MAAR.. -UDolEL TOE J\r hl oowf.l ais hptipm- t
fM
HEERENBAAI
heeren-baai
TIJDELIJKE BEPERKING
VAN DEN INVOER
DE EENZAME LUITENANT.
ZATERDAG SI OCTOBER 1931
ampere TODfcM-Awnre*-
ECHTE FRIESCHE
20-50a PER ONS
ECHTE FRIESCHE
ECEJTETRIE 5 GLUE: iri B ER EN~E> A. AA VERSCHATT U WOLKE-M" YAM GtJEMOXI^rdl
INVOER VAN BROOD
UIT BELGIE.
Het rapport der hoogleeraren.
Polak en Kaag.
DE OORZAKEN VAN HET PRIJS
VERSCHIL.
BEVOEGDHEIDSWETJE
INGEDIEND.
„Ter bescherming van de levens
belangen des lands".
CONTINGENTEERING VAN DEN
INVOER VAN BEPAALDE
GOEDEREN.
DE VERDUISTERING BIJ DE
HANZEBANK.
R. K. VROUWENBOND, KERST
KRIBBE EN WERKLOOSHEID.
ONVEILIGHEID OP HET PLATTELAND.
VERDRONKEN.
DRAISMAvanVALKENBUR
r-LEEUWARDEN-
^tUOKKlC,jHTT^—-
M EQBERTfl **T
20-50CT.PER ONS
Daartoe uitgenoodigd door den Minister van
Arbeid, H. en N. stelden de hoogleeraren prof
dr. N. J Polak te Rotterdam en prof. H. A
Kaag te Tilburg een summier onderzoek in
naar omvang en oorzaken van den invoer van
brood uit België, Het verslag der bevindingen
van beide hoogleeraren is verschenen als bij-
Voegsel van „Handelsberichten".
Het onderzoek heeft zich beperkt .tot de om
geving van Maastricht.
Van enkele groote bedrijven verkregen rap
porteurs de omzet-cijfers, welke geen aanzien
lijken achteruitgang vertoonen. Andere berich.
ten geven echter een geheel anderen indruk.
Naar verkregen gegevens bedroeg de invoer
van brood en beschuit uit België in de betrok
ken streek in heit eerste half-jaar van 1930
ruim 28.000 kg. in het tweede halfjaar 1930
ruim 23.000 kg., in het eerste halfjaar 1931
rnim 21.000 kg., en in de maand September
3931 alleen ongeveer 30.000 kg. In de eerste
■week van September werd de 6.000 kg niet ten
volle beireikt, in de laatste week was de 8.000
kg. overschreden. De omvang van den invoer
is volgens die gegevens aanzienlijk in verge
lijking met vroeger en vertoont neiging tot
toeneming.
Het prijsverschil.
Uit een vergelijking van de prijzen van het
brood te Maastricht en te Luik blijkt dat het
verschil m prijs tusschen Belgisch en Neder
landsch brood steeds heeft bestaan, het is zelfs
grooter geweest dan thans en toch' heeft de in-
vier tot Augustus 1931 toe nimmer veel te
beteekenea gehad. Zelfs was de import in de
maanden met de grootste prijsverschillen ge
ringer dan in die met kleinere prijsverschil,
len. Terwij. van Juli 1930 tot en met Juni 1931
de invoer gemiddeld 3736 kg. per mud. bedroeg
bereikten de maanden December 1930 tot en
met Maart 1931, de maanden met de grootste
?nróJtfVW" '*Iei1' sIecllts 6011 gemiddelde van
uK8 kg. De maand met het grootste prijsver
schil bracht het niet verder dan tot 1717 kg
Import.
Het prijsverschil alleen kan derhalve de
plotselinge toeneming van den invoer niet
veroorzaken.
Dat het prijsverschil vroeger niet door be
langhebbenden zou zijn opgemerkt, moet uit
gesloten worden geacht. De Kamer van Koop
handel voor Maastricht en Omstreken heeft in
Februari 1931, dus in de periode der grootste
prijsverschillen, de aandacht van de bakke
rijen daarop gevestigd met het oogmerk, een
verlaging van den broodprijs te bevorderen.
De bakkers achtten toen een vergelijking met
België onredelijk, reeds daarom, „omdat in
België geheel andere toestanden heerschen en
deze ncch sociaal noch economisch met die uit
ons land op een en dezelfde lijn te stellen zijn
en onze bedrijven niet op Belgische maar op
Nederlandsche verhoudingen en Nederland-
sehen smaak ingesteld zijn".
Wat dien Nederlandschen smaak betreft, werd
In Februari 1931 opgemerkt, dat de kwaliteit
van het Belgische standaard-brood minder is
dan die van het Nederlandsche, dat in België
minder soorten en vormen worden gebakken
en dat in België het kilobrood gangbaar is,
terwijl in Nederland het 8 ons brood het ge
bruikelijke formaat is. Ten aanzien van de
Nederlandsche verhoudingen legde men den
nadruk op de lagere loonen en sociale lasten
in België en op het alom rondbrengen hier te
lande tegenover het veelal afhalen in België.
Thans, ruim een half jaar later, bij gelijke
of lagere prijsverschillen, wordt het Belgische
brood in meerdere en toenemende mate in
gevoerd. De kwaliteit van het Belgische brood
is, volgens verkregen inlichtingen, niet ver
anderd. Het wordt te Maastricht thans niet
algemeen rondgebracht, maar ook wel in café's
en kruidenierswinkels te koop aangeboden,
vrijwel uitsluitend in standaardkwaliteit in
formaat van 8 H.G. Er moet dus een verande
ring in den smaak of de omstandigheden der
bevolking of in andere Nederlandsche verhou
dingen hebben plaats gevonden.
Zonder twijfel is de bevolking na de gebeur
tenissen der laatste maanden meer gespitst op
lage prijzen ?lan eenigen tijd tevoren. Waar
het Belgische brood te Maastricht voor 10 ent.
per 8 ons thuisgebracht en voor 8 4 9 cent af
genaaid te koop is, terwijl het Maastrichtsche
brood 14 cent minus 5 4 6% dividend, dus
netto 13 cent per 8 ons kost, lijkt het prijs
verschil groot genoeg om velen tot verandering
te bewegen.
W er king van de Tarwewet
Het groote prljsvefschil baart zeer zeker
verwondering. Men is geneigd, het toe te
schrijven aan de werking van het krachtens
de Tarwewet hier te lande uitgevaardigde
maal- en menggebod, waarvan de Belgische
producent vrij is. Evenwel is het prijsverschil
sinds de invoering van het menggebod (Juli
1931) niet sterk gestegen. Vergelijkt men de
prijzen van vrije bloem in België en van ge
mengde bloem in Nederland, dan vindt men
een verschil van ongeveer 3,50 per 100 K G
,(.uinoVoeV10-50)- Daar te Maastricht
uit 100 K.G. bloem 165 4 170 brooden van 8
ons worden gebakken, zou de invloed van de
arwewet dus een vermeerdering van het
prijsverschil met 2 4 2,1 cent per brood kunnen
veroorzaken. Van een zoo groote stijging van
het prijsverschil blijkt niet.
Het ware mogelijk, dat het sterk oploopen
van de prijsverschillen eind 1930 en begin
1931 door anticipatie op de komende Tarwe
wet is veroorzaakt. Vergeleken met Juli en
Augustus 1930 bedraagt thans het prijsver
schil inderdaad ongeveer 2 cent meer. De in
vloed van de Tarwewet is derhalve, hoewel
niet aan te toonen, toch ook niet te ontkennen.
Voorts is het de vraag, ge-ziera het mogelijk
kwaliteitsverschil tusschen Belgische bloem en
het product van de Nederlandsche maalderij,
of het volle prijsverschil tusschen Belgische
en Nederlandsche bloem aan de Tarwewet
moot worden toegeschreven.
Verschillen in kostprijs.
Afgezien van den invloed der Tarwewet is
de oorzaak van het prijsverschil natuurlijk
terug te brengen op verschillen in kostprijs
Rapporteurs geven enkele kostprijsstaatjes.
Herleid in Holiandsche centen per baaltje
bloem van 50 K.G. bedroegen de kosten voor
de bereiding van wit waterbrood in bepaalde
bedrijven te Luik 212, Tongoren 247, Maas
tricht 437, Amsterdam 476, Rotterdam 719.
De brooduitkomsten zijn niet overal gelijk.
Luik geeft per baaltje bloem een brooduit
komst van 67.6 K.G. of van 84% maal 8
ons. Tongeren geeft 84, Maastricht 83, Am
sterdam en Rotterdam 90 brooden van 8
ons. Herleidt men de vorig© gegevens tot
kosten van 100 brooden van 8 ons, dan vindt
men voor Luik 250, Tongeren 295, Maas
tricht 527, Amsterdam 528 en Rotterdam
799 ets.
•Oe loonen
Het verschil in loon bij deze kostenbere
kening is zeer frappant. De loonfactor be
draagt te Maastricht wat de productie be
treft ongeveer het drievoud, wat de distri
butie betreft ongeveer het tweevoud van wat
in naburige Belgische steden wordt verloond.
In de Holiandsche steden is dde factor nog
veel hooger.
Het loon van volwassen bakkersgezellen
varieert in de beide bedrijven te Maastricht,
waarvan hier sprake is, van ƒ30.— tot
36.per week. De rondbrengers maken
als vast loon en verkoop pi ovisie tezamen
van 27.tot 39.per week. In Luik
betaalt men voor de normale 48 uur per
week aan bakkersgezellen fns. 5.50 tot frs.
6.per uur, uitkomend op frs. 264.4
frs. 288.— of op rond 18.50 4 20.— per
week. Een bezorger zou per week frs. 280.
4 ƒ290.of plm. 20.verdienen.
Het verschil in den factor dlstributieloo-
nen wordt door deze inkomensverschillen
grootendeels verklaard, maar niet ten volle.
Het verschil is nog ten deele toe te schrij
ven aan de zoogenaamde sociale lasten en
blijft overigens onverklaard.
Zeer groot is het verschil, in de productie
loonen. Hiervoor is een mogelijke verklaring
te vinden in de verschillende regelingen van
den bakkersarbeid. De Belgische wet laat
deu voorarbeid reeds can 2 «ur toe, de
Nederlandsche eerst om 4 uur. Het geheele
personeel mag in België vroeger aanvangen
en voor vervoer en verkoop is geen beper
kende bepaling gemaakt. Er wordt aldaar
per week normaal 48 uur gewerkt en den
gehpelan dag gaat het bedrijf met wisse
ling van ploegen voort. Volgens sommige
zegslieden veroorzaken deze verschillende
voorschriften gToote kostenverschillen.
De winstmarge.
Naast de loonen gaan de rapporteurs de
winstmarges na. Ze komen daarbij tot de be
vinding dat de winstopslag te Luik ongeveer
15 centimes per K.G. bedraagt en 8/10 Hol
iandsche cent per 8 ons te Maastricht, zoodat
de basis winstopslagen weinig van elkaar af
wijken.
Oorzaken der kostprijs-
verschillen.
De kostprijsverschillen zijn, voor zoover rap
porteurs konden nagaan, toe te schrijven aan:
1. den direct berekenbaren invloed
der Tarwewet te stellen per brood
van 8 ons op 1.7 cent
2. den verderen mogelijken invloed
der Tarwewet, b.v. wegens extra
kosten van vermalen, bijmenging
van andere kwaliteiten buitenland-
sche tarwe en belemmering van
concurrentie van buitenlandsche
meelfabrieken, een en ander te
stellen op q.4 cent
3. het verschil in loonpeil, met be
trekking tot de productie 0.4 cent
4. verschil in uitkomst van den
arbeid, wellicht ten deele, een ge
volg van de Arbeidswet, benevens
verschil in sociale kosten 0.8 cent
Totaal 3.3 cent
De distributie-kosten zijn in deze berekening
niet opgenomen, daar ook het Belgisch brood
te Maastricht tegen de aldaar geldende distri-
butiekosten, welke echter 4 1 cent per
brood hooger zijn dan in de naburige Belgische
steden, moet worden gedistribueerd. Het ver
schil ad 3.3 cent komt overeen met het ver
schil tusschen de prijzen, waarvoor Maas-
trichtsch brood wordt rondgebracht (14 cent
minus 5 4 6 pet) en waarvoor Belgisch brood
te Maastricht bij den verbruiker wordt thuis
bezorgd (10 cent).
v Schade voor crediteuren
slechts gering.
Omtrent de arrestatie van den heer T., cu
rator in het faillissement van de Hanzebank.
vernemen wij nog, dat deze na de aanklacht
van mr. Kolfschoten en mr. van Leeuwen, is
geschied op last van de Justitie te Haarlem
door de Haarlemsche recherche. De heer T„
die vobral in sportkringen een bekende figuuT
is, vertoefde bij familie te Haarlem.
Gisterenmorgen is hij door de Haarlemsche
recherche naar den Bosch overgebracht en,
na een eerste verhoor door den rechter-com-
mlssaris, in het Huis van Bewaring ingeslo
ten.
Verder vernemen wij nog, dat de schade
voor crediteuren in het faillissement ontstaan
door de verduistering door den heer T., slechts
een klein percentage van de ultkeering zal
bedragen.
Nader vernemen wij dat de Haagsche advo
caat mr. E. G. S. Bourlier als verdediger van
den heer T. zal optreden.
Volgens de aanklacht zouden de verduister
de fondsen ongeveer één ton gouds bedragen.
Ingediend is een wetsontwerp tot toeken
ning van de bevoegdheid tot het tijdelijk
treffen van maatregelen ter beperking van
den invoer van goederen.
Aan de Memorie van Toelichting wordt het
volgende ontleend:
In toenemende mate is het handelsverkeer
in den laatstem tijd door allerlei kunst
matige middelen en zelfs door beperkine
van den invoer van bepaalde goederen dooT
verschillende landen bemoeilijkt, zulks in
verband met de bijzondere omstandigheden,
die de steeds ernstiger wordende crisis alom
in het leven heeft geroepen. Nederland heeft,
dank zij de uiterste krachtsinspanning, en
al vertoonden de verhoudingscijfers van ln-
en uitvoer van goederen in de laatste jaren
veranderingen in ongunstigen zin, het fiscale
karakter van zijn douanetarief niet gewij
zigd.
De wijzigingen in de monetaire verboudin
gen en de gebeurtenissen op handelsgebied
dreigen nieuwe moeilijkheden te veroorzaken
Op 21 September werd de Bank van En
geland tijdelijk ontheven van de verplichting
goud af te geven tegen een vasten, op de
goudpariteit van het Pond berustenden prijs;
de Scandinavische landen hebben sedert even
eens den gouden standaard tijdelijk buiten
werking gesteld. Door de dialing van de
goudwaarde van de munteenheden dier landen
zullen in deze landen de kosten van den ar
beid bij de thans geldende loonstandaarden
een evenredige verlaging ondergaan. Een
scherpe concurrentie op de buitenlandsche
markten moet hiervan het gevolg zijn en in
het bijzonder het Nederlandsche bedrijfsleven
zal die plotseling optredende concurrentie op
de goederenmarkt waarschijnlijk in zeer ern
stige mate gevoelen. Immers, de goederen
stroom uit de landen met verzwakten munt-
standaard zal zich, doordat verschillende an
dere landen óf reeds maatregelen van afweer
hebben getroffen, óf doende zijn deze te
treffen, nog meer naar Nederland doen
keeren. Daarbij komt, dat ook die andere
landen den afzet van hun producten voor
ons land zullen trachten te vengrooten, om
dat zij dezen niet meer in de landen met
verzwakten muntstandaard zullen kunnen
onderbrengen.
Ongetwijfeld zal het Nederlandsche bedrijfs
leven den strijd volhouden.
Met alle ten dienste staande middelen zal
getracht worden het kostenpell der voort
brenging hier te lande te verlagen, teneinde
zooveel mogelijk te kunnen blijven concur-
reeren.
Mogelijkheid tot afweer
dringend noodzakelijk.
Da vorengeschetste abnormale omstandig
heden bedreigen echter de binnenlandsche
markt dermate, dat het naar het oordeel der
regeering dringend noodzakelijk is de moge
lijkheid te openen om tot afweer dezer ge
varen eveneens maaitiregelen te nemen oui
de levensbelangen des lands te beschermen
De buitengewone belemmeringen, aan hel
handelsverkeer in den weg gelegd in het
buitenland, zullen ongetwijfeld niet van blij
venden aard zijn. Bovendien zal de waarde
van de aan muntverzwakking onderworpen
geldeenheden waarschijnlijk jp een lager peil
worden gestabiliseerd en de gevolgen der
muntverzwakking zullen dus van tijdelijkeu
aard zijn, aangezien de loonen zich zullen
aanpassen en de koopkracht an de gedaalde
muntwaarde op ue buitenlandsche markten
zich zal schikken naar de veranderde om
standigheden. Maatregelen van afweer be
hoeven derhalve ook slechts van tijdelijken
aard te zijn.
Contingenteering gelijkelijk
voor alle landen.
Het hierbij aangeboden wetsontwerp beoogt
de regeering de gelegenheid te geven, zóodra
de noodzaak dit vordert, door oontingenteering
van den invoer van bij Koninklijk besluit aan
te wijzen goederen, dien invoer binnen de
perken van het normale te houden. Deze
contingenteering zal gelijkelijk werken ten
aanzien van alle landen en zal geschieden
naar een bepaalde verhouding tot den ge
middelden invoer over de jaren 1928, 1929
en 1930.
In de door Nederland gesloten verdragen
komen geen bepalingen voor, die zich tegen
de ontworpen afweermaatregelen in deze bij
zondere en abnormale omstandigheden ver
zetten. De meeetbegunstiging wordt stiptelijk
geëerbiedigd.
Bevoegdheid van de Kroon.
Art. 2 van het ontwerp geeft aan de Kroon
de bevoegdheid, zoo noodig gedurende een
bepaald tijdvak, contingenten van invoer vast
te stellen voor alle landen, van waaruit in
voer plaats heeft, en wel naar een zekere
door de Kroon vast te stellen voor alle landen
gelijke verhouding tot den gemiddelden In
voer in de jaren 1928. 1929 en 1930.
Een commissie van deskundigen zal den
minister van Arbeid, Handel en Nijverheid
over de te treffen maatregelen van advies
dienen.
De nadere praetlsche uitwerking van het
bovengenoemde beginsel zal in elk geval
afzonderlijk aan de Kroon blijven voorbehou
den. De bedoeling van dit voorbehoud is, het
mogelij'k te maken, eventueele contingenteering
telkens op de voor het bedrijfsleven zoo weinig
mogelijk bezwarende en belemmerende wijze
te regelen. Het voorschrift beperkt zich daar
om tot het toekennen van enkele bevoegd
heden, over welke het wenschelijk of noodig
kan zijn in bepaalde gevallen de beschikking
te hebben
Men schrijft ons
Een vreemde combinatie
Natuurlijker dan u dankt.
De R.K. Dioc. Vrouwenbond in het Biedom
Breidd is begonnen, onder goedkeuring en
aanmoediging van Z. H. Exc. Mgr. Hopmans,
een actie te voeren ten einde de kerstkribben
weer hun rechtmatig© plaats in de huisgezin
nen te doen innemen.
De Federatie van R.K. Vrouwenbonden in
Nederland heeft terecht gemeend dat dit stro.
ven niet tot één Bisdom beperkt mocht blij.
ven en heeft alle afdeelingen aangespoord pro-
paganda te maken voor het behoud en de in.
voering van de kerstkribben in de huisgezin,
nen.
Het Vriendsschapvarbond van R.K. afgestu.
deerde Vrouwen ,4e Sleutelbos" is op de ge.
dachte gekomen vooral de werkloozen in deze
actie te betrekken.
Het heeft daarbij overwogen dat het niet
de bedoeling kon zijn een groot aantal kerst-
kribben volgons één bepaald cliché te versprei
den, integendeel dat ieder huis z'n „eigen'*
kerstkribbe hoort te hebben en dat de moge.
lijkiheid groot is dat er onder onze R.K. werk.
loozen zijn die talenten en capaciteiten be
zitten die slechts geprikkeld behoeven te wor.
den, om tot ontplooiing te komen. Wat het
vorig jaar in Renkum gebeurd is, kan dit jaar
op meerdere plaatsen geschieden. Daar is n.L
'n tentoonstellin ggehouden van KerkstgToepen
als huisvlijt vervaardigd, met een verrassend
succes.
Dit heeft verschillende afdeelingen van den
Vrouwenbond er toe gebracht een beroep te
doen op de werkloozen om te trachten me© te
helpen aan die verwachte herleving van de
kribbekunst.
Zij verzoeken daarom de werkloozen een
kribbe te maken voor hun eigen gezin maar
deze eerst oip een in December te houden ten.
toonstelling ten toon te stellen.
Als tegenprestatie stellen de Vrouwenbon
den een groot aantal prijzen in Moeren en le.
vensmidd-elen beschikbaar.
Zoo is de combinatie: Vrouwenbond, Kerst,
kribbe en Werkloosheid tot stand gekomen.
Vrouwenbond-sleden helpt uw bestuur, stuur
het een briefje dat n instemt met dit mooie
werk en zeg het daarbij ook uw daadwerke
lijken en finan-cieelen steun toe.
En alle anderen, die steunen kunt door het
verschaffen van materiaal, door het aanspo.
ren om mee te doen, door het beschikbaar
stellen van prijzen, doet het
OP DRIE PLAATSEN INGEBROKEN
Tijdige aankondiging-
Het derde lid van het artikel geeft een be
paling betreffende bet bekend maken van de
voorgenomen oontingenteering. Het spreekt
vanzelf, dat de voorbereiding wel zooveel tijd
zal vorderen, dat ty-dig omtrent voornemens
dienaangaande mededeeling kan worden ge
daan, zoodat de handel gelegenheid zal heb
ben zich daarnaar te regelen.
Art. 10, derde lid bepaalt, dat de wet ver
valt zoodra de bijzondere omstandigheden op
grond waarvan zij in het leven werd geroepen,
hebben opgehouden te bestaan. Het hier ge
geven voorschrift kenmerkt het tijdelijk
karakter van de voorgestelde regeling.
Te Hapert hebben dieven DondTdagmacht 0®
drie plaatsen ingebroken. Eerst bij mej. H.
Toen zij de slaapkamer der juffrouw binnen
gaan, schrok de juffrouw echter, riep om
hulp en de dieven sloegen op de vlucht. Daar
na zijn ze naar landbouwer J. Geraerts ge
gaan en hebben daar gouden sieraden wegge-
nomen, om ten slotte in te breken bij den
caféhouder Maerdonks, bij wien ze de toon
banklade hebben gelicht.
OPGELEGDE IJMUIDER SCHEPEN.
Naar wij vernemen, zullen door de Veree-
nigde Exploitatie Mij. te IJmuiden andermaal
eenige stoomtrawlers uit de vaart worden ge-
nomen, wegens den minder gunstigen toestand
ln het visscherijbedrijf.
Toen Dondieirdagmamiddag de 42-jarige E. P.,
te Bommel, uitging en na eenige uren nog niet
terug was, stelden ouders en buren een onder
zoek in. Ze vonden het lijk der 42-jarige vtouw
in een sloot, nabij het ouderlijk huis. Door duis
ternis misleid is zij te water geraakt.
Reel. 678 DGVS 10
Uit het Engelsch van
EERGUS HUME.
22.)
Ik vermoed dat u wilt vragen of „Groene
Lampepit" den onmensch vermoord heeft?
gromde Bevinson, terwijl hij zijn transpiree-
rend gezicht met een ruwen rooden zakdoek
afveegde.
Precies. Ik heb uit de mededeelingen van
den bediende van meneer Sampson begrepen
dat „Groene Lampepit" wrok koesterde tegen
meneer Tyrrel en hem met genoegen dood zou
hebben gezien.
Bevinson stond op en begon met zware stap
pen de kamer op en neer te loopen.
Dat is geen schande voor Lampepit dat
hij dien duivel graag dood had gezien. Dat
beest heeft hem even schandelijk behandeld
als mij. U kunt me gelooven of niet, maar die
zelfde Lampepit is vroeger een fatsoenlijke
manufacthrenhandelaar geweest: hij heet
eigenlijk Spelker. Hij was altijd een schuw,
een beetje onnoozel soort kereltje en was niet
geschikt voor den handel. Maar hij was een
goedhartige "man; hij was het die my geld
leende tegen accepten. Toen kreeg die duivel
hem te pakken en liet zijn boeltje verkoopen;
op die manier kreeg hij mijn accepten ln han
den en pakte mij toen aan, met het gevolg
dat u bekend is. Ik kon dien duivel niet meer
voor mijn oogen zien en Spelker netzoo. Ik
kreeg hulp van uw tante, die me een woon
wagen gaf een ik tracht zoo op een fatsoen
lijke manier aan den kost te komen. Ik reis
het platteland af met garen en band en zeep
en dergelijke dingen en verdien een stuk
brood. Maar Spelker had geen kind zooals ik,
om hem op den rechten weg te houden. Hij
ging den verkeerden kant op, stal af en toe,
pleegde inbraken
Zool Heath schrok. Is hij Inbreker gewor
den? Misschien heeft hij dan ook wel in het
huis in Hampstead ingebroken en de papieren
van mr. Tyrrel gestolen. Kun je dat misschien
bewijzen, Bevinson?
Ik kan niets bewijzen, antwoordde Be
vinson koppig, terwijl hij naar zijn stoel
terugging. Spelker is naar Amerika; tenmin
ste hij schreef me van Londen uit naar
Ardleigh dat hij zijn geluk ging beproeven in
de Vereenigde Staten. Dat is alles wat ik u
vertellen kan.
Het komt me voor dat hetgeen je van hem
vertelt, sterke aanwijzingen oplevert, dat die
Spelker meneer Tyrrel vermoord heeft.
Ik begrijp niet hoe u dat zeggen kunt,
meneer, verklaarde Bevinson verontwaardigd.
Dan zal ik het je uitleggen. In de eerste
plaats beschouwde „Lampepit" of laten we nu
maar zeggen Spelker, den advocaat als zijn
doodsvijand. Hij volgde meneer Tyrrel in Lon
den en viel hem op straat lastig. In de tweede
plaats is hij volgens jouw eigen verkla
ring een inbreker en we weten dat er in
de woning van meneer Tyrrel is ingebroken.
En ten derde: hij heeft het land verlaten,
hoogstwaarschijnlijk met den buit.
Hij kan wel weggegaan zijn vóór de
moord is gepleegd, opperde Bevinson.
Dat is uitgesloten. Meneer Perowne heeft
uit den mond van mr. Tyrrel zelf gehoord dat
Spelker hem heeft gevolgd toen hij op weg
was naar het station om naar Banminster te
gaan.
Er viel een lang stilzwijgen. Eindelijk ver
brak Bevinson het en vroeg met een gesmoor
de stem:
Wat wilt u nu eigenlijk dat ik voor u
doe meneer?
Dat je me helpt het bewijs leveren dat
deze Spelker. meneer Tyrrel heeft vermoord.
Wagrom? viel Bevinson scherp uit.
Heath kruiste zijn beenen, ging op zijn ge
mak zitten en antwoordde bedachtzaam:
Ik zal volkomen openhartig tegen je zijn.
Omdat ik het zonder jouw hulp niet kan klaar
spelen. En daar ik het leven van je kind heb
gered verwacht ik, dat jij van jouw kant Iets
voor mij zult willen doen.
Dat wil ik natuurlijk. L -
Prachtig. Meneer Tyrrel was ook mijn
vijand en had ook mij in zekeren zin in zijn
macht doordat lk hem geld schuldig was.
Deze zaak is door mr. Sampson in het reine
gebracht; hij is de executeur van Tyrrel's
boedel en de schuld bestaat niet meer. Maar
Tyrrel heeft er zich tegen Kapitein Drake
over uitgelaten dat hij nog geld van mij te vor
deren had en ik had een twistgesprek met hem
in de officiersclub op den avond voordat hy
werd vermoord. Deze karqér ligt vlak boven
die waar de moord is gepleegd en er zijn ge
ruchten in omloop gebracht dat ik meer van
Tyrrel's do"d afweet dan ik wil vertellen.
Maar u bent toch volkomen onschuldig,
meneer, verklaarde de ex-groentehandelaar
verontwaardigd.
Natuurlijk ben ik dat en niemand heeft
mij openlijk en direct durven beschuldigen.
Maar terwille van mijn onbesproken naam
wil ik weten wie de werkelijke moordenaar
is, begrijp je? Wil je me daarbij helpen?
Ja, antwoordde Bevinson onmiddellijk.
U hebt het leven van Jane Alice gered en ik
zal voor u doen wat ik kan. Wat wilt u weten?
Was de Lampepit in de buurt in den
nacht van den moord?
Ja. Hij is den onmensch hierheen gevolgd.
En heeft hij hem vermoord?
Bevinson streek met zijn groote hand door
zün verwarde haren.
Dat zou ik niet met zekerheid durven zeg
gen, meneer. Maar wat ik weet zal ik u ver
tellen.
Hij wachtte even voor hij zijn mededeelingen
veT volgde.
Nadat Lady Berwin en Kapitein Drake
weggegaan waren, bleef ik naast het bed van
Jane Alice zitten. Juffrouw Train gjng weer
naar bed want ze was doodmoe, zooals ze
zei. Ik viel op mijn stoel in slaap en werd
pas wakker toen het klaarlichte dag was; het
zal een uur of zes zijn geweest. Ik hoorde
iemand op de deur kloppen het was Spel
ker. Hij zag er bleek en gejaagd uit en zijn
Meeren waren heelemaal nat en bedekt met
groen slik.
Aha, zei Heath bij zichzelf, maar toch
niet zóó zacht of Bevinson hoorde het, dat
klopt! Hij verschafte zich toegang tot het
kazerneterrein door een van de ijzeren staven
aan het uiteinde van den muur te forceeren.
Hij moest in het ondiepe water bij den oever
door het wier en het kroos waden.
Weet u dan hoe de moordenaar op het
terrein is gekomen, meneer?
Ja, dat weet ik. Ik heb gezien dat een
van de staven aan het einde van den miuur
bü den oever van de rivier heelemaal verbogen
is. Door die opening is Spelker binnengeko
men.
Maar ik beschuldig Spelker niet, meneer,
zei Bevinson haastig.
Heath negeerde deze opmerking en ging
voort
Uit wat jij. me vertelt van die natte klee-
ren en het groene slik om niet te spreken van
het feit, dat de man in den vroegen ochtend,
nadat meneer Tyrrel vermoord was, bleek en
ontdaan bij je kwam, leid ik af dat Spelker de
dader is.
Hij heeft het mij niet bekend, hield Be
vinson vol. Hij zei dat hij aan het rondzwer
ven was en vroeg mij om eten. Ik gaf hem wat
en tegen zeven uur ging hij weer heen. Ik
denk dat hij naar Londen terugging.
Natuurlijk deed hy dat. Hij ging naar
Hampstead, maakte gebruik van de sleutels
die hy van zijn slachtoffer gestolen had. open
de de brandkast en nam de papieren eruit.
Maar Wat zou hij aan die papieren gehad
hebben, meneer?
We moeten Spelker zien te pakken te krij
gen; dan kunnen we het hem vragen. Hij stal
ook papieren uit den geheimen zak van me
neer Tyrrel
Ik heb gelezen wat er bij het gerechtelijk
onderzoek verklaard is, viel Bevinson haastig
in. Toen keek hij nadenkend voor zich uit.
Na een oogenblik vervolgde hij: Wat u zegt,
is heel vreemd, meneer. Een heeleboel ervan
was me bekend en toch heb ik nooit ernstig
aan de mogelijkheid gedacht dat de Lampepit
de moordenaar kon zijn. Dat wil zeggen, ik
heb me wel een oogenblik afgevraagd of hij
het misschien gedaan had omdat hij in de
buurt was en zoo'n gloeienden hekel aan dat
beest had, maar hy ia zoo'n nietig, zwak, on
noozel kereltje, dat ik me niet kon voorstel
len dat hij een moord zou hebben gepleegd.
Hij nam zijn kans waar toen Tyrrel sliep
en al was hij niet sterk, in den slaap kan hij
zijn slachtoffer gemakkelijk geworgd hebben
En wat zijn onnoozelheid betreft, je vertelt
zelf notaibene dat de man inbreker is, dus daar
geloof ik niet veel van. Neen Bevinson
Heath stond op en rekte zijn gespierd, slank
lichaam uit uit wat jij vertelt kan ik niets
anders afleiden dan dat Spelker het gedaan
heeft. Je moet alles wat je aan mij verteld
hebt, aan inspecteur Ludlow vertellen en dan
kunnen er maatregelen genomen worden om
Spelker te arresteeren.
Als ik ook maar een oogenblik geloofde
dat ze hem te pakken konden krygen, zei
Bevinson met een dreigenden, kwaadaardigen
blik in zijn ko izwarte oogen, zou ik zwijgen
als het graf. Die duivel verdiende niet beter
dan te worden vermoord als een hond, en als
Spelker hem de keel heeft dichtgeknepen,
heeft hij een goed werk gedaan. Maar nu hy
hoog en droog in Amerika zit, krijgen ze hem
toch niet en daarom kan het me niet schelen
om naar den inspecteur toe te gaan en te ver
tellen wat ik weet. Is het dat wat u verlangt,
meneer?
Ja. En Bevinson als ik je eraan herin
nerd heb, dat ik je kind heb gered, denk dan
vooral niet dat ik dat heb gedaan om daarop
te pochen. Ik heb alleen maar de eenige ma
nier gebruikt, die ik kon bedenken om je aan
het praten te krijgen. Begrijp je?
De reus stapte met zware passen naar de
deur.
Ik begrijp het volkomen en ik zal naar
inspecteur Ludlow gaan. U hebt mij^ een
grooten dienst bewezen en nu ik iets voor u
kan doen, zal ik u niet in den steek laten,
en met een barsch „Goeienavond, meneer
Heath, verliet hij de kamer.
Heath rekte zich nog eens uit en voelde
zich dankbaar gestemd dat hij den man zoo
ver gekregen had. In ieder geval zou zyn naam
van elke verdenking worden gezuiverd. En
toch had hij het vage gevoel dat het mysterie
niet zoo snel en eenvoudig zou worden opge
lost, ais hy wel graag zou willen.
HOOFDSTUK XIII.
Een verrassing.
Den volgenden morgen schreef Heath aan
Mr. Sampson een uitvoerig relaas van zijn
onderhoud met den gewezen groentehandelaar
en hij besloot zijn brief met de conclusie, dat
naar zijn meening Spelke*r, alias „Groene Lam
pepit" de moordenaar moest zijn. Toen hij met
den brief voor den advocaat klaar was. bleef
hij zitten peinzen over een epistel van Edith,
dat hem buitengewoon verbaasd bad. Het
meisje schreef dat Drake hen weer ln Londen
opgezocht en haar met attentie® overladen
ha-d en dit was het eigenaardige daarbij
aangemoedigd werd door Lady Berwin. Nu
Lady Berwin haar toestemming had gegeven
tot de verloving van Heath en het nichtje
van haar man en haar neef zelfs een toelage
beloofd had, \\a,s haar gedrag wel heel vreemd.
Heath vioeg zich opnieuw af of zijn tan-te
geen dubbelhartig spel speelde; haar harte
lijkheid was ook te ongewoon en te plotseling
geweest om oprecht te zijn. Ze had ook nog
niets gedaan om uitvoering te geven aan haar
belotte van de toelage en oek dat leek haar
neet' hoogst verdacht. Neen hij dacht zijn her
sens suf, maar hij kon geen verklaring vinden
voor de zonderlinge houding van zijn tante en
hij besloot Lady Berwin te schrijven en haar
te vragen wanneer zij in Banminster te-rug
kwam, want dat hij haar graag spreken wilde.
Juist toen Pryce met de beide brieven, die
■voor mr. Sampson en die voor Lady Berwin,
naar beneden ging, kwam inspecteur Ludlow
om den luitenant te spreken. Een paar m-inu-
ten later zat de politie-ambtenaar in den ge.
makkelijksten stoel, die Keath rijk was. Heath
ha-d het doel van zyn komst al geraden.
U komt om over Bevineon te praten,
zei hij, toen hij den Inspecteur zijn sigaret
tenkoker reikte.
Ludlow knikte en stak een sigaret aan.
U hebt mij zeker wel verwacht.
Ja. Als U mij niet was komen opzoeken,
zou ik zeker bij U zijn gekomen. Maar ik wil
wel erkennen dat ik niet verwacht had dat
Bevinson zoo gauw zijn bezoek aan u zon
hebben gebracht.