gevaren van de gemeentelijke AUTONOMIE iivzszr a—ve DE QEIiEIMZinniQE DERDE ONZE GEMEENTE- FINANCIEN. .V-V MAANDAG 2 NOVEMBER 1931 De schulden nemen toe; de batige saldi nemen af; hervor mingen wenschelijk. BESCHOUWING VAN THESAURIER. GENERAAL MR. DR. VAN DOORNINCK. ISifi DE LEIDEKKER in zijn „slee" op den kerktoren te Oisterwijk. EERSTE HULP BIJ SPOORWEG- ONGEVALLEN. H. M. DE KONINGIN-MOEDER. TYPIIUS-EPIDEMIE IN AMOERANG. UTRECHTSCHE ANNEXATIE PLANNEN. UIT DE SCHOENINDUSTRIE. ONDERWIJS AAN PERSONEEL IN 'T HELPEN VAN GEKWETSTEN. **de VeülSSS r-rSL«t W6l6S6n Station Z0° sP°ediS moge- m' m voorgevallene in kennis wordt geste d. Hij roept daartoe zoo noodig de tussohenkomst in yan den diobjtstbijgelegen v 1 FINANCIEELE MOEILIJKHEDEN DER GEMEENTEN. STEUN UIT 'S RIJKS KAS, Onder bepaalde voorwaarden voor schotten of garantie. VECHTENDE SCHOOLJONGENS, Naar wij meenen te weten, hebben ook een vijftal andere gemeenten in den lande groot gebrek aan liquide middelen, zij het misschien dan ook niet in die mate als Rotterdam, zoo dat de financieels toestand onzer gemeenten thans bijzondere belangstelling verdient. Zeer interessant is in dit verband dan ook de be schouwing van den Thesaurier-Generaal, Mr. Dr. A. van Doorninck, over de toekomst on zer gemeente-finaüciën in het nummer van 28 October van de Econ. Stat. Berichten, waarin deze deskundige waarschuwt tegen den duide lijk aanwijsbaren achteruitgang der gemeente- financiën en tegen de gevaren, welke de ge meentelijke autonomie bezig is voor zich "zelve te scheppen. Schr. gewaagt zelfs van een ont- bindings-proces". Verder laten wij den heer v Doorninck aan het woord. Wij hebben thans de beschikking over de ge meentelijke rekeningcijfers tot en met 't laar 1929, sedert 1924 hoofdstukseewijze gerang schikt, alsmede over de begrotingscijfers tot en met 1931. Reeds by een oppervfakkfe ver gelijking der totalen trekt het de aandacht dat de gemeentelijke uitgaven van jaar tot £eaneebmtngrijk M *lfa' dat accres De totale uitgaven van den gewonen dienst is. Dat een op deze wijze sluitend gemaakte begrooting volkomen waardeloos en zelfs door haar misleiding gevaarlijk is, schijnt niet tot het besef der gemeentebesturen door te drin gen. De stijging der gemeenteschulden, zonder de crisis-leeningen, die thans nog niet onder j de geconsolideerde gemeenteschulden voorko men, blijkt uit het navolgende overzicht: Totaal Totaal gemeentel, voor de Restant schuldenlast, bedryven 1 Januari. mill. mill. mill. 1531.3 570.8 960 5 "70 631.6 1138.4 1917.2 655.5 1261 7 2008.9 687.4 1321.5 2053.7 715.3 1338.4 2!22.3 158.7 1363.6 2163.3 742.6 1420.7 2301.3 789.3 1512 st£w°°^HUkken' die h6t 8terkst tot deze gende bijgedragen, zijn de navol- 1924 1925 1926 1927 1928 1929 1930 1931 Totaal schuld. 1 Jan. 1924 mill. Algemeen Beheer 28 2 Openbare Veiligheid 7.5 Volksgezondheid 11.3 Volkshuisvesting 381.1 Openbare Werken 203.6 Privaat Bezit 103.9 Onderw., K. en W. 107.2 Armenzorg 20.8 Landbouw 4.5 Handel en Nyverheid 9.9 Bedryven 570.8 Totaal- Percent, schuld. der 1 Jan. 1931 atyging mill. 31.4 10.1 27.1 599.8 296.5 227.5 222.5 26.8 12.7 18.7 789.3 11.3 34.7 139.8 57.4 57.4 119.— 107.6 28.8 182.2 88.9 38.3 De bruto uitgaven van dit hoofdstuk belie pen: in 1924 127.159.000 de inkomsten bedroegen 66.192.000 Blyft netto uitgaven in 1924 60.967.000 J®f4 557.941.000 552.301.000 ?9®8 551.939.000 Jqaa 872-471.000 579.926.000 602.541 000 "3? 619.794.000 1931 656.523.000 5.640.000 362.000 20.532.000 7.455.000 22.615.000 17.253.000 36.729.000 daard'onr ^aI gemeentelÜke uitgaven is millioen liït k® gekomen da-t juist 100 ren geleden °Ven het n°s slec^ts enkele ja- j,00, normaal geachte, doch toen reeds hooge niveau van 1924—1926. nnM®" ,behoet't waarlijk geen geleerde te zijn dé d egr1Pel1 dat, nu door oen wereldcrisis vollr °°k van het Nederlandsche 6 spion§en is gedaald, niet alleen van uiten1102 verder gaande stijging der gemeente- van geen sprake zal kunnen zijn, maar dat 3 if00 reeds door de gemeente-budgetten vo een ondragelijken last te torsen zou "ry=,en, indien niet de in de jaren van hoog conjunctuur tot ontwikkeling gekomen expan- ie tuans door een even snelle aanpassing aan de verminderde draagkracht wordt gevolgd, ot de gevaren van meer aigemeenen aard, ie de financiën onzer gemeenten bedreigen, ehoort verder de splitsing der gemeentebe- grootlngen in een gewonen- en een kapitaal dienst. Op het verkeerde inzicht, dat de ge meentebesturen hebben bij het brengen van uitgaven ten laste van den kapitaaldienst, heb ik bij herhaling gewezen en ik volsta dus, wat hit punt betreft, met te constateeren, dat ook ans nog de gemeentelijke begrotingswetge ver m zijn begeerte om veel meer tot stand te brengen dan hij uit zijn ioopende begroo- ing kan betalen, onverminderd voortgaat met allerlei op zichzelf wellicht nuttige zaken ten laste van den kapitaaldienst, d.w.z. voor het grootste gedeelte ten laste van de toekomst, te financieren, daarbij voorbijziende dat, indien de productiviteit dezer zaken kleiner is dan de lasten der deswege te sluiten geldleeningen, voor den belastingbetaler het uadeelig verschil een verzwaring van druk beteekent. Het feit, nat door de dalende conjunctuur de produc tiviteit van vele dezer gemeentelijke kapitaal goederen (de gemeentewoningen bijv.) sterk afneemt, hetgeen nadeelen met zich brengt, die grooter zijn dan de voordeeien der door conversie verkregen rentebesparingen, maakt deze situatie natuurlijk nog ernstiger. On danks dit alles is er van verlaging van gemeen teschuld geen sprake en is men zelfs sedert eenigen tijd bezig op dezen verkeerden weg nog verder te gaan door naast den kapitaal dienst nog een derde onderdeel, den crisis dienst, in het leven te roepen, die niet door nieuwe daarvoor gelyktijdig aangewezen ge wone middelen, maar uit leeningsgeld wordt gefinancierd, ofschoon daarbij van eenige pro ductiviteit natuurlijk heelemaal geen sprake Een belangrijk en evenzeer stijgend gedeelte van deze schuld is bij de Ryksfondsen onder gebracht. Op 1 Januari 1929 bedroeg dit totaal t 313.653.909; op 1 Januari 1931 was het ge stegen tot 487.939.047. Uiteraard werkt het feit, dat de Rijksfond sen voor een belangrijk gedeelte van hun be leggingen op de gemeenten zijn aangewezen, de stijging der gemeenteschulden nog meer in de hand. Een punt van aigemeenen aard, dat de bij zondere aandacht verdient, betreft de regelma tige overschrijding der begroeiingen. Van die overschrijding in de jaren 1924 tot en met 1929 geeft het navolgende staatje een beeld: Totaal ge- Totaal Bedrag wone uitg- idem der ven volgens volgens overschry- begrooting rekening ding. Jaar. 1924 557.941.000 566.630.000 8.689.000 1925 552.301.000 579 *88.000 27.287.000 1926 551.939.000 583.866.000 31.927.000 1927 572.471 000 584.574.000 12.103.000 1928 579.926.000 595.409.000 15.483.WJO 1929 602.541.000 645 709.000 43.168.000 Zonder uitzondering dus zijn de totalen der gemeenterekeningen hooger dan de totalen der begrootingen. De oorzaken daarvan wijzen op een leemte in het gemeentelijk financieel beheer, welke bij het Rijk niet bestaat. In de Comptabiliteits wet 1929 is het toezicht geregeld^ dat de Mi nister van Financiën ook na de vaststelling der begrootingen op de besteding van 's Lands gelden uitoefent. Is er ook in het gemeentebestuur een or gaan, dat speciaal voor de tinancieele belan gen waakt? Het schynt wenschelijk in deze leemte te voorzien, vóórdat het noodig zal blijken een tekort aan autonome kracht door een ver scherpt toezicht van bovenaf aan te vullen. Voor bijna alle hoofdstukken van uitgaven werden hoogere totalen uitgetrokken. Het hoofdstuk „Vroegere dieusten", dat de nadeelige saldi van de laatst vastgestelde re keningen vermeldt, is voor 1931 lagei ge raamd. Neemt men echter ooi de batige saldi, die onder de inkomsten voorkomen, in aanmer king, dan blijkt, dat voor alle gemeenten te zamen de batige saldi sedert 1924 geleidelijk zijn verminderd: Batige Jaar. saldi. 1924 74.116.000 1925 60.323.000 1926 54.617.000 1927 45.320.000 1928 35.118.000 1929 67.773.000 Nadeelige Blyft saldi batig saldo. 24.997.000 49.419.000 17.149.000 43.171.000 17.379.000 37.238.000 16.820.000 28.500.000 11.652.000 23.466.000 38.359.000 29.414.000 Op zich zelf reeds is het overbrengen van batige rekeningsaldi naar den gewonen dienst van volgende begrootingen een kwaad, dat vooral bij een zoo sterk stijgenden schulden last verboden diende te worden; het over brengen van die saldi naar den kapitaaldienst zou evenals in de Duitsche wet, ook bij ons verplichtend moeten worden voorgeschreven- De belangrijkste uitgavenstijging geeft het hoofdstuk Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen. In 1929 bedroegen deze cyfers: Uitgaven 134.445.000 Inkomsten 59.537.000 Netto uitgaven 74.908.000 Onder de gewone uitgaven zijn begrepen de rente en aflossing van terzake van school- bouw aangegane geldleeningen. De gemeentelijke schuldenlast terzake van het onderwijs bedroeg op 1 Januari 1924 107.223.000 en op 1 Jan. 1929 169.934.000, zoodat de stijgende schuldenlast een belang rijke factor vormt in de regelmatige stijging van de gemeentelijke onderwijs-uitgaven. Het bedenkelijke biervan is vooral, dat verbetering hierin alleen is te verkrijgen door de schuld- aangroeiing stop te zetten en tegelijkertijd op het schoolkapitaal sterker af te schrijven, het geen in de eerste jaren een verzwaring van gewone lasten beteekent. De kaus is dus groot, dat men op den verkeerden weg net zoo lang blijft voortsukkelen tot den wagen is vastge- loopen. Ook het hoofdstuk Bedrijven vereischt bij zondere aandacht. Oppervlakkig beschouwd is hier alles in orde. De inkomsten van alle be dryven, dus met inbegrip van de verliesgeven de, beliepen in 1924 105.211.000, de uitgaven 81.362.000, zoodat er een overschot was van 23.849.000, zijnde 4 pet. van het geïnvesteerd kapitaal van 570.8 millioen. In 1929 bedroegen de inkomsten 139.694.000 en de uitgaven 102.312.000. gevende een overschot van 37.382.000 of 5 pet. van het ge- investeerde kapitaal van 75S.7 millioen. Het rendement van het kapitaal zou dus nog ge stegen zijn. Deze conclusie is echter zeer een zijdig, want men zou daarbij voorbijzien, dat de winstgevende bedrijven een monopolie be zitten en nog wel van noodzakelijke levensbe hoeften, zoodat zij door eenvoudig de tarieven te verhoogen, elke winst kunnen maken, die de gemeentekast noodig heeft. Het gevaar dat hierin ligt, is des te grooter, nu de arbeids voorwaarden in deze naar alle kanten beschut te bedrijven door de gemeentelijke overheid worden vastgesteld en dus allerlei andere dan zuiver economische factoren daarbij een rol spelen. Het mag dan ook wel als zeker worden aangenomen, dat in de tarieven, die de burge rij moet betalen, teneinde de gemeentekas de onmisbare bedryfswinsten te verzekeren, een flink stuk belasting zit, dat bij een meer eco nomisch beheer gespaard zou kunnen worden; wat natuurlijk bedenkelijker wordt, naarmate de algemeene belastingdruk voor het instand houden van de volkswelvaart een grooter be dreiging gaat vormen. Alles tezamen genomen kan de conclusie slechts deze zijn, dat het met de gemeente- financiën snel berg-afwaarts blijft gaan. Op welk punt dit afglijden zal worden gestuit, kan niemand voorspellen; vast staat echter, dat de geweldige wereldcrisis dat punt heel wat naderbij heeft gebracht. De onlangs afgekondigde noodverordening in Duitschland, die voor de Duitsche gemeen ten de autonomie volledig heeft opgeheven en de landsregeeringen heeft gemachtigd alle maatregelen te treffen, welke voor het bren gen van evenwicht in de gemeentelijke huis houdingen noodig zijn, moge tot waarschuwing strekken, waarop een gemeentebeleid moet uit- loopen, dat met de eischen van de algemeene volkswelvaart geen voldoende rekening houdt. Licht ongesteld. Tengevolge van een lichte ongesteldheid van H. M. de Koningin-Moeder is het vertrek van Het Loo naar 's Gravenhage nog niet defini tief vastgesteld. Acht slachtoffers overleden. MENADO, 30 October. (ANETA). In het district Amoerang is een typhus-epi- demie uitgebroken. Er hebben zich 68 gevallen voorgedaan, waarvan 8 met doodelijken afloop. De Dienst van Volksgezondheid en het Bin- nenl. Bestuur treffen uitgebreide maatregelen ter voorkoming van uitbreiding der ziekte. Nog geen enkele beslissing gevallen. Naar aanleiding van desbetreffende berich ten in de plaatselijke bladen, als zou er in de burgemeestersvacature te Zuilen niet worden voorzien in verband met plannen tot annexatie door Utrecht, vernemen wij, dat er nog abso- 'uut geen beslissing is gevallen. Stopzetting van een fabriek te Waalwijk. Waalwijk wordt wel zwaar getroffen door de economische crisis. Is voor een maand de N.V E. W. Kiijberg-Pernots stoomsohoenfabriek „Holland!»" stopgezet, Vrijdagavond ls aan 't geüeele personeel van de N.V. Stoomschoeuen- fabriek A. H. van Schijndel, met 8 dagen ont slag aangezegd. WERKVERSCHAFFING te bergen. Vrijdag vergaderde de raad der gemeente Bergen. In afwijking van een voorstel van B. en W. werd besloten om buiten de gemeente te werk te stellen werkioozen inplaats van 15. het in de gemeente geldende loon voor werk ju werkverschaffing 19 te betalen. Het voorstel werd gedaan door de Katho. Iieke Raadsfractie en werd gesteund door de S.D.A.P. en V.D. HOOGERE POLITIE AMBTENAREN. KLOOSTERJUBILé. Broeder Aegidiu3 Verhaar O.Garm. zal 5 November a.s. z'n 40-jarig kloosterfeest vie ren. Zaterdag heeft de boind van hoogere politie ambtenaren in Nederland te Utrecht een alge meene ledenvergadering gehouden onder lei ding van den voorzitter, den heer J. W. Haar man, commissaris van politie te Amsterdam. Tot de punten, welke behandeld werden be hoorden o.a. besprekingen over het vormen van een eigen fonds, of het sluiten van een oollec- tieve verzekering ter hooging van het wedu- wenpeusioen en wijzigingen en aanvullingen van de statuten van den bond. Na afloop der vergadering is door den heer A. v. IJsendijk, hoofdinspecteur vau politie te Amsterdam een lezing met lichtbeelden gehou den over „de dactyloscopie in de praertijk". Hoe de hulpverleening op de stations is georganiseerd. Op 6 en 7 November a.s. zal te Amsterdam gres, waarop o.m. zal worden behandeld het onderwerp: „Eerste hulp bij ongelukken L de groote verkeerswegen in Nederland" In verband daarmede is het wellicht niet ondienstig schrijft het October-numml „Spoor- en Tramwegen", het een en n mede te doelen, omtrent de bij de Nederland" sche Spoorwegen getroffen regeling ten zien van bet verleenen van 'eerste Cp bü ongelukken. p D1I Ingevolge het Algemeen Reglement voor 5 en dienst op de (Locaal) Spoorwegen moeten en elk station (halte) en op eiken reizigerstrein de door den Minister voorgeschreven midde len tot het verleenen van eerste hulp aan het vervoer van gekwetsten aanweziv ,1™ terwijl voorts den daarvoor aan te wijzen V' ambten de noodige kennis moet worden 1 gebracht, omtrent het verleenen van de eer hulp aan gekwetsten. Op alle stations en daarmede gelijk te stel len halten beschikt men over de navolgen l" middelen: een stationsveirbandkist; een draa baar of ziekenraam „De Mooy"; een water fl.esch of -kan (inhoud 10 L.)een zaag en een bijl; een z.g. los verband en zes wasfakkels °P de belangrijke stations zijn bovendien aanwezig twee stellen veerende schragen met een kistje, waarin hamer- draadnagels, krijt een meter lint en een „Aanwijzing voor bet vervoer van gekwetsten per spoorweg". AHe reizigerstreinen zijn uitgerust met een treinverbandkist en drie wasfakkels. Op (je locomotief (motorvoertuigen) zijn voorts o.m. aanwezig een zaag en een bijl. Tot den inven. aris van een electrisch motorvoertuig be- oort bovendien een ijzerzaag. <htv h0t gel>ruik bij lichte verwondingen >esc ïkt het stations .-en treinpersoneel over kleine verbandpakjes. Ten einde in voorkomende gevallen van deze e *ot hulpverleening een nuttig en oe re end gebruik te kunnen maken, spreekt e van zelf, dat men moet weten er mede «mL gaan' °0k hierin ls bij de Nederland sche Spoorwegen voorzien. Zij hebben een drietal doktoren ieder voor een gedeelte van het spoorwegnet, belast met e aan et daarvoor aangewezen personeel geven van praotisch en theoretisch onderricht ken eetlen van e'erste bulp bij ongeluk. Elke deelnemer, die na afloop van zoo'n cursus blijken heeft gegeven de noodige be kwaamheid te bezitten, ontvangt van den ee- neesheer cursusleider) een bewijs daarvaiT Op gezette tijden worden bovendien oefenin gen gehouden in het gebruik van draagbaren veerende schragen enz. Voorts zyn ter beschikking van het perso- "ak fi/ d0 n°°dige exemplaren van de hulr, hH 2 tot het verIeenen van eerste nulp bij spoorwegongelukken" Een belooning wordt toe,gekend aan hem. die zooals moet blijken op doeltreffende wijze de eerste hulp aan een gekwetste heeft verleend. Elk station (halte) is er op voorbereid om by een ongeval hetzij dit op het station (halte) ot op de vrÜ® baan plaats vindt, zoodra mogelijk de noodige maatregelen voor liulp- verleening te kunnen treffen. Een op het telegraafkantoor opgehangen lijst vermeldt de namen en telefoonnummers van de personen, tot wie men zich voor het verkrij. gen van medische hulp en geestelijken bij. stand moet wenden. Ook de burgemeester ont vangt mededeeling van den aard en de gevol. gen van het ongeval. Bij ernstige ongevallen wordt tevens de hulp ingeroepen van de ter plaatse of in de nabijheid aanwezige zieken huizen, transport-colon nes van heit lioofd co mité van het Nederlandsche Roode Kruis chef van het Nederlandsche Roode Kruis chef van den Militairen Geneeskundigen Dienst en Gar nizoenscommandant. Op ruim een 30-tal daartoe aangewezen stations staat steeds een ongevallen-wagen, uitgerust met gereedschappen, werktuigen, verbandkist enz. gereed, om, zoodra mogelijk, bemand met de noodige werklieden, met een hulptrein naar de piaats van het oug6Val te worden gezonden. Voor zoover z,ulks mogelijk is, worden de inmiddels gewaarschuwde doktoren, verplegers en tot bet verleenen van eerste bulp bevoegd personeel met denzelfden huLptrein naar de plaats van het ongeval vervoerd. Bij ongevallen 0p de vrije baan draagt de hoofdconducteur van den trein zorg, dat het He bekende zangers 1 noten en Van Lier, die hun koperen arties ten jubileum vieren telegraaf -of telefoonpost, ken,baar door de letter T of het opschrift „Telefoon". De plaats van dezen naastbij gelegen post is kenbaar gemaakt door pijltjes op de telegraafpalen langs den spoorweg. De boodschapper heeft dus slechts de richting dezer pijltjes te vol gen. Bijzondere voorschriften zijn gegeven en regelingen getroffen ten aanzien van het aan vullen, bewaren, herstellen, nazien, schoon- en stofvrij houden en vernieuwen der verband- kisten en verdere hulpmiddelen. Ten slotte zij nog vermeld, dat op ieder sta tion op een duidelijk zichtbare plaats een plattegrond van de verbandkist is opgehangen. Ook in de verbandkist zelf is zoo'n plattegrond aanwezig. Ingediend is een wetsontwerp tot het ver strekken van steun uit 's Ryks kas in de finan ciering der kasbelioeften van de gemeenten. Het eenig artikel van dit wetsontwerp luide als vólgt: E In bijzondere gevallen kan aan gemeenten, die ernstige bezwaren ondervinden in de finan ciering harer kasbehoeften uit 's Rijks kas steun worden verleend. 2. De in het eerste lid bedoelde steun wordt zooveel mogelijk verleend in den vorm van rentedragende voorschotten of wel in den vorm eener garantie wegens door anderen te verlee nen voorschotten en slechts onder zoodanige voorwaarden als door de met de uitvoering der wet belaste ministers na verhoor van het be trokken gemeentebestuur en het college van gedeputeerde staten worden vastgesteld. 3. De gemeente, die een steun als bedoeld in het eerste Lid uit 's Rijks kas ontvangt, is verplicht de daaraan verbonden voorwaar den na te leven en de daartoe noodige maat regelen tot stand te brengen. Aan de memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend:, P ositie der bank voor Ned. gemeenten. Door de terughoudendheid, welke in den laatsten tijd de geldmarkt heeft gekenmerkt, zyn vele gemeenten, die daardoor niet meer in staat zijn haar kasbehoeften te financeeren, in moeilijkheid geraakt. Dezelfde omstandig heid is oorzaak, dat de Bank voor Nederland sche gemeenten, die met een groot aantal gemeenten rekening-courantovereenkomsten heeft gesloten, krachtens welke aan die ge- meenten credieten zijn toegestaan, thans haar liquiditeit ernstig ziet bedreigd, nu vele ge meenten haar depositogelden moeten terug trekken, terwijl de verleende credieten wel is waar kunnen worden opgezegd, dóch door de gemeenten niet kunnen worden afgelost. Het gevolg van een en ander is geweest, dat de evengenoemde bank alsook vele gemeenten, zelfstandig zich tot de Regeering hebben ge wend met verzoek om steun uit 's Rijks kas. Het wetsontwerp strekt om den bovenomschre ven steun onder de voorwaarden, welke daarbij in het belang van een zoo spoedig mogelyk her stel van het gemeentecrediet gesteld dienen te worden, mogelijk te maken. Met een mes in de borst gestoken. Te Zeyen (geim. Vries) kregen Vrijdagmid dag twee schooljongens twist. Deze liep zoo hoog, dat de 14-jarige R. B. een geopend mes uit zijn zak trok en daar mede den 10-jarigen K. Kuiper een steek in de borst gaf, waardoor een diepe wond ontstond, die door dokter van den Berg werd verbonden. Tegen den jeugdigen dader, die reeds eerder met een mes heeft gestoken, is proces verbaal opgemaakt. door 20). WILHELM HOLT (Uit het Duitsch vertaald) De huidbewaarder vertelde ondertussichen allerlei bijzonderheden van de dienstboden, prees ze allen als zeer trouw en betrouwbaar en zeide, dat ze allen al lang in het huis waren, uitgezonderd de jongste. Maar deze bleef buitenspel, want hij was pas in dienst getreden, toen zyn voorganger, na de vreemde gebeurtenissen der laatste dagen, door zijn ouders naar huis teruggeroepen was. Die meu- söhen hadden hem geen dag meer willen la- een in n huis, waarin zulk 'u verschrikkelijke misdaad gepleegd was. Kan de kist nergens anders verborgen zijn? vroeg Werner. De huisbewaarder tirok z'n schouders op. Hoe kon dat mogelijk zijn? Of hij moest soms op den ruimen zolder 'n plaats gevonden heb ben. Werner, die geen mogelijkheid wilde voor bij laten gaan, klom ook op den zolder en zocht alles af naar de kietMaar ook daar was geen spoor ervan te ontdekken. Ik heb geen oogenblik geloofd, dat wij wat zouden vinden, zeide de huisbewaarder. Maar mijnheer Werner, moeten we nu ook mijn kamer niet doorzoeken? Neen, zeide Frits met 'n afwijzend ge baar, ik wantrouw u niet. En u blijft er bij, dat de kist gisterenmorgen nog hiér was? 88 was toen nog hier, absoluut zeker. Ein u blijft van meening, dat ze overdag niet weggebracht kan zijn? Ja, dat zou volslagen onmogelijk geweest zijn. Dan moet er vannacht Mer toch Inge broken en de kist weggebracht zijn. Ja, 't lijkt me wel onmogelijk, maar 't moet toch zoo zijn. 't Is net, of alle booze geesten op den Beukenhof losgelaten zijn, 't lijkt of 't hier spookt. Nu, lachtte Werner, met geesten hebben we hier zeker niets uit te staan, maai met misdadigers, die o-p de meest geraffineerde manier te werk gaan. 't Is toch allemaal erg geheimzinnig. Ik ben nooit 'n lafaard geweest. Maar nu word ik hier toch 'n beetje bang. We hebben allemaal vertrouwde dienstboden. Deuren' en vensters zijn goed gesloten. Het huis ligt midden m 'n grooten tuin, die met rasterwerk is atgezet. In dezen tuin heeft vannacht 'n hond gewaakt, die eiken vreemdeling naar z'n keel springt. En toch wordt er een kist weggedragen, die één man on mogelyk dragen kan, zonder dat er 'n spoor van te vinden ls. Dat is toch zeer merkwaardig. Zeker, gaf Werner toe. f Is ook zeer merk. waardig. Maar voor dat alles moet toch 'n natuurlijke verklaring gevonden kunnen wor den. De kist is weg. Wat zal mijnheer van Gielen daarvan zeggen? Dn de zoon van den professor? voegde do huisbewaarder e,r aan toe De zoon van den professor? vroeg Werner verbaasd. Hoe komt U er op, om hierbij aan hem te denken Hij zag den ouden man scherp aan en meende te bemerken, dat deze 'n beetje wijfelachtig deed. Maar in elk geval herwon nlj weei snel zijn zekerheid. O, antwoordde hij, mijnheer van Gielen heeft toch gezegd, dat de uitvinding den kinde ren van den professor evengoed profijt zou afwerpen als hem zelf. En als de jonge heer Evan nu hoort, dat die kist verdwenen is, dan zal hij niet minder groote oogen opzetten dan mijnheer van Gielen. Ja, dat is zoo, gaf Werner toe, maar op nieuw voelde hij argwaan in zich opkomen tegen den ouden man. Hij voelde, dat de man voor hem iets geheim hield. Maar hij wilde zijn gevoelens niet verraden en zeide kaïm: We zullen den heer van Gielen in kennis stellen van hetgeen hier gebeurd is. Hij moet dait natuurlijk weten. En de politie ook. Mag ik U 'n goeden raad geven, mijnneer? Ja, wat dan? Geef 't niet aan bij de politie, of doe 't tenminste niet, voordat U met mijnheer van Gielen gesproken hebt. Misschien wil hij niet dat het aangegeven wordt. Ja, dat is wel mogelijk, gaf Werner toe, uw raad is nog zoo dom niet. Ik zal eerst met hem spreken. Dat was hij werkelijk van plan. Aangezien die geheimzinnige kist verdwenen wa,, had hij op den Beukenhof eigenlijk niets meer te aoeken. Hij had 'n zeker voorgevoel gvhad, dat de moordenaar van den professor zou terugkomen, om de kist te halen, en genoopt dat hij zich dan op de een of andere manier bloot zou geven. En nu had hij toch de moge lijkheid gehad, zich alles toe te eigenen, zon der een spoor achter te laten. 't Was om razend te worden. Hoe had hij toch den heelen nacht zoo rustig kunnen sla pen, zonder ook zelfs maar te droomen, wat er gebeurde? Zoo zorgeloos had hij zich gevoeld en zoo veilig, alsof er niets te vreezen was. Reeds tegen den middag ging hij naar Rens- 'woude, om daar met den omnibus naar 't station te rijden, 't Was al iaat, toen hij in de stad kwam. Eerst wilde hij weten, hoe 't met den bankier ging en daarom ging hij eerst naar z'n eigen woning. Daar belde hij ,Antoon v. Gielen op, en deze was direct aan de telefoon. Hallo, Prits? Waar ben je? In de stad. ik ben teruggekomen van dem Beukenhof. Zoo? Waarom? Je kunt toch intusschen niets gevonden hebben. Heb je 't opgegeven? Ja en neen. Ik ben van plan, weer terug te gaan. En ik heb ook wat ontdekt. Maar daardoor wordt de zaak nog ingewikkelder. Daarover wilde ik juist spreken. Hoe gaat 't met je vader? Heel goed. 't Is goed afgeloopen. Praten kan hij nog niet veel, want zijn gezicht is nog sterk opgezwollen. Maar hij heeft niet veel pijn. Je kunt morgenochtend gerust komen, om met hem te spreken, als je wilt. Hij zal dat begrijp je, meer luisteren dan spreken. Goed, dan kom ik morgen vroeg bij jelud. Mooi. Maar wat heb je ontdekt? Dat zeg ik liever niet per telefoon. Ook goed. Dan hoor ik 't morgen wel. Daarmee was 't gesprek afgeloopen. Werner gevoelde veel lust, om thuis rustig op zijn kamer te blijven en niet meer uit te gaan. Maar ten slotte overreedde hij zich zelf, om toch nog naar de Neueste Nachrlcbten te gaan. Toen hij daar aankwam, werd hij door zijn collega's hartelijk begroet. Frits heeft zeker weer nieuws voor 'n extrablad! riep er een. Neen, vandaag heb ik niets. Dat gaat ei ken dag zoo niet, zeide hij. U bent 'n geluksvogel, zei 'n ander en er klonk 'n beetje jalousie in z'n stem, de hoofd redacteur is opperbest over u tevreden. Als hij zich nu maar niet in zijn groote verwachtingen bedrogen ziet! voegde hij er aan toe. Hij schijnt te gelooven, dat u ailles en nog wat ontdekken zult. Hij heeft overigens vandaag naar u gevraagd en opdracht gege ven-dat u dli!.eot by hem moest komen> al9 u hier kwam. Hij moet in ieder geval met u spreken. Werner keek op z'n horloge. t Is bijna middennacht, zeide hij, dan ga ik morgenvroeg maar. 7~ <d' de chef gaat altijd zeer laat naar bed. Hij zai u zeer zeker ontvangen. Ik had den intli uk, (Jat hij u zoo gauw mogelijk wenschte te spreken. - Dan ga ik nog naar hem toe. Het ga u goed, heeren! Wemer groette de nachtredacteuren en ging heen. Een kwartier later zat hij in 'n gemakkeljjken leuningstoel tegenover zijn hoofdredacteur. Mijnheer Werner, zeide deze, 'n ernstig woord. Voor alles ben ik u erkentelijk voor de wijze, waarop u de belangen van ons blad behartigd hebt. Werkelijk schitterend! En er is nog veel meer te halen uit deze geheim zinnige geschiedenis. Hebt u weer wat gevon den? Om u de waarheid te zeggen, mijnheer, I ja, maar iets, wat ik liever niet direct zou willen puibliceeren. Goed. Maar zég 't mij toch maar, ik kan zwijgen. Werner vertelde het verdwijnen van de kist. Him, ja, zei z'n chef, toen hij klaar was, dat is weer 'n geheimzinnig feit in deze zon derlinge geschiedenis. En u gelooft, dat het beter is, dit nieuwe niet op staanden voet te pu- bliceeren Ja, dat geloof ik. Goed. Dan zullen wij 't niet doen. Ik had u eigenlijk ook niet uitgenoodigd, om van u nieuws te hooren, integendeel, om u zelf 'n gewichtige mededeeling te doen. Maar dit geschiedt onder 't zegel der geheimhouding. Maar u moet 't weten, omdat de kennis er van u wellicht van dienst kan zijn by uw onderzoekingen. Frits Werner keek nieuwsgierig zijn Visa. vis aan. Wat is er gebeurd, mijnheer? vroeg hij. Kijk, ik heb vernomen uit welke bron doet niets ter zake dat de Uitvinding van professor Evau bestaat in de samenstelling van 'n heel nieuwe explosiiestof. Deze nieuwe exptasiestof moet als zoodanig znlke uitste- kende eigenschappen bezitten dat alles, wat op dit gebied tot nu toe gemaakt is. daarmee niet in ver„e y ,ng kan komen. De uitvin ding ie geschikt Vooa, industrieele drein den maar u begrijpt ook wel. dat ze nog van veel meer gewicht zou zijn voor 'n groo- e mogen neid, die ze voor oorlogsdoeieiito.- den/ou kunhen gebruiken. v^lla' ondei-órak heb Werner. daarom heelt bankier van Gielen altijd verwacht, mi luunen er aan te zullen verdienen. -Ze?r En dat kan hij ongetwijfeld, a s hi t geheim aan 'n groote mogendheid verkoopt. Als hij kan. Ik hen overtuigd, dat die kist. De hoofdredacteur trok z'n schouders op. Werner, de bankier is zoo onvoorzichtig niet, om de gegevens voor 'n uitvinding, die niillioenen waard is, niet ergens anders veili ger op te bergen. Ik ben overtuigd, dat hij die ergens op *n geheime plaats gedeponeerd heeft, waar de mogelijkheid zeer gering is, dat die ven ze te pakken krijgen. Ja, antwoordde Werner, dat geloof ik ook. Maar toch lijkt de inhoud van de kist niet waardeloos te zijn. Waardeloos, dat is wat anders. Daar zal in ieder geval wel studiemateriaal van den professor inzitten en 'n pientere chemicus zal er genoeg invinden, om zich de zaak ten nutl® te kunnen maken. (Wordt vervolgd),

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6