DE SCHOOL DER TOEKOMST WOENSDAG 19 AUGUSTUS Ï93Ï FORAIN EN HUYSMANS. Hun beider terugkeer tot de Kerk. EEN TROUWE VRIENDSCHAP. WIE EN WAT NU WEE R OVERBODIG WORDT VAKKUNDIGE VOOROPLEIDING NOODIG Maar de school haten, neen, dat niet ONGEVALLEN BURGERLIJKE LUCHT VAARTUIGEN. „GEMEENSCHAPSKUNST' WEER LOONSVERLAGING VOORGESTELD UITVOER RADIO-TOESTELLEN. ONZE GLOEILAMPEN-EXPORT. ONZE KUNSTZIJDE-UITVOER- DOOR EEN VRACHTAUTO OVERREDEN. REGLEMENT OP DEN INWENDIGEN DIENST. CORRESPONDENTIE. DOOR EEN ELECTRISCHEN TREIN GEGREPEN. JUIST OP TIJD ONTDEKT. DIAMANTZWENDEL. LIEVER 'N AUTO DAN EEN MAN. OPCENTEN OP DE INVOER- 1 RECHTEN. m- m i De onlangs overleden Fransche teekenaar Jean Louis Forain behoorde tot den kleinen kring intieme vrienden van Joris Karl Huys mans. De kennismaking liep over de kunst- critiek. Al heel spoedig is er in de verslagen van Huysmans over Parijsche tentoonstellingen sprake van een toen nog geheel onbekenden J. L. Forain en dezelfde naam vinden we vele jaren later genoemd onder de weinige gasten, die echt welkom waren in de rue St. Placide, waar Huysmans de laatste jaren van zijn leven gewoond heeft. Van dit begin en tot dit einde loopt een lange periode van intieme vriend schap tusschen deze twee kunstenaars, die in hunne verhouding tot hun eigen tijd innerlijk zooveel gemeen hebben gehad. Heeft Huysmans ook invloed uitgeoefend op de ontwikkeling der denkbeelden bij Forain, die van een libertijnsche jeugd met smaak in zeer gewaagde dingen geëvolueerd is naar de soliede overtuigingen van een deugdzame va derlandslievende en geloovige burgerij Het schijnt, .dat men er Forain zelf wel eens op den man af naar gevraagd heeft. Had Huys mans invloed op zijn bekeering „Ik heb hem als kameraad bijzonder hoog geschat, dat is alles" antwoordde Forain ongeveer. Lucien Descaves houdt zich in de „Nouv. Litt." bezig met de verhouding tusschen die twee. Hij is wel degene, die recht van spreken heeft, want Mgr. Mugnier en hij zijn nu nog de eenige overlevenden van Huysmans' intiemen kring. Hij zegt zich nog heel goed zijn verbazing te herinneren, toen hij in 1900 hoorde dat Fo rain met Kerstmis in Ligugé was geweest en daar in de abdijkerk van St. Martin naast Huys mans aan de Communiebank had gezeten. Toen Forain teruggekeerd was in Parijs, heeft hij zich geobsedeerd gevoeld door een schilderij, die zou moeten voorstellen den terug keer van de H. Maagd na de Graflegging, en waar hij maar niet mee klaar kon komen. Hij heeft toen Huysmans geschreven en gevraagd hem uit de moeilijkheden te helpen. En Huys mans heeft zioh van zijn taak schitterend ge kweten met twee brieven, wat Forain voor zijn dood verklapt heeft. Toen de Benedictijnen tengevolge van de scheidingswetten Ligugé verlaten hadden, is, zooals men weet, Huysmans naar Parijs terug gekeerd. Daar zagen de vrienden elkaar toen weer regelmatig. Descaves wijst erop, dat zoowel bij Huysmans als bij Forain de bekeering een langdurig en verborgen proces is geweest. De stroom gleed voort onder de rots, voordat het water naar buiten kwam en zich verspreidde. Het is moge lijk, dat een toovenaar ze in het voorbijgaan met zijn slag heeft aangeraakt, maar de bron droegen zij bij zich en deze wachtte slechts op een gelegenheid om te ontspringen. Nu is Lucien Descaves van meening, dat Huysmans door zijn voorbeeld, tegenover zijn vriend die rol van toovenaar heeft gespeeld. Het vrome afsterven van den Katholieken schrijver heeft Forain zeer getroffen en beves tigde hem in het besluit zelf als goed Katholiek de eeuwigheid in te gaan. Als dit alles juist is, dan is het onrecht streeks mede aan Huysmans te danken geweest, dat de Katfiolieken van Frankrijk in hun maat- schappelijken en poütieken strijd den steun hebben gehad van Forain's scherp-hekelend tee- kenschrift. De „Katholieke caricatuur" heeft op niet veel van beteekenis te wijzen en de re denen daarvoor zijn niet moeilijk te achterha len. We hebben vroeger al eens een verklaring beproefd van dit verschijnsel. Maar de bekeerde Forain heeft niet geaarzeld zich bij gelegen heid aan de zijde van zijn geloofsgenooten te scharen met het kostelijk en doeltreffend wapen van de spotprent. De politieke situatie gaf hem een prachtige kans en hij heeft er ge bruik van weten te maken. Hij heeft het bur gerlijk anti-elericalisme op een onweerstaan bare manier belachelijk gemaakt. Na het bezoek van den president in een ziekenhuis. De directeur: „Domme halve- dooien Jullie met je rozenkransen en scat ulieren zult nog de oorzaak zijn, dat ik mijn ridderorde niet krijg!" (1896) Teekening van Forain. CURSUS VOOR R. K. BOEK HANDELAREN. In September zal, uitgaande van de R. K. Boekhandelaren, en uitgevers vereeniging „St. Jan'', een opleidingscursus worden gegeven voor aanstaande R. K. boekhandelaren en uitgevers, met het doel hun de voornaamste elementen der vakkennis bij te brengen. Dit doende heeft de vereeniging de over tuiging, te voorzien ln een dringende cultu- reele en sociale behoefte, daar de bloei van R. K. boekhandel en uitgeverij grootendeels afhankelijk i„ van een vakkundige vooroplei ding van aanstaande werknemers en werkge vers. Bovendiien stelt de gestadige uitgroei van het intellectueele leven onder katholieken in binnen- en buitenland bizondere eiscihen te genover schrijvers en publiek. Aan die eischen moet een vakkundig en geschoold bedrijfsle ven kunnen tegemoetkomen, te meer waar hei internationale karakter van het katholicisme een ruime vakkundige voorlichting betreffen de de productie in het buitenland vooropstelt ja deize als een essentieele voorwaarde voor den bloei van het eigen bedrijfsleven huldigt. Nadere Inlichtingen bij den heer P. Coebergh G-ed. Oude Gracht 74 Haarlem. y.ViV1 „Zie je, Marianne, dat ik de kerk binnen ga is niet mogelijk. Maar na de plechtig heid kun je mij aan den overkant vinden, in het koffiehuis". (De „nieuwe geest", 1894, teekening van Forain). Ben ik dan toch te vroeg geboren? 't Was in den tijd, dat mijn eerste jongens- kiel me zalig over de schouders gleed, en ik me tegen half negen moest opmaken om voor het eerst naar de „groote school" te stappen. De „groote school'' in tegenstelling met de bewaarschool, waar we altijd aan de hand van een trouwe begeleidster werden heengeleid en op het vaste uur weer afgehaald Maar naar de „groote school" van de mees ter de emancipatie was toen nog niet zoo ver dat er op jongensscholen ook onderwij zeressen werkzaam waren mochten wij par mantig op ons ééntje heenstappen. Dat was wel een trotsohe uitgang. Met een boekentasch als een ransel over de schouders. En in dis boekentasch een uitrusting welke in ons later leven nooit door een volledige kan toorinstallatie, zelfs niet met moderne stalen meubelen, kon overtroffen worden. Hoe dikwijls hadden we voor dezen grooten en gewichtigen dag in ous leven den inhoud van die boekentasch al niet zorgvuldig ge monsterd? De griffelkoker, de sponsendoos, het trom meltje voor ons twaalf uurtje, de geïmprovi seerde melkflesoh, die voormalig het etiquet van een k wart maatje Catz-elixer had gedragen, een paar blanco blauwe schriften en het kost bare stukje gomelastiek. Geen wereldreiziger kon beter uitgerust zijn dan wij op onzen eersten tocht naar school. Om onzo jongenskiel de nieuwe strakke. gym- nastiekriem die we om onze ledenen voelden als een pronkende uniform. De „groote school'' was toen nog geen pa leis, waar groote bouwmeesters aan te pas kwamen, maar toch zetten wij ons aan onzen lessenaar met een fier en onafhankelijk gevoel, zooals later een bureau-ministre zelfs ons nooit meer gegeven heeft. Een nieuwe wereld ging voor je open, en alles leek interessant, om er, straks thuis reuze verhalen over te doen. Al je kiasgenooten werden je vriendjes, de een meer, de ander minder, maar in den vrijen tijd speelde je met hen roovertje en diefie, kwamen ie eerste koopmanscapacitedten aan 't licht hij een onderhandschen ruilhandel, welke toen in een aparte terminologie „kwanselen" werd genoemd. Een gekleurd krijtje, een fijne calebas met aartjes, een glazen knikker, een stuk stuf, ge schikt zoowel voor inkt- als voor potioodhle- rogilyphen. Soms had je stiekem een kleurhal in je mond, onderweg naar school voor een cent gekocht, en dan als de meester niet keek, liet je hem aan je naasten buurman zien, hoe dikwijls die wel van kleur kon veranderen. Natuurlijk was niet alles even prettig op school, er waren dagen, dat ge je söhoolziek voelde, dal je benauwd was naar de klas te gaan omdat ge je les niet kendet, of je huis werk niet had afgemaakt. Vacantia was natuurlijk ook heerlijk, en je kon op school nog wel eens een meester tref fen, dien je verdacht, dat hij „de pik'' op je had. Maar de school „haten", neen dat heb ik ge loof ik nooit gedaan, al was ik niet direct een bolleboos. Ook was ons „leeren'' niet direct in letterlijken zin „spelen", zooals de brave Hie- ronymus van Alphen ons wilde doen gelooven. En nu lezen we daar van een zekeren pape dagoog IJ. Terwey zou de man nog familie zijn van den schrijver van de „Nederlandsehe Spi aakkunst'' waarop wij indertijd nog zoo hebben zitten zwoegen? en die schrijft zoo waar in het maandschrift „Het Kind", dat hij de school haat, en de kinderen dit ook doen. Hij vindt ze gruwelijk, die kinderkazeraes, waar de jeugd op ongelukkige banken in rijtjes als houteu poppetjes onder de gebiedende blik ken van een ombekenden mijnheer of juffrouw uren, dagen, maanden, jaren moet zitten blokiken. Die mijnheer Terwey is een slim man, die weet hoe hij de menschen en ook de jeugd op z'n hand kan krijgen; ails je in onzen tijd van anti-*mill>tairi.sme en «ontwapeningisdraug over gruwelijke kazernes spreekt, dan kan je zeker zijn van algemeenen bijval. En dan nog van kinderkazernes bovendien. Nu dan, die mijnheer Terwey wil niet alleen de kazernes afschaffen, maar ook de scholen. Dat is nu waarlijk het ei van Columibus, daar heeft nu niemand aan gedacht. 't Is „simple comtne bonjour". Wij peinzen ons hoofd moe over mogelijke bezuinigingen, ons jaarlijksch budget, zoowei van Rijk als gemeente is topzwaar van de hoog opgevoerde kosten voor het onderwijs. Haal er eenvoudig een streep door, wij heb ben geen schoien meer noodig, de scholen zijn overbodig. De hoeren onderwijzers, ook al haten zij volgens mijnheer Terwey hun scholen, zullen zich doodschrikken, zij kunnen nqar huls gaan, voorgoed en altijd vacantie nemen, of een ander baantje zoeken. De schoei en de onderwijzer raken uit den tijd, worden totaal overbodig. Luistert menschen, en allen die van goeden wille zijt, wij hebben geen school en geen schoolmeesters meer noodig, wij hebben immers de radio. Wij 'hebben, zoo zegt ons de nieuwste her vormer, de heer Terwey ln „het Klad'', den onderwijzer in het radiokastje de onderwijizer met de geweldige stem, direct uit de heele wereld. geopend! „De kinderen", zegt de heer Terwey, „kun nen nu voortaan voor een heel groot gedeelte, de lessen thuis volgen. Het radiotoestel is de leerkracht in huis, het is de volmaakte gou- verneur(nante)De school wordt dan alleen maar het strafbankje voor hen die thuis niet leeren, de controleur, die in onderhandeling treedt met de ouders over den vooruitgang der kinderen. Het radiotoestel is de professor, die zijn col leges geeft, de kinderen zijn 'de studentjes onder toezicht van vader en moeder. Ziedaar het ed van Calumbus-Terwey, de zaak is zoo klaar als de dag, de man daagt de heele wereld uit bezwaren tegen dit ideaal in te brengen en hij verzekert, dat hij ze verdelgen zal als Michael den draak. Och, och, dat die radio geen veertig jaar vroeger is gekomen, hoeveel tranen zouden niet geplengd zijn geworden, als wij nu den ken, hoe vroeg we eens naar kostschool moes ten. 't Is zoo klaar als de dag, de radio is de school der toekomst. Worden er nu al heel den dag geen cursus sen ln alles door de radio gegeven, en begin nen wij nu al niet oom een uur of zes met de gymnastiek? De Radiogids brengt ons elke week weer den nieuwen rooster van de verschillende les uren. Vroeger kibbelden wij als jongens al wie het eerst van ons het een en zelfde mooie boek -zouden lezen, nu zullen we vechten wie het eerst zijn les door de radio zal leeren. Maar wij zijn met velen, niet in alle ge zinnen is maar een eenig kind, moeten wij alien dan op een afzonderlijk kamertje worden gesloten met een aparten radiotoevoer? Het oog van den meester maakt het paard vet en het kind vlijtig. Maar de radio kan niet zien en als we alleen op ons leskamertje zitten het bonte leven van de straat is zoo verlokkelijk en noopt ons op -de hoogte te blijven, wat daar buiten gebeurt. De radlo-onderwijzei lean misschien wel 'na een keer vervelend zijn, en een boek van Jo- han Kievit zaliger, zoo geweldig boeiend. Maar het toeziend oog van vader en moeder? vraagt ons de paedagoog Terwey. Maar vader moet toch den kost verdienen, gaat er 's ochtends op uit, en voor moeder, och voor moeder, ze is een lieve vrouw, maar voor haar is d« „Bijenkorf en een uitverkoop bij C. en A net zoo verleidelijk als een Dlck Trom voor onze jongens. En als mijnheer de controleur komt om onze lessen te overhooren, nou ja, dan zeg je dat het gisteravond net zoo'n storing was, dat je geen woord van de interessante les kon volgen noch verstaan. En die arme moeder, die nu a.1 blij is, als de lange vacantie om is, en de kinderen weer van den vloer, veilig op school of rustig op de kostschool zijn. Die moet nu op, alle verdiepingen, uit alle hoeken en gaten, heel den godsganschelijk.en dag de radio maar hooren drensen. Zoo wil het de heer Terwey, die zoo bezorgd is voor overspannen leeraars en onderwijzers. En wij hooren ia de volksbuurten de ramen al openscnuiven, en wij zien een moeder het hoofd naar buiten steken en met een lang uit gehaalde stem de straat ingillen; „Arie Arie! 'boven komen, die mijnheer van het rekenen is voor je aan de radio. Misschien weet mijnheer Terwey, die be weert alle bezwaren te zullen verdelgen, dat het zóó precies niet moet en zal gaan. WÜ ziju nieuwsgierig Wij voelen iets voor het geval. Alleen jammer, wij zijn te vroeg geboren, wij kunnen er niet. meer van profiteeren, maar als jongen zouden wij het misschien wel ideaal gevonden hebben, en hadden ons voorgenomen om nooit, nooit „te spijbelen". Bij beschikking van den Minister van Water staat is ingesteld de permanente commissie voor het onderzoeken van ongevallen met bur gerlijke luchtvaartuigen, als bedoeld in artikel 134 der Regeling Toezicht Luchtvaart (Staats blad no. 454 van 1928). 0e commissie is samengesteld als volgt: leden: E. Th. de Veer, direoteur van den Luchtvaartdienst, tevens voorzitter; K. W. F. M. Doorman, luitenant ter zee der 1ste klasse, geplaatst aan het Departement van Defensie; F. A. van Heyst, kapitein-vlieger der lncht vaartafdeeling, en dr. ir. E. B. Wolff, direoteur van den Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart; plaatsvervangende leden: ir. A. G. von Baum hauer, onderdirecteur van den Rijksstudie dienst voor de luchtvaart, voor dr. ir. E. B. Wolff; A. K. Steup, kapitein-vlieger der lucht- vaartafdeeling, voor den kapitein-vlieger F. A. van Heyst, en W. H. Tetenburg, luitenant ter zee der 1ste klasse, van het Departement van Defensie, voor den luitenant ter zee der lste klasse K. W. F, M. Doorman, EEN NEDERLANDSCH OBER-AMMERGAU Over het Passiespel van Tegelen schrijft Henrik Scholte ojm. in de „Gr-oene Amster dammer": „El-ken Zondag komen duizenden en dui zenden hier naar luisteren, den heel-en middag en den halven avond door, met tweemaal tien minuten pauze, waarin haastig- lijk onnoemelijke hoeveelheden bier verzwolgen worden en men aan kleine kramen lekkere Limburgsche koeken en vlaatjes kan veror beren. Er komt „vreemd volk'' in lange rijen autobussen, waarop de namen prijken van negorijen. die nauwelijks |op een fiets-atlas staan, er komen groepen Duitsche paters zoo wel als Viaams-che studenten. Met de uitbrei ding van 2000 zitplaatsen op zichzelf a! meer dan eenig Amsterda/mseh theater! zal men moeiiijk kunnen volstaan. Zelfs op dien herfstigen Zondag, waarop ik erheen toog, kon -men nauwelijks uit dit gortvolle amphitheater wegkomen. Ziekenwagentjes stonden tusschen de doorgangen, kinderen lagen op den grond of hurkten tusschen de rijen in. Achterin za ten de Chauffeurs van de autobussen, de veld wachters en de marechaussee'®, die voor niets ande-rs oog hadden dan voot dit spel, waarvan elk woord hun bekend was, elke handeling dui delijk en heilig. „Gemeenschapskunst" moge een dubieuze term zijn, maar deze collectieve spanning op het breede tooneel zoowel als op de rijen der meelevende toeschouwers, geba seerd op een collectieven gevoels-inbou-d, schonk een emotie van levend en diep-geaard tooneel, eenzijdig misschien, maar juist in deize eenzijdigheid dan toch opwegend tegen vele teleurstellingen van halfleege zalen, problema tische experimenten of ronduit-falend klein- gedoe". LANDBOUWCONFLICT De heer mr. J. L. Bouma, burgemeester van Emmen, heeft aan de landbouwvereenigingen en de landarbeidersbonden, betrokken bij het landbouwconflict in het rayon Oranjedorp, Erica en Nieuw Amsterdam voorgesteld het conflict te beëindigen op een basis van een loonsverlaging van 5 pCt. ten opzichte van het loontarief 1030 wat aangaat den graanoogst en het bietenrooien, terwijl het aardappelen- delven, dat thans betaald wordt met 29 cent per rij van 93 M. zal worden teruggebracht tot 28 cent per rij. De burgemeester heeft aan par- tijen verzocht hun besluit te dezer zake voor Vrijdag aanstaande aan hem mede te deelen. De verwachting is dat beëindiging van het con flict op genoemde basis mogelijk zal blijken. Over de maand Juli verder teruggeloopen. De Nederlandsche uitvoer van radio-toestel len etc. bedroeg, volgens opgave van het Cen traal Bureau voor' de Statistiek, in Juli 1931 353 (v. m. 392, v. j. 672) tons ter waarde van 1.744.000 (v. m. 2.084.000, v. j. 3.682.000). Over de eerste zeven maanden van 1931 beliep de uitvoer 4.784 tons ter waarde van 26.519.000 tegen 5.528 tons ter waarde van 34.989.000 in de overeenkomstige periode van 1930. Verdere daling in Juli. Volgens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de Nederlandsche uitvoer van metaaldraadgloeilampen in Juli 1931 2.111.400 (v. m. 2.688.500, v. j. 5.295.900) stuks ter waarde van 1.042.000 (v. m. 294.000, v. j. 2.551.000). Over de eerste zeven maanden van 1931 daalde de uitvoer in vergelijking met de over eenkomstige periode van 1930 van 28.032.500 stuks ter waarde van 12.729.000 tot 18.551.500 stuks ter waarde van 8.681.000. Uitgevoerde hoeveelheid in Juli geringer dan in Juni. Volgens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de Nederlandsche uitvoer van garens van kunstzijde, onbewerkt ln Juli 1931 753 tons t.w. van 1.554.000 tegen 673 tons t.w. van 1.882.000 in Juli 1930 en 804 tons t.w. van ƒ1.636.000 in Juni 1931.'In de eerste 7 maan den van 1931 bedroeg de uitvoer 5557 (v.j. 5059) t.w. van 11.489.000 (v.j. 14.683.000). Nadat in Mei 1931 de gemiddelde prjjs tot een laagterecord van 1.97 per kg. was gedaald, viel in Juni een verbetering tot 2.035 waar te ne men. In Juli trad een verdere lichte verbetering in tot 2.064. NIEUWE FABRIEK BIJ STAATSMIJN „MAURITS". Op de Kerensheide bij Staatsmijn „Maurits" wordt een nieuwe kalk-, ammoniak- en salpeter- fabriek gebouwd, waarvan de kosten geraamd zijn op een half millioen gulden. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. De P.H.A.F.O. op Schiphol. Het 22ste reftourvliegtuig de P.H.A.F.O. is gisterenmorgen om 5,18 uur (Amst. tijd) uit Boedapest vertrokken en des middags om 3.15 uur vlot op Schiphol geland. Het toestel was bemand met de piloten Frijns en Viruly, den mechanicien Biesheuvel en den marconist van Harmeien. Als passagier had deze vlucht medegemaakt de heer Campbell uit Calcutta. De volgende vlucht. Morgen vertrekt de P.H.-A.F.S. van Amster- dam naar Batavia. Eerste bestuurder is W. M. O. A. Beekman,tweede bestuurder C. Blaak, boordwerktuigkundige J. JÉ. M. Grossfeld, ter wijl G. van Zadelhoff de reis als radio-telegra- fist mee zal maken. De post voor dit vliegtuig moet uiterlijk heden in Amsterdam zijn. Gisterenmorgen is de viechventer E. de B., uit Hoorn onder de gemeente Zwaag aange reden door een vrachtauto, toen hij van een erf den straatweg opkwam. In zeer ernstigen toestand is de man be wusteloos overgebracht naar het stadszieken huis. Den chauffeur treft geen schuld, De commissie van G. O. en het nieuwe onderwerp. Op 6 en 7 Augustus vergaderden de commissiën Georganiseerd Overleg Personeel landmacht A. officieren en B. onderofficieren gezamenlijk en ieder afzonderlijk ten einde advies te kunnen uit brengen over het ontwerp „Reglement op den Inwendigen Dienst der Koninklijke Landmacht voor alle wapens." In dit ontwerp is het stelsel neergelegd van zoo groot mogelijke eenvormigheid, die verkregen is door een gemeenschappelijk deel A, met aanvul lende deelen B, C en D en E voor de onderschei dene wapens. Met de algemeene strekking aan het ontwerp werd ingestemd terwjjl van verschillende zijden lof werd gebracht voor de uitwerking van dit stelsel. Ten opzichte aan enkele onderdeelen werden bepaalde voorstellen aangenomen, maar in hoofd zaak werd na uitvoerige gedachtenwisseling volstaan met de toezegging van de regeerings- delegatie, dat de opmerkingen en wenschen nader zullen worden overwogen. In de commissie B kwam vooral het verldngen naar voren, om nog meer te doen uitkomen, dat de beroepsofficieren, onder hoogere leiding enz. aan de officieren een onderwijzers- en opvoeders- taak hebben te vervuilen tegenover de tienduizen- de vrijwilligers en dienstplichtigen, die jaarlijks voor opleiding aankomen. De eigenaardige onder officiers toch eisoht wel voor het inwendige dienstleven een nauwe aanraking met de leerlin gen, maar de positie van de beroepsonderofficie ren moet in dit verband toch goed onderscheiden blyven van die van de leerlingen. NED. VEREENIGING TOT AFSCHAFFING VAN ALCOHOLHOUDENDE DRANKEN. Zondagavond ving in Musis Sacrum te Arn- hem de 97ste algemeene vergadering aan van de Ned. Vereeniging tot afschaffing van alco holhoudende dranken, onder voorzitterschap van den heer P. v. d. Meulen. Aan het jaarverslag ontleenen we, dat in het afgeloopen jaar het ledental met 399 steeg. Op 1 Januari bedroeg het aantal afdeelingen 350. Het vermeerderde door oprichting van 8 afdeelingen, doch verminderde door de ophef fing van 20 afdeelingen, zoodat het aantal op 31 December 338 bedroeg. Bij de bespreking over de leiding van het hoofdbestuur werd door verschillende afgevaar digden critiek uitgeoefend over de weinige actie die van het hoofdbestuur is uitgegaan bij de behandeling van de drankwet in de Tweede Kamer. In de voortgezette vergadering op Maandag morgen werden tot leden van den vereenigings- raad met meerderheid van stemmen gekozen de heeren ds. A. van der Heide, Voorburg: E. M. Schmidt, Amsterdam en H. Prakke, Assen. Alle aftredende bestuursleden werden bij enkele candidaatstelling herkozen. Aan de orde kwam vervolgens het voorstel inzake curateele en dwangverpleging. Het hoofdbestuur stelde hierbij voor dat de alge meene vergadering, van oordeel, dat de wet inzake de onder curateele-stelling en gedwon gen verpleging van drankzuchtigen In het be lang der nuchterheidsbeweging is en dat de practische uitvoering van deze wet eerst moge lijk wordt als de overheid de daarvoor noodige financiën beschikbaar stelt, het hoofdbestuur opdraagt bij de regeering en eventueel bij andere overheidsorganen stappen te doen om hen te bewegen de bedoelde gelden uit te trekken. Dit voorstel werd na toelichting aanvaard. De afdeeling Utrecht stelde voor, dat het hoofdbestuur zoodanige voorbereidingen treffen zou, dat de organisatie, na onderzoek door het hoofdbestuur, In de gelegenheid zou worden gesteld een standpunt inzake het dansen in te nemen. Het hoofdbestuur beval het voorstel voor aanbeveling aan. De vergadering verklaarde zich hiermee accoord. In de middagvergadering werd door het hoofdbestuur in bespreking gebracht een motie betreffende de plaatselijke keuze. In deze motie wend als het oordeel der al gemeene verga-dering uitgesproken, dat elke 5 jaar een actie voor P. K. moeit worden gevoerd in die gemeenten welke geacht moeten wor den daarvoor in aanmerking te komen; dat de propaganda voor P. K. krachtig moet worden voortgezet en dat zooveel mogelijk de plaatse lijke overheid tot het nemen van maatregelen in den geest van de drankwet moet warden op gewekt. De motie werd met algem. stemmen aange nomen. Voor het houden der volgende alg. vergade ring werd Utrecht uitgekozen. Doodelijk ongeluk op een onbe- waakten overweg. Op den onbewaakten overweg nabij Nootdorp is gisterenavond omstreeks negen uur de smid H. J. uit Delft, toen hij met zijn motor fiets passeerde, door een electrischen trein ge grepen en op slag gedood. De man was ongehuwd. INBRAAK IN EEN STATIONS RESTAURATIE. Dinsdag-nacht hebben inbrekers voor honderden guldens ontvreemd aan sigaren, sigaretten, fruit en chocolade in de restauratie van de Ooster-Stoomtram Maat schappij te Amersfoort. Pogingen om het kas register te forceeren, zijn niet gelukt. De po litie stelt een onderzoek in. G. L. te Botterdam. De plechtigheid van de eerste-steen-legging der nieuwe kapel te Brielle vindt plaats op Donderdag 20 Augustus bij gelegenheid van de Haarlemsche processie, welke dien dag de graven der Martelaren zal bezoeken. Eerst zal een pontificale Mis worden opgedragen, waarna de eerste-steen-legging ge schiedt. De Haarlemsche bedevaart vertrekt van Vlaardingen pl.m. 8 uur. Vertrek van het Brielsche bootje van Vlaardingen 9.44, aan komst te Brielle 10.50. Vertrek Rosestraat tram 8.00 (aank. 9.25); 9.15 (aank. 10.15), 9.40 (aank. 11.20). Buitenlanders door de recherche aangehouden. Door de politie te Montreux is aan de Am. sterdamsche politie aanhouding gevraagd van drie buitenlanders, een man en twee vrouwen, die betrokken waren bij een diamantzwendel, welke ging om een bedrag van ongeveer 15000 francs. Gisterenmiddag is het aan enkele recber- oheurs van de zedenpolitie gelukt op het Fre- deriksplein de twee vrouwen te arresteeren. Tegelijkertijd bijna werd even buiten Amster. dam ook de man gearresteerd. De drie aangehoudenen zijn voorloopig in- gesloten op het hoofdbureau van politie, waar momenteel een nader onderzoek gaande is. De politie heeft zich inmiddels reeds in verbinding gesteld met de politie te Montreux en wacht vandaar nadere berichten af. Wij vernemen nog nader, dat dezer dagen een juwelier te Montreux door de drie aan gehoudenen is opgelicht voor een groot aan tal horloges, armbanden en ringen bezet met diamanten. Voor zoover kan worden nagegaan zijn bij de arrestatie al deze voorwerpen nog in hun bezit aangetroffen. De plaats waar de derde arrestant is aan gehouden, was de gemeente Nieuwer-Amstei. Het was de laatste dag, dat de oplichters in Amsterdam walden vertoeven. Vandaag zouden zij naar den Haag verhuizen. Zonderlinge manieren van een dame. Een A'dammer telde onder zijn kennissen een jonge dame van 31-j-arigen leeftijd, diie een beti'ekklng als procuratie-houdster op een kan toor te A'daim bekleedde, aldus meldt de Telegraaf. En aangezien hij zeer bevriend met haar was, kreeg zij verlof nu en dan met zijn auto te gaan rijden. Totdat opeens, door een of andere oorzaak de vriendschap verkoelde en. de autotochtjes tot het verleden zouden gaan behooren. Voor de dame in kwestie was de auto edhiter de hoofdzaak. Zij vond hem in elk geval aan trekkelijker dan den eigenaar en zoo haalde zij den wagen en maakte er een tocht mede. Zij gaf hem (de auto) onderdak in een garage. In middels miste de eigenaar zijn wagen en toen woorden, taalden, dee-d hij aangifte bij de. J>0- l-itte. De oommi.-is-a.i iH deed de d-ame ontbieden, doch zij weigerde te zeggen, waar de wagen was. Ook toen de eigenaar uitdrukkelijk oon- stateerde, dat de wagen zijn eigendom was^fde papieren gaven dat trouwens duidelijk aan) em dat hij zonder zijn toestemming was wegge nomen, bleef zij weigeren mede te deelen, waar het vehikel was. Er is daarop proces-verhaal wegens verduistering opgemaakt, terwijl de dame in arrest werd gesteld. Na eenigien tijd ondier de hoede van de politie te hebben door gebracht, vertelde zij ten slotte de verblijf plaats van den wagen. Deze is daarop terugge haald. De juffrouw, die zeer veel spijt bad over het gebeurde, werd daarna op vrije voeten ge steld en zal zidh later voor de rechtbank ter zake verduistering hebben te verantwoorden. RIJKSVOORLICHTINGSDIENST VEZEL INDUSTRIE. We ontleenen aan het jaarverslag van den rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den vezelhandel en de vezelindustrie te Delft het volgende: Het aantal aanvragen bedroeg i.n 1930 980 tegen 952 in 1929, hetgeen een vooruitgang be- teekemt van 28 aanvragen. De toename van het aantal onderzochte monsters is echter belang rijk grooter. Onderzocht werden 2.242 monsters t<-~»n 1.844 in het voorafgaande jaar, een toe name dus van 398 of circa 20 pet. De verdeeling der aanvragen was als volgt: vezelstoffen 40, garens 132, weefsels 695, papier 113; der monsters resp. 61, 298, 1640 en 253. Voor het jaar 1931 werd een omvangrijker werkplan opgesteld, waarin o.m. is opgenomen vaststelling der eigenschappen van diverse monters trijp. Een zelfde onderzoek zal worden uitgewerkt voor het onderzoek van verbandwatten. BATAVIA, 18 Augustus (ANETA) BIJ den Volksraad is een wetsontwerp inge diend tot tijdelijke heffing van 20 opcenten ®P de invoerrechten gedurende 19321933. Aan het voorfront van het nieuwe Nederlandsche Paviljoen, dat gisteren op dm Koloniale werd geopend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6