gevaren van de gemeentelijke
AUTONOMIE
iivzszr a—ve
DE QEIiEIMZinniQE DERDE
ONZE GEMEENTE-
FINANCIEN.
.V-V
MAANDAG 2 NOVEMBER 1931
De schulden nemen toe; de batige
saldi nemen af; hervor
mingen wenschelijk.
BESCHOUWING VAN THESAURIER.
GENERAAL MR. DR. VAN
DOORNINCK.
ISifi
DE LEIDEKKER in zijn „slee" op den kerktoren te Oisterwijk.
EERSTE HULP BIJ SPOORWEG-
ONGEVALLEN.
H. M. DE KONINGIN-MOEDER.
TYPIIUS-EPIDEMIE IN AMOERANG.
UTRECHTSCHE ANNEXATIE
PLANNEN.
UIT DE SCHOENINDUSTRIE.
ONDERWIJS AAN PERSONEEL IN
'T HELPEN VAN GEKWETSTEN.
**de VeülSSS
r-rSL«t W6l6S6n Station Z0° sP°ediS moge-
m' m voorgevallene in kennis wordt
geste d. Hij roept daartoe zoo noodig de
tussohenkomst in yan den diobjtstbijgelegen
v 1
FINANCIEELE MOEILIJKHEDEN
DER GEMEENTEN.
STEUN UIT 'S RIJKS KAS,
Onder bepaalde voorwaarden voor
schotten of garantie.
VECHTENDE SCHOOLJONGENS,
Naar wij meenen te weten, hebben ook een
vijftal andere gemeenten in den lande groot
gebrek aan liquide middelen, zij het misschien
dan ook niet in die mate als Rotterdam, zoo
dat de financieels toestand onzer gemeenten
thans bijzondere belangstelling verdient. Zeer
interessant is in dit verband dan ook de be
schouwing van den Thesaurier-Generaal, Mr.
Dr. A. van Doorninck, over de toekomst on
zer gemeente-finaüciën in het nummer van 28
October van de Econ. Stat. Berichten, waarin
deze deskundige waarschuwt tegen den duide
lijk aanwijsbaren achteruitgang der gemeente-
financiën en tegen de gevaren, welke de ge
meentelijke autonomie bezig is voor zich "zelve
te scheppen. Schr. gewaagt zelfs van een ont-
bindings-proces". Verder laten wij den heer v
Doorninck aan het woord.
Wij hebben thans de beschikking over de ge
meentelijke rekeningcijfers tot en met 't laar
1929, sedert 1924 hoofdstukseewijze gerang
schikt, alsmede over de begrotingscijfers tot
en met 1931. Reeds by een oppervfakkfe ver
gelijking der totalen trekt het de aandacht
dat de gemeentelijke uitgaven van jaar tot
£eaneebmtngrijk M *lfa' dat accres
De totale uitgaven van den gewonen dienst
is. Dat een op deze wijze sluitend gemaakte
begrooting volkomen waardeloos en zelfs door
haar misleiding gevaarlijk is, schijnt niet tot
het besef der gemeentebesturen door te drin
gen.
De stijging der gemeenteschulden, zonder
de crisis-leeningen, die thans nog niet onder j
de geconsolideerde gemeenteschulden voorko
men, blijkt uit het navolgende overzicht:
Totaal Totaal
gemeentel, voor de Restant
schuldenlast, bedryven
1 Januari.
mill. mill. mill.
1531.3 570.8 960 5
"70 631.6 1138.4
1917.2 655.5 1261 7
2008.9 687.4 1321.5
2053.7 715.3 1338.4
2!22.3 158.7 1363.6
2163.3 742.6 1420.7
2301.3 789.3 1512
st£w°°^HUkken' die h6t 8terkst tot deze
gende bijgedragen, zijn de navol-
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
Totaal
schuld.
1 Jan. 1924
mill.
Algemeen Beheer 28 2
Openbare Veiligheid 7.5
Volksgezondheid 11.3
Volkshuisvesting 381.1
Openbare Werken 203.6
Privaat Bezit 103.9
Onderw., K. en W. 107.2
Armenzorg 20.8
Landbouw 4.5
Handel en Nyverheid 9.9
Bedryven 570.8
Totaal- Percent,
schuld. der
1 Jan. 1931 atyging
mill.
31.4
10.1
27.1
599.8
296.5
227.5
222.5
26.8
12.7
18.7
789.3
11.3
34.7
139.8
57.4
57.4
119.—
107.6
28.8
182.2
88.9
38.3
De bruto uitgaven van dit hoofdstuk belie
pen:
in 1924 127.159.000
de inkomsten bedroegen 66.192.000
Blyft netto uitgaven in 1924 60.967.000
J®f4 557.941.000
552.301.000
?9®8 551.939.000
Jqaa 872-471.000
579.926.000
602.541 000
"3? 619.794.000
1931 656.523.000
5.640.000
362.000
20.532.000
7.455.000
22.615.000
17.253.000
36.729.000
daard'onr ^aI gemeentelÜke uitgaven is
millioen liït k® gekomen da-t juist 100
ren geleden °Ven het n°s slec^ts enkele ja-
j,00, normaal geachte, doch toen reeds
hooge niveau van 1924—1926.
nnM®" ,behoet't waarlijk geen geleerde te zijn
dé d egr1Pel1 dat, nu door oen wereldcrisis
vollr °°k van het Nederlandsche
6 spion§en is gedaald, niet alleen van
uiten1102 verder gaande stijging der gemeente-
van geen sprake zal kunnen zijn, maar
dat 3 if00 reeds door de gemeente-budgetten
vo een ondragelijken last te torsen zou
"ry=,en, indien niet de in de jaren van hoog
conjunctuur tot ontwikkeling gekomen expan-
ie tuans door een even snelle aanpassing aan
de verminderde draagkracht wordt gevolgd,
ot de gevaren van meer aigemeenen aard,
ie de financiën onzer gemeenten bedreigen,
ehoort verder de splitsing der gemeentebe-
grootlngen in een gewonen- en een kapitaal
dienst. Op het verkeerde inzicht, dat de ge
meentebesturen hebben bij het brengen van
uitgaven ten laste van den kapitaaldienst, heb
ik bij herhaling gewezen en ik volsta dus, wat
hit punt betreft, met te constateeren, dat ook
ans nog de gemeentelijke begrotingswetge
ver m zijn begeerte om veel meer tot stand
te brengen dan hij uit zijn ioopende begroo-
ing kan betalen, onverminderd voortgaat met
allerlei op zichzelf wellicht nuttige zaken ten
laste van den kapitaaldienst, d.w.z. voor het
grootste gedeelte ten laste van de toekomst, te
financieren, daarbij voorbijziende dat, indien
de productiviteit dezer zaken kleiner is dan
de lasten der deswege te sluiten geldleeningen,
voor den belastingbetaler het uadeelig verschil
een verzwaring van druk beteekent. Het feit,
nat door de dalende conjunctuur de produc
tiviteit van vele dezer gemeentelijke kapitaal
goederen (de gemeentewoningen bijv.) sterk
afneemt, hetgeen nadeelen met zich brengt,
die grooter zijn dan de voordeeien der door
conversie verkregen rentebesparingen, maakt
deze situatie natuurlijk nog ernstiger. On
danks dit alles is er van verlaging van gemeen
teschuld geen sprake en is men zelfs sedert
eenigen tijd bezig op dezen verkeerden weg
nog verder te gaan door naast den kapitaal
dienst nog een derde onderdeel, den crisis
dienst, in het leven te roepen, die niet door
nieuwe daarvoor gelyktijdig aangewezen ge
wone middelen, maar uit leeningsgeld wordt
gefinancierd, ofschoon daarbij van eenige pro
ductiviteit natuurlijk heelemaal geen sprake
Een belangrijk en evenzeer stijgend gedeelte
van deze schuld is bij de Ryksfondsen onder
gebracht.
Op 1 Januari 1929 bedroeg dit totaal
t 313.653.909; op 1 Januari 1931 was het ge
stegen tot 487.939.047.
Uiteraard werkt het feit, dat de Rijksfond
sen voor een belangrijk gedeelte van hun be
leggingen op de gemeenten zijn aangewezen,
de stijging der gemeenteschulden nog meer in
de hand.
Een punt van aigemeenen aard, dat de bij
zondere aandacht verdient, betreft de regelma
tige overschrijding der begroeiingen.
Van die overschrijding in de jaren 1924 tot
en met 1929 geeft het navolgende staatje een
beeld:
Totaal ge- Totaal Bedrag
wone uitg- idem der
ven volgens volgens overschry-
begrooting rekening ding.
Jaar.
1924 557.941.000 566.630.000 8.689.000
1925 552.301.000 579 *88.000 27.287.000
1926 551.939.000 583.866.000 31.927.000
1927 572.471 000 584.574.000 12.103.000
1928 579.926.000 595.409.000 15.483.WJO
1929 602.541.000 645 709.000 43.168.000
Zonder uitzondering dus zijn de totalen der
gemeenterekeningen hooger dan de totalen der
begrootingen.
De oorzaken daarvan wijzen op een leemte
in het gemeentelijk financieel beheer, welke
bij het Rijk niet bestaat. In de Comptabiliteits
wet 1929 is het toezicht geregeld^ dat de Mi
nister van Financiën ook na de vaststelling
der begrootingen op de besteding van 's Lands
gelden uitoefent.
Is er ook in het gemeentebestuur een or
gaan, dat speciaal voor de tinancieele belan
gen waakt?
Het schynt wenschelijk in deze leemte te
voorzien, vóórdat het noodig zal blijken een
tekort aan autonome kracht door een ver
scherpt toezicht van bovenaf aan te vullen.
Voor bijna alle hoofdstukken van uitgaven
werden hoogere totalen uitgetrokken.
Het hoofdstuk „Vroegere dieusten", dat de
nadeelige saldi van de laatst vastgestelde re
keningen vermeldt, is voor 1931 lagei ge
raamd. Neemt men echter ooi de batige saldi,
die onder de inkomsten voorkomen, in aanmer
king, dan blijkt, dat voor alle gemeenten te
zamen de batige saldi sedert 1924 geleidelijk
zijn verminderd:
Batige
Jaar. saldi.
1924 74.116.000
1925 60.323.000
1926 54.617.000
1927 45.320.000
1928 35.118.000
1929 67.773.000
Nadeelige Blyft
saldi batig saldo.
24.997.000 49.419.000
17.149.000 43.171.000
17.379.000 37.238.000
16.820.000 28.500.000
11.652.000 23.466.000
38.359.000 29.414.000
Op zich zelf reeds is het overbrengen van
batige rekeningsaldi naar den gewonen dienst
van volgende begrootingen een kwaad, dat
vooral bij een zoo sterk stijgenden schulden
last verboden diende te worden; het over
brengen van die saldi naar den kapitaaldienst
zou evenals in de Duitsche wet, ook bij ons
verplichtend moeten worden voorgeschreven-
De belangrijkste uitgavenstijging geeft het
hoofdstuk Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen.
In 1929 bedroegen deze cyfers:
Uitgaven 134.445.000
Inkomsten 59.537.000
Netto uitgaven 74.908.000
Onder de gewone uitgaven zijn begrepen de
rente en aflossing van terzake van school-
bouw aangegane geldleeningen.
De gemeentelijke schuldenlast terzake van
het onderwijs bedroeg op 1 Januari 1924
107.223.000 en op 1 Jan. 1929 169.934.000,
zoodat de stijgende schuldenlast een belang
rijke factor vormt in de regelmatige stijging
van de gemeentelijke onderwijs-uitgaven. Het
bedenkelijke biervan is vooral, dat verbetering
hierin alleen is te verkrijgen door de schuld-
aangroeiing stop te zetten en tegelijkertijd op
het schoolkapitaal sterker af te schrijven, het
geen in de eerste jaren een verzwaring van
gewone lasten beteekent. De kaus is dus groot,
dat men op den verkeerden weg net zoo lang
blijft voortsukkelen tot den wagen is vastge-
loopen.
Ook het hoofdstuk Bedrijven vereischt bij
zondere aandacht. Oppervlakkig beschouwd is
hier alles in orde. De inkomsten van alle be
dryven, dus met inbegrip van de verliesgeven
de, beliepen in 1924 105.211.000, de uitgaven
81.362.000, zoodat er een overschot was van
23.849.000, zijnde 4 pet. van het geïnvesteerd
kapitaal van 570.8 millioen.
In 1929 bedroegen de inkomsten 139.694.000
en de uitgaven 102.312.000. gevende een
overschot van 37.382.000 of 5 pet. van het ge-
investeerde kapitaal van 75S.7 millioen. Het
rendement van het kapitaal zou dus nog ge
stegen zijn. Deze conclusie is echter zeer een
zijdig, want men zou daarbij voorbijzien, dat
de winstgevende bedrijven een monopolie be
zitten en nog wel van noodzakelijke levensbe
hoeften, zoodat zij door eenvoudig de tarieven
te verhoogen, elke winst kunnen maken, die
de gemeentekast noodig heeft. Het gevaar dat
hierin ligt, is des te grooter, nu de arbeids
voorwaarden in deze naar alle kanten beschut
te bedrijven door de gemeentelijke overheid
worden vastgesteld en dus allerlei andere dan
zuiver economische factoren daarbij een rol
spelen. Het mag dan ook wel als zeker worden
aangenomen, dat in de tarieven, die de burge
rij moet betalen, teneinde de gemeentekas de
onmisbare bedryfswinsten te verzekeren, een
flink stuk belasting zit, dat bij een meer eco
nomisch beheer gespaard zou kunnen worden;
wat natuurlijk bedenkelijker wordt, naarmate
de algemeene belastingdruk voor het instand
houden van de volkswelvaart een grooter be
dreiging gaat vormen.
Alles tezamen genomen kan de conclusie
slechts deze zijn, dat het met de gemeente-
financiën snel berg-afwaarts blijft gaan. Op
welk punt dit afglijden zal worden gestuit,
kan niemand voorspellen; vast staat echter,
dat de geweldige wereldcrisis dat punt heel
wat naderbij heeft gebracht.
De onlangs afgekondigde noodverordening
in Duitschland, die voor de Duitsche gemeen
ten de autonomie volledig heeft opgeheven en
de landsregeeringen heeft gemachtigd alle
maatregelen te treffen, welke voor het bren
gen van evenwicht in de gemeentelijke huis
houdingen noodig zijn, moge tot waarschuwing
strekken, waarop een gemeentebeleid moet uit-
loopen, dat met de eischen van de algemeene
volkswelvaart geen voldoende rekening houdt.
Licht ongesteld.
Tengevolge van een lichte ongesteldheid van
H. M. de Koningin-Moeder is het vertrek van
Het Loo naar 's Gravenhage nog niet defini
tief vastgesteld.
Acht slachtoffers overleden.
MENADO, 30 October. (ANETA).
In het district Amoerang is een typhus-epi-
demie uitgebroken. Er hebben zich 68 gevallen
voorgedaan, waarvan 8 met doodelijken afloop.
De Dienst van Volksgezondheid en het Bin-
nenl. Bestuur treffen uitgebreide maatregelen
ter voorkoming van uitbreiding der ziekte.
Nog geen enkele beslissing gevallen.
Naar aanleiding van desbetreffende berich
ten in de plaatselijke bladen, als zou er in de
burgemeestersvacature te Zuilen niet worden
voorzien in verband met plannen tot annexatie
door Utrecht, vernemen wij, dat er nog abso-
'uut geen beslissing is gevallen.
Stopzetting van een fabriek te Waalwijk.
Waalwijk wordt wel zwaar getroffen door de
economische crisis. Is voor een maand de N.V
E. W. Kiijberg-Pernots stoomsohoenfabriek
„Holland!»" stopgezet, Vrijdagavond ls aan 't
geüeele personeel van de N.V. Stoomschoeuen-
fabriek A. H. van Schijndel, met 8 dagen ont
slag aangezegd.
WERKVERSCHAFFING te bergen.
Vrijdag vergaderde de raad der gemeente
Bergen.
In afwijking van een voorstel van B. en W.
werd besloten om buiten de gemeente te werk
te stellen werkioozen inplaats van 15.
het in de gemeente geldende loon voor werk
ju werkverschaffing 19 te betalen.
Het voorstel werd gedaan door de Katho.
Iieke Raadsfractie en werd gesteund door de
S.D.A.P. en V.D.
HOOGERE POLITIE AMBTENAREN.
KLOOSTERJUBILé.
Broeder Aegidiu3 Verhaar O.Garm. zal 5
November a.s. z'n 40-jarig kloosterfeest vie
ren.
Zaterdag heeft de boind van hoogere politie
ambtenaren in Nederland te Utrecht een alge
meene ledenvergadering gehouden onder lei
ding van den voorzitter, den heer J. W. Haar
man, commissaris van politie te Amsterdam.
Tot de punten, welke behandeld werden be
hoorden o.a. besprekingen over het vormen van
een eigen fonds, of het sluiten van een oollec-
tieve verzekering ter hooging van het wedu-
wenpeusioen en wijzigingen en aanvullingen
van de statuten van den bond.
Na afloop der vergadering is door den heer
A. v. IJsendijk, hoofdinspecteur vau politie te
Amsterdam een lezing met lichtbeelden gehou
den over „de dactyloscopie in de praertijk".
Hoe de hulpverleening op de
stations is georganiseerd.
Op 6 en 7 November a.s. zal te Amsterdam
gres, waarop o.m. zal worden behandeld het
onderwerp: „Eerste hulp bij ongelukken L de
groote verkeerswegen in Nederland"
In verband daarmede is het wellicht niet
ondienstig schrijft het October-numml
„Spoor- en Tramwegen", het een en n
mede te doelen, omtrent de bij de Nederland"
sche Spoorwegen getroffen regeling ten
zien van bet verleenen van 'eerste Cp bü
ongelukken. p D1I
Ingevolge het Algemeen Reglement voor 5 en
dienst op de (Locaal) Spoorwegen moeten en
elk station (halte) en op eiken reizigerstrein
de door den Minister voorgeschreven midde
len tot het verleenen van eerste hulp aan
het vervoer van gekwetsten aanweziv ,1™
terwijl voorts den daarvoor aan te wijzen V'
ambten de noodige kennis moet worden 1
gebracht, omtrent het verleenen van de eer
hulp aan gekwetsten.
Op alle stations en daarmede gelijk te stel
len halten beschikt men over de navolgen l"
middelen: een stationsveirbandkist; een draa
baar of ziekenraam „De Mooy"; een water
fl.esch of -kan (inhoud 10 L.)een zaag en een
bijl; een z.g. los verband en zes wasfakkels
°P de belangrijke stations zijn bovendien
aanwezig twee stellen veerende schragen met
een kistje, waarin hamer- draadnagels, krijt
een meter lint en een „Aanwijzing voor bet
vervoer van gekwetsten per spoorweg".
AHe reizigerstreinen zijn uitgerust met een
treinverbandkist en drie wasfakkels. Op (je
locomotief (motorvoertuigen) zijn voorts o.m.
aanwezig een zaag en een bijl. Tot den inven.
aris van een electrisch motorvoertuig be-
oort bovendien een ijzerzaag.
<htv h0t gel>ruik bij lichte verwondingen
>esc ïkt het stations .-en treinpersoneel over
kleine verbandpakjes.
Ten einde in voorkomende gevallen van deze
e *ot hulpverleening een nuttig en
oe re end gebruik te kunnen maken, spreekt
e van zelf, dat men moet weten er mede
«mL gaan' °0k hierin ls bij de Nederland
sche Spoorwegen voorzien.
Zij hebben een drietal doktoren ieder voor
een gedeelte van het spoorwegnet, belast met
e aan et daarvoor aangewezen personeel
geven van praotisch en theoretisch onderricht
ken eetlen van e'erste bulp bij ongeluk.
Elke deelnemer, die na afloop van zoo'n
cursus blijken heeft gegeven de noodige be
kwaamheid te bezitten, ontvangt van den ee-
neesheer cursusleider) een bewijs daarvaiT
Op gezette tijden worden bovendien oefenin
gen gehouden in het gebruik van draagbaren
veerende schragen enz.
Voorts zyn ter beschikking van het perso-
"ak fi/ d0 n°°dige exemplaren van de
hulr, hH 2 tot het verIeenen van eerste
nulp bij spoorwegongelukken"
Een belooning wordt toe,gekend aan hem.
die zooals moet blijken op doeltreffende
wijze de eerste hulp aan een gekwetste heeft
verleend.
Elk station (halte) is er op voorbereid om
by een ongeval hetzij dit op het station (halte)
ot op de vrÜ® baan plaats vindt, zoodra
mogelijk de noodige maatregelen voor liulp-
verleening te kunnen treffen.
Een op het telegraafkantoor opgehangen lijst
vermeldt de namen en telefoonnummers van
de personen, tot wie men zich voor het verkrij.
gen van medische hulp en geestelijken bij.
stand moet wenden. Ook de burgemeester ont
vangt mededeeling van den aard en de gevol.
gen van het ongeval. Bij ernstige ongevallen
wordt tevens de hulp ingeroepen van de ter
plaatse of in de nabijheid aanwezige zieken
huizen, transport-colon nes van heit lioofd co
mité van het Nederlandsche Roode Kruis chef
van het Nederlandsche Roode Kruis chef van
den Militairen Geneeskundigen Dienst en Gar
nizoenscommandant.
Op ruim een 30-tal daartoe aangewezen
stations staat steeds een ongevallen-wagen,
uitgerust met gereedschappen, werktuigen,
verbandkist enz. gereed, om, zoodra mogelijk,
bemand met de noodige werklieden, met een
hulptrein naar de piaats van het oug6Val te
worden gezonden.
Voor zoover z,ulks mogelijk is, worden de
inmiddels gewaarschuwde doktoren, verplegers
en tot bet verleenen van eerste bulp bevoegd
personeel met denzelfden huLptrein naar de
plaats van het ongeval vervoerd.
Bij ongevallen 0p de vrije baan draagt de
hoofdconducteur van den trein zorg, dat het
He bekende zangers 1 noten en
Van Lier, die hun koperen arties
ten jubileum vieren
telegraaf -of telefoonpost, ken,baar door de
letter T of het opschrift „Telefoon". De plaats
van dezen naastbij gelegen post is kenbaar
gemaakt door pijltjes op de telegraafpalen
langs den spoorweg. De boodschapper heeft
dus slechts de richting dezer pijltjes te vol
gen.
Bijzondere voorschriften zijn gegeven en
regelingen getroffen ten aanzien van het aan
vullen, bewaren, herstellen, nazien, schoon- en
stofvrij houden en vernieuwen der verband-
kisten en verdere hulpmiddelen.
Ten slotte zij nog vermeld, dat op ieder sta
tion op een duidelijk zichtbare plaats een
plattegrond van de verbandkist is opgehangen.
Ook in de verbandkist zelf is zoo'n plattegrond
aanwezig.
Ingediend is een wetsontwerp tot het ver
strekken van steun uit 's Ryks kas in de finan
ciering der kasbelioeften van de gemeenten.
Het eenig artikel van dit wetsontwerp luide
als vólgt:
E In bijzondere gevallen kan aan gemeenten,
die ernstige bezwaren ondervinden in de finan
ciering harer kasbehoeften uit 's Rijks kas
steun worden verleend.
2. De in het eerste lid bedoelde steun wordt
zooveel mogelijk verleend in den vorm van
rentedragende voorschotten of wel in den vorm
eener garantie wegens door anderen te verlee
nen voorschotten en slechts onder zoodanige
voorwaarden als door de met de uitvoering der
wet belaste ministers na verhoor van het be
trokken gemeentebestuur en het college van
gedeputeerde staten worden vastgesteld.
3. De gemeente, die een steun als bedoeld
in het eerste Lid uit 's Rijks kas ontvangt,
is verplicht de daaraan verbonden voorwaar
den na te leven en de daartoe noodige maat
regelen tot stand te brengen. Aan de memorie
van Toelichting wordt het volgende ontleend:,
P ositie der bank voor
Ned. gemeenten.
Door de terughoudendheid, welke in den
laatsten tijd de geldmarkt heeft gekenmerkt,
zyn vele gemeenten, die daardoor niet meer
in staat zijn haar kasbehoeften te financeeren,
in moeilijkheid geraakt. Dezelfde omstandig
heid is oorzaak, dat de Bank voor Nederland
sche gemeenten, die met een groot aantal
gemeenten rekening-courantovereenkomsten
heeft gesloten, krachtens welke aan die ge-
meenten credieten zijn toegestaan, thans haar
liquiditeit ernstig ziet bedreigd, nu vele ge
meenten haar depositogelden moeten terug
trekken, terwijl de verleende credieten wel is
waar kunnen worden opgezegd, dóch door de
gemeenten niet kunnen worden afgelost. Het
gevolg van een en ander is geweest, dat de
evengenoemde bank alsook vele gemeenten,
zelfstandig zich tot de Regeering hebben ge
wend met verzoek om steun uit 's Rijks kas.
Het wetsontwerp strekt om den bovenomschre
ven steun onder de voorwaarden, welke daarbij
in het belang van een zoo spoedig mogelyk her
stel van het gemeentecrediet gesteld dienen te
worden, mogelijk te maken.
Met een mes in de borst gestoken.
Te Zeyen (geim. Vries) kregen Vrijdagmid
dag twee schooljongens twist. Deze liep zoo
hoog, dat de 14-jarige R. B. een geopend mes
uit zijn zak trok en daar mede den 10-jarigen
K. Kuiper een steek in de borst gaf, waardoor
een diepe wond ontstond, die door dokter van
den Berg werd verbonden.
Tegen den jeugdigen dader, die reeds eerder
met een mes heeft gestoken, is proces verbaal
opgemaakt.
door
20).
WILHELM HOLT
(Uit het Duitsch vertaald)
De huidbewaarder vertelde ondertussichen
allerlei bijzonderheden van de dienstboden,
prees ze allen als zeer trouw en betrouwbaar
en zeide, dat ze allen al lang in het huis
waren, uitgezonderd de jongste. Maar deze
bleef buitenspel, want hij was pas in dienst
getreden, toen zyn voorganger, na de vreemde
gebeurtenissen der laatste dagen, door zijn
ouders naar huis teruggeroepen was. Die meu-
söhen hadden hem geen dag meer willen la-
een in n huis, waarin zulk 'u verschrikkelijke
misdaad gepleegd was.
Kan de kist nergens anders verborgen
zijn? vroeg Werner.
De huisbewaarder tirok z'n schouders op.
Hoe kon dat mogelijk zijn? Of hij moest soms
op den ruimen zolder 'n plaats gevonden heb
ben. Werner, die geen mogelijkheid wilde voor
bij laten gaan, klom ook op den zolder en
zocht alles af naar de kietMaar ook daar was
geen spoor ervan te ontdekken.
Ik heb geen oogenblik geloofd, dat wij
wat zouden vinden, zeide de huisbewaarder.
Maar mijnheer Werner, moeten we nu
ook mijn kamer niet doorzoeken?
Neen, zeide Frits met 'n afwijzend ge
baar, ik wantrouw u niet. En u blijft er bij, dat
de kist gisterenmorgen nog hiér was?
88 was toen nog hier, absoluut zeker.
Ein u blijft van meening, dat ze overdag
niet weggebracht kan zijn?
Ja, dat zou volslagen onmogelijk geweest
zijn.
Dan moet er vannacht Mer toch Inge
broken en de kist weggebracht zijn.
Ja, 't lijkt me wel onmogelijk, maar 't moet
toch zoo zijn. 't Is net, of alle booze geesten
op den Beukenhof losgelaten zijn, 't lijkt of 't
hier spookt.
Nu, lachtte Werner, met geesten hebben
we hier zeker niets uit te staan, maai met
misdadigers, die o-p de meest geraffineerde
manier te werk gaan.
't Is toch allemaal erg geheimzinnig. Ik
ben nooit 'n lafaard geweest. Maar nu word ik
hier toch 'n beetje bang. We hebben allemaal
vertrouwde dienstboden. Deuren' en vensters
zijn goed gesloten. Het huis ligt midden m 'n
grooten tuin, die met rasterwerk is atgezet.
In dezen tuin heeft vannacht 'n hond gewaakt,
die eiken vreemdeling naar z'n keel springt.
En toch wordt er een kist weggedragen, die
één man on mogelyk dragen kan, zonder dat
er 'n spoor van te vinden ls. Dat is toch zeer
merkwaardig.
Zeker, gaf Werner toe. f Is ook zeer merk.
waardig. Maar voor dat alles moet toch 'n
natuurlijke verklaring gevonden kunnen wor
den. De kist is weg. Wat zal mijnheer van
Gielen daarvan zeggen?
Dn de zoon van den professor? voegde
do huisbewaarder e,r aan toe
De zoon van den professor? vroeg Werner
verbaasd.
Hoe komt U er op, om hierbij aan hem
te denken
Hij zag den ouden man scherp aan en meende
te bemerken, dat deze 'n beetje wijfelachtig
deed. Maar in elk geval herwon nlj weei snel
zijn zekerheid.
O, antwoordde hij, mijnheer van Gielen
heeft toch gezegd, dat de uitvinding den kinde
ren van den professor evengoed profijt zou
afwerpen als hem zelf. En als de jonge heer
Evan nu hoort, dat die kist verdwenen is, dan
zal hij niet minder groote oogen opzetten dan
mijnheer van Gielen.
Ja, dat is zoo, gaf Werner toe, maar op
nieuw voelde hij argwaan in zich opkomen
tegen den ouden man. Hij voelde, dat de man
voor hem iets geheim hield. Maar hij wilde
zijn gevoelens niet verraden en zeide kaïm:
We zullen den heer van Gielen in kennis
stellen van hetgeen hier gebeurd is. Hij moet
dait natuurlijk weten. En de politie ook.
Mag ik U 'n goeden raad geven, mijnneer?
Ja, wat dan?
Geef 't niet aan bij de politie, of doe
't tenminste niet, voordat U met mijnheer van
Gielen gesproken hebt. Misschien wil hij niet
dat het aangegeven wordt.
Ja, dat is wel mogelijk, gaf Werner toe,
uw raad is nog zoo dom niet. Ik zal eerst met
hem spreken.
Dat was hij werkelijk van plan. Aangezien
die geheimzinnige kist verdwenen wa,, had
hij op den Beukenhof eigenlijk niets meer te
aoeken. Hij had 'n zeker voorgevoel gvhad,
dat de moordenaar van den professor zou
terugkomen, om de kist te halen, en genoopt
dat hij zich dan op de een of andere manier
bloot zou geven. En nu had hij toch de moge
lijkheid gehad, zich alles toe te eigenen, zon
der een spoor achter te laten.
't Was om razend te worden. Hoe had hij
toch den heelen nacht zoo rustig kunnen sla
pen, zonder ook zelfs maar te droomen, wat er
gebeurde? Zoo zorgeloos had hij zich gevoeld
en zoo veilig, alsof er niets te vreezen was.
Reeds tegen den middag ging hij naar Rens-
'woude, om daar met den omnibus naar 't
station te rijden, 't Was al iaat, toen hij in
de stad kwam. Eerst wilde hij weten, hoe 't
met den bankier ging en daarom ging hij
eerst naar z'n eigen woning. Daar belde hij
,Antoon v. Gielen op, en deze was direct aan
de telefoon.
Hallo, Prits? Waar ben je?
In de stad. ik ben teruggekomen van dem
Beukenhof.
Zoo? Waarom? Je kunt toch intusschen
niets gevonden hebben. Heb je 't opgegeven?
Ja en neen. Ik ben van plan, weer terug
te gaan. En ik heb ook wat ontdekt. Maar
daardoor wordt de zaak nog ingewikkelder.
Daarover wilde ik juist spreken. Hoe gaat 't
met je vader?
Heel goed. 't Is goed afgeloopen. Praten
kan hij nog niet veel, want zijn gezicht is nog
sterk opgezwollen. Maar hij heeft niet veel
pijn. Je kunt morgenochtend gerust komen,
om met hem te spreken, als je wilt. Hij zal
dat begrijp je, meer luisteren dan spreken.
Goed, dan kom ik morgen vroeg bij
jelud.
Mooi. Maar wat heb je ontdekt?
Dat zeg ik liever niet per telefoon.
Ook goed. Dan hoor ik 't morgen wel.
Daarmee was 't gesprek afgeloopen.
Werner gevoelde veel lust, om thuis rustig
op zijn kamer te blijven en niet meer uit te
gaan. Maar ten slotte overreedde hij zich zelf,
om toch nog naar de Neueste Nachrlcbten
te gaan.
Toen hij daar aankwam, werd hij door zijn
collega's hartelijk begroet.
Frits heeft zeker weer nieuws voor 'n
extrablad! riep er een.
Neen, vandaag heb ik niets. Dat gaat ei
ken dag zoo niet, zeide hij.
U bent 'n geluksvogel, zei 'n ander en er
klonk 'n beetje jalousie in z'n stem, de hoofd
redacteur is opperbest over u tevreden.
Als hij zich nu maar niet in zijn groote
verwachtingen bedrogen ziet! voegde hij er
aan toe. Hij schijnt te gelooven, dat u ailles en
nog wat ontdekken zult. Hij heeft overigens
vandaag naar u gevraagd en opdracht gege
ven-dat u dli!.eot by hem moest komen> al9
u hier kwam. Hij moet in ieder geval met
u spreken.
Werner keek op z'n horloge.
t Is bijna middennacht, zeide hij, dan
ga ik morgenvroeg maar.
7~ <d' de chef gaat altijd zeer laat naar bed.
Hij zai u zeer zeker ontvangen. Ik had den
intli uk, (Jat hij u zoo gauw mogelijk wenschte
te spreken.
- Dan ga ik nog naar hem toe. Het ga u
goed, heeren!
Wemer groette de nachtredacteuren en
ging heen. Een kwartier later zat hij in 'n
gemakkeljjken leuningstoel tegenover zijn
hoofdredacteur.
Mijnheer Werner, zeide deze, 'n ernstig
woord. Voor alles ben ik u erkentelijk voor
de wijze, waarop u de belangen van ons blad
behartigd hebt. Werkelijk schitterend! En er
is nog veel meer te halen uit deze geheim
zinnige geschiedenis. Hebt u weer wat gevon
den?
Om u de waarheid te zeggen, mijnheer,
I ja, maar iets, wat ik liever niet direct zou
willen puibliceeren.
Goed. Maar zég 't mij toch maar, ik kan
zwijgen.
Werner vertelde het verdwijnen van de kist.
Him, ja, zei z'n chef, toen hij klaar was,
dat is weer 'n geheimzinnig feit in deze zon
derlinge geschiedenis. En u gelooft, dat het
beter is, dit nieuwe niet op staanden voet te pu-
bliceeren
Ja, dat geloof ik.
Goed. Dan zullen wij 't niet doen. Ik
had u eigenlijk ook niet uitgenoodigd, om
van u nieuws te hooren, integendeel, om u
zelf 'n gewichtige mededeeling te doen. Maar
dit geschiedt onder 't zegel der geheimhouding.
Maar u moet 't weten, omdat de kennis er
van u wellicht van dienst kan zijn by uw
onderzoekingen.
Frits Werner keek nieuwsgierig zijn Visa.
vis aan.
Wat is er gebeurd, mijnheer? vroeg hij.
Kijk, ik heb vernomen uit welke bron
doet niets ter zake dat de Uitvinding van
professor Evau bestaat in de samenstelling
van 'n heel nieuwe explosiiestof. Deze nieuwe
exptasiestof moet als zoodanig znlke uitste-
kende eigenschappen bezitten dat alles, wat
op dit gebied tot nu toe gemaakt is. daarmee
niet in ver„e y ,ng kan komen. De uitvin
ding ie geschikt Vooa, industrieele drein
den maar u begrijpt ook wel. dat ze nog
van veel meer gewicht zou zijn voor 'n groo-
e mogen neid, die ze voor oorlogsdoeieiito.-
den/ou kunhen gebruiken.
v^lla' ondei-órak heb Werner. daarom
heelt bankier van Gielen altijd verwacht,
mi luunen er aan te zullen verdienen.
-Ze?r En dat kan hij ongetwijfeld,
a s hi t geheim aan 'n groote mogendheid
verkoopt.
Als hij kan. Ik hen overtuigd, dat die kist.
De hoofdredacteur trok z'n schouders op.
Werner, de bankier is zoo onvoorzichtig
niet, om de gegevens voor 'n uitvinding, die
niillioenen waard is, niet ergens anders veili
ger op te bergen. Ik ben overtuigd, dat hij die
ergens op *n geheime plaats gedeponeerd heeft,
waar de mogelijkheid zeer gering is, dat die
ven ze te pakken krijgen.
Ja, antwoordde Werner, dat geloof ik
ook. Maar toch lijkt de inhoud van de kist
niet waardeloos te zijn.
Waardeloos, dat is wat anders. Daar zal
in ieder geval wel studiemateriaal van den
professor inzitten en 'n pientere chemicus zal
er genoeg invinden, om zich de zaak ten nutl®
te kunnen maken.
(Wordt vervolgd),