srs sssr-
s
t?D
fkusbebus.
ZATERDAG 24 OCTOBER 1921
OPLOSSING VAN
DEN
NAAR DEN WINTER.
BIJGELOOF UIT ALLE
TIJDEN.
BRIEF
KEES.
VOORONZE REKENAARS.
3#4.
a (a - b - c) b (a - b - c).
VOOR KNUTSELAARS.
Een wandTbakjje.
DE PAREL VAN HET-
WOUD.
SCHADUWBEELDEN.
DEN TUIN IN.
LETTERRAADSEL.
RAADSELS.
Oplossing vorig letterraadsel.
WAAR WONEN DE
MENSCHEN
WIE BLAET DAAR ZOO
No. laatst!
HET MANNETJE IN DE
MAAN 3
GEPANTSERDE DIEREN!
ALLERLEI.
KNIPPEN EN PLAKKEN.
MET SCHAAR EN LIJMPOT.
?*sbla»
Htpmnsw
door N. Vv„ Botterdam.
.ötoT.s muze heeft een dicht
Holland's knapenstoet gericht,
Om hen tot eerbied aan te manen,
Voor iets, dat uit de mode raakt:
Wij keeren, vader, tot den winter in,
het najaar geurt bedwelmend door de ramen
en in de wolken trilt een sneeuw-begin.
de wind vouwt doode blaren samen,
dingen, die waren, gestorven en geleden,
een oud gelaat, wat halt-vergeten namen.
en in ons hart brandt zacht een koele vrede
de zomer was een jubelend begin,
maar deze stilten gaan u tegen treden
wij keren vader, tot den winter in.
„Kleine herfstmuziek", door Gebr. Smit.
Uit „De Stem"
naakt.
Rijs op,
Der oude Gnekeu
Op dezen tekst zijn enkele kleinere varianten
toegestaan.
Er is heel veel belangstelling geweest voor
den rebus; het sorteeren van de brieven, schif
ten der teekentogen en het loten houdt ons
nog wal enkele dagen bezig. In ieder geval
zuilen wij volgende week den uitslag met de
prijzen kunnen publiceeren, zooals trouwens
ook was overeengekomen. Nog even geduld dus!
Je vraagt me, Hetty, om je wat aan de hand
te doen voor je verjaardagsfuif. Je wilt wat
afwisseling brengen in het feestprogramma en
je bent zoo hoffelijk ook mij 'n kans te geven
een en ander te doen elagen! Wel dat is
TeM^id aanlig van je, Ik doe heel graag
mee als er ergens jolijt en vreugde is, a leen,
dat weet je wel, d'r wordt ook gedanst, en
daar ben ik, laten we maar zeggen onderde-
hand te stijf voor geworden, en nu mag je dat
stiK" net z°o opvatten, als je zelf wilt.
Non roep de juichende vrienden- en vrien-
dinnanachare dan maar eens aan tafel en deel
ÏÏrt T pSUtlge snuit mee, dat je hun de
gelijkheid der getallen 3 en 4 wilt bewijzen.
Schrijf op is 28.
Kunnen ze geen speld tusschen krijgen, want
de waarde te aan weerskanten min 12".
Tel er bij 49/4; dan wordt het zoo
921 1628
49/4 49/4
9—21 49/4 16—82 49/4.
Wie doet je wat Geen sterveling Ik mèg
gelijke getallen er bij optellen zonder aan de
juistheid geweld te doen. Nu even opletten:
9 21 49/4 is 'n andere schrijfwijze voor
(37/2)2, immers (37/2)2 32 2 x 3X7/2
-f- (7/2)2 9 6 X 7'2 21
49/4. Denk aan je hulpmiddeltje:
(ab)2 A.2 2 X a X b b 13
16—28 49/4 (4—7/2)2, immers (4—7/2)-
4a2 x 4 x 7/2 (7/2)2 16 2S 49/4.
Accoord? Geen speld fcussohen te krijgen!
Zelfs geen doctor in de wiskunde kan daar
over brommen. Nou, dan schrijf je op:
9 - 21 -f- 49/4 16 28 49/4
of:
(3 7/2)2 (4 7/2)2.
Je trekt aan weerskanten den vierkantswor
tel, wat mag, en krijgt dan:
3 7/2 4 7/2
7/2 7/2
optellen
3 =4!!!
En "n knappe gast, die je aantoont, waar de
fout zit!
''GoN komt dan 'n goocheme doe het
nou eens met l6tterg?„
ooa s je ,jan w&er heel
Voorkomend. B J
„twee letters, a gi-oober dan b. 'fc Zal he-
v ijzen,a a b. ff6 noemen gemakshalvs
a b n°' a b c. (Denk maar aan:
5 3 2, 5 3 2).
a b c_
Beide stukken vermenigvuldigen met (ab)
Dan krtlg
a X (a h) (b c) x (a b) a x a
axh aXb+tc^,®~bXb bxc.
Van bedde zijden trek ik a x c af, dan blijft
er over:
axa aXb aXc axb-
b x b - b x c- of.
Deelen door (a b c)
blijft erover:
a b.
Wie doet je wat?
Wie stuiurt me de fout??
Dag Hetty!
fB NEEF, postbus 8, Hilversum.
Ziezoo, dat reisje naar Keulen heb 'k al weer
achter m'n rug, Kees! Hoe te het jou in dien
tusschentijd gegaan? Zondag nog gedacht een
klein offertje te brengen voor het Missie-werk?
Wordt er zoo véél gevraagd? Ja, maar d is
ook zooveel noodig! Die vragen, viagen
niet voor d'r plezier, reken maar van neen
En dat veel menschen zoo weinig geven, komt
niet oriidat ze zoo arm zijn, maar omdat ze zoo
gierig zijn! Wat geven de protestanten uit
Amerika niet 'n hoop voor de verbreiding.
der dwaling; hoeveel te meer moesten wi]
dan niet over hebben voor de zegepraal der
Waarheid!
Maar over Keulen dan!
Aan de grens werd ik al luid verwelkomd
door 'n paar goeie vrinden van me, Hollandsehe
kommiezen, die 'k al jaren lang ken. Even
goed werd ik ambtelijk behandeld; tja, plicht
gaat boven vriendschap. De grootste beziens
waardigheid, zeiden ze, was in Keulen een
aantal Lippen-negerinnen, vrouwen en meisjes,
met houten platen in haar onderlip van soms
wel 1<4 dM. doorsnee. Nou, die zijn hier in
Holland ook geweest en naar dergelijke ver
tooningen van verminkte schepsels ga ik nu
eenmaal niet graag kijken. Overal hingen er
platen van, afschuwelijk om te zien. k Heb
iets veel mooiers gezien, waar heelemaal geen
programma van was gemaakt. Je weet, de
Keulsclie Dom heeft twee torens, elk van 160
M.; ze loopen in loofwerk uit, héél spits. En
laten d'r nou boven op dien spitsen top twee
werklui aan den gamg zijn met reparatie!
Heelemaal op 't puntje!! Moet je Ó5k lef voor
hebben! Honderden stonden op den Domplatz
naar de kleine, popperige figuurtje te kijken!
„Die miissen wohl schwindelfrei sein!" („Die
moeten wel geen last van duizeligheid heb
ben!"). „Die müssen Nerven haben!" („Geen
last van zenuwen hebben!") en zoo ging het
door, óók in het plat „Kölsch", maar diiar
versta ik niets van. Zoek jij b.v. maar eens uit
wat 'n „Hamchen" is! 'n Vette varkenskluif
bij de zuurkool! Ja, die gemoedelijke Keule
naars, dat weet wat.
Nou, 'k ben wat wezen winkelen im het
Keulsche warenhuis Tietz; daar kon ik me
„aan!" Fraulein So-und-So „wenden" wanneer
lk moeilijkheden met de taal had die zou dan
alles netjes In 't Duitsche „vertaaien!"
Op den „Hohenzollern-rimg „den Bienk!"
liep 'k eens bij de Nationaalsocialisten bin
nen, die dachten, dat ze Bruening wel zouden
kunnen wippen, den Katholieken rijkskanselier,
maar dat zat ze niet glad. En verder bracht
'k 'n bezoek aan den mooien dierentuin en
den Dom, waar de zetel van kardinaal Schulte
staat. Keulen is overwegend Katholiek, maar
er wonen toch ook zéér "veel protestanten. De
„Dom-schweizer" liepen er rond in hun lange,
fluweel-roode talaars en noodigden tot een be
zoek aan den „Dom-scliatz" uit. Heel den dag
door baden menschen voor het miraculeuze
beeld der Moeder Gods, dichtbij de Sacraments
kapel.
't Was er veel goedkooper dan hier, logee-
ren, eten, overal prijsverlaging of te wel „Ab-
bau". 'k Kreeg z00 den indruk, dat er 'n scha
duw van kommer over de menschen lag; zelfs
toen de Engelsche „Besatzung" nog in het „alte,
heilig© Köln was leken de menschen mij fleu
riger. De belastingdruk is dan ook enorm en
de werkloosheid niet minder.
Langs Kevelaer, dat nu stil, en Cranenburgb
ben k teruggekeerd, 'n Duitsche ambtenaar
kwam door de wagens heen vragen, of we
soms Duitsch goudgeld bij ons hadden. „Leider
nicht!" Verdere contróle was er niet en de
hoffelijke kommiezen aan mijn kant lieten ons
al gauw door.
Ziezoo, Kees, nu weet je waarom je me pas
niet thuis trof. Kom maar weer eens gauw
overwaaien, 'k weet 'n heelen fijnen fietstocht
hier!
Van alle dagem in het jaar is eir geen, due
door die Vlamingen zóó is opgesmukt met bijge
lovigheden als de dag van den laten Novem
ber.
Te middernacht verlaten de schimmen den
tuin der doodem om die levenden te herimnerein
aan de gebeden, die zij zoo behoeven voor de
rust hummer ziel; de Engel Gabriëi laat den
ketting los, gedurende twaalf uren, waarmede
bij het belsch serpent vasthoudt en staat hiem
toe de menschheid te -pijnigen.
De natuur werkt aan deze yinrschiriktoingen
mee: de storm loeit, de sneeuw valt overvloe
dig, de watersckimmem treden ouiiten hum oe
vers; leed en dood bedreigen m dezen macht
der dooden van alle zijden den reiziger.
Graaf Otto van Oldenburg was eens op jacht
nabij den Ossemberg, toen hij gekweld werd
door een hevigen dorst. Hij begon allengrijse-
lijkst te vloeken en aaide, dat aues hem niks
meer kon bommen, als er maar iemand mét
'n beetje drinken kwam. Aanstonds verscheen
hem de duivel in de gedaante 9enen vrouw, dlie
uit de aarde leek te komen, en die hem te
dirlmken bood uit een rijk versierden horen,
die wel iets weg had van venguid zilver. De
graaf vertrouwde het zaakje miet en stortte
iiet vocht uit op zijn paard, acuter het zadel.
Dadelijk verdween al het haar. waarmee de
vloeistof in aanraking kwam. De graaf beefde,
maar den horen bewaarde hij en sommigen
hebben hem, naar zij bewenen, gezien. Ver
schillende hotels voeren dezen horen in hun
naamschild.
We maken dit bakje van dun, rood karton,
dat we opwerken met Oostindischen inkt, het
geen een alleraardigst effect oplevert.
Omtrent de teekening het vdlgende: de lijn
h e is net zoo lang als b a, evenzoo c d en c f.
Dat levert dan verder geen moeilijkheid op.
Hoe kom ik nu aan a e?
Neem a b in den paseer en beschrijf een
boog van a door e. Passerpunt is b. Zet nu op
den boog vanuit a een stuk van 3 c.M. af. waar
do r lijn a e wordt bepaald. Voor d f geldt
hetzelfde geschledenisjé. Gesnapt?
De lijnen a b, b c en c d worden geritst. Daar
na worden B, C en D naar achteren omgebo
"en De versiering op D kan dus aangebracht
worden, zooals de teekening beduidt. Om de
versiering op A aan te brengen, moet het kar
ton worden omgedraaid.
Een en ander hebben wij maar eenvoudig
gehouden, je kunt het zelf uitbreiden naar ver
kiezing. Het wordt heusch 'n aardig dingeke.
hier!
Tot komende week.
Je oom
THEO.
Van 113 is de naam van een hoogen,
kerkdijken feestdag.
1. Verkort voor „ten jare".
2. Naam van een loofboom.
3. Naam van een schoenmakers-werktuigje.
4. Stadje in Midden-Limburg met lekkere
vlaatjes.
5. Stadje der Sint Jansproceseie, in het Gooi.
6. De residentie.
7. Waar de beroemde bokking vandaan komt.
8. Tijding.
9. Oproep aan de telefoon.
10. Naam van een soort influenza.
11. Friesche jongensnaam.
12. Het hoogste, wat iemand bezit.
13. Afkorting van Noorden.
X 1
X 2
X 3
X 4
X 5
X 6
<«.*X..«. 7
X 8
X 9
X 10
X 11
X 12
X 13
door A. v. H., Heemstede.
1. Wie kan Amsterdam met twiee letters
schrijven
2. Zoek zes riviernamen uit de volgende
letters 4 X a> öll> d> 4 X e, k, 4 x 1, m, n, r,
3 X 8 w 2
Satanszwam.
1. s, 1/3 van s. v. p., 2. bar, 3. vater, 4. ter
„Lp de wereld!"
Ja, dat 's glad genoeg! Maar waar.... ter we.
relEr? ziim er zoo'n 1800 1900 miffioen in het
geheel, waar hebben die hun tenten nu zoo al
o r>sr'Gs0.3J§1®'B
Veel meer don de helft, het 2/3 deel, woont
samen op maai- 'n heel klein partje, 1/7 deel,
van al het land dat er op aarde te! En dat
andere 1/3 deel zoekt zijn heil over de rest
der aardoppervlakte, over 6/7 deel van dat
oppervlak.
Daaruit volgt al, dat er heele streken zullen
zijn, waar geen levende ziel te bekennen valt!
De 'pooligordela zijn al bar dun bewolkt, ln de
woestijnen en steppen van Azië trappen ze el
kaar vast ook niet op de hakken; Noord.Afrika,
Azië, Perzië, West-Australië en al het land, dat
daarop lijkt, ziet er evenmin aanlokkelijk udt
tot vestdiging, evenmin als de oerwouden langs
dien Amazone-stroom en den Congo. Deze lap
pen grond hij elkaar beslaan 'n oppervlakte
van zoo'n 100 mlllioen K M.2. Het mensohdom
is er heel dun vertegenwoordigd en het ziet
er niet naar uit, dat zulks op den duur ver
anderen zal! In deze streken woont gemid
deld op één K.M.2 nog niet één menjsoh, zoo
dat ze voorloopig niet otn ruimte verlegen zit
ten. Het draagvermogen der aardoppervlakte
is nog lang niet uitgeput! Erg dicht zitten de
menschen elkaar op de hielen in België, ons
land en Duitsehland, langs Nijl en Ganges, op
Java en Modoera, in Australië is het daaren
tegen met de bezetting heel treurig gesteld
Daar zijn nog plaatsen genoeg vacant, al zijn
die dan misschien niet alle geschikt voor het
blanke ras! Wii zullen met Zuid-Australie. ge
matigd Zuid-Amerika en kleine streken in
Afrika genoegen moeten nemen, als ons he.
scheiden plaatsje onder de zon al te zeer in
het gedramig komt, de rest blijft over voor de
kleurlingen.
Kijk eens naar de volle maan! Wat 'n vlek
ken erop, hè? Vroegere menschen zagen daarin
'n mannetje met een takkenboscb of een stel
kinders met een emmertje water! Toen de Xi x/„
verrekijkers voor het eerst werden gebruikt ^pel, 6. Satauszwa (m), 6. Grijpskerk, 7. ver
zagen ze allemaal eikels 0p den glimmenden aoek> g; bewijs, 9. kar, 10. M, voor Marie,
snuit van onzen trouwen wachter, dat waren
de muren van de steden, door de maan-man-
netjes opgetrokken 0,111 ai°h te beschermen
tegen de te felle zonnestralen gedurende den
maan-dag, die veertien maal zoo lang duurt
als de dag hij ons'. V/at voor mannetjes dat
dan wel moesten zijn op dit hemellichaam,
waar geen zweempje luohit te bekennen is,
daarover braken ze zich toen he.t hoofd nog
niet! In ieder geval kunnen ze op ons niet
lijkeu en dat heeft een Engelsobem schrijver
in de pen gegeven om ze allemaal tot insec
ten te verklaren
We moesten dus voortaan spreken van in
secten in de maan en niet meer van het man
netje, tenminste, zoo wil- het die schrijver!
Toen dan deze sage naar den oud-rommel
zolder was verhuisd, moesten ze den maan
mannetjes een ander huis bezorgen. Dat werd
gevonden op het hemellichaam Mars, zoo ge
noemd naar den oorlogsgod der Bomeinen
Mars of Mavors wegens zijn bloedrooden schijn
Daar was tenminste lucht! Wel niet zoo dicht
en zoo vochtig als de aardsche, maar niette
min: lucht! 't Is d'r een beetje killer dan hier
en daarginds, in Indië, vriest het zelfs
's nachts, dooh dat hindert niet zoo heel erg.
Onze maanmanuetjes kunnen het er best stel
len! Het la er vast niet slecht om te wonen,
een jaar duurt er tweemaal zoo lang als hier,
de goeie kereltjes leven er dim dubbel zoo
1 lang! Kijk maar eens, of je sotns zietl
De laatste in 't span 1 'n Fijne, hè 'k Wou
dat ik er zoo een had op m'n kamer! Lijk/
precies op „Hekkie' van wijlen mijn goeden
vriend Joih. H. Been
Gedurende deze week de oplossingen liefst
per briefkaart, zenden aan mijn adres, postbus
8, Hilversum. Mij benieuwen wie dat mooie
boek loot
Zr*
Zoolang de wereld bestaat, heeft zij kennis
gebad aan de parel van het woud, het ivoor
of elpenbeen. Op 'n stuk ivoor staat ingekrast
de figuur van een mammouth, die in Europa
in de oeroudste tijden voorkwamKoning Sa
lomo's tro n was van ivoor vervaardigd vol
gens den Bijbel en de oude geschiedschrijver
Plinius verhaalt van Tyrus' galeien, die van
ivoren banken waren voorzien! Schepen met
ivoor voeren op den Nijl ten tijde van farao
Thothmes III, veertien eeuwen vóór het eer
ste Kerstfeest; de „Ilias," het Grieksche hei
dendicht, vertelt ons van ivoren beslag op
paardentuigen en de oude „Odyssee" van den
Ivoren steel aan de sleutels uit die dagen.
Het standbeeld van den Olympischen Jupiter
werd door Phidias uit goud en ivoor vervaar
digd en behoorde tot de zeven wonderen der
Oudheid. Oud is deze stof als het woord
„ivoor" zelf, afgeleid van het Sanskriet „ib-
has", olifant. En, gaf de handel In blank
ivoor aanleiding tot dien in zwart ivoor, deD
slavenhandel, sinds deze goeddeels verdween
bleef de witte, elastische stof van buitengewo
ne hardheid in al haar waarde bestaan. Eens
kwam het zóó druk voor, dat de boeren in
Ethiopië er palen van zetten op hun akkers;
dan scheen het weer uit de geschiedenis te
verdwijnen, tot kolonisten nieuwe vindplaat
sen meldden; walrus, mam-mouthen (fossiel
ivoor), de narwal, het nijlpaard, maar vooral
de olifant leverden het en de Ivoor-kust aan
de Golf van Guinee is bekend genoeg, al wordt
er nu heel wat minder ivoor uitgevoerd dan
vroeger.
De Afrikaansehe olifant levert in zijn boven
ste snijtanden het zijn niet de hoektanden,
hoor! waar van 'n heel wat betere kwaliteit
dan zijn broer of neef in Indië! Wanneer Je
'n ivoren billardbal neemt, dan zal je in het
midden boven en onder 'n zwart stipje zien;
dat is het znuw-kanaal! waardoor de tand-
zenuw heeft geloopen, die aan den massieven
top van den slagtand uitkomt, 't Is me 'n ze
nuw van belang! Als daar wat aan komt te
mankeeren zal de drager zijn plezier heusch
wel op kunnen en doe je het best hem 'n ge
nadig eind uit den weg te blijven! Jammer, dat
de elpenbeenen juweelen niet verkregen kun
nen worden, of de olifant moet eerst eraan
gelooven! Hij werpt zijn tanden nu eenmaal
niet af zooals 'n hert zijn gewei! Gedurende
de laatste helft der negentiende eeuw, zoo van
18501900 dus, zouden zoo'n 50.000 tot 100.000
olifanten per jaar gedood zijn om aan ivoor
te komen! Gedurende 1900—1915 peT jaar 'n
25.000, alleen in Afrika. Zanzibar en Mombasa
aan de Oostkust zijn de groote marktplaatsen
voor de parels van het woud. De slagtanden
nemen geleidelijk in grootte af; te Londen
wordt 'n paar bewaard, dat samen 'n vijf hon
derd pond woog; tegenwoordig is 'n goeie
honderd pond voor de twee al 'n mooi gewicht.
De juweelen van den olifant" zijn vaak met
bloed bespat, o k met menschenbloed, want de
Arabieren dreven hun handel met ongekende
wreedheid. Daar door den plaag der tsetse-
vliegen ossen of ezels de tanden niet konden
dragen, moesten de negers deze torsen; zij
werden dan vaak met hun vrachtje aan de kust
verkocht.
Het ivoor wordt van het strand in roei
bootjes naar platte lichters (vaartuigen) aan
de kust vervoerd; deze brengen het dan naar
het stoomschip, dat verder op voor anker
ligt. Aan inwikkelen of verpakken denkt nie
mand; 'n nummer, 'n stempel, de haven van
bestemming op den tand en meer wordt er
niet aan gedaan.
Wat zijn er van ivoor niet 'n mooie dingen
gemaakt! 'k Denk nu niet aan de onnoozele
irikervingen van de vroegste holbewoners on
der de menschen, maar aan die prachtige af
godsbeeldjes in Egypte, die uit de graven te
voorschijn werden gehaald en thans onze mu
seums versieren, aan de reliekkasten en hostie-
doosjes uit dit materiaal; aan dien bisschops
zetel, die in de Dom-sacristie van Bavenna
wordt bewaard en die geheel met elpenbeen
overtogen is. Het Louvre te Parijs heeft 'n ivo
ren Lieve-Vrouwen-beeldje, de Moeder met het
Kind, en zijn er ook niot mooie schaak
figuren uit ivoor gesneden? Dooh tegenwoor
dig wordt het In hoofdzaak gebruikt voor het
maken van piano toetsen; het blijft altijd koej
en Is nooit koud of warm; de vingertoppen
glijden gemakkelijk af en aan en toch is het
stevig materiaal. Tevoren wordt het eerst in
de zon gebleekt aan weerskanten, dat het zijn
geelachtige kleur verliest; er komt ook nog
'n bleekmiddeltje aan te pas. De Ivoren plaat
jes worden dan later op de houten toetsen
gelijmd. Alles bijeen 'n werkje, waar heel
wat voor komt kijken en dat alleen maar
slaagt in de handen van ervaren werklui.
De Galei pasos-eilanden in den Stillen Oceaan,
toebehoorend aan de republiek Ecuador, zijn
bekend om de reuze-schildpadden, die er, vooral
vroeger, in groote menigte leefden Aan die
dieren danken de eilanden dan ook eigenlijk
hon naam, want „galdpago" is het Spaansche
woord voor schildpad, tevens voor'n
in zichzelf gekeerd, verdoken mensch Nog in
1684 schrijft een bezoeker dezer eilanden „Het
is ongelooflijk zooveel schildpadden als hier
leven 1Eeuwen achtereen deden de schepen
dan ook deze eilandengroep aan om zich van
'n extra bordje schildpadsoep tijdens de lange
reis te kunnen voorzien 1 Wat de schepelingen
aohter lieiten, honden, katten, rotten, bleken
gevaarlijke vijanden voor de eieren en de aller
kleinste schildpadjes; de meer volgroeide wa
ren natuurlijk voldoende beschut door hun
schild.
De Amerikanen hebben 'n paar honderd
schildpadden gevangen en naar hun Zuidelijke
Staten gebracht in de dierentuinen en daar
groeien de gepantserde beestjes onder de gun
stigste omstandigheden op De walvischvaar-
ders uit vroeger dagen hielden heel anders
onder de „gatldpagos" huis. 'n Honderd booten
sleepten 'n 16.000 schildpadden van de eilanden
weg, één bemanning slaagde er in er 500 te
bemachtigen Admiraal Famagut der Ameri-
kaansohe marine, schrijft in 1813 „het vleesch
van deze dieren, klaar gemaakt op verschillen
de wijze, smaakt heerlijk 1" Naar schatting
hébben de eilanden sinds hun ontdekking tien
millioen schildpad/den geleverd aan voorbijva
rende schepen Zij werden uitgemoord zooals
de bison in de prairies werd verdelgd. Beesten
van 'n 5000 pond waren geen zeldzaamheid.
In hun jonge jaren verdubbelen zij elk jaar
bun gewicht, 'n Volwassen man kan er fleurig
op gaan sltaan
De sohildpad der Galdpagos-archipel is dol
op cactussen en de doorntjes die daaraan voor
komen, doen hem heel geen kwaad, alles gaat
mee naar binnen Maar gras lust het beestje
ook wel. De dames leggen zoo'n 20 tot 40
eieren en laten de kindertjes verder aan hun
lot over Hoe de dieren op deze vulcanische
eilanden 2000 vulkanen zijn verzeild
geraakt, bleef tot nog toe onopgehelderd. Zelfs
de geleerde natuuronderzoeker Darwin, die er
in 1834 zijn vermaarde onderzoekingen deed,
toon ilaar geen afdoende verklaring van geven.
vervolg)
Buiten in den tuin is het ongeveer ook zoo,
want daar stoppen we de bollen ook nu in
den grond, doch ze bloeien door eerst veel
later. Onze keuze is veel grooter bier; daar
en- veel bollen zijn, welke ndet .getrokken"
aunne nworden zoo beet het vroeger in
bloei krijgen van planten als sneeuwklok
jes, Winter-Aconiet. Isia's, Iris igaan wed in
een kastje, maar niet in de kamer,) Hond
stand Vogelmelk e.a.
Eerst beginnen we den tuin eens grondig
schoon te maken en spitten dan de strookjes
waarop de bollen komen te staan, goed diep om!
'n Zwaar karweitje hè! Als net vlak bij cte
band is anders word je nog moeier ook
wat mest er door en dan maar aan het vlak-
harken!
Ziezoo, ons lapje grond voor de voorjaars-
boden ligt kant en klaar. Nu eens nagaan, wat
er al zoo te koop is 'n Hoogte van 6080 c.M.
bereiken de Diarwin-tulpen, irissen in allerlei
tinten, brodiaea's in die kleuren, wit, lila, rood
en paars, leucojum oï zomersneeuwklokje wit
met groen, en tenslotte ook de codviilei en
heraut gfladiolus in gemengde tinten. Iets
lager zijn (4050 c.M.) de gemengdkleurige
ixia's, witte, gele en oranje narcissen, tulpen,
allium (look) in witte en blauwe tinten en
nog lager de blanke sneeuwklokjes, crocussen,
scilla met die fijne blauwe en witte losse tros
jes en de iets stijvere druifjes in dezelfde
kleuren Haast vergat ik nog de hangende wit
en Violet geblokte kievitseitjes en de heel
vroege, gele winter-ocondet, de hyaainthen, ane
monen en ranonkels in drie felle tinten, maar
de beide laatste soorten woTdeen pas in Maart
geplant, denk daaT wèl aan!
Uit dit legertje moet je nu ziedf maar een
keus doen, je weet nu iets van hoogte en
kleur. Wanneer ze nn geplant worden, dan
is het steeds gewenseht de bedde eerste groe
pen voor perkbeplanting te heaigem en dam
de bollen 10 cJM. diep te planten en de laatste
groep voor rand te gebruiken ndet de hya
cintben en die dan 5 c.M. diep udt te plan
ben. De hyacinth moet 10 c.M. diep gezet
worden.
Wanneer jullie nu even denkt om een warm
dekentje van een fllinlk laagje turfmolm, dan
begint je voldoening al temee in Februari, bij
gezondheid. Doe er goed je best op, des te meer
aardigheid ondervindt je er van!
TOT AAN DE KNIEëN DER PAARDEN
reikte het bloed in Salomon's tempel na de
verovering van Jeruzalem door de kruisvaar
ders van den eersten kruistocht, aldus verhalen
de „gesta franoorum" („daden van Franschen")
Stephanus van Blois nam eraan deel, die zoo
veel kasteelen bezat, als er dagen in het jaar
zijn. Ook Robert van Normandië, die zijn land
voor 6666 pond zilver aan zijn broeder ver
kocht om waardiglijk den heiligen tocht te
kunnen meemaken.
DE POKKEN.
krijgen was woeger heel gewoon. Zelfs keizer
Karei V werd er door gekweld. Hij liet toen
roode gordijnen voor de vensters hangen en
zijn bed van roode lakens voorzien; daardoor
lieten de pokken geen ldtteekens na en werd
zijne majesteit niet .mottigof „pokdalig'Dr.
Jenmer vond het enten uit. Daarna gold 't „dese
sieckte is alle menschen so gemeen, datter
naeuwelijcks één onder duyeent gevonden
werdt, die deese sieckte niet eens in sijn leven
komt te gevoelen!niet meer.
DE TABACK
moet des morgens gedronken gerookt)
werden, als de maegh ledigh is, niet van kin
deren ofte van die swack van hersenen sijn,
maar alleenlijk van degenen, die sterk, kout
en vochtigh sijn en met veel sdnekigen, ge-
quelt werden. Indien men se kinderen te
drincken geeft, soo sal se het verteren in de
maegh beletten, de hersenen ontstellen en de
vochten im de borst verharden.
Aldus 'n 17e eeuwsche dokter!
Leg hieruit een onfortuinlijk slachtoffer vaa
de jacht.
Vd
Oplossing van. do puzzle dar fyartge