EEN VERGETEN „VADER''
m
fff
DONDERDAG 15 OCTOBER 1931
EEN HIAAT IN DE NEDERLANDSCHE
BEDEVAARTEN.
R. K UNIVERSITEIT.
Mgr. Dr. A. C. M. SCHAEPMAN.
EEN LANDGOED VOOR DE LOGE.
BEHEER VAN DEN WIERINGER-
MEERPOLDER.
SLECHTS 5 PCT. SALARISVERMINDE
RING BIJ DE AMSTERDAMSCHE
BANK.
HET WETSONTWERP VAN MINISTER
DONNER INZAKE DE
GODSLASTERING.
ACTIE TEGEN EEN KERKELIJ
KEN MAATREGEL.
Een gewezen pater procedeert
tegen zijn overste.
Eu verliest het proces.
Hier werkt
STEUNREGELING VOOR DE WERK
LOOZEN TE MAASTRICHT.
H. AMELINK.
INVOER VAN BELGISCH BROOD IN
LIMBURG.
DE BAISSE.SPECULATIE TER
BEURZE.
N. V. BALATA COMPAGNIE
SURINAME..
HET CONFLICT BIJ NERING BOGEL.
Waartoe de dankbaarheid ons moet brengen
Het is een verheugend feit, dat in onzen
tijd onder de katholieken van Nederland
weer zoo veel opleeft uit het verleden De
oude, door een paar eeuwen van vervolging
en achteruitzetting verbroken band met het
Nederland van vóór de Hervorming wordt
in meer dan één opzicht weer gelegd. Dat de
ontwikkeling van het katholieke leven in
Nederland ons dit mogelijk maakt is tege
lijk een genade èn een vermaning. Ren ge
nade GMh is het, dat de Nederlandsche ka-
tholiekHPn vrijheid en voorspoedigen groei
weer de oude Heiligen kunnen vereeren op
de oude plaatsen zonder vrees voor vervol
ging door den schout en spionnage door zijn
rakkers. Een vermaning is het, dat wij in de
vrijheid en den voorspoed niet vergeten van
welk oud en vroom geslacht wij zijn, wat
onze voorouders hebben rpoeten dragen en
verduren in hun stille en ontroerende trouw
aan Christus en Paus, en dat wij de heilige
verplichting hebben niet hun minderen te
«ijn in de beleving van het Evangelie.
De band met het oude wordt op meer dan
één plaats weer gevlochten. De vereering
van het H- Sacrament van Mirakel in de
hoofdstad heeft zich uitgebreid over het land
en tot zelfs in Brabant en Limburg vindt
men de plaatselijke afdeelingen, die ieder
jaar verschijnen bij den Stillen Ommegang.
De uitbreiding van deze oude devotie da
teert uit de laatste vijftien, twintig jaren
Wie van middelbaren leeftijd is men be
hoeft er volstrekt niet bejaard voor te zijn
herinnert zich nog den Stillen Ommegang,
hoe hij uit kleine groepjes bestond, zonder
ook maar een schijn van massaliteit. Dit laat
ste is pas in den loop der twintig afgeloopen
jaren gekomen. En al zal menig ouder Arn-
sterdamer toch met zekeren weemoed
denken aan die oude, inderdaad Stille Om
megangen, nog zoo echt verborgen en ver
storven als symbolen van drie eeuwen van
verdrukking en zoo héél anders dan de
massa's, die tegenwoordig de straten doen
dreunen van de voetstappen der aaneenge
sloten rangen over de uitbreiding van de
vereering van het Mirakel van Amsterdam
kan hij zich slechts verheugen. De vereering
van Onze Lieve Vrouw ter Nood te Heiloo is
eveneens pas sinds dertig of wat meer jaren
tot een nieuwen, grooten opbloei gekomen.
Uit den aard der zaak bepaalt deze devotie
zich meer tot de Hollanden. Het Zuiden
beeft zijn oude bedevaartplaatsen van de H.
Maagd altijd in veel grooteren getale ge
kend en al is het Generaliteitsland ook lang
met harde en zware hand verdrukt en uit
gebuit, de bevolking is er in massa altijd
katholiek gebleven en de overheersching van
den Hollandschen hervormde, die altijd een
minderheid vormde te midden van een over
wegend katholieke bevolking, heeft daardoor
het katholieke godsdienstige leven nooit zoo
kunnen fnuiken en lam leggen als in het
Noorden mogelijk was. Vandaar dat Heiloo
als oude bedevaartplaats van O. L. Vrouw
ter Nood weer in het bijzonder voor de Hol
landen beteekenis heeft. Dat deze oude Hol
landsche bedevaartplaats tegenwoordig weer
zulk een heerlijke opleving mag aanschou
wen is dan ook vooral voor de katholieken
van Holland een reden tot vreugde en dank
baarheid. Nog een andere band met het ver
leden van het katholieke Holland van vóór
de Hervorming zal worden hersteld wan
neer te Egmond eens wederom een Benedic
tijnenklooster zal verrijzen; iets, waarvan
men toch wel mag aannemen dat het slechts
een quaestie van tijd is.
Een band met een nog ouder verleden is
en wordt nog gestadig hersteld te Dokkum,
in Friesland. Wie zal er zich niet over ver
heugen, dat ook de vereering van een der
beide Apostelen van Nederland, den H. Boni-
facius, een nieuwe vlucht neemt? De proces
sies worden jaarlijks grooter en de plek,
waar de Heilige eens zijn leven liet voor de
kerstening van ons land, neemt allengs toe
in natidnaal-katholieke beteekenis. Het feit
dat thans een Fries, die reeds lang voor de
heropleving van de vereering van St. Boni-
facius geijverd heeft, op den aartsbisschop-
pelijken zetel van Utrecht zetelt en op den
feestdag van St. Bonifacius de Bisschops
wijding heeft ontvangen, is zeker een aan
wijzing dat de vereering van dezen Apostel
van Nederland zich ook in de toekomst zal
blijven uitbreiden.
Maar als men St- Bonifacius en Dokkum
noemt, dan wordt men zich plotseling met
verbazing iets bewust. Of moeten we zeg
gen: zelfs dén wordt men zich nóg niet be
wust welk een vreemde leegte er op een
bepaald punt bestaat in onze Heiligenver-
eering, althans voor zoover die zich mede
uit in bedevaarten en liefdevolle gedachte
nis van plekken, die ons heilig zijn? Wij ge-
gelooven inderdaad, dat verreweg de mees
ten zich niet bewust zijn, dat de Nederland
sche katholieken althans in deze uiterlijke
teekenen van vereering iemand vergeten.
En toch is dat zooen het is vreemd.
Om van eigen ervaring te spreken: er was
een vacantieochtend noodig en een bezoek
aan de oude Abdijkerk te Echternach in
Luxemburg en een oogenblik van peinzen
bij de marmeren graftombe van St. Willi-
brordus, den eersten bisschop van Utrecht,
om ons fneens te doen beseffen hoe volsla
gen wij, Nederlandsche katholieken, als het
op bedevaarten aankomt een der grondleg
gers van het christendom in Nederland ver
geten
Als ge daar dan even over nadenkt, dan
vraagt ge u zelf af hoe dat eigenlijk zoo
gekomen is, hoe vreemd dat is en waarom
in onzen tijd van het hervlechten van oude
banden en van de opleving van de devotie
tot onze oude Heiligen en oude bedevaart
plaatsen niemand met één woord spreekt
van het bezoeken van het graf van St. Willi-
brard. Natuurlijk, vergeten doen wjj ham
niet; het groote aantal kerken, in Neder
land aan hem toegewijd, getuigt wel an
ders! Maar is het niet vreemd, dat niemand
er aan schijnt te denken hoe dicht ons,
Nederlandschen katholieken, de gedacht?
moest liggen onzen eersten geestelijken Va
der te gaan vereeren op de plek van zijn
waar zijn heilig gebeente rust? Is het niet
geliefde stichting, de Abdij van Echternach,
vreemd, dat er onder de duizenden Neder
landers, die in hun vacantia ieder jaar kort
of lang ook in Echternach komen, ook heel
wat katholieken zijn, die met verrassing
vernemen of in het gidsje lezen, dat in die
mooie, marmeren graftombe achter de com
muniebank in de oude Abdijkerk de groote
Apostel van Nederland rust, St. Willibror-
dus? Is het niet vreemd, dat behalve dan
het toewijden van vele kerken aan den Hei
lige en het bijzonder gedenken van zijn
féést in de Nederlandsche Kerkprovincie
alle contact met zijn graf volstrekt ont
breekt?
Er bestaat in Nederland een nationale
bedevaartvereeniging. Er bestaan daarnaast
gewestelijke en zelfs plaatselijke bedevaart-
vereenigingen. Bedevaarten worden gehou
den naar binnen- en buitenland. Er gaan
om de paar jaar een of meer groote bede
vaarten naar Rome. Er gaan ieder jaar ze
ker drie verschillende bedevaarten naar
Lourdes. Deze bedevaarten hebben sinds
eenige jaren ook Lisieux in hun reis opge
nomen. Er gaan bij bijzondere gelegenheden
bedevaarten naar Padua of andere plaat
sen. Maar nooit gaat er een Nederlandsche
bedevaart naar Echternach, naar het graf
van den grooten Apostel van Nederland en
eersten bisschop van Utrecht, St. Willi-
brord
Kan iemand ontkennen, dat dit vreemd
is, een hiaat in de Nederlandsche bedevaar
ten? En lag Echternach nu nog ver weg en
ware zulk een bedevaart erg kostbaar, dan
zou men het nog kunnen begrijpen. Maar
Echternach ligt in Luxemburg en is in een
goeden halven dag te bereiken. Ligt het dan
niet op onzen weg ons af te vragen of de
dankbaarheid ons niet moet bewegen tot
het opnemen van het graf van St. Willi-
brord in de rij van heilige plaatsen, waar
naar wij jaarlijks of op gezette tijden een
bedevaart doen?
Ook de aard van onze tijden zou ons
daartoe moeten brengen. Is het niet natuur
lijk, dat wij bij den uitbloei van het katho
lieke leven, zooals wij dien op zoo menig
terrein mogen aanschouwen, ook terug den
ken aan den grootsten prediker van het Evan
gelie in ons land? Moet het apologetische
werk en het bekeeringswerk, waarvan wij
tegenwoordig toch zoo menige treffende
vrucht zien, ons niet er toe brengen voor
dit werk bij zonderen zegen te vragen en te
verwachten op de voorspraak van een der
voornaamste Apostelen van Nederland? En
ligt het niet voor de hand in een tijd van
gelijktijdigen massa-afval, althans in de
steden, en van geloofsverzwakking ook op
het platteland, voor het behoud des geloofs
en de versterking van het godsdienstige le
ven juist in het bijzonder de voorspraak
te vragen van hem, aan wien onze voor
ouders op de eerste plaats het geloof hebben
te danken gehad en die als eerste bisschop
van Utrecht den grondslag heeft gelegd
voor de Nederlandsche Kerkprovincie?
St Willibrord heeft in Nederland vele
kerken; zijn beeld prijkt op vele altaren en
aan vele pilaren. In den kerkelijken kalen
der van onze Blommen heeft hij een meer
dan gewonen feestdag. Maarvan een
werkelijke vereering van St. Willibrord
door de geloovigen is geen sprake. En ter
wijl wij St. Bonifacius op eigen grond ver
eeren, hem een heiligdom hebben toegewijd
en jaarlijks m steeds grooteren getale op
trekken naar Dokkum, zooals wij ook op
trekken naar Brielle en (vooral in het Zui
den) naar een vrij groot aanta] and0re bed0_
vaartplaatsen en bedevaartplaatsjes, toege
wijd aan verscheidene heilige dienaren
Gods, denkt niemand er aan ook eens te
gaan bidden op het graf van den grooten
Apostel van Nederland, voor het behoud
des geloofs m dezen tijd van neo-paganisme
en godsdienstige onverschilligheid.
Wanneer gaat de eerste Nederlandsche
bedevaart naar de graftombe van 5?t. Willi-
broyd, in de oude Abdijkerk van Echter
nach?
Lj x.
raH|
-\v
Het Kinselmeer, de aardige plas bij de Zuiderzee voorbij Durgerdam, zal door Am
sterdam als natuurmonument worden aangekocht..
Het gebouw Candida aan den N. Z. Voor
burgwal, Amsterdams tweede wolkenkrab
ber. Uk tmtUng>
Curatoren contra prof. Drerup.
Namens het Curatorium der R. K. Universi
teit te Nijmegen wordt ons opneming verzocht
van de volgende mededeeling:
In de door prof. dr. E. Drerup op 21
September 1931 gehouden rede bij gelegenheid
van de overdracht van het rectoraat, komen
de volgende zinsneden voor:
Geen protest kan rijzen tegen de bewering,
dat de deskundigen in wetenschappelijke
zaken zich niet in de leidende organen der
Universiteit dienen te bevinden, maar slechts
in hun faculteiten. Wanneer ook de indivi-
dueele leden der faculteiten In het algemeen
meer, als men gewoon is aan te nemen, zich
van hun eigen ontoereikendheid bewust zijn,
dan zijn toch zij alleen de in het algemeen'
competente beoordeelaars van wetenschappe
lijke vragen en behoeften. In een bestuurs
lichaam daarentegen, dat voor mannen der
wetenschap de aangewezen plaats niet is kan
over wetenschappelijke noodzakelijkheden en
kwalificaties slechts van uiterlijke gezichts
punten uit geoordeeld worden, in het bijzonder
vanuit dat der materieele uitvoerbaarheid. Nu
berust het recht voorstellen te doen voor
vacante of nieuw op te richten professoraten
uitsluitend bij het college van curatoren, dat
het bestuur der St. Radiboudstichtdng, dat
natuurlijkerwijze de beslissing treft, „een met
redenen omkleede aanbevelingslijst" moet aan
bieden, 5,de faculteit gehoord". Daaruit echter
volgt de wonderlijke situatie, dat in een zaak,
waarvan leven en dood onzer Universiteit
afhangt, de werkelijk deskundigen niet eens
het recht hebben hundeskundig advies ook
maar ten gehoore te brengen bij het beslissen
de bestuur. Want wat de curatoren uit het
faoultedtrapport voor hun eigen voorstel en
zijn motlveering willen uitlichten, of zij zelfs
het op wetenschappelijke overwegingen ge.
gronde faoulteits-advies door een of andere
bijkomstige overweging in zijn tegendeel wil-
len veranderen, wordt aan Iedere controle
onttrokken, zelfs aan die der hoogste instantie
Hieruit ontstaan dan de steeds terugkeerende
pogingen om de werkelijke meening der
faculteit toch minstens prlvatim ter kennis
der beslissende personen te brengen wat in
een cdrculus vitiosus voeren moet tot' oneenig
heid met de bestuurslichamen, ja tot oneenig..
heden In de faculteiten zelf. Zeer veel zou dus
reeds verbeterd zijn, wanneer bij vacaturen
het college van curatoren zich wild© aanwen
nen om btf de eigen gemotiveerde voordracht
als bijlage ook het rapport der faculteit In
zijn geheel en onveranderd te voegen, waar
door de hoogste instantie dan pas In staat
gesteld wordt een werkelijk doelmatige be
slissing te treffen.
De ondergeteekenden, curatoren der R. K.
Universiteit te Nijmegen, protesteeren tegen
de daarin tegen hen geuite beschuldiging, dat
zij niet steeds de van de faculteiten ontvangen
adviezen betreffende benoeming van profes
soren en het oprichten van professoraten, aan
het bestuur der St. Radboudstiohting hebben
overgelegd en verklaren bN dezen dat steeds
en in alle gevallen door hen volledig en
onveranderd deze adviezen aan genoemd be
stuur zijn toegezonden,
Nijmegen, 13 October 1931.
Dr. W. A. BOEKELMAN,
waarnemend voorzitter.
Mr. W. M. VAJV LANSCHOT.
Mr. H. J. J. v. d. BIESEN.
Dr. F. B. BANNING
Mgr. dr. A. C. M. Schaepman bevindt zich
sedert eenige dagen in het St. Antonius-
gasthuis te Utrecht, om te laten wegnemen
een klein gezwel^ dat echter niet van ernstigen
aard is.
De Dreef, een landgoed gelegen tusschen
Wapenveld en Heerde, is, naar de „N.R.Ct."
meldt, voor een speciaal doel door de Groot-
Loge Nederland der Orde van Vrijmetselaars
aangekocht.
TOELATING ALS RAADSLID.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben onge
grond verklaard het beroep van P, Kroon, lid
van den Raad der gemeente Ter Aar, tegen
het besluit van den raad dier gemeente van
1 September JJ., waarbij P. Post als lid van
den Raad ls toegelaten.
Voorts hebben Ged. Staten ambshalve ver-
nletigd het besluit van den Raad der ge
meente Rijnsaterwoude d.d. 1 September 1931,
waarbij J. A. de Bruyn als lid van den Raad
dier gemeente ls toegelaten.
Het advies van den Zuiderzeeraad.
Op de schriftelijke vraag van het Tweede
Kamerlid van der Waerden betreffende be
kendmaking van het advies van den Zuiderzee
raad inzake het beheer van den Wieringer-
meerpolder en de uitgifte der Zuiderzeegron
den, heeft de Minister van Waterstaat geant-,
woord dat het niet gebruikelijk is ambtelijke
rapporten aan de Staten-Generaal over te leg
gen.
Intusschen ligt het in het voornemen bij de
behandeling van de ontwerp-begrooting van hef
Zuiderzeefonds voor 1932, waarbij deze aange
legenheid vanzelf ter sprake komt, aan de hand
van het in de Memorie van Toelichting mede
gedeelde, nadere Inlichtingen Je verstrekken.
Tweede vermindering opgeschort.
Wij ontvingen van bevoegde zijde de mede.
deeling, dat naar aanleiding van de vele be
zwaren, welke door leden van het personeel
der Amsterdamsche Bank, tegen de salaris,
vermindering van 10 zijn ingebracht, de di
rectie besloten heeft de tweede salarisvercnin-
dering van 5 welke zou ingaan op 1 Janua
ri 1932, tot nader bericht op te schorten.
De salarissen zullen dus met ingang van
1 November met 5 verminderd worden.
VEREENIGDE GLASFABRIEKEN.
Ontslag te Leerdam.
Naar wij vernemen, heeft de N. V. Vereenigde
Glasfabrieken het grootste gedeelte van haar
personeel van de fabriek te Leerdam n.l. on
geveer 100 man ontslagen In verband met de
sterk ingekrompen afzetmogelijkheid als ge
volg van de sterke concurrentie en de daling
van het pond sterling.
In verband hiermede deelt de directie van
de N. V. Glasfabriek „Leerdam" ons mede, dat
deze mededeelingen geen betrekking hebben
op haar fabriek, maar alleen op de te Leerdam
gevestigde flesschenfabriek van de N. V. Ver.
Glasfabrieken te Schiedam.
De Glasfabriek „Leerdam" is er dus niet bij
betrokken.
PRACTISCHE BESTRIJDING DER WERK
LOOSHEID IN ONS LAND.
Naar wij vernemen, heeft de directeur der
N.V. Suikerbietenfabriek „Sas van Gent" voor
de a.s. campagne ongeveer 100 Belgische werk
lieden door arbeiders uit Sas van Gent en om
geving vervangen.
De parlementaire redacteur van de „Stan
daard" meldt:
De bekende protest-motie door 28 Amster
damsche predikanten tegen het geschrijf in het
Communistisch dagblad „De Tribune" en de
daarop gevolgde meerdere protesten heeft tot
verschillende beschouwingen en commentaren
aanleiding gegeven. Daarbij is hier en daar ook
de meening uitgesproken, een meening, waar
van men oordeelde, dat ze versterkt werd door
het uitblijven der Momorie van Antwoord op
het Voorl. Verslag der Kamer, dat de Regee
ring voornemens zou zijn, om het wetsontwerp
van Minister Donner inzake de Godslastering,
verder te laten rusten.
Wij meenden goed te doen, eens ter plaat
se waar men het weten kan, te informeeren,
wat daarvan aan is.
Als resultaat van die informatie kunnen wij
mededeelen, dat er van een voornemen bij de
Regeering, om het wetsontwerp—Donner ver
der te laten rusten, in het geheel geen sprake
is. De Memorie van Antwoord zal dan ook
binnen niet al te langen tijd verschijnen. Dat
zij er nog niet is, behoeft allerminst als iets bij
zonders te gelden. De materie is stellig geen
gemakkelijke en in het Voorl. Verslag zijn er
zeer uiteenloopende beschouwingen aan gewijd,
gezette overweging daarom was eisch.
Practisch had de beantwoordig van het Voorl-
Verslag op korten termijn weinig zin, wiji
het uitgesloten moest worden geacht, dat de
Kamer het ontwerp nog vóór Kerstmis zou kun
nen en zou willen behandelen. De agenda vóór
dien tijd is reeds meer dan gevuld. Komt het
ontwerp nu ln het voorjaar op de Kameragen
da, dan ligt de indiening der Memorie van
antwoord nog niet zoover achter den rug en
is er bovendien meer kans op de rustige sfeer,
waarin een ontwerp als dit toch stellig bij
voorkeur dient behandeld te worden.
10-JAKIG BESTAAN NED- BOND IN
DUITSCHLAND
Men sclrrjjft ons:
Op 24 en 25 dezer zal te Dortmund het 10-
jarig bestaan van den Nederlandschen Bond in
Duitschiand worden gevierd.
Veel reden tot jubilé zal er op die data voor
de Duitsche Nederlanders wel niet zijn. want
talloos velen zijn werkloos geworden en zijn
aangewezen op den geringen steun, welken de
Bond hun kan geven.
De Boekencommiesie van het Alg. Ned. Ver
bond heeft op verzoek van enkele Nederland
sche vereenigingen in Duitschiand reeds eenige
kisten met boeken gezonden; leesmateriaal
voor de jeugd en ook ten behoeve van de lei
ders van Nederlandsche cursussen welke wor
den gehouden om den werkloozen leden ten
minste eenige nuttige bezigheid te geven.
Zij die door den nood der tijden niet in
staat zijn geldelijk te helpen, kunnen een zeer
gewaardeerd werkdoen door het beschikbaar
stellen van alle soorten boeken voor oud en
jong. Desgewenscht ongefrankeerd kan men
zijn boekengift doen toekomen aan de „Boeken-
oommissie van het Alg. Ned. Verbond. Laan
34, 's Gravenhage.
DE SPOORLIJN OVER DEN
AFSLUITDIJK.
In verband met de geruchten, dat de spoor
lijn over den afsluitdijk niet langs Harlingen,
doch langs Arum zal worden geleid, heeft zich
te Harlingen een comité uit de burgerij van
deze plaats gevormd, dat een actie zal voeren
da ljja toch langs Harlingen te krijgen.
Men schrijft ons:
Den laatsten tijd heeft de vroegere Jesuieten-
pater Heinrich Bremer, een heeüe opschudding
verwekt door zijn felle aanvallen tegen zijn
vroegeren overste en zelfs tegen den Paus, die
hem uit de Jesuietenorde gesuspendeerd had.
Heinrich Bremer werd in het begin van 1929
vervallen verklaard van het lidmaatschap der
Jesuietenorde. Dit ontslag werd bekrachtigd
door een gerechtelijk vonnis van de Congrega-
tio de Religiosis. Met deze uitspraak kon de
veroordeelde zich niet vereenigen, ofschoon hij
wist, dat dit vonnis onherroepelijk is. terwijl
de H. Vader, die zich persoonlijk van het ge
val op de hoogte had gesteld, een beroep op de
S. Rota (de hoogste kerkelijke rechtbank) in
het onderhavige geval niet kon toestaan.
Sinds ettelijke jaren nu beijvert zich Bremer
om. evenals voor den tijd van zijn ontslag, zijn
oversten met smaad en beschimpingen te over
laden. Hij ging zelfs zoover zijn aanvallen te
richten tegen de H. Congregatie voor Religieu-
sen en andere kerkelijke rechtbanken, ja zelfs
tegen den persoon van den H. Vader
Als gevolg daarvan werd Bremer krachtens
een speciaal decreet op grond van hardnekkige
ongehoorzaamheid tot den leekenstand gede
gradeerd. Toen echter de aanvallen van Bremer
doelloos bleken en geen practisch resultaat
opleverden, wendde hij zich tot de pers. Daar
de katholieke pers haar kolommen voor dit
lasterlijk geschrijf niet wilde openstellen, wer
den zijn artikelen in de „Kölnische Zeitung"
opgenomen onder het opschrift: Een Justitie
schandaal in Rome". Het waren smadelijke be
schouwingen, waarin het geval-Bremer uitvoe
rig werd uiteengezet, terwijl felle aanvallen ge
richt werden aan het adres van den H.E. Pater
Generaal der Jesuieten.
Toen aldus deze beruchte zaak aan de pu
blieke opinie was prijsgegeven achtte de „Köl
nische Voikszeitung" zich verplicht eveneens
openlijk protest aan te teekenen tegen de gro
ve lasterlijke aantijgingen die aan het adres
der katholieke Kerk waren gericht. Nu keerde
de woede van den heer Bremer zich onverhoeds
tegen de „Kölnische Voikszeitung" en speciaal
tegen haar Romeinschen correspondent.
Het liep zelfs zoover, dat er twee aanklachten
bij den officier van justitie werden ingediend:
nl. een tegen genoemden Romeinschen corres
pondent en een tegen den uitgever der „Köl
nische Voikszeitung".
Verleden week nu compareerden belde zaken
voor de rechtbank te Keulen. De behandeling
van het eerste geva, werd geschorst, omdai
Bremer voor het Indienen van zijn motie den
termijn van drie maanden niet in acht geno
men had. Bremer ontkende voorts op pertinen
te wijze, dat hij den persoon van den Romein
schen correspondent van de „K.V." op een be
paald tijdstip reeds gekena had. Doch dit werd
hem duidelijk gemaakt aan de hand van uit
voerig bewijsmateriaal hetwelk ter rechtzitting
aanwezig was. Onder de stukken bevond zich
o.m. een eigenhandig geschreven brief van
Bremer waaruit duidelijk bleek dat hij den
Romeinschen correspondent persoonlijk kende
De procureur van Bremer hield zich aan de
aanklacht van zijn cliënt, die voorgaf, dat ln
zijn geval gehandeld was in strijd met het
Kerkelijk recht en voorts dat de gebruikelijke
voorschriften omtrent het ontslaan van een lid
uit de orde niet ln acht genomen waren. Er
deden zich geen nieuwe gezichtspunten voor:
het varen louter herhalingen van hetgeen
vroeger reeds uit den treure was beweerd. Ge
noemde procureur richtte zich in scherpe be
woordingen tegen het „systeem", waarvan Bre
mer het slachtoffer geworden was De verde
diger haalde tal van overtuigende bewijzen aan.
dat het hier niet ging om een zaak „met den
Paus of met den Generaal der Jesuieten" maar
om een armen en beklagenswaardigen mensch
Bremer, die door zijn ziekelijke zucht naar
Rechthaberei, zichzelf in de netelige positie
had gebracht, waarin hij zich thans bevond.
Tegenover den absoluut onbewezen laster van
Bremer ging de verdediger uitvoerig na. hoe
de orde der Jesuieten jarenlang geduld had
gehad met Bremer, waardoor hij echter niets
geleerd blijkt te hebben, blijkbaar gesterkt door
een anti-katholieke gezindheid, hem door on
verantwoordelijke raadgevers ge.nspireerd.
Ook bij de tweede aanklacht tegen redacteur
en uitgever van de „K.VIs Bremer nog
slechter weggekomen. Hij had erop gerekend,
dat men een onderzoek zou instellen naar de
ma'atregelen, die tegen hem waren genomen
Maar de rechtbank nam evenals de verdediging
het standpunt ln, dat overeenkomstig 13 der
Duitsche wet op de procedure, bij r.ieeningsver-
schil geen onderzoek kon worden ingesteld
door een wereldlijke rechtbank naar het voort
bestaan van het lidmaatschap eener godsdien
stige orde of congregatie, immers, daartoe zijn
alle >n de kerkelijke rechtbanken bevoegd. Ge
heel overeenkomstig de decisie van het rijks
gerecht ln Iripzig, waar een vroegere Fran-
clscanerpater een aanklacht had ingediend te
gen zijn provinciaal, verklaarde ie rechtbank
zich ook hier niet bevoegd om een onderzoek
in U stellen naar de kerkelijke procedure en
het vervallen verklaren van het lidmaatschap
der Jesuietenorde.
De rechtbank kan volstaan met vast te stel
len, dat er een kerke'ijke procedure heeft
plaats gehad met als vonnis: uitsluiting uit de
ordesgemeenschap en degradatie toi den lee
kenstand. Dit feit werd bewezen door de over
legging van authentieke afschriften der betrok
ken documenten, waarvan het bestaan en de
echtheid ook door den aanklager nie werd be
streden. Dientengevolge moest de rechtbank
belde beklaagden vrijspreken, terwijl de aan
klager veroordeeld werd tot de kosten van de
procedure.
het geeft meer weerstand
tegen kouvatten
Do«zen 4 25, 45 en 65 cis.
Voor de regeering onaanvaardbaar.
Ten stadhuize te Maastricht werd Woens
dagnamiddag een telegTam ontvangen van den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw, waarin wordt verklaard, dat het door
den gemeenteraad genomen besluit tot uit-
keering aan de uitgetrokken werkloozen van
80 pCt. hunner laatstgenoten steungeld niet
de goedkeuring der regeering kan hébben en
de Rijksbijdrage in de steungelden in gevaar
brengt.
Voor de gemeenteraadsvergadering van Vrij
dag a.s. is thans ter behandeling aangekon
digd een voorstel van B. en W. tot vaststel
ling van een gewijzigde regeling.
Reel. 585 DGVS 6
H_ Amelink.
VRIJGESPROKEN
Door de Haagsche rechtbank is de boekhou
der A. W. S. uit Utrecht die terecht heeft ge
staag. wegens meineed, vrijgesproken,
Opvolger van prof. Severijn als
Tweede Kamerlid.
Als opvolger van dr. J. A. Severijn, die
wegens zijn benoetning tot hoogleeraar heeft
bedankt als lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal. slaat op de can didaten lijst
van de A. R. Partij
de heer H. Amelink,
penningmeester va»
ie Intern Ohrist. vak-
vereeniging.
De heer Amelink
werd geboren op 21
December 1881 ts
i/onneker uit een
arbeidersgezin, waar
van de vader wever
vas. Op 12 - jarigen
eeftijd, na de lagere
school te hebben be
zocht, deed hij zijn
intrede in de textiel
fabriek, waarop hij zich reeds spoedig voor
de Prot. Christ. Vakbeweging begon te Interes
seéren. In 1901 'was hij een van de stichters
van de Prot. Christ, katoenbewerkerswereenl-
ging, welke later overging in den Ned. Christ.
Textielarbeidersbond „Unitas". Geruimen tijd
waren ln deze vereeniging ook de katholieke
textielarbeiders georganiseerd en als zoodanig
had deze vereeniging ook de groote en daad
werkelijke belangstelling van Mgr. Ariëns.
In 1908 werd Amelink lid van het hoofd
bestuur en in 1912 secretaris van deze
organisatie, maar hij bleef tot 1915 ook als
textielarbeider werkzaam. Daarna werd hij
bezoldigd bestuurder tot 1916, wanneer hij
Unitas verliet en secretaris werd van het
Ohrist. Nat. Vakverbond.
Toen in 1920 de Int. Christ. Vakvereenigiog
werd opgericht, werd hij penningmeester
daarvan en in 1930 tevens secretaris van de
Intern. Fed. van Prot. Ohrist. arbeiders
organisaties.
De heer Amelink is redacteur van de Gids,
het orgaan van de Christ. vakbeweging,, lid
van den Hoogen Raad van Arbeid, lid van
den Post raad, lid van de commissie voor
economische politiek en was gedurende
korten tijd lid van de Eerste Kamer.
Onderzoek van regeeringswege.
Op grond van de vele klachten over den
steeds toenemenden Invoer van Belgisch brood
in Limburg, waardoor de belangen van de
bakkers in de Zuidelijke grensstreken meer
dan geschaad worden, heeft de regeering be
sloten een onderzoek ter plaatse te doen ge
schieden, ten einde de misbruiken welke uit
de toepassing van de Tarwewet voortvloeien,
zooveel mogelijk tegen te gaan.
De minister van financiën is tegen
het geverij van dwingende
voorschriften.
In antwoord op de door den heer Boon ge
stelde vragen inzake de levering van ter beurze
gekochte fondsen heeft de Minister van Finan
ciën het .volgende geantwoord
De meening, dat het bestuur van de Vereeni
ging. voor den Effectenhandel niet de hand zon
houden aan het reglementaire voorschrift, dat
de levering van verkochte fondsen in het alge
meen moet plaats hiebben uiterlijk op den
vierden dag na het sluiten der transactie,
miskent het karakter van bedoeld voorschrift.
Van de in dit voorschrift vervatte verplichting
kunnen partijen van elkander de nakoming
eischen. Zij zijn daartoe echter niet verplicht
en het bestuur kan bezwaarlijk partijen tot
nakoming dwingen, ook als zijzelve die nako
ming niet wenschen.
De speculatie k la baisse heeft in hoofdzaak
plaats in fondsen, welke geleend kunnen wor
den, zoodat, ook indien door bovenvermeld
bestuur tot levering genoopt kon worden, de
baisse-handel daardoor niet afdoende zou wor
den onderdrukt.
Van het geven van dwingende voorschriften,
die blijkens het antwoord op de 1ste vraag
verder zouden moeten gaan dan thans de be
voegdheid van bovenvermeld bestuur reikt,
meent de minister, o. a. gehoord de Commissie
van Deskundigen, bedoeld in artikel 8 van de
Beurswet 1914, zich te moeten onthouden, zoo
wel omdat dergelijke voorschriften practisch
niet zouden zijn te handhaven, als omdat zij
een belemmering van den beurshandel 2ouden
vormen, welke zich met het toenemend inter
nationaal karakter der Amsterdamsche Beurs
niet zou verdragen.
Voorstel tot liquidatie.
Directie en Commissarissen der N.V. Balata
Compagnie Suriname hebben in een heden ge
houden vergadering besloten om.aan aandeel
houders voor te stellen de vennootschap te
liquideeren. Voor dit doel zal een vergadering
van aandeelhouders bijeen geroepen worden op
3 November a.s.
De toestand in het balatabedrijrf ls reeds lan-
geren tijd ongunstig.
Over 1924-25—1929-30 werden de volgende
dividenden uitgekeerd 22, 16, 0, 0, 20 en 30
p<St. Het winstsaldo bedroeg over 1929-30
299.098 en over 1928-29 ƒ321.879).
De directie geeft toe.
Naar wij vernemen, heeft de fa. Nering
Bögei te Deventer haar nader voorstel, zooals
wij dat reeds in ons Blad vermeldden, inge
trokken, waardoor dus de aangekondigde
loonsverlaging is opgeschort.
De reden voor de arbeidersorganisaties om
de staking te proclameeren ls door deze*
maatregel der fabrieksdirectie als vervallen
te beschouwen. De werknemers, die gisteren
avond nog vergaderden, hebben op grond van
deze mededeeling dan ook besloten het werk
niet neer te leggen,