-ss.snss
tsjzz ^Ver jhr-Bee,aeTts
SCHETSEN
VAN HET SLAGVELD.
DE R.K. ARBEIDERS
BEWEGING
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1931
VOOR ONZE EIGEN UNIVERSITEIT
HET ONTWAPENINGS
PETITIONNEMENT.
rï—idi
I
jgtlfta
DE VOORBEURS.
EEN DUBBELTJE VAN EERHERSTEL
-
MISLUKTE TREINAANSLAG BIJ
SITTARD.
EEN KETTING OM DE RAILS
GEBONDEN.
PROPAGANDA VOOR HET
NEDERL. FABRIKAAT.
Plannen voor een intensieve
reclame-campagne.
Gevaarlijke liefhebberij van een
maniak
J. A. GOOSSENS f
vAN-mKEMBUR
LEEUWARDEN
VAN EEN AUTO GESLINGERD.
MET SUBSIDIE VAN HET RIJK.
VERBETERINGEN OP GEBIED VAN
VOORTBRENGING EN HANDEL.
DE JAARBEURS GESLOTEN.
Drukker bezoek dan in 1930.
DEELNEMERS TEVREDEN.
KARDINAAL VAN ROSSUM.
WIJ PIONIEREN.
w Eb
IMMER VOORUIT!!
ïn een hoofdartikel in het Verbontdeblaa con
stateert Sch. dat die arbeiders ,,nog op de «enig
juiste wijze rieageerein op de crisis em het
daaraan vastgekoppelde geroep om verlaging
van hun levenspeil" door n.l. hun toevlucht
te zoeken waar voor hen alleen heil is te ver
wachten bij de arbeidersbeweginiB-
Met begrijpelijke voldoening wordt er op ge
wezen, dat 2 kwartalen achtereen een be
hoorlijke ledenwinst genoteerd mocht worden
hij de R. K. Vakbonden, waarhij vooral de
groote winst van den hand,arbeidersbond treft.
Zonder eiken Bond afzonderlijk te bespreken
wil sctar. volstaan meit te constateeren, dat
'n enkele uitzondering daargelaten (St.
Raphael) de vooruitgang behoorlijk over
alle Bonden verdeeld is, wat wijst op een goede
stemming in de vakbeweging over de geheele
linie.
Door de winst over het 2e kwartaal is het
totaal aantal leden gestegen tot 170330. En
zoodoende schijnt 't niet onmogelijk, dat dit
jaar het cijfer van 180.000 leden belangrijk
wordt overschreden.
Waar de Diocesane Bonden slechts met een
ledental van 3664 vooruit gingen de Vak
bonden wonnen 9590 leden daar dringt zich
onwillekeurig de vrees op, dat degenen, dlie
tot de vakbonden toetraden niet bezieM werden
door iideëele motieven, welke aan de beweging
vooral élan en stabiliteit verleenen.
'Wij nemen hier neg over een staatje omtrent
het totale ledental van het Verbond:
Ledental Verbond over 1931: 1 Januari. Vak
bonden 152.987; leden der Dioc. Bonden niet
tevens lid van een aangesloten vakbond, 18.410;
totaal 171.397;
1. April. Vakbonden 160.740; leden der Dioc.
Bonden niet tevens ltd van een aangesloten
vakbond 18.661; totaal 179.401;
1 Juli. Vakbonden 170.330; leden der Dioc.
Ronden niet tevens 1'id van een aangesloten
vakbond, 18.327; totaal 188.667.
Uit een en ander blijke, dlat men «lievig op
loopt naar de 2 ton.
Een krachtig beroep op allen die de R-
Arbeidersbeweging zoo snel mogelijk kan oen
uitgroeien besluit het artikel op een wijze, ie
zelker onze instemming heeffc, wijl bet e
slotte ook is 'n beroep op alien die het uc
meenen imet onze-iheele maatschappij.
Nediertiand's Kaïtlbolietken bouwden te
gen een eigen Universiteit Zij een oentrwn
van eigen hooger ^^^C'arschuwing
kei van Noord en Zuid en een _,nTimy,iio
aan diegenen, die meenen, diat zij
bezitten van den geestelijken rijkdom
V°Daar zijn or, die dlat poRe zouden
wensehen voor een groep der, bevolking.
Vtef jaar geleden schreef Prof. Hoogveld in
1J. Jaarboek der St. Radboudstichtnig: „Aan
«n-zer Univemsii'teiten werd door een dame
TOor 't UniivensiiteitsfondB geschonken 350.000,
waarhij die betpaMng werd gemaakt, dat geen
Katholieken van dit fonds kunnen profiteer en".
Deze dame heeft in ieder geval begrepen, diat
steun aan een Universiteit een verstrekkende
beteekenis heeft.
Begrepen alle Kathioliieiken dfflï ook maar!
En bedachten zij eens het volgende:
Het Hooger Onderwijs is well vrijmaiair Ka
tholieken en Gereformeerden moeten hun eigen
universitair onderwijs zelf betalen en daaren
boven de apenbare Hooger-onderwijs-instituten
helpen bekostigen.
Nijmegen ontvangt van het Rijk jaarlijks
vier duizend gulden. Deze Rijks-aalmoes is nan-
wiehjfcs die helft van hetgeen één Professor per
jaar 'beflroort te verdaenon.
De Universiteit kan van deze Rijks-aalmoes
niet bestaan. Zij heeft den voortdurend en steun
noodiig van alle Katholieken, in wmr dienst zij
staat en die het grootste bellang hebben hij
haar bloei w»en zij oofilt die volledige mede
zeggenschap hebben in onis nationale leven.
Begrijpt Katholiek Nederland ditl
Hat Haat zich gelukkig niet onbetuigd, en
offert jaarlijks ongeveer 2 ton. Een eerbied
waardig bedrag, miaar toch niet zoo eerbied
waardig als het geüial Nederlamidsche Katholie
ken. diat volgens de gegevens van 1929 ruw
geschat 2.800.000 bedroeg.
En ge weet, wat het Doorluchtig Episco
paat van Katholiek Nederland verwacht; een
minimum bijdrage van 'een dubbeltje per Ka
tholiek.
Dat komt dus neer op een bedrag vam
380.000. Het naaste doel moet zijn een ach
terstand vam. ƒ80.000 in te halen.
Het bovenvermeld getal Katholieken is een
boekidjfer. Menig dubbeltje gaat verloren, om
dat helaas menig Katholiek verloren gaat.
Wat wij vragen is, maast uw eiigen offer een
dubbeltje van. eer her stel, een extra-offertje me
de ter intentie dier afgedwaalde géloofsbroe-
cLGflfö
CENTRAAL COMIT DER
"rf~ ST. RADBOUDSTXCHTING.
Dankwoord van Titulescoe.
,HET LAND VAN VREDESWIL EN
VREDESORGANISATIE".
Geliik reeds gemeld, heeft de delegatie der
o n« Nederlandsche Dagbladpers
!eirnTnit."de heeren Kenny, Peereboom en
mr Veenhoven, den voorzitter van de twaalfde
volkSmlsvergadering Titulescoe het resul.
na, der ontwapeningspetitie aangeboden^
taat ae -n-etitie geschiedde in de
Do ^nta^fJ^taS-generaal van den vol-
kamer van den secret
deeZvolkenbondsvergadering, die de ontwape.
ue voiKeuu lelt Munch, minister van
ningskwesties yan Denemarken, Aghni-
VaLhSrminSef Serts waren n.l. aan-
wezig professor Fraugois, directeur der rcllken-
f^feeitogv^—
het voikenbond'ssecretariaat enalte
woordigers van de Nederlandsche pers hü den
volkenbond. van Blokland stelde de
ledTLT Nederlandsche dagbiadpendeh^Ue
aan den heer Titulescoe voor, waarna de heer
Henny met duidelijke stem de rede voorlas,
welke wij reeds vermeldden terwijl hh.de fr^ie
oorkonde over het resultaat der petitie aau den
heer Titulescoe overhandigde.
De voorzitter van de volkenbondsvergadering
Titulescoe sprak hierop de volgende redevoe-
rlMetUdiepe ontroering ontvang ik als voor.
zitter van de twaalfde volkenibondsvergadenJg
uit uw handen het schitterendste en meest
concrete getuigenis van den wn van een vo
om een einde te maken aan den bewapenings
wedloop opdat men in vrede en eendracht vol-
komen kan werken aan de verwezenlhkmg van
de mensenbestemming, die is te scheppen en
te leven en niet om te verwoesten en te ster-
Uw daad eert hoog uw vaderland, uw be
roep en de geheele menschheid. Sinds langen
tijd is de naam van uw vaderland gelijkluidend
aan vredeswil en vredesorganisatie. Reeds voor
den oorlog kwam in Nederland de eerste con
ferentie bijeen waar over ontwapening is ge
sproken. Nederland kreeg toen ook de eerste
organisatie van gerechtigheid n.l. het Hof van
Arbitrage. Na den oorlog heeft men natuur
lijk aan Nederland gedacht voor de huisves
ting van het eerste permanente orgaan dat be
stemd is om recht voor geweld in de plaats
te stellen- het internationale gerechtshof. In
Nederland is verder in 1929 en 1930 de confe
rentie bijeen geweest voor de oplossing der
meest verbitterde en ingewikkelde internatio
nale strijdvragen die tot dusverre hadden doen
twijfelen of minnelijke regeling wel mogelijk
zou zijn.
Ten slotte dankt de volkenbond Nederland
voor den herhaalden en zuiveren steun in
iedere kwestie die voor vooruitgang is in het
'belang van den vrede. In dit opzicht is de
naam van minister Beelaerts van Blokland
sinds langen tijd met gouden letters in bet
eereboek van den volkenbond ingeschreven voor
zijn grootmoedige en moedige initiatieven. De
ontwapeningsconferentie zal haar arbeid niet
kunnen beginnen zonder diepe erkentelijkheid
te 'betuigen jegens j'hr. Loudon, den Nederland-
schen gezant te Parijs, di© door zijn geizag,
vertrouwen en beleid de voltooiing van de
taak der voorbereidende ontwapeningscommis
sie mogelijk maakte. Waarom biedt Nederland
een zoo gunstig terrein voor vredelievende ge
dachten en actie?
Omdat uw roemrijke geschiedenis gevuld is
met lijden, waardoor gij afschuw hebt gekre
gen van den oorlog. Omdat Nederland de haard
is van vrijheid en democratie die een weldoende
actie door de wereld verspreiden. Omdat dit uw
grootste verdienste en kracht van uw ras is,
hebt gij den vrede benut om de volkeren te
toonen, dat arbeid, energie en organisatie in
staat zijn zedelijke en materieele rijkdommen
te scheppen waartegen de resultaten van een
vorige militaire verovering van welken aard
Een groepje congressisten, die den Litur-
gischen Dag van het Bisdom Roermond te
Sittard bijwoonden.
PASTOOR TH. KANNEGIETER S J.
De Zeereerw. Pater Th. Kannegieter S.J.,
oud-pastoor der St. Canisiuskerk te Nijmegen,
tot nu toe tot herstel zijner gezondheid verblij
vend te Mariëndaal, is door zijn geestelijke over
heid overgeplaatst naar het Retraitehuis Loyola
te Vught.
RECTOR P. WIJTENBURG.
De Zeereerw. Heer P. Wijtenburg, rector
van het St, Joseph-paviljoen te Gouda, die eeni-
gen tijd geleden een ernstige nier-operatie on
derging, is wederom geheel hersteld.
niet opwegen. Ik richt dus tot uw vaderland
en tot de verheven souvereine koningin Wil
•helmina de verzekering van mijn diepen eer
bied en groote onbeperkte bewondering.
Maar uw daad eei't ook de pers, die gij met
zooveel gezag vertegenwoordigt. Op het oogen-
blik waarop sommigen tegen -de pers het on
rechtvaardige verwijt richten de gemoedereu
op te hitsen en niet toe te staan, dat eendracht
in de ziel der volkeren neerdaalt, terwijl de
'dagbladen toch slechts de woorden van staats
lieden reigistreeren, die zij getrouw weergeven
moeten, kemft gij in uw naam en in naam van
uw collega's van overal het doorslaandst de
menti aan die onrechtvaardige critiek geven
door te bewijzen dat de pers op de hoogte ia
van haar vooral thans zoo moeilijke taak.
Gij 'hebt. een ontwapeningspetitie georgani
seerd en gij zijt schitterend geslaagd. Gij hebt
twee en een half millioen handteekeningen ver
zameld. Zij zijn hier levend en welsprekender
dan alle redevoeringen die men houden kan.
Maar daardoor hebt gij u ook een bevoorrechte
positie boven die der staatslieden veroverd,
ook wanneer wij staatslieden, zij het ook met
de grootste overtuiging en uit de dieipte van
ons hart verklaren dat de wereld den vrede wil.
Dan toch vertolken wij slechts een gevoel, ter
wijl gij Nederlandsche journalisten voortaan
voor vrede en ontwapening arbeidt krachtens
een geschreven en in goeden vorm opgemaakte
machtiging van uw volk. En daar niets wat
menschelijk is, ons vreemd kan zijn, hebt gjj
door aldus uw vaderland te eeren ook de ge.
heele wereld geëerd
Ik gevoel ten volle den ontróerenden ernst
van de taak die uw stap mij oplegt. Ik ben
slechts de bewaarder van deze bevestiging yan
het geloof en den wil van het Nederlandsche
volk. Ik moet haar aan den voorzitter van de
ontwapeningsconferentie overhandigen, die van
den eersten conferentiedag af aan zijn collega'8
zal kunnen verklaren, dat in uw werk de ont
wapening reeds is goedgekeurd door de volks
stemming van een der edelste volken van Eu
ropa. Laat mij in naam. van de twaalfde vol-
kenbondsverigadering en ook jn mijn eigen
naam u van ganscker hart dank zeggen voor
de bemoediging die gij ons in onze moeilijke
taak hebt gebracht.
Natuurlijk werd deze prachtige rede van Ti-
tuilesco door allen en vooral door alle Neder
landers met ontroering aangehoord.
Naar wij vernomen heeft zich Dinsdag j.l.
een vreemd geval afgespeeld, dat de meest
ennfitige vermoedens opwekt omtrent een po
ging om ook hier in Nederland een aanslag
op een personentrein te plegen.
Toen de sneltrein no. 93, welke om 19.15 van
het Centraal Station te Amsterdam was ver
trokken en die om 23.42 uur in Maastricht
aan komt, Dinsdagavond in Sittard arriveerde,
rapporteerde de machinist, dat hij sterk den
Indruk had gekregen, dat hij tusschen Susteren
en Nieiuwstadt, twee kleine stationnetjes vlak
voor Sittard, over iets was heengegleden, dat
zich op de rails bevond.
Dadelijk werd een onderzoek ingesteld en het
bedoelde gedeelte van den spoorweg aan een
ernstig onderzoek onderworpen. En inderdaad
vond men vlak bij paal 26.900 een stuk ket.
ting van ongeveer 1 meter lengte, liggende
tusschen de baide rails. Nadat men ook de
bewuste plek had onderzocht vond men nog
een paar stukken ketting, te zamen ongeveer
4 meter.
Uit een en ander meende men op te mogen
maken, dat de ketting om de rails gebonden
is geweest, maar door den sneltrein aan stuk
ken is gereden.
Zooals begrijpelijk werd de zaak dadelijk bij
de politie aangegeven en thans is een uitge
breid onderzoek gaande zoowel door de mare-
ehaussée als door de spoorwegen.
Een definitief spoor heeft men evenwel nog
niet kunnen vinden.
In den ouderdom van 62 jaar is te 's-Her-
togenbosch overleden de heer J. A. Goossens,
die zijn opleiding in de beeldhouwkunst genoot
aan de Kon. School aldaar en vervolgens in
verschillende ateliers in binnen- en buiten
lamd werkzaam was.
Reel. 578 DGVS 10
Reeds de derde maal
De eerste opwelling, die men bij dit bericht
krijgt is wel, dat men den dader of daders in
dezelfde richting zal hebben te zoeken, als de
daders van de groote aanslagen op treinen in
het buitenland, maar, naar wij vernemen zal
dit toch wel niet het geval zijn.
Dit is n.l. reeds de derde keer, dat er zich
een dergelijk geval in de om-geving van Sit
tard afspeelt. Den eersten keeir gebeurde het
op 10 Juni j.l. dus eenigen tijd voor de aansla
gen in het buitenland plaats vonden.
Verder gelooft men dan ook met pogingen
^an een maniak te doen te hebben en in die
richting bestaan er dan ook reeds, zij het
slechts vage, vermoedens omtrent een even-
tueelen dader. Positieve resultaten heeft het
onderzoek evenwel nog nielt opgeleverd.
Jongeman gedood.
Men meldt ons uiit Nieuwleusttem:
Gisterenavond had in de Vinkenbuurt een
ernstig ongeluk plaats. Een vrachtauto van de
N. V. Maeg, bestuurd door H. H. reed met een
flinke vaart over den straatweg. Op den wagen
lagen een paar kabelrollen, terwijl een tweetal
personen op deze rollen had plaats genomen.
Bij het nemen van een bocht zijn de rollen en
de daarop zittende personen van den auto ge
slingerd. Hierbij kwam de ruim 20-jarige tim
merman R- D. uit Balkbrug in een sloot terecht
waarbij hij een rol op het lichaam kreeg. De
andere persoon kon zich bijtijds redden. D. brak
den neknervel, terwijl hij ook inwendig zwaar
gekneusd werd. De dood trad onmiddellijk in.
Het lijk is naar de ouderlijke woning vervoerd.
In de Memorie van Toelichting op de be
grooting van Arbeid, Handel en Nijverheid
wordt het volgende opgemerkt:
Is het in normale tijden reeds van groot be
lang te achten, dat in Nederland zooveel mo
gelijk aan Nederlandsch product de voorkeur
wordt gegeven boven de producten van vreem
den oorsprong, dit wordt nog van veel grooter
belang in tijden van algemeene depressie als
de tegenwoordige, waarin de Nederlandsche
industrie een zwaren strijd heeft te voeren
eenerzijds tegen verminderden afzet als gevolg
vah de slechte tijdsomstandigheden, anderzijds
tegen de steeds zwaardere concurrentie van uit
het buitenland ingevoerde artikelen. Het is
dan ookgeen wonder, dat den laatsten tijd
steeds luider en vaker stemmen opgaan, om het
verbruik van Nederlandsch fabrikaat te bevor
deren en evenmin, dat de regeering een derge-
lijken oproep gaarne ziet en harerzijds gaarne
zooveel in haar vermogen ligt, wi'l steunen. Zoo
heeft de regeering thans ook een haar door de
Vereeniging „Ne<t3i-!andsch Fabrikaat" voor
gelegd plan in beschouwing genomen om op
ruimer schaal dan de beperkte middelen dezer
vereeniging toelaten, propaganda te maken
voor het meer algemeen gebruik van Neder
landsche producten. De vereeniging tracht
financieëlen steun te verkrijgen voor een in
aansluiting aan haar gewone bemoeiingen te
organiseeren intensieve advertentiecampagne
en de vervaardiging en vertooning op grooter
schaa-l van industriëele films.
Over dit voor de Nederlandsche industrie
van groot belang zijnde plan heeft de regee-
ring den Nijverheidsraad gehoord. Deze is van
oordeel, dat het aanbeveling verdient, met alle
daartoe geeigende middelen het Nederlandsche
volk te doordringen van de wenschelijkheid
om Nederlandsche producten te gebruiken,
waar en wanneer dit maar- even mogelijk is
en de Raad heeft de overtuiging, dat n'iet alleen
de gewone afnemer, maar ook bestuursorganen
en leiders van ondernemingen zulks in het
algemeen nog veel te weinig beseffen, althans
veel te weinig consequent in deze handelen.
Wanneer door middel van een advertentie
campagne het woord advertentie in deze
niet in te engen zin genomen getracht zal
worden hierop dusdanigen invloed uit te oefe
nen, dat met grond verwacht mag worden,
dat een juist begrip tot de groote massa door
dringt, dan is daarvoor een groot bedrag ver-
eischt en de Raad meent, dat de regeering
in deze ook een groot bedrag beschikbaar
mag stellen, omdat het hier niet betreft het
bevorderen .van de belangen van een bepaalde
groep personen, doch omdat het hier gaat om
het bijbrengen van gezonde begrippen aan het
Nederlandsche volk, in het belang van iedeiren
Nederlandschen producent van we'lk artikel
ook en behoorende tot welken stand van pro
ducenten dan ook. Het geldt hier een algemeen
volksbelang.
Met deze zienswijze kan de regeering zich
vereenigen, zoodat zij in beginsel bereid is, om
mits ook van rechtstreeksch belanghebbenden
zich een naar de meening dor regeering be
hoorlijk bedrag voor dit doel worde bijeenge
bracht, voor de beoogde campagne een bijdrage
uit 's Rijke schatkist beschikbaar te stellen,
welke naar haar meening den vorm zou moeten
verkrijgen van een subsidie in de kosten. Over
wogen wordt om voor deze aangelegenheid een
commissie in het leven te roepen, welke in
nauwe samenwerking met de vereeniging „Ne
derlandsch Fabrikaat" de beoogde plannen kan
uitwerken en voor de financieële regeling ver
antwoordelijk zal moeten zijn. Het subsidie uit
's Rijks kas zou dan ook aan zoodanige com
missie zijn uit te keeren.
Verzoek tot sluiting der beurs
lokalen.
Ter beurze werd gisteren een verzoek aan het
Bestuur vau de Vereeniging van den Effecten
handel gedeponeerd om tot bevordering van
het herstel van de rusit op-de beurs de ochtend-
beurs te verbieden. Het verzoekschrift vond
blijkbaar veel sympathie en werd door velen
geteekend.
Aanpassing aan veranderd prijs,
niveau en marktver
houdingen.
We lezen in de Memorie van Toelichting op
de begrooting van Arbeid, Handel en Nijver
heid
De ernstige economische crisis heeft thans
het bedrijfsleven in Nederland in bijna al zijn
geledingen in hooge mate ontwricht. Het is de
taak der overheid door het instellen van bij
zondere onderzoekingen, ook zoo noodig van
bedrijfstechnischen aard, na te gaan in welke
richting verbeteringen kunnen worden aange
bracht op het gebied van voortbrenging en
handel om aanpassing aan het veranderd prijs
niveau en aan gewijzigde marktverhoudingen,
mogelijk te maken.
In verhand hiermede zijn eenige bedragen
uitgetrokken om de kosten te kunnen bestrij
den dezer goeddeels met de crisis verband
houdende voorlichting.
WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
TE DELFT.
Met de voorloopige werkzaamheden voor
den bouw van een waterloopkundig laborato
rium nabij de Bibliotheek der Technische
Hoogeschool is tbanis een begin gemaakt.
De 25ste Nederlandsche Jaarbeurs, welke
Donderdagmiddag werd gesloten, heeft over
het algemeen een gunstig verloop gehad. Van
verschillende zijden en uit diverse bedrijfsgroe
pen ontving het jaarbeursbestuur van de deel
nemers tevredenheidsbetuigingen over de zake
lijke resultaten.
De inkoopen geschiedden in hoofdzaak voor
de binnenlandsche markt.
Het bezoek aan de beurs is zeer druk ge
weest. De cijfers overtroffen voor eiken dag,
die der najaairsbeurs van het vorig jaar. Aan
de loketten, de voorverkoop op aanvragen dus
niet meegerekend, "werden -in totaal 33.46S toe-
gangabewijzen verkocht tegen 29.842 tijdens de
najaarsbeurs in 1930 en 21.649 op de najaar»
beurs in 1929.
De geheele oplaag van den catalogus was op
den voor laatsten dag der beurs uitverkocht.
In de j.l. gehouden vergadering van het al
gemeen bestuur der Koninklijke Nederlandsche
Jaarbeurs, werd de heer ir. E. C. W. van Dijk,
lid van de directie der Nederlandsche Spoor
wegen, benoemd tot lid van den Raad van Be
heer. De heer van Dijk heeft deze benoeming
aanvaard.
CONSUL R. GOUCEIRO. t
Te Coruna, waar hij lange jaren Consul der
Nederlanden en vertegenwoordiger van ver
schillende Nederlandsche reederijen was, is op
68-jarigen leeftijd overleden de heer R. Mo
lina y Gouceiro. HU was bezitter der Orde van
Oranje-Nassau.
Naar wij vernemen, is Z. Em. W. M. Kardi
naal van Roesum uit Ingenbohl (Zwitseiland),
waar hij eenigen tijd vertoefde, weer naar Rome
teruggekeerd.
PAUSELIJKE ONDERSCHEIDING.
Z.H. de Pans heeft den heer Jac. Leijten,
te Waalre, begiftigd met het eerekruis Pro
Ecclesia et Pontifice.
fjiet zijn héél nette loopgraven, hoogstens
een tikje modderig....".
II.
Klei is een zeer merkwaardige substantie.
Volgens de geleerden en half-geleerden is zij
„een door verweering van rotsen en gesteenten
ontstane aardsoort", maar ik belief dit niet te
gelooven. Aarde is rul en mul, rotsen en ge
steenten zijn iets hards, waar men houvast
aan heeft en als het waar is, dat zij verweeren
kunnen, worden zi% hoogstens los en brokkelig.
Klei heeft niets van dit ales. Zij is niet rul
of mul, niet los of brokkelig, noch is zij iets
hards, waar men houvast aan heeft. Zij is
kleverig en taai, van een eigenaardige onhan
delbaarheid en, vooral als het regent, van een
verraderlijke glibberigheid. Klei behoort tot de
familie der zeepen. zij is een wilde zeepsoort
en als de geologen het voor hun vaderland had
den over gehad met ons op een regenachtigen
morgen uit pionieren te gaan, zouden zij hun
sprookjes lang hebben herzien.
Bij regenweer heeft de klei een geheel eigen
leven. Het is regenweer-, echt zomersch regen
weer met felle, vinnige slagbuien, en een beetje
guren wind, met jagende wolken langs de lucht
en gesiepel in de hoornen.
Vanmorgen om half acht zijn we uitgetrok
ken: in veldtenue-met-„rol". Een „rol" is niet
een rol beschuit voor den honger, of een rol
zuurtjes voor den dorst, of een rol pepermunt
voor de buikpijn, zooals de argelooze burger
misschien denken kan. Een „rol" is een over
jas, geen soldaat, die het niet weet. Eenieder
begrijpt, dat een regiment soldaten niet kan
uitrukken met de overjassen zwierig over den
rechterarm.
Daarom wordt de jas binnenste-buiten ge
keerd en dan op een zeer ingenieuze manier
(dia ik mij steeds door één mijner collega's
aan mijn eigen jas laat demonstreeren: ik ben
dan meteen klaar) tot een rol geperst. Deze rol
wordt met vijf riemen strak op den ransel ge
bonden. Als het nu regent, heeft men een over
jas hij zich.
Het regent. Het is begonnen te regenen, tien
miniuten, nadat wij uit de kazerne zijn wegge
gaan, en wij marcheeren staag en dapper door
den regen, de overjas op den rug. Hij wordt
van den regen wel wat zwaarder, maar overi-
L gens hebben wij er weinig hinder yan.
Pionieren is een belangrijk onderdeel van het
militaire leven, voor iemand, die niet van ko
gels in zijn lichaam houdt, misschien wel het
allerbelangrijkste. Op schieten na, verstaat men
er alles onder, waardoor men den vijand het
leven moeilijk en zich zelf het leven gemakke
lijk maakt: prikkeldraadversperringen, Frie-
sche ruiters, wolfskuilen voor hen, loopgraven
en schuilplaatsen in allerlei soorten voor ons.
Daarom neemt het graven bij het pionier-
werk een zeer voorname plaats in. Men graaft
zich zoo diep mogelijk in den grond en maakt
het zioh daar gemakkelijk. Vooral als het re
gent en in kleigrond. O zoo gemakkelijk!
Ik krijg met mijn sectie opdracht mij in te
graven in .gindschen Zuid-Westelijken hoogte-
rand". De kapitein wijst met de hand naar
een vrij steilen heuvelrand, die door den regen
heen-schemert.
„Voorwaarts!" Wij glijden erheen: wij zijn
op klei.
De uitrusting van den Hollandschen soldaat
is niet volledig. Hij mist ski's. Het is baker-
praat van heibewoners en zandboeren, dat ski's
alleen noodig zijn In de bergen, waar sneeuw
ligt. Noodiger zijn ze in de klei, als het regent.
Als ons leger opereert in klei, dient het van
ski's voorzien te zijn, zoogoed als het schaat
sen noodig heeft op het ijs. Ongelukkigerwijze
hebben wij echter niets in dit genre. Wij glib
beren vooruit, wij glijden, schuiven. De klei
wringt zich om onze schoenen, kleddert zich
tegen ons omhoog, omspoelt ons.
Wij naderen den berg, hij is spaarzaam met
gras begroeid.
Het is een kleiberg.
Als de geologen ooit getracht hadden met
een sectie soldaten een kleiberg te beklimmen,
zouden zij het voortaan laten om klei met
rotsen of gesteenten in verband te brengen.
Een kleiberg is effen en vlak als een rutsch-
baan op de kermis.
Gij doet vol moed de drie eerste stappen om
hoog, zeer voorzichtig, en tastend met uw
voeten naar een uitstekend grasplukje. Het
gaat. Er zingt iets triomfserends in uw hart.
ben vierden stap. Het gaat. Het zingen wordt
tot juichen. Bij dén vijfden stap een sectie
soldaten is achter u schuift gij even uit,
maar gij houdt stand en het juichen in uw
hart wordt brullen.
Eerst bij den zevenden stap glitst uw rechter
voet onder u weg, en gij slaat voorover, met
uw handen in den kleiberg. Ofschoon gij u
stevig aan de klei vastgrijpt, biedt hij u niet
ljet minste houvast. Gij slibbert achteruit, tegen
den eersten soldaat, dien ge op uw terugweg
tegenkomt. Hij slibbert mee.
Van dan af wordt uw zegetocht één vervoe
ging van 't werkwoord „slibberen": ik slibber,
gij slibbert, hij slibbert, wij slibberen allemaal.
Eenige seconden later ligt gij met tien
twaalf soldaten aan den voet van den kleiberg,
terwijl de rest der sectie davert van het lachen.
Bij de tweede bestijging laat gij met een schop
trapjes hakken in de klei, en de soldaten één
voor één naar boven klimmen.
Zelf wacht ge tot 't laatst, wat goed gezien
blijkt.
Het gaat nu beter. Eerst het twaalfde trapje
is te schuin afgestoken en de pioniers roet-
echen met een wild vaartje terug. Maar omdat
zij nu één voor één gingen, bedraagt het aan
tal sneuvelenden slechts acht of negen, terwijl
toch een veel grootere hoogte bereikt was dan
de eerste maal.
De derde bestijging is een volledige Karako-
rum-expeditie, met schoppen om te hakken,
touwen en geweren, waarmee de een den ander
optrekt. Na een kwartier worstelen tegen de
elementen staan wij hoven op den berg, over
winnaars.
Dan begint het pionieren. Ik geef mijn drie
sergeanten-groepscommandanten opdracht op
drie verschillende plaatsen met hun groep in
den grond te verdwijnen. Twee vaandrigs, die
mij zijn toegevoegd, belast ik met het toezicht.
Zelf houd ik het oppertoezicht, wat natuurlijk
weer moeilijker is.
De meeste soldaten graven graag. Er zijn
veel boerenjongens bij de sectie en ze voelen
zioh in hun element. Ze steken de schop diep
in de kleimassa en platsen de brokken naast
of voor zich neer; al heel gauw teekenen de
loopgraven zich af.
Ondertusschen waad ik door de klei, sloeber
van de eene plaats naar de andere. Slechts
een enkele sloomerik, hier en daar, neemt halve
of kwart-schepjes en werpt die, als met inspan
ning van alle krachten, van zich weg.
Zoo Jumbo. Hij is een goeiige dikzak, soms
een beetje lui, met een vriendelijk rood gezicht,
vette wangen, breede dikke schouders.
„Jumbo", zeggen zijn vrindjes, dan lacht het
even in zijn kleine, slimme oogjes.
„Morgen, Jumbo! lui vanochtend?"
„Spier verrekt, luitenant", zegt hij, een beetje
sloom, doch prompt. Maar ik graaf töch.
„Natuurlijk, Jumbo, natuurlijk". Z'n vrindjes
lachen.
Als de loopgraven zoo goed als klaar zijn.
beginnen wij aan de afwerking der schuilplaat
sen. Daarvoor zijn balken noodig, die de jon
gens een eindweegs verder moeten gaan halen.
Ook Jumbo sukkelt erheen en komt terug met
een balkje van 'n arm dik en 1% M. lang. Hij
zakt meesterlijk door onder het gewicht.
Den tweeden keer is hij nog slimmer. Met
een vrindje staat hij filosofisch te peinzen voor
twee dunne balkjes, één van 1%, één van mis
schien 2% M. De twee kijken elkaar meewarig
en begrijpend aan. Dan bukken ze beiden,
een vertraagde film nemen samen het kortste
balkje op hun schouders en schuifelen stiekum
weg. Maar een sergeant heeft het gezien, stuift
er onstuimig op af.
„Wel, verdkunnen jullie die twee stuk
jes hout niet tegelijk meenemen?"
Jumbo kijkt droevig-verongelijkt op: „Dat
gaat toch niet, sergeant. De ééne balk is veel
langer dan de andere. Die kunnen we toch
niet samen dragen".
De sergeant wordt rood, paars, vliegt er wild
in. „En kunnen jullie niet ieder zoo'n balkje
nemen? Is dat te zwaar voor de heeren! We
zullen
Er licht een glimlach over Jumbo's onnoozele
gezicht.
„Gut ja, sergeant, Een idee. Daar hadden we
heelemaal niet aan gedacht".
Ze nemen ieder een balkje en zetten de
vertraagde film voort. Maar Jumbo heeft het
kortste.
Na de voltooiing van loopgraven en schuil
plaatsen, staat hij er met een trotsch gezicht
bijz ij n werk.
We zijn allemaal een beetje trotsch: we zijn
ver binnen den gestelden tijd klaar en het
zijn heel nette loopgraven, hoogstens een tikje
modderig: ons werk. We bezien het met innl;
heid.
Op dit moment komt één mijner oudere col
lega's door de klei aanzwemmen: hij heeft één
ster meer dan ik, dus is hij met één graad
hooger toezicht belast.
„Mbrgen!" zegt hij „sectiesteunpunt?"
„Mórgen!" zeg ik. „Sectiesteunpunt".
Hij gleddert een beetje rond, roept me dan
apart.
„Deugt niets van!" begint hij vriendelijk
inleidend.
„Juist", knik ik terug.
„Wat doe je met de gewonden?" vraagt hij
plots. Een onverwachte vraag. Wat doe ik
met de gewonden? Als reserve-officier heb lk
natuurlijk met gewonden weinig geregeldea
omgang. Het is me alles nog niet redht dui
delijk.
,lk heb geen gewonden", opper ik beminne
lijk. „We zijn allemaal nog heel frisch en...."
„Kerel, ik bedoel in een oorlog natuurlijk
breekt hij me af. Dan legt hij uit: „In 'n oor
log is het vechten of vermoord worden, dat
weet je evengoed als ik. 'n Vent, die hier staat
te schieten, gaat niet opzij, als er gewonden
weggedragen moeten worden: hij vecht door.
Die gangetjes van je zijn te smal. Er moet
plaats zijn om de gewonden weg te dragen.
Maak ze breeder."
„Kan ik de gewonden niet zoo lang m <te
schuilplaatsen leggen?" stribbel ik tegen. Ik
vind het jammer van mijn loopgraven.
„Onzin", zegt hij. „Ze moeten weggedragen
wordenMórgen
Daar sta ik, in de klei. Ik heb nooit van
gangetjes voor gewonden gehoord. Het moet
óf in een heel nieuw, óf in een lang-verouderd
voorschrift staan. Wantrouwig kijk ik den
collega na.
Dan gaat het hart spreken. Ik vind mezelt
wree'd, dat ik de gewonden heb kunnen ver
geten.
.Vaandrigs" beveel ik. In het militaire geldt
nog steeds de wet van de middelpuntvliedende
kracht.
De vaandrigs komen aanskten.
,,'n Aardig geheel", zeg ik en wijs op het
werk. „Maar de gewonden? Wat doen jullie
met de gewonden?"
„De gangetjes zijn te smal, begrijpen jullie.
De gewonden kunnen er niet langs, als er ge
vochten wordt. En ophouden met vechten gaat
natuurlijk niet: in een oorlog is het vechten
of vermoord worden. Willen jullie de gangetjes
breeder laten maken? Dank je".
De vaandrigs roepen de sergeanten. Ik hoor
klanken van „gewonden", „vermoord", „t«
smal", „breeder".
Even later graven de soldaten met vernieuw
de geestdrift gangetjes voor de gewonden. Bin
nen een uur zijn de gangetjes gereed. Weer
zijn we trotsch.
Daar klinkt het hoornsignaal: ..Verzamelen".
„Vaandrigs", zeg ik, „willen jullie den boel
laten dichtgooien. En zorgen, dat er zoo w«#
nig mogelijk van te zien blijft. Dank je".
„Jawel, luitenant!" salueeren ze terug.
Dat is pionieren.
1