u WBÊÊÈÊtiÊBm WKÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊKÊ EMmS abonnementsgeld SvSrSno°°dk Er1SCiW WÈwÊÊÊm Bh- Van onschatbare waarde De schoemaker-poeët "IS OP TIJD GRATIS VERZEKERD ZATERDAG Ï9 SEPTEMBER 1931 DE GODSDIENSTIGE ONVER DRAAGZAAMHEID TE LIVERPOOL. JEANNE VAN DE PUTTE. Hfs - - üyi I "8 lllll WmÊm mm IJgW, - 1 'v DE TEEKENAAR JOB f. DE FRANSCHE BEGROOTING. MUSSOLINI'S TEGENBEZOEK AAN BERLIJN. De duce heeft het voorloopig te druk. INTERNATIONAAL TELEFOON VERKEER. DE RELLETJES OP DEN KURFUR- STENDAMM. Behandeling voor de rechtbank. EEN BIJZONDER GENEESMIDDEL DE KOSTEN DER ONTWAPENINGS CONFERENTIE. Voorloopig op 4 millioen goudfrancs geraamd. AUTO-ONGELUKKEN. DE DRUIVEN ZIJN ZUUR, ZEI DE VOSmaar deze twee Hoedekenskerksche schoonon denken andere overI Steenen geworpen naar Mgr. Downey. Onze Londensehe correspondent schrijft ons: De correspondent van de „Sunday Times" te Liverpool bericht, dat Zaterdag, bij een eerste steenlegging in het district Edge Hill, Liver pool, een aantal Orangeisten een „georganiseer- den aanval" op dr. Downey, den Roomsch Ka tholieken aarts-bisschop van Liverpool gedaan heeft. Persoonlijke scheldwoorden werden den aartsbisschop toegeroepen door een vijandig gezind deel der groote menigte, die bijeenge stroomd was ia de buurt der St. Anne's Priory, terwijl mgr. Downey schreed naar een gietijze ren constructie, die opgericht was rondom de fundamenten van een nieuwe jongensschool. Steenen werden geworpen terwijl de aartsbis schop den zegen uitsprak over de nieuwe on derneming, en een padvindster werd door een dier steenen getroffen. Zij bleef evenwel onbe weeglijk staan, totdat dr. Downey, bij het ver laten van het terrein, voorbij haar geloopen was, en liet in het geheel niet merken dat zy getroffen was. Even later evenwel zag zij zich gedwongen het hoofd te ontblooten ten einde de pijn te verlichten. De aartsbisschop bekwam geen letsel. Aldus het bericht van de „Sunday Times" Deze Orangeistische schanddaad valt samen met bijna dagelijksche buitensporigheden van dezelfde zijde in Ierland. Een zeer groot deel van de katholieke bevolking van Lancashire bestaat uit Ieren, en de z.g. Orangeistische actie staat onder leiding van hun anti-katholieke in Engeland wonende landgenooten De botsingen, die vooral in genoemd graaf schap maar ook te Glasgow, waar eveneens veel Ieren gevestigd zijn, den laatsten tijd weer plaats gevonden hebben tusschen katholieken en protestanten, kunnen bezwaarlijk beschouwd worden als een bewijs van Engelsche onvlr draagzaamheid, daar bijna alle leiders en de gen van anti-kathoilcisme te buiten gaan De reusachtige betooging, het vorige Jaar onder persoonliike io,vn„„ vorige jaar leiding van mgr. Downey tegen het wetsontwem tot- i-,-- tot verlenging van den voor ri„° eeftijd (zonder tegemoetkoming heeft meer ®0nf.essi0Ile616 scholen) gehouden, trekkimo- Q 16 anilers bijgedragen tot In- o au een ontwerp, dat geïnspireerd _.aS, °?r den hon-conformistisöhen onderwij- is n en welks aanneming een bankroet r '0°b reeds financieel-benarde katho de onderwijs beteekend zou hebben. De pro- es antsche bevolking van Liverpool geraakte ij deze gelegenheid diep onder den indruk van een, in Engeland ongekende, machtsontplooiing der katholieken, en een overigens kleingees tige en volmaakt ongegronde vrees voor die macht schijnt het anti-katholiciame, dat lang gesmeuld had, opnieuw te hebben doen opvlammen. De aankoop van een centraal ge logen terrein door mgr. Downey voor den bouw van zijn nieuwe kathedraal, welke na die van Milaan? de grootste van Europa zal worden, gaf vervolgens niet alleen aanleiding tot verwoede debatS-h in den gemeenteraad, maar ook tot openbare betoogingen en zelfs gewelddadighe den, die geleid werden door protestantsche Reverends" en in sommige gevallen tegen de persoon van dr. Downey gericht waren. Deze is waarschijnlijk de populairste prelaat in Engeland, en een man die, evenals kardl naai Bourne, ook b(j „andersdenkenden" hoog aangeschreven staat. Maar de voorbeeldelooze opbloei van het aartsdiooees onder zijn wijs bestuur is dooT het fanatieke, onverdraagzame deel der protestantsche bevolking niet onop gemerkt gebleven, en het is lang geleden sinds een katholiek kerkvorst in Engeland in deze kringen zooveel vijanden telde als mgr. Downey Dat deze niet, gelijk velen beweren, beoogt geleidelijk een katholiek overwicht op politiek gebied te scheppen, bleek reeds zeer spoedig na zijn benoeming, toen hij de katholieke raads fractie te Liverpool lie mededeelen dat deze •niet gemachtigd was en ook niet gemachtigd zou worden, zich katholiek te noemen. Ont binden kon mgr. Downey de raadsfractie niet, aangezien hij geen zeggenschap had over een lichaam, dat hij niet als katholiek erkende; wat hij doen kon, en dan ook deed, was zijn goedkeuring te onthouden aan het ln stand houden eener zich katholiek noemende fractie. Dit stond praktisch gelyk aan ontbinding, en het optreden van den nieuwen aartsbisschop werd van alle zijden toegejuicht, daar hij de Engelsche traditie, welke politieke partijvor ming volgens godsdienstige belijdenis uitsluit, 5n eere gehouden had. Deze eerste openbare daad, als aartsbisschop verricht, heeft mgr. Downey later door geen enkele handeling of uitlating ooit verloochend, en zij heeft in niet geringe mate bijgedragen tot de versterking van de moreels positie der katholieken in het aartsdioceee. Maar zoo de Iersche geloofstrouw in Liverpool een groote rol speelt, van de Iersche onverdraagzaamheid op religieus gebied kan men hetzelfde getui gen. VLIEGERS. Men heeft thans alle hoop opgegeven, de Du.' che n 'C7e terug te vinden. De piloten bij de ima/chine voor den start Een jong-gestorven Vlaamsch meisje, dat als dichteres nog van zich zal doen spreken. - DE VERNIELDE SPIEGELRUIT van den wapenhandel van Doorn in den Oppert te Botterdam, waar gisternacht wend inge broken Prof. Jules Persijn is een geestdriftig man. ij lieeft in bij zond. ere mate de gave te be won- deren en te genieten; hij vindt schatten waar anderen nog slechts schamele winst boeken. Dit alles in aanmerking genomen, mogen we toch wel verwachting hebben van een bun del verzen, dien bij in „De Standaard" van Brussel aankondigt, nagelaten werk van een jong-gestorven Vlaamsch meisje van bijzon dere begaafdheid: Jeanne van de Putte. In twee artikelen heeft Jules Persijn van haar en haar werk verteld. We kunnen hem niet op den voet volgen, maar wat hij over het meisje meedeelt is wel in staat de belangstel ling te wekken en daarom nemen wij hier eenige bijzonderheden over. In 1907 werd Jeanne van de Putte geboren in 't Walenland, te Ath, waar haar vader, een doctor philologiae, leeraar was aan 't Athe naeum, en moeder haar handen vol had met de zorg voor vier kleintjes. Vader leed aan een slepende ziekte. Van in zijn zetel sloeg hij zijne kleinste ga, met de aandacht, die men schenkt aan het dierbaarste, dat men weldra verlaten moet: „Dat meisje zal iets bijzonders worden!" Vader stierf in September 1908. Jeanne was dius één jaar oud. Enkele maanden naderhand verhuisde de moeder, met haar klein pensioen tje, naar haar geboorteplaats Blanken-berge. Zoo werd Jeanne een kind van de zee. Haar bijzondere begaafdheid werd voor haar omgeving al merkbaar van haar vierde levens jaar af. Op haar vijfde jaar begon Jeanne school te loopen. Ze leerde verbijsterend vlug. In enke le weken kon ze lezen. En toen zette het ln voorgoed: een onverzadelijko honger naar le zen en weten, een dringende drang om op te lossen, de duizenden geheimen die krioelden om haar. Af en toe schreef ze. Ze schreef zoo dat de zusters op school niet konden gelooven dat het werk was van een achtjarig ding. Op haar twaalfde jaar stond bij deze prima perpetua van haar klasse, haar dichtersroeping vast. Aan een vriendinnetje vertrouwde ze toe, dat ze voornemens was, een groot boek te schrijven. Intusschen van pedantisme of eigenwijsheid geen zweem. Niet slechts getuigden de n-onne- kes dat het kleintje ook als aangenaam karak ter iets eenigs was, maar haar stille zachtheid maakte haar tot de lievelinge van allen. Toen Jeanne dertien jaar oud was, m-ocht ze op de kostschool naar Turnhout, naar 't H. Graf. Daar kwam ze onder de hooge en vaste leiding van Zuster M. Joaefa en Zuster M. Beata. De toestemming was regentes, de roe ping dichteres. Persijn leerde Jeanne kennen, toen zij eens in zijn gezin kwam logeeren. Van 1923 af dus van haar 16de jaar, schreef Jeanne bijzondere dingen. Haar talent ging ook naar buiten uitschijnen. Zij werd. -bekroond in den Vinca-rt-prijskamp. Bekroond zou wor den de jonge Vlaming, die het 'beste Pransch opstel over een ter plaatse op te geven onder werp binnen een gesteld aantal uren zou ma ken, en evenzoo de Jonge Waal, die hetzelfde in het Vlaamsch zou presteeren. Als eerste voor Vlaamsch op3tel werd aangewezen een leerlinge van het toen vooralsnog meest Vlaamschgeizinde gesticht van heel 't Vlaam- sohe land, n.l. het H. Graf te Turnhout, en de leerlinge heette Jeanne van de Putte. Ze kreeg een heerlijk stel boeken, een fiets en een reis door Bretagne en Normandië. Jeanne deed vervolgens een schitterend examen als regentes" en kwam in betrekking bij de familie Burgemeester van Cauwelaert te Antwerpen. Einde 1928 werd Jeanne ziek. Ze bleef thuis. In April 1929 kwam -het tot een operatie in een kliniek te Brussel. Dan ging ze drie maanden uitrusten te Doornik. Ze fleurde weer op. Haar steeds sterkere drang tot studie trok haar naar Leuven voor de Wijsbegeerte en de Opvoedkunde. Maar ook daartegen was haar gestel niet bestand. Na een kwartaal moest ze 't opgeven. Naarmate haar lichaam verkwijn de, bloeide steeds hooger en glanzender haar geestelijk leven. Daarvan kan naast haar dag boek degene getuigen wien ze om leiding ver zocht, maar die verklaart zelf meer door de steeds naar hooger trekkende ziel van Jeanne geleid te zijn geweest: Dr. L. Reypens S.J. Haar geest behield tot het laatst zijn volle kracht. Ze stierf den 25en Mei 1930. Haar nagelaten gedichten zullen nu in een banded worden uitgegeven. Men mag het nagelaten werk van Jeanne van de Putte met belangstelling tegemoet zien. De vriend der kinderen- Onze correspondent te Parijs schrijft ons d.d. 18 September: Job is dood. En die droeve mare zal vooral de kinderen verdrieten. Want deze Job trok niet bepaald de aandacht door zijn misère, maar door zijn vroolijke krabbels, die wel in de humoristische bladen terecht kwamen, (wat niet altijd zeggen wil: met humor wat hadden uit te staan), doch voor het overgroote deel bestemd waren om de kleinen te vermaken. Hij was een officier, Jacques Onfroy de Bré- ville, genaamd, die heel bescheiden begonnen was zijn krabbels met zijn initialen te teeke nen, waartusschen hij al spoedig de puntjes liet wegvallen. Hy was veel meer historicus dan humorist, maar de kleine illustraties van zijn „belles histoires" waren zoo vroolijk, dat men hem naast de humoristen een plaats in ruimde. Een karakturist wilde hij nooit zijn. Hij meende dat de historie grappig genoeg is, zoodat ze niet te gechargeerd behoeft te wor den. Heel vroeg verliet hij den dienst om de da gelijksche feiten uit de laatste jaren van het Tweede Keizerrijk op te krabbelen en hij ging met de „petite histoire" van den dag voort ge durende heel het einde der vorige eeuw. De geschiedenis kende hij op zijn duimpje en hij hield er van haar met eenige streepen bevat telijk te maken voor het jonge volkje. Hij deed dat met de noodige verbeeldingskracht en fantasie, met een aantrekkelijk brio en vooral met veel eenvoud. Zijn „Geschiedenis van Frankrijk" voor de jeugd in eenvoudige illustraties opende hem den weg naar het kinderboek. Daar zijn er niet veel in Frankrijk, die in hun jeugd niet gekraaid hebben om de aardige figuurtjes van „la petite Cantlnière" of „Les trois Couleurs' of zijn „Napoleon", die natuurlijk een Bona parte voor kleine kinderen was, maar een die deed droomen. Job heeft een halve eeuw lang zich met een bepaald genre teekeningen kun nen handhaven en dat bewijst voldoende dat zijn kunst meer was dan een vluchtig gekrab bel. De Bréville schilderde en had ook als boek illustrator succes. Hij werd zes en zeventig jaren oud. Radicale bezuinigingen. PARIJS, 18 September. (N.TA.) Een mede werker van de „Echo de Paris" heeft een on. derhoud gehad met den minister voor de be grooting, Piétri, welke hem onder meer ver klaarde, dat men absoluut radicale bezuinigin. gen in de komende begrooting zou moeten door voeren. De regeering dacht er evenwel niet over het ibegrootingsevenwicht door middel van nieuwe belastingen te verwezenlijken. -De behandeling in het parlement zal waar schijn]ijk pa» na 12 November plaat» hebben. PARIJS, 17 September. (V. D.) De Romein- sche correspondent van de „Temps" rneddt, dat Mus-solini zich in de eerstvolgende dagen in verband met het tegenbezoek aan Berlijn in verbinding zal stellen met de Duitsche regee ring. Mussolini heeft weliswaar de Duitsche uit- noodiging, om naar Berlijn te komen, aan vaard, het zal hem echter niet mogelijk zijn, binnenkort dit plan door te voeren. Daarvoor in de plaats echter zal minister Grandi in het begin van October in Berlijn aankomen en te gelijkertijd in naam van Mussolini het Duit sche ministerbezoek beantwoorden. BERLIJN, 17 September. (V. D.) De „Lo- kalanzeiger" verneemt in verband met de voor bereiding tot het Italiaansche tegenbezoek, dat nog geen beslissing is genomen over het bezoek van Mussoloni en Grandi aan Berlijn. Het is mogelijk, dat Mussolini zal verklaren door binnenlandsche werkzaamheden verhin derd te zijn, doch veel gewicht hecht aan een Duitsch-Italiaansche gedachten wisseling kort na het Fransche ministerbezoek. Onder deze omstandigheden zal waarschijn lijk te Genève een bezoek van Grandi aan Ber lijn worden besproken. Jaarvergadering te Parijs. De internationale oommissie voor de tele fonie -heeft in haar Donderdag geeindigde jaar lij ksche vergadering welke ditmaal te Parijs is gehouden, verschillende vraagstukken betref fende de organisatie van het bedrijf en de administratie van het internationale telefoon verkeer oehan-deld. In de slotzitting bracht de Fransche minister der posterijen aan de commissie hulde voor hel werk, dat zij in de 6 jaar van haar bestaan heeft verricht. Hij roemde den vooruitgang van het internationale telefonische verkeer, waar door het ook mogelijk is geworden, dat de staatslied-en der verschillende landen meer per soonlijk met elkaar in aanraking komen. HET STATION TE LOURDES. Naar „Stemmen uit Lourdes" melden, wordt in overleg met den betrokken minister een plan beraamd door de Spoorwegen, om het station te Lourde^ te verbeteren e:. te vergrooten. Er zullen voorts vier telefooncellen worden aangebracht in de 3tad, waarvan een aan den ingang der Heiligdommen, Place Mgr. Laurence EEN MEEVALLER. Ditmaal is het niet de traditioneele oom uit Amerika, doch een vader, die in dat land woon de en stierf, die geluk bracht aan zijn nabe staanden. Door zijn nagelaten fortuin name lijk is een arm arbeidersgezin uit Seralng plot- «eliag JBiilionnair geworden. BERLIJN, 18 September. (V.D.) Voor het „Schnellschöf'fengericht" van het kantonge recht te Charlotte ntourg begon hedenmorgen het proces tegen de 34 personen, die Zaterdag j.i. bij de anti Joodse'he relletjes op den Kurfürsten- damm waren gearresteerd. De beklaagden, die tot de meest uite-enloo- pende beroepen beh-ooren, worden beschuldigd van landvredebreuk, ophitsing, beleediging van ambtenaren, baldadigheid, overtreding van de noodverordening en overtreding van de wa pen wet. De 'belangstelling van de pers was zeer groot en behalve het Pruisische ministerie van justitie, was ook het rijksministerie van ju title vertegenwoordigd. Nadat de namen der 34 beklaagden zijn voor. gelezen ontkent 'bij zijn verhoor de metselaar Schuster, dat hij „Deutsohland erwache'' en „Juda verrecke" geroepen heeft. De keiiner Bonin verklaart, dat er geen enkel bevel was geweest van den lei-der van de storm troep 49 om op den Kurfürstendamm kleine groepen te vormen. Op de vraag wat hij dan eigenlijk op den Kurfürstendamim kwam doen, antwoordde hij dat hij daar wilde toonen dat er ook nog an dere menschen waren dau Joden en o-plichters. De schilder gchu-lz verklaarde, dat bij naar den Kurfürstendamm was gegaan om naar de „Gallicische Sy-lvesteravond'' te kijken. De mecanicien Merker verklaarde met zeker heid, dat er geen enk-el hevel was geweest. Op de vraag, wat hij wel bij liet uitroepen van „Demtschlond verwac-he'' gedacht had, ant woordde hij, dat hij hiermee slechts zijn ver. bittering over den huldigen toestand in Duitschland tot uitdrukking wenschte te bren gen. De bakker Friske ontkende aan de vecht partij te hebben meegedaan. De glazen'waascher Kawlig leider van de sectie Alexander Plate der nationaal-socialie. tiache partij, verklaarde dat de menigte ge- roepen had „Wij hebben honger'' en „Deutsoh land erwache". Daarbij is hij gearresteerd. De bakkersleerling Rehfeld verklaarde even eens, dat hij gearresteerd was om-dat in zijn nabijheid de menigte „Honger, honger" riep, Het Stahl,helmlid Kornelsen ontkende even eens iets met de zaak te doen te hebben, evenals verschillende anderen. Nadat korten tijd beraadslaagd was, vaar digde de rechtbank tegen dertig der aange klaagde nationaal-socialisten arrestatiebevelen uit. GENèVE, 17 September. (V. D.) De raming der kosten van de in Februari a.s. aanvangen de ontwapeningsconferentie is thans in studie bij de begrootingscommissie van de volken bondsvergadering in den vorm van een rap port van den secretaris-generaal. Volgens dit rapport worden de kosten voor de geheele ontwapeningsconferentie voorloo pig op vier millioen goudfrancs geschat, waar onder alleen reeds twee millioen voor druk werk, 1.2 millioen voor extra personeel, 140.000 voor den auto- en besteldienst, 360.000 francs voor papier en technische benoodigd- heden, 50.000 francs voor representatiekosten van het presidium, 50.000 francs voor reis- en verblijfkosten, alsmede 86.000 francs voor on voorziene uitgaven. Deze begrooting van den secretaris-generaal ls gebaseerd op een duur der conferentie van zes maanden. Algemeen is men van meening, dat vier millioen goudfrancs niet toereikend zullen zijn. Onze Brusselsche correspondent meldt ons: Donderdag heeft een vreeselijk auto-ongeluk groote ontroering verwekt ln de volkrijke Brus selsche voorstad Anderghem. Een auto, die in volle vaart van uit de rich ting der stad op de tramrails van den Waver schein Steenweg reed, slipte plotseling en reed het trottoir op, midden in een groep kleine kinderen, die naar school gingen, waarvan er zes zwaar gewond weiden, terwijl een zevende, een jongetje van acht jaar, tusschen den auto eu een muur verpletterd werd. De auto, die bestuurd werd door een chauf feur en waarin ook de eigenaar zelf zich be vond, is deerlijk gehavend. Beide inzittenden die naar het politiebureau gebracht werden, waren diep onder den indruk van het tragisch gebeuren, waar zij de daders van waren., PARIJS, 18 September. (N.T.A.) In de na bijheid van Meaux is gisteren een met brui loftsgasten bezette autobus, bij het uitwijken voor een voetganger in het donker tegen een huis opgereden. De autobus werd geheel vernield. Drie inzit tenden kwamen om het leven, zes werden er meer of minder ernstig gewond. Als het eens niet ontdekt was Onder de geneesmiddelen, die den memsch tot zegen strekken, neemt de kinine wel een zeer voorname plaats in. Om slechts één voorbeeld te noemen: Wat zou het leven zijn van Europeanen in tropi sche landen, vooral in de moerassige binnen landen, indien de groote geneeskundige kracht vain de kina niet ware ontdekt? Niet alleen als middel ter genezing, doch ook als voorbehoedmiddel tegen de zoo ge vreesde malaria-koortsen is de kinine van on schatbare waarde. (Het is een vast gebruik bij ons koloniale leger, dat de manschappen, op tractamemtsdag, tegelijk met hun tractament een bepaalde hoeveelheid kinine ontvangen, welke moet worden ingenomen als voor behoe ding tegen de malaria). Algemeen verbreid, doch minder juist, is de meening, dat de kina bast, waaruit de kinine wordt verkregen, af komstig zou zijn uit ons Insuiinde. Dit is slechts in zooverre juist, dat zeer zeker thans Nederlandsch-Indië, en met name West-Java, de grootste producent is van de kinabast en onze natie voor het overgroote gedeelte de wereld van kiina en kinine voorziet. Het oor- sprongsland echter van de kina is de staat Peru in Zuid-Amerika (in het Engelsoh noemt men dan ook Kinabast vrijwel algemeen nog Peru- vian-bark). Toen in het jaar 1638 de gravin del Chinohon, echtgenoote van den vice-koning van Peru in het paleis te Lima ziek lag aan hardnekkige koortsen waarmede hare geneesheeren geen raad wisten, werd haar deze nieuwe medicijn gezonden door den Spaanschen gouverneur van Loxa, Don Juan Lopez de Canizares, die zelf vroeger door dit middel, toegediend in poeder' vorm, was genezen. Wellicht was het een oud volksmiddel uit do buurt van Loxa, hoewel elders de bewoners der kimastreken, voor zooverre bekend, geen ge bruik van den bast maakten em deze zelfs als vergiftig beschouwden. De gravin del Chinohon genas boven ver wachting snel, en in hare dankbaarheid wend de zij nu alles aan om de kina ingang te doen vimden, eerst in haar eigen omgeving te Lima en, na haar terugkeer, ook in haar vaderland Spanje. Aangezien er in Europa groote behoefte be stond aan eem goed koortsmiddel, omdat de in- heemscke bittere planten (o.a. de Gentiaan) vaak zonder de verwachte uitwerking bleven, werd het bericht der ontdekking van het „Poe der der gravin" met graagte en dankbaarheid ontvangen. Haar ten eere heeft de groote plantkundige Linmë het geslacht der kinatooomen Cinchona gedoopt. Het zijn vooral de Je3Uieten geweest, die voor den aanvoer en de verspreiding van het nieuwe middel gezorgd hebben; kimapoeder werd dientengevolge ook wel „Pulvis Patrum" of „Polvo de los Jesuitos" genoemd. Omdat in die tijden de Orde der Jesuleten in zekere kringen de meest gevreesde en daar om de meest gebate Religieuss "Orde was wer den de meest fantastische verhalen in omloop gebracht over de onmatige winsten die zij met deze medicijn wisten te behalen Tegenover deze beschuldiging kan gesteld worden, dat de Generaal-procurator hunner orde, Juan de Lugo, in zijn paleis te Rome, het kinapoeder kosteloos uitdeelde aan de armen en dat hij het nieuwe middel nauwkeurig liet onderzoeken, en dientengevolge aanbevelen, door den lijfarts van Z. H. Innocentius X. Reeds in 1649 maakte pater de Lugo den kardinaal Mazarin opmerkzaam op de kina als het geneesmiddel, noodig voor dein toen aan koortsen lijdenden jongen koning Lodewijik XIV. In de volgende jaren werd de medicijn spoedig minder zeldzaam. Reeds in 1658 werd do kina voor ieder te koop aangeboden ln de toen te Londen verschijnende courant „Mercu- rius politicus". De groote verdienste voor het ingang vinden in Engeland komt toe aan Robert Talbor, die de kina zeer handig als „geheimmiddel" wist te exploiteeren en zich daardoor girooten rijkdom en roem verwierf; in 1678 was hij lijfarts van Karei II en later werd hij aan het Fransche Hof verbonden. De door hem aangewende artsenij genas o.a. den Franschen minister Colbert en redde het leven van Condé. Men was zoo opgetogen over dit nieuwe geneesmiddel, dat niemand minder dan de groote La Fontaine geïnspireerd werd tot een gedicht, getiteld: „Poéme du quinquina" (1682) en waarin hij begeesterd uitroept: „Combien a-t-il sauvé de préedeuses têtes? Nous lui devons Condé Toen Taibor in 1681 stierf werd de samen stelling van zijn „Talbor-medlcijn" bekend ge maakt en daar kina het hoofdbestanddeel bleek t© zijn, had dit weder een vermeerderd gebruik van den kinabast tot gevolg. Voor zooverre die ongeregelde aanvoeren van het middel zulks toelieten, vond dus de kina tusschen 16501700 in Europa algemeen In gang. Het spreekt vanzelf, dat af en toe de geneeskracht ook heftig bestreden word, wat deels wel het gevolg zal zijn geweest van de veelvuldige ver val schim gen met waardeloose basten, o.a. met elzenbast en wilgenbast. Ook werden vaak reeds uit Zuid-Amerika andere basten onder den naam van kina ingevoerd. Bij de geringe kennds, die men toen nog van de etamplanten der kina bezat waren trouwens verwisselingen niet te vermijden. Dank zij de hedendaagsohe wetenschap echter kunnen wij thans met een gerust hart en zonder overdrijving vad de kina spreken als van een geneesmiddel van onschatbare waarde. Een dichterlijk-begaafde jongen W DE WEG NAAR HET DUITSCHE DRAMA Evenals onze Vondel kousenkoopman en dichter was, zoo leefde in de 16de eeuw in Duitschland een schoenmaker-dichter, Hans Sachs, de Neurenbergsche jongen, die vooral door Wagner's Meistersinger von Nürnberg voor onzen tijd als het ware weder met nieuw leven werd bezield. Hans was de zoon van den meester-kleerma- ker Jörg Sachs en werd 5 November 1494 in Neurenberg geboren. Zijn vader behoorde tot den welvarenden middenstand, die vooral ge durende den bloeitijd van het gildewezen groo- ten invloed bezat. Als jongen van zeven jaar ging Hans naar de Hospitaal-school, welke voor dien tijd op een hoog wetenschappelijk peil stond. Wat hij daar leerde, vertelt hij zeir in een van zijn be rijmde biografieën: Der Grammatika, Rhetorlka, Der Logika und Musika, Arithmatika, Astronomla Poeterei, Philosophia. Vermoedelijk kwamen hierbij nog Grieksch en Latijn, doch het zou niet volgens de toen malige opvattingen geweest zijn, wanneer Hans nog bovendien geen vak geleerd zou hebben en zoo nam vader Sachs zijn vijftien jarigen zoon van school en deed hem in de leer hij een schoenmaker. Het bleek al gauw, dat Hans een dichterlijk begaafde jongen was, van wien men niet zou moeten verlangen, dat hij heel zijn leven, het wel zeer nuttige, maar tevens prozaïsche ambt van schoenmaker zou vervullen. Zelf vertelt hij, hoe hij zijn eerste vers dicht te. Het was in 1513 en Hans was dus 19 jaar oud. Zijn eerste pennevrucht was natuurlijk een minnedicht „Buhlscheldlied", waarin hij de smart beschrijft van een jongen man, dis' van zijn geliefde afscheid moet nemen. We be hoeven ook niet te vragen, wie met den onge- lukklgen jongeling bedoeld wordt, want onze poëet was in die dagen doodelijk verliefd op de dochter van een blikslager in München. Maar de wreede vaders van de beide jongelui, konden zich hiermede niet vereenigen, omdat het nog zoo lang zou duren eer Hans meester kon zijn, zoodat er voorloopig aan trouwen niet gedacht kon worden. Welke verstandige opvatting ook nog wel als voorbeeld kan gel den voor vaders en moeders van vier eeuwen later. Volgens de gilde-bepalingen echter, kon een gezel geen meester worden, wanneer hij niet In het huwelijk was getreden. Alleen de sme den genoten het privilege, dat een gezel onge huwd zön meester-proef mocht afleggen; den titel evenwel mocht hij eerst na zijn huwelijk voeren. Naast haar goede zijde had bovenstaande be paling ook het groote nadeel, dat de vrouw maar al te dikwijls beschouwd werd als een noodzakelijk kwaad, dat men op den koop toe moest aanvaarden, teneinde meester te kunnen worden en dat als gevolg hiervan de harmonie in dergelijke huwelijken dikwijls ver te zoe ken was. leoren onB de vastenavond-spelen van oooi Hans Sachs, waarin de vrouw in het algemeen V en de echtgenoote in het bijzonder, er niet al te genadig afkomen. Toen Hans na een reis van vijf jaren in zijn vaderstad terugkeerde, verloofde hij zich met de 17-jarige Kunigunde Kreuzer en schijnt dus zijn eerste liefde te zijn vergeten. Het werd een gelukkig huwelijk en veertig jaren bleef hij met haar getrouwd. Na haar overlijden is hij spoedig weer hertrouwd met de 17-jarige Barbara Harscher, de jeugdige weduwe van den tinnegieter Endros. Niettegenstaande het groote verschil in leeftijd Hans was 67 jaar was ook deze echtverbintenis een gelukkige, ja, men zou haast zeggen, dat dit tweede hu welijk nog gelukkiger was dan het eerste, te oordeelen naar het minnedicht, dat hy eens schreef over zijn eerste vrouw en waarin o.a. de vriendelijke woorden over haar zijn neer geschreven: Meine Frau 1st mein Paradies teuer. dabei mein taglich Fegefeuer, Sie 1st mein Tugend und mein Laster, Sie 1st mein Wund und auch mein Pilaster. Sie 1st mein Herzens aufenthalt und machet mlch doch grau und alt. Vijftien jaar lang bleef hij nog met de jeug dige Barbara gehuwd, want eerst ln het begin van 1576, dus 82 jaar oud, is hij overleden. Hoe men ook moge denken over de eigen aardige combinatie van schoenmaker-poëet, ze stelde Hans ln staat in de eerste Jaren op den dag zijn brood te verdienen met den pekdraad en zich des avonds te wüdan aan de kunst, want ook in die dagen werd de muze dikwijls slecht beloond. Met zijn kluchten, drama's en vastenavond spelen heeft Hans Sachs den weg gebaand voor het Duitsche drama. De tot dan toe in het Latijn opgevoerde mysterie- en passie spelen deden het verlangen herleven naar de eigen taal. Aanvankelijk was het nog een soort compromis tusschen Duitsch en Latijn en het moet dan ook een eigenaardig effect geweest zijn tusschen de Latijnsche beurtzangen een wiegeliedje ln de landstaal te hooren zingen, of wel Maria aan Jozef te hooren vragen of hij even wil helpen het Kind te wiegen. St. Jozef, die het juist erg druk heeft, antwoordt hierop niet bijster vriendelijk: Wie kann Ich denn wiegen dein Knabelein, Ich kann ja kaum rühren die Finger mein. Niemand nam echter aanstoot aan dergelijke volkshumor in de gewijde spelen. Ja, hij was in zekeren zin noodzakelijk om naar de be hoeften van dien tijd bet voilt te boeien en bezig te houden. VOLDOET UW I GIJ ZIJT OAN EERST BEWAART UW KWITANTIËN

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10