*rr rvr*r stzpls KABOUTER INGEZONDEN. ÖAfpiH foAAl tORE5BY sonr ATLAhTJ5CHE--OCPA/ r| IS IJSLAND GESCHIKT VOOR EEN VLIEGSTATION DONDERDAG 24 SEPTEMBER 193Ï HET „PAPIEREN GEVAAR". DE MUZIEK-CRITIEK IN DE DAGBLADEN. ■EK GOEDE HOND 8TAA"| VOOR GEEN SLOOT. MAAR EEN PlSKO S6DHAVU JAKOBShlAVn straat ~y^OAVI5 MouSTfJ KAnceRoiuc o' SUAKY „flOOV? AM6MAQ5AL?K ^tY'WAVA. A/v^eAf De reis van luitenant Visch en luitenant Giesen naar Reykjavik. Onze Utrechtsche redacteur schrijft: Nog niet lang geleden maakten wij melding van de voorbereidingen, welke ook in ons land gemaakt worden in verband met het tweede Internationale Pooljaar, waarin door verschil lende landen gezamenlijk een groot aantal on derzoekingen omtrent de Poolkwestles zullen worden gedaan. Alhoewel Nederland zich toegewezen zag een posit op Groenland, waar op 't gebied van het magnetisme zou worden geëxperimenteerd, meende men hier bovendien nog aerologisclie onderzoekingen te moeten doen, ook al viel dit niet direct onder de taak die Nederland op zich had genomen. Het was intussohen niet maar zoo zonder reden, dat men hier de taak vrijwillig uit breidde. Nederland immers is reeds tien jaar met aerologisclie onderzoekingen bezig, terwijl men in andere landen pas de eerste schreden op dit pad begint te zetten, zoodat Nederland ook eigenlijk het eenige land is, dat thans een dergelijk iets kan ondernemen. Wij immers beschikken niet alleen over uit gebreide statistieken over een tijdsverloop van tien jaar, maar hebben tevens reeds een prac- tische scholing doorloopen als geen ander land. Om deze plannen te kunnen volvoeren dien de men evenwel de beschikking te hebben over militaire vliegtuigen en militaire vliegers en dit bracht, zooals begrijpelijk wel eenige moeilijkheden mede. De moeilijkbeden werden echter overwon nen. De minister van defensie wenschte een rapport omtrent de mogelijkheden van een tij delijke vliegbasis op IJsland, en nadat ook de noodige diplomatieke stappen waren onder nomen, vertrok bet politievaartuig „Nautilus" met aan bood den eersten luitenant E. Visch, chef van den meteorologischen dienst van Soes- terberg en de eerste luitenant J. H. v. Giesen, aan den zelfden dienst verbonden om te onder zoeken en te rapporteeren of en hoe en waar op IJsland een tijdelijk vliegveld kon worden ingericht, dat geschikt was voor aerologische waarnemingen. En nog voor luitenant Visch een geheelen I 'anden zijn, die het ook zullen doen. We mogen dag terug was op zijn bureau op Soesterberg, I ^an ook verwachten, dat wij de medewerking ontmoetten twee journalisten van twee geheel I van velen zullen krijgen. Moet het niet door verschillende kranten elkaar, toem ze beiden een ieder toegejuicht worden, dat de militaire tegelijk aan de plantenwacht van het vlieg- middelen hier voor zoo'n groot, zuiver weten- veld naar luitenant Visch vroegen. schappelijk belang gebruikt worden?" En luitenant "V isch bleek een charmant gast- Waarin zal het werk, zoo alles doorgaat, heer en bovendien een aangenaam causeur te °P IJsland bestaan?" zijn, die met liefde vertellen wilde van het „Ifc zal u eerst dit vertellen: Als het door werk, dat zoozeer zijn interesse heeft gaat, dan zullen wij bij Reykjavik genoeg hebben aan twee vliegers en één mecanicien, Goede resultaten, als de twee vliegers tenminste ook over een t Was onnoodig veel te zeggen over het ruime mecanlsche ervaring beschikken. Voor doel van onze komst. bijzondere reparaties kan dan hulp uit Reyk- „U weet", zei luitenant Viseh, „dat wij naar -1avik ko®en. En ik verwacht, dat luitenant Reykjavik gingen om te zien of wij een ter- Glesen een der vliegers zijn zal. Het werk rein konden vinden, dat geschikt was voor het zal bestaan uit drie vluchten tot 5000 M., doen van aerologi- waarvan er twee in het zomer- en een in het iche waamemin- winter-halfjaar zullen worden uitgevoerd. In en. den overigen tijd moeten dan de gegevens vol- Oorspronkelijk ledig worden uitgewerkt en onderzoekingen vas er even ge- worden verricht met proefballons, voorzien 'acht aan de me van zelf-registreerende instrumenten. AngmagsalikMagnetisch station. belangrijk maakt voor geheel de wereld Zooals u weet, wordt er in a it tweede Pool- jaar door btfna alle landen samengewerkt niet alleen op het Noordelijk, maar ook op het Zuidelijk halfrond. Nu waren de aerologisch onderzoekingen niet in het programma opge nomen, maar Nederland doet een ernstige poging om er dat by te voegen. "ras"se 0 °6a]naahm', dien Nederland hierin heeft, is overal buitengewoon goed. Wij doen deze onderzoekingen reeds tien jaar en beschikken gegevens, statistieken enz. En de m 11 buitenland is thans zoo, dat niet alleen de verrichtingen van Neder- t m v°"e belangstelling volgt, maar met eiSen pogingen in die richting c tot Nederland voor den dag is gekomen, j en kent en erkent de supprematie van ons land en men vertrouwt daar op. Als Nederland het niet doet, zal geen enkel iand het durven doen, maar als Nederland met een volledig plan voor den dag komt, zullen er andere Reykjavik: Aerologisch station Er zal bij de onderzoekingen in het Poodjaar trouwens een nieuw instrument worden ge bruikt, dat door de Russen is uitgevonden. Dat is een proefballon, waarvan de gegevens door middel van een draadlocze op de aarde worden geregistreerd". „Nu zullen wij maar niet zoo lang meer van uw tijd gebruik maken, maar alleen wilt u misschien nog Iets vertellen over de reis zelf Het bleek een teer praatje te zijn, want (wie zou bet gelooven) de eerste luitenant E. Visch, chef van den meteorologischen dienst op Soesterberg en de eerste luitenant J. H. van Giesen, een ervaren vliegenier en geroemd onderzoeker van de lucht, warenzeeziek geweest. „Een schip bleek iets heel anders te wezen, dan een vliegmachine", zei luitenant Visch, „maar zoo erg hebben wij ons niet geschaamd, want den tweeden dag was de kapitein de eenige die nog aan tafel verscheen. Maar overigens was het een prachtige reis en aan boord was men buitengewoon vriendelijk voor ons. Op den terugweg naar New-Castle hebben we veel mist gehad. De Nautilus is toen weer naar de visscherij vertrokken en wij zijn per „flying Scott" naar Londen gereisd en vandaar per Luft Hansa naar Rotterdam". „Nu nog één vraagje. Denkt u, als het plan doorgaat, dat de machines naar IJsland zullen vliegen „Nee, ze zullen vervoerd moeten worden, maar dat zal wel zonder bezwaar kunnen ge schieden, als we de medewerking van de regeering krij'gen. Dan zou men bijvoorbeeld een van onze oorlogsschepen de oefenreis naar IJsland kunnen laten maken om de machines over te brengen". We waren aan het eind van onze nieuws gierigheid en namen afscheid'van onzen vriendelijken en_ bereidwilligen gastheer. Boven het vliegveld duikelde een militaire jager blinkend in de herfstzon. elijkheld om zulk j en terrein te vin- !en bij den post, lie op Groenland le magnetische I waarnemingen doet aaar spoedig bleek iit niet mogelijk. 'Ir zijn natuurlijk verschillende isohen, waarmede vij rekening had den te houden. HET STAATSBOSCHBEHEER. Krachtiger uitbreiding van het bezit wenschelijk. Ut. Visch. Voor de eerste maal sinds zijn bestaan pu- Zoo moeten we ge- I bliceert het Staatsboschbeheer een gedrukt makkelijk brand- verslag over de aan zijn zorgen toevertrouwde stof aan kunnen bezittingen en van de veelzijdige werkzaam- voeren, reparaties doen verrichten en we moe- heden van dezen tak van staatsdienst. Het is ten natuurlijk ook eenige eischen stellen aan getiteld: Jaarverslag over 1929, doch geeft, het klimaat. hetgeen voor een eerste verslag, dat door de Wat al deze dingen betreft waren wij aan- Publicatie aan de openbare beoordeeling wordt gewezen op de nabijheid van een stad. Aan onderworpen, voor het goede begrip wensche nen andenen kant moeten we een streek heb- "jk is, tevens een algemeen overzicht over de ben, waar het mogelijk is om de waarnemin- beheerstaak, bijzonderheden over de technische gen te doen en ten slotte speelt natuurlijk geld methoden van bebossing en exploitatie, een na- een belangrijke rol. dere uiteenzetting van de wijze van voorlich- De ontvangst op IJsland was buitengewoon ting aan andere lichamen en van de bemoei- gastvrij en hartelijk en dat we binnen de drie ing met de wetten, die op het boschbezit be maal vier-en-twintig uur geslaagd zijn om trekking hebben. Uitgebreide tabellen ver- inderdaad een terrein te vinden, hebben wij schafffen nauwkeurige gegevens over de uit- vooir een groot deel te danken aan de meer gestrektheid en indeeling der domeingronden <lan buitengewone medewerking, die wij van 40.715 h.a., verdeeld over 8 houtvesterijen üe lJslandsche regeering hebben mogen ondier- waarvan in cultuur 16.254 H.A., en 24.461 H.A. vinden. woesten grond en wegen over de uitgaven ongeveer tien minuten ten Zuid-Oosten van en opbrengsten, zoowel van het geheele beheer Reykjavik vonden wij een zacht veerend gras- als van de domeinen afzonderlijk; uitgaven I on terrein ligt geheel open, er zijn 1.237.040, waarvan ten laste der domeinen hoogspanningsdraden in de ƒ718.106, opbrengsten 333.00 In de tabellen ^efrTta?nf +r r" eve\ moot MaaT hetUün ter vergelijking tevens de bedragen over IZ Z 7 Particulier eigendom en ongetwij de drje voorafgaande jaren vermeld en ten. geduurd hebben! ató de IJshfndsc^egTering g|fnd 4v^n d^EShin^l!111 'T eenige kosten ter beschikking zou worden ge- S V°Te king 14280 H.A.,- waarvan reeds 9481 H.A. wer den beboscht greppel tijdelijk sou laten overbruggen. Trouwens, behalve de medewerking van den eersten minister van financiën, hebben wij ook de volle medewerking gehad van den chef van don meteorologischen dienst, den beer T. Thor- koliSon en den Nederiandschen consul-generaal meteorologische eischen?" ,,En wat waren uw ervaringen omtrent de meteoroligsche eischen?" „Wel, die waren ook zeer bevredigend. Een van onze grootste vijanden is de mist en die komt daar bijna niet voor. En de zoo gevaar lijke grondmist is heelemaal onbekend. Het eenige wat misschien nog eens een beetje kan hinderen, is een beele fijne motregen uit het Westen. De heerschende winden zijn Noord- en Zuid- Oostelijke winden, terwijl het klimaat er zeer goed is. Gedurende de drie dagen, dat wij er waren, hebben we steeds zonder overjas ge- loopen, terwijl er een zicht was, varieerend tusschen zeven en vyftien K.M. En toen wij onze tevredenheid daarover uitten, zeide men, dat dit voor IJsland nog Vrij ongunstig te noemen was. Het eenigste, waar wij nu nog voor zullen moeten zorgen, als alles doorgaat, is een hangar en ook hiervoor hebben wij weer veel medewerking ondervonden. Want niet zoodra hoorde men van de eventueele noodzakelijkheid om een hangar te bouwen, of de minister liet een architect een kostenberekening maken van een hangar van gegolfd plaatijzer. Deze kosten zullen ongeveer 4000 bedragen. Dit is natuurlijk een heel bedrag, maar ik geloof wel, dat wij mogen verwachten, dat het door particulieren bijeengebracht zal worden. Wel, en tot slot is het wel aardig om te vermelden, dat de Shell reeds alle mogelijke toezeggingen heeft gedaan om de benoodigde brandstoffen naar het vliegveld te vervoeren". „Wat acht u zelf wel het belang in deze geheele zaak?" vroegen wij. „Er zit aan deze zaak een kant, die haar De aankomst der KonFamilie voor het Paleis aan den Dam te Amsterdam, Om verschillende redenen mag de verschij ning van dit verslag, naar het uiterlijk een welverzorgd boekske van 50 pagina's, in het traditioneele groene boschbouwkleed, worden gewaardeerd, al komt het als jaarverslag wel wat erg laat. Vooreerst toont het aan, dat van de verschillende door het bestuur in het staats- huishouden te bewijzen diensten, die van het eigenlijke domeinbeheer slechts een deel, zij het een gewichtig deel van zijne taak uitmaakt. Daarnaast is het belast met 2e de bebos- schlng met renteloos voorschot en technische hulp van «staatswege, 3e met den zgn. voor lichtingsdienst, waaronder o.m. worden gere kend de talrijke adviezen aan andere departe menten, provinciën en gemeenten, de contröle op de herkomst van het in ons land gebruikte dennenzaad, waaixleschattingen, e.d. 4e de uit voering der boschwet 1922, voornamelijk om vattend het toezicht op den vellingen van bosch door gemeenten en lichamen van algemeen nut en op het beheer der terreinen, waarvoor som mige gemeenten en lichamen uit 's Rijks wor den gesteund ter bewaring van het natuur schoon, 5e de uitvoering der natuurschoonwet, waarmede wordt bedoeld het toezien op het behoud van het natuurschoon, der landgoede ren, wier eigenaren uit dien hoofde verlich ting van belasting genieten overeenkomstig deze wet; ten slotte 6e met den overigen dienst, waaronder de zorg valt voor al datgene wat men zou kunnen noemen de boechbescher- mings-opvoeding van bet Nederlandsche volk, door algemeens propaganda en steun van de pogingen van het particuliere initiatief op dit gebied, met name op het terrein der natuur bescherming der vogelbescherming, het bosch brandgevaar, de boomplantdagen voor de jeugd. Ook de instandhouding van het Museum be hoort tot deze rubriek. Uit deze veelzijdigheid van werkzaamheid volgt de juistheid van den door onzen Minis ter van Binneulandsche Zaken en Landbouw getroffen maatregel om de eenige jaren te vo ren plaats gehad hebbende aanwijzing van het staatsboschbeheer tot staatsbedrijf in den zin van de wet van 1912 weder in te trekken, daar immers de vorm van staatsbedrijf hoogstens logisch toepasselijk kon worden gemaakt op de weinige in exploitatie zijnide domeinbos- scben, doch niet op boschaanleg, nog minder op de overige takken van werkzaamheid. Een tweede punt,- waarop de aandacht valt is de langzame, te langzame uitbreiding van het staatsbezit. De laatste drie jaren is het door afronding en ruiling slechts toegenomen met 375 H.A., praetisch was er dus geen ver grooting. Een simpel zinnetje in het verslag zegt: Verdere aankoopen, hoe gewenscht die ook waren, moesten wegens gebrek aan midds- len; voorloopig worden uitgesteld. Hierin kan o.i. niet worden berust. Aan aandrang op de regeering tot krachtiger uitbreiding van het staatsbosühbezit beeft het waarlijk niet ont broken. En dat niet alleen uit den boschweten- schappelijken hoek, waar wel nauwelijks ver schil van meening erover heerscht, dat het bosch in staatshand de veiligste vorm voor het behoud i,s en een meer uitgebreid staatsbe zit ook voor Nederland wenschelijk. Dat de natuurbescherming het meest doeltreffend ge diend is met het bosch in handen der staats- overheid, is evenmin voor bestrijding vatbaar. En heeft niet de georganiseerde landbouw nog voor eenigen tijd met klem bij de regeering gepleit voor krachtiger uitbreiding van het staatsboschbezit als zijnde een niet te verwaar- loozen landbouwbelang? Een vlot verloop heeft de bebossehing met renteloos voorschot gehad. In korte jaren zal de beschikbare grond der gemeenten beboscht zijn en wij zien dan ook voor rentelooze voor schotten aangewende bedragen reeds jaarlijks afnemen. Geen beter kunst-stimulansen dan weer standen. Uitgeworpen door de maat schappij, heeft de muziek kansen als zelden tevoren." Men herinnert zich de gezonde beschouwin gen van den heer S. P. Abas inzake de muziek- critiek in de dagbladen, waarover deze schrij ver meeningen ten beste gaf die getuigden van inzicht in de muzikale nooden zoowel als van begrip voor de eischen der Journalistiek. Dezelfde auteur mengt zich thans in de pole miek inzake het „papieren gevaar", die even eens de muziekcritlek der dagbladen tot onderwerp had. Zooals men weet, had Willem Pijper zich bitter uitgelaten over „de nivel- leeringswoede van het publlciteitsbedryf", die verantwoordelijk zou zyn voor ongeveer alle kwalen van het muziekleven. Naar aanleiding hiervan heeft een bekend criticus van een onzer dagbladen zijn opvatting van de journa listieke crltiek verdedigd. De heer Abas mengt zich thans in deze gedachten wisseling met een zeer lezenswaardig artikel in „Caecilia en Het Muziekcollege", waarvan ons dit de kern lijkt: „Het dagblad is een maatschappelijk ver schijnsel, de muziek is een in het maat schappelijke openbare leven getrokken bovenmaatschappelijk verschijnsel. Het dag blad, zijn journalistiek is ééndagsverscbijnsei, werkt onder daardoor bepaalde omstandig heden en met daardoor bepaalde criteria, waarvan er een inderdaad de actuali teit is. De muziek is als b jvenmaatschappe- lijke waarde boven-actueel, maar wordt actualiteit daar, waar zij in het maat schappelijke leven getrokken is en betrokken wordt. Dit dubbel-zinnige aan haar wordt door niemand sterker gevoeld, kan door niemand sterker beseft worden dan door den muziek-criticus en schept de zeer bijzondere en hoogst eigenaardige moeilijkheden waar voor hij zich voortdurend gesteld ziet. Die zijn er na den oorlog niet geringer op ge worden, doordat de muziek, begrepen als sociaal-verschijnsel, een crisis doormaakt en als muziek-überhaupt een verjonging of vernieuwing. Het een wordt meestal met het ander verward omdat het ermee vereen zelvigd wordt. Alle historisch-materialistische dogma's en theorieën ten spijt is het echter niet alleen denkbaar maar zelfs mogelijk dat de muziek, sociaal-economisch in den knel geraakt, juist dd&rom tot ongekenden bloei zou komen. Geen beter kunst-stimu lansen dan weerstanden. Uitgeworpen door de maatschappij, heeft de muziek kansen als zelden tevoren. In verbanningsoorden heerscht de stilte, die Pijper verloren waant gegaan. Er bestaat geen crisis in het muziek-léven, er bestaat slechts een momenteel zeer merk baar geworden conflict tusschen dit en zijn maatschappelijke afspiegeling, het concert leven. Niet onmogelijk zal het conflict eindigen met het sterven van dit laatste, maar het is evenzeer denkbaar dat het een nieuwen vorm of nieuwe vormen brengen zal. De maatschappij beleeft een overgangs stadium daarbij is natuurlijk de maat schappelijke practyk der muziek betrokken. Inzooverre dus ook de muziek-journalistiek, want tusschen haar en de sociaal-practische muziek-uitoefening bestaat dezelfde wissel werking als tusschen de courant en het maatschappelijk leven überhaupt. Een der kenmerken van het overgangsstadium waarin de gemeenschap verkeert is de zoo geheeten nivelleering. Dat de dagbladjournalistiek daar niet aan ontkomen kan is logisch, maar te betreuren en wórdt dan ook betreurd, door vele journalisten in de eerste plaats. Hier dreigt gevaar en een veel omvangrijker dan de heer Pijper vermoedt. Hij, als „leidende figuur", geeft in zijn woordkeuze angstwekkend duidelijk blijk zelf er niet aan te ontkomen. En het woord, de taal is een geweldige invloed. Daarvan zijn zich enkele bladen in ons land bewust en zij weren uit hun kolommen^ al wat naar plebsomanie zweemt. Dat wijst erop, dat hun leiders het besef nog niet verloren hebben, dat het dagblad ook een sociale taak te vervullen heeft. Dus ook een taak ten opzichte van de muziek, voorzoover deelhebbend aan het maatschappelijk leven". NIEUWS UIT DEN WIERINGERMEER POLDER Uit een der geschriften van Luis Coloma her inner ik me den uitroep: „Wat een raar dier ls toch de mensch I" Wat de schryver er Juist mede bedoelde, herinner ik me niet meer: of zyn ma nier van zeggen juist was, betwyfel ik zeer; maar feit is, dat de mensch het voorwerp en de beweegreden, de oorzaak en het gevolg kan zyn van de meest uiteenloopende gevoelens. Dit heeft ondergeteekende in de afgeloopen weken ondubbelzinnig mogen ondervinden, door de ervaring dat één en hetzelfde feit voor den één een reden of aanleiding is om een geluks telegram te sturen, terwyl een ander een brief met rouwrand zendt om te condoleeren, een derde komt met een gezicht, dat minstens een slape- loozan nacht ter oorzake van kiespyn verraadt, je beklagen met zoo'n opdracht, terwyl nummer vier even later binnen komt en verklaart: „Ik benyd je, 'k wilde dat Ik het mocht doen". Wat is er dan toch gebeurd? Z. Hoogw. Exc. de Bisschop van Haarlem, heeft ondergeteekende belast met de zielzorg van de katholieken in den Wieringermeerpolder, d. w. z. In het land, dat voor ongeveer een Jaar nog gedeeltelijk Zuiderzee was. Voor het geestelijk welzyn van de aldaar ln barakken wonende werklieden mpet gezorgd wor den, en ten dienste der definitieve bewoners, wel ke zich zullen vestigen, moet een kerkje' enz. worden gesticht. En deze taak, in dat nieuwe land, dat aan de meesten onbekend ls was de oorzaak van uiting van zooveel uiteenloopende gevoelens, Welnu aan allen zy medegedeeld, dat lk die taak gaarne aanvaard, met een bljj gezicht en een dankbaar hart. En mochten er onder de leze ressen en lezers van dit stukje zyn, die haar of hun belangstelling en medeleven op andere wyze willen toonen, dan door juichen en jammeren, be klagen of benyden, dan zy hier medegedeeld, dat mijn gironummer ls93665 en dat myn postadres Beverwyk' aankondiSln& blÜft: Breestraat 101, Uw dr. P. BRAAK, R. K. Pr. „EEN FIETSENSLAGVELD TE OVERSCHIE". Maar ook een menschenslagveld, geachte re el a c: tic 't Wordt werkelyk hoog tyd, dat veel zwaardere straffen worden uitgedeeld aan die hard rydende chauffeurs. Ondergeteekende is geen wielryder maar be vindt zich wel dagelyks op pad, zoowel in de stad als buiten en is er duizend maal getuige van, dat de meeste chauffeurs net doen of er geen fietsers of menschen meer op den weg zyn* EEN ABONNé- DE TARWEWET 1931. HET BRUGGENVRAAGSTUK. Zeer geachte redactie, De schrijver herhaalt dan nog eens, wat hij reeds een vorige maal heeft betoogd: de kwali teit der critleken daalt, omdat de kwantiteit te zeer toeneemt en de belangstelling in de critiek daalt, omdat te veel critieken over seizoen en per blad verschijnen. De geneesmiddelen, die hy aangeeft, lyken ons echter niet alle aanvaardbaar. Het samen brengen van bepaalde recensies in een week overzicht of kroniek heeft dit bezwaar, dat het dagblad zich daarmee al te zeer begeeft op het terrein van weekbladen en tijdschriften. Het dagblad is er juist om de actualiteiten dag»- 1 ij k s bij 'te houden, wat overigens nabe trachtingen in een of anderen vorm niet behoeft uit te sluiten. Vermindering van het aantal muziek- critieken lijkt ons nog altijd het best bereik baar door een goede keuze van te bespreken concerten, waarbij elk blad met de behoeften van den eigen lezerskring kan rekening houden. Dezen weg hebben wij de laatste jaren steeds bewandeld en wij hopen er op voort te gaan. Als wij daarbij persoonlijke wenschen niet steeds kunnen vervullen, bedenke men, dat ook de lezer Iets heeft op te offeren om het papieren gevaar" te bezweren. Van de beantwoording der vragen, ten aanzien van bovengenoemd onderwerp door het Tweede Kamerlid, den heer ir. van der Waerden, gesteld kon dezer dagen worden kennis genomen. Het stemt ongetwyfeld tot voldoening, dat eer lang twee vrij volledige verbindingen Noord- Zuid, één in het Oosten (via Nymegen—Arnhem) en een in het midden des lands (via Zaltbommel Vianen) verkregen zullen zyn. Voor de gewensehte Westelyke hoofdverbinding NoordZuid gaat het echter kwalyk aan, te spre ken van het doen eener keuze tusschen de ver binding over het Hollandsch Diep en die over de Merwede te Gorinchem (in den weg UtrechtGorinchemKeizersveerBreda) want deze laatste verbinding ia er duidelyk een tot het midden, niet tot het Westen behoorende en het heeft mitsdien al evenmin zin, ten dezen verder de noodzakelykheid te betoogen van nieu we overbruggingen over Nieuwe Maas en Noord om via deze en GorinchemKeizersveer niet min der dan het verkeer West—Zuid (lees: Noord- Zuid, want daarom gaat het hier) te leiden Wanneer het werkelyk in de bedoeling mocht liggen, aanstonds ook aan overbrugging in de Westelijke hoofdroute te gaan denken, zonder, wat redelyk zou zyn, eerst eens even ln deze abnormale tyden de verkeersontwikkeling onder de straks sterk gewijzigde omstandigheden met inbegrip der uitvoering van het rapport van Rijckevorsel (m.n. verbeterde veerdienst Wil lemstad— Numansdorp) af te wachten, dan komt bij verdere uitwerking van het bruggenprogram- ma stellig npar voren, de overbrugging van het Hollandsch Diep, maarvastgekoppeld aan de Westelyke hoofdroute Noord—Zuid en los van de overbrugging der Uerwede te Gorinchem, want nogmaals, deze maakt deel uit van een route voor het midden, gescheiden te houden van de Westelyke. T n'u saat het by die overbrugging van het Hollandsch Diep, waartoe de Minister, zeer voor zichtig uitgedrukt, „aanvankelyk geneigd ls" en dan natuurlijk bestemd voor de Westelijke hoofd route Noord—Zuid, inderdaad om de geschiktste, de_ juiste plaats daarvoor en niet, hoe maken wy, ten koste van ovengenoemde route, die i.e. den voorrang behoort te behouden, de overbrug ging, waarvan hier sprake tevens dienstbaar, geheel onnoodig trouwens, want andere rivier- overgangen kunnen daarvoor evengoed aange wend worden aan het verkeer Zuid-Zuidoost' West-Noordwest (o.a. Rotterdam-Midden en Oost- Brabant.) Dit laatste kan men dan ook veilig als de rfgen- lyke reden aannemen, waarom, vooralsnog, we derom gelukkig voorzichtiglyk „naar het schynt", de voorkeur aan het op de oostgrens van het Westen gelegen Moerdijk al is daar dan ook meer toevallig een Ryksveer en daardoor beter bekend moet worden gegeven, boven het daar voor veel beter, immers in het midden van het Westen - gelegen Willemstad, welk laatste dan ook niet betwist wordt, maar waartegen nu in- tegenstelling met vroeger, toen het in vergaderin gen technisch onuitvoerbaar heette, argumenten van meerderen en minderen bruggen- en wegen bouw worden aa.ngevoerd, alsof dat elders zoo veel minder zal kosten, vooral nu blykbaar in elk geval een nieuwe brug over de Oude Maas vroeg of laat, in het verschiet is, terwyl mede daarboven en tegenover een omweg, onder welke gunstige omstandigheden, als b.v. bestaan de Spoorwegbrug, ook, steeds noodwendig de duurste oplossing moet zyn, daar blijvend belang rijke financieele offers van de gemeenschap wor den gevraagd. Bovenstaande beschouwingen mogen er dan ook toe bijdragen, dat de hoofdroute NoordZuid voor het Westen via WILLEMSTAD tot stand zal komen, op de beste plaats, waardoor, tevens een goede verdeeling, over de geheele breedte van het land, van de verschillende vaste rlvierover- gangen zal worden bereikt en dat men MOER DIJK, ook overeenkomstig 's ministers mededee- lingen by de behandeling der begrooting in het laatst van 1929 onder alle omstandigheden blijft beschouwen, los van het Westen. Dan zal het beste recht geschieden aan geheel Zuid-Westelyk Nederland en zyn bewoners, die vooralsnog, hoewel waakzaam, vol vertrouwen de komende dingen afwachten. l^Met beleefden dank voor de opname dezer rege- Hoogachtend Uw dv. H. VAN DER VEEN. Burgemeester Willemstad (N.B.) Willemstad (N.B.), Sept. 1931. Nu de wet eenige maanden in werking la getreden, komen de voorschriften, die verbetering en aanvulling behoeven, door de praktyk zich steeds dringender melden, en moeten zy, die daar door onnoodig Iyden, den Regeerings-Commissari» mg. S. L. Louwes die mededeelen, opdat Z.Ed. Gestr. na die verbeteringen en aanvullingen, ook naar waarheid mag getuigen de Tarwewet 1931 werkt prachtig en beantwoordt aan het doel; steun aan de tarweboeren, zonder anderen bedry- ven nadeel te berokkenen. Urgent is in de eerste plaats een invoerverbod van óf hooger invoerrechten op buitenlandsch brood van tarwebloem, want, langs de Belgische grens wordt in de Nederlandsche steden en dorpen het Belgische brood aan de cliënten der Neder landsche bakkers verkocht voor 9 cents per kilo waterbrood. Het gevaar dreigt dus dagelijks, dat het Belgi sche brood per auto's in Rotterdam, 's-Graven- hage, Amsterdam, etc. geleverd wordt tot wel licht iets hooger prys, byv. 10 cents, waartegen de Nederlandsche Bakkerjj onmogelyk kan con- curreeren, omdat in België de tarwebloem 8 kost, en hier, door de Tarwewet 1931, 10.75, dó.ó.r niet de lasten door sociale wetten als hier den kostprys verhoogen, en nachtarbeidsovertre- ding dadr niet zoo'n last zou veroorzaken, omdat men daér liever ziet werken dan aankloppen bii maatschappelyk hulpbetoon. Komt dus die brood-concurrentie ook in de verschillende steden, dan in de Tarwewet 1931 onuitvoerbaar geworden, omdat de bakkery ln Nederland het bedrijf niet kan voortzetten In Maastricht heeft reeds een broodfabriek de bak kery gesloten en in Luik een bakkery gehuurd, waaruit zy de Maastrichtsche cliënteele van brood voorziet. Zy is nu vry man, staat niet onder contróle der Tarwewet 1931 en verdient meer I Urgent is óók het belachelijk klein percentage van 7% pet Amerik. Patenten, dat de bakker mag gebruiken om zijn melange te verbeteren, te verhoogen tot 25 pot, hetwelk ieder vakman moet toegeven, want een mooie melange is met 7(4 pet prachtige Patenten nog te verbeteren, maar een melange, waarin hoe langer hoe meer inheemsche tarwebloem verwerkt moet worden,, vereischt een verbeterings-percentage van min stens 25 pet. Niet, dat ik dat percentage vry wil laten invoeren, dat zou niet eerlyk zyn tegenover de meelfabrikanten, die tot hoogen prys 22(4 pot inheemsche tarwe moeten verwerken, dus daar voor moet ook een invoerrecht (diplomatiek ver- voer-bewys genaamd) betaald worden van 2.25 per 100 kg., waaruit tevens een fonds verkregen wordt ter tegemoetkoming aan heeren meel-im- porteurs, -handelaren, -experts, -expediteurs en -agenten, voor de 75 pet die zy door de Tarwewet 1931 niet meer mogen importeeren, expertiseeren, vervoeren of verkoopen, per kwartaal te ver- deelen al naar gelang hun omzet was volgens bun balans 1930. Blykt na verdeeling het fonds grooter dan be- noodigd, dan worde het overschot verdeeld, per Hectare te verdeelen, aan de andere steunbehoe- vehde boeren, (rogge-, suikerbieten- en aard appelen-verbouwers) Het hoogere percentage van 25 pet heeft óók het groote voordeel dat heeren meel-fabrikanten weten, dat er geen monopolie, maar concurrentie bestaat, waardoor hun bloem-kwaliteit niet ach teruit zal gaan. Oók is dat verhoogde percentage van 25 pet hard noodig, om een schrynend onrecht tegenover heeren meel-importeurs cons, te herstellen. Dan mag heeren meel-fabrikanten niet meer toege staan worden óók nog de B.gradeering te leveren. Waarom zy door die wet ruim 92(4 pet der benoodigde bloem-hoeveéiheid mogen leveren, en de HH. meel-importeurs cons, nog niet eens 7(4 pet, ls en blijft een raadsel, dat spoedig opgehel derd kan en moet worden. Daaraan moet toch zeker nog een belofte gekoppeld zyn geweest, anders kan ik my een dergelyke overeenkomst niet indenken. Meel-importeurs, die altyd door alle zelfs crisis- tyden heen netjes hun cliënteele bediend hebben ln de laatste 30, 60 en 100 jaren, krjjgen nu door die wet een plaats geheel achteraan. Dat is toch iets, wat men in een Christelyken Staat niet langer mag dulden I Ing. S. L. Louwes heeft ter vergadering do. 9 dezer te Hoorn den heeren bakkers de eer gegeven, die hun toekwam. Waar eerst betwyfeld werd, of het wel goed was, dat zy zulke groote voorraden hadden opgeslagen, moest nu toege geven worden, dat het z. 1. maar gelukkig ge weest was, omdat men niet voldoende voorraad inheemsche tarwe had, wat tot onoverkomelyke moeilykheden aanleiding zou hebben gegeven. Ook door die voorraden prachtige Patenten weet het publiek in de groote steden zelfs nu nog niet, hoe het brood, volgens voorschrift gemalen van tarwe en 22(4 pet inheemsche tarwe, er uit zal zien, men hoort wèl mopperen ln de kleine dorpen, en vooral d5Ar, waar een slechte brood prijs, ook vroeger, vorming van bloem-voorraden belemmerde en zoodoende direct de nieuwe me lange verwerkt moest worden. Dan zyn er nog twee categorieën, die in het gedrang komen, n.m. 1. de Coöperatieve Boerenbonden, die altijd aan haar leden eenige balen Patentbloem leverden, omdat die boeren-leden op de boerdery een eigen oven hadden, waarin zy brood bakten, daar zy op het platteland te vér van den dichtstbyzynden bakker woonden; waarom zou zulks verboden moeten worden, daarvoor waren immers ook de vervoer-bewyzen betaald in de havens van aan komst 2. De winkeliers. Indien men werkelyk bang ls, dat tot den winkellersprys iemand, hetzy bakker of banketbakker, daar een party zou koopen, vervalt die reden nu, als en omdat men 25 pet laat binnenkomen; bovendien kan men den winkelier nog verplichten niet meer dan 2 kilo af te leveren, en ook dat bezwaar is opgeheven. Ziet hier eenige aanwyzingen, verbeteringen en aanvullingen, die in de praktyk der laatste 2(4 maand om invoering luide schreeuwden, en ik hoop en vertrouw, dat de Regeerings-Commissa- ris met zyn plan „een betere oplossing te vinden voor de benadeelde groepen", spoedig zal slagen, want werken willen die groepen o zoo gaarne. Hoogachtend, Rotterdam. P' C' C' SIMONS' KOMT ER OOK WEL OVERHEEN (Buiten verantwoordelykheid der Redactie) SOBRI TAS-BLOEMENDAG. 's-Hertogenbosch, 14 Sept. 1931. Het is rondom den 24en September, den feestdag van O. L. Vrouw tot Vrykoop van Slaven, dat ln vele steden en dorpen jaarlyks een Sobriëtas- bloemendag wordt gehouden. Erkend moet worden, dat er tegenwoordig van ons katholieke volk veel wordt gevraagd. Maar wie zou nu niet een offertje over hebben voor de drankbestryding, welke toch een mooi stuk katholieke actie is De alcohol gaat voort, nu nog ondanks zyn duurte en ondanks te slechte tyden, tal van gezinnen naar ziel en lichaam ongelukkig te maken. Daarom verdient dan ook de drankbestryding aller steun en medewerking. Elke plaats of parochie in het Bossche Diocees en ook daarbuiten organiseere rondom den Feest dag van O. L. Vrouw tot Vrykoop van Slaven een Sobriëtas-Bloemendag, en door het koopen van een Sobriëtas-bloempje toone zich een ieder mild ten overstaan van anderen, in wier leven zooveel moois en heerlyks wordt verwoest door den alcohol. DE SECRETARIS VAN DEN BOSSCHEN DIOC. DRANKBESTRIJDERSBOND. (Van redactiawege Ingekort). GENERAAL INSINGER inspeoteert op het sta Uonsemplaeememit te Doettnchem de binnea, tomemdie treinen, waarin zich. het materiaal bevdndt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6