MAAR.. -UDolEL TOE J\r hl oowf.l ais hptipm- t fM HEERENBAAI heeren-baai TIJDELIJKE BEPERKING VAN DEN INVOER DE EENZAME LUITENANT. ZATERDAG SI OCTOBER 1931 ampere TODfcM-Awnre*- ECHTE FRIESCHE 20-50a PER ONS ECHTE FRIESCHE ECEJTETRIE 5 GLUE: iri B ER EN~E> A. AA VERSCHATT U WOLKE-M" YAM GtJEMOXI^rdl INVOER VAN BROOD UIT BELGIE. Het rapport der hoogleeraren. Polak en Kaag. DE OORZAKEN VAN HET PRIJS VERSCHIL. BEVOEGDHEIDSWETJE INGEDIEND. „Ter bescherming van de levens belangen des lands". CONTINGENTEERING VAN DEN INVOER VAN BEPAALDE GOEDEREN. DE VERDUISTERING BIJ DE HANZEBANK. R. K. VROUWENBOND, KERST KRIBBE EN WERKLOOSHEID. ONVEILIGHEID OP HET PLATTELAND. VERDRONKEN. DRAISMAvanVALKENBUR r-LEEUWARDEN- ^tUOKKlC,jHTT^—- M EQBERTfl **T 20-50CT.PER ONS Daartoe uitgenoodigd door den Minister van Arbeid, H. en N. stelden de hoogleeraren prof dr. N. J Polak te Rotterdam en prof. H. A Kaag te Tilburg een summier onderzoek in naar omvang en oorzaken van den invoer van brood uit België, Het verslag der bevindingen van beide hoogleeraren is verschenen als bij- Voegsel van „Handelsberichten". Het onderzoek heeft zich beperkt .tot de om geving van Maastricht. Van enkele groote bedrijven verkregen rap porteurs de omzet-cijfers, welke geen aanzien lijken achteruitgang vertoonen. Andere berich. ten geven echter een geheel anderen indruk. Naar verkregen gegevens bedroeg de invoer van brood en beschuit uit België in de betrok ken streek in heit eerste half-jaar van 1930 ruim 28.000 kg. in het tweede halfjaar 1930 ruim 23.000 kg., in het eerste halfjaar 1931 rnim 21.000 kg., en in de maand September 3931 alleen ongeveer 30.000 kg. In de eerste ■week van September werd de 6.000 kg niet ten volle beireikt, in de laatste week was de 8.000 kg. overschreden. De omvang van den invoer is volgens die gegevens aanzienlijk in verge lijking met vroeger en vertoont neiging tot toeneming. Het prijsverschil. Uit een vergelijking van de prijzen van het brood te Maastricht en te Luik blijkt dat het verschil m prijs tusschen Belgisch en Neder landsch brood steeds heeft bestaan, het is zelfs grooter geweest dan thans en toch' heeft de in- vier tot Augustus 1931 toe nimmer veel te beteekenea gehad. Zelfs was de import in de maanden met de grootste prijsverschillen ge ringer dan in die met kleinere prijsverschil, len. Terwij. van Juli 1930 tot en met Juni 1931 de invoer gemiddeld 3736 kg. per mud. bedroeg bereikten de maanden December 1930 tot en met Maart 1931, de maanden met de grootste ?nróJtfVW" '*Iei1' sIecllts 6011 gemiddelde van uK8 kg. De maand met het grootste prijsver schil bracht het niet verder dan tot 1717 kg Import. Het prijsverschil alleen kan derhalve de plotselinge toeneming van den invoer niet veroorzaken. Dat het prijsverschil vroeger niet door be langhebbenden zou zijn opgemerkt, moet uit gesloten worden geacht. De Kamer van Koop handel voor Maastricht en Omstreken heeft in Februari 1931, dus in de periode der grootste prijsverschillen, de aandacht van de bakke rijen daarop gevestigd met het oogmerk, een verlaging van den broodprijs te bevorderen. De bakkers achtten toen een vergelijking met België onredelijk, reeds daarom, „omdat in België geheel andere toestanden heerschen en deze ncch sociaal noch economisch met die uit ons land op een en dezelfde lijn te stellen zijn en onze bedrijven niet op Belgische maar op Nederlandsche verhoudingen en Nederland- sehen smaak ingesteld zijn". Wat dien Nederlandschen smaak betreft, werd In Februari 1931 opgemerkt, dat de kwaliteit van het Belgische standaard-brood minder is dan die van het Nederlandsche, dat in België minder soorten en vormen worden gebakken en dat in België het kilobrood gangbaar is, terwijl in Nederland het 8 ons brood het ge bruikelijke formaat is. Ten aanzien van de Nederlandsche verhoudingen legde men den nadruk op de lagere loonen en sociale lasten in België en op het alom rondbrengen hier te lande tegenover het veelal afhalen in België. Thans, ruim een half jaar later, bij gelijke of lagere prijsverschillen, wordt het Belgische brood in meerdere en toenemende mate in gevoerd. De kwaliteit van het Belgische brood is, volgens verkregen inlichtingen, niet ver anderd. Het wordt te Maastricht thans niet algemeen rondgebracht, maar ook wel in café's en kruidenierswinkels te koop aangeboden, vrijwel uitsluitend in standaardkwaliteit in formaat van 8 H.G. Er moet dus een verande ring in den smaak of de omstandigheden der bevolking of in andere Nederlandsche verhou dingen hebben plaats gevonden. Zonder twijfel is de bevolking na de gebeur tenissen der laatste maanden meer gespitst op lage prijzen ?lan eenigen tijd tevoren. Waar het Belgische brood te Maastricht voor 10 ent. per 8 ons thuisgebracht en voor 8 4 9 cent af genaaid te koop is, terwijl het Maastrichtsche brood 14 cent minus 5 4 6% dividend, dus netto 13 cent per 8 ons kost, lijkt het prijs verschil groot genoeg om velen tot verandering te bewegen. W er king van de Tarwewet Het groote prljsvefschil baart zeer zeker verwondering. Men is geneigd, het toe te schrijven aan de werking van het krachtens de Tarwewet hier te lande uitgevaardigde maal- en menggebod, waarvan de Belgische producent vrij is. Evenwel is het prijsverschil sinds de invoering van het menggebod (Juli 1931) niet sterk gestegen. Vergelijkt men de prijzen van vrije bloem in België en van ge mengde bloem in Nederland, dan vindt men een verschil van ongeveer 3,50 per 100 K G ,(.uinoVoeV10-50)- Daar te Maastricht uit 100 K.G. bloem 165 4 170 brooden van 8 ons worden gebakken, zou de invloed van de arwewet dus een vermeerdering van het prijsverschil met 2 4 2,1 cent per brood kunnen veroorzaken. Van een zoo groote stijging van het prijsverschil blijkt niet. Het ware mogelijk, dat het sterk oploopen van de prijsverschillen eind 1930 en begin 1931 door anticipatie op de komende Tarwe wet is veroorzaakt. Vergeleken met Juli en Augustus 1930 bedraagt thans het prijsver schil inderdaad ongeveer 2 cent meer. De in vloed van de Tarwewet is derhalve, hoewel niet aan te toonen, toch ook niet te ontkennen. Voorts is het de vraag, ge-ziera het mogelijk kwaliteitsverschil tusschen Belgische bloem en het product van de Nederlandsche maalderij, of het volle prijsverschil tusschen Belgische en Nederlandsche bloem aan de Tarwewet moot worden toegeschreven. Verschillen in kostprijs. Afgezien van den invloed der Tarwewet is de oorzaak van het prijsverschil natuurlijk terug te brengen op verschillen in kostprijs Rapporteurs geven enkele kostprijsstaatjes. Herleid in Holiandsche centen per baaltje bloem van 50 K.G. bedroegen de kosten voor de bereiding van wit waterbrood in bepaalde bedrijven te Luik 212, Tongoren 247, Maas tricht 437, Amsterdam 476, Rotterdam 719. De brooduitkomsten zijn niet overal gelijk. Luik geeft per baaltje bloem een brooduit komst van 67.6 K.G. of van 84% maal 8 ons. Tongeren geeft 84, Maastricht 83, Am sterdam en Rotterdam 90 brooden van 8 ons. Herleidt men de vorig© gegevens tot kosten van 100 brooden van 8 ons, dan vindt men voor Luik 250, Tongeren 295, Maas tricht 527, Amsterdam 528 en Rotterdam 799 ets. •Oe loonen Het verschil in loon bij deze kostenbere kening is zeer frappant. De loonfactor be draagt te Maastricht wat de productie be treft ongeveer het drievoud, wat de distri butie betreft ongeveer het tweevoud van wat in naburige Belgische steden wordt verloond. In de Holiandsche steden is dde factor nog veel hooger. Het loon van volwassen bakkersgezellen varieert in de beide bedrijven te Maastricht, waarvan hier sprake is, van ƒ30.— tot 36.per week. De rondbrengers maken als vast loon en verkoop pi ovisie tezamen van 27.tot 39.per week. In Luik betaalt men voor de normale 48 uur per week aan bakkersgezellen fns. 5.50 tot frs. 6.per uur, uitkomend op frs. 264.4 frs. 288.— of op rond 18.50 4 20.— per week. Een bezorger zou per week frs. 280. 4 ƒ290.of plm. 20.verdienen. Het verschil in den factor dlstributieloo- nen wordt door deze inkomensverschillen grootendeels verklaard, maar niet ten volle. Het verschil is nog ten deele toe te schrij ven aan de zoogenaamde sociale lasten en blijft overigens onverklaard. Zeer groot is het verschil, in de productie loonen. Hiervoor is een mogelijke verklaring te vinden in de verschillende regelingen van den bakkersarbeid. De Belgische wet laat deu voorarbeid reeds can 2 «ur toe, de Nederlandsche eerst om 4 uur. Het geheele personeel mag in België vroeger aanvangen en voor vervoer en verkoop is geen beper kende bepaling gemaakt. Er wordt aldaar per week normaal 48 uur gewerkt en den gehpelan dag gaat het bedrijf met wisse ling van ploegen voort. Volgens sommige zegslieden veroorzaken deze verschillende voorschriften gToote kostenverschillen. De winstmarge. Naast de loonen gaan de rapporteurs de winstmarges na. Ze komen daarbij tot de be vinding dat de winstopslag te Luik ongeveer 15 centimes per K.G. bedraagt en 8/10 Hol iandsche cent per 8 ons te Maastricht, zoodat de basis winstopslagen weinig van elkaar af wijken. Oorzaken der kostprijs- verschillen. De kostprijsverschillen zijn, voor zoover rap porteurs konden nagaan, toe te schrijven aan: 1. den direct berekenbaren invloed der Tarwewet te stellen per brood van 8 ons op 1.7 cent 2. den verderen mogelijken invloed der Tarwewet, b.v. wegens extra kosten van vermalen, bijmenging van andere kwaliteiten buitenland- sche tarwe en belemmering van concurrentie van buitenlandsche meelfabrieken, een en ander te stellen op q.4 cent 3. het verschil in loonpeil, met be trekking tot de productie 0.4 cent 4. verschil in uitkomst van den arbeid, wellicht ten deele, een ge volg van de Arbeidswet, benevens verschil in sociale kosten 0.8 cent Totaal 3.3 cent De distributie-kosten zijn in deze berekening niet opgenomen, daar ook het Belgisch brood te Maastricht tegen de aldaar geldende distri- butiekosten, welke echter 4 1 cent per brood hooger zijn dan in de naburige Belgische steden, moet worden gedistribueerd. Het ver schil ad 3.3 cent komt overeen met het ver schil tusschen de prijzen, waarvoor Maas- trichtsch brood wordt rondgebracht (14 cent minus 5 4 6 pet) en waarvoor Belgisch brood te Maastricht bij den verbruiker wordt thuis bezorgd (10 cent). v Schade voor crediteuren slechts gering. Omtrent de arrestatie van den heer T., cu rator in het faillissement van de Hanzebank. vernemen wij nog, dat deze na de aanklacht van mr. Kolfschoten en mr. van Leeuwen, is geschied op last van de Justitie te Haarlem door de Haarlemsche recherche. De heer T„ die vobral in sportkringen een bekende figuuT is, vertoefde bij familie te Haarlem. Gisterenmorgen is hij door de Haarlemsche recherche naar den Bosch overgebracht en, na een eerste verhoor door den rechter-com- mlssaris, in het Huis van Bewaring ingeslo ten. Verder vernemen wij nog, dat de schade voor crediteuren in het faillissement ontstaan door de verduistering door den heer T., slechts een klein percentage van de ultkeering zal bedragen. Nader vernemen wij dat de Haagsche advo caat mr. E. G. S. Bourlier als verdediger van den heer T. zal optreden. Volgens de aanklacht zouden de verduister de fondsen ongeveer één ton gouds bedragen. Ingediend is een wetsontwerp tot toeken ning van de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van maatregelen ter beperking van den invoer van goederen. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: In toenemende mate is het handelsverkeer in den laatstem tijd door allerlei kunst matige middelen en zelfs door beperkine van den invoer van bepaalde goederen dooT verschillende landen bemoeilijkt, zulks in verband met de bijzondere omstandigheden, die de steeds ernstiger wordende crisis alom in het leven heeft geroepen. Nederland heeft, dank zij de uiterste krachtsinspanning, en al vertoonden de verhoudingscijfers van ln- en uitvoer van goederen in de laatste jaren veranderingen in ongunstigen zin, het fiscale karakter van zijn douanetarief niet gewij zigd. De wijzigingen in de monetaire verboudin gen en de gebeurtenissen op handelsgebied dreigen nieuwe moeilijkheden te veroorzaken Op 21 September werd de Bank van En geland tijdelijk ontheven van de verplichting goud af te geven tegen een vasten, op de goudpariteit van het Pond berustenden prijs; de Scandinavische landen hebben sedert even eens den gouden standaard tijdelijk buiten werking gesteld. Door de dialing van de goudwaarde van de munteenheden dier landen zullen in deze landen de kosten van den ar beid bij de thans geldende loonstandaarden een evenredige verlaging ondergaan. Een scherpe concurrentie op de buitenlandsche markten moet hiervan het gevolg zijn en in het bijzonder het Nederlandsche bedrijfsleven zal die plotseling optredende concurrentie op de goederenmarkt waarschijnlijk in zeer ern stige mate gevoelen. Immers, de goederen stroom uit de landen met verzwakten munt- standaard zal zich, doordat verschillende an dere landen óf reeds maatregelen van afweer hebben getroffen, óf doende zijn deze te treffen, nog meer naar Nederland doen keeren. Daarbij komt, dat ook die andere landen den afzet van hun producten voor ons land zullen trachten te vengrooten, om dat zij dezen niet meer in de landen met verzwakten muntstandaard zullen kunnen onderbrengen. Ongetwijfeld zal het Nederlandsche bedrijfs leven den strijd volhouden. Met alle ten dienste staande middelen zal getracht worden het kostenpell der voort brenging hier te lande te verlagen, teneinde zooveel mogelijk te kunnen blijven concur- reeren. Mogelijkheid tot afweer dringend noodzakelijk. Da vorengeschetste abnormale omstandig heden bedreigen echter de binnenlandsche markt dermate, dat het naar het oordeel der regeering dringend noodzakelijk is de moge lijkheid te openen om tot afweer dezer ge varen eveneens maaitiregelen te nemen oui de levensbelangen des lands te beschermen De buitengewone belemmeringen, aan hel handelsverkeer in den weg gelegd in het buitenland, zullen ongetwijfeld niet van blij venden aard zijn. Bovendien zal de waarde van de aan muntverzwakking onderworpen geldeenheden waarschijnlijk jp een lager peil worden gestabiliseerd en de gevolgen der muntverzwakking zullen dus van tijdelijkeu aard zijn, aangezien de loonen zich zullen aanpassen en de koopkracht an de gedaalde muntwaarde op ue buitenlandsche markten zich zal schikken naar de veranderde om standigheden. Maatregelen van afweer be hoeven derhalve ook slechts van tijdelijken aard te zijn. Contingenteering gelijkelijk voor alle landen. Het hierbij aangeboden wetsontwerp beoogt de regeering de gelegenheid te geven, zóodra de noodzaak dit vordert, door oontingenteering van den invoer van bij Koninklijk besluit aan te wijzen goederen, dien invoer binnen de perken van het normale te houden. Deze contingenteering zal gelijkelijk werken ten aanzien van alle landen en zal geschieden naar een bepaalde verhouding tot den ge middelden invoer over de jaren 1928, 1929 en 1930. In de door Nederland gesloten verdragen komen geen bepalingen voor, die zich tegen de ontworpen afweermaatregelen in deze bij zondere en abnormale omstandigheden ver zetten. De meeetbegunstiging wordt stiptelijk geëerbiedigd. Bevoegdheid van de Kroon. Art. 2 van het ontwerp geeft aan de Kroon de bevoegdheid, zoo noodig gedurende een bepaald tijdvak, contingenten van invoer vast te stellen voor alle landen, van waaruit in voer plaats heeft, en wel naar een zekere door de Kroon vast te stellen voor alle landen gelijke verhouding tot den gemiddelden In voer in de jaren 1928. 1929 en 1930. Een commissie van deskundigen zal den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid over de te treffen maatregelen van advies dienen. De nadere praetlsche uitwerking van het bovengenoemde beginsel zal in elk geval afzonderlijk aan de Kroon blijven voorbehou den. De bedoeling van dit voorbehoud is, het mogelij'k te maken, eventueele contingenteering telkens op de voor het bedrijfsleven zoo weinig mogelijk bezwarende en belemmerende wijze te regelen. Het voorschrift beperkt zich daar om tot het toekennen van enkele bevoegd heden, over welke het wenschelijk of noodig kan zijn in bepaalde gevallen de beschikking te hebben Men schrijft ons Een vreemde combinatie Natuurlijker dan u dankt. De R.K. Dioc. Vrouwenbond in het Biedom Breidd is begonnen, onder goedkeuring en aanmoediging van Z. H. Exc. Mgr. Hopmans, een actie te voeren ten einde de kerstkribben weer hun rechtmatig© plaats in de huisgezin nen te doen innemen. De Federatie van R.K. Vrouwenbonden in Nederland heeft terecht gemeend dat dit stro. ven niet tot één Bisdom beperkt mocht blij. ven en heeft alle afdeelingen aangespoord pro- paganda te maken voor het behoud en de in. voering van de kerstkribben in de huisgezin, nen. Het Vriendsschapvarbond van R.K. afgestu. deerde Vrouwen ,4e Sleutelbos" is op de ge. dachte gekomen vooral de werkloozen in deze actie te betrekken. Het heeft daarbij overwogen dat het niet de bedoeling kon zijn een groot aantal kerst- kribben volgons één bepaald cliché te versprei den, integendeel dat ieder huis z'n „eigen'* kerstkribbe hoort te hebben en dat de moge. lijkiheid groot is dat er onder onze R.K. werk. loozen zijn die talenten en capaciteiten be zitten die slechts geprikkeld behoeven te wor. den, om tot ontplooiing te komen. Wat het vorig jaar in Renkum gebeurd is, kan dit jaar op meerdere plaatsen geschieden. Daar is n.L 'n tentoonstellin ggehouden van KerkstgToepen als huisvlijt vervaardigd, met een verrassend succes. Dit heeft verschillende afdeelingen van den Vrouwenbond er toe gebracht een beroep te doen op de werkloozen om te trachten me© te helpen aan die verwachte herleving van de kribbekunst. Zij verzoeken daarom de werkloozen een kribbe te maken voor hun eigen gezin maar deze eerst oip een in December te houden ten. toonstelling ten toon te stellen. Als tegenprestatie stellen de Vrouwenbon den een groot aantal prijzen in Moeren en le. vensmidd-elen beschikbaar. Zoo is de combinatie: Vrouwenbond, Kerst, kribbe en Werkloosheid tot stand gekomen. Vrouwenbond-sleden helpt uw bestuur, stuur het een briefje dat n instemt met dit mooie werk en zeg het daarbij ook uw daadwerke lijken en finan-cieelen steun toe. En alle anderen, die steunen kunt door het verschaffen van materiaal, door het aanspo. ren om mee te doen, door het beschikbaar stellen van prijzen, doet het OP DRIE PLAATSEN INGEBROKEN Tijdige aankondiging- Het derde lid van het artikel geeft een be paling betreffende bet bekend maken van de voorgenomen oontingenteering. Het spreekt vanzelf, dat de voorbereiding wel zooveel tijd zal vorderen, dat ty-dig omtrent voornemens dienaangaande mededeeling kan worden ge daan, zoodat de handel gelegenheid zal heb ben zich daarnaar te regelen. Art. 10, derde lid bepaalt, dat de wet ver valt zoodra de bijzondere omstandigheden op grond waarvan zij in het leven werd geroepen, hebben opgehouden te bestaan. Het hier ge geven voorschrift kenmerkt het tijdelijk karakter van de voorgestelde regeling. Te Hapert hebben dieven DondTdagmacht 0® drie plaatsen ingebroken. Eerst bij mej. H. Toen zij de slaapkamer der juffrouw binnen gaan, schrok de juffrouw echter, riep om hulp en de dieven sloegen op de vlucht. Daar na zijn ze naar landbouwer J. Geraerts ge gaan en hebben daar gouden sieraden wegge- nomen, om ten slotte in te breken bij den caféhouder Maerdonks, bij wien ze de toon banklade hebben gelicht. OPGELEGDE IJMUIDER SCHEPEN. Naar wij vernemen, zullen door de Veree- nigde Exploitatie Mij. te IJmuiden andermaal eenige stoomtrawlers uit de vaart worden ge- nomen, wegens den minder gunstigen toestand ln het visscherijbedrijf. Toen Dondieirdagmamiddag de 42-jarige E. P., te Bommel, uitging en na eenige uren nog niet terug was, stelden ouders en buren een onder zoek in. Ze vonden het lijk der 42-jarige vtouw in een sloot, nabij het ouderlijk huis. Door duis ternis misleid is zij te water geraakt. Reel. 678 DGVS 10 Uit het Engelsch van EERGUS HUME. 22.) Ik vermoed dat u wilt vragen of „Groene Lampepit" den onmensch vermoord heeft? gromde Bevinson, terwijl hij zijn transpiree- rend gezicht met een ruwen rooden zakdoek afveegde. Precies. Ik heb uit de mededeelingen van den bediende van meneer Sampson begrepen dat „Groene Lampepit" wrok koesterde tegen meneer Tyrrel en hem met genoegen dood zou hebben gezien. Bevinson stond op en begon met zware stap pen de kamer op en neer te loopen. Dat is geen schande voor Lampepit dat hij dien duivel graag dood had gezien. Dat beest heeft hem even schandelijk behandeld als mij. U kunt me gelooven of niet, maar die zelfde Lampepit is vroeger een fatsoenlijke manufacthrenhandelaar geweest: hij heet eigenlijk Spelker. Hij was altijd een schuw, een beetje onnoozel soort kereltje en was niet geschikt voor den handel. Maar hij was een goedhartige "man; hij was het die my geld leende tegen accepten. Toen kreeg die duivel hem te pakken en liet zijn boeltje verkoopen; op die manier kreeg hij mijn accepten ln han den en pakte mij toen aan, met het gevolg dat u bekend is. Ik kon dien duivel niet meer voor mijn oogen zien en Spelker netzoo. Ik kreeg hulp van uw tante, die me een woon wagen gaf een ik tracht zoo op een fatsoen lijke manier aan den kost te komen. Ik reis het platteland af met garen en band en zeep en dergelijke dingen en verdien een stuk brood. Maar Spelker had geen kind zooals ik, om hem op den rechten weg te houden. Hij ging den verkeerden kant op, stal af en toe, pleegde inbraken Zool Heath schrok. Is hij Inbreker gewor den? Misschien heeft hij dan ook wel in het huis in Hampstead ingebroken en de papieren van mr. Tyrrel gestolen. Kun je dat misschien bewijzen, Bevinson? Ik kan niets bewijzen, antwoordde Be vinson koppig, terwijl hij naar zijn stoel terugging. Spelker is naar Amerika; tenmin ste hij schreef me van Londen uit naar Ardleigh dat hij zijn geluk ging beproeven in de Vereenigde Staten. Dat is alles wat ik u vertellen kan. Het komt me voor dat hetgeen je van hem vertelt, sterke aanwijzingen oplevert, dat die Spelker meneer Tyrrel vermoord heeft. Ik begrijp niet hoe u dat zeggen kunt, meneer, verklaarde Bevinson verontwaardigd. Dan zal ik het je uitleggen. In de eerste plaats beschouwde „Lampepit" of laten we nu maar zeggen Spelker, den advocaat als zijn doodsvijand. Hij volgde meneer Tyrrel in Lon den en viel hem op straat lastig. In de tweede plaats is hij volgens jouw eigen verkla ring een inbreker en we weten dat er in de woning van meneer Tyrrel is ingebroken. En ten derde: hij heeft het land verlaten, hoogstwaarschijnlijk met den buit. Hij kan wel weggegaan zijn vóór de moord is gepleegd, opperde Bevinson. Dat is uitgesloten. Meneer Perowne heeft uit den mond van mr. Tyrrel zelf gehoord dat Spelker hem heeft gevolgd toen hij op weg was naar het station om naar Banminster te gaan. Er viel een lang stilzwijgen. Eindelijk ver brak Bevinson het en vroeg met een gesmoor de stem: Wat wilt u nu eigenlijk dat ik voor u doe meneer? Dat je me helpt het bewijs leveren dat deze Spelker. meneer Tyrrel heeft vermoord. Wagrom? viel Bevinson scherp uit. Heath kruiste zijn beenen, ging op zijn ge mak zitten en antwoordde bedachtzaam: Ik zal volkomen openhartig tegen je zijn. Omdat ik het zonder jouw hulp niet kan klaar spelen. En daar ik het leven van je kind heb gered verwacht ik, dat jij van jouw kant Iets voor mij zult willen doen. Dat wil ik natuurlijk. L - Prachtig. Meneer Tyrrel was ook mijn vijand en had ook mij in zekeren zin in zijn macht doordat lk hem geld schuldig was. Deze zaak is door mr. Sampson in het reine gebracht; hij is de executeur van Tyrrel's boedel en de schuld bestaat niet meer. Maar Tyrrel heeft er zich tegen Kapitein Drake over uitgelaten dat hij nog geld van mij te vor deren had en ik had een twistgesprek met hem in de officiersclub op den avond voordat hy werd vermoord. Deze karqér ligt vlak boven die waar de moord is gepleegd en er zijn ge ruchten in omloop gebracht dat ik meer van Tyrrel's do"d afweet dan ik wil vertellen. Maar u bent toch volkomen onschuldig, meneer, verklaarde de ex-groentehandelaar verontwaardigd. Natuurlijk ben ik dat en niemand heeft mij openlijk en direct durven beschuldigen. Maar terwille van mijn onbesproken naam wil ik weten wie de werkelijke moordenaar is, begrijp je? Wil je me daarbij helpen? Ja, antwoordde Bevinson onmiddellijk. U hebt het leven van Jane Alice gered en ik zal voor u doen wat ik kan. Wat wilt u weten? Was de Lampepit in de buurt in den nacht van den moord? Ja. Hij is den onmensch hierheen gevolgd. En heeft hij hem vermoord? Bevinson streek met zijn groote hand door zün verwarde haren. Dat zou ik niet met zekerheid durven zeg gen, meneer. Maar wat ik weet zal ik u ver tellen. Hij wachtte even voor hij zijn mededeelingen veT volgde. Nadat Lady Berwin en Kapitein Drake weggegaan waren, bleef ik naast het bed van Jane Alice zitten. Juffrouw Train gjng weer naar bed want ze was doodmoe, zooals ze zei. Ik viel op mijn stoel in slaap en werd pas wakker toen het klaarlichte dag was; het zal een uur of zes zijn geweest. Ik hoorde iemand op de deur kloppen het was Spel ker. Hij zag er bleek en gejaagd uit en zijn Meeren waren heelemaal nat en bedekt met groen slik. Aha, zei Heath bij zichzelf, maar toch niet zóó zacht of Bevinson hoorde het, dat klopt! Hij verschafte zich toegang tot het kazerneterrein door een van de ijzeren staven aan het uiteinde van den muur te forceeren. Hij moest in het ondiepe water bij den oever door het wier en het kroos waden. Weet u dan hoe de moordenaar op het terrein is gekomen, meneer? Ja, dat weet ik. Ik heb gezien dat een van de staven aan het einde van den miuur bü den oever van de rivier heelemaal verbogen is. Door die opening is Spelker binnengeko men. Maar ik beschuldig Spelker niet, meneer, zei Bevinson haastig. Heath negeerde deze opmerking en ging voort Uit wat jij. me vertelt van die natte klee- ren en het groene slik om niet te spreken van het feit, dat de man in den vroegen ochtend, nadat meneer Tyrrel vermoord was, bleek en ontdaan bij je kwam, leid ik af dat Spelker de dader is. Hij heeft het mij niet bekend, hield Be vinson vol. Hij zei dat hij aan het rondzwer ven was en vroeg mij om eten. Ik gaf hem wat en tegen zeven uur ging hij weer heen. Ik denk dat hij naar Londen terugging. Natuurlijk deed hy dat. Hij ging naar Hampstead, maakte gebruik van de sleutels die hy van zijn slachtoffer gestolen had. open de de brandkast en nam de papieren eruit. Maar Wat zou hij aan die papieren gehad hebben, meneer? We moeten Spelker zien te pakken te krij gen; dan kunnen we het hem vragen. Hij stal ook papieren uit den geheimen zak van me neer Tyrrel Ik heb gelezen wat er bij het gerechtelijk onderzoek verklaard is, viel Bevinson haastig in. Toen keek hij nadenkend voor zich uit. Na een oogenblik vervolgde hij: Wat u zegt, is heel vreemd, meneer. Een heeleboel ervan was me bekend en toch heb ik nooit ernstig aan de mogelijkheid gedacht dat de Lampepit de moordenaar kon zijn. Dat wil zeggen, ik heb me wel een oogenblik afgevraagd of hij het misschien gedaan had omdat hij in de buurt was en zoo'n gloeienden hekel aan dat beest had, maar hy ia zoo'n nietig, zwak, on noozel kereltje, dat ik me niet kon voorstel len dat hij een moord zou hebben gepleegd. Hij nam zijn kans waar toen Tyrrel sliep en al was hij niet sterk, in den slaap kan hij zijn slachtoffer gemakkelijk geworgd hebben En wat zijn onnoozelheid betreft, je vertelt zelf notaibene dat de man inbreker is, dus daar geloof ik niet veel van. Neen Bevinson Heath stond op en rekte zijn gespierd, slank lichaam uit uit wat jij vertelt kan ik niets anders afleiden dan dat Spelker het gedaan heeft. Je moet alles wat je aan mij verteld hebt, aan inspecteur Ludlow vertellen en dan kunnen er maatregelen genomen worden om Spelker te arresteeren. Als ik ook maar een oogenblik geloofde dat ze hem te pakken konden krygen, zei Bevinson met een dreigenden, kwaadaardigen blik in zijn ko izwarte oogen, zou ik zwijgen als het graf. Die duivel verdiende niet beter dan te worden vermoord als een hond, en als Spelker hem de keel heeft dichtgeknepen, heeft hij een goed werk gedaan. Maar nu hy hoog en droog in Amerika zit, krijgen ze hem toch niet en daarom kan het me niet schelen om naar den inspecteur toe te gaan en te ver tellen wat ik weet. Is het dat wat u verlangt, meneer? Ja. En Bevinson als ik je eraan herin nerd heb, dat ik je kind heb gered, denk dan vooral niet dat ik dat heb gedaan om daarop te pochen. Ik heb alleen maar de eenige ma nier gebruikt, die ik kon bedenken om je aan het praten te krijgen. Begrijp je? De reus stapte met zware passen naar de deur. Ik begrijp het volkomen en ik zal naar inspecteur Ludlow gaan. U hebt mij^ een grooten dienst bewezen en nu ik iets voor u kan doen, zal ik u niet in den steek laten, en met een barsch „Goeienavond, meneer Heath, verliet hij de kamer. Heath rekte zich nog eens uit en voelde zich dankbaar gestemd dat hij den man zoo ver gekregen had. In ieder geval zou zyn naam van elke verdenking worden gezuiverd. En toch had hij het vage gevoel dat het mysterie niet zoo snel en eenvoudig zou worden opge lost, ais hy wel graag zou willen. HOOFDSTUK XIII. Een verrassing. Den volgenden morgen schreef Heath aan Mr. Sampson een uitvoerig relaas van zijn onderhoud met den gewezen groentehandelaar en hij besloot zijn brief met de conclusie, dat naar zijn meening Spelke*r, alias „Groene Lam pepit" de moordenaar moest zijn. Toen hij met den brief voor den advocaat klaar was. bleef hij zitten peinzen over een epistel van Edith, dat hem buitengewoon verbaasd bad. Het meisje schreef dat Drake hen weer ln Londen opgezocht en haar met attentie® overladen ha-d en dit was het eigenaardige daarbij aangemoedigd werd door Lady Berwin. Nu Lady Berwin haar toestemming had gegeven tot de verloving van Heath en het nichtje van haar man en haar neef zelfs een toelage beloofd had, \\a,s haar gedrag wel heel vreemd. Heath vioeg zich opnieuw af of zijn tan-te geen dubbelhartig spel speelde; haar harte lijkheid was ook te ongewoon en te plotseling geweest om oprecht te zijn. Ze had ook nog niets gedaan om uitvoering te geven aan haar belotte van de toelage en oek dat leek haar neet' hoogst verdacht. Neen hij dacht zijn her sens suf, maar hij kon geen verklaring vinden voor de zonderlinge houding van zijn tante en hij besloot Lady Berwin te schrijven en haar te vragen wanneer zij in Banminster te-rug kwam, want dat hij haar graag spreken wilde. Juist toen Pryce met de beide brieven, die ■voor mr. Sampson en die voor Lady Berwin, naar beneden ging, kwam inspecteur Ludlow om den luitenant te spreken. Een paar m-inu- ten later zat de politie-ambtenaar in den ge. makkelijksten stoel, die Keath rijk was. Heath ha-d het doel van zyn komst al geraden. U komt om over Bevineon te praten, zei hij, toen hij den Inspecteur zijn sigaret tenkoker reikte. Ludlow knikte en stak een sigaret aan. U hebt mij zeker wel verwacht. Ja. Als U mij niet was komen opzoeken, zou ik zeker bij U zijn gekomen. Maar ik wil wel erkennen dat ik niet verwacht had dat Bevinson zoo gauw zijn bezoek aan u zon hebben gebracht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6