BfeL, SM wjm m DE MIDDENSTAND EN DE MALAISE. T*-if» 1 INGEZONDEN. DONDERDAG 15 OCTOBER 193Ï DE TOEPASSING DER LAND- ARBEIDERSWET. In de Zuidelijke provincies een achterstand in te halen. het bevorderen van het klein d™ ZE PatÏdT IT11^ W°rd€J1 segeven doOT j 2 don rCUS Brwl0h: Opvoedkun de door den Z.E. pater Paschasius van Meiwen, leeraar^Opvoedkunde M.O.; Staathuis- *>udl™^* Maatschappijleer, Staatsinrichting, door Mej. Mr J. Verbeek; Technische bedrijfs- leiding oo e GoeyHandelsaardrijks- kun.de door MA. van der Poel, Statistiek. Registratie, Boekhouden, door den heer S. van Aalst, leeraar Boekhouden M. O.; Persoon*, volks- en beönjfshygiene zal onder leiding van een medicus worden gegeven door een verpleeg ster in 't bezit van diploma wijk- en ziekenver pleging. De lessen in aesthertiica door den Z.E. heer F. Frencken. De leasen over jeugdorgani- satie e<n pr act ijle zullen staan onder leiding van mej. T. Molle. Inlichtingen verstrekt de directrice: mej. mr. J. Verbeek, Vacantiehuis „Bouvigne", Ginmeken bij Breda. De consequent doorgevoerde eisch van contante betaling zou het index cijfer gunstig beinvloeden. ERNSTIG ONGELUK AAN BOORD VAN EEN SCHIP. DE BRABANTSCHE VENNEN BEZIT IS VAN GROOTEN INVLOED In het dezer dagen verschenen Verslag be treffende de takken van Dienst, resaorteerende onder de Directie van den Landbouw (Versla gen en Mededeelingen van de Directie van den Landbouw, 1930, no. 3) komt o.-m. een beknopt overzicht voor van de toepassing, welke de Landarbeiiderswet sedert hare invoering op 15 Nov. 1918 heeft gevonden. Zooals men weten zal beoogt deze mooie sociale wet de bevordering van de verkrijging door landarbeiders van land met woniing in eigendom (z.g.n. „plaatsjes") of van los land in pacht. Om dit doel te bereiken worden onder be paalde voorwaarden rentegevende voorschotten uit 's Rijks kas verstrekt aan a. rechtspersoon lijkheid hebbende vereenigingen en stichtin gen, uitsluitend ter bevordering van de ver krijging van omroerend goed door landarbei ders werkzaam, mits zij als zoodanig door de Kroon zijn toegelaten, Gedeputeerde Staten gehoond en b. aan gemeenten. De prijs van het „plaatsje mag, mef inbe grip van de eerste noodige verbeteringen aan bestaande gebouwen en land, niet meer dan 4-000 kosten. Gedurende de eerste 4 jaren moet een rente van 4 pet. betaald worden; .daarna geschiedt de betaling dezer rente met de aflossing der schuld in 30 annuïteiten ieder groot 5 4/5 pot. van. het bedrag van ^het voorschot. Voor het losse land is bepaald, dat de jaar- lijksohe pachtprijs niet meer dan 50.mag bedragen. Uit bovenbedoeld overzicht blijkt, dat er over 't algemeen een vrij ruim gebruik ge maakt is van de faciliteiten, die de Land- arbeiderswet biedt. In de 12 jaren (het over zicht loopt tot en met de eerste 10 maanden van 1930), gedurende welke de wet werkt, Is in totaal aan voorschotten tbegekend rond 12 620.000. Hiervan is bijna 2 millioen be steed voor los land en ruim 10 millioen voor „plaatjes". Het bezit van een „pOaatsje" is het ideaal van den landarbeider, dit blijkt ook Weer uit bovenstaande cijfers. In totaal wa ren er (tot begin November 1930) 3.486 „plaatsjes" gesticht en was een oppervlakte van ruim 558 H.A voor los land aangekocht. Opmerkelijk ia Eet nu, dat het Noorden des lands ten opzichte van het aantal plaats jes de kroon spant en dat het Zuiden stukken achter blijft. Volgens provincie gerangschikt krijgen wij die volgende aantallen uitgegeven plaatsjes: Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noordbolland Zuidhal land Zeeland Noord'brabant j. Limburg i - Totaal: Hieruit Wijkt, dat alleen in de 3 Noordelijke provincies (Groningen, Friesland en Drenthe) niet minder dan 60 pCt. der „plaatsjes" wor den gevonden. De midden-provincies (Overijs sel Gelderland, Noord- en Zuid-Holland en 't nauwelijks meetellende Utrecht) hebben samen ruim 32 pet. en voor de Zuidelijke provincies (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) blijft slechts ruim 8 pet. over. Indien wij het in voorschot verstrekte totale bedrag volgens denzelfden maatstaf mogen vei deelen( een opgave van de per provincie ver leende voorschotten ontbreekt), dan komen •wij tot een bedrag van 6.000.000 voor de 3 Noordelijke provincies, 3.200.000 voor de 5 midden-provincies en 'slechts 800.000 voor de 3 Zuidelijke provincies. Zelfs wanneer wij in aanmerking nemen, dat er in de Zuidelijke provincies veel minder landarbeiders in den zin der wet personen, die van het in loondienst verrichten vam land arbeid hun hoofdberoep maken (art. 2) voorkomen dan in de Noordelijke provincies, dan nog moet geconstateerd worden, dat er in ons Katholieke Zuiden op dit gebied een achter stand valt in te halen. In de kleistreken van West-Noord-Brabant, in Zeeuwsch-Vlaanderen ®n het kleigebied van Limburg, konden nog heel wat landarbeiders, welke categorie daar ruimschoots gevonden wordt, op een „plaatsje" Resettled worden. Het schijnt, dat daar de noodiiige activiteit ontbreekt, dat men daar nog niet voldoende doordrongen is van het besef, van hoe groot belang het is, zoowel voor de desbetreffende streken zelfs als voor het algemeen welzijn, dat mannen met arbeidskracht en arbeids lijst, maar verder zonder vermogen, eenig be zit kunnen verwerven, waardoor hun levens geluk en hun zedelijke waarde voor de samen leving enorm worden verhoogd. Toen eenige jaren geleden de Geldersche ge meente Gendt die in deze tot voorbeeld ge steld mag worden aan alle andere plattelands gemeenten van Nederland plannen maakte, om aan arbeiders uit die gemeente plaatsjes nlt te geven, hebben Burgemeester en Wethou ders in een voortreffelijk praeadvies gewezen op de belangrijke voordeelen, verbanden aan het bezit eener eigen woning, juist voor arbei ders. Een eigen woning vertegenwoordigt voor den aTbeider een niet onaanzienlijk kapitaaltje, ze is voor hem een vast goed, waarin hij zijn geld belegt. Als zoodanig heeft de woning voor den. arbeider een flnancieele waande, die niet ge ring te schatten is. De woning heeft voor hem echter nog een hoogere waarde, in zooverre zij is een middel tot zijn cultureele en moreele verheffing. Het bezit eener woning, die zijn volledig eigendom is, waarover hft alleen onbeperkte heerschappij kan voeren, geeft den arbeider meer zelfstan digheid en onafhankelijkheid. Zijn gevoel van eigenwaarde wordt er door versterkt. Dit verklaart ook mede het meermalen ge constateerde feit, dat een arbeider, die een Woning bezit in eigendom, niet toegankelijk is voor revolutionnaire propaganda. „Zoodra de mensch iets waardevols het zijne noemen kan, heeft de pas overleden socioloog Victor Cathroin S.J. eens gezegd, zal hij een verdediger zijn van de bestaande rechtsorde." Dan Immers heeft hij persoonlijk belang bij het voortbestaan der maatschappelijke orde. Daarom is het bevorderen van het klein bezit vooral wanneer dit plaats heeft in bree- den kring onder de lagere standen, van groe ten invloed op hun politiek, sociaal en econo misch denken en is het toegankelijk maken van het Dozlt voor de onvermogende arbeiders een doeltreffend middel tegen de verbreiding van socialisme, communisme en andere ge- faWrUJlrn maatschappelijke of: on maatschap - Begin Sept. Begin Nov. 1929 1930 809 854 553 578 621 650 246 258 301 355 3 4 199 292 195 215 57 76 139 158 51 46 3.164 3.486 'üïss- «w DE VERBINDING AMSTERDAMMUIDEN. De werkzaamheden aan een nieuwen en hoog noodi- gen verkeersweg tusschen Amsterdam en Muiden door het Gooi zijn in vollen gang. Pclijk-estelsels. Ten slotte is het bezit van een eigen wo ning een voordeel van groote beteeke-nis, om dat het den arbeider opwekt en versterkt tot zuinigheid en spaarzaamheid. De prikkel toch tot sparen Is krachtiger voor den arbeider, die daardoor kans heeft op den vrijen eigen dom zijner woning dan voor hem, die alles op de spaarbank moet zetten. De eerstge- genoemde toch kan een nabijliggend doel aan zijn spaarzaamheid stellen. Hij ziet de woning langzamerhand overgaan in vrijen eigendom; bij maakt door zijn werken en sparen vrij den eigendom van het huisje, dat hij kent, waar hij zich thuis voelt, dat hem lief en dierbaar is. Al deze redenen moesten er degenen in onze zuidelijke provincies, die aangewezen zijn op 't nemen van initiatief op dit terrein, toe brengen onverwijld de band aan den ploeg te slaan in de overtuiging, dat een ruime toepassing der Land-ar-beiderswet een zedelijk en maatschap pelijk belang van de eerste orde is. Reeds een jaar of drie geleden heeft de Al gemeens R. K. Lan dbouw-Bedrij fsraad een o.I. voortreffelijk voorstel gedaan, om de zaak in de Zuidelijke provincies wat heter op gang te brengen In een circulaire, gericht tot alle plaatselijke afdeelinge-n der R. K. organisaties van boeren en tuinders en land- en tuinbouw- arbeiders heeft hij deze opgeroepen om overal plaatselijke commissies van samenwerking inzake toepassing der Landarbeiderswet in bet leven te roepen. Deze commissies zouden moe ten worden samengesteld uit vertegenwoordi. gers van de boeren en tulndersvereenigingen en de landarbeiders-organisaties. Zij zouden zich tot taak moeten stellen om overal, waar deze nog niet bestaan, verecnigingen of stich. tingen „uitsluitend ter bevordering van de verkrijging van onroerend goed door land arbeiders werkzaam", zooals de wet eischt op te richten en, waar deze reeds bestaan, ze zoo noodi* tot meer activiteit te brengen. Wij hebben niet vernomen, dat aan dezen'op roep die toch beter verdiend bad ruim gevolg i8 gegeven. Het is échter wel zeer gewenscht, dat onze Zuidelijke provincies, met de hierboven vermelde cijfers voor oogen, zoo spoedig mogelijk den achterstand pogen in te a en. ;j zullen er ©en heilzaam werk mee uoen. SCHOOL VOOR LAGERE BEDRIJFSLEIDING. Sjf" Zi,NOTemiber a s- ..Bouvigne" te openen „School voor lagere bedrijfsleiding" zal ROOMSCHE DRANKWEERACTIE De Gewestelijke Pi opaganda-commissde „St. Willibrordus" van den Diocesanen Drankbestrij- dersbond is hare wintei actie begonnen. De uit voeringenreeks is j.l. Zondag op waardige wijze te Olland ingezet. Met het vierbedrijvig too- neelspel „De Vloek eener Roeping" afgewisseld door een propaganda-reda heeft de commissie tevens een propaganda-avond gegeven, die naar wensch geslaagd mag heeten. De Zeereerw. heer J. v. d. Ven, pastoor der parochie sprak een kort inleidingswoord. Tusschen het tweede en derde bedrijf hield de voorzitter der Gewestelijke Propaganda-com- missie, J. van Genabeek uit 's Hertogenbosch eene inleiding over „Nieuw leven in Sobriëtas". Aan het slot van den avond toen bleek dal ongeveer twintig nieuwe leden zich hadden laten Inschrijven voor het Kruisverbond ver tolkte de Zeereerw. heer pastoor aller gevoe lens van dank aan tooneellisten, regisseur J. Salfischberger en spreker. De heer Kropveld, DE GRAANHANDEL IN ZEELAND Door het Tweede Kamerlid den heer Ker sten, zijn aan don Minister van Binnenla-ndsche Zaken en Landbouw de volgende vragen ge steld: Is het den Minister bekend, dat door graan handelaren in Zeeland geweigerd wordt den gestelden prijs voor het scho nen van tarwe uit te betalen en wordt aangedrongen op het leveren van ongeschoonde tarwe, die door hen voor geschoond geleverd wordt? Is de Minister bereid maatregelen te tref fen, dat de landbouwers recht hebben tot schoonen, aangezien verschillende organisaties dure reinigingsmachines hebben geïnstalleerd? Kan de Minister mededeelen welk percen tage van den tarwe prijs den handelaren ten goede komt? De Kamer van Koophandel van 's-Gravem- hage recipieerde in het Kurhaus te Schevenin- gen ter eere van het congres van Handelaren in koloniale waren. Er heerschte een bijzonder opgewekte stemming, wat den heer Kropveld voorzitter van de af<I. „Kleinbe drijf van ge noemde Kamer aanleiding gaf om in een gesprek met mij op te merken: „Je aieit ze het niet aan, dat ze zulke zor gelijke tijden doormaken. Als directeur van 'n Miiddenstandis- jank krijg j© too nu en dan eens een kijkje achter de scher men en dan ko men er heel wat moeilijkheden op die proppen, waarvan een buitenstaander geen besef heeft. En dat is zoo jammer, want het is de oorzaak dat zoovelen, waarschijnlijk in onwetendheid, medewerken aan den ondergang van tal van nijvere middenstanders.'' „Velen toonen al heel weinig begrip voor de moeilijkheden, waarmee de Middenstand momenteed te kampen heeft. Misschien is dat wel eenigszins een gevolg van het feit, dat de middenstand er over het algemeen een zeker behagen in schept om altijd te klagen, ook al is er geen reden toe. Maar de abnormale tijden, die we nu mee maken, rechtvaardigen een klagen alleszins. En daarom is hét zoo betreurenswaardig, dat zoo menig ernstig mensch, inplaats van te trachten zooveel mogelijk te helpen, door onna denkendheid den toestand nog verzwaart. Hierbij denk ik b.v. aan de „koopvrees", waardoor een groot deel van het publiek is aangetast. Het Is toch klinkklare onzin, dat zelfs men- schen met een vast inkomen, die bij de huidige daling van het index-cijfer eigenlijk vlotter zouden kunnen leven, zich gaan bezuinigen onder het motto van „slechte tijden." Dat ze hun eigen leven daar minder aange naam door maken, dat moeten ze zelf weten, maar tegenover de maatschappij laden zij een schuld op zich, want consumeert men minder, dan kwijnen middenstand en industrie. Al staan we machteloos tegenover het hui dige wereldgebeuren, we kunnen toch ons best doen om alles zoo normaal mogeflijk te doen veirloopen. In mijn oog is er echter nog een veel grooter euvel dan de slapte, die er in dein handel heerscht en wij bedoelen hier het niet con tant betalen van den consument aan den vrin- kelier. Banken en groothandel zijn in de-ze tijden uiterst voorzichtig met het verleene-n van cre- diieten aan den middenstand en daardoor wordt het voor den winkelier zéér moeilijk om over voldoende bedrijfskapitaal te blijven beschik ken. Niet zeilden wordt de toestand echter kritiek, doordat hij op een gegeven moment niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit is dan geen gevolg van het nietmarcheeren der zaak, maar komt -doordat hij niet aan zijn geld kan komen, omdat dit z.g. „onder de mensehen zit." Degenen die meestentijds geschiedt het uit sleur, nonchalance, soms ook uit het min derwaardig motief van „rente-willen maken" hun rekeningen pas na maanden of jaren voldoen, berooven den winkelier van zijn be drijfskapitaal; maken hem den strijd <jm het bestaan haast onmogelijk." Ik noemde den heer Kropveld verschillende zaken, meest grootere, waar men geen kans heeft om „op crediet" te koopen en vroeg hem, waarom ook de kleineren zich niet verbonden om slechts (i contant te leveren. „U legt hier den vinger op de wonde plek en hoezeer ook begaan met hen, die om hun zaak op gang te houden gedwongen zijn om crediet te verleenen, geef ik onmiddellijk toe, dat als er op dit punt meer eendrachtigheid heerschte, het Heele „crediet-geven" gauw uit de wereld zou kunnen zijn. Nu zijn velen ge dwongen om het te geven omdat de clientèle anders naar den buurman loopt, waar contante betaling niet geëisoht wordt. Laat ik u echter opmerken, dat dit onderwerp-al meermalen op verschillende mlddeinsiand-scongressen bespro ken is, maar altij-d stuitte men op bezwaren. Dat neemt m.i. echter niet weg, dat men steeds naar middelen zal moeten blijven om zien om dit euvel te bestrijden. Ik zal eenige authentieke voorbeelden ge ven, mij alle bekend, omdat ze personen betref fen, die hier kwamen verzoeken om hun bank- crediet tijdelijk te mogen overschrijden, wat in ieder geval nooit toegestaan wondt, ais men •niet eerst d-e boeken -toont. Sommige voorbeelden zullen u overdreven lijken; u kunt ze echter alle gelooveu, want leder geval werd door ons gecontroleerd. Een dame, in goeden doen, bestelt bij haar banketbakker een souper. De man heeft den euvelen moed om op te merken: „Als het mevrouw convenieert zou ik graag een deed van de rekening willen presen teeren. Ik zit er hard voor, we verkoopen wei nig en mijn leveranciers dringen op betaling aan." Mevrouw gooit het hoofd in den nek en eegt: „Ik verwacht u vanavond om half 8 uur met de geheefle rekening. Hoeveel staat er?" Een gefingeerd opslaan van het boek als of de stakkerd niet zou weten hoeveel e-r we-1 stond! en toen noemde hij het bedrag: 1200. Mevrouw vertrok geen' spier van haar ge zicht; ze wiet, dat ze in staat was haar schuld itn eens af te d-oen. Als dank voor zijn lankmoedig wachten kreeg de banketbakker op zijn: „Hoe Iaat wenscht u morgen het souper?" een hau-tain: „Laten we daar niet meer over spreken; natuurlijk neem ik het niet meer van u!" tot antwoord. Een kapper, wiens zaak goed marcheert, komt hier en vraagt om extra crediet, daar enkele wisselsvervallen. We zien uit zijn boe ken, dat de zaak rendeert, maar ook, dat hij heerën mag bedienen, die hem de eer aandoen lotions, brillantine, zeepen enz. uit zijn zaak te betrekken en de rekening tot enkele hon derden guldens te laten oploopen. „Maar man, zorg dan toch, -dat Je het geld krijgt!", is onze ongeduldige uitroep, waarop de brave middenstander antwoordt: „-Dat heb ik ééns gedaan en ik verloor er een heele" categorie van klanten door! Ze noemden dat een „beleedigend gebrek aan vertrouwen." In ons vak is het dubbel erg om een klant te verliezen en is het er een met een klinke-n- deh naam, dan is het een dubbel gevaar. Daar zorgen de naamplaatje® op de laatjes wel voor? De overige clientèle weet zoo gauw waarom iemand wegblijft uit de zaak. Eigenaardig ia, dat het vooral de menschen met behoorlijke vaste inkomens zijn, die tot de ore-dietmemers hoeren. De handeldrijvende middenstand bezondigt zich er weinig aan; zij weten te goed welk een ellende het tengevolge, kan hebben. Oo-k de arbeider betaalt liefst met gereed geld; een enquête onder de volkszaken 'wees dat ui-t. Bij de kruideniers komt het óók veel voor, dat ze jaren moeten leveren en zélf den grossier betalen vóór men eraan denkt de rekening te voldoen. Ik ben er van overtuigd, dat slechts bij wei nigen de opzet voorzit om niet op tijd te be talen, maar al-s men eenmaal aan het uitstel len gaat, komt men er zoo gauw toe om het geld voor iets anders te gebruiken dan voor de binnengekomen rekeningen. Er oin-tspon zich nu tusschen den heer Krop veld en mij een levendig gesprek over de voor deelen van „contante betaling" voor den koe- per zelf. Toen we aan het opsommen gingen van za ken, die het air aannemen van totaal niet om geld verlegen te ritten en die zich op hun beürt laten „manen om met de rekening te komen", kwamen we tot een aardig uitgebreid lijstje. De heer Kropveld is van meening, dat velen er een middel in zien o md-e clientèle aan rich te binden. Alsof diezelfde clientèle om het renteverlies te dekken, haar waren niet duur der zal moeten betalen ófwel zich dikwijls met minderwaardig spul tevreden za-1 moeten stel len. En dan is het nog niet eens noodzakelijk, dat -de winkelier met opzet minder goedewa- -en aan den man brengt! Maar hij moet zelf ook lang crediet nemen bij zijn leverancier en is daardoor gedwongen te accepteeren, wat hij anders misschien ge weigerd zou hebben. Conclusie is dus: Eén over de heele linie ingevoerde contante betaling beteekent een beduidende prijsverla ging want in de prijzencalculatle moet een deel van het renteverlies verdisconteerd zijn." Het zou niet kwaad zijn als de verschillende vrouwenorganisaties haar leden eens lieten voorlichten over het kwaad, dat ze den mid denstand, maar ook indirect zichzelf, doen door te lang crediet te nemen. H-et gesprek kwam op het kommervol be staan, dat zoo'n groot percentage der winkel zaken tegenwoordig lijdt; op de ellenlange lijsten van aangevraagde faillissementen! „De oorzaak hiervan zal wel eenigszins gelegen zijn in het feit, dat er op elk gebied een „te veel" is. Als men door Veenestraat, Spuistraat en Vlamingstraat loopt, alles bij elkaar nog géén kilometer, ziet men op zijn minst al 10 schoenzaken, dat is één op elke honderd meter! En dat, terwijl ook de buiten wijken allerminst misdeeld zijn. En In de andere branches is het al even érg; zie de menigvuldige confectiemagazijnen, bloe- menaaken hoedenwinkels en dameskappers! Maar naast de overgroot® concurrentie komt het me voor, dat het feit, dat zoo menigeen vergeet, dat men aan verschillende edschen moet voldoen om een goed winkelier te zijn, ook van slechten invloed is. Zoo weinigen komen voldoende beslagen ten ijs! Tegenwoor dig zij-n naast het eigen bedrijfskapitaal dat pl.m. 50 pot. van het totaal benoodigde kapi taal moet uitmaken een zekere algemeene ontwikkeling, warenkennis, eenig inzicht in bedrijfsorganisatie en boekhouden, onontbeer lijk. En ik ben van meening, dat als aan bovenge noemde ei sohen voldaan wordt, een zaak nog wel levensvatbaarheid kan hebben. Wij stellen deze vereischten als „minimum" voor het aangaan van een b-ankcrediet, want wij weten maar al te goed hoe n-oodig 't is, dat een zaak zoowel commercieel als finantieel goed geleid wordt." CATY VERBEEK. Haag, October 1931. Donkeyman voor de rechtbank. ER MOEST HAASTIG GEWERKT WORDEN Op 16 April j.l. had aan boord van het s.s. „Jagersfontijn", liggende aan de Sumatrakade te Amsterdam, een doodelijk ongeluk plaats. In den bakboordketel bevond zich voor een onderzoek de vierde machinist M. A. Leen- houts. Het ketelonderzoek was bijna ten einde en de donkeyman A. E., niet wetende dat L. zich in den ketel bevond, liet heet water bin nen door den afsluiter van den ketel open te draalen. L. kreeg over het geheele lichaam zeer ernstige brandwonden en overleed kort na het ongeluk. Gisteren had de 51-jarige donkeyman, A. E., zich voor de Amsterdamsche rechtbank te ver antwoorden wegens het veroorzaken van dood door schuld. Volgens de dagvaarding zou hij hoogst roekeloos en grovelijk onvoorzichtig tegen en in ieder geval zonder Inachtneming van de bevelen van den machinist F. Heijdens in, den ketel aan bakboordzijde, waarin zich de machinist L. bevond, hetgeen verd. kenbaar was gemaakt, heet water hebben laten loopen, tengevolge waarvan L. zoodanige brandwonden heeft gekregen, dat hij daaraan is overleden. Verdachte zeide, niet te hebben geweten, dat de machinist L. nog in den ketel zat, toen hij den afsluiter opendraaide. Wel was het hem vroeger gezegd, doch dat was gerulmen tijd vóór het ongeluk. De dienstdoende derde machinist F. Heij dens zeide, in géén geval order tot oppompen te hebben gegeven. Verdachte E. had aan ge tuige voorgesteld, eerst den bakboordketel vol te pompen, omdat het schip slagzij maakte, doch get. had toen nadrukkelijk gezegd: „de vierde machinist L. zit er in".' Er was toen door een anderen donkeyman nog een grapje gemaakt: „Als hij heet water voelt, zal hij er wel uitkom-en", waarop getuige had gezegd: „Geen gijntjes". Get. Heijdens was direct na het gesprek naar boven gegaan, plotseling hoorde hij gillen en het loopen van water. Direct had hij Leenhouts uit den ketel ge trokken. doch hij was reeds ernstig verbrand. President mr. Huvsinga: „Hoelang verliep er tusschen de waarschuwing, dat L. in den ketel was en het opendraaien van den afslui ter Get.: „Hoogstens 3 h 5 minuten". President: „Waaraan schrijft U het ongeluk toe Get.: „Waarschijnlijk aan de haast waar mede gewerkt werd. We moesten den volgen den dag vertrekken". Verdachte was na het ongeluk zeer geschrok ken en langen tijd down. Do Officier van Justitie/ mr. Versteeg, zeide, zelden een geval van zoo groote onvoorzicb''g- heid en roekeloosheid te hebben gezien, doch In weerwil hiervan is verd. zich niet schuld bewust. Hij heeft gehandeld tegen de orders van zijn chef in. terwijl hij moest weten, dat L. zich in den ketel bevond. Spr. vorderde een hechtenis van zes maan den wegens veroorzaken van dood door schuld. De verdediger mr. KiUhe bracht verzach tende omstandigheden naar voren en drong op clementie aan. De rechtbank zal 28 October vonnis wijzen. VEREEN. VAN R. K. GESTICHTEN EN INRICHTINGEN VOOR KRANKZINNIGEN EN ZWAKZINNIGEN. Verschenen is het tweede jaarboek der Ver- eeniging van R. K. gestichten en inrichtingen voor krankzinnigen en zwakzinnigen, welke ten doel heeft bevordering der verpleging van krankzinnigen en zwakzinnigen en wat daarmee samenhangt met inachtneming der Katholieke beginselen. Ook haar jaarboek, een kloek werk van 425 pagina's, heeft ditzelfde doel, terwijl het tevens een belangwekkend overzicht geeft van het thans bereikte. Behalve de samenstelling van het bestuur, een opgave van de leden van de vereeniging, de verslagen der verschillende Inrichtingen enz. bevat het met veel zorg samengestelde Jaarboek, diverse internationale artikelen, waardoor het een waardevol werk is geworden vooral voor hen, die op het gebied van het krankzinnigen- en zwakzinnigenwezen werk- BOND WFSTLAND. In de laatst gehouden vergadering van den bond „Westland" was ingekomen een schrijven van de fruit- en groentenveiling-vereeniging Kwintsheul, houdende m-eaedeelin-g, dat deze vereeniging bedankt ais lid van den hond en wel op grond van het feit, dat het bondsbestuur een verzoek van deze af deeling, om een beslis sing te nemen in een geschil tusschen de vei lingverenigingen Kwintsheul en Poeldijk, van de hand heeft gewezen. De heer L. J. Duyvesteyn, voorzitter van de veilingvereeniging Kwintsheul, is in verband daarmede uitgetreden uit het bon-dsbestuur, na daarin 25 jaar zitting te hebben gehad. Het bondsbestuur besloot de benoodigde kis ten voor het eenmalig gebruik voor het a.s. jaar weer gemeenschappelijk in te koopen. De aan besteding zal plaats hebben in het begin van Januari. Alleen de afdeeling Maasland zal zelf standig eenmalige kisten inkoopen. Na zeer breedvoerige besprekingen sprak de vergadering de wenscbelijkheid uit, dat in de gegeven om-standigheden de bii den bond aan gesloten veilingverenigingen geen gelegenheid tot het veilen van bloemen zullen geven. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). KLEINHANDELSPRIJZEN. Geachte redactie, Naar aanleiding van de vragen van den heer K-ortenhorst aan den Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw betreffende den noodtoestand in de tuinbouwstreek van West-Friesland, zou ik Z.Exc. willen vragen ot het hem bekend is. dat voor bloemkolen, die op de veiling pl.m. ct. per stuk opbrengen, in Rotterdam en den Haag in winkels gelegen In volks- en mlddenstands- uurten 15 k 30 cent betaald moet worden Waarom dan geen self-help, door per schip eenige groote partijen naar de groote steden ge stuurd waar het publiek ze echter graag voor a a 1% cent per stuk zou koopen En als ik aan deze vraag een paar andere mag vastknoo- pen, zou dan misschien redactie of andere be voegden die willen beantwoorden Waarom blijven de winkelprijzen zoo hoog dat de vrouwen ongeveer evenveel huishoudgeld noo- dtg hebben als een paar jaar terug, terwjjl de groothandelsprjjzen lager zijn dan vóór den oor log. Waar blyft die groote winstmarge Waarom kunnen Belgische bakkers voor den halven prjjs beter en verscher brood importeeren dan de Hol- landsche het ter plaatse kunnen leveren En als de bakkers, kruideniers, slagers enz. be weren, dat qns distributiesysteem met deugt en de waren zoo duur worden door het aan huis hooren en bezorgen, waarom verkoopen ze hun waren dan niet tegen belangryk lageren prjjs aan hen die ze in den winkel komen halen Dankend voor de opname Achtend, Dr. K. Een nieuw plan van de Vereeniging tot behoud van Natuurmonu menten in Nederland. EEN JUBILARESSE SPREEKT. In weerwil van de moeilijke tijden, komt de „Vereeniging tot behoud van Natuurmonu menten in Nederland" (poetrekening 32391) met een nieuw plan. Of liever, het is geen nieuw plan, maar de consequentie uit vroegere geslaagde ondernemingen. En daaraan kan de vereeniging zich niet onttrekken, want de economische nood mag voor niemand een voor wendsel zijn om zijn plicht niet te doen. De zaak is deze Toen in 1912 de mare door Nederland ging, dat er gevaar dreigde voor de bekende bos- schen en vennen onder Oisterwijk en Moer gestel, ontstond er groote ongerustheid over het lot van dit onvolprezen stuk Brabantsch natuurschoon. „Natuurmonumenten" (zooals de vereeniging gemakshalve heet) heeft toen ingegrepen en met steun van heel de natie kon het onheil worden afgewend. Een deel der be roemde vennen met hun omlijsting van bis- schen werd eigendom der vereeniging. Het Esschenven, het Witven, het Choorven en het Kolkven zouden als natuurmonument behou den blijven en in 1915 konden aan dit bezit worden toegevoegd de Duivelsberg, het Brand- ven en het Diaconieven. Na 1915 werden da bezittingen onder Oisterwijk nog herhaalde lijk uitgebreid, in 1916 o.a. met Groot Speyck» en door al die aankoopen bedraagt de opper vlakte thans ruim 300 H.A. Hoevele duizenden landgenooten daarvan in den loop der jaren hebben genoten en in welke mate, het valt niet te becijferen maar wel te denken. De vereeniging heeft met hare actie in Brabant ons volk ten zeerste aan zich ver plicht. Maar zij is daarmee nog steeds niet aan het einde van haar beslommeringen; zij staat zelfs voor een zeer groote moeilijkheid. Reeds jaren lang is het bestuur ervan overtuigd, dat de bezitting nog geen eenheid vormt, dat daartoe ook behooren het Staalbergven, het Groot- en het Klein Aderven en het Wolfsputven met omliggend terrein, zeker even belangrijk als datgene, wat de Vereeniging reeds heeft kun nen verwerven. Mocht dit terrein, ter grootte van bijna 80 Hectaren ooit als bouwterrein in exploitatie worden genomen, dan zou bet natuurmonu ment, met zooveel moeite en kosten verkregen, daar ernstig onder lijden, ja, het zou zijn be teekenis voor een belangrijk deel verliezen. De onderhandelingen over den aankoop, die veel tijd en moeite vergden, hebben onlangs haar beslag gekregen, helaas juist op het tijd stip, dat een wereldcrisis is uitgebroken, ern stiger dan iemand zich van voorheen kan her inneren. Het bestuur heeft zich daardoor niet van zijn stuk laten brengen. Natuurlijk zijn de heeren er zich vau bewust, dat thans de fi- nancieele moeilijkheden niet onderschat mogen worden, maar even zeker is het, dat de koop tot stand moet komen. De gelegenheid daar toe zal zich immers nimmer meer voordoen. Het geheele terrein is aan de Vereeniging in handen gegeven voor 50.000 de Gemeente Oisterwijk neemt daarvan 20.000 voor haar rekening. Is daarmee niet het bewijs geleverd, dat de voorgenomen uitbreiding van bet bezit van groote waarde geacht wordt, dat zij on ontbeerlijk is Het bestuur is ervan overtuigd, dat de vele vrienden der Vereeniging, die haar in de ge negenheid hebben gesteld terreinen, ter geza menlijke grootte van 8500 H.A, aan te koopen, haar ook ditmaal, nu het om 80 H.A gaat, zullen weten te helpen. Er is trouwens een bij zondere reden voor vertrouwen in de medewer king van de belangstellenden. Deze maand be staat de Vereeniging 25 jaar. Het is dus een zilveren jubilaresse, die veel voor land en volk heeft gedaan, welke nu een beroep doet op haar vrienden om het groote werk in Brabant te helpen voltooien. Het is daarom, dat men goede hoop mag koesteren op verwezenlijking van het plan, waarmee het heerlijke complex bosch en vennen voor goed behouden zal blijven. Een circulaire over deze aangelegenheid is, verkrijgbaar bij het secretariaat der vereeni-, ging, Heerengracbt 540, Amsterdam. VEREENIGING VAN LEERAREN IN DE HANDELSWETENSCHAPPEN. De praktljkexamens in boekhouden en han delscorrespondentie afgenomen vanwege de ver. van Leeraren in de Handelswetenschappen zullen worden gehouden op Maandag 14 December, Dinsdag 15 December en Woensdag 16 Decem ber a.s. in 30 plaatsen in het land. Voor na dere bijzonderheden zie* men de annonce voor komende in het nummer van gisterenavond. De aanmelding sluit 15 Novermber a.s. Het prospectus der examens is gratis verkrijg baar by den administrateur: H. Broeders, Nas- saukade 378, Amsterdam (West), te-1. 82437 en b.d. boekhandel. EEN BORSTBEELD VAN DR. WILLEM ROYAARDS. Onder voorzitterschap van dr. P. C. Boutens heeft zich een comité gevormd, waarin verschil lende vooraanstaande personen zitting hebben met het doel door een bekend beeldhouwer een borstbeeld van dr. Willem Royaards te doen vervaardigen en dit monument als blijvende herinnering aan bet groote werk door Royaards verricht de stad Amsterdam ter plaatsing in den Stadsschouwburg aan te bie den. Geldelijke bijdragen voor de verwezenlijking van dit plan zullen gaarne in ontvangst wor den genomen door den secretaris-penningmees ter J. B. Schuil, Tuinwijklaan S3, Haarlem (rekening Rotterdamsche Bank vereeniging, kantoor Haarlem, Postgiro no. 80769, Haarlem). OVERLEDEN De jeugdige wielrijder H. v. d. Stap, die gis. teren onder de gemeente Schipluiden door een vrachtauto werd aangereden en een schedel- fractuur bekwam is hedennacht in het St H/. politusgesticht te Delft overleden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 7