NEDERLAND EN BELGIË
WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1931
f 7
mm
Voorwaarden der Gratis-Verzekering
tegen ongevallen voor de geahon-
neerden op „Het Nieuwe Dagblad"
„Nieuwe Dordtsche Courant", „Nieuwe
Schiedamsche Courant" of „Nieuwe
Zuid-Hollander",
DE PROPAGANDA VOOR EEN
TOLVERBOND.
DE GESCHIEDENIS.
De actie van Baie.
1
Nieuwe pogingen.
HET 3DE INTERN. RADIOLOGEN.
CONGRES EN ZIJN TENTOON
STELLING-
FOTOGRAFIE.
Antwerpen, 30 Juli 1931.
De overeenkomst van Oslo, welke in zekere
overhaasting, maar met nagenoeg algemeene
stemmen, door de Belgische Kamér werd aan
genomen, is aanleiding geworden voor een
nieuwe campagne, ten voordeele van een nau
were economische samenwerking tusschen Ne
derland en België. De oude idee van een tol-
unie tusschen beide landen, wordt thans voor
al gepropageerd door enkele socialistische en
Vlaamsche bladen. Zij zetten daarmee de pogin
gen voort, welke vroeger door verschillende
bladen en politieke persoonlijkheden in die rich
ting werden gedaan.
Het denkbeeld van een douane-unie dateert
reeds uit de zeventiger jaren der vorige eeuw.
Na de gebeurtenissen van 1870, toen België
ternauwernood aan de oorlogscatastrophe ont
komen was, en van Frankrijkniet veel kon
worden verwacht, werd van Belgiscbo zijde
krachtig aangedrongen op een tolunie. Ook in
Nederland, waar een scherpe crisis heerschte,
gingen tal van stemmen op, om tot een nauwer
economische samenwerking te geraken. Vooral
in de Zuidelijke provinciën Noord-Brabant en
Limburg die natuurlijk op de eerste plaats
behoefte gevoelden voor betere samenwerking
viel een krachtige beweging in dien zin waar
te nemen. De Provinciale Staten van Noord-Bra
bant en de gemeenteraad van Maastricht
richtten in 1875'n adres aan de Nederlandsche
Regeering met het verzoek een tol-verbond met
België te sluiten.
De Nederlandsche Minister van Financiën,
Jhr. Mr. v. d. Heym, maakte aan het streven
der Brabanters en Limburgers een einde, door
te verklaren, dat hun wenschen niet te verwe
zenlijken waren.
In België, waar, gelijk ook thans, de nood
zakelijkheid meer gevoeld werd, gaf men het
denkbeeld niet zoo spoedig op. De toenmalige
minister-president Frère Orban had het tot
een van zijn lievelings-ideeën gekozen. Hij liet
het vraagstuk door een speciale commissie, met
baron Lambermont als voorzitter, onderzoe
ken. Het resultaat was niet absoluut negatief,
doch de commissie verklaarde toch ook, dat er
groote hinderpalen bestonden. Een der ernstig
ste moeilijkheden lag in het aanzienlijk ver
schil van accijnzen; voorts had men rekening
te houden met den opkomenden landbouw en
veeteelt in België, welke geen vrijhandel kon
verdragen, en ten slotte waren er nog beletse
len, voortspruitende uit de internationale han
delspolitiek.
Het besluit was, de zaken op haar beloop te
laten tot na de verwezenlijking van het han
delsverdrag met Frankrijk, dat op 31 October
1881 tot stand kwam. Het vraagstuk werd ech
ter eerst twintig jaar later opnieuw aange
pakt.
De betrekkingen tusschen Nederland en
België waren gedurende de twee laatste de
cennia der vorige eeuw veel verbeterd. Bij tal
van gelegenheden trad zulks duidelijk aan den
<Jag, vooral in 1905, het diamantenjubeljaar van
België's onafhankelijkheid, toen Nederland op
schitterende wijze deelnam aan de feestelijk
heden.
Het was in die goede sfeer, dat de Brussel-
sche journalist, Eugène Baie plotseling voor
den dag kwam met zijn hardnekkige propa
ganda voor een Entente Hollande-Belge" mi
litair en economisch.
De campagne had een buitengewone uitwer
king. Dagbladen en tijdschriften hielden zich
met de opgeworpen vraagstukken bezig. Baie
ging er op uit in beide landen hooggeplaatste
politieke en andere persoonlijkheden over de
zaak te interviewen.
In België werd het streven met veel bijval
begroet. Alleen bij sommige Vlamingen bestond
er achterdocht, wijl zij in het werk van Baie
niets anders zagen dan een poging om België
en Nederland in de triple entente te betrekken.
De Nederlanders bleven terughoudend. Er
waren wel een paar militaire deskundigen, die
iets voelden voor het opgeven van Nederlands
isolement en voor het sluiten van een mili
taire overeenkomst, maar deze behoorden tot
de uitzonderingen.
Nederland wantrouwde de actie der Belgische
propagandisten in dit opzicht.
En, afgezien van dit internationaal politiek
bezwaar, bestonden nog technische moeilijkhe
den, zooals b.v. het hemelsbreed verschil in de
verdedigingssystemen van beide landen.
Uit Nederland klonk dan ook het algemeen
wachtwoord geen militair verbond.
Anders was het gesteld met de tol-unie, de
oude idee uit de zeventiger jaren, door Baie
opnieuw opgevat.
Hierin school geen politiek gevaar en Neder
land luisterde daarnaar met veel meer welwil
lendheid. In beide landen werd het vraagstuk
aan een grondige studie onderworpen.
In de „Revue Economique internationale"
van Februari 1906 publiceerde Graux, die van
1879 tot 1884 minister was in het kabinet van
Frère Orban, gelijk gezegd, een der eerste ver
dedigers van een economische entente met Ne
derland, een artikel over de kwestie.
Hij kwam daarbij tot het besluit, dat de moei
lijkheden niet meer zoo groot waren als in 1880,
maar dat zij nog steeds bestonden. De ern
stigste hinderpalen bleven nog de fiscale ver
schillen.
Graux koesterde in dat opzicht verwachtin
gen van Dr. Kuyper. De talrijke studie-reizen
van den Nederlandschen Staatsman naar Bel
gië, waar hij zich ging documenteeren over het
fiscaal stelsel, met het doel de onderhandelin
gen te hervatten, gaven alle reden voor een dus
danige hoop. Te meer waar het in de bedoeling
lag van Dr. Kuyper de Nederlandsche douane
tarieven van 5 ad valorem belangrijk te ver-
hoogen. Daardoor zouden de douane-regimes
zeer tot elkaar komen en een der ernstige be
zwaren tegen een tol-unie uit den weg geruimd
worden.
Er bleven dan echter nog altijd de groote be
letselen aan het verschil in accijnzen, die wel
niet zoo aanzienlijk waren als in 1880, maar die
in elk geval met andere moeilijkheden, zooals
de unificatie der tarieven en het gedeeltelijk
afzien van de onafhankelijkheid en de vrijheid
in handel en financieele aangelegenheden, ern
stige hinderpalen voor een oplossing vormden.
Be Nederlandsche oud-minister De Marez
Oyens, die in hetzelfde numjjier het Neder
landsche standpunt belichtte, toonde zich een
warm voorstander der douane-unie. Natuurlijk
zouden wederzijds offers moeten gebracht wor
den om daartoe te geraken, maar zonder pogin
gen bereikt men niets en mocht dit streven mis
lukken, dan moest men nog niet wanhopen aan
een Nederlandsch-Belgische toenadering. Want
zoo besloot hij, daar zijn tal van zaken, waarin
men toenadering kan zoeken.
Tot dezelfde conclusie kwam oud-minister
W. H. de Beaufort, in zijn bekend geworden
Gids-artikel, waarin hij zeide „Ook zonder
douane-unie kan de Belgische industrie steun
vinden bij den Nederlandschen handel en haar
afzetgebied in Nederland behouden en uitbrei
den. Al leiden de. besprekingen niet tot het
voorgestelde doel, zij zullen daarom niet zonder
vrucht blijven, want beide volkeren kunnen
veel van elkaar' leeren."
Hoe het ook zij, algemeen had de idee post ge
vat, dat er tal van zaken waren, waarop toe
nadering kon gezocht worden.
De Ned.-Belgische commissie.
Het was in die stemming, dat op 4 November
1907 de bekende „Nederlandsch-Belgische com
missie ter bestudeering van de economische
vraagstukken, rakend de belangen van beide
landen" in het senaatsgebouw te Brussel bij
eenkwam. Politici, industrieelen, handelslieden,
mannen van wetenschap en journalisten hadden
zitting In dit nlet-officieele lichaam, waarin A.
Beernaert en Th. Heemskerk respectievelijk
voor België en Nederland de leiding hadden.
Staatsminister Beernaert, die reeds in 1884
door zijn poging tot stichting van een Acade
mie voor Noord en Zuid blijken had gegeven
van zijn pfo-Nederlandsche gevoelens pogin
gen, welke jammer genoeg door de Regeering
van Nederland, zoogenaamd om financieele re
denen, schipbreuk leden hield een merk
waardige rede, waarin hij een overzicht gaf
van vroegere onderhandelingen en besprekin
gen, om tot een economische toenadering met
Nederland te komen.
„Door thans!' zoo zeide de Staatsminister,
dezelfde vraagstukken aan een nieuwe studie
te onderwerpen, doen wij niets andefs dan de
afgebroken besprekingen hervatten en wij heb-
men, naar ik meen, thans meer kans van
slagen."
De heer Heemskerk, de leider der Nederland
sche afdeeling, sprak in denzelfden geest, doch
hij liet niet na de grens der discussies scherp
af te bakenen. Geen onderhandelingen van po-
litieken aard en geen douane-unie. De commis
sie stelt zich meer ten doel, aldus de Neder
landsche leider, het vraagsuk der tolunie op te
b vVvvï-x
i
Burgemeester van Cauwelaert hanteert
een zilveren troffel, waarmede de eerste
kalk in de tunnelgroeve aan de Schelde
wordt gestort.
lossen. Zij laat slechts de mogelijkheid toe, op
een tijdstip en onder omstandigheden, welke
thans nog niet te bepalen zijn, wellicht enkele
elementen tot oplossing daarvan bij te brengen.
De openingsvergadering werd onmiddellijk
gevolgd door de aanstelling van sub-commissies,
welke zich o.m. met de volgende vraagstukken
zouden bezighouden
lo. post-, telegraaf-, telefoon- en spoorweg
tarieven. Instelling van een grens-zóne.
Douaneformaliteiten
2o. handelswetgeving (wetten betreffende
maatschappijen gelijkstelling van fiscale las
ten voor ondernemingen, welke in beide landen
werkzaam zijn)
3o. arbeidswetgeving
4o. vraagstukken betreffende den midden
stand
5o. auteursrechten patenten
6o. wederzijdsche erkenning van diploma's
en onderwijs-certificaten
7o. exequatur der vonnissen
8o. scheepvaart-kwestiesregime der ha
vens scheepshypotheken
9o. landbouw-aangelegenheden
lOo. handelspolitiek.
Voorloopig werden slechts enkele punten van
dit uitvoerig program onder het mes genomen
en de werkzaamheden der onder-commissies
vlotten niet al te best.
De tweede algemeene vergadering, welke in
1908 in Den Haag moest plaats hebben, kwam
eerst in Mei 1909 bijeen. Mr. Tijdeman, de op
volger van Mr. Heemskerk, die in 1908 Minis
ter was geworden, sprak de openingsrede, waar
uit reeds bleek, met welke moeilijkheden en
teleurstellingen men te kampen had. De sub
commissies hadden flink werk geleverd en zeer
interessante rapporten opgesteld over
lo. de verbetering der posttarieven
2o. exequatur van rechterlijke uitspraken
3o. auteursrechten
4o. scheepsverbonden
5o. de veterinairie politie aan de grenzen
6o. de afwatering van Belgisch-Vlaanderen.
Het volgend jaar, in 1910, vond te Brussel
de derde algemeene vergadering der Neder
landsch-Belgische commissie plaats. Het was de
laatste. Uit de openings-redevoeringen bleek
voldoende de ontgoocheling.
De regeeringen van beide landen namen de
wenschen, door de commissie uitgedrukt, niet
in overweging.
De heer Beernaerts en Cooreman waren van
oordeel, dat om die reden nieuwe bijeenkomsten
als onnuttig achterwege konden blijven.
En zoo stierf de Nederlandsch-Belgische com
missie.
Het zou verkeerd zijn, te meenen, dat al deze
besprekingen nutteloos zijn geweest. Zij hebben
een buitengewoon gunstigen invloed uitgeoefend
op de ontwikkeling van handelsbetrekkingen
tusschen beide landen. Het zaken-cijfer steeg in
drie jaren met bijna 10 per jaar, en dat niet
tegenstaande het feit, dat gedurende de laatste
10 jaren 18981908 de handel tusschen beide
landen reeds met ongeveer 60 was toege
nomen.
De pogingen zijn ook dezen keer wederom
uitgegaan van Belgische zijde. Doch om daar
uit te besluiten, dat dit nieuwe trachten een
Fransche politieke zet zou zijn, is wel al te
enggeestig. Zeker, in het verleden waren er tee
kenen, dat sommige der vroegere pogingen door
Frankrijk werden beïnvloed met politieke ne
venbedoelingen. Het was de voorlooper der
Vlaamsche nationalisten H. Meert, die zulks 25
jaar geleden reeds als een krachtige waarschu
wing verkondigde. Maar het zou in strijd zijn
met de historische waarheid, wanneer men alles
slechts zou schrijven op rekening van Frank-
rijks machts-politiek.
Immers, de geschiedenis heeft ons geleerd,
dat groote groepen in België verscheidene ma
len voor een economische toenadering met Ne
derland hebben geijverd, juist op oogenblikken,
dat de economische betrekkingen met Frank
rijk minder gunstig waren. De eerste pogingen
van Frère Orban vonden b.v. haar oorsprong
in de moeilijkheden met Frankrijk, aangaande
het handelsverdrag. Nadien zien wij de gedachte
van een tolunie of vernauwing der betrekkin
gen steeds meer opkomen, wanneer de zaken
met Frankrijk niet naar wensch gaan. Cate
gorisch alles op politieke bedoelingen van den
grooten Zuiderbuur schuiven, gelijk de heer
Goedhuis op het congres der Nederlandsche
Unie deed, getuigt dus op z'n minst genomen
van groote eenzijdigheid.
De nieuwe pogingen, welke zijn uitgegaan in
het bijzonder van de Vlamingen, behoeven en
mogen niet verdacht worden gemaakt. Wij ge-
looven, dat zij eerlijk zijn en veel meer be
oogen een zich losmaken van den Franschen
invloed.
De Vlamingen hebben sedert den oorlog daar
steeds tegen gestreden. Was het niet Minister
Vandevijvere, die aan het drijven van een ze
kere groep in België naar een Fransch-Belgisch
tolverbond, een einde stelde En heeft Minis
ter Helleputte z.g. ons in de eerste jaren na
den oorlog niet verklaard: het streven voor een
tolunie met Frankrijk moeten wij afwijzen, om
dat het uiterst gevaarlijk is. Daarentegen kun
nen en willen wij werken en krachtig werken
voor een economische toenadering met Neder
land.
De Vlamingen, die deze zaak propageeren,
mogen zoo maar niet zonder meer worden zwart
gemaakt. Zij vechten voor een eerlijk doel.
Of zij zullen slagen, is een andere kwestie.
De bezwaren, in het geschiedkundig over
zicht opgesomd, blijven nog steeds dezelfde.
Wel zijn enkele scherpe kanten wat afgerond,
doch de ingewijden zullen met veel verbazing
bijvoorbeeld in de „Volksgazet" gelezen heb
ben, dat de douanestelsels van beide landen
niet meer zooveel verschillen, al zijn de bases
totaal anders.
Dit is geheel en al onjuist. In Nederland is
het stelsel vrijhandel, in België protectionisme.
Nederland belast naar de waarde, België naar
gewicht en soort met niet minder dan 1200
varianten.
Tot welke onmogelijkheden het Belgisch sys
teem leidt, diene het volgende
Enkele dagen geleden wenschte een onzer
kennissen uit Antwerpen, te Bergen-op-Zoom,
een tweede hands auto-vrachtwagen te koopen.
Men vroeg hem 7000 franken. Toen de man aan
het Belgisch douanekantoor ging informeeren
betreffende de invoerrechten, kreeg hij ten ant
woord: 8 franks per kilo, dat is dus voor den
auto 1000 X 8 fr. 8000 franks.
De tolrechten waren dus hooger dan de koop
som en de zaak werd natuurlijk niet gedaan.
Naast deze fundamenteele beletselen zijn er
nog groepsbezwaren. Zoo staan de boeren meer
daii ooit antipathiek tegenover de gedachte
hun vertegenwoordigers in de kamer hebben
zich reeds verzet tegen Oslo en ook al doen hoo-
ren, dat van een tolunie met Nederland niets
kan komen.
En zoo is het.
In Belgische regeeringskringen is men trou
wens ten volle overtuigd, dat een douane-unie
thans nog niet tot de mogelijkheid behoort. Zij
denkt er niet aan, de propaganda in deze te
gaan leiden.
Een der groote voormannen van de hui
dige regeeringspolitiek verklaarde ons dienaan
gaande
„Van een tolunie met Nederland kan nog niets
komen; daarvoor moeten de stelsels geheel wor
den omgewerkt. Is de propaganda verkeerd of
nutteloos 7 Ik geloof van niet. De aandacht
wordt immers gevestigd op de economische ver
houdingen tusschen Nederland en België, waar
aan nog tal van verbeteringen kunnen worden
aangebracht.
Behalve deze douanezaken zijn er nog tal van
andere aangelegenheden, waarin Nederland en
België door samenwerking en overleg tot be
langrijke besluiten zouden kunnen komen. Zoo
bijvoorbeeld op het gebied van post-, telegraaf-
en telefoon-tarieven, inzake de haven-vraagstuk
ken en vele andere. Het werk der Nederlandsch-
Belgische commissie van 1907 dient te worden
voortgezet."
Een prachtfiguur der Nederlandsche
industrie.
(Van onzen correspondent)
Te Parijs is de afgeloopen week het Derde
Internationaal congres voor radiologie gehou
den onder voorzitterschap van den bekenden
radioloog Dr. Antoine Béolère. Er waren verte
genwoordigers van 23 verschillende landen. Ook
een dertigtal Nederlandsche radiologen hadden
zioh naai' Parijs begeven onder leiding van
dr. H. A. M. M. Lammere, voorzitter der Ne
der!. Radiologen-veireeniging, dir. J. W. F.
Henkensfeld Jansen, secretaris en. porof. J. O.
Ebbenhorst Tengbergen.
Aan de opening van het congres ging vooraf
de opening van de tentoonstelling der radio
logische instrumenten en toestellen, wier be
langrijkheid natuurlijk buitengewoon groot is
omdat de medici, die zich.in de Röntgenologie
gespecialiseerd hebben, in hooge mate afhan
kelijk zijn van de toestellen, die tot hunne be
schikking staan. Het congres was in zes secties
verdeeld: radiodiagnostiek, Röntgentkérapie en
curie-therapie, rr.dlophigiica, radio-bilogie, elec-
trologie, en natuurlijtoe en kunstmatige helio-
théparie.
Uit den aard der zaak is het verhandelde in
de verschillende secties slechts bestemd voor
deskundigen,
De ontzaglijke vooruitgang der radiologie
bleek echter eiken dag weer. Van de belangrijk-
ste inleidingen dienen vermeld: de voordracht
van Prof. Forsell over de sociale bestrijding van
kanker, een voordracht, eveneens de kanker
behandeling betreffende, van den engelscben
specialist Dr. Lynliam, voorts de conferenties
van dr. Cole (Amerika), prof. Haenisch,
(Duitschland) en prof. Milani (Italië) versdhil-
temde takken van de radiotherapie betreffende.
Een buitengewoon aantal congressisten heeft
van de gelegenheid gebruik gemaakt'mededee-
lingen in de sectievergaderingen te doen, zoo
dat de tijd slechts zeer beperkt kou worden toe
gemeten.
Voor de tentoonstelling van toestellen waren
bepaalde dagen gereserveerd, waarop alle an
dere congreswerkaaamiheden stil lagen. Zij vond
plaats in de ruime hallen van de tentoonstel
lingsgebouwen der stad Parijs aan de Porte de
Versailles. Alle fabrikanten van toestellen van
de heele wereld hadden natuurlijk het groote
belang dezer tentoonstelling begrepen, daar de
radiologen gewoon zijn op deze tentoonstellin
gen de nieuwe constructies en de verbeteringen
van de bestaande toestellen te komen bestu-
deeren. De tentoonstelling bood dan ook een
goed overzdcht van wat op dit gebied wordt ge
bod-en, alleen zagen zich enkele Dnitsohe fir
ma's op het laatste oogenbllk door de tijdsom
standigheden genoopt van deelneming af te
zien, terwijl de Engelsche firma's in het geheel
niet aan de tentoonstelling meededen, niette
genstaande het aantal engelsche geneesheeren,
dat aan het congres deelnam zeer belangrijk
was. Daarentegen hadden de Amerikanen hun
deelneming zeer groot opgezet en men kreeg
dan ook een uitstekenden Indruk van de vorde
ringen in Amerika op het stuk van de vervaar
diging van nieuwe toestellen en het aanpassen
hij de nieuwe vindingen. De Amerikanen hebben
zelfs hun beste beentje voor gezet om een be
langrijk deel van de Europeesche markt te be
reiken.
Intusseben maakt ook de Nederlandsche
industrie een prachtfiguur op deze tentoonstel
ling, dank zij de N.V. Philips Gloeilampenfa
brieken, die in de radiologenwereld zulk een
grooten naam verworven hebben door de in
voering van de volledige bescherming tegen de
gevaarlijke stralen door de Metalixbuis. Thans
bleek, wel, dat alle fabrieken van beteekenis
haar voorbeeld volgen, evenwel niet alle met
hetzelfde succes. Voor de instrumenten heeft
de vinding een nieuw tijdperk geopend waarbij
de bescherming niet meer gezocht behoeft te
worden in de primitieve logge, om de buizen
gemonteerde kasten van lood of van andere
de stralen absor beer end e materialen. Het werk
dergenen, die zich van de toestellen moeten be
dienen is daardoor niet alleen vergemakkelijkt,
doch ook is een graad van veiligheid bereikt,
als nooit voorheen.
Met het draagbare Metallx-toestel had Philips
reeds een enorm succes op het congres van
Stockholm, drie jaren geleden, waarop het debu
teerde, vooral ook om de oogapanningszeker-
heid; d.w.z., dat het, hoe wel het met een
spanning van 45000 V. werkte, toch tijdens de
behandeling zonder gevaar kon worden aan
geraakt bij ieder onderdeel. Duitsohers en
Amerikanen hebben nu wel de Pbilipsmndingeo
toegepast, maar Philips heeft zijn voorsprong
behouden en is verder gegaan en heeft de vol-
Te Hamburg werd een gedenkteeken ont
huld voor de 40.000 inwoners der stad, die
gedurende den wereldoorlog sneuvelden.
ledige bescherming tegen stralen ©n tegen
hoogspanning, ook toegepast op de MetaJix-
buizen voor de hoogene en de allerhoogste span
ningen.
De firma exposeerde nu een buis voor diepte-
therapie met hard© Röntgenstralen, waarvoor
een spanning van 180.000 volt noodig is. On-
noodlig te zeggen dat dit toestel de algemeene
aandacht had. De gering© ruimte, die het ge-
(hieele Röntgentoestel met in alle richtingen
verstelbaar statief en met de geheel© hoog-
spannings-generatie inneemt, is afgezien nog
van de volmaakt© beveiliging, een groot voor
deel bij het gebruik. In het algemeen vereischen
de toestellen voor diep te-therapie, met vrij
liggende geleiders voor de hoogspanning, bui
tengewoon veel plaats, die soms maar moeilijk
te verkrijgen is. De demonstratie met de drie
modellen voor spanningen van 45000 V, 90.000
V en ISO.OOO V, trokken niet alleen de aandacht
van hen, die eventueel zulke toestellen zouden
moeten gebruiken, doch niet minder van de
constructeurs. En zoo gaf ook thans weer de
Philipsstand de richting aan.
Philips streeft echter niet alleen naar de
vereenvoudiging der toestellen en de hoogere
bevelling, de bijna automatische bedoening, de
verbetering van de beeld scherpte der Röntgen
foto's opent natuurlijk nieuwe wegen voor de
Röntgenstralenpractijk en voor het wetenschap
pelijk onderzoek. Zeer bijzonder is ook het
„Rotalix"-toestei voor momentopnamen van
long- en liifurtfofco'e. Dat toestel is Wei- op <J«
tentoonstelling een unicum. Geen der andere
constructeurs heeft zoo iets kunnen laten zien,
en toch maakt ook hunne deelneming den in
druk, alsof die prachtige toestellen bet laatste
woord op bet punt van vooruitgang hebben ge
sproken.
Intern. Congres.
DRESDEN, 4 Augustus. (WOLFF). Het acht
ste internationale congres voor fotografie is
gisteren begonnen. Aan het congres is een ten
toonstelling van fototoestellen en van de
nieuwste resultaten van het wetenschappelijk
fotografisch onderzoek verbonden. De bespre
kingen zullen tot Zaterdag a.s. voortduren.
Vertegenwoordigers van verschillende landen
zullen een reeks voordrachten houden.
EMIL WARBURG f
MUNCHEN, 4 Augustus (H.N.) Op zijn land
goed bij Bayreufch is de Nestor van de Dutt-
sclie pliysici, Emil Warburg, in den ouderdom
van 86 jaar gestorven.
Zijn naam is vooral beroemd geworden door
zijn leerboek dier expertmenteele physiek, dat
in 1893 verscheen en waarvan de 22ste druk
nog onlangs van de pers is gekomen. Dazen
druk heeft Warburg zelf nog doorgezien.
De geabonneerde op „Het Nieuwe Dagblad",
„De Nieuwe Dordtsche Courant". „Nieuwe
Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid-
Hollander" zoolang zijn abonnement duurt en dit
blad verschijnt, ia verzekerd tegen de geldelijke
gevolgen van ongevallen, op de volgende voor
waarden:
ARTIKEL L
Ala verzekerden worden beschouwd alle be
talende geabonneerden, die aan de volgende
vereiachten voldoen:
a. gedurende minstens twee weken ala ge
abonneerde in de register» van „Het Nieuwe
Dagblad" „Nieuwe Dordtsche Courant", „Nieuwe
Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid Hollan
der" zijn Ingeschreven, met vermelding van naam
voornaam, leeftijd, beroep en woonplaats,
h. tusschen 16 en 60 jaar oud zijn;
c. niet iijden aan ziekten of gebreken, welke
voor hen het gevaar voor ongevallen vergroo-
ten, en volkomen het gebruik hebben van hunne
ledematen en zintuigen.
ARTIKEL 2.
Onder ongeluk, als In de verzekeringsvoor-
waarden bedoeld, wordt verstaan de uitsluitende
en rechtstreeksche oorzaak van een Uchamellik
letsel (waaronder ook te water geraken verstaan
wordt), den verzekerde, onafhankelijk van zijn
eigen wil overkomen, en waarvan bet bewijs ge
leverd wordt dat zulks door van buiten af toe
gebracht geweid werd veroorzaakt, met het ge
volg hierna In Artikel 8 aangeduid.
ARTIKEL 3.
De uitkeerlngen bedragen:
600 GULDEN Indien bet ongeluk (vallende
binnen de grenzen van de verzekeringsvoorwaar-
den) de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van
den dood van den verzekerden geabonneerde,
hetzij onmiddellijk of uiterlijk binnen een maand
na den dag, van bet ongeluk.
500 GULDEN, Indien het ongeluk (vallende
Hanen de grenzen van da verzekeringsvoorwaar-
den) de eenige en rechtstreeksche oorzaak is van
de amputatie van twee ledematen, hetzij beide
voeten of beide handen, dan wel één voet en
één hand. boven den enkel of den pols, of onher
stelbaar gezichtsverlies uit beide oogen (totale
blindheid), een en ander binnen 360 dagen na
den datura van het ongeval.
250 GULDEN, Indien bet ongeluk (vallende
oinnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden)
de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van de
amputatie van één hand of één voet boven den
pols of enkel, of van het onherstelbare gezichts
verlies uit één oog (totale blindheid van dat oog),
een en ander binnen 360 dagen na den datum
van het ongevaL
150 GULDEN Indien het ongeluk (vallende
binnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden)
de eenlge en rechtstreeksche oorzaak is van de
amputatie van BEIDE LEDEN van een duim,
binnen 360 dagen na den datum van het ongeval.
75 GULDEN. Indien het ongeluk (vallende
oinnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden)
de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van de
amputatie van ALLE LEDEN van een wijsvin
ger, binnen 360 dagen na den datum van hei
ongeval.
50 GULDEN Indien net ongeluk (vallende
binnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden)
de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van de
amputatie van de TWEE voorste ledematen
van ALLE vingers van een hand binnen 860
dagen na het ongevaL
25 GULDEN. Indien bet ongeluk (vallende
binnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden)
de eenige en rechtstreeksche oorzaak ls van de
amputatie van ALLE LEDEN van een anderen
vinger, binnen 360 dagen na den datum van het
ongevaL
Onder bepaling dat, ingeval reeds by het
plaats grijpen van het ongeluk de bovengenoem
de ledematen van net lichaam mochten worden
gescheiden, door snUding, wringing, scheuring,
knelling als anderszins, dat verlies met ampu-
tatie zal worden gelijkgesteld.
Verder onder bepaling, dat bet verlies van
vóör bet ongeluk reeds onbruikbare, gebrekkige,
verminkte of niet aanwezige ledematen geen
aanspraak geeft op, en niet ln aanmerking komt
bp uitkeering
Heeft het ongeval bet verlies van meerdere
vingers aan een band tengevolge, dan gaat de
volle te verleenen uitkeering ln geen geval hei
bedrag te boven dat voor het verlies van de ge
heele hand is vastgesteld.
Eén ongeval geeft nimmer recht op meer dan
êéne uitkeering.
Aan denzelfden abonné zal voor verschillende
ongevallen geen hooger bedrag dan 500 kun
nen worden uitgekeerd.
ARTIKEL 4.
De uitkeering Ingeval van overlijden ge
schiedt aan de echtgenoote, of by ontstentenis
daarvan aan de erfgenamen van den gedooden
abonné.
Uitkeerlngen wegens verlies van ledematen,
vingers of oogen geschieden aan den abonné
zeiven.
In geval recht op schadevergoeding ontstaat,
zal de uitkeering geschieden binnen tien dagen
nadat de noodige Inlichtingen verkregen ztjn en
het persoonlijk letsel en de oorzaak en het gevolg
daarvan bewezen zön ten genoege van de Direc
tie van „Het Nieuwe Dagblad", „Nieuwe Dordt
sche Courant", „Nieuwe Schiedamsche Courant"
of „Nieuwe Zuid-Hollander".
Ingeval wegens een en hetzelfde ongeval, dat
den dood van meer dan éèn abomné tengevolge
heeft, meer dan één aanspraak op uitkeering
wordt gemaakt, zijn degenen die tot deze aan
spraak gerechtigd zyn, verplicht om zich onmid
dellijk te wenden tot de General Accident Fire
and Life Assurance Corporation, Limited, kan
toor houdende te Amsterdam, zoodra de directie
van „Het Nieuwe Dagblad", „Nieuwe Dordtsche
Courant". „Nieuwe Schiedamsche Courant" of
„nieuwe Zuid-Hollander" hun dit te kennen ge
geven heeft.
De Directie ls ln dit geval niet verplicht om
eenige uitkeering te doen wegens die ongeval
len, welker uitkeering als bovenvermeld naar
de General Accident Fire and Life Assurance
Corporation Ltd. ls verwezen, zoolang laatst
genoemde de uitkeering welke zij tegenover de
Directie gewaarborgd heeft, niet heeft voldaan
ARTIKEL 5.
De abonné ls niet verzekerd tegen dood of
verlies van ledematen of oogen, direct of Indi
rect veroorzaakt:
a. door eenige ziekte, kwaal of voorbeschikt-
heid van den verzekerde;
b. door eene heekundige operatie of door uit
putting als gevolg daarvan (tenzij die operatie
noodzakeiyk was wegens letsel, waartegen ver
zekerd ls):
e. door eene bevalling of zwangerschap, ook al
mocht de dood verhaast zijn door een ongeluk;
d. door zonnesteek, of terwijl de verzekerde
onder den Invloed van overprlkkellng of som
nambulisme was, of door bedwelmende dranken
of krankzinnigheid minder ln staat dan gewoon-
iyk om zorg voor zich zeiven te dragen;
e. door zelfverminking, zelfmoord of poging
daartoe, hetzij willekeurig of niet, onverschil
lig of de geabonneerde ai dan niet goed by zin
nen was;
t, in duel, of gedurende de voorbereiding tot
of de deelname aan wedstrijden, of by iucht-
vaarttocbten, of by baden, zwemmen of by het
ryden met een automobiel, motorrywiel of ge
woon rywiel;
g. door grove nalatigheid of grove onvoorzich
tigheid, of door vechten en aanvallen tegen den
persoon van verzekerde, of in buitenlandschen
oorlog of blnnenlandsche beroerten;
h. Indien de verzekerde op bet oogenbllk dat
hem het ongeval trof ln staat van dronken
schap verkeerde.
De abonné ls echter wel verzekerd tegen ge
vallen waarby het ongeluk veroorzaakt werd
tengevolge van rechtmatige zelfverdediging, of
tot afwending van dreigende gevaren.
Onder bepaling, dat Indien een abonné Ie
een staat van krankzinnigheid of verstandsver-
bystering zal geraken, of zich buiten Europa
mocht begeven (behalve Indien hy van eene
Europeesche haven naar eene andere Europee
sche haven reist ln een schip met vast dek ln
tyd van vrede) of indien hy zich ln krygsdienst
te land of te water begeeft, en evenzeer
indien het verschuldigde abonnementsgeld over
den tijdens het ongeval loopenden termyn, aan
dengene die met de ontvangst is belast, by eerste
aanbieding der kwitantie niet werd voldaan of
deze courant ophoudt te verschynen, alsdan deze
verzekering voor hem geheel zal vervallen en
krachteloos worden.
De verzekering eindigt eveneens zoodra de
Directie de verzekering opzegt, öf de voorwaar
den wyzigrt, öf haar voornemen om niet langer
te verzekeren öf op dezelfde wyze te verzekeren,
door publicatie ln hare -courant kenbaar maakt:
dit heeft echter geen Invloed op uitkeerlngen
tengevolge van een ongeval dat dan reeds heeft
plaats gehad.
Van de verzekering zyn ultdrukkeiyk uitge
sloten allen die zich met de bereiding, het ver
werken of vervoeren van of proefnemingen mei
buskruit, schietkatoen, nitroglycerine, dyna
miet, naphta, acetyleengas, of andere licht-ont-
plofbare of Ucht-ontvlambare stoffen bezig hou
den, of daarby desbewust tegenwoordigzUn.
Evenmin geldt deze verzekering voor mynwar-
kers, acrobaten, circusryders en dergeiyken.
Zeevlsschers, zeevarenden en personeel van
den Loodsdienst zijn ln de verzekering begrepen,
met dien verstande, dat ongevallen, die verdrin
ken tengevolge hebben, zyn uitgesloten.
Indien de gevolgen van een ongeluk door
ziekelijke omstandigheden, waarin de verze
kerde verkeerde op het oogenbllk van het on
geval plaats had, vergroot worden, wordt even
tueel geen hoogere schadeloosstelling betaald
dan die, welke volgens bet oordeel van een
door de -Irectle geneeekKndé-e
moeter «yn uitgekeerd aan een normaal per
soon, door hetzelfde ongeluk getroffen.
Gedurende den termyn, waarin de verzekerde
tydende is aan de gevolgen van een ongeluk,
zal de verzekering ttjdeiyk bulten kracht zyn
met betrekking tot elk nieuw ongeluk, dat den
verzekerde mocht treffen.
ARTIKEL 6.
Ingeval een geabonneerde een ongeluk over
komt, moeten in alle gevallen alle bijzonder
heden daaromtrent en omtrent het bekomen
letsel zoo spoedig mogelijk schriftelijk gemeld
worden aan de Directie van „Het Nieuwe
Dagblad", „Nieuwe Dordtsche Courant", „Nieu
we Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid-Hol
lander" EN INDIEN ZOODANIGE KENNISGE
VING NIET BINNEN DRIEMAAL 24 UUR NA
HET ONGELUK IS GESCHIED DAN ZULLEN
GEEN GELDEN O!' DE VERZEKERING
BETAALD WORDEN.
Op het couvert duldeiyk te vermelden:
„Aangifte van een ongeval".
Indien de getroffene zeevarende la, moet de
kennisgeving van het overiyden geschieden
binnen drie dagen na het bekend worden van
het ongeluk aan de belanghebbenden.
Zoo spoedig mogelijk na het ongeluk moet
de hulp van een bevoegd geneeskundige wor
den Ingeroepen, en de verzekerde is gehouden
onder geneeskundige behandeling te blijven en
de voorschriften van den geneesheer onafge
broken op te volgen, totdat het volkomen her
steld ia
In leder geval moet een geneesheer toege
staan worden den verwonde te onderzoeken,
wanneer en zoo dikwijls zulks biliykerwüze ge-
elscht kan worden en de directie beeft even
eens vrqheid om zoodanige genees- en heel
kundige hulp te verstrekken als zy noodig acht.
En elk bewijs hetwelk de Directie van tyd
tot tyd zou kunnen eischen betreffende eenig
ongeluk of verwonding op grond waarvan een
elsch werd Ingesteld, zal haar zoo spoedig rao-
geiyk nadat hiertoe het schrlfteiyk verzoek
gedaan werd, worden gegeven.
Ingeval van eenlg ongeluk met doodeiyken
afloop moet hiervan aan de Directie van „Het
Nieuwe Dagblad". „Nieuwe Dordtsche Courant"
„Nieuwe Schiedamsche Courant" of „Nieuwe
Zuid-Hollander" schrifteiyk worden kennis gege
ven. onmiddellijk nadat het ongeluk aan
belanghebbenden bekend zal zyn geworden.
Het niet nakomen van een of meerdere der
ln dit artikel genoemde verplichtingen, zal elke
aanspraak op uitkeering voor belanghebbenden
verloren doen gaan.
Alleen na overlegging van net nauwkeurig
Aaar fe£zn an den behandelenden geneesheer
ingevulde aanvrage-formulier tot uitkeering,
en Ingeval van overlijden, van de doodakte,
kan de belanghebbende aanspraak maken op
de behandeling zyner vordering. De overge
legde stukken biyven het eigendom der Directie-
De kosten der geëischte verklaringen komen
ten laste van dengene, die de uitkeering aan
vraagt.
Alle bedragen, die krachtens deze verzekering
verschuldigd zijn. zullen betaalbaar ztjn ten
kantore van „Het Nieuwe Dagblad". „Nieuwe
Dordtsche Courant", „Nieuwe Schiedamsche
Courant" of „Nieuwe Zuid Hollander" slechts
na ontvangst van eene door den rechthebbende
grteekende quitantie.
Van geen som, die verschuldigd ls zal Interest
betaald worden, ook niet ln gevallen, waarin die
anders volgens de wet verschuldigd zou zyn;
terwyi de aansprakelijkheid voor uitbetaling van
eenlg bedrag ophoudt, wanneer bet niet binnen
een maand, nadat het ia toegestaan geworden,
is ingevorderd.
ARTIKEL T.
Alle geschillen uit de verzekeringsvoorwaar
den voortvloeiende, zullen beslist worden lnor
een onpartijdig, en by gemeen overleg aan te
wyzen scheidsman, dan wel door drie scheids
lieden waarvan door elk der partyen een >ian
te wyzen, welke twee scheidslieden gezameri.dk
er.: derden tot hun voorzitter kiezen.
BU weigering of bit gebreke van overe- a-
stemmlng geschiedt de benoeming der scheids
lieden door den bevoegden rechter te Rotterdam,
Belde partiien zullen ln handen van den scheids
man of van den voorzitter der scheidslieden, een
bedrag van t 1 "0. resp. f 200 storten, om daar
uit de kosten van de procedure te kunnen vol
doen.
Partyen zl1n aan de uitspraak van den scheids
man of der scheidslieden onderworpen als aan
een uitspraak ln het hoogste ressort
De kosten worden geheel gedragen door de
party die ln het ongelijk wordt gesteld.
ARTIKEL S. 1
Het ontvangbewys van den verzekerde of van
de erfgenamen van den verzekerde zal ln leder
geval volledige kwytlng tengevolge hebben.
Met het oog op de vaststelling der Identiteit
van den verzekerde 'moet deze by elke veran-
detng van woonplaats, beroep of naam, betzij
door huwelijk of anderszins daarvan ten spoe
digste opgave doen voor het aanbrengen van
wyzigingen in de registers van „Het Nieuw*
Dagblad", „Nieuwe Dordtsche Coufant" „Nieuwe
Schiedamsche Courant" of Nieuwe Zuid-Hoi»
lander'