-ss.snss tsjzz ^Ver jhr-Bee,aeTts SCHETSEN VAN HET SLAGVELD. DE R.K. ARBEIDERS BEWEGING ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1931 VOOR ONZE EIGEN UNIVERSITEIT HET ONTWAPENINGS PETITIONNEMENT. rï—idi I jgtlfta DE VOORBEURS. EEN DUBBELTJE VAN EERHERSTEL - MISLUKTE TREINAANSLAG BIJ SITTARD. EEN KETTING OM DE RAILS GEBONDEN. PROPAGANDA VOOR HET NEDERL. FABRIKAAT. Plannen voor een intensieve reclame-campagne. Gevaarlijke liefhebberij van een maniak J. A. GOOSSENS f vAN-mKEMBUR LEEUWARDEN VAN EEN AUTO GESLINGERD. MET SUBSIDIE VAN HET RIJK. VERBETERINGEN OP GEBIED VAN VOORTBRENGING EN HANDEL. DE JAARBEURS GESLOTEN. Drukker bezoek dan in 1930. DEELNEMERS TEVREDEN. KARDINAAL VAN ROSSUM. WIJ PIONIEREN. w Eb IMMER VOORUIT!! ïn een hoofdartikel in het Verbontdeblaa con stateert Sch. dat die arbeiders ,,nog op de «enig juiste wijze rieageerein op de crisis em het daaraan vastgekoppelde geroep om verlaging van hun levenspeil" door n.l. hun toevlucht te zoeken waar voor hen alleen heil is te ver wachten bij de arbeidersbeweginiB- Met begrijpelijke voldoening wordt er op ge wezen, dat 2 kwartalen achtereen een be hoorlijke ledenwinst genoteerd mocht worden hij de R. K. Vakbonden, waarhij vooral de groote winst van den hand,arbeidersbond treft. Zonder eiken Bond afzonderlijk te bespreken wil sctar. volstaan meit te constateeren, dat 'n enkele uitzondering daargelaten (St. Raphael) de vooruitgang behoorlijk over alle Bonden verdeeld is, wat wijst op een goede stemming in de vakbeweging over de geheele linie. Door de winst over het 2e kwartaal is het totaal aantal leden gestegen tot 170330. En zoodoende schijnt 't niet onmogelijk, dat dit jaar het cijfer van 180.000 leden belangrijk wordt overschreden. Waar de Diocesane Bonden slechts met een ledental van 3664 vooruit gingen de Vak bonden wonnen 9590 leden daar dringt zich onwillekeurig de vrees op, dat degenen, dlie tot de vakbonden toetraden niet bezieM werden door iideëele motieven, welke aan de beweging vooral élan en stabiliteit verleenen. 'Wij nemen hier neg over een staatje omtrent het totale ledental van het Verbond: Ledental Verbond over 1931: 1 Januari. Vak bonden 152.987; leden der Dioc. Bonden niet tevens lid van een aangesloten vakbond, 18.410; totaal 171.397; 1. April. Vakbonden 160.740; leden der Dioc. Bonden niet tevens ltd van een aangesloten vakbond 18.661; totaal 179.401; 1 Juli. Vakbonden 170.330; leden der Dioc. Ronden niet tevens 1'id van een aangesloten vakbond, 18.327; totaal 188.667. Uit een en ander blijke, dlat men «lievig op loopt naar de 2 ton. Een krachtig beroep op allen die de R- Arbeidersbeweging zoo snel mogelijk kan oen uitgroeien besluit het artikel op een wijze, ie zelker onze instemming heeffc, wijl bet e slotte ook is 'n beroep op alien die het uc meenen imet onze-iheele maatschappij. Nediertiand's Kaïtlbolietken bouwden te gen een eigen Universiteit Zij een oentrwn van eigen hooger ^^^C'arschuwing kei van Noord en Zuid en een _,nTimy,iio aan diegenen, die meenen, diat zij bezitten van den geestelijken rijkdom V°Daar zijn or, die dlat poRe zouden wensehen voor een groep der, bevolking. Vtef jaar geleden schreef Prof. Hoogveld in 1J. Jaarboek der St. Radboudstichtnig: „Aan «n-zer Univemsii'teiten werd door een dame TOor 't UniivensiiteitsfondB geschonken 350.000, waarhij die betpaMng werd gemaakt, dat geen Katholieken van dit fonds kunnen profiteer en". Deze dame heeft in ieder geval begrepen, diat steun aan een Universiteit een verstrekkende beteekenis heeft. Begrepen alle Kathioliieiken dfflï ook maar! En bedachten zij eens het volgende: Het Hooger Onderwijs is well vrijmaiair Ka tholieken en Gereformeerden moeten hun eigen universitair onderwijs zelf betalen en daaren boven de apenbare Hooger-onderwijs-instituten helpen bekostigen. Nijmegen ontvangt van het Rijk jaarlijks vier duizend gulden. Deze Rijks-aalmoes is nan- wiehjfcs die helft van hetgeen één Professor per jaar 'beflroort te verdaenon. De Universiteit kan van deze Rijks-aalmoes niet bestaan. Zij heeft den voortdurend en steun noodiig van alle Katholieken, in wmr dienst zij staat en die het grootste bellang hebben hij haar bloei w»en zij oofilt die volledige mede zeggenschap hebben in onis nationale leven. Begrijpt Katholiek Nederland ditl Hat Haat zich gelukkig niet onbetuigd, en offert jaarlijks ongeveer 2 ton. Een eerbied waardig bedrag, miaar toch niet zoo eerbied waardig als het geüial Nederlamidsche Katholie ken. diat volgens de gegevens van 1929 ruw geschat 2.800.000 bedroeg. En ge weet, wat het Doorluchtig Episco paat van Katholiek Nederland verwacht; een minimum bijdrage van 'een dubbeltje per Ka tholiek. Dat komt dus neer op een bedrag vam 380.000. Het naaste doel moet zijn een ach terstand vam. ƒ80.000 in te halen. Het bovenvermeld getal Katholieken is een boekidjfer. Menig dubbeltje gaat verloren, om dat helaas menig Katholiek verloren gaat. Wat wij vragen is, maast uw eiigen offer een dubbeltje van. eer her stel, een extra-offertje me de ter intentie dier afgedwaalde géloofsbroe- cLGflfö CENTRAAL COMIT DER "rf~ ST. RADBOUDSTXCHTING. Dankwoord van Titulescoe. ,HET LAND VAN VREDESWIL EN VREDESORGANISATIE". Geliik reeds gemeld, heeft de delegatie der o n« Nederlandsche Dagbladpers !eirnTnit."de heeren Kenny, Peereboom en mr Veenhoven, den voorzitter van de twaalfde volkSmlsvergadering Titulescoe het resul. na, der ontwapeningspetitie aangeboden^ taat ae -n-etitie geschiedde in de Do ^nta^fJ^taS-generaal van den vol- kamer van den secret deeZvolkenbondsvergadering, die de ontwape. ue voiKeuu lelt Munch, minister van ningskwesties yan Denemarken, Aghni- VaLhSrminSef Serts waren n.l. aan- wezig professor Fraugois, directeur der rcllken- f^feeitogv^— het voikenbond'ssecretariaat enalte woordigers van de Nederlandsche pers hü den volkenbond. van Blokland stelde de ledTLT Nederlandsche dagbiadpendeh^Ue aan den heer Titulescoe voor, waarna de heer Henny met duidelijke stem de rede voorlas, welke wij reeds vermeldden terwijl hh.de fr^ie oorkonde over het resultaat der petitie aau den heer Titulescoe overhandigde. De voorzitter van de volkenbondsvergadering Titulescoe sprak hierop de volgende redevoe- rlMetUdiepe ontroering ontvang ik als voor. zitter van de twaalfde volkenibondsvergadenJg uit uw handen het schitterendste en meest concrete getuigenis van den wn van een vo om een einde te maken aan den bewapenings wedloop opdat men in vrede en eendracht vol- komen kan werken aan de verwezenlhkmg van de mensenbestemming, die is te scheppen en te leven en niet om te verwoesten en te ster- Uw daad eert hoog uw vaderland, uw be roep en de geheele menschheid. Sinds langen tijd is de naam van uw vaderland gelijkluidend aan vredeswil en vredesorganisatie. Reeds voor den oorlog kwam in Nederland de eerste con ferentie bijeen waar over ontwapening is ge sproken. Nederland kreeg toen ook de eerste organisatie van gerechtigheid n.l. het Hof van Arbitrage. Na den oorlog heeft men natuur lijk aan Nederland gedacht voor de huisves ting van het eerste permanente orgaan dat be stemd is om recht voor geweld in de plaats te stellen- het internationale gerechtshof. In Nederland is verder in 1929 en 1930 de confe rentie bijeen geweest voor de oplossing der meest verbitterde en ingewikkelde internatio nale strijdvragen die tot dusverre hadden doen twijfelen of minnelijke regeling wel mogelijk zou zijn. Ten slotte dankt de volkenbond Nederland voor den herhaalden en zuiveren steun in iedere kwestie die voor vooruitgang is in het 'belang van den vrede. In dit opzicht is de naam van minister Beelaerts van Blokland sinds langen tijd met gouden letters in bet eereboek van den volkenbond ingeschreven voor zijn grootmoedige en moedige initiatieven. De ontwapeningsconferentie zal haar arbeid niet kunnen beginnen zonder diepe erkentelijkheid te 'betuigen jegens j'hr. Loudon, den Nederland- schen gezant te Parijs, di© door zijn geizag, vertrouwen en beleid de voltooiing van de taak der voorbereidende ontwapeningscommis sie mogelijk maakte. Waarom biedt Nederland een zoo gunstig terrein voor vredelievende ge dachten en actie? Omdat uw roemrijke geschiedenis gevuld is met lijden, waardoor gij afschuw hebt gekre gen van den oorlog. Omdat Nederland de haard is van vrijheid en democratie die een weldoende actie door de wereld verspreiden. Omdat dit uw grootste verdienste en kracht van uw ras is, hebt gij den vrede benut om de volkeren te toonen, dat arbeid, energie en organisatie in staat zijn zedelijke en materieele rijkdommen te scheppen waartegen de resultaten van een vorige militaire verovering van welken aard Een groepje congressisten, die den Litur- gischen Dag van het Bisdom Roermond te Sittard bijwoonden. PASTOOR TH. KANNEGIETER S J. De Zeereerw. Pater Th. Kannegieter S.J., oud-pastoor der St. Canisiuskerk te Nijmegen, tot nu toe tot herstel zijner gezondheid verblij vend te Mariëndaal, is door zijn geestelijke over heid overgeplaatst naar het Retraitehuis Loyola te Vught. RECTOR P. WIJTENBURG. De Zeereerw. Heer P. Wijtenburg, rector van het St, Joseph-paviljoen te Gouda, die eeni- gen tijd geleden een ernstige nier-operatie on derging, is wederom geheel hersteld. niet opwegen. Ik richt dus tot uw vaderland en tot de verheven souvereine koningin Wil •helmina de verzekering van mijn diepen eer bied en groote onbeperkte bewondering. Maar uw daad eei't ook de pers, die gij met zooveel gezag vertegenwoordigt. Op het oogen- blik waarop sommigen tegen -de pers het on rechtvaardige verwijt richten de gemoedereu op te hitsen en niet toe te staan, dat eendracht in de ziel der volkeren neerdaalt, terwijl de 'dagbladen toch slechts de woorden van staats lieden reigistreeren, die zij getrouw weergeven moeten, kemft gij in uw naam en in naam van uw collega's van overal het doorslaandst de menti aan die onrechtvaardige critiek geven door te bewijzen dat de pers op de hoogte ia van haar vooral thans zoo moeilijke taak. Gij 'hebt. een ontwapeningspetitie georgani seerd en gij zijt schitterend geslaagd. Gij hebt twee en een half millioen handteekeningen ver zameld. Zij zijn hier levend en welsprekender dan alle redevoeringen die men houden kan. Maar daardoor hebt gij u ook een bevoorrechte positie boven die der staatslieden veroverd, ook wanneer wij staatslieden, zij het ook met de grootste overtuiging en uit de dieipte van ons hart verklaren dat de wereld den vrede wil. Dan toch vertolken wij slechts een gevoel, ter wijl gij Nederlandsche journalisten voortaan voor vrede en ontwapening arbeidt krachtens een geschreven en in goeden vorm opgemaakte machtiging van uw volk. En daar niets wat menschelijk is, ons vreemd kan zijn, hebt gjj door aldus uw vaderland te eeren ook de ge. heele wereld geëerd Ik gevoel ten volle den ontróerenden ernst van de taak die uw stap mij oplegt. Ik ben slechts de bewaarder van deze bevestiging yan het geloof en den wil van het Nederlandsche volk. Ik moet haar aan den voorzitter van de ontwapeningsconferentie overhandigen, die van den eersten conferentiedag af aan zijn collega'8 zal kunnen verklaren, dat in uw werk de ont wapening reeds is goedgekeurd door de volks stemming van een der edelste volken van Eu ropa. Laat mij in naam. van de twaalfde vol- kenbondsverigadering en ook jn mijn eigen naam u van ganscker hart dank zeggen voor de bemoediging die gij ons in onze moeilijke taak hebt gebracht. Natuurlijk werd deze prachtige rede van Ti- tuilesco door allen en vooral door alle Neder landers met ontroering aangehoord. Naar wij vernomen heeft zich Dinsdag j.l. een vreemd geval afgespeeld, dat de meest ennfitige vermoedens opwekt omtrent een po ging om ook hier in Nederland een aanslag op een personentrein te plegen. Toen de sneltrein no. 93, welke om 19.15 van het Centraal Station te Amsterdam was ver trokken en die om 23.42 uur in Maastricht aan komt, Dinsdagavond in Sittard arriveerde, rapporteerde de machinist, dat hij sterk den Indruk had gekregen, dat hij tusschen Susteren en Nieiuwstadt, twee kleine stationnetjes vlak voor Sittard, over iets was heengegleden, dat zich op de rails bevond. Dadelijk werd een onderzoek ingesteld en het bedoelde gedeelte van den spoorweg aan een ernstig onderzoek onderworpen. En inderdaad vond men vlak bij paal 26.900 een stuk ket. ting van ongeveer 1 meter lengte, liggende tusschen de baide rails. Nadat men ook de bewuste plek had onderzocht vond men nog een paar stukken ketting, te zamen ongeveer 4 meter. Uit een en ander meende men op te mogen maken, dat de ketting om de rails gebonden is geweest, maar door den sneltrein aan stuk ken is gereden. Zooals begrijpelijk werd de zaak dadelijk bij de politie aangegeven en thans is een uitge breid onderzoek gaande zoowel door de mare- ehaussée als door de spoorwegen. Een definitief spoor heeft men evenwel nog niet kunnen vinden. In den ouderdom van 62 jaar is te 's-Her- togenbosch overleden de heer J. A. Goossens, die zijn opleiding in de beeldhouwkunst genoot aan de Kon. School aldaar en vervolgens in verschillende ateliers in binnen- en buiten lamd werkzaam was. Reel. 578 DGVS 10 Reeds de derde maal De eerste opwelling, die men bij dit bericht krijgt is wel, dat men den dader of daders in dezelfde richting zal hebben te zoeken, als de daders van de groote aanslagen op treinen in het buitenland, maar, naar wij vernemen zal dit toch wel niet het geval zijn. Dit is n.l. reeds de derde keer, dat er zich een dergelijk geval in de om-geving van Sit tard afspeelt. Den eersten keeir gebeurde het op 10 Juni j.l. dus eenigen tijd voor de aansla gen in het buitenland plaats vonden. Verder gelooft men dan ook met pogingen ^an een maniak te doen te hebben en in die richting bestaan er dan ook reeds, zij het slechts vage, vermoedens omtrent een even- tueelen dader. Positieve resultaten heeft het onderzoek evenwel nog nielt opgeleverd. Jongeman gedood. Men meldt ons uiit Nieuwleusttem: Gisterenavond had in de Vinkenbuurt een ernstig ongeluk plaats. Een vrachtauto van de N. V. Maeg, bestuurd door H. H. reed met een flinke vaart over den straatweg. Op den wagen lagen een paar kabelrollen, terwijl een tweetal personen op deze rollen had plaats genomen. Bij het nemen van een bocht zijn de rollen en de daarop zittende personen van den auto ge slingerd. Hierbij kwam de ruim 20-jarige tim merman R- D. uit Balkbrug in een sloot terecht waarbij hij een rol op het lichaam kreeg. De andere persoon kon zich bijtijds redden. D. brak den neknervel, terwijl hij ook inwendig zwaar gekneusd werd. De dood trad onmiddellijk in. Het lijk is naar de ouderlijke woning vervoerd. In de Memorie van Toelichting op de be grooting van Arbeid, Handel en Nijverheid wordt het volgende opgemerkt: Is het in normale tijden reeds van groot be lang te achten, dat in Nederland zooveel mo gelijk aan Nederlandsch product de voorkeur wordt gegeven boven de producten van vreem den oorsprong, dit wordt nog van veel grooter belang in tijden van algemeene depressie als de tegenwoordige, waarin de Nederlandsche industrie een zwaren strijd heeft te voeren eenerzijds tegen verminderden afzet als gevolg vah de slechte tijdsomstandigheden, anderzijds tegen de steeds zwaardere concurrentie van uit het buitenland ingevoerde artikelen. Het is dan ookgeen wonder, dat den laatsten tijd steeds luider en vaker stemmen opgaan, om het verbruik van Nederlandsch fabrikaat te bevor deren en evenmin, dat de regeering een derge- lijken oproep gaarne ziet en harerzijds gaarne zooveel in haar vermogen ligt, wi'l steunen. Zoo heeft de regeering thans ook een haar door de Vereeniging „Ne<t3i-!andsch Fabrikaat" voor gelegd plan in beschouwing genomen om op ruimer schaal dan de beperkte middelen dezer vereeniging toelaten, propaganda te maken voor het meer algemeen gebruik van Neder landsche producten. De vereeniging tracht financieëlen steun te verkrijgen voor een in aansluiting aan haar gewone bemoeiingen te organiseeren intensieve advertentiecampagne en de vervaardiging en vertooning op grooter schaa-l van industriëele films. Over dit voor de Nederlandsche industrie van groot belang zijnde plan heeft de regee- ring den Nijverheidsraad gehoord. Deze is van oordeel, dat het aanbeveling verdient, met alle daartoe geeigende middelen het Nederlandsche volk te doordringen van de wenschelijkheid om Nederlandsche producten te gebruiken, waar en wanneer dit maar- even mogelijk is en de Raad heeft de overtuiging, dat n'iet alleen de gewone afnemer, maar ook bestuursorganen en leiders van ondernemingen zulks in het algemeen nog veel te weinig beseffen, althans veel te weinig consequent in deze handelen. Wanneer door middel van een advertentie campagne het woord advertentie in deze niet in te engen zin genomen getracht zal worden hierop dusdanigen invloed uit te oefe nen, dat met grond verwacht mag worden, dat een juist begrip tot de groote massa door dringt, dan is daarvoor een groot bedrag ver- eischt en de Raad meent, dat de regeering in deze ook een groot bedrag beschikbaar mag stellen, omdat het hier niet betreft het bevorderen .van de belangen van een bepaalde groep personen, doch omdat het hier gaat om het bijbrengen van gezonde begrippen aan het Nederlandsche volk, in het belang van iedeiren Nederlandschen producent van we'lk artikel ook en behoorende tot welken stand van pro ducenten dan ook. Het geldt hier een algemeen volksbelang. Met deze zienswijze kan de regeering zich vereenigen, zoodat zij in beginsel bereid is, om mits ook van rechtstreeksch belanghebbenden zich een naar de meening dor regeering be hoorlijk bedrag voor dit doel worde bijeenge bracht, voor de beoogde campagne een bijdrage uit 's Rijke schatkist beschikbaar te stellen, welke naar haar meening den vorm zou moeten verkrijgen van een subsidie in de kosten. Over wogen wordt om voor deze aangelegenheid een commissie in het leven te roepen, welke in nauwe samenwerking met de vereeniging „Ne derlandsch Fabrikaat" de beoogde plannen kan uitwerken en voor de financieële regeling ver antwoordelijk zal moeten zijn. Het subsidie uit 's Rijks kas zou dan ook aan zoodanige com missie zijn uit te keeren. Verzoek tot sluiting der beurs lokalen. Ter beurze werd gisteren een verzoek aan het Bestuur vau de Vereeniging van den Effecten handel gedeponeerd om tot bevordering van het herstel van de rusit op-de beurs de ochtend- beurs te verbieden. Het verzoekschrift vond blijkbaar veel sympathie en werd door velen geteekend. Aanpassing aan veranderd prijs, niveau en marktver houdingen. We lezen in de Memorie van Toelichting op de begrooting van Arbeid, Handel en Nijver heid De ernstige economische crisis heeft thans het bedrijfsleven in Nederland in bijna al zijn geledingen in hooge mate ontwricht. Het is de taak der overheid door het instellen van bij zondere onderzoekingen, ook zoo noodig van bedrijfstechnischen aard, na te gaan in welke richting verbeteringen kunnen worden aange bracht op het gebied van voortbrenging en handel om aanpassing aan het veranderd prijs niveau en aan gewijzigde marktverhoudingen, mogelijk te maken. In verhand hiermede zijn eenige bedragen uitgetrokken om de kosten te kunnen bestrij den dezer goeddeels met de crisis verband houdende voorlichting. WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM TE DELFT. Met de voorloopige werkzaamheden voor den bouw van een waterloopkundig laborato rium nabij de Bibliotheek der Technische Hoogeschool is tbanis een begin gemaakt. De 25ste Nederlandsche Jaarbeurs, welke Donderdagmiddag werd gesloten, heeft over het algemeen een gunstig verloop gehad. Van verschillende zijden en uit diverse bedrijfsgroe pen ontving het jaarbeursbestuur van de deel nemers tevredenheidsbetuigingen over de zake lijke resultaten. De inkoopen geschiedden in hoofdzaak voor de binnenlandsche markt. Het bezoek aan de beurs is zeer druk ge weest. De cijfers overtroffen voor eiken dag, die der najaairsbeurs van het vorig jaar. Aan de loketten, de voorverkoop op aanvragen dus niet meegerekend, "werden -in totaal 33.46S toe- gangabewijzen verkocht tegen 29.842 tijdens de najaarsbeurs in 1930 en 21.649 op de najaar» beurs in 1929. De geheele oplaag van den catalogus was op den voor laatsten dag der beurs uitverkocht. In de j.l. gehouden vergadering van het al gemeen bestuur der Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs, werd de heer ir. E. C. W. van Dijk, lid van de directie der Nederlandsche Spoor wegen, benoemd tot lid van den Raad van Be heer. De heer van Dijk heeft deze benoeming aanvaard. CONSUL R. GOUCEIRO. t Te Coruna, waar hij lange jaren Consul der Nederlanden en vertegenwoordiger van ver schillende Nederlandsche reederijen was, is op 68-jarigen leeftijd overleden de heer R. Mo lina y Gouceiro. HU was bezitter der Orde van Oranje-Nassau. Naar wij vernemen, is Z. Em. W. M. Kardi naal van Roesum uit Ingenbohl (Zwitseiland), waar hij eenigen tijd vertoefde, weer naar Rome teruggekeerd. PAUSELIJKE ONDERSCHEIDING. Z.H. de Pans heeft den heer Jac. Leijten, te Waalre, begiftigd met het eerekruis Pro Ecclesia et Pontifice. fjiet zijn héél nette loopgraven, hoogstens een tikje modderig....". II. Klei is een zeer merkwaardige substantie. Volgens de geleerden en half-geleerden is zij „een door verweering van rotsen en gesteenten ontstane aardsoort", maar ik belief dit niet te gelooven. Aarde is rul en mul, rotsen en ge steenten zijn iets hards, waar men houvast aan heeft en als het waar is, dat zij verweeren kunnen, worden zi% hoogstens los en brokkelig. Klei heeft niets van dit ales. Zij is niet rul of mul, niet los of brokkelig, noch is zij iets hards, waar men houvast aan heeft. Zij is kleverig en taai, van een eigenaardige onhan delbaarheid en, vooral als het regent, van een verraderlijke glibberigheid. Klei behoort tot de familie der zeepen. zij is een wilde zeepsoort en als de geologen het voor hun vaderland had den over gehad met ons op een regenachtigen morgen uit pionieren te gaan, zouden zij hun sprookjes lang hebben herzien. Bij regenweer heeft de klei een geheel eigen leven. Het is regenweer-, echt zomersch regen weer met felle, vinnige slagbuien, en een beetje guren wind, met jagende wolken langs de lucht en gesiepel in de hoornen. Vanmorgen om half acht zijn we uitgetrok ken: in veldtenue-met-„rol". Een „rol" is niet een rol beschuit voor den honger, of een rol zuurtjes voor den dorst, of een rol pepermunt voor de buikpijn, zooals de argelooze burger misschien denken kan. Een „rol" is een over jas, geen soldaat, die het niet weet. Eenieder begrijpt, dat een regiment soldaten niet kan uitrukken met de overjassen zwierig over den rechterarm. Daarom wordt de jas binnenste-buiten ge keerd en dan op een zeer ingenieuze manier (dia ik mij steeds door één mijner collega's aan mijn eigen jas laat demonstreeren: ik ben dan meteen klaar) tot een rol geperst. Deze rol wordt met vijf riemen strak op den ransel ge bonden. Als het nu regent, heeft men een over jas hij zich. Het regent. Het is begonnen te regenen, tien miniuten, nadat wij uit de kazerne zijn wegge gaan, en wij marcheeren staag en dapper door den regen, de overjas op den rug. Hij wordt van den regen wel wat zwaarder, maar overi- L gens hebben wij er weinig hinder yan. Pionieren is een belangrijk onderdeel van het militaire leven, voor iemand, die niet van ko gels in zijn lichaam houdt, misschien wel het allerbelangrijkste. Op schieten na, verstaat men er alles onder, waardoor men den vijand het leven moeilijk en zich zelf het leven gemakke lijk maakt: prikkeldraadversperringen, Frie- sche ruiters, wolfskuilen voor hen, loopgraven en schuilplaatsen in allerlei soorten voor ons. Daarom neemt het graven bij het pionier- werk een zeer voorname plaats in. Men graaft zich zoo diep mogelijk in den grond en maakt het zioh daar gemakkelijk. Vooral als het re gent en in kleigrond. O zoo gemakkelijk! Ik krijg met mijn sectie opdracht mij in te graven in .gindschen Zuid-Westelijken hoogte- rand". De kapitein wijst met de hand naar een vrij steilen heuvelrand, die door den regen heen-schemert. „Voorwaarts!" Wij glijden erheen: wij zijn op klei. De uitrusting van den Hollandschen soldaat is niet volledig. Hij mist ski's. Het is baker- praat van heibewoners en zandboeren, dat ski's alleen noodig zijn In de bergen, waar sneeuw ligt. Noodiger zijn ze in de klei, als het regent. Als ons leger opereert in klei, dient het van ski's voorzien te zijn, zoogoed als het schaat sen noodig heeft op het ijs. Ongelukkigerwijze hebben wij echter niets in dit genre. Wij glib beren vooruit, wij glijden, schuiven. De klei wringt zich om onze schoenen, kleddert zich tegen ons omhoog, omspoelt ons. Wij naderen den berg, hij is spaarzaam met gras begroeid. Het is een kleiberg. Als de geologen ooit getracht hadden met een sectie soldaten een kleiberg te beklimmen, zouden zij het voortaan laten om klei met rotsen of gesteenten in verband te brengen. Een kleiberg is effen en vlak als een rutsch- baan op de kermis. Gij doet vol moed de drie eerste stappen om hoog, zeer voorzichtig, en tastend met uw voeten naar een uitstekend grasplukje. Het gaat. Er zingt iets triomfserends in uw hart. ben vierden stap. Het gaat. Het zingen wordt tot juichen. Bij dén vijfden stap een sectie soldaten is achter u schuift gij even uit, maar gij houdt stand en het juichen in uw hart wordt brullen. Eerst bij den zevenden stap glitst uw rechter voet onder u weg, en gij slaat voorover, met uw handen in den kleiberg. Ofschoon gij u stevig aan de klei vastgrijpt, biedt hij u niet ljet minste houvast. Gij slibbert achteruit, tegen den eersten soldaat, dien ge op uw terugweg tegenkomt. Hij slibbert mee. Van dan af wordt uw zegetocht één vervoe ging van 't werkwoord „slibberen": ik slibber, gij slibbert, hij slibbert, wij slibberen allemaal. Eenige seconden later ligt gij met tien twaalf soldaten aan den voet van den kleiberg, terwijl de rest der sectie davert van het lachen. Bij de tweede bestijging laat gij met een schop trapjes hakken in de klei, en de soldaten één voor één naar boven klimmen. Zelf wacht ge tot 't laatst, wat goed gezien blijkt. Het gaat nu beter. Eerst het twaalfde trapje is te schuin afgestoken en de pioniers roet- echen met een wild vaartje terug. Maar omdat zij nu één voor één gingen, bedraagt het aan tal sneuvelenden slechts acht of negen, terwijl toch een veel grootere hoogte bereikt was dan de eerste maal. De derde bestijging is een volledige Karako- rum-expeditie, met schoppen om te hakken, touwen en geweren, waarmee de een den ander optrekt. Na een kwartier worstelen tegen de elementen staan wij hoven op den berg, over winnaars. Dan begint het pionieren. Ik geef mijn drie sergeanten-groepscommandanten opdracht op drie verschillende plaatsen met hun groep in den grond te verdwijnen. Twee vaandrigs, die mij zijn toegevoegd, belast ik met het toezicht. Zelf houd ik het oppertoezicht, wat natuurlijk weer moeilijker is. De meeste soldaten graven graag. Er zijn veel boerenjongens bij de sectie en ze voelen zioh in hun element. Ze steken de schop diep in de kleimassa en platsen de brokken naast of voor zich neer; al heel gauw teekenen de loopgraven zich af. Ondertusschen waad ik door de klei, sloeber van de eene plaats naar de andere. Slechts een enkele sloomerik, hier en daar, neemt halve of kwart-schepjes en werpt die, als met inspan ning van alle krachten, van zich weg. Zoo Jumbo. Hij is een goeiige dikzak, soms een beetje lui, met een vriendelijk rood gezicht, vette wangen, breede dikke schouders. „Jumbo", zeggen zijn vrindjes, dan lacht het even in zijn kleine, slimme oogjes. „Morgen, Jumbo! lui vanochtend?" „Spier verrekt, luitenant", zegt hij, een beetje sloom, doch prompt. Maar ik graaf töch. „Natuurlijk, Jumbo, natuurlijk". Z'n vrindjes lachen. Als de loopgraven zoo goed als klaar zijn. beginnen wij aan de afwerking der schuilplaat sen. Daarvoor zijn balken noodig, die de jon gens een eindweegs verder moeten gaan halen. Ook Jumbo sukkelt erheen en komt terug met een balkje van 'n arm dik en 1% M. lang. Hij zakt meesterlijk door onder het gewicht. Den tweeden keer is hij nog slimmer. Met een vrindje staat hij filosofisch te peinzen voor twee dunne balkjes, één van 1%, één van mis schien 2% M. De twee kijken elkaar meewarig en begrijpend aan. Dan bukken ze beiden, een vertraagde film nemen samen het kortste balkje op hun schouders en schuifelen stiekum weg. Maar een sergeant heeft het gezien, stuift er onstuimig op af. „Wel, verdkunnen jullie die twee stuk jes hout niet tegelijk meenemen?" Jumbo kijkt droevig-verongelijkt op: „Dat gaat toch niet, sergeant. De ééne balk is veel langer dan de andere. Die kunnen we toch niet samen dragen". De sergeant wordt rood, paars, vliegt er wild in. „En kunnen jullie niet ieder zoo'n balkje nemen? Is dat te zwaar voor de heeren! We zullen Er licht een glimlach over Jumbo's onnoozele gezicht. „Gut ja, sergeant, Een idee. Daar hadden we heelemaal niet aan gedacht". Ze nemen ieder een balkje en zetten de vertraagde film voort. Maar Jumbo heeft het kortste. Na de voltooiing van loopgraven en schuil plaatsen, staat hij er met een trotsch gezicht bijz ij n werk. We zijn allemaal een beetje trotsch: we zijn ver binnen den gestelden tijd klaar en het zijn heel nette loopgraven, hoogstens een tikje modderig: ons werk. We bezien het met innl; heid. Op dit moment komt één mijner oudere col lega's door de klei aanzwemmen: hij heeft één ster meer dan ik, dus is hij met één graad hooger toezicht belast. „Mbrgen!" zegt hij „sectiesteunpunt?" „Mórgen!" zeg ik. „Sectiesteunpunt". Hij gleddert een beetje rond, roept me dan apart. „Deugt niets van!" begint hij vriendelijk inleidend. „Juist", knik ik terug. „Wat doe je met de gewonden?" vraagt hij plots. Een onverwachte vraag. Wat doe ik met de gewonden? Als reserve-officier heb lk natuurlijk met gewonden weinig geregeldea omgang. Het is me alles nog niet redht dui delijk. ,lk heb geen gewonden", opper ik beminne lijk. „We zijn allemaal nog heel frisch en...." „Kerel, ik bedoel in een oorlog natuurlijk breekt hij me af. Dan legt hij uit: „In 'n oor log is het vechten of vermoord worden, dat weet je evengoed als ik. 'n Vent, die hier staat te schieten, gaat niet opzij, als er gewonden weggedragen moeten worden: hij vecht door. Die gangetjes van je zijn te smal. Er moet plaats zijn om de gewonden weg te dragen. Maak ze breeder." „Kan ik de gewonden niet zoo lang m <te schuilplaatsen leggen?" stribbel ik tegen. Ik vind het jammer van mijn loopgraven. „Onzin", zegt hij. „Ze moeten weggedragen wordenMórgen Daar sta ik, in de klei. Ik heb nooit van gangetjes voor gewonden gehoord. Het moet óf in een heel nieuw, óf in een lang-verouderd voorschrift staan. Wantrouwig kijk ik den collega na. Dan gaat het hart spreken. Ik vind mezelt wree'd, dat ik de gewonden heb kunnen ver geten. .Vaandrigs" beveel ik. In het militaire geldt nog steeds de wet van de middelpuntvliedende kracht. De vaandrigs komen aanskten. ,,'n Aardig geheel", zeg ik en wijs op het werk. „Maar de gewonden? Wat doen jullie met de gewonden?" „De gangetjes zijn te smal, begrijpen jullie. De gewonden kunnen er niet langs, als er ge vochten wordt. En ophouden met vechten gaat natuurlijk niet: in een oorlog is het vechten of vermoord worden. Willen jullie de gangetjes breeder laten maken? Dank je". De vaandrigs roepen de sergeanten. Ik hoor klanken van „gewonden", „vermoord", „t« smal", „breeder". Even later graven de soldaten met vernieuw de geestdrift gangetjes voor de gewonden. Bin nen een uur zijn de gangetjes gereed. Weer zijn we trotsch. Daar klinkt het hoornsignaal: ..Verzamelen". „Vaandrigs", zeg ik, „willen jullie den boel laten dichtgooien. En zorgen, dat er zoo w«# nig mogelijk van te zien blijft. Dank je". „Jawel, luitenant!" salueeren ze terug. Dat is pionieren. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5