*rr rvr*r stzpls
KABOUTER
INGEZONDEN.
ÖAfpiH
foAAl
tORE5BY
sonr
ATLAhTJ5CHE--OCPA/ r|
IS IJSLAND GESCHIKT VOOR EEN
VLIEGSTATION
DONDERDAG 24 SEPTEMBER 193Ï
HET „PAPIEREN GEVAAR".
DE MUZIEK-CRITIEK IN DE
DAGBLADEN.
■EK GOEDE HOND 8TAA"|
VOOR GEEN SLOOT. MAAR EEN
PlSKO
S6DHAVU
JAKOBShlAVn
straat
~y^OAVI5
MouSTfJ
KAnceRoiuc o'
SUAKY „flOOV?
AM6MAQ5AL?K
^tY'WAVA.
A/v^eAf
De reis van luitenant Visch en
luitenant Giesen naar
Reykjavik.
Onze Utrechtsche redacteur schrijft:
Nog niet lang geleden maakten wij melding
van de voorbereidingen, welke ook in ons land
gemaakt worden in verband met het tweede
Internationale Pooljaar, waarin door verschil
lende landen gezamenlijk een groot aantal on
derzoekingen omtrent de Poolkwestles zullen
worden gedaan.
Alhoewel Nederland zich toegewezen zag een
posit op Groenland, waar op 't gebied van het
magnetisme zou worden geëxperimenteerd,
meende men hier bovendien nog aerologisclie
onderzoekingen te moeten doen, ook al viel dit
niet direct onder de taak die Nederland op
zich had genomen.
Het was intussohen niet maar zoo zonder
reden, dat men hier de taak vrijwillig uit
breidde. Nederland immers is reeds tien jaar
met aerologisclie onderzoekingen bezig, terwijl
men in andere landen pas de eerste schreden
op dit pad begint te zetten, zoodat Nederland
ook eigenlijk het eenige land is, dat thans een
dergelijk iets kan ondernemen.
Wij immers beschikken niet alleen over uit
gebreide statistieken over een tijdsverloop van
tien jaar, maar hebben tevens reeds een prac-
tische scholing doorloopen als geen ander land.
Om deze plannen te kunnen volvoeren dien
de men evenwel de beschikking te hebben
over militaire vliegtuigen en militaire vliegers
en dit bracht, zooals begrijpelijk wel eenige
moeilijkheden mede.
De moeilijkbeden werden echter overwon
nen. De minister van defensie wenschte een
rapport omtrent de mogelijkheden van een tij
delijke vliegbasis op IJsland, en nadat ook de
noodige diplomatieke stappen waren onder
nomen, vertrok bet politievaartuig „Nautilus"
met aan bood den eersten luitenant E. Visch,
chef van den meteorologischen dienst van Soes-
terberg en de eerste luitenant J. H. v. Giesen,
aan den zelfden dienst verbonden om te onder
zoeken en te rapporteeren of en hoe en waar
op IJsland een tijdelijk vliegveld kon worden
ingericht, dat geschikt was voor aerologische
waarnemingen.
En nog voor luitenant Visch een geheelen I 'anden zijn, die het ook zullen doen. We mogen
dag terug was op zijn bureau op Soesterberg, I ^an ook verwachten, dat wij de medewerking
ontmoetten twee journalisten van twee geheel I van velen zullen krijgen. Moet het niet door
verschillende kranten elkaar, toem ze beiden een ieder toegejuicht worden, dat de militaire
tegelijk aan de plantenwacht van het vlieg- middelen hier voor zoo'n groot, zuiver weten-
veld naar luitenant Visch vroegen. schappelijk belang gebruikt worden?"
En luitenant "V isch bleek een charmant gast- Waarin zal het werk, zoo alles doorgaat,
heer en bovendien een aangenaam causeur te °P IJsland bestaan?"
zijn, die met liefde vertellen wilde van het „Ifc zal u eerst dit vertellen: Als het door
werk, dat zoozeer zijn interesse heeft gaat, dan zullen wij bij Reykjavik genoeg
hebben aan twee vliegers en één mecanicien,
Goede resultaten, als de twee vliegers tenminste ook over een
t Was onnoodig veel te zeggen over het ruime mecanlsche ervaring beschikken. Voor
doel van onze komst. bijzondere reparaties kan dan hulp uit Reyk-
„U weet", zei luitenant Viseh, „dat wij naar -1avik ko®en. En ik verwacht, dat luitenant
Reykjavik gingen om te zien of wij een ter- Glesen een der vliegers zijn zal. Het werk
rein konden vinden, dat geschikt was voor het zal bestaan uit drie vluchten tot 5000 M.,
doen van aerologi- waarvan er twee in het zomer- en een in het
iche waamemin- winter-halfjaar zullen worden uitgevoerd. In
en. den overigen tijd moeten dan de gegevens vol-
Oorspronkelijk ledig worden uitgewerkt en onderzoekingen
vas er even ge- worden verricht met proefballons, voorzien
'acht aan de me van zelf-registreerende instrumenten.
AngmagsalikMagnetisch station.
belangrijk maakt voor geheel de wereld
Zooals u weet, wordt er in a it tweede Pool-
jaar door btfna alle landen samengewerkt niet
alleen op het Noordelijk, maar ook op het
Zuidelijk halfrond. Nu waren de aerologisch
onderzoekingen niet in het programma opge
nomen, maar Nederland doet een ernstige
poging om er dat by te voegen. "ras"se
0 °6a]naahm', dien Nederland hierin heeft, is
overal buitengewoon goed. Wij doen deze
onderzoekingen reeds tien jaar en beschikken
gegevens, statistieken enz. En de
m 11 buitenland is thans zoo, dat
niet alleen de verrichtingen van Neder-
t m v°"e belangstelling volgt, maar
met eiSen pogingen in die richting
c tot Nederland voor den dag is gekomen,
j en kent en erkent de supprematie van ons
land en men vertrouwt daar op. Als Nederland
het niet doet, zal geen enkel iand het durven
doen, maar als Nederland met een volledig
plan voor den dag komt, zullen er andere
Reykjavik: Aerologisch station
Er zal bij de onderzoekingen in het Poodjaar
trouwens een nieuw instrument worden ge
bruikt, dat door de Russen is uitgevonden. Dat
is een proefballon, waarvan de gegevens door
middel van een draadlocze op de aarde worden
geregistreerd".
„Nu zullen wij maar niet zoo lang meer
van uw tijd gebruik maken, maar alleen wilt
u misschien nog Iets vertellen over de reis
zelf
Het bleek een teer praatje te zijn, want (wie
zou bet gelooven) de eerste luitenant E. Visch,
chef van den meteorologischen dienst op
Soesterberg en de eerste luitenant J. H. van
Giesen, een ervaren vliegenier en geroemd
onderzoeker van de lucht, warenzeeziek
geweest.
„Een schip bleek iets heel anders te wezen,
dan een vliegmachine", zei luitenant Visch,
„maar zoo erg hebben wij ons niet geschaamd,
want den tweeden dag was de kapitein de
eenige die nog aan tafel verscheen. Maar
overigens was het een prachtige reis en aan
boord was men buitengewoon vriendelijk voor
ons. Op den terugweg naar New-Castle hebben
we veel mist gehad. De Nautilus is toen weer
naar de visscherij vertrokken en wij zijn per
„flying Scott" naar Londen gereisd en vandaar
per Luft Hansa naar Rotterdam".
„Nu nog één vraagje. Denkt u, als het plan
doorgaat, dat de machines naar IJsland zullen
vliegen
„Nee, ze zullen vervoerd moeten worden,
maar dat zal wel zonder bezwaar kunnen ge
schieden, als we de medewerking van de
regeering krij'gen. Dan zou men bijvoorbeeld
een van onze oorlogsschepen de oefenreis naar
IJsland kunnen laten maken om de machines
over te brengen".
We waren aan het eind van onze nieuws
gierigheid en namen afscheid'van onzen
vriendelijken en_ bereidwilligen gastheer.
Boven het vliegveld duikelde een militaire
jager blinkend in de herfstzon.
elijkheld om zulk j
en terrein te vin-
!en bij den post,
lie op Groenland
le magnetische I
waarnemingen doet
aaar spoedig bleek
iit niet mogelijk.
'Ir zijn natuurlijk
verschillende
isohen, waarmede
vij rekening had
den te houden.
HET STAATSBOSCHBEHEER.
Krachtiger uitbreiding van het bezit
wenschelijk.
Ut. Visch.
Voor de eerste maal sinds zijn bestaan pu-
Zoo moeten we ge- I bliceert het Staatsboschbeheer een gedrukt
makkelijk brand- verslag over de aan zijn zorgen toevertrouwde
stof aan kunnen bezittingen en van de veelzijdige werkzaam-
voeren, reparaties doen verrichten en we moe- heden van dezen tak van staatsdienst. Het is
ten natuurlijk ook eenige eischen stellen aan getiteld: Jaarverslag over 1929, doch geeft,
het klimaat. hetgeen voor een eerste verslag, dat door de
Wat al deze dingen betreft waren wij aan- Publicatie aan de openbare beoordeeling wordt
gewezen op de nabijheid van een stad. Aan onderworpen, voor het goede begrip wensche
nen andenen kant moeten we een streek heb- "jk is, tevens een algemeen overzicht over de
ben, waar het mogelijk is om de waarnemin- beheerstaak, bijzonderheden over de technische
gen te doen en ten slotte speelt natuurlijk geld methoden van bebossing en exploitatie, een na-
een belangrijke rol. dere uiteenzetting van de wijze van voorlich-
De ontvangst op IJsland was buitengewoon ting aan andere lichamen en van de bemoei-
gastvrij en hartelijk en dat we binnen de drie ing met de wetten, die op het boschbezit be
maal vier-en-twintig uur geslaagd zijn om trekking hebben. Uitgebreide tabellen ver-
inderdaad een terrein te vinden, hebben wij schafffen nauwkeurige gegevens over de uit-
vooir een groot deel te danken aan de meer gestrektheid en indeeling der domeingronden
<lan buitengewone medewerking, die wij van 40.715 h.a., verdeeld over 8 houtvesterijen
üe lJslandsche regeering hebben mogen ondier- waarvan in cultuur 16.254 H.A., en 24.461 H.A.
vinden. woesten grond en wegen over de uitgaven
ongeveer tien minuten ten Zuid-Oosten van en opbrengsten, zoowel van het geheele beheer
Reykjavik vonden wij een zacht veerend gras- als van de domeinen afzonderlijk; uitgaven
I on terrein ligt geheel open, er zijn 1.237.040, waarvan ten laste der domeinen
hoogspanningsdraden in de ƒ718.106, opbrengsten 333.00 In de tabellen
^efrTta?nf +r r" eve\ moot MaaT hetUün ter vergelijking tevens de bedragen over
IZ Z 7 Particulier eigendom en ongetwij de drje voorafgaande jaren vermeld en ten.
geduurd hebben! ató de IJshfndsc^egTering g|fnd 4v^n d^EShin^l!111 'T
eenige kosten ter beschikking zou worden ge- S V°Te
king 14280 H.A.,- waarvan reeds 9481 H.A. wer
den beboscht
greppel tijdelijk sou laten overbruggen.
Trouwens, behalve de medewerking van den
eersten minister van financiën, hebben wij ook
de volle medewerking gehad van den chef van
don meteorologischen dienst, den beer T. Thor-
koliSon en den Nederiandschen consul-generaal
meteorologische eischen?"
,,En wat waren uw ervaringen omtrent de
meteoroligsche eischen?"
„Wel, die waren ook zeer bevredigend. Een
van onze grootste vijanden is de mist en die
komt daar bijna niet voor. En de zoo gevaar
lijke grondmist is heelemaal onbekend. Het
eenige wat misschien nog eens een beetje kan
hinderen, is een beele fijne motregen uit het
Westen.
De heerschende winden zijn Noord- en Zuid-
Oostelijke winden, terwijl het klimaat er zeer
goed is. Gedurende de drie dagen, dat wij er
waren, hebben we steeds zonder overjas ge-
loopen, terwijl er een zicht was, varieerend
tusschen zeven en vyftien K.M. En toen wij
onze tevredenheid daarover uitten, zeide men,
dat dit voor IJsland nog Vrij ongunstig te
noemen was.
Het eenigste, waar wij nu nog voor zullen
moeten zorgen, als alles doorgaat, is een
hangar en ook hiervoor hebben wij weer veel
medewerking ondervonden.
Want niet zoodra hoorde men van de
eventueele noodzakelijkheid om een hangar te
bouwen, of de minister liet een architect een
kostenberekening maken van een hangar van
gegolfd plaatijzer.
Deze kosten zullen ongeveer 4000 bedragen.
Dit is natuurlijk een heel bedrag, maar ik
geloof wel, dat wij mogen verwachten, dat
het door particulieren bijeengebracht zal
worden.
Wel, en tot slot is het wel aardig om te
vermelden, dat de Shell reeds alle mogelijke
toezeggingen heeft gedaan om de benoodigde
brandstoffen naar het vliegveld te vervoeren".
„Wat acht u zelf wel het belang in deze
geheele zaak?" vroegen wij.
„Er zit aan deze zaak een kant, die haar
De aankomst der KonFamilie voor het
Paleis aan den Dam te Amsterdam,
Om verschillende redenen mag de verschij
ning van dit verslag, naar het uiterlijk een
welverzorgd boekske van 50 pagina's, in het
traditioneele groene boschbouwkleed, worden
gewaardeerd, al komt het als jaarverslag wel
wat erg laat. Vooreerst toont het aan, dat van
de verschillende door het bestuur in het staats-
huishouden te bewijzen diensten, die van het
eigenlijke domeinbeheer slechts een deel, zij
het een gewichtig deel van zijne taak uitmaakt.
Daarnaast is het belast met 2e de bebos-
schlng met renteloos voorschot en technische
hulp van «staatswege, 3e met den zgn. voor
lichtingsdienst, waaronder o.m. worden gere
kend de talrijke adviezen aan andere departe
menten, provinciën en gemeenten, de contröle
op de herkomst van het in ons land gebruikte
dennenzaad, waaixleschattingen, e.d. 4e de uit
voering der boschwet 1922, voornamelijk om
vattend het toezicht op den vellingen van bosch
door gemeenten en lichamen van algemeen nut
en op het beheer der terreinen, waarvoor som
mige gemeenten en lichamen uit 's Rijks wor
den gesteund ter bewaring van het natuur
schoon, 5e de uitvoering der natuurschoonwet,
waarmede wordt bedoeld het toezien op het
behoud van het natuurschoon, der landgoede
ren, wier eigenaren uit dien hoofde verlich
ting van belasting genieten overeenkomstig
deze wet; ten slotte 6e met den overigen
dienst, waaronder de zorg valt voor al datgene
wat men zou kunnen noemen de boechbescher-
mings-opvoeding van bet Nederlandsche volk,
door algemeens propaganda en steun van de
pogingen van het particuliere initiatief op dit
gebied, met name op het terrein der natuur
bescherming der vogelbescherming, het bosch
brandgevaar, de boomplantdagen voor de jeugd.
Ook de instandhouding van het Museum be
hoort tot deze rubriek.
Uit deze veelzijdigheid van werkzaamheid
volgt de juistheid van den door onzen Minis
ter van Binneulandsche Zaken en Landbouw
getroffen maatregel om de eenige jaren te vo
ren plaats gehad hebbende aanwijzing van het
staatsboschbeheer tot staatsbedrijf in den zin
van de wet van 1912 weder in te trekken, daar
immers de vorm van staatsbedrijf hoogstens
logisch toepasselijk kon worden gemaakt op
de weinige in exploitatie zijnide domeinbos-
scben, doch niet op boschaanleg, nog minder
op de overige takken van werkzaamheid.
Een tweede punt,- waarop de aandacht valt
is de langzame, te langzame uitbreiding van
het staatsbezit. De laatste drie jaren is het
door afronding en ruiling slechts toegenomen
met 375 H.A., praetisch was er dus geen ver
grooting. Een simpel zinnetje in het verslag
zegt: Verdere aankoopen, hoe gewenscht die
ook waren, moesten wegens gebrek aan midds-
len; voorloopig worden uitgesteld. Hierin kan
o.i. niet worden berust. Aan aandrang op de
regeering tot krachtiger uitbreiding van het
staatsbosühbezit beeft het waarlijk niet ont
broken. En dat niet alleen uit den boschweten-
schappelijken hoek, waar wel nauwelijks ver
schil van meening erover heerscht, dat het
bosch in staatshand de veiligste vorm voor
het behoud i,s en een meer uitgebreid staatsbe
zit ook voor Nederland wenschelijk. Dat de
natuurbescherming het meest doeltreffend ge
diend is met het bosch in handen der staats-
overheid, is evenmin voor bestrijding vatbaar.
En heeft niet de georganiseerde landbouw nog
voor eenigen tijd met klem bij de regeering
gepleit voor krachtiger uitbreiding van het
staatsboschbezit als zijnde een niet te verwaar-
loozen landbouwbelang?
Een vlot verloop heeft de bebossehing met
renteloos voorschot gehad. In korte jaren zal
de beschikbare grond der gemeenten beboscht
zijn en wij zien dan ook voor rentelooze voor
schotten aangewende bedragen reeds jaarlijks
afnemen.
Geen beter kunst-stimulansen dan weer
standen. Uitgeworpen door de maat
schappij, heeft de muziek
kansen als zelden
tevoren."
Men herinnert zich de gezonde beschouwin
gen van den heer S. P. Abas inzake de muziek-
critiek in de dagbladen, waarover deze schrij
ver meeningen ten beste gaf die getuigden van
inzicht in de muzikale nooden zoowel als van
begrip voor de eischen der Journalistiek.
Dezelfde auteur mengt zich thans in de pole
miek inzake het „papieren gevaar", die even
eens de muziekcritlek der dagbladen tot
onderwerp had. Zooals men weet, had Willem
Pijper zich bitter uitgelaten over „de nivel-
leeringswoede van het publlciteitsbedryf", die
verantwoordelijk zou zyn voor ongeveer alle
kwalen van het muziekleven. Naar aanleiding
hiervan heeft een bekend criticus van een
onzer dagbladen zijn opvatting van de journa
listieke crltiek verdedigd.
De heer Abas mengt zich thans in deze
gedachten wisseling met een zeer lezenswaardig
artikel in „Caecilia en Het Muziekcollege",
waarvan ons dit de kern lijkt:
„Het dagblad is een maatschappelijk ver
schijnsel, de muziek is een in het maat
schappelijke openbare leven getrokken
bovenmaatschappelijk verschijnsel. Het dag
blad, zijn journalistiek is ééndagsverscbijnsei,
werkt onder daardoor bepaalde omstandig
heden en met daardoor bepaalde criteria,
waarvan er een inderdaad de actuali
teit is. De muziek is als b jvenmaatschappe-
lijke waarde boven-actueel, maar wordt
actualiteit daar, waar zij in het maat
schappelijke leven getrokken is en betrokken
wordt. Dit dubbel-zinnige aan haar wordt
door niemand sterker gevoeld, kan door
niemand sterker beseft worden dan door den
muziek-criticus en schept de zeer bijzondere
en hoogst eigenaardige moeilijkheden waar
voor hij zich voortdurend gesteld ziet. Die
zijn er na den oorlog niet geringer op ge
worden, doordat de muziek, begrepen als
sociaal-verschijnsel, een crisis doormaakt en
als muziek-überhaupt een verjonging of
vernieuwing. Het een wordt meestal met het
ander verward omdat het ermee vereen
zelvigd wordt. Alle historisch-materialistische
dogma's en theorieën ten spijt is het echter
niet alleen denkbaar maar zelfs mogelijk
dat de muziek, sociaal-economisch in den
knel geraakt, juist dd&rom tot ongekenden
bloei zou komen. Geen beter kunst-stimu
lansen dan weerstanden. Uitgeworpen door
de maatschappij, heeft de muziek kansen als
zelden tevoren. In verbanningsoorden
heerscht de stilte, die Pijper verloren waant
gegaan.
Er bestaat geen crisis in het muziek-léven,
er bestaat slechts een momenteel zeer merk
baar geworden conflict tusschen dit en zijn
maatschappelijke afspiegeling, het concert
leven. Niet onmogelijk zal het conflict
eindigen met het sterven van dit laatste,
maar het is evenzeer denkbaar dat het een
nieuwen vorm of nieuwe vormen brengen
zal. De maatschappij beleeft een overgangs
stadium daarbij is natuurlijk de maat
schappelijke practyk der muziek betrokken.
Inzooverre dus ook de muziek-journalistiek,
want tusschen haar en de sociaal-practische
muziek-uitoefening bestaat dezelfde wissel
werking als tusschen de courant en het
maatschappelijk leven überhaupt. Een der
kenmerken van het overgangsstadium waarin
de gemeenschap verkeert is de zoo geheeten
nivelleering. Dat de dagbladjournalistiek
daar niet aan ontkomen kan is logisch, maar
te betreuren en wórdt dan ook betreurd,
door vele journalisten in de eerste plaats.
Hier dreigt gevaar en een veel omvangrijker
dan de heer Pijper vermoedt. Hij, als
„leidende figuur", geeft in zijn woordkeuze
angstwekkend duidelijk blijk zelf er niet aan
te ontkomen. En het woord, de taal is een
geweldige invloed. Daarvan zijn zich enkele
bladen in ons land bewust en zij weren uit
hun kolommen^ al wat naar plebsomanie
zweemt. Dat wijst erop, dat hun leiders het
besef nog niet verloren hebben, dat het
dagblad ook een sociale taak te vervullen
heeft. Dus ook een taak ten opzichte van
de muziek, voorzoover deelhebbend aan
het maatschappelijk leven".
NIEUWS UIT DEN WIERINGERMEER
POLDER
Uit een der geschriften van Luis Coloma her
inner ik me den uitroep: „Wat een raar dier ls
toch de mensch I" Wat de schryver er Juist mede
bedoelde, herinner ik me niet meer: of zyn ma
nier van zeggen juist was, betwyfel ik zeer;
maar feit is, dat de mensch het voorwerp en de
beweegreden, de oorzaak en het gevolg kan zyn
van de meest uiteenloopende gevoelens.
Dit heeft ondergeteekende in de afgeloopen
weken ondubbelzinnig mogen ondervinden, door
de ervaring dat één en hetzelfde feit voor den
één een reden of aanleiding is om een geluks
telegram te sturen, terwyl een ander een brief
met rouwrand zendt om te condoleeren, een derde
komt met een gezicht, dat minstens een slape-
loozan nacht ter oorzake van kiespyn verraadt,
je beklagen met zoo'n opdracht, terwyl nummer
vier even later binnen komt en verklaart: „Ik
benyd je, 'k wilde dat Ik het mocht doen".
Wat is er dan toch gebeurd? Z. Hoogw. Exc.
de Bisschop van Haarlem, heeft ondergeteekende
belast met de zielzorg van de katholieken in den
Wieringermeerpolder, d. w. z. In het land, dat
voor ongeveer een Jaar nog gedeeltelijk Zuiderzee
was.
Voor het geestelijk welzyn van de aldaar ln
barakken wonende werklieden mpet gezorgd wor
den, en ten dienste der definitieve bewoners, wel
ke zich zullen vestigen, moet een kerkje' enz.
worden gesticht. En deze taak, in dat nieuwe
land, dat aan de meesten onbekend ls was de
oorzaak van uiting van zooveel uiteenloopende
gevoelens,
Welnu aan allen zy medegedeeld, dat lk die
taak gaarne aanvaard, met een bljj gezicht en
een dankbaar hart. En mochten er onder de leze
ressen en lezers van dit stukje zyn, die haar of
hun belangstelling en medeleven op andere wyze
willen toonen, dan door juichen en jammeren, be
klagen of benyden, dan zy hier medegedeeld, dat
mijn gironummer ls93665 en dat myn postadres
Beverwyk' aankondiSln& blÜft: Breestraat 101,
Uw dr.
P. BRAAK, R. K. Pr.
„EEN FIETSENSLAGVELD TE
OVERSCHIE".
Maar ook een menschenslagveld, geachte re
el a c: tic 't Wordt werkelyk hoog tyd, dat veel
zwaardere straffen worden uitgedeeld aan die
hard rydende chauffeurs.
Ondergeteekende is geen wielryder maar be
vindt zich wel dagelyks op pad, zoowel in de
stad als buiten en is er duizend maal getuige
van, dat de meeste chauffeurs net doen of er
geen fietsers of menschen meer op den weg zyn*
EEN ABONNé-
DE TARWEWET 1931.
HET BRUGGENVRAAGSTUK.
Zeer geachte redactie,
De schrijver herhaalt dan nog eens, wat hij
reeds een vorige maal heeft betoogd: de kwali
teit der critleken daalt, omdat de kwantiteit
te zeer toeneemt en de belangstelling in de
critiek daalt, omdat te veel critieken over
seizoen en per blad verschijnen.
De geneesmiddelen, die hy aangeeft, lyken
ons echter niet alle aanvaardbaar. Het samen
brengen van bepaalde recensies in een week
overzicht of kroniek heeft dit bezwaar, dat het
dagblad zich daarmee al te zeer begeeft op het
terrein van weekbladen en tijdschriften. Het
dagblad is er juist om de actualiteiten dag»-
1 ij k s bij 'te houden, wat overigens nabe
trachtingen in een of anderen vorm niet
behoeft uit te sluiten.
Vermindering van het aantal muziek-
critieken lijkt ons nog altijd het best bereik
baar door een goede keuze van te bespreken
concerten, waarbij elk blad met de behoeften
van den eigen lezerskring kan rekening
houden.
Dezen weg hebben wij de laatste jaren steeds
bewandeld en wij hopen er op voort te gaan.
Als wij daarbij persoonlijke wenschen niet
steeds kunnen vervullen, bedenke men, dat
ook de lezer Iets heeft op te offeren om het
papieren gevaar" te bezweren.
Van de beantwoording der vragen, ten aanzien
van bovengenoemd onderwerp door het Tweede
Kamerlid, den heer ir. van der Waerden, gesteld
kon dezer dagen worden kennis genomen.
Het stemt ongetwyfeld tot voldoening, dat eer
lang twee vrij volledige verbindingen Noord-
Zuid, één in het Oosten (via Nymegen—Arnhem)
en een in het midden des lands (via Zaltbommel
Vianen) verkregen zullen zyn.
Voor de gewensehte Westelyke hoofdverbinding
NoordZuid gaat het echter kwalyk aan, te spre
ken van het doen eener keuze tusschen de ver
binding over het Hollandsch Diep en die
over de Merwede te Gorinchem (in den weg
UtrechtGorinchemKeizersveerBreda) want
deze laatste verbinding ia er duidelyk een tot
het midden, niet tot het Westen behoorende en
het heeft mitsdien al evenmin zin, ten dezen
verder de noodzakelykheid te betoogen van nieu
we overbruggingen over Nieuwe Maas en Noord
om via deze en GorinchemKeizersveer niet min
der dan het verkeer West—Zuid (lees: Noord-
Zuid, want daarom gaat het hier) te leiden
Wanneer het werkelyk in de bedoeling mocht
liggen, aanstonds ook aan overbrugging in de
Westelijke hoofdroute te gaan denken, zonder,
wat redelyk zou zyn, eerst eens even ln deze
abnormale tyden de verkeersontwikkeling onder
de straks sterk gewijzigde omstandigheden met
inbegrip der uitvoering van het rapport van
Rijckevorsel (m.n. verbeterde veerdienst Wil
lemstad— Numansdorp) af te wachten, dan komt
bij verdere uitwerking van het bruggenprogram-
ma stellig npar voren, de overbrugging van het
Hollandsch Diep, maarvastgekoppeld aan
de Westelyke hoofdroute Noord—Zuid en los van
de overbrugging der Uerwede te Gorinchem, want
nogmaals, deze maakt deel uit van een route
voor het midden, gescheiden te houden van de
Westelyke.
T n'u saat het by die overbrugging van het
Hollandsch Diep, waartoe de Minister, zeer voor
zichtig uitgedrukt, „aanvankelyk geneigd ls" en
dan natuurlijk bestemd voor de Westelijke hoofd
route Noord—Zuid, inderdaad om de geschiktste,
de_ juiste plaats daarvoor en niet, hoe maken
wy, ten koste van ovengenoemde route, die i.e.
den voorrang behoort te behouden, de overbrug
ging, waarvan hier sprake tevens dienstbaar,
geheel onnoodig trouwens, want andere rivier-
overgangen kunnen daarvoor evengoed aange
wend worden aan het verkeer Zuid-Zuidoost'
West-Noordwest (o.a. Rotterdam-Midden en Oost-
Brabant.)
Dit laatste kan men dan ook veilig als de rfgen-
lyke reden aannemen, waarom, vooralsnog, we
derom gelukkig voorzichtiglyk „naar het schynt",
de voorkeur aan het op de oostgrens van het
Westen gelegen Moerdijk al is daar dan ook
meer toevallig een Ryksveer en daardoor beter
bekend moet worden gegeven, boven het daar
voor veel beter, immers in het midden van het
Westen - gelegen Willemstad, welk laatste dan
ook niet betwist wordt, maar waartegen nu in-
tegenstelling met vroeger, toen het in vergaderin
gen technisch onuitvoerbaar heette, argumenten
van meerderen en minderen bruggen- en wegen
bouw worden aa.ngevoerd, alsof dat elders zoo
veel minder zal kosten, vooral nu blykbaar in
elk geval een nieuwe brug over de Oude Maas
vroeg of laat, in het verschiet is, terwyl mede
daarboven en tegenover een omweg, onder
welke gunstige omstandigheden, als b.v. bestaan
de Spoorwegbrug, ook, steeds noodwendig de
duurste oplossing moet zyn, daar blijvend belang
rijke financieele offers van de gemeenschap wor
den gevraagd.
Bovenstaande beschouwingen mogen er dan ook
toe bijdragen, dat de hoofdroute NoordZuid
voor het Westen via WILLEMSTAD tot stand
zal komen, op de beste plaats, waardoor, tevens
een goede verdeeling, over de geheele breedte van
het land, van de verschillende vaste rlvierover-
gangen zal worden bereikt en dat men MOER
DIJK, ook overeenkomstig 's ministers mededee-
lingen by de behandeling der begrooting in het
laatst van 1929 onder alle omstandigheden blijft
beschouwen, los van het Westen.
Dan zal het beste recht geschieden aan geheel
Zuid-Westelyk Nederland en zyn bewoners, die
vooralsnog, hoewel waakzaam, vol vertrouwen
de komende dingen afwachten.
l^Met beleefden dank voor de opname dezer rege-
Hoogachtend
Uw dv.
H. VAN DER VEEN.
Burgemeester Willemstad
(N.B.)
Willemstad (N.B.), Sept. 1931.
Nu de wet eenige maanden in werking la
getreden, komen de voorschriften, die verbetering
en aanvulling behoeven, door de praktyk zich
steeds dringender melden, en moeten zy, die daar
door onnoodig Iyden, den Regeerings-Commissari»
mg. S. L. Louwes die mededeelen, opdat Z.Ed.
Gestr. na die verbeteringen en aanvullingen, ook
naar waarheid mag getuigen de Tarwewet 1931
werkt prachtig en beantwoordt aan het doel;
steun aan de tarweboeren, zonder anderen bedry-
ven nadeel te berokkenen.
Urgent is in de eerste plaats een invoerverbod
van óf hooger invoerrechten op buitenlandsch
brood van tarwebloem, want, langs de Belgische
grens wordt in de Nederlandsche steden en dorpen
het Belgische brood aan de cliënten der Neder
landsche bakkers verkocht voor 9 cents per kilo
waterbrood.
Het gevaar dreigt dus dagelijks, dat het Belgi
sche brood per auto's in Rotterdam, 's-Graven-
hage, Amsterdam, etc. geleverd wordt tot wel
licht iets hooger prys, byv. 10 cents, waartegen
de Nederlandsche Bakkerjj onmogelyk kan con-
curreeren, omdat in België de tarwebloem 8
kost, en hier, door de Tarwewet 1931, 10.75,
dó.ó.r niet de lasten door sociale wetten als hier
den kostprys verhoogen, en nachtarbeidsovertre-
ding dadr niet zoo'n last zou veroorzaken, omdat
men daér liever ziet werken dan aankloppen bii
maatschappelyk hulpbetoon.
Komt dus die brood-concurrentie ook in de
verschillende steden, dan in de Tarwewet 1931
onuitvoerbaar geworden, omdat de bakkery ln
Nederland het bedrijf niet kan voortzetten In
Maastricht heeft reeds een broodfabriek de bak
kery gesloten en in Luik een bakkery gehuurd,
waaruit zy de Maastrichtsche cliënteele van brood
voorziet. Zy is nu vry man, staat niet onder
contróle der Tarwewet 1931 en verdient meer I
Urgent is óók het belachelijk klein percentage
van 7% pet Amerik. Patenten, dat de bakker
mag gebruiken om zijn melange te verbeteren,
te verhoogen tot 25 pot, hetwelk ieder vakman
moet toegeven, want een mooie melange is met
7(4 pet prachtige Patenten nog te verbeteren,
maar een melange, waarin hoe langer hoe meer
inheemsche tarwebloem verwerkt moet worden,,
vereischt een verbeterings-percentage van min
stens 25 pet.
Niet, dat ik dat percentage vry wil laten
invoeren, dat zou niet eerlyk zyn tegenover de
meelfabrikanten, die tot hoogen prys 22(4 pot
inheemsche tarwe moeten verwerken, dus daar
voor moet ook een invoerrecht (diplomatiek ver-
voer-bewys genaamd) betaald worden van 2.25
per 100 kg., waaruit tevens een fonds verkregen
wordt ter tegemoetkoming aan heeren meel-im-
porteurs, -handelaren, -experts, -expediteurs en
-agenten, voor de 75 pet die zy door de Tarwewet
1931 niet meer mogen importeeren, expertiseeren,
vervoeren of verkoopen, per kwartaal te ver-
deelen al naar gelang hun omzet was volgens
bun balans 1930.
Blykt na verdeeling het fonds grooter dan be-
noodigd, dan worde het overschot verdeeld, per
Hectare te verdeelen, aan de andere steunbehoe-
vehde boeren, (rogge-, suikerbieten- en aard
appelen-verbouwers)
Het hoogere percentage van 25 pet heeft óók
het groote voordeel dat heeren meel-fabrikanten
weten, dat er geen monopolie, maar concurrentie
bestaat, waardoor hun bloem-kwaliteit niet ach
teruit zal gaan.
Oók is dat verhoogde percentage van 25 pet
hard noodig, om een schrynend onrecht tegenover
heeren meel-importeurs cons, te herstellen. Dan
mag heeren meel-fabrikanten niet meer toege
staan worden óók nog de B.gradeering te leveren.
Waarom zy door die wet ruim 92(4 pet der
benoodigde bloem-hoeveéiheid mogen leveren, en
de HH. meel-importeurs cons, nog niet eens 7(4
pet, ls en blijft een raadsel, dat spoedig opgehel
derd kan en moet worden. Daaraan moet toch
zeker nog een belofte gekoppeld zyn geweest,
anders kan ik my een dergelyke overeenkomst
niet indenken.
Meel-importeurs, die altyd door alle zelfs crisis-
tyden heen netjes hun cliënteele bediend hebben
ln de laatste 30, 60 en 100 jaren, krjjgen nu door
die wet een plaats geheel achteraan.
Dat is toch iets, wat men in een Christelyken
Staat niet langer mag dulden I
Ing. S. L. Louwes heeft ter vergadering do. 9
dezer te Hoorn den heeren bakkers de eer
gegeven, die hun toekwam. Waar eerst betwyfeld
werd, of het wel goed was, dat zy zulke groote
voorraden hadden opgeslagen, moest nu toege
geven worden, dat het z. 1. maar gelukkig ge
weest was, omdat men niet voldoende voorraad
inheemsche tarwe had, wat tot onoverkomelyke
moeilykheden aanleiding zou hebben gegeven.
Ook door die voorraden prachtige Patenten weet
het publiek in de groote steden zelfs nu nog
niet, hoe het brood, volgens voorschrift gemalen
van tarwe en 22(4 pet inheemsche tarwe, er uit
zal zien, men hoort wèl mopperen ln de kleine
dorpen, en vooral d5Ar, waar een slechte brood
prijs, ook vroeger, vorming van bloem-voorraden
belemmerde en zoodoende direct de nieuwe me
lange verwerkt moest worden.
Dan zyn er nog twee categorieën, die in het
gedrang komen, n.m.
1. de Coöperatieve Boerenbonden, die altijd aan
haar leden eenige balen Patentbloem leverden,
omdat die boeren-leden op de boerdery een eigen
oven hadden, waarin zy brood bakten, daar zy
op het platteland te vér van den dichtstbyzynden
bakker woonden; waarom zou zulks verboden
moeten worden, daarvoor waren immers ook de
vervoer-bewyzen betaald in de havens van aan
komst
2. De winkeliers. Indien men werkelyk bang
ls, dat tot den winkellersprys iemand, hetzy
bakker of banketbakker, daar een party zou
koopen, vervalt die reden nu, als en omdat men
25 pet laat binnenkomen; bovendien kan men den
winkelier nog verplichten niet meer dan 2 kilo
af te leveren, en ook dat bezwaar is opgeheven.
Ziet hier eenige aanwyzingen, verbeteringen en
aanvullingen, die in de praktyk der laatste 2(4
maand om invoering luide schreeuwden, en ik
hoop en vertrouw, dat de Regeerings-Commissa-
ris met zyn plan „een betere oplossing te
vinden voor de benadeelde groepen", spoedig
zal slagen, want werken willen die groepen o
zoo gaarne.
Hoogachtend,
Rotterdam. P' C' C' SIMONS'
KOMT ER OOK WEL OVERHEEN
(Buiten verantwoordelykheid der Redactie)
SOBRI TAS-BLOEMENDAG.
's-Hertogenbosch, 14 Sept. 1931.
Het is rondom den 24en September, den feestdag
van O. L. Vrouw tot Vrykoop van Slaven, dat ln
vele steden en dorpen jaarlyks een Sobriëtas-
bloemendag wordt gehouden.
Erkend moet worden, dat er tegenwoordig van
ons katholieke volk veel wordt gevraagd. Maar
wie zou nu niet een offertje over hebben voor
de drankbestryding, welke toch een mooi stuk
katholieke actie is De alcohol gaat voort, nu
nog ondanks zyn duurte en ondanks te slechte
tyden, tal van gezinnen naar ziel en lichaam
ongelukkig te maken.
Daarom verdient dan ook de drankbestryding
aller steun en medewerking.
Elke plaats of parochie in het Bossche Diocees
en ook daarbuiten organiseere rondom den Feest
dag van O. L. Vrouw tot Vrykoop van Slaven
een Sobriëtas-Bloemendag, en door het koopen
van een Sobriëtas-bloempje toone zich een ieder
mild ten overstaan van anderen, in wier leven
zooveel moois en heerlyks wordt verwoest door
den alcohol.
DE SECRETARIS VAN DEN BOSSCHEN
DIOC. DRANKBESTRIJDERSBOND.
(Van redactiawege Ingekort).
GENERAAL INSINGER inspeoteert op het sta Uonsemplaeememit te Doettnchem de binnea,
tomemdie treinen, waarin zich. het materiaal bevdndt.