BfeL,
SM
wjm
m
DE MIDDENSTAND EN DE MALAISE.
T*-if» 1
INGEZONDEN.
DONDERDAG 15 OCTOBER 193Ï
DE TOEPASSING DER LAND-
ARBEIDERSWET.
In de Zuidelijke provincies een
achterstand in te halen.
het bevorderen van het klein
d™ ZE PatÏdT IT11^ W°rd€J1 segeven doOT
j 2 don rCUS Brwl0h: Opvoedkun
de door den Z.E. pater Paschasius van
Meiwen, leeraar^Opvoedkunde M.O.; Staathuis-
*>udl™^* Maatschappijleer, Staatsinrichting,
door Mej. Mr J. Verbeek; Technische bedrijfs-
leiding oo e GoeyHandelsaardrijks-
kun.de door MA. van der Poel, Statistiek.
Registratie, Boekhouden, door den heer S. van
Aalst, leeraar Boekhouden M. O.; Persoon*,
volks- en beönjfshygiene zal onder leiding van
een medicus worden gegeven door een verpleeg
ster in 't bezit van diploma wijk- en ziekenver
pleging. De lessen in aesthertiica door den Z.E.
heer F. Frencken. De leasen over jeugdorgani-
satie e<n pr act ijle zullen staan onder leiding
van mej. T. Molle. Inlichtingen verstrekt de
directrice: mej. mr. J. Verbeek, Vacantiehuis
„Bouvigne", Ginmeken bij Breda.
De consequent doorgevoerde eisch van
contante betaling zou het index
cijfer gunstig beinvloeden.
ERNSTIG ONGELUK AAN BOORD
VAN EEN SCHIP.
DE BRABANTSCHE VENNEN
BEZIT IS VAN GROOTEN INVLOED
In het dezer dagen verschenen Verslag be
treffende de takken van Dienst, resaorteerende
onder de Directie van den Landbouw (Versla
gen en Mededeelingen van de Directie van den
Landbouw, 1930, no. 3) komt o.-m. een beknopt
overzicht voor van de toepassing, welke de
Landarbeiiderswet sedert hare invoering op 15
Nov. 1918 heeft gevonden.
Zooals men weten zal beoogt deze mooie
sociale wet de bevordering van de verkrijging
door landarbeiders van land met woniing in
eigendom (z.g.n. „plaatsjes") of van los land
in pacht.
Om dit doel te bereiken worden onder be
paalde voorwaarden rentegevende voorschotten
uit 's Rijks kas verstrekt aan a. rechtspersoon
lijkheid hebbende vereenigingen en stichtin
gen, uitsluitend ter bevordering van de ver
krijging van omroerend goed door landarbei
ders werkzaam, mits zij als zoodanig door
de Kroon zijn toegelaten, Gedeputeerde Staten
gehoond en b. aan gemeenten.
De prijs van het „plaatsje mag, mef inbe
grip van de eerste noodige verbeteringen aan
bestaande gebouwen en land, niet meer dan
4-000 kosten. Gedurende de eerste 4 jaren
moet een rente van 4 pet. betaald worden;
.daarna geschiedt de betaling dezer rente met
de aflossing der schuld in 30 annuïteiten ieder
groot 5 4/5 pot. van. het bedrag van ^het
voorschot.
Voor het losse land is bepaald, dat de jaar-
lijksohe pachtprijs niet meer dan 50.mag
bedragen.
Uit bovenbedoeld overzicht blijkt, dat er
over 't algemeen een vrij ruim gebruik ge
maakt is van de faciliteiten, die de Land-
arbeiderswet biedt. In de 12 jaren (het over
zicht loopt tot en met de eerste 10 maanden
van 1930), gedurende welke de wet werkt, Is
in totaal aan voorschotten tbegekend rond
12 620.000. Hiervan is bijna 2 millioen be
steed voor los land en ruim 10 millioen voor
„plaatjes". Het bezit van een „pOaatsje" is
het ideaal van den landarbeider, dit blijkt ook
Weer uit bovenstaande cijfers. In totaal wa
ren er (tot begin November 1930) 3.486
„plaatsjes" gesticht en was een oppervlakte
van ruim 558 H.A voor los land aangekocht.
Opmerkelijk ia Eet nu, dat het Noorden
des lands ten opzichte van het aantal plaats
jes de kroon spant en dat het Zuiden stukken
achter blijft.
Volgens provincie gerangschikt krijgen wij
die volgende aantallen uitgegeven plaatsjes:
Provincie
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
Utrecht
Noordbolland
Zuidhal land
Zeeland
Noord'brabant
j. Limburg
i -
Totaal:
Hieruit Wijkt, dat alleen in de 3 Noordelijke
provincies (Groningen, Friesland en Drenthe)
niet minder dan 60 pCt. der „plaatsjes" wor
den gevonden. De midden-provincies (Overijs
sel Gelderland, Noord- en Zuid-Holland en 't
nauwelijks meetellende Utrecht) hebben samen
ruim 32 pet. en voor de Zuidelijke provincies
(Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) blijft
slechts ruim 8 pet. over.
Indien wij het in voorschot verstrekte totale
bedrag volgens denzelfden maatstaf mogen vei
deelen( een opgave van de per provincie ver
leende voorschotten ontbreekt), dan komen
•wij tot een bedrag van 6.000.000 voor de 3
Noordelijke provincies, 3.200.000 voor de 5
midden-provincies en 'slechts 800.000 voor
de 3 Zuidelijke provincies.
Zelfs wanneer wij in aanmerking nemen,
dat er in de Zuidelijke provincies veel minder
landarbeiders in den zin der wet personen,
die van het in loondienst verrichten vam land
arbeid hun hoofdberoep maken (art. 2)
voorkomen dan in de Noordelijke provincies,
dan nog moet geconstateerd worden, dat er in
ons Katholieke Zuiden op dit gebied een achter
stand valt in te halen. In de kleistreken van
West-Noord-Brabant, in Zeeuwsch-Vlaanderen
®n het kleigebied van Limburg, konden nog
heel wat landarbeiders, welke categorie daar
ruimschoots gevonden wordt, op een „plaatsje"
Resettled worden.
Het schijnt, dat daar de noodiiige activiteit
ontbreekt, dat men daar nog niet voldoende
doordrongen is van het besef, van hoe groot
belang het is, zoowel voor de desbetreffende
streken zelfs als voor het algemeen welzijn,
dat mannen met arbeidskracht en arbeids
lijst, maar verder zonder vermogen, eenig be
zit kunnen verwerven, waardoor hun levens
geluk en hun zedelijke waarde voor de samen
leving enorm worden verhoogd.
Toen eenige jaren geleden de Geldersche ge
meente Gendt die in deze tot voorbeeld ge
steld mag worden aan alle andere plattelands
gemeenten van Nederland plannen maakte,
om aan arbeiders uit die gemeente plaatsjes
nlt te geven, hebben Burgemeester en Wethou
ders in een voortreffelijk praeadvies gewezen
op de belangrijke voordeelen, verbanden aan
het bezit eener eigen woning, juist voor arbei
ders.
Een eigen woning vertegenwoordigt voor den
aTbeider een niet onaanzienlijk kapitaaltje, ze
is voor hem een vast goed, waarin hij zijn geld
belegt. Als zoodanig heeft de woning voor den.
arbeider een flnancieele waande, die niet ge
ring te schatten is.
De woning heeft voor hem echter nog een
hoogere waarde, in zooverre zij is een middel
tot zijn cultureele en moreele verheffing. Het
bezit eener woning, die zijn volledig eigendom
is, waarover hft alleen onbeperkte heerschappij
kan voeren, geeft den arbeider meer zelfstan
digheid en onafhankelijkheid. Zijn gevoel van
eigenwaarde wordt er door versterkt.
Dit verklaart ook mede het meermalen ge
constateerde feit, dat een arbeider, die een
Woning bezit in eigendom, niet toegankelijk is
voor revolutionnaire propaganda.
„Zoodra de mensch iets waardevols het zijne
noemen kan, heeft de pas overleden socioloog
Victor Cathroin S.J. eens gezegd, zal hij een
verdediger zijn van de bestaande rechtsorde."
Dan Immers heeft hij persoonlijk belang bij het
voortbestaan der maatschappelijke orde.
Daarom is het bevorderen van het klein
bezit vooral wanneer dit plaats heeft in bree-
den kring onder de lagere standen, van groe
ten invloed op hun politiek, sociaal en econo
misch denken en is het toegankelijk maken
van het Dozlt voor de onvermogende arbeiders
een doeltreffend middel tegen de verbreiding
van socialisme, communisme en andere ge-
faWrUJlrn maatschappelijke of: on maatschap -
Begin Sept.
Begin Nov.
1929
1930
809
854
553
578
621
650
246
258
301
355
3
4
199
292
195
215
57
76
139
158
51
46
3.164
3.486
'üïss- «w
DE VERBINDING AMSTERDAMMUIDEN. De werkzaamheden aan een nieuwen en hoog noodi-
gen verkeersweg tusschen Amsterdam en Muiden door het Gooi zijn in vollen gang.
Pclijk-estelsels.
Ten slotte is het bezit van een eigen wo
ning een voordeel van groote beteeke-nis, om
dat het den arbeider opwekt en versterkt tot
zuinigheid en spaarzaamheid. De prikkel toch
tot sparen Is krachtiger voor den arbeider,
die daardoor kans heeft op den vrijen eigen
dom zijner woning dan voor hem, die alles
op de spaarbank moet zetten. De eerstge-
genoemde toch kan een nabijliggend doel aan
zijn spaarzaamheid stellen. Hij ziet de woning
langzamerhand overgaan in vrijen eigendom;
bij maakt door zijn werken en sparen vrij den
eigendom van het huisje, dat hij kent, waar
hij zich thuis voelt, dat hem lief en dierbaar
is.
Al deze redenen moesten er degenen in onze
zuidelijke provincies, die aangewezen zijn op 't
nemen van initiatief op dit terrein, toe brengen
onverwijld de band aan den ploeg te slaan in
de overtuiging, dat een ruime toepassing der
Land-ar-beiderswet een zedelijk en maatschap
pelijk belang van de eerste orde is.
Reeds een jaar of drie geleden heeft de Al
gemeens R. K. Lan dbouw-Bedrij fsraad een
o.I. voortreffelijk voorstel gedaan, om de zaak
in de Zuidelijke provincies wat heter op gang
te brengen In een circulaire, gericht tot alle
plaatselijke afdeelinge-n der R. K. organisaties
van boeren en tuinders en land- en tuinbouw-
arbeiders heeft hij deze opgeroepen om overal
plaatselijke commissies van samenwerking
inzake toepassing der Landarbeiderswet in bet
leven te roepen. Deze commissies zouden moe
ten worden samengesteld uit vertegenwoordi.
gers van de boeren en tulndersvereenigingen
en de landarbeiders-organisaties. Zij zouden
zich tot taak moeten stellen om overal, waar
deze nog niet bestaan, verecnigingen of stich.
tingen „uitsluitend ter bevordering van
de verkrijging van onroerend goed door land
arbeiders werkzaam", zooals de wet eischt
op te richten en, waar deze reeds bestaan, ze
zoo noodi* tot meer activiteit te brengen.
Wij hebben niet vernomen, dat aan dezen'op
roep die toch beter verdiend bad ruim
gevolg i8 gegeven. Het is échter wel zeer
gewenscht, dat onze Zuidelijke provincies, met
de hierboven vermelde cijfers voor oogen, zoo
spoedig mogelijk den achterstand pogen in te
a en. ;j zullen er ©en heilzaam werk mee
uoen.
SCHOOL VOOR LAGERE
BEDRIJFSLEIDING.
Sjf" Zi,NOTemiber a s- ..Bouvigne" te
openen „School voor lagere bedrijfsleiding" zal
ROOMSCHE DRANKWEERACTIE
De Gewestelijke Pi opaganda-commissde „St.
Willibrordus" van den Diocesanen Drankbestrij-
dersbond is hare wintei actie begonnen. De uit
voeringenreeks is j.l. Zondag op waardige wijze
te Olland ingezet. Met het vierbedrijvig too-
neelspel „De Vloek eener Roeping" afgewisseld
door een propaganda-reda heeft de commissie
tevens een propaganda-avond gegeven, die naar
wensch geslaagd mag heeten.
De Zeereerw. heer J. v. d. Ven, pastoor der
parochie sprak een kort inleidingswoord.
Tusschen het tweede en derde bedrijf hield
de voorzitter der Gewestelijke Propaganda-com-
missie, J. van Genabeek uit 's Hertogenbosch
eene inleiding over „Nieuw leven in Sobriëtas".
Aan het slot van den avond toen bleek dal
ongeveer twintig nieuwe leden zich hadden
laten Inschrijven voor het Kruisverbond ver
tolkte de Zeereerw. heer pastoor aller gevoe
lens van dank aan tooneellisten, regisseur J.
Salfischberger en spreker.
De heer Kropveld,
DE GRAANHANDEL IN ZEELAND
Door het Tweede Kamerlid den heer Ker
sten, zijn aan don Minister van Binnenla-ndsche
Zaken en Landbouw de volgende vragen ge
steld:
Is het den Minister bekend, dat door graan
handelaren in Zeeland geweigerd wordt den
gestelden prijs voor het scho nen van tarwe
uit te betalen en wordt aangedrongen op het
leveren van ongeschoonde tarwe, die door hen
voor geschoond geleverd wordt?
Is de Minister bereid maatregelen te tref
fen, dat de landbouwers recht hebben tot
schoonen, aangezien verschillende organisaties
dure reinigingsmachines hebben geïnstalleerd?
Kan de Minister mededeelen welk percen
tage van den tarwe prijs den handelaren ten
goede komt?
De Kamer van Koophandel van 's-Gravem-
hage recipieerde in het Kurhaus te Schevenin-
gen ter eere van het congres van Handelaren
in koloniale waren. Er heerschte een bijzonder
opgewekte stemming, wat den heer Kropveld
voorzitter van de
af<I. „Kleinbe
drijf van ge
noemde Kamer
aanleiding gaf
om in een gesprek
met mij op te
merken: „Je aieit
ze het niet aan,
dat ze zulke zor
gelijke tijden
doormaken. Als
directeur van
'n Miiddenstandis-
jank krijg j©
too nu en dan
eens een kijkje
achter de scher
men en dan ko
men er heel wat
moeilijkheden op
die proppen, waarvan een buitenstaander geen
besef heeft. En dat is zoo jammer, want het
is de oorzaak dat zoovelen, waarschijnlijk in
onwetendheid, medewerken aan den ondergang
van tal van nijvere middenstanders.''
„Velen toonen al heel weinig begrip voor
de moeilijkheden, waarmee de Middenstand
momenteed te kampen heeft. Misschien is dat
wel eenigszins een gevolg van het feit, dat de
middenstand er over het algemeen een zeker
behagen in schept om altijd te klagen, ook al
is er geen reden toe.
Maar de abnormale tijden, die we nu mee
maken, rechtvaardigen een klagen alleszins.
En daarom is hét zoo betreurenswaardig, dat
zoo menig ernstig mensch, inplaats van te
trachten zooveel mogelijk te helpen, door onna
denkendheid den toestand nog verzwaart.
Hierbij denk ik b.v. aan de „koopvrees",
waardoor een groot deel van het publiek is
aangetast.
Het Is toch klinkklare onzin, dat zelfs men-
schen met een vast inkomen, die bij de huidige
daling van het index-cijfer eigenlijk vlotter
zouden kunnen leven, zich gaan bezuinigen
onder het motto van „slechte tijden."
Dat ze hun eigen leven daar minder aange
naam door maken, dat moeten ze zelf weten,
maar tegenover de maatschappij laden zij een
schuld op zich, want consumeert men minder,
dan kwijnen middenstand en industrie.
Al staan we machteloos tegenover het hui
dige wereldgebeuren, we kunnen toch ons best
doen om alles zoo normaal mogeflijk te doen
veirloopen.
In mijn oog is er echter nog een veel grooter
euvel dan de slapte, die er in dein handel
heerscht en wij bedoelen hier het niet con
tant betalen van den consument aan den vrin-
kelier.
Banken en groothandel zijn in de-ze tijden
uiterst voorzichtig met het verleene-n van cre-
diieten aan den middenstand en daardoor wordt
het voor den winkelier zéér moeilijk om over
voldoende bedrijfskapitaal te blijven beschik
ken.
Niet zeilden wordt de toestand echter kritiek,
doordat hij op een gegeven moment niet aan
zijn verplichtingen kan voldoen. Dit is dan
geen gevolg van het nietmarcheeren der zaak,
maar komt -doordat hij niet aan zijn geld kan
komen, omdat dit z.g. „onder de mensehen zit."
Degenen die meestentijds geschiedt het
uit sleur, nonchalance, soms ook uit het min
derwaardig motief van „rente-willen maken"
hun rekeningen pas na maanden of jaren
voldoen, berooven den winkelier van zijn be
drijfskapitaal; maken hem den strijd <jm het
bestaan haast onmogelijk."
Ik noemde den heer Kropveld verschillende
zaken, meest grootere, waar men geen kans
heeft om „op crediet" te koopen en vroeg hem,
waarom ook de kleineren zich niet verbonden
om slechts (i contant te leveren.
„U legt hier den vinger op de wonde plek
en hoezeer ook begaan met hen, die om hun
zaak op gang te houden gedwongen zijn om
crediet te verleenen, geef ik onmiddellijk toe,
dat als er op dit punt meer eendrachtigheid
heerschte, het Heele „crediet-geven" gauw uit
de wereld zou kunnen zijn. Nu zijn velen ge
dwongen om het te geven omdat de clientèle
anders naar den buurman loopt, waar contante
betaling niet geëisoht wordt. Laat ik u echter
opmerken, dat dit onderwerp-al meermalen op
verschillende mlddeinsiand-scongressen bespro
ken is, maar altij-d stuitte men op bezwaren.
Dat neemt m.i. echter niet weg, dat men
steeds naar middelen zal moeten blijven om
zien om dit euvel te bestrijden.
Ik zal eenige authentieke voorbeelden ge
ven, mij alle bekend, omdat ze personen betref
fen, die hier kwamen verzoeken om hun bank-
crediet tijdelijk te mogen overschrijden, wat
in ieder geval nooit toegestaan wondt, ais men
•niet eerst d-e boeken -toont.
Sommige voorbeelden zullen u overdreven
lijken; u kunt ze echter alle gelooveu, want
leder geval werd door ons gecontroleerd.
Een dame, in goeden doen, bestelt bij haar
banketbakker een souper.
De man heeft den euvelen moed om op te
merken:
„Als het mevrouw convenieert zou ik
graag een deed van de rekening willen presen
teeren. Ik zit er hard voor, we verkoopen wei
nig en mijn leveranciers dringen op betaling
aan."
Mevrouw gooit het hoofd in den nek en eegt:
„Ik verwacht u vanavond om half 8 uur
met de geheefle rekening. Hoeveel staat er?"
Een gefingeerd opslaan van het boek als
of de stakkerd niet zou weten hoeveel e-r we-1
stond! en toen noemde hij het bedrag: 1200.
Mevrouw vertrok geen' spier van haar ge
zicht; ze wiet, dat ze in staat was haar schuld
itn eens af te d-oen.
Als dank voor zijn lankmoedig wachten
kreeg de banketbakker op zijn: „Hoe Iaat
wenscht u morgen het souper?" een hau-tain:
„Laten we daar niet meer over spreken;
natuurlijk neem ik het niet meer van u!" tot
antwoord.
Een kapper, wiens zaak goed marcheert,
komt hier en vraagt om extra crediet, daar
enkele wisselsvervallen. We zien uit zijn boe
ken, dat de zaak rendeert, maar ook, dat hij
heerën mag bedienen, die hem de eer aandoen
lotions, brillantine, zeepen enz. uit zijn zaak
te betrekken en de rekening tot enkele hon
derden guldens te laten oploopen.
„Maar man, zorg dan toch, -dat Je het geld
krijgt!", is onze ongeduldige uitroep, waarop
de brave middenstander antwoordt:
„-Dat heb ik ééns gedaan en ik verloor er een
heele" categorie van klanten door! Ze noemden
dat een „beleedigend gebrek aan vertrouwen."
In ons vak is het dubbel erg om een klant
te verliezen en is het er een met een klinke-n-
deh naam, dan is het een dubbel gevaar.
Daar zorgen de naamplaatje® op de laatjes
wel voor? De overige clientèle weet zoo gauw
waarom iemand wegblijft uit de zaak.
Eigenaardig ia, dat het vooral de menschen
met behoorlijke vaste inkomens zijn, die tot de
ore-dietmemers hoeren.
De handeldrijvende middenstand bezondigt
zich er weinig aan; zij weten te goed welk een
ellende het tengevolge, kan hebben.
Oo-k de arbeider betaalt liefst met gereed
geld; een enquête onder de volkszaken 'wees
dat ui-t.
Bij de kruideniers komt het óók veel voor,
dat ze jaren moeten leveren en zélf den
grossier betalen vóór men eraan denkt de
rekening te voldoen.
Ik ben er van overtuigd, dat slechts bij wei
nigen de opzet voorzit om niet op tijd te be
talen, maar al-s men eenmaal aan het uitstel
len gaat, komt men er zoo gauw toe om het
geld voor iets anders te gebruiken dan voor de
binnengekomen rekeningen.
Er oin-tspon zich nu tusschen den heer Krop
veld en mij een levendig gesprek over de voor
deelen van „contante betaling" voor den koe-
per zelf.
Toen we aan het opsommen gingen van za
ken, die het air aannemen van totaal niet om
geld verlegen te ritten en die zich op hun
beürt laten „manen om met de rekening te
komen", kwamen we tot een aardig uitgebreid
lijstje.
De heer Kropveld is van meening, dat velen
er een middel in zien o md-e clientèle aan
rich te binden. Alsof diezelfde clientèle om het
renteverlies te dekken, haar waren niet duur
der zal moeten betalen ófwel zich dikwijls met
minderwaardig spul tevreden za-1 moeten stel
len.
En dan is het nog niet eens noodzakelijk,
dat -de winkelier met opzet minder goedewa-
-en aan den man brengt!
Maar hij moet zelf ook lang crediet nemen
bij zijn leverancier en is daardoor gedwongen
te accepteeren, wat hij anders misschien ge
weigerd zou hebben.
Conclusie is dus:
Eén over de heele linie ingevoerde contante
betaling beteekent een beduidende prijsverla
ging want in de prijzencalculatle moet een deel
van het renteverlies verdisconteerd zijn."
Het zou niet kwaad zijn als de verschillende
vrouwenorganisaties haar leden eens lieten
voorlichten over het kwaad, dat ze den mid
denstand, maar ook indirect zichzelf, doen
door te lang crediet te nemen.
H-et gesprek kwam op het kommervol be
staan, dat zoo'n groot percentage der winkel
zaken tegenwoordig lijdt; op de ellenlange
lijsten van aangevraagde faillissementen!
„De oorzaak hiervan zal wel eenigszins
gelegen zijn in het feit, dat er op elk gebied
een „te veel" is. Als men door Veenestraat,
Spuistraat en Vlamingstraat loopt, alles bij
elkaar nog géén kilometer, ziet men op zijn
minst al 10 schoenzaken, dat is één op elke
honderd meter! En dat, terwijl ook de buiten
wijken allerminst misdeeld zijn.
En In de andere branches is het al even érg;
zie de menigvuldige confectiemagazijnen, bloe-
menaaken hoedenwinkels en dameskappers!
Maar naast de overgroot® concurrentie komt
het me voor, dat het feit, dat zoo menigeen
vergeet, dat men aan verschillende edschen
moet voldoen om een goed winkelier te zijn,
ook van slechten invloed is. Zoo weinigen
komen voldoende beslagen ten ijs! Tegenwoor
dig zij-n naast het eigen bedrijfskapitaal dat
pl.m. 50 pot. van het totaal benoodigde kapi
taal moet uitmaken een zekere algemeene
ontwikkeling, warenkennis, eenig inzicht in
bedrijfsorganisatie en boekhouden, onontbeer
lijk.
En ik ben van meening, dat als aan bovenge
noemde ei sohen voldaan wordt, een zaak nog
wel levensvatbaarheid kan hebben.
Wij stellen deze vereischten als „minimum"
voor het aangaan van een b-ankcrediet, want
wij weten maar al te goed hoe n-oodig 't is, dat
een zaak zoowel commercieel als finantieel
goed geleid wordt."
CATY VERBEEK.
Haag, October 1931.
Donkeyman voor de rechtbank.
ER MOEST HAASTIG GEWERKT WORDEN
Op 16 April j.l. had aan boord van het s.s.
„Jagersfontijn", liggende aan de Sumatrakade
te Amsterdam, een doodelijk ongeluk plaats.
In den bakboordketel bevond zich voor een
onderzoek de vierde machinist M. A. Leen-
houts. Het ketelonderzoek was bijna ten einde
en de donkeyman A. E., niet wetende dat L.
zich in den ketel bevond, liet heet water bin
nen door den afsluiter van den ketel open te
draalen. L. kreeg over het geheele lichaam
zeer ernstige brandwonden en overleed kort
na het ongeluk.
Gisteren had de 51-jarige donkeyman, A. E.,
zich voor de Amsterdamsche rechtbank te ver
antwoorden wegens het veroorzaken van dood
door schuld. Volgens de dagvaarding zou hij
hoogst roekeloos en grovelijk onvoorzichtig
tegen en in ieder geval zonder Inachtneming
van de bevelen van den machinist F. Heijdens
in, den ketel aan bakboordzijde, waarin zich de
machinist L. bevond, hetgeen verd. kenbaar
was gemaakt, heet water hebben laten loopen,
tengevolge waarvan L. zoodanige brandwonden
heeft gekregen, dat hij daaraan is overleden.
Verdachte zeide, niet te hebben geweten, dat
de machinist L. nog in den ketel zat, toen hij
den afsluiter opendraaide. Wel was het hem
vroeger gezegd, doch dat was gerulmen tijd
vóór het ongeluk.
De dienstdoende derde machinist F. Heij
dens zeide, in géén geval order tot oppompen
te hebben gegeven. Verdachte E. had aan ge
tuige voorgesteld, eerst den bakboordketel vol
te pompen, omdat het schip slagzij maakte,
doch get. had toen nadrukkelijk gezegd: „de
vierde machinist L. zit er in".' Er was toen
door een anderen donkeyman nog een grapje
gemaakt: „Als hij heet water voelt, zal hij er
wel uitkom-en", waarop getuige had gezegd:
„Geen gijntjes". Get. Heijdens was direct na
het gesprek naar boven gegaan, plotseling
hoorde hij gillen en het loopen van water.
Direct had hij Leenhouts uit den ketel ge
trokken. doch hij was reeds ernstig verbrand.
President mr. Huvsinga: „Hoelang verliep
er tusschen de waarschuwing, dat L. in den
ketel was en het opendraaien van den afslui
ter
Get.: „Hoogstens 3 h 5 minuten".
President: „Waaraan schrijft U het ongeluk
toe
Get.: „Waarschijnlijk aan de haast waar
mede gewerkt werd. We moesten den volgen
den dag vertrekken".
Verdachte was na het ongeluk zeer geschrok
ken en langen tijd down.
Do Officier van Justitie/ mr. Versteeg, zeide,
zelden een geval van zoo groote onvoorzicb''g-
heid en roekeloosheid te hebben gezien, doch
In weerwil hiervan is verd. zich niet schuld
bewust. Hij heeft gehandeld tegen de orders
van zijn chef in. terwijl hij moest weten, dat
L. zich in den ketel bevond.
Spr. vorderde een hechtenis van zes maan
den wegens veroorzaken van dood door schuld.
De verdediger mr. KiUhe bracht verzach
tende omstandigheden naar voren en drong
op clementie aan.
De rechtbank zal 28 October vonnis wijzen.
VEREEN. VAN R. K. GESTICHTEN EN
INRICHTINGEN VOOR KRANKZINNIGEN
EN ZWAKZINNIGEN.
Verschenen is het tweede jaarboek der Ver-
eeniging van R. K. gestichten en inrichtingen
voor krankzinnigen en zwakzinnigen, welke
ten doel heeft bevordering der verpleging van
krankzinnigen en zwakzinnigen en wat daarmee
samenhangt met inachtneming der Katholieke
beginselen. Ook haar jaarboek, een kloek werk
van 425 pagina's, heeft ditzelfde doel, terwijl
het tevens een belangwekkend overzicht geeft
van het thans bereikte.
Behalve de samenstelling van het bestuur,
een opgave van de leden van de vereeniging,
de verslagen der verschillende Inrichtingen
enz. bevat het met veel zorg samengestelde
Jaarboek, diverse internationale artikelen,
waardoor het een waardevol werk is geworden
vooral voor hen, die op het gebied van het
krankzinnigen- en zwakzinnigenwezen werk-
BOND WFSTLAND.
In de laatst gehouden vergadering van den
bond „Westland" was ingekomen een schrijven
van de fruit- en groentenveiling-vereeniging
Kwintsheul, houdende m-eaedeelin-g, dat deze
vereeniging bedankt ais lid van den hond en
wel op grond van het feit, dat het bondsbestuur
een verzoek van deze af deeling, om een beslis
sing te nemen in een geschil tusschen de vei
lingverenigingen Kwintsheul en Poeldijk, van
de hand heeft gewezen.
De heer L. J. Duyvesteyn, voorzitter van de
veilingvereeniging Kwintsheul, is in verband
daarmede uitgetreden uit het bon-dsbestuur, na
daarin 25 jaar zitting te hebben gehad.
Het bondsbestuur besloot de benoodigde kis
ten voor het eenmalig gebruik voor het a.s. jaar
weer gemeenschappelijk in te koopen. De aan
besteding zal plaats hebben in het begin van
Januari. Alleen de afdeeling Maasland zal zelf
standig eenmalige kisten inkoopen.
Na zeer breedvoerige besprekingen sprak de
vergadering de wenscbelijkheid uit, dat in de
gegeven om-standigheden de bii den bond aan
gesloten veilingverenigingen geen gelegenheid
tot het veilen van bloemen zullen geven.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
KLEINHANDELSPRIJZEN.
Geachte redactie,
Naar aanleiding van de vragen van den heer
K-ortenhorst aan den Minister van Binnenl.
Zaken en Landbouw betreffende den noodtoestand
in de tuinbouwstreek van West-Friesland, zou
ik Z.Exc. willen vragen ot het hem bekend is.
dat voor bloemkolen, die op de veiling pl.m.
ct. per stuk opbrengen, in Rotterdam en den Haag
in winkels gelegen In volks- en mlddenstands-
uurten 15 k 30 cent betaald moet worden
Waarom dan geen self-help, door per schip
eenige groote partijen naar de groote steden ge
stuurd waar het publiek ze echter graag voor
a a 1% cent per stuk zou koopen En als ik
aan deze vraag een paar andere mag vastknoo-
pen, zou dan misschien redactie of andere be
voegden die willen beantwoorden
Waarom blijven de winkelprijzen zoo hoog dat
de vrouwen ongeveer evenveel huishoudgeld noo-
dtg hebben als een paar jaar terug, terwjjl de
groothandelsprjjzen lager zijn dan vóór den oor
log. Waar blyft die groote winstmarge Waarom
kunnen Belgische bakkers voor den halven prjjs
beter en verscher brood importeeren dan de Hol-
landsche het ter plaatse kunnen leveren
En als de bakkers, kruideniers, slagers enz. be
weren, dat qns distributiesysteem met deugt en
de waren zoo duur worden door het aan huis
hooren en bezorgen, waarom verkoopen ze hun
waren dan niet tegen belangryk lageren prjjs
aan hen die ze in den winkel komen halen
Dankend voor de opname
Achtend,
Dr. K.
Een nieuw plan van de Vereeniging
tot behoud van Natuurmonu
menten in Nederland.
EEN JUBILARESSE SPREEKT.
In weerwil van de moeilijke tijden, komt de
„Vereeniging tot behoud van Natuurmonu
menten in Nederland" (poetrekening 32391)
met een nieuw plan. Of liever, het is geen
nieuw plan, maar de consequentie uit vroegere
geslaagde ondernemingen. En daaraan kan de
vereeniging zich niet onttrekken, want de
economische nood mag voor niemand een voor
wendsel zijn om zijn plicht niet te doen.
De zaak is deze
Toen in 1912 de mare door Nederland ging,
dat er gevaar dreigde voor de bekende bos-
schen en vennen onder Oisterwijk en Moer
gestel, ontstond er groote ongerustheid over
het lot van dit onvolprezen stuk Brabantsch
natuurschoon. „Natuurmonumenten" (zooals
de vereeniging gemakshalve heet) heeft toen
ingegrepen en met steun van heel de natie kon
het onheil worden afgewend. Een deel der be
roemde vennen met hun omlijsting van bis-
schen werd eigendom der vereeniging. Het
Esschenven, het Witven, het Choorven en het
Kolkven zouden als natuurmonument behou
den blijven en in 1915 konden aan dit bezit
worden toegevoegd de Duivelsberg, het Brand-
ven en het Diaconieven. Na 1915 werden da
bezittingen onder Oisterwijk nog herhaalde
lijk uitgebreid, in 1916 o.a. met Groot Speyck»
en door al die aankoopen bedraagt de opper
vlakte thans ruim 300 H.A.
Hoevele duizenden landgenooten daarvan in
den loop der jaren hebben genoten en in welke
mate, het valt niet te becijferen maar wel te
denken. De vereeniging heeft met hare actie
in Brabant ons volk ten zeerste aan zich ver
plicht.
Maar zij is daarmee nog steeds niet aan het
einde van haar beslommeringen; zij staat zelfs
voor een zeer groote moeilijkheid. Reeds jaren
lang is het bestuur ervan overtuigd, dat de
bezitting nog geen eenheid vormt, dat daartoe
ook behooren het Staalbergven, het Groot- en
het Klein Aderven en het Wolfsputven met
omliggend terrein, zeker even belangrijk als
datgene, wat de Vereeniging reeds heeft kun
nen verwerven.
Mocht dit terrein, ter grootte van bijna 80
Hectaren ooit als bouwterrein in exploitatie
worden genomen, dan zou bet natuurmonu
ment, met zooveel moeite en kosten verkregen,
daar ernstig onder lijden, ja, het zou zijn be
teekenis voor een belangrijk deel verliezen.
De onderhandelingen over den aankoop, die
veel tijd en moeite vergden, hebben onlangs
haar beslag gekregen, helaas juist op het tijd
stip, dat een wereldcrisis is uitgebroken, ern
stiger dan iemand zich van voorheen kan her
inneren.
Het bestuur heeft zich daardoor niet van
zijn stuk laten brengen. Natuurlijk zijn de
heeren er zich vau bewust, dat thans de fi-
nancieele moeilijkheden niet onderschat mogen
worden, maar even zeker is het, dat de koop
tot stand moet komen. De gelegenheid daar
toe zal zich immers nimmer meer voordoen.
Het geheele terrein is aan de Vereeniging
in handen gegeven voor 50.000 de Gemeente
Oisterwijk neemt daarvan 20.000 voor haar
rekening. Is daarmee niet het bewijs geleverd,
dat de voorgenomen uitbreiding van bet bezit
van groote waarde geacht wordt, dat zij on
ontbeerlijk is
Het bestuur is ervan overtuigd, dat de vele
vrienden der Vereeniging, die haar in de ge
negenheid hebben gesteld terreinen, ter geza
menlijke grootte van 8500 H.A, aan te koopen,
haar ook ditmaal, nu het om 80 H.A gaat,
zullen weten te helpen. Er is trouwens een bij
zondere reden voor vertrouwen in de medewer
king van de belangstellenden. Deze maand be
staat de Vereeniging 25 jaar. Het is dus een
zilveren jubilaresse, die veel voor land en volk
heeft gedaan, welke nu een beroep doet op
haar vrienden om het groote werk in Brabant
te helpen voltooien. Het is daarom, dat men
goede hoop mag koesteren op verwezenlijking
van het plan, waarmee het heerlijke complex
bosch en vennen voor goed behouden zal
blijven.
Een circulaire over deze aangelegenheid is,
verkrijgbaar bij het secretariaat der vereeni-,
ging, Heerengracbt 540, Amsterdam.
VEREENIGING VAN LEERAREN IN DE
HANDELSWETENSCHAPPEN.
De praktljkexamens in boekhouden en han
delscorrespondentie afgenomen vanwege de ver.
van Leeraren in de Handelswetenschappen zullen
worden gehouden op Maandag 14 December,
Dinsdag 15 December en Woensdag 16 Decem
ber a.s. in 30 plaatsen in het land. Voor na
dere bijzonderheden zie* men de annonce voor
komende in het nummer van gisterenavond. De
aanmelding sluit 15 Novermber a.s.
Het prospectus der examens is gratis verkrijg
baar by den administrateur: H. Broeders, Nas-
saukade 378, Amsterdam (West), te-1. 82437 en
b.d. boekhandel.
EEN BORSTBEELD VAN DR. WILLEM
ROYAARDS.
Onder voorzitterschap van dr. P. C. Boutens
heeft zich een comité gevormd, waarin verschil
lende vooraanstaande personen zitting hebben
met het doel door een bekend beeldhouwer
een borstbeeld van dr. Willem Royaards te
doen vervaardigen en dit monument als
blijvende herinnering aan bet groote werk door
Royaards verricht de stad Amsterdam ter
plaatsing in den Stadsschouwburg aan te bie
den.
Geldelijke bijdragen voor de verwezenlijking
van dit plan zullen gaarne in ontvangst wor
den genomen door den secretaris-penningmees
ter J. B. Schuil, Tuinwijklaan S3, Haarlem
(rekening Rotterdamsche Bank vereeniging,
kantoor Haarlem, Postgiro no. 80769, Haarlem).
OVERLEDEN
De jeugdige wielrijder H. v. d. Stap, die gis.
teren onder de gemeente Schipluiden door een
vrachtauto werd aangereden en een schedel-
fractuur bekwam is hedennacht in het St H/.
politusgesticht te Delft overleden.