voêêmi. t60„ BELASTINGVRIJ AB0UTER m Z o m e r m o e 3.75 Overalls.- ^TrheHemden p^erikaanSgo 3.45 Kent U onze „Havana Planteurs" G. v. d. Spek, Hoogstr. 61, Tel. 68718 KLEIHE-AMnOMCE 1 SPAARZEGEL bij: 1/2 SPAARZEGEL bij: 2 «roek®0 2.40,2-75. Rroeken REISINDRUKK De zomermode eischt niet alleen een smaakvollen, eleganten schoen, maar vooral een licht en gemakkelijk model. Deze eigenschappen vindt U in onze linnenschoenen, welke aan alle eischen der doelmatigheid en van een goeden smaak beantwoorden. 2.90, 3.70. RIJWIELFABRIEK „DE ADELAAR", K RU IDE NIERSWIN KETS VRIJDAG 31 JULI 1931 WAT IK HEB MOETEN BEWONDEREN. EEN SPAARKASRELLETJE IN DUEMKURT. EEN OPROERTJE IN EEN STADJE IN NEDER-OOSTENRIJK. DAT IS NU JUIST DE SIGAAR DIE U ZOEKT DE OUDERWETSCHE SIGAAR MET DE OUDERWETSCHE SMAAK! 'N 8 CENT-SIGAAR, WELKE ZICHZELF AANBEVEELT! KOST EN INWONING NET R. K. MEISJE GROOT VRIJ BOVENHUIS TE HUUR 8*. !aii6 BUK PINKZALM 39 c. BUK ROSE ZALM60 c. 1/2 BUK ROODE ZALM 50 c. BUK ROODE ZALM DELMONTE. 90 c. BLIKJE SARDINES CANAUD 35 c. BUK SARDINES PHIL. CANAUD 98 c. BUK STEUR IN TOMATENSAUS. 35 c. 1/2 BUK ROSE ZALM BLIKJE SARDINES CANAUD BLIK SARDINES IN TOMATENSAUS BUK SARDINES IN MOSTERDSAUS BUK SARDINES IN TOMATENSAUS GEMAKK. BETALING SCHIEDAM, Hoogstraat 37, tel. 68S94 Het 8ymbo]iseeren van den arbeid. In Amsterdam en Rotterdam, en ook in den Haag, hebben geestdriftige geleiders mij uit- genoodigd bewonderende blikken te werpen op nieuwe gebouwen: magazijnen, koffiehuizen, kantoren. Zij hebben verwacht dat ik hulde zou bren gen aan het genie van kerkbouwmeesters van verschillende gezindten van wier schep pingen zij met een soort verstandelijk zinsge not schenen te genieten. Zij hebben mijn aandacht gevraagd voor verkeerssignalen, voor reclamezuilen, voor .kiosken en tramhuisjes, voor meubelen, voor in- en uitwendige decoraties of niet-decoraties, voor boekbanden, voor de lettertypes van reclamebiljetten in winkelkasten en op aan plakborden, voor brughekken en brugleunin gen Ik ndem hier maar een en ander voor de vuist weg. Het is maar een klein deel van het onnoemelijk vele, waarvoor in een week tijds mijn bewonderende belangstelling opgeëischt is. De opsomming lijkt onsamenhangend. De verschillende posten, waaruit zij samengesteld is, komen evenwel hierin met elkander overeen, dat ik de dingen alle prijzen en bewonderen moest omdat ze „modern" waren: de winkels, de koffiehuizen, de kerken, de brugleuningen, de reclamezuilen, de reclameletters. Men verlangde niet, dat ik ze „mooi" vond in den tammen en genoeglijken zin van het woord; men verwachtte niet, dat mijn oog er behagen in schiep; maar men hoopte °om mijnentwille, dat mijn geest in staat zou' zijn ze te „waardeeren" en in ieder geval te be grijpen". Men was trotsch op dat alles, omdat men het zag als de uiting van een nieuwe en groot- schere nationale mentaliteit. Ik voelde, dat ik er buiten stond. Ik voelde, dat ik er vreemd tegenover stond. Ik voelde, dat ik er vijandig tegenover stond. Ieder tijdvak, neen, ieder jaar, iedere maand, iedere dag is modern. Het jaar 1900 was mo dern, het jaar 1850 was modern. Alleen een volk dat maatschappelijk en politiek een nieu wen weg ingeslagen heeft, dat gebroken heeft met de gemeenschapsidealen en de tradities, welke het weinige jaren geleden nog beheersch- ten, kan zonder geleidelijken overgang een periode ingaan, die als extra-modern, als revo- lutionnair-modern kan worden gekenschetst. Een periode van krachtige en vaak overdreven reactie op het jongste verleden. Zulk een periode is Engeland, ondanks den wereldoorlog en al zijn staatkundige en econo mische gevolgen, niet ingegaan. Frankrijk even min of nog minder. Want de wereldgebeurte- nissen sinds 1914, hoe belangrijk ook, hebben voor Frankrijk nóch Engeland revolutionnaire gevolgen gehad. Die landen hebben den ouden staatsvorm, de oude nationale idealen, de oude levensopvattingen in hoofdzaak behouden, be- halve dan dat deze zich in den loop van an derhalf dozijn jaren op normale wijze geleide lijk ontwikkeld hebben. De oorlog heeft in die landen niets omvergeworpen, en niets veran derd aan het maatsohappelijk-nationaal be wustzijn. Daarentegen wordt de ontwikkelingsgeschie- denis van het Duitsche volk door den oorlog en zijn onmiddellijke gevolgen scherp gesplitst in een vóör-oorlogsche en een na-oorlogsche of moderne periode. Scherper waarschijnlijk dan in Frankrijk of Engeland mogelijk geweest zou zijn, indien een dier landen onder soortgelijke omstandigheden een oorlog van soortgelijke beteekenis verloren had. Want nergens zijn het nationale gemeen schapsleven, de nationale geestesgesteldheid, de nationale levensbeschouwing zoozeer be- heerscht door en vereenzelvigd met een be- stuursregiem en een staatstheorie als in Duitschland. De val van dat regiem, het ban- kioet van die theorie, moesten een beslissenden invloed hebben op elk gebied van denken, scheppen en streven. De oude grondslagen zonken weg; nieuwe grondslagen moesten wor- den gelegd. Van dat alles was geen sprake in Engeland of Frankrijk, die zich na 1918 in de- zelfde richting konden blijven ontwikkelen als voor 1914, en geen enkele reden hadden om te breken met een verleden en met tradities waarmede de wereldgebeurtenissen niet in bot sing gekomen waren. Noch voor Engeland, nooh voor Frankrijk brak dus na 1918 een nieuw tijdvak aan, dat als specifiek „modern" stond tegenover de voor gaande periode. Dit was, voor zoover de landen aangaat, waarmede Nederland in nauwe aanraking komt, uitsluitend in Duitschland het geval. De uiterlijke pomp van een militair keizer rijk en van een paar dozijn vorstenhoven was jarenlang weerspiegeld in de architectuur en de decoratie van Duitschlands groote steden met hun horden van geuniformde standbeelden en geuniformde openbare gebouwden en hui zen. De Hohenzollern-architectuur, reeds lang misprezen in engere kringen van Duitsche in- tellectueelen, overleefde de Hohenzollern-dy- nastie geen dag, topn de grootheid, waarvan zij de naïeve expressie geweest was, ineengestort was. Met geestdrift werd een stijl aanvaard, waar. In men den uiterlijken eenvoud en den inner- lijken gedachtenrijkdom meende te zien van de democratische en republikeinsche samenleving. Er waren nog andere, maar toch soortgelijke factoren. Een volk, dat generaties lang in zijn architectuur eh decoraties protsig gebluft had op zijn voorspoed en zijn rijkdom, coquetteerde nu met zijn tegenspoed en zijn armoede door uitersten eenvoud van gevelversiering, door ongebroken vlakken en lijnen, waaraan niets overbodig was. Iedere steen moest een prak tisch doel vervullen. Mehr können wir uns nicht leisten. Aldus werden architectonische en artistieke resultaten van de grootste beteekenis bereikt, gelijk trouwens in iederen anderen stijl. Maar de voornaamste beteekenis was toch hierin gele gen dat de nieuwe nationale stijl de jongste geschiedenis van het Duitsche volk belichaam de. Militaire, maritieme en koloniale grootheid, waarvan vóór 1914 de indivudueele Duitscher zich als een der vertegenwoordigers beschouw de, behooren tot het verleden, maar de eerzucht van den Duitscher is niet geboken, en zijn hoop op de hegemonie heeft hij niet laten varen. Van de middelen, waarmede hij deze eenmaal hoopte te bereiken, is er maar één overgeble ven: de arbeid. De industrie is het symbool geworden van Duitschlands herrijzenis. Het Duitschland der keizerlijke en vorstelijke ho- ven, der lijfregimenten en der Feldwebels heeft gefaald; het Duitschland van ijzer, staal, gra nieten en gement zal zegevieren. De groote fa briek is het symbool van de aangroeiende macht van het moderne Duitschland. De in dustrieels stijl vervangt over het gansche land den decoratieven stijl van het keizerrijk. De moderne huurkazerne moet door haar gevel herinneren aan den arbeid, die in de fabrie ken verricht wordt; het moderne magazijn moet architectonische verwantschap vertoonen met een moderne fabriek; moderne koffiehuizen eveneens. Worden zij door torens bekroond, dan moeten die zijn als reusachtige fabrieks- werktuigen. Eenvoud en soberheid moeten het kolossale, dat kenmerkend is voor de groot, industrie, nog versterken. Hierbij komt de waan, dat het Duitsche volk een volk geworden is van ernstige, tragische zwoegers, met saamgetrokken wenkbrauwen en op elkaar geperste lippen. Ook dit moet tot uiting komen in de architectuur, in de straten aanleg, in de decoraties, in de kunstnijverheid. Een ander verschijnsel: de reactie tegen het Feldgrau. Tegen het Feldgrau der millioenen uniformen, maar ook tegen de grauwheid der loopgraven en der oorlogspuinen, en tegen de grauwheid van kruitdamp. Duitschland kon na 1918 het grauw, dat bovendien de kleur der nationale débacle geworden was, niet meer zien. Het snakte naar kleuren. Potsdam, Maag denburg en andere steden verfden haar open- bare gebouwen en monumenten, en tal van par. ticuliere huizen, op in gillende kleuren. De plaatsen, waar men zich vermaakte: de koffie, huizen en restaurants, de cabarets en bioscopen moesten één feest van kleuren zijn. Door de haat tegen het Feldgrau werd datgene, wat men thans ook in Holland, maar niet in Enge- land, en ter nauwernood in Frankrijk, als het moderne café- en cabaret-intérieur bij uitne mendheid beschouwt, algemeen. Ik zou aldus kunnen voortgaan. Ik zou nog kolommen kunnen volschrijven met analyses van indrukken, in Duitschland opgedaan. De slotsom is steeds deze dat het karakter van al wat in het hedendaagsche Duitschland ge schapen wordt, slechts verklaard en begrepen kan worden, wanneer men het ziet als resul taat van den oorlog, de nederlaag, de revolutie en de wederopkomst. Maar ik heb die indrukken slechts weerge geven om datgene, wat ik in Holland zag, er aan te toetsen. We enen, Juli 1931. Er is in het afgeloopen voorjaar -heel wat te doen geweest over het faillissement der spaar bank in Dümkurt. Het stadje, dat een soort van centrum is, in het z.g. Marchfeld, een land streek, die zich uitstrekt in het Noord-Oosten van Neder-Oostenrijk, tusschen de rivier de March en de Hongaarsche grenzen, telde onder diverse nuttige instellingen, ook een spaarbank. Het ligt voor de hand, dajt zoo'n spaarbank, in'het centrum van een of andere streek, heel wat klanten telt onder de landbouwende be volking, die herhaaldelijk het stadje bezoekt om te koopen of te verkoopen en die daar ook het geld ter spaarbank deponeert. Tehuis heeft men immers geen gelegenheid, het geld met een winstje aan te leggen en ook al zou daartoe in het een of ander dorp gelegenheid zijn, b.v. bij een Raiffeisenkasse, dan is de groote massa boeren er heel moeilijk toe te brengen, het geld •leijs ueSie unq utja uaqosuem Ciq negueuq ei Zoo was het oo kin Dümkurt. Heel het March feld zat zoowat in de Dümkurter spaarbank en toen de zaak ineenstortte, kreeg men, uren van Dümkurt verwijderd, nog 'n laag puin en stee- nen op het hoofd. Wat de zaak nog erger maakte, was de om standigheid, dat men al heel spoedig wist te verhalen, dat er onregelmatigheden waren ge pleegd, dat enkel die met de spaarbank in con nectie stonden, wel een beetje meer hadden ge profiteerd dan feitelijk toelaatbaar is en dat de boeken niet zoo nauwkeurig waren bijge houden, als men bij zulk een instelling, met recht, zou mogen verwachten. Alles bijeengenomen, zal er wel zoowat in het klein zijn gebeurd, wat in den laatsten tijd bij groote banken herhaaldelijk in het groot is geschied; gewaagde speculaties, hoog in komen van de ambtenaren, z.g.. Schmiergelden voor een en ander, deze en dergelijke factoren zullen het hunne er toe begedragen hebben, de spaarbank, zoo zoetjes aan, naar de maan te helpen. In ieder geval, op zekeren dag in het afgeloo pen voorjaar bleef de spaarbank gesloten en de betalingen werden gestaakt. Men kan zich heel makkelijk voorstellen, boe de tijding van deze gebeurtenissen op de be woners van Marchfeld werkte. De boeren, die hun geld hadden gebracht en nu hun spaarduit jes konden nakijken, waren natuurlijk woedend en er werd menig hartig woordje gesproken voor het bureau, waar, tot dan toe, de gelden werden ingelegd. Men vreesde voor onregelma tigheden, maar gelukkig bleef het bij scheld woorden en bedreigingen, zonder dat daden daarop volgden. Van overheidswege werd de plechtige gelofte afgelegd, dat men de schuldi gen zou weten te vinden en streng te straffen. Men hoopte natuurlijk nog, tegen alle hoop in, men troostte zich er mee, dat het meeste nog wel terecht zou komen, en wat dies meer zij. Het kwam dan zoo ver, dat er een onderzoek werd geopend tegen diverse functionarissen van de spaarbank, maar, zooals het bij derge lijke affairen, in den laatsten tijd, meer gaat, men hoorde niets meer. Alleen tegen een zeke ren dr. Anderman, die als juridische bijraad had gefungeerd, werd een bevel tot In hechte nisneming uitgevaardigd, dat enkele malen ge prolongeerd werd en dat voor zijn vrouw aan leiding is geworden, zelfmoord te plegen. Daar echter de boeren hiermee niet tevreden waren, hebben zij, voor een paar dagen, een ver gadering gehouden in Weenen, om zoo des te gemakkelijker de regeering mededeeling te doen van de wenschen der inleggers, die bij de krach hun geld verloren hadden. Er werd daar menig hartig woordje gesproken, de verbitte ring maakte zich lucht in een scheldpartij te gen de regeering, die, op slot van rekening voor alles wordt verantwoordelijk gesteld Toen de vergadering in weenengeëindigd was, ging men naar huis, om enkele dagen later een dito vergadering te beleggen in Düm kurt zelf. Na deze vergadering ging een heele troep menschen naar het huis van den herber gier Andree, die een der voormannen was van de Dümkurter spaarbank. De man werd voor zijn prestaties bij bovenbedoelde bank beloond met een hoop gebroken ruiten. Er bleef geen enkel ruitje in zijn huis heel. Iets dergelijks ge beurde daarna in het huis van professor See- hofer, die ook tot de leidende personen der spaarbank behoorde. Laat me hier even antwoorden op een op merking, welke de lezer reeds heeft gemaakt. Dat een herbergier een hooge functie heeft in een spaarbank, is voor Hollandsche begrippen wel een beetje vreemd. Er is hier echter geen sprake van een spaarbank in den gewonen zin des woords. De Dümkurter spaarbank was eige® ijk een z.g. spaar- en voorschotbank, zooaH er in bijna elk stadje en grooter dorp, in Oo» tenrijk, een wordt gevonden. In vredestijd wei" den door mannen, die over een kapitaaltje dl» poneerden, zu:ke spaarbanken in het leven g® roepen. Deze geldmannen bleven de feitelijk» directeuren der spaarbank er werd een com missie van toezicht gekozen uit de notabelen der gemeente, terwijl een ambtenaar, gewoon lijk een advocaat, zoo hij te vinden was, met het beheer der gelden werd belast. In den beginne werkten da overige functio narissen zonder vergoeding; enkel de ambte naar en een paar bedienden werden betaald, terwijl de commissarissen en overige functio narissen met dividenden enz. werden schade loos gesteld. Natuurlijk is hierin, in den oorlog en na dien, veelal verandering gekomen boe het in Dümkurt was, zal eerst het onderzoek aan het licht moeten brengen. Wat nu de demonstratie in Dümkurt be treft, moet ik hier nog bij voegen, dat volgens de berichten bij de demonstratie eigenlijk geen inleggers waren, doch dat geheel het relletje werd veroorzaakt door menschen, die met de spaarbank niets hebben uit te staan, die mis schien nooit een cent aan de bank hebben toe vertrouwd. Het typeert echter den toestand, zooals die op het oogenblik in Oostenrijk is, en laat er het volle daglicht op vallen. Alles wat er gebeurt, binnen de grenzen der republiek, wordt door onverantwoordelijke ele menten met graagte aangegrepen, om een rel letje in scene te zetten, dat op slot van reke ning voor de autoriteit der regeering steeds een schadepostje beteekent. Elk middel is goed ge noeg, om de autoriteit te ondergraven en de menschen steeds meer en meer te prepareoren voor het bolschewisme, dat allen een paradijs oo aarde belooft. Blijkt de regeering niet krachtig genoeg om het ïechtsgevoel van het volk te bevredigen en relletjes den kop in te drukken, dan wordt er weer gesmaald op de zwakke regeering, die niet bij machte is, voor het recht en de rust in het land te zorgen. De geringste kleinigheid is voldoende, om de menschen uit het evenwicht te brengen en din gen te laten doen, waarvan de gevolgen niet te tÖn; Men zou eigenlijk der regeering weLchen m6er Sterke hand wiIlen t°e- r«na L "°m t6gen alle eventualiteiten gewa pend te zijn en de rust in het land desnoods mei, kiacht te handhaven. In een tijdperk, als waarin Oostenrijk, zich bevindt, werkt een kleinigheid als een lont aan het kruitvat en kan zij voor geheel den staat tot eefl catastrophe worden. Tot nog toe is men er in Oostenrijk in geslaagd, den boel zoo'n beetje aan den gang -te houden. We zullen maar hopen, dat de regeering Buresch ook op dezen Weg nog menig succes zal hebben te boeken. Art. 9915-54 Smaakvol en zeer elegant finnen pumpsschoentje met lakversiering. Slanke hooge hak. Art. 1255-57 Apart, laag uitgesneden fin nen bandschoentje met smaakvolle perforatie. Zeer elegant en gemakkelijk. V 36 H. Art. 1137-03 Zeer lichte en gemakkelijke finnen heerenmolière, in er|is voor dagelijksch gebruik, in wit voor tennis-en watersport. Art. 9137-15 De elegantste schoen voor den zomer. Heerenmolière in wit linnen, gecombineerd mei bruin leder of lak. •d HWW WV.-T" 9758S 30 A-IS-...e.xtra reclame geven wü tot en met 8 Augustus onze „EERSTE KLAS" RIJWIELEN af met RIJWIELPLAATJE dus BELASTINGVRIJ. Profiteert van deze aanbieding. Onze bedoeling is U bekend te maken met onze prima rijwielen. Eigen fabrikaat met 5 jaar gurantie. Geleefd aanbevelend Fa. PORTEGIJS GOUK.A Fabriek: WESTVEST 2. Winkel: Dam 38. Telefoon 69539. 9754S 30 In een net stil gezin kan een Heer geplaatst worden met Middelbare leeftijd. Brieven onder no. 1752 Bur. van dit Blad. Biedt zich aan een 19 jaar, van goede getuigen voorz., bij voorkeur in een eenvoudig gezin. Br. no. 1754S Bur. van dit Blad. Huismanstraat 93. Bevr. beneden huis. Huurprijs 6.50. 1755S 2 Zijlstra-Spaarzegels voor fraaie serviezen ontvangt U bij koffie, thee, margarine, cacao enveleandereartikelen. Delmonte 30 c. 18 c. 25 c. 25 c. 27 c. De beste merken uit de bekendste fabrieken! Moquette-Leermeubl., Dress., Buf fetten, Theemeub., Divans, Karpett., Bedd, Dekens, Ledik., Spiegels enz. Simonstr. 44 en 57, nabij Schiekade. Tel. 41541. 6561 ZULSTRA manmtKAOTrrxasiaKBEBaBaarjEïSKC'-TsrMBascaBM 1 Augustus Opruiming Peek Cloppenburg Hoogstraat Rotterdam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 12