tevreden zijn mes het eenvoudigste. Ik zal aan 't werk gaan Ik zal het doenvoor jou. Wij zullen een boven- hulsje huren en een naaimachine en een bloem pot in het venster en wij zullen leven zoo eer lijk als wij maar knnnen Oh Slem, haid Moiiy gezucht, terwijl zij de poeder van zijn schouder had geveegd met haar^ zakdoekje, om jou dat te hooren zeggen is^ mij meer waard dan alles op de wereld. En wij kunnen met zoo weiraig gelukkig zijn. Siem had neergekeken op zijn vlekkeloos witte manchetten en zijn glimmend© lakschoe nen met een soort van melancholie in zijn blikken. 'k Zal 't het zwaarste voelen in m'n kleer kast, had hij gezegd. Ik heb er altijd van ge houden om goed gekleed te gaan, deftig zelfs. Je weet hoe een hekel ik heb aan goedkoope rommelDit pak kostte mij honderd dertig pop, maar het is nog maar net genoeg naar mijn zin. En als ik eerlijk g!a werken zal ik geen rood halfje over houden om chique te doen, zooals ik gewend was. •OdBSAch kom' Siem. Ik zal niet minder van je honden als je er minder goed uift zal zien. ïh^ée®. blauwe kiel vind ik je net zoo lief als In een rood© auto. Voordat Siem oud genoeg was óm "zijn vladér té kunnen missen, was hij werkzaam geweest als aankomend timmerman. Daarom ging hij' nu terug tot dit nuttige en eerbare beroep. Hij kreeg een aanstelling bij een timmerfabriek Acht maanden gingen even kalm en stil voorbij alsof zij waren „vergaan1" op een theater-programma, tusschen de twee acte® van het drama. De bende had baar werk voort' gezet op de groote wegen; kraakte politie agenten, hield late wandelaars aan, vond nieuwe trucs voor oplichting uit en imiteerde de beters stand in kleeding en manieren. Maar Siem stond nog steeds eerlijk en betrouwbaar baast zijn Molly, ofschoon de glans van zijn schoenen verdwenen was en het knoopen van zijn das minstens drie kwartier duurde als hij de versleten plekken wilde verbergen. Op zekeren avond bracht hij 'n groot geheim zinnig plak mee naar Molly's huts. Maak dat open, Molly, zei hij op zijn kal men, tevreden, toon, liet ls voor >o«. Molly's haastige vingers scheurde® het papier weg enzij gaf een gil en Pa Keyver en Ma Keyver kwamen binnen om te kijken. Weer gaf Molly een gil en iets donkers en langs en streel ends gleed cm haar hals. Russisch sabelbont, zei Sidm trortsch, zich verlustigend in den aanblik van Molly's blo zende wangen op het zochte bont. Echte, ras echte! Niets is goed genoeg voor jou! Molly stak haar handen dliep in de mof, danste over -een leger van nieuwsgierige broertjes en zusjes hieen naar d'en spiegel. (Hier is een goede wenk voor de redactrice der mode. rubriek: om de oogen te doen schitteren en wangen te kleuren e® een glimlach om de lippen te tooveren een bontstel cadeau geven). Toe® zij alleen waren werd Molly zich be wust, dat er ielts verstarde va® haar eerste uit bundige vreugde doordat plotseling een ge dachte door haar brein flitste. Siiem. je bent een schat, zei zij openhar tig. Ik heb nog nooit in mijn leven bomt ge dragen. Maar is Russische sabelbont niet erg duur? Ik geloof van wel.... Heb ik ooit goedkoope rommel gekocht? vroeg Siem, met kalme waardigheid. Heb je ooit gezien, dat ik stond te kijke voor de win kelramen van een goedkoop© zaak of een ba zaar? Schat de bont pp tweehonderdvijftig en de mof op honderd vijf en zeventig en je bent er niet ver meer van af! Ik moet goede bullen hebben. Zij staan je prachtig, Mony. Molly dtrukte de bont dicht tegen zich aa.n en zuchtte. En dan verdween langzaam d© glim lacht van haar gelaat en keek zij Siem strak aan. Hij voelde Wat elke blik va.n hiaar be te© kende; hij lachte met een kleur van ver legenheid op zijn wangen. Denk dat maar niet, zei hij met vriende lijkheid. Ik heb je beloofd dat ik dat niet meer zou doen. Do bende heb ik verlate® en mijn woord is mijn woordIk heb dat stel ge kocht. Ik heb er voor betaald met mijn eigen geld, dlat ik gespaard heb. Va® je weekloon. Slem? Hoe kan dat nu? Eerlijk. Ik heb het h-eele bedrag gespaard voor jo® 's Kijken.dan beb je gespaard vierhon derd en.... Ach. schei uit. Ik had nog wat geld toen Ik voor het -eerst aam hiet werk ging. Denk je soms, dat ik weer gestolen heb? Zij zijn contant betaald hoor. Doe je bomt maai om en ga mee een eindje wandelen Molly bedwong verder haar twijfel. Bont troost. Trotsch als een koningin ging zij voort naast Siem. In die buurt van arme arbeiders had mie® nog nimmer tevoren een dochter der buren met Russisch sabel-bont gezien. Het nieuwtje ging van mond tot mond en uit de ramen stake® nieuwsgierige hoofde®, die raoee. fm meegeniete® va® het rijkelul's-gescaauk, waarmede Siem zijn meisje, vereerd had. Heel de straat uit hoorde® zij ontelbare „O's en a's" en de gefluisterde fabelachtige prijs ging van mond tot m-onid en werd steeds hooaer. Siem wandelde links va® haar. Het werken had zijn liefde voor groot vertoon en zwier nog niet vermind-erd. Op een hoek van een straat zagen zij ee® troepje van de bande. Zij liepen er zwijgend lang-s en de „jongens" namen bun petten en hoeden af voor Siem en zijn meisje. Drie straten achter- het gelukkige, tratsch© paar slenterde rechercheur Ramson van het hoofdbureau van politie. Hij was de eenrte detective, die zonder gevaar voor zijn leve® ln de nabijheid der bende durfde komen, want hij wac eerlijk en moedig. Vele dieven mochten hem gTaag en soms vertelden zij hem een nieuwtje als zij zelf toevallig nie-t door de wet gezocht werden. Wat is hier te doen? vroeg de recher cheur aan een lid mn de bende. Waarom kijken zij allemaal zoo verwonderd? Zij hebben het over een steil kattestaar- ten, dat Siem voor z'n meisje op den kop ge tikt heeft, antwoordde de jongeling. Ik hoor, dat Siem reeds bijna een jaar zijn oude vak weer uitoefent, is dal zoo? vroeg de rechercheur. Hij schijnt niets meer met de ben-de te maken te hebben, niet? Hij is een beter leven begonnen en werkt aan de fabriek en hij schijnt het- igóed te heb ben ook! Ze zeggen, dat die borat van zijn meisje bijna duizend gekost heeft! Zag, is dat niks voor je? Zoek je geen bontwerker? Ranisln groette en liep door. Hij haalde het wandelende paartje Jn en tikte Siem op zijn arm. huister een oogenbliik, siem, zei hij rus tig. Mag je meisje even alleen blijven? Siem liep een paar passen met bem op, da® bleven zij samen staan. Ben jij gisteren bij Mevrouw Hetkote ge weest op de Parklean, om -de maat te nemen voor een wand-boekenkast? Ja, antwoordde Siem. Wat is daarmee? Die dame mist een bonltstel.Russi sche sabelbont.va® ruim -duizend gul-den. Het stel is verdwenen ongeveer in den tijd, dat jij daar was en de beschrijving van het stel komt overeen met wat j-ouw meisje daar om heeft hoop naar -de hel, schreeuwde Siem woe dend. Je weet daTj ik eruit ben, Ramson. Ik heb niets ffiêèr met -de bende te maken, ik ben een beter memsch geworden. Dat bontstel heb ik gisteren gekocht en 'betaald Ik weet, dat je eerlijk gewerkiS hebt se dert bijna een jaar, zei de detective kalm. Ik wil je daarom een kans geven. Ik wil toet "je meegaan naar den winkel, waar jij zegt dat je het bont gekocht hebt en informeeren of het waar is. Je meisje, kan het stel omhouden tot wij ér zijn en niemand behoeft achter docht te hébben. Is dat een joviaal voorstel of niet? Ga mee, sprak Sdeim opgewonden, maar dan bleef hij plotseling staan en keek met een verlegen glimlachje den delectieve hope lo-os aan. Ik kan niet mee naar dien winkel. 't Zou niet haten.Het is 't bontstel van Mevrouw Hetkote.Molly! Geef je bont maar weer terug.Maar je krijgt ibefc weer, hoor. Ik zial het koope® va® dié juffro-uw, al vraagt zij ér een millioe® voor. Molly, wit v-an schrik, klampte zich aan Siem's aaun. Oh Siem, je hebt mijn hart gebroken. Ik was zoo trotsch op je. En nu moet je de gevangenis -in.wat komt er zoo va® ons gelukkig huwelijk terecht? Ga naar huis riep Siem kokemd van woede. Kom, Ransom, neem dat bont en ga mee. Ik wil hier niet langer blijven staan. Wacht.ik wil.i-k zal eerlijk.nee®, ik' doe het niét. Kom Molily, ga terug. Ik kom je straks achterma. Ik ben klaar, Ram- som. Om den hoek verscheen politieagent Kohn, juist op zijn ronde door de buurt. De detecti ve wenkte hem om a-ssiatentie en K-ohn kwam nader. Ik hoorde al van dat gestolen sabelbont.. U zegt, dat U het hier hebt? vroeg hij eemigs- zins verbaasd, waarop Ransom hem het bont toonde, dat hij met voorzichtige vingers aan pakte. Vroeger, zei hij glimlachend, toen ik nog niiet hij -de politie was, werkte ik als verkoo- per in het grootste bcmtpaileis van de stad. Daarom kan ik een heter oordeel vellen dan jullie allemaalDit is Russisch sabelbont. dal- wil zeggen: uit Alaska of Parijs. De bont is twaalf gulden waard en de mof.... Boem! kwam de vuist va® Siem op agent Kohn's mond terecht. Koh® wankelde en viel bijna om Molly gaf een gfiil. De de fectieve wierp zich op Siem en met behulp va® Kohn deed hij hem de boeien aan. De bomt is twaalf gulden waard en de mof negen.hield Kohn vol. Siem's gelaat kreeg een bloedrood© kleur. Je hebt gelijk, overste, veTklaard-e hij zachft. Ik heb vi-er-e-n-twintig betaald voor bet stel. Maar liever had ik zes maanden gaan brommen dan ln tegenwoordigheid van m'n meisje te bekennen diat het zoo'n goedkoop stel is.Molly, ik kan niet meer doen. Ik heb geen geld genoeg om te ko-open wat ik je allemaal gun. Molly wieTp zriicih om zijn hals en( Dui sterde; Wat kan mij al het sabelbont van de heele wereld scheien als ik jou bezitten en vertrouwen kan. Neem de boeien maar af, Kohn, zei Ram- so®. t Zijn twee dwaze kinderen. Het scheen Mr. Brown, alsof hij een bom in plaats van een brief in zijn zak had. Het was een ultimatum van zijn huisbaas, gesteld in woorden, die aan beknoptheid en duidelijk heid niets te wenschen overlieten „Indien da achterstallige huur van negen maanden a.s. Zaterdag, uiterlijk 12 uur, niet is voldaan, zal er onmiddellijk beslag worden gelegd." Het was nu Vrijdag en Mr. Brown kwam juist van zijn tante, die hij jarenlang genegeerd had en wier medelijden hij nu getracht had op te wekken. Hij had haar gebeden en gesmeekt hem te helpen en tenslotte was hem na het meest vernederende oogenblik van zijn leven, de deur gewezen. Toen hij dien morgen zijn moeilijken tocht ging aanvaarden, had zijn vrouw hem een zoen gegeven en hem een beetje tactloos mis schien er aan herinnerd, dat de zon op hun trouwdag ook zoo mooi geschenen had. Na zijn vertrek was ze echter in tranen, uitgebarsten en ze zat nu te snikken naast de twee kleine Browntjes, die zich niet bewust waren van de ramp, die boven hun schuldelooze hoofdjes hing. Hij wandelde nu naar huis een afgetobde man, een wrak gelijk. Koude, grijze wolken had den zich aan den hemel samengepakt en de eerste regendroppels begonnen te vallen. Door zijn kapotte schoenen voelde hij het water in zijn sokken trekken, want de enkele droppels gingen langzamerhand over in een stortbui. Op den hoek van een straat werd het hem te machtig en hij vluchtte een portiek binnen. Daar hingen een paar biljetten van een pu blieke verkooping en voor afleiding begon hij te lezen „Vrijdag 8 Maart zal op verzoek van den exe-outeur-tes-tamentair van wijlen den Heer James-on een openbare verkooping plaats heb ben van ongeveer twee honderd zeldzame platen en schetsen en vijftig kostbare schil derijen. Aanvang 11 uur precies." Het water plaste nu met stralen uit den he mel en op straat was geen sterveling meer te bekennen. Mr. Brown haalde moedeloos zijn schouders op en ging het gebouw binnen. De veiling was reeds begonnen. „Dit schilderstuk, Dames en Heeren, is van een onbekenden meester. D.en erflater is er tijdens zijn leven reeds een groote som voor ge- boden, maar nü gaat het weg voor elk aanne melijk böd Hét doek, voorstellende de Heilige Familie, werd omhoog getild en aan het publiek getoond. Mr. Brown, die last begon te krijgen van zijn verkleumde natte voeten, kon de schoonheid van het schilderstuk volstrekt niet appreciee- ren. „Wie doet er een bod vroeg de afslager. Het werd ingezet op vijftig gulden en al spoe dig werd er opgeboden tot drie honderd. Mr. Brown had zich al een paar maal bitter ge stemd gevoeld hij het zien van al die kostbare dingen en bij het hooren van de bedragen, die er voor werden betaald en zijn gelaat werd nu langzamerhand onheilspellend. Het stuk was nu al opgeboden -tot duizend en vijftig gulden. Het ging tussehen twee lief hebbers, die het -bod telkens met vijftig gul den verhoogden. Eentonig klonken hun stem men uit twee zijden van de zaal. „Elf honderd gulden''. „Elf honderd gulden, voor een oud stuk doek met wat verf er op" mom-pelde Mr. Brown. Het vierde deel van die som zoü zijn vrouw en kin deren kunnen redden van den ondergang. Het was om razend te worden. Steeds Ihooiger werd 'het bedrag en de span ning i® de zaa'l klo-m. Plotseling kwam er een derde stem bij, d-ie het laatste 'bod met vijftig gulden verhoogde, maar de beide eerste liefheb bers gingen onverstoorbaar voort, „Tweeduizend gulden", riep de afslager. Hoe het kwam, wist hij zelf niet, maar opeens voelde de man met de natte voeten een onweer staanbare neiging om mee te bieden. Hij be greep volkomen dat het waanzin was, wat hij ging beginnen, maar het trok hem aan als iets ontzettend geestigs, en vóór hij er zich verder rekenschap van had gegeven, hoorde hij zich zelf zeggen; „Drie duizend''. Hij voelde, dat aller oogen in de zaal nu op hem gericht waren en bijna was hij in een schaterlach uitgebarsten. Hij herinnerde zich, dat hij sinds den vorigen dag nóg niets had gegeten, maar het scheen of die dwaze inval zijn honger ha-d gestild. Even was het doodstil. Toen riep een der beide liefhebbers, maar met eenigszlns aar zelende stem: „Drie duizend vijftig". Mr. Brown voelde, dat hij het middelpunt -der belangstelling was en ofschoon zijn tong als aan zijn verhemelte -zat vastgekleefd, hield hij zich goed en riep met krachtige stem: „Vier -duizend". Men k-on een speld hooren vallem, zoo stil was het. En het bleef stil. Mr. Brown verstijfde en alles scheen om hem heen te draaien. Maar met strakken blik en met het air van iemand die over millioen-en te beschikken 'heeft, bleef hij den afslager aanzien. „Vier-duizend-gul-den. Niemand meer dan vier-duizend-gulden?'' Be stilte was angstwekkend. Nu eerst drong het to-t Mr. Brown door, wat hij gedaan had en toen hij den kleinen ivoren hamer omhoog zag gaan om, daarna neer te vallen op den lessenaar, had hij een gevoel alsof die op zijn eigen hoofd was terecht gekomen. „Uw naam, mijnheer?" „Brown'' klonk het heesoh. Moeizaam baande hij zich door de volle zaal een weg naar het kantoortje waarin hij ook andere koopers had zien verdwijnen. Het dui zelde hem en in zijn verbeelding zag hij ge vangeniscellen e® krankzinnigen-gestichten. .Neemt U me niet kwalijk'', hoorde hij een stem achter zich. „Een oogenbli'k". Mr. Brow® draaide zioh schuldbewust om. Een kleine gezette man stond hijgend voor hem. Dat. schilderstuk misschien stelt U er .geen prijs op h-et te behouden. Misschien danikt Udat .U er een koopje aan hebt. H^it is raogelij'k misschien ook niet. waarom „zoud-t U het 'riskeeren. Ér was. mij opdracht gegeven er tot vijf duizend gulden op tebieden, maar ik had onderweg een ongeluk met mijn auto en daarom ben ik te laat. U werd voor vier duizend gul-den eigenaar, niet waar? Ik bied U duizend gul-den winst". „Duizend gu-Iden vroeg Brown aar zelend, maar de man trok hem al mee naar het kantoortje. „Ja, duizend gulden. Het spijt me, dat ik niet hooger mag gaan". „Nu, dan zal ik U ter wille 'zijn", zei Brown. „Schrijft U maar een cheque voor me, dan kunt U verder de rest op kantoor 'betalen. U bent kooper''. De kassieT van de bank vond het eerst wel wat verdacht, zoo'n sjofel gekleed© man, d-ie hem een chèque van duizend gulden ter ver zilvering aanbo-od. Maar de chèque was goed en dus -betaalde hij. Bij Oostersche volken hebben amuletten altijd een zeer belangrijke rol gespeeld en zoo Wanneer de geschiedenis, die wij hier durven I V-Ddt mSn °°k ln den IndiscIlen Archipel een mededeelen, niet in de Italiaans-che bladen de mtgebreide vereering van amuletten waaraan. rond© deed, dan zouden wij haar in de pen gehouden hebben. Wij zulle® zo-nder roman tische entourage en zonder eenig verdichtsel de naakte feiten af laten drukken, maar die moeten wel zoo op de, zelfs pooverste fantasie der lezers inwerken, dat wij eigenlijk niet voor de gevolgen instaan. Het is dan gebeurd in het dorpje Cassino, dat ligt aan den voet van het aloude Benedik- tijnerklooster Monte Cassino. De plaats der handeling is dus eerwaardig en indrukwekkend genoeg. Op het kerkhof van Cassino hadden de graf delver en zijn helper onder den arbeid raadsel achtige geluiden gehoord, die kwamen uit een goedgesloten, zinken kist. Stel u v-oor: er staat een kist opgedolven onder de cypressen op het kerkhof va® een oud Italiaansch stadje.... De grafdelver droomt 's nachts hardop van schijndooden, en van levend begravenen en zijn vrouw meldt de reden van 's mans onrust aan haar buurvrouw; bij den helper van den grafdelver heeft het proces een gelijk ver-loop met het gevolg, dat honderden en duizenden nieuwsgierigen toestroomen van heinde en terre naar Cassino's overigens zoo rustigen doodenaklcer. En iedereen hoort het merk waardige teeken van leven in de doodkist, zoo een groote gelukaanbrengende macht wordt toegeschreven. Een uitvloeisel van den godsdienst der Indonesiërs, het aninisme, is het fetisisme, d.i. het verrichten van ceremonies met het doel om de geesten van overledenen (éveneens geesten van gestorven dieren) werkzaam t© doen zijn ter afwering van onheil of hét ver spreiden van 'geluk. De inlander toch stelt zich voor, dat er voorwerpen zijn, bezield door een geest ea daardoor met bovennatuurlijke macht begaafd, waardoor zij den bezitter geluk kunnen aan brengen en rampen van hem kunnen afweren. Oorspronkelijk nu werd aangenomen, dat een amulet een fetis was, doch langzamerhand is deze meening bij de meeste volken van den Indischen Archipel geheel verdwenen, zoodat in den loop der tijden het amulet eenvoudig een toovermiddel is geworden. Enkele feiten bleven echter bewaard, welke nog overtuigend het oorspronkelijk fetistisch karakter der amuletten aantoonen. Als voorbeeld hiervan zij gewezen op de ver eering der „pagar" bij de Bataks. Onder pagar verstaat dit volk niet alleen een bescherm- geest, doch ook het voorwerp zelf waarmede die geest vereenzelvigd wordt en dat men als afweermiddel draagt. Duidelijker echter nog dat alle overheden eenpariglijk besluiten, de bI"kt deze °Pvatting uit de instelling van het mysterieuze zaak nader te onderzoeken en de kist te openen. Mevrouw Brown stond voor de ramen te kijken, toen ze in do verte haar man zag aan komen en toen ze even later bemerkte, dat hij nieuw© schoenen aan had, begreep ze, dat dien dag de zon niet te vergeefs geschenen had. Toen hij binnenkwam en het gelid op tafel legde, viel ze h-em om zijn 'hals en sniikt©; „Die ■lieve -goeie tanteJa", zei Mr. Brown, ,als ze no,g vijf minuten gewacht had, met me de deur te wijzen, was ik net te Iaat gekomen!" W. S. Vrij bewerkt naar het Emgelsch. van MOC EVOY. Misverstand. Een verdacht uitziend man was beschuldigd van inbraak en mishandeling. Het slachtoffer was de eerste getuige. „U zegt dat u in de kamer was met de dochter des huizes, toen de inbraak en overval plaats hadden", vroeg de rechter aan den getuige. „Ja", antwoordde het jongemensch. „Maar hoe kon 't dan gebeuren, dat toen de inbreker u aanviel, u door het venster naar buiten sprong, zonder er aan te denken het jongemeisje te beschermen of om hulp te roe pen?" „Ik dacht, dat 't haar vader was", zei zacht de getuige- Te Shanghai is een actie aan den gang, welke er zich mee bezig houdt, wat voor klee ding de zonen van het hemelsche rijk moeten dragen. De Eugelscihe en Ohineesohe bladen volgen deze aangelegenheid zeer aandachtig en eenige schrijvers zijn van meening, dat de geboren Chinees h-et op moet nemen voor de Westersche kleeding in plaats van' zich uit alle macht daartegen te verzetten. Om gezondheidsredenen evenals om de goed koopte wordt gewoonlijk de Chineesche klee ding aanbevolen. Eenige der opgegeven rede nen voar 'het afwijzen der Amerikaansche kleeding zijn werkelijk vermakelijk. Men heeft uitgerekend, dat een man in China met vier W-estersohë costuums het heele jaar kan toe komen en dat de voor de Chineesche Weeding n-oodige zijde bijna evenveel kost ais een Amerikaansch pak. Maar afgezien van den prijs komen eenige deskundigen tot de conclusie; „wanneer in het algemeen aan het Westersche oostuum een of ander gemak kon worden toegekend, dan weegt dit toch in het geheel niet op tegen de veel vuldige ongemakken vooral wanneer de drager een Chinees is". En deze beste man werpt zioh als deskun dige op en voelt zich gedrongen onze klee ding als volgt te veroordeelen „Vooreerst is het dragen van buifenlandscke kleeding directe tijdverspilling. H-et aantrek ken van hemd, boord en das, broek en jas en overjas kost minstens drie tot vijf minuten, terwijl in het geval van een beginneling, een Chineesch -beginneling, minstens een half uur of nog langer verloren moet gaan. Vooral het aandoen van boord en das is een ingewikkelde en moeilijk taak, welke handigheid en geduld voortdurend op de proef stelt. Bij de-ze gelegenheid mogen wij oip bet ta melijk komische voorval van een student uit Szechuan wijzen die den -modernen tooi voor den eersten keer aandeed ea wel op zijn reis naar de Ver. Staten, waar hij -zijn hooge-re stu dies zou voltooien. De kunst van een das te knoopen ontmoedigde hem echt-er zoo-zeer, dat hij besloot, nadat hij hem met behulp van een vriend in den goeden vorm gebracht had hem voor -de rest van de reis drie weken! niet meer af. te doen". Verder, verklaart de vakman: „Met onze rijpe ervaring ais drager van onze nationale kleeding kunnen we met groote kennis van zaken zeggen, dat het aan- en uitdoen van on,ze kleeding en van het onder kleed slechts een oogenblik tijd elscht". Ook behoeft een golvend Chineesch gewaad minder gestreken te worden d-an een Ameri kaansch kleed, dat elk oogenblik moet worden opgestreken. Deze moded-iotator verklaart, dat de zomerkleeding van een Chinees slechts elke twee of -drie dagen behoeft gestreken te worden en ondergoed in het geheel niet. In den winter verzekert hij, is het strijken over het algemeen v-oor meerdere maanden overbodig. Een zeer gewichtige reden tegen de Ameri kaansche kleeding blijkt uit de volgende uitla tingen van een -modekunstenaar; „led-er, die buitenlandsche kleeding draagt, doet de ervaring op, dat h-et zitvlak van de broek spoedig slijt en dan is het geh-eele cos- tuum niet langer bruikbaar. H-et idee van twee broeken bij een pak mag een beetje helpen, maar de extrabroeken kosten dan toch ook weer geld". De Chineesche kleeding is goedkooper dan de Amerikaansche zegt deze zaakkundige. Ten slotte vat hij den geheelen stand van zaken in de volgende woorden samen: „Het is een niet tegen te spreken feit, dat vele dragers van buitenlandse®© Weeding al gemeen bekende leegloopers zijn of figuren uit de onderwere-ld". Voorts stelt hij vast, -dat er onder de buiten landers een voorliefde voor uitheemsch - ge kleed© Ohineezen merkbaar is en hij wijst op een aantal buitenlandsche firma's te Shanghai, waar geen Chinees mag binnenkomen die niet de "Westersche kleedilng draagt. Zooals men ziet, gaat China onder zware zorgen gebukt! Daartoe waren er heel wat woorden van overreding noodig, want niemand van den voet tot aan de top van den berg Cassino voelde buitengewoon veel voor deze lugubere taak. Toen er evenwel 'n paar man gevonden waren, di# dit sinister bedrijf te midden van een kerlfliof vol toeschouwers zouden klaar spelen, en zij, aan den arbeid getogen, het deksel van de kist lichtten, sprong er tot algemeene ontzetting een zes meter lange slang naar buiten, met een drift en een heftigheid, dat de herwonnen vrijheid voor het serpent een alleszins begeerd goed bleek te wezen. Het reptiel werd evenwel onmiddellijk verblind door het felle en lang ontbeerde daglicht, en het zocht daarom meteen de donkere schaduw van het knekelhuis, waar het zonder veel moeite ter dood gebracht kon worden. Moedige, en nieuwsgierige blikken in de kist constateerden, dat er volkomen ongedeerd en goed geconserveerd het lijk in rustte van een reeds voor eenigen tijd overleden inwoner van Cassino Het stoffelijk overschot werd, nu zonder zijn rumoerig gezelschap weer te rusten gelegd; de nieuwsgierigheid des volks was bevredigd', de zenuwen van den grafdelver kalmeerden zich weer, en het kerkhof van Cassino strekte zich wederom uit in koele gelatenheid, wach tend op den dag der Opstanding, indien er althans -geen tweede slang de aarde in opschud ding brengt. koppensnellen en de daarmede gepaard gaande schedelvereering. Door het snellen van koppen (aan welke meestal zeer lafhartige en ver raderlijke moordpartijen door den invloed van het Christendom vrijwel geheel een einde is gemaakt) trachtte men zich in het bezit te stellen van schedels, opdat de zielen der ver slagenen, na door een offer verzoend te zijn, schutsgeesten der bezitters werden. Aangezien het medevoeren van geheel© schedels talrijke bezwaren met zich bracht, vergenoegt men zich met de haren, de tanden of stukjes van den schedel, daar deze stukjes dezelfde waarde als het geheel hebben. Naast schedels worden de meest ulteen- loopende zaken als voorbehoedmiddelen ge bruikt en over het algemeen van heel wat vreedzamer aard. Op Java wordt de tamme dorteldulf alge meen vereerd, terwijl de Menangkabansche Maleiers juist de wilde tortelduif als heilig vereeren. Reeda tijdens hun leven beschermen. deze vogels den mensch en zijn bezittingen, terwijl deze bescherming ook na hun dood blyft voortduren. Vandaar dan ook, dat hun stoffelijk overschot zorgvuldig wordt bewaard. Wegens dezelfde vermeende eigenschappen genieten de neushoornvogels een zekere ver eering, die vooral bij de Dajaks op den'voor grond treedt, terwijl weer| elders de gieren worden aanbeden. De zielen dezer laatste vogels worden in kleine potjes gebannen, die als krijgs-amuletten zeer hoog worden geschat. Verder bezigt men krokodillentanden, tijger tanden, knevelharen van tijgers en tijgernagels. Maar nu dit alles gebeurd was, kwam de waarbij men aanvankelijk steeds uitging van da beurt aan de geleerden, om de koppen bij ei- veronderstelling, dat deze voorwerpen de kaar te steken, en aan 't peinzen te gaan, over dragers waren van de ziel van het dier waar van zij afkomstig waren, terwijl men ze later eenvoudig als toovermiddel ging beschouwen. Een zeer belangrijke vereering genieten de bezoarsteenen, welke bij alle Volken van den Indischen Archipel zulk een belangrijke rol spelen. Deze bezoarsteenen worden aangetroffen ln de magen van sommige soorten apen en andere zoogdieren. Men brengt hun offers om hen goedgunstig te stemmen. Niet minder is ut het geval met de zoo genaamde dondersteenen, oude wapenen en de mogelijkheden, waarop een slang, die een zes meter lange boa-constrictor was, in een doodkist op het kerkhof van een Italiaansche stad kon terecht komen, hoe het dier had geleefd en al -zulke kwesties meer, die in het aan details gewende brein der specialisten plegen op te komen en er 'n gedetailleerde verklaring te vinden. Het ©ene vermoeden werd. door het andere weerlegd; de eene hypothese werd door de andere verdrongen; logica en geologie reikten elkaar over de dierkunde heen de hand, om dit raadsel op te lossen. Totdat men zijn goed- I werktuigen uit den voortijd, die als voort- keuring hechtte aan de volgende reconstructie brengselen van het atmospherisch vuur en der feiten: derhalve van bovennatuurlijken oorsprong Kort voor zijn overlijden vond de man, die zi;in'i6 in staat worden geacht den mensch te in de zinken kist begraven zou worden, op kunnen beschermen. het veld, even huiten de kom der gemeente, BuIten de hierboven vermelde soorten be- een ei, dat hem opviel door zijn eigenaardigen staan er nog verscheidene andere amuletten, v-orm, kleur en grootte. Hij had het in zijn zak z°oals Stukjes hout, wortels, steentjes enz-, gestoken, waarschijnlijk om eens te laten on- allemaal voorwerpen waaraan wegens hun derzoeken, van welk soort kip dat bijzondere vorm het vermogen wordt toegekend om in- ei wel wezen k-on. Hierbij dacht hij misschien vloed ten goede op de verrichtingen en ont- niet aan het feit, dat kort tevoren, een circus moetingen der menschen uit te oefenen en die daarom als amuletten worden gewaardeerd en gedragen. Tenslotte moeten nog de geschreven amulet ten genoemd worden, die men gewoonlijk met den naam djimat bestempelt. Nu eens bevatten ze koranspreuken, dan weder geheel zinledige letter-combinaties en zeer dikwijls zelfs abacadabra. In den regel worden zij door Hadji's of andere in een zekeren reuk van heiligheid staande personen vervaardigd en aan gegadig- den, onverschillig of zij Mohammedanen dan wel heidenen zijn, naar gelang van de kracht, die de maker voorgeeft dat zijn djimats be zitten, voor grootere of kleinere sommen ver kocht. Vooral bij opstanden speelden J6Ze djimats een groote rol, daar men aanneemt, dat zoo'n djimat onkwetsbaar maakt, door welk geloof met ongewone heftigheid en ware doodsver achting gestreden werd. zijn tenten had opgeslagen op het land huiten Ca-ssino, en dat het ©en of andere «xotische dier van de menagerie dat ei gelegd had. To-t het onderzoek is de man niet mogen komen, want vrijwel kort daarop werd de vinder van het ei van Cassin-o ziek en overleed hij'. De menschen die hem aflegden, hebben^hem in het pak gestoken waarin hij wandelde, toen hij het ei vond, en 't ei hebben ze in zijn zak laten zitten en hem in den .dood meegegeven. \Edoch, in het ei school jong leven; er brak een jong slangetje uit. dat, ondanks de tegen werkende levensomstandigheden gedijde tot een fermen boa constrictor, een knaap van zes meter ianc Hallo. Beriimi? Hallo, Roma? Zoo ging het telkens, wanneer die Italiaan sche legatie te Berlijn werd opgebeld. Aan den ©enen kant van den draad bevond zioh een aardige Kl-mgeifee, aan de® anderen kant, nie mand minder dan Muss-olini, die zij® gezant voor dringend© zaken nood-ig had. De Klingelfee was zoo aardig en zoo han dig en zoo snel hij het tolt stand brengen der verbindingen, dat Mussolini in een goede bul n-aar haar naam informeerde, die hem natuur lijk in overeenstemming met de voorschriften vriende'ijk, maar bes-list geweigerd werd. Een tweede maail gebeurde hetzelfde. Maar M-uissoMni is een mam, die zijn zi-n door drijft e® hij liet zijn gezant den naam van de aardige telefoonjuffrouw uiitvissclien. En die vond kort daarna in baar brievenbus een for meels uitnoodigimg, om op kosten va® de Itali aansche regeering haar vacianitde in Italië te komen doorbrengen. De Berlijnsohe Kffiingelfee vindt Mussolini nog zoo kwaad, niet.,., „BERLINGSKE TIDENDE „Kijk eris hier, meneer. Ik wou deM hebben, die ziet er het mooiste uit!"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6