EEN VERGETEN „VADER'' m fff DONDERDAG 15 OCTOBER 1931 EEN HIAAT IN DE NEDERLANDSCHE BEDEVAARTEN. R. K UNIVERSITEIT. Mgr. Dr. A. C. M. SCHAEPMAN. EEN LANDGOED VOOR DE LOGE. BEHEER VAN DEN WIERINGER- MEERPOLDER. SLECHTS 5 PCT. SALARISVERMINDE RING BIJ DE AMSTERDAMSCHE BANK. HET WETSONTWERP VAN MINISTER DONNER INZAKE DE GODSLASTERING. ACTIE TEGEN EEN KERKELIJ KEN MAATREGEL. Een gewezen pater procedeert tegen zijn overste. Eu verliest het proces. Hier werkt STEUNREGELING VOOR DE WERK LOOZEN TE MAASTRICHT. H. AMELINK. INVOER VAN BELGISCH BROOD IN LIMBURG. DE BAISSE.SPECULATIE TER BEURZE. N. V. BALATA COMPAGNIE SURINAME.. HET CONFLICT BIJ NERING BOGEL. Waartoe de dankbaarheid ons moet brengen Het is een verheugend feit, dat in onzen tijd onder de katholieken van Nederland weer zoo veel opleeft uit het verleden De oude, door een paar eeuwen van vervolging en achteruitzetting verbroken band met het Nederland van vóór de Hervorming wordt in meer dan één opzicht weer gelegd. Dat de ontwikkeling van het katholieke leven in Nederland ons dit mogelijk maakt is tege lijk een genade èn een vermaning. Ren ge nade GMh is het, dat de Nederlandsche ka- tholiekHPn vrijheid en voorspoedigen groei weer de oude Heiligen kunnen vereeren op de oude plaatsen zonder vrees voor vervol ging door den schout en spionnage door zijn rakkers. Een vermaning is het, dat wij in de vrijheid en den voorspoed niet vergeten van welk oud en vroom geslacht wij zijn, wat onze voorouders hebben rpoeten dragen en verduren in hun stille en ontroerende trouw aan Christus en Paus, en dat wij de heilige verplichting hebben niet hun minderen te «ijn in de beleving van het Evangelie. De band met het oude wordt op meer dan één plaats weer gevlochten. De vereering van het H- Sacrament van Mirakel in de hoofdstad heeft zich uitgebreid over het land en tot zelfs in Brabant en Limburg vindt men de plaatselijke afdeelingen, die ieder jaar verschijnen bij den Stillen Ommegang. De uitbreiding van deze oude devotie da teert uit de laatste vijftien, twintig jaren Wie van middelbaren leeftijd is men be hoeft er volstrekt niet bejaard voor te zijn herinnert zich nog den Stillen Ommegang, hoe hij uit kleine groepjes bestond, zonder ook maar een schijn van massaliteit. Dit laat ste is pas in den loop der twintig afgeloopen jaren gekomen. En al zal menig ouder Arn- sterdamer toch met zekeren weemoed denken aan die oude, inderdaad Stille Om megangen, nog zoo echt verborgen en ver storven als symbolen van drie eeuwen van verdrukking en zoo héél anders dan de massa's, die tegenwoordig de straten doen dreunen van de voetstappen der aaneenge sloten rangen over de uitbreiding van de vereering van het Mirakel van Amsterdam kan hij zich slechts verheugen. De vereering van Onze Lieve Vrouw ter Nood te Heiloo is eveneens pas sinds dertig of wat meer jaren tot een nieuwen, grooten opbloei gekomen. Uit den aard der zaak bepaalt deze devotie zich meer tot de Hollanden. Het Zuiden beeft zijn oude bedevaartplaatsen van de H. Maagd altijd in veel grooteren getale ge kend en al is het Generaliteitsland ook lang met harde en zware hand verdrukt en uit gebuit, de bevolking is er in massa altijd katholiek gebleven en de overheersching van den Hollandschen hervormde, die altijd een minderheid vormde te midden van een over wegend katholieke bevolking, heeft daardoor het katholieke godsdienstige leven nooit zoo kunnen fnuiken en lam leggen als in het Noorden mogelijk was. Vandaar dat Heiloo als oude bedevaartplaats van O. L. Vrouw ter Nood weer in het bijzonder voor de Hol landen beteekenis heeft. Dat deze oude Hol landsche bedevaartplaats tegenwoordig weer zulk een heerlijke opleving mag aanschou wen is dan ook vooral voor de katholieken van Holland een reden tot vreugde en dank baarheid. Nog een andere band met het ver leden van het katholieke Holland van vóór de Hervorming zal worden hersteld wan neer te Egmond eens wederom een Benedic tijnenklooster zal verrijzen; iets, waarvan men toch wel mag aannemen dat het slechts een quaestie van tijd is. Een band met een nog ouder verleden is en wordt nog gestadig hersteld te Dokkum, in Friesland. Wie zal er zich niet over ver heugen, dat ook de vereering van een der beide Apostelen van Nederland, den H. Boni- facius, een nieuwe vlucht neemt? De proces sies worden jaarlijks grooter en de plek, waar de Heilige eens zijn leven liet voor de kerstening van ons land, neemt allengs toe in natidnaal-katholieke beteekenis. Het feit dat thans een Fries, die reeds lang voor de heropleving van de vereering van St. Boni- facius geijverd heeft, op den aartsbisschop- pelijken zetel van Utrecht zetelt en op den feestdag van St. Bonifacius de Bisschops wijding heeft ontvangen, is zeker een aan wijzing dat de vereering van dezen Apostel van Nederland zich ook in de toekomst zal blijven uitbreiden. Maar als men St- Bonifacius en Dokkum noemt, dan wordt men zich plotseling met verbazing iets bewust. Of moeten we zeg gen: zelfs dén wordt men zich nóg niet be wust welk een vreemde leegte er op een bepaald punt bestaat in onze Heiligenver- eering, althans voor zoover die zich mede uit in bedevaarten en liefdevolle gedachte nis van plekken, die ons heilig zijn? Wij ge- gelooven inderdaad, dat verreweg de mees ten zich niet bewust zijn, dat de Nederland sche katholieken althans in deze uiterlijke teekenen van vereering iemand vergeten. En toch is dat zooen het is vreemd. Om van eigen ervaring te spreken: er was een vacantieochtend noodig en een bezoek aan de oude Abdijkerk te Echternach in Luxemburg en een oogenblik van peinzen bij de marmeren graftombe van St. Willi- brordus, den eersten bisschop van Utrecht, om ons fneens te doen beseffen hoe volsla gen wij, Nederlandsche katholieken, als het op bedevaarten aankomt een der grondleg gers van het christendom in Nederland ver geten Als ge daar dan even over nadenkt, dan vraagt ge u zelf af hoe dat eigenlijk zoo gekomen is, hoe vreemd dat is en waarom in onzen tijd van het hervlechten van oude banden en van de opleving van de devotie tot onze oude Heiligen en oude bedevaart plaatsen niemand met één woord spreekt van het bezoeken van het graf van St. Willi- brard. Natuurlijk, vergeten doen wjj ham niet; het groote aantal kerken, in Neder land aan hem toegewijd, getuigt wel an ders! Maar is het niet vreemd, dat niemand er aan schijnt te denken hoe dicht ons, Nederlandschen katholieken, de gedacht? moest liggen onzen eersten geestelijken Va der te gaan vereeren op de plek van zijn waar zijn heilig gebeente rust? Is het niet geliefde stichting, de Abdij van Echternach, vreemd, dat er onder de duizenden Neder landers, die in hun vacantia ieder jaar kort of lang ook in Echternach komen, ook heel wat katholieken zijn, die met verrassing vernemen of in het gidsje lezen, dat in die mooie, marmeren graftombe achter de com muniebank in de oude Abdijkerk de groote Apostel van Nederland rust, St. Willibror- dus? Is het niet vreemd, dat behalve dan het toewijden van vele kerken aan den Hei lige en het bijzonder gedenken van zijn féést in de Nederlandsche Kerkprovincie alle contact met zijn graf volstrekt ont breekt? Er bestaat in Nederland een nationale bedevaartvereeniging. Er bestaan daarnaast gewestelijke en zelfs plaatselijke bedevaart- vereenigingen. Bedevaarten worden gehou den naar binnen- en buitenland. Er gaan om de paar jaar een of meer groote bede vaarten naar Rome. Er gaan ieder jaar ze ker drie verschillende bedevaarten naar Lourdes. Deze bedevaarten hebben sinds eenige jaren ook Lisieux in hun reis opge nomen. Er gaan bij bijzondere gelegenheden bedevaarten naar Padua of andere plaat sen. Maar nooit gaat er een Nederlandsche bedevaart naar Echternach, naar het graf van den grooten Apostel van Nederland en eersten bisschop van Utrecht, St. Willi- brord Kan iemand ontkennen, dat dit vreemd is, een hiaat in de Nederlandsche bedevaar ten? En lag Echternach nu nog ver weg en ware zulk een bedevaart erg kostbaar, dan zou men het nog kunnen begrijpen. Maar Echternach ligt in Luxemburg en is in een goeden halven dag te bereiken. Ligt het dan niet op onzen weg ons af te vragen of de dankbaarheid ons niet moet bewegen tot het opnemen van het graf van St. Willi- brord in de rij van heilige plaatsen, waar naar wij jaarlijks of op gezette tijden een bedevaart doen? Ook de aard van onze tijden zou ons daartoe moeten brengen. Is het niet natuur lijk, dat wij bij den uitbloei van het katho lieke leven, zooals wij dien op zoo menig terrein mogen aanschouwen, ook terug den ken aan den grootsten prediker van het Evan gelie in ons land? Moet het apologetische werk en het bekeeringswerk, waarvan wij tegenwoordig toch zoo menige treffende vrucht zien, ons niet er toe brengen voor dit werk bij zonderen zegen te vragen en te verwachten op de voorspraak van een der voornaamste Apostelen van Nederland? En ligt het niet voor de hand in een tijd van gelijktijdigen massa-afval, althans in de steden, en van geloofsverzwakking ook op het platteland, voor het behoud des geloofs en de versterking van het godsdienstige le ven juist in het bijzonder de voorspraak te vragen van hem, aan wien onze voor ouders op de eerste plaats het geloof hebben te danken gehad en die als eerste bisschop van Utrecht den grondslag heeft gelegd voor de Nederlandsche Kerkprovincie? St Willibrord heeft in Nederland vele kerken; zijn beeld prijkt op vele altaren en aan vele pilaren. In den kerkelijken kalen der van onze Blommen heeft hij een meer dan gewonen feestdag. Maarvan een werkelijke vereering van St. Willibrord door de geloovigen is geen sprake. En ter wijl wij St. Bonifacius op eigen grond ver eeren, hem een heiligdom hebben toegewijd en jaarlijks m steeds grooteren getale op trekken naar Dokkum, zooals wij ook op trekken naar Brielle en (vooral in het Zui den) naar een vrij groot aanta] and0re bed0_ vaartplaatsen en bedevaartplaatsjes, toege wijd aan verscheidene heilige dienaren Gods, denkt niemand er aan ook eens te gaan bidden op het graf van den grooten Apostel van Nederland, voor het behoud des geloofs m dezen tijd van neo-paganisme en godsdienstige onverschilligheid. Wanneer gaat de eerste Nederlandsche bedevaart naar de graftombe van 5?t. Willi- broyd, in de oude Abdijkerk van Echter nach? Lj x. raH| -\v Het Kinselmeer, de aardige plas bij de Zuiderzee voorbij Durgerdam, zal door Am sterdam als natuurmonument worden aangekocht.. Het gebouw Candida aan den N. Z. Voor burgwal, Amsterdams tweede wolkenkrab ber. Uk tmtUng> Curatoren contra prof. Drerup. Namens het Curatorium der R. K. Universi teit te Nijmegen wordt ons opneming verzocht van de volgende mededeeling: In de door prof. dr. E. Drerup op 21 September 1931 gehouden rede bij gelegenheid van de overdracht van het rectoraat, komen de volgende zinsneden voor: Geen protest kan rijzen tegen de bewering, dat de deskundigen in wetenschappelijke zaken zich niet in de leidende organen der Universiteit dienen te bevinden, maar slechts in hun faculteiten. Wanneer ook de indivi- dueele leden der faculteiten In het algemeen meer, als men gewoon is aan te nemen, zich van hun eigen ontoereikendheid bewust zijn, dan zijn toch zij alleen de in het algemeen' competente beoordeelaars van wetenschappe lijke vragen en behoeften. In een bestuurs lichaam daarentegen, dat voor mannen der wetenschap de aangewezen plaats niet is kan over wetenschappelijke noodzakelijkheden en kwalificaties slechts van uiterlijke gezichts punten uit geoordeeld worden, in het bijzonder vanuit dat der materieele uitvoerbaarheid. Nu berust het recht voorstellen te doen voor vacante of nieuw op te richten professoraten uitsluitend bij het college van curatoren, dat het bestuur der St. Radiboudstichtdng, dat natuurlijkerwijze de beslissing treft, „een met redenen omkleede aanbevelingslijst" moet aan bieden, 5,de faculteit gehoord". Daaruit echter volgt de wonderlijke situatie, dat in een zaak, waarvan leven en dood onzer Universiteit afhangt, de werkelijk deskundigen niet eens het recht hebben hundeskundig advies ook maar ten gehoore te brengen bij het beslissen de bestuur. Want wat de curatoren uit het faoultedtrapport voor hun eigen voorstel en zijn motlveering willen uitlichten, of zij zelfs het op wetenschappelijke overwegingen ge. gronde faoulteits-advies door een of andere bijkomstige overweging in zijn tegendeel wil- len veranderen, wordt aan Iedere controle onttrokken, zelfs aan die der hoogste instantie Hieruit ontstaan dan de steeds terugkeerende pogingen om de werkelijke meening der faculteit toch minstens prlvatim ter kennis der beslissende personen te brengen wat in een cdrculus vitiosus voeren moet tot' oneenig heid met de bestuurslichamen, ja tot oneenig.. heden In de faculteiten zelf. Zeer veel zou dus reeds verbeterd zijn, wanneer bij vacaturen het college van curatoren zich wild© aanwen nen om btf de eigen gemotiveerde voordracht als bijlage ook het rapport der faculteit In zijn geheel en onveranderd te voegen, waar door de hoogste instantie dan pas In staat gesteld wordt een werkelijk doelmatige be slissing te treffen. De ondergeteekenden, curatoren der R. K. Universiteit te Nijmegen, protesteeren tegen de daarin tegen hen geuite beschuldiging, dat zij niet steeds de van de faculteiten ontvangen adviezen betreffende benoeming van profes soren en het oprichten van professoraten, aan het bestuur der St. Radboudstiohting hebben overgelegd en verklaren bN dezen dat steeds en in alle gevallen door hen volledig en onveranderd deze adviezen aan genoemd be stuur zijn toegezonden, Nijmegen, 13 October 1931. Dr. W. A. BOEKELMAN, waarnemend voorzitter. Mr. W. M. VAJV LANSCHOT. Mr. H. J. J. v. d. BIESEN. Dr. F. B. BANNING Mgr. dr. A. C. M. Schaepman bevindt zich sedert eenige dagen in het St. Antonius- gasthuis te Utrecht, om te laten wegnemen een klein gezwel^ dat echter niet van ernstigen aard is. De Dreef, een landgoed gelegen tusschen Wapenveld en Heerde, is, naar de „N.R.Ct." meldt, voor een speciaal doel door de Groot- Loge Nederland der Orde van Vrijmetselaars aangekocht. TOELATING ALS RAADSLID. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben onge grond verklaard het beroep van P, Kroon, lid van den Raad der gemeente Ter Aar, tegen het besluit van den raad dier gemeente van 1 September JJ., waarbij P. Post als lid van den Raad ls toegelaten. Voorts hebben Ged. Staten ambshalve ver- nletigd het besluit van den Raad der ge meente Rijnsaterwoude d.d. 1 September 1931, waarbij J. A. de Bruyn als lid van den Raad dier gemeente ls toegelaten. Het advies van den Zuiderzeeraad. Op de schriftelijke vraag van het Tweede Kamerlid van der Waerden betreffende be kendmaking van het advies van den Zuiderzee raad inzake het beheer van den Wieringer- meerpolder en de uitgifte der Zuiderzeegron den, heeft de Minister van Waterstaat geant-, woord dat het niet gebruikelijk is ambtelijke rapporten aan de Staten-Generaal over te leg gen. Intusschen ligt het in het voornemen bij de behandeling van de ontwerp-begrooting van hef Zuiderzeefonds voor 1932, waarbij deze aange legenheid vanzelf ter sprake komt, aan de hand van het in de Memorie van Toelichting mede gedeelde, nadere Inlichtingen Je verstrekken. Tweede vermindering opgeschort. Wij ontvingen van bevoegde zijde de mede. deeling, dat naar aanleiding van de vele be zwaren, welke door leden van het personeel der Amsterdamsche Bank, tegen de salaris, vermindering van 10 zijn ingebracht, de di rectie besloten heeft de tweede salarisvercnin- dering van 5 welke zou ingaan op 1 Janua ri 1932, tot nader bericht op te schorten. De salarissen zullen dus met ingang van 1 November met 5 verminderd worden. VEREENIGDE GLASFABRIEKEN. Ontslag te Leerdam. Naar wij vernemen, heeft de N. V. Vereenigde Glasfabrieken het grootste gedeelte van haar personeel van de fabriek te Leerdam n.l. on geveer 100 man ontslagen In verband met de sterk ingekrompen afzetmogelijkheid als ge volg van de sterke concurrentie en de daling van het pond sterling. In verband hiermede deelt de directie van de N. V. Glasfabriek „Leerdam" ons mede, dat deze mededeelingen geen betrekking hebben op haar fabriek, maar alleen op de te Leerdam gevestigde flesschenfabriek van de N. V. Ver. Glasfabrieken te Schiedam. De Glasfabriek „Leerdam" is er dus niet bij betrokken. PRACTISCHE BESTRIJDING DER WERK LOOSHEID IN ONS LAND. Naar wij vernemen, heeft de directeur der N.V. Suikerbietenfabriek „Sas van Gent" voor de a.s. campagne ongeveer 100 Belgische werk lieden door arbeiders uit Sas van Gent en om geving vervangen. De parlementaire redacteur van de „Stan daard" meldt: De bekende protest-motie door 28 Amster damsche predikanten tegen het geschrijf in het Communistisch dagblad „De Tribune" en de daarop gevolgde meerdere protesten heeft tot verschillende beschouwingen en commentaren aanleiding gegeven. Daarbij is hier en daar ook de meening uitgesproken, een meening, waar van men oordeelde, dat ze versterkt werd door het uitblijven der Momorie van Antwoord op het Voorl. Verslag der Kamer, dat de Regee ring voornemens zou zijn, om het wetsontwerp van Minister Donner inzake de Godslastering, verder te laten rusten. Wij meenden goed te doen, eens ter plaat se waar men het weten kan, te informeeren, wat daarvan aan is. Als resultaat van die informatie kunnen wij mededeelen, dat er van een voornemen bij de Regeering, om het wetsontwerp—Donner ver der te laten rusten, in het geheel geen sprake is. De Memorie van Antwoord zal dan ook binnen niet al te langen tijd verschijnen. Dat zij er nog niet is, behoeft allerminst als iets bij zonders te gelden. De materie is stellig geen gemakkelijke en in het Voorl. Verslag zijn er zeer uiteenloopende beschouwingen aan gewijd, gezette overweging daarom was eisch. Practisch had de beantwoordig van het Voorl- Verslag op korten termijn weinig zin, wiji het uitgesloten moest worden geacht, dat de Kamer het ontwerp nog vóór Kerstmis zou kun nen en zou willen behandelen. De agenda vóór dien tijd is reeds meer dan gevuld. Komt het ontwerp nu ln het voorjaar op de Kameragen da, dan ligt de indiening der Memorie van antwoord nog niet zoover achter den rug en is er bovendien meer kans op de rustige sfeer, waarin een ontwerp als dit toch stellig bij voorkeur dient behandeld te worden. 10-JAKIG BESTAAN NED- BOND IN DUITSCHLAND Men sclrrjjft ons: Op 24 en 25 dezer zal te Dortmund het 10- jarig bestaan van den Nederlandschen Bond in Duitschiand worden gevierd. Veel reden tot jubilé zal er op die data voor de Duitsche Nederlanders wel niet zijn. want talloos velen zijn werkloos geworden en zijn aangewezen op den geringen steun, welken de Bond hun kan geven. De Boekencommiesie van het Alg. Ned. Ver bond heeft op verzoek van enkele Nederland sche vereenigingen in Duitschiand reeds eenige kisten met boeken gezonden; leesmateriaal voor de jeugd en ook ten behoeve van de lei ders van Nederlandsche cursussen welke wor den gehouden om den werkloozen leden ten minste eenige nuttige bezigheid te geven. Zij die door den nood der tijden niet in staat zijn geldelijk te helpen, kunnen een zeer gewaardeerd werkdoen door het beschikbaar stellen van alle soorten boeken voor oud en jong. Desgewenscht ongefrankeerd kan men zijn boekengift doen toekomen aan de „Boeken- oommissie van het Alg. Ned. Verbond. Laan 34, 's Gravenhage. DE SPOORLIJN OVER DEN AFSLUITDIJK. In verband met de geruchten, dat de spoor lijn over den afsluitdijk niet langs Harlingen, doch langs Arum zal worden geleid, heeft zich te Harlingen een comité uit de burgerij van deze plaats gevormd, dat een actie zal voeren da ljja toch langs Harlingen te krijgen. Men schrijft ons: Den laatsten tijd heeft de vroegere Jesuieten- pater Heinrich Bremer, een heeüe opschudding verwekt door zijn felle aanvallen tegen zijn vroegeren overste en zelfs tegen den Paus, die hem uit de Jesuietenorde gesuspendeerd had. Heinrich Bremer werd in het begin van 1929 vervallen verklaard van het lidmaatschap der Jesuietenorde. Dit ontslag werd bekrachtigd door een gerechtelijk vonnis van de Congrega- tio de Religiosis. Met deze uitspraak kon de veroordeelde zich niet vereenigen, ofschoon hij wist, dat dit vonnis onherroepelijk is. terwijl de H. Vader, die zich persoonlijk van het ge val op de hoogte had gesteld, een beroep op de S. Rota (de hoogste kerkelijke rechtbank) in het onderhavige geval niet kon toestaan. Sinds ettelijke jaren nu beijvert zich Bremer om. evenals voor den tijd van zijn ontslag, zijn oversten met smaad en beschimpingen te over laden. Hij ging zelfs zoover zijn aanvallen te richten tegen de H. Congregatie voor Religieu- sen en andere kerkelijke rechtbanken, ja zelfs tegen den persoon van den H. Vader Als gevolg daarvan werd Bremer krachtens een speciaal decreet op grond van hardnekkige ongehoorzaamheid tot den leekenstand gede gradeerd. Toen echter de aanvallen van Bremer doelloos bleken en geen practisch resultaat opleverden, wendde hij zich tot de pers. Daar de katholieke pers haar kolommen voor dit lasterlijk geschrijf niet wilde openstellen, wer den zijn artikelen in de „Kölnische Zeitung" opgenomen onder het opschrift: Een Justitie schandaal in Rome". Het waren smadelijke be schouwingen, waarin het geval-Bremer uitvoe rig werd uiteengezet, terwijl felle aanvallen ge richt werden aan het adres van den H.E. Pater Generaal der Jesuieten. Toen aldus deze beruchte zaak aan de pu blieke opinie was prijsgegeven achtte de „Köl nische Voikszeitung" zich verplicht eveneens openlijk protest aan te teekenen tegen de gro ve lasterlijke aantijgingen die aan het adres der katholieke Kerk waren gericht. Nu keerde de woede van den heer Bremer zich onverhoeds tegen de „Kölnische Voikszeitung" en speciaal tegen haar Romeinschen correspondent. Het liep zelfs zoover, dat er twee aanklachten bij den officier van justitie werden ingediend: nl. een tegen genoemden Romeinschen corres pondent en een tegen den uitgever der „Köl nische Voikszeitung". Verleden week nu compareerden belde zaken voor de rechtbank te Keulen. De behandeling van het eerste geva, werd geschorst, omdai Bremer voor het Indienen van zijn motie den termijn van drie maanden niet in acht geno men had. Bremer ontkende voorts op pertinen te wijze, dat hij den persoon van den Romein schen correspondent van de „K.V." op een be paald tijdstip reeds gekena had. Doch dit werd hem duidelijk gemaakt aan de hand van uit voerig bewijsmateriaal hetwelk ter rechtzitting aanwezig was. Onder de stukken bevond zich o.m. een eigenhandig geschreven brief van Bremer waaruit duidelijk bleek dat hij den Romeinschen correspondent persoonlijk kende De procureur van Bremer hield zich aan de aanklacht van zijn cliënt, die voorgaf, dat ln zijn geval gehandeld was in strijd met het Kerkelijk recht en voorts dat de gebruikelijke voorschriften omtrent het ontslaan van een lid uit de orde niet ln acht genomen waren. Er deden zich geen nieuwe gezichtspunten voor: het varen louter herhalingen van hetgeen vroeger reeds uit den treure was beweerd. Ge noemde procureur richtte zich in scherpe be woordingen tegen het „systeem", waarvan Bre mer het slachtoffer geworden was De verde diger haalde tal van overtuigende bewijzen aan. dat het hier niet ging om een zaak „met den Paus of met den Generaal der Jesuieten" maar om een armen en beklagenswaardigen mensch Bremer, die door zijn ziekelijke zucht naar Rechthaberei, zichzelf in de netelige positie had gebracht, waarin hij zich thans bevond. Tegenover den absoluut onbewezen laster van Bremer ging de verdediger uitvoerig na. hoe de orde der Jesuieten jarenlang geduld had gehad met Bremer, waardoor hij echter niets geleerd blijkt te hebben, blijkbaar gesterkt door een anti-katholieke gezindheid, hem door on verantwoordelijke raadgevers ge.nspireerd. Ook bij de tweede aanklacht tegen redacteur en uitgever van de „K.VIs Bremer nog slechter weggekomen. Hij had erop gerekend, dat men een onderzoek zou instellen naar de ma'atregelen, die tegen hem waren genomen Maar de rechtbank nam evenals de verdediging het standpunt ln, dat overeenkomstig 13 der Duitsche wet op de procedure, bij r.ieeningsver- schil geen onderzoek kon worden ingesteld door een wereldlijke rechtbank naar het voort bestaan van het lidmaatschap eener godsdien stige orde of congregatie, immers, daartoe zijn alle >n de kerkelijke rechtbanken bevoegd. Ge heel overeenkomstig de decisie van het rijks gerecht ln Iripzig, waar een vroegere Fran- clscanerpater een aanklacht had ingediend te gen zijn provinciaal, verklaarde ie rechtbank zich ook hier niet bevoegd om een onderzoek in U stellen naar de kerkelijke procedure en het vervallen verklaren van het lidmaatschap der Jesuietenorde. De rechtbank kan volstaan met vast te stel len, dat er een kerke'ijke procedure heeft plaats gehad met als vonnis: uitsluiting uit de ordesgemeenschap en degradatie toi den lee kenstand. Dit feit werd bewezen door de over legging van authentieke afschriften der betrok ken documenten, waarvan het bestaan en de echtheid ook door den aanklager nie werd be streden. Dientengevolge moest de rechtbank belde beklaagden vrijspreken, terwijl de aan klager veroordeeld werd tot de kosten van de procedure. het geeft meer weerstand tegen kouvatten Do«zen 4 25, 45 en 65 cis. Voor de regeering onaanvaardbaar. Ten stadhuize te Maastricht werd Woens dagnamiddag een telegTam ontvangen van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw, waarin wordt verklaard, dat het door den gemeenteraad genomen besluit tot uit- keering aan de uitgetrokken werkloozen van 80 pCt. hunner laatstgenoten steungeld niet de goedkeuring der regeering kan hébben en de Rijksbijdrage in de steungelden in gevaar brengt. Voor de gemeenteraadsvergadering van Vrij dag a.s. is thans ter behandeling aangekon digd een voorstel van B. en W. tot vaststel ling van een gewijzigde regeling. Reel. 585 DGVS 6 H_ Amelink. VRIJGESPROKEN Door de Haagsche rechtbank is de boekhou der A. W. S. uit Utrecht die terecht heeft ge staag. wegens meineed, vrijgesproken, Opvolger van prof. Severijn als Tweede Kamerlid. Als opvolger van dr. J. A. Severijn, die wegens zijn benoetning tot hoogleeraar heeft bedankt als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. slaat op de can didaten lijst van de A. R. Partij de heer H. Amelink, penningmeester va» ie Intern Ohrist. vak- vereeniging. De heer Amelink werd geboren op 21 December 1881 ts i/onneker uit een arbeidersgezin, waar van de vader wever vas. Op 12 - jarigen eeftijd, na de lagere school te hebben be zocht, deed hij zijn intrede in de textiel fabriek, waarop hij zich reeds spoedig voor de Prot. Christ. Vakbeweging begon te Interes seéren. In 1901 'was hij een van de stichters van de Prot. Christ, katoenbewerkerswereenl- ging, welke later overging in den Ned. Christ. Textielarbeidersbond „Unitas". Geruimen tijd waren ln deze vereeniging ook de katholieke textielarbeiders georganiseerd en als zoodanig had deze vereeniging ook de groote en daad werkelijke belangstelling van Mgr. Ariëns. In 1908 werd Amelink lid van het hoofd bestuur en in 1912 secretaris van deze organisatie, maar hij bleef tot 1915 ook als textielarbeider werkzaam. Daarna werd hij bezoldigd bestuurder tot 1916, wanneer hij Unitas verliet en secretaris werd van het Ohrist. Nat. Vakverbond. Toen in 1920 de Int. Christ. Vakvereenigiog werd opgericht, werd hij penningmeester daarvan en in 1930 tevens secretaris van de Intern. Fed. van Prot. Ohrist. arbeiders organisaties. De heer Amelink is redacteur van de Gids, het orgaan van de Christ. vakbeweging,, lid van den Hoogen Raad van Arbeid, lid van den Post raad, lid van de commissie voor economische politiek en was gedurende korten tijd lid van de Eerste Kamer. Onderzoek van regeeringswege. Op grond van de vele klachten over den steeds toenemenden Invoer van Belgisch brood in Limburg, waardoor de belangen van de bakkers in de Zuidelijke grensstreken meer dan geschaad worden, heeft de regeering be sloten een onderzoek ter plaatse te doen ge schieden, ten einde de misbruiken welke uit de toepassing van de Tarwewet voortvloeien, zooveel mogelijk tegen te gaan. De minister van financiën is tegen het geverij van dwingende voorschriften. In antwoord op de door den heer Boon ge stelde vragen inzake de levering van ter beurze gekochte fondsen heeft de Minister van Finan ciën het .volgende geantwoord De meening, dat het bestuur van de Vereeni ging. voor den Effectenhandel niet de hand zon houden aan het reglementaire voorschrift, dat de levering van verkochte fondsen in het alge meen moet plaats hiebben uiterlijk op den vierden dag na het sluiten der transactie, miskent het karakter van bedoeld voorschrift. Van de in dit voorschrift vervatte verplichting kunnen partijen van elkander de nakoming eischen. Zij zijn daartoe echter niet verplicht en het bestuur kan bezwaarlijk partijen tot nakoming dwingen, ook als zijzelve die nako ming niet wenschen. De speculatie k la baisse heeft in hoofdzaak plaats in fondsen, welke geleend kunnen wor den, zoodat, ook indien door bovenvermeld bestuur tot levering genoopt kon worden, de baisse-handel daardoor niet afdoende zou wor den onderdrukt. Van het geven van dwingende voorschriften, die blijkens het antwoord op de 1ste vraag verder zouden moeten gaan dan thans de be voegdheid van bovenvermeld bestuur reikt, meent de minister, o. a. gehoord de Commissie van Deskundigen, bedoeld in artikel 8 van de Beurswet 1914, zich te moeten onthouden, zoo wel omdat dergelijke voorschriften practisch niet zouden zijn te handhaven, als omdat zij een belemmering van den beurshandel 2ouden vormen, welke zich met het toenemend inter nationaal karakter der Amsterdamsche Beurs niet zou verdragen. Voorstel tot liquidatie. Directie en Commissarissen der N.V. Balata Compagnie Suriname hebben in een heden ge houden vergadering besloten om.aan aandeel houders voor te stellen de vennootschap te liquideeren. Voor dit doel zal een vergadering van aandeelhouders bijeen geroepen worden op 3 November a.s. De toestand in het balatabedrijrf ls reeds lan- geren tijd ongunstig. Over 1924-25—1929-30 werden de volgende dividenden uitgekeerd 22, 16, 0, 0, 20 en 30 p<St. Het winstsaldo bedroeg over 1929-30 299.098 en over 1928-29 ƒ321.879). De directie geeft toe. Naar wij vernemen, heeft de fa. Nering Bögei te Deventer haar nader voorstel, zooals wij dat reeds in ons Blad vermeldden, inge trokken, waardoor dus de aangekondigde loonsverlaging is opgeschort. De reden voor de arbeidersorganisaties om de staking te proclameeren ls door deze* maatregel der fabrieksdirectie als vervallen te beschouwen. De werknemers, die gisteren avond nog vergaderden, hebben op grond van deze mededeeling dan ook besloten het werk niet neer te leggen,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5